Gunstig onthaal van plan-Schuman in de Tweede Kamer ERIC DE NOORMAN: De &l&ek IHUI het igtHêd* Vertrouwen in de gulden groter geworden Een monument voor een groot Nederlander f. BRITSE KERNKABINET GEREED Belangrijk onderdeel Van de groeiende Europese eenheid Monopolistische positie der N.S. Titus Brandsma Onze gehele voorraadduizenden Vrijwillige salarisvermindering en minder dienstauto 's Eden geen leider van Lagerhuis meer GRIEP? 8 Oct. V WOENSDAG 31 OCTOBER 1951 PAGINA 5 Busondernemers vrezen Op toerwagengebied De werktijden van het overheidspersoneel Dr.Drees antwoordt Weiter RO O K-KATER Dat nooit meer. Voortaan rook ik Uostotl.de ideale combinatie van rijke Virqinia en pertecte mildheid. /ft Minister Lieftinck in Eerste Kamer Vervoer per K.L.M. Gunstige ontwikkeling houdt aan Bijzondere postzegels buiten gebruik Bestrijding tuberculose onder het rundvee Catalina-vliegtuigen voor N.-Guinea Eerste toestel vertrekt Donderdag Lt.-gen. M. Calmeyer Directeur Defensie- studiecentrum DE verrassing van dit féuty jubiitomjasr! costumes van onvolprezen FORTY FOUR kwa liteit, die bestemd waren om verkocht te worden voor f. 247.- f. 227.- f. 197.- f. 187.- Profiteer van deze tijdelijke aanbieding en steek tot f. 120.- extra in Uw zak! Emigratieverdrctg met Brazilië „Geen remmende invloed" Preventieve Hechtenis Ter voorkoming van vlucht van dader of herhaling van misdrijf (Vergadering van Dinsdag, geopend 13 uur, voorzitter mr. Kortenhorst). Aan de orde is de behandeling van het wetsontwerp van het op 18 April 1951 te Parijs ondertekende verdrag tot oprichting van de Europese gemeen schap voor kolen en staal. Mr. SCHMAL (C.H.) betoogt, dat zijn partij accoord gaat met het ontwerp. Het strookt geheel met het beginsel program van de C.H.U. Dit is een zeer belangrijk ontwerp. Het raakt onmiddellijk de eenheid van Europa en spr. is verheugd, dat onze regering de grote belangen, die daaraan voor ons land verbonden zijn, ten volle beseft. Mr. VAN DER GOES VAN NATERS (Arb.) constateert, dat over dit plan zeer veel overeenstemming bestaat. Toch is een diepgaand debat op zijn plaats. Met name. omdat de institutio nele en volkenrechtelijke kwesties be sproken dienen te worden met de mi nister van "Buitenlandse Zaken. Deze is echter niet aanwezig. Alleen de mi nister van Economische Zaken is hier. Voor spr. verder gaat, zou hij gaarne willen weten of deze bewindsman blin delings over het apparaat van andere departementen, met name dat van Bui tenlandse Zaken, zal kunnen beschik ken ten behoeve van dit debat- De minister van Economische Zaken, prof. VAN DEN BRINK: „Ik kan daar over beschikken, doch zal het stellig niet blindelings doen". Mr. VAN DER GOES VAN NATERS (Arb.) zegt, dat de gemeenschap voor kolen en staal geen supra-nationaal mijnbedrijf is, maar iets geheel nieuws. Andere landen hebben er geen nationale parallel voor, ons land wel, we kunnen immers een vergelijking met onze P.B.O. maken. Spr. hoopt dat de regering zal bevestigen, dat het publiekrechtelijke karakter van de gemeenschap dank zij haar grote autonomie niet zal verdrongen worden door een soort super-étatisme. Spr. wijst op de moeilijkheden, die zich thans in België voordoen over het plan. Spr. kan zich niet voorstellen, dat onze Belgische vrienden zich plotseling zouden terugtrekken. Het plan zou er door vallen, dit zou voor Europa niet minder dan een ramp zijn. Tenslotte wijst spr. erop, dat in geheel nieuwe verhoudingen gedacht moet worden, waar het betreft de vol kenrechtelijke kwesties. De gemeen schap moet subject van het volken recht zijn. Wellicht kan het worden tot de vierde trede van de trap die Van Vollenhoven schiep. Mejuffrouw dr. KLOMPé (Kath.) zegt, dat ook haar fractie het plan ziet als een zeer belangrijk onderdeel van de groeiende Europese eenheid. Het is te betreuren, dat Engeland op voorhand niet mee wenst te doen. Europa doet daarom goed door te gaan met de vor ming van de supra-nationale organen. Dit is de weg om Engeland te doen mee werken. Spr. meent, dat de regering niet te **nakkalijk over vele vaagheden en on zekerheden moet heenlopen. Er zijn nog vele problemen op te lossen. Internatio naal wordt overleg gepleegd. De rege ring zorge, dat zij daarbij is. Ook wij moeten vooruit denken en ook wij moe ten bij de snelle ontwikkeling ons eigen oordeel kunnen vormen. Weliswaar heeft de gemeenschap voor kolen en staal niet het doel om de Euro pese eenheid tot stand te brengen, maar De sectie tourwagens van de F.N.O.P. (Federatie van Nederlandse Organisa ties voor Personenvervoer), waarin na genoeg alle tourwagenondernemers zijn verenigd, heeft de afgelopen dagen te Amsterdam haar landelijke vergadering gehouden, waarop gesproken en con clusies zijn vastgesteld over het sane- ringsvraagstuk en de internationale autobusdiensten. In de kringen der tourwagenondernemers is men beducht voor een tenachterstelling van het par ticuliere personenvervoer bij dat van de semi-overheidsbedrijven, de Neder- landsche Spoorwegen en hun dochteron dernemingen, zowel nationaal als inter nationaal. Gevreesd wordt, dat de Ne- derlandsche Spoorwegen c.s. een min of .'heer monopolistische positie zullen gaan 'hnemen °P toul'wagengebied. Aldus ®en samenvatting van hetgeen bestuurs leden Dinsdagmiddag over deze beide besproken onderwerpen hebben mede gedeeld. In de conclusie wordt o.m. nog ge zegd, dat in verbond met een redelijke taakverdeling tussen de verschillende vervoersbedrijven bet touristische ver voer en het ongeregelde vervoer uit sluitend tot het terrein behoren van de tourwagenondernemers. Geregelde internationale diensten per autobus zijn schadelijk voor de tour- wagenbedrijven. Daarom wordt het in het leven roepen of instandhouden van internationale touristische autobuslij nen en/of pendeldiensten met nadruk afgekeurd. Op vragen van het Tweede Kamerlid Weiter (KNP) in verband met de nieu- regeling van de werktijden van het overheidspersoneel heeft de minister president o.a. het volgende geantwoord. Hoewel aan deze regeling zekere na- helen verbonden zijn, waarvan de lan gere werktijd met een onderbreking van slechts een half uur gedurende een gedeelte van de periode er een is, zij er op gewezen, dat daartegenover op Zaterdagmorgen niet wordt gewerkt, zodat hierin tot op zekere hoogte een compensatie wordt gegeven aan hen, die er behoefte aan hebben bij daglicht in de open lucht te vertoeven. Het antwoord op de vraag of het juist is dat het overheidspersoneel van 12 November tot 3 Februari bovendien nog twee en een half uur in de avond moet verken luidt bevestigend. Het avond- werk zal alléén geschieden gedurende de periode, .waarin overdag korter Vordt gewerkt. zij heeft toch wel een politieke taak, zie de ordenende bevoegdheid op het econo mische terrein en voorts naar de poli tieke controle, die de regering primair stelt in de Assemblee; de hoge autori teit moet dan toch ook een politieke taak hebben. De heer Van der Goes legt de nadruk op het publiekrechtelijk karakter. Maar waarom wil hij dan de Assemblee, die de controle moet uit oefenen, uit politici laten bestaan? Spr. betoogt, dat we de nationale in vloeden niet geheel op de achtergrond mogen stellen. Alles zal natuurlijk met internationale, maar mede met nationale maatstaven gemeten moeten worden. Wat de volkenrechtelijke zijde van de zaak aangaat, spr. acht het onjuist om met het etiket souvereiniteit te wer ken. Deze souvereiniteit zit er thans nog niet in. Dat behoeft ook nog niet. Geen super-kartel De heer VAN THIEL (Kath.) betoogt, dat we moeten oppassen geen super kartel te creëren; dit zou voor Neder land rampzalige gevolgen hebben. De kleine landen zouden dan immers aan het kortste eind trekken. Kan de minister mededelen met hoe veel leden Nederland in het Raadgevend Comité vertegenwoordigd zal zijn? Men bedenke dat ook de verbruikers een vertegenwoordiger dienen te hebben en niet alleen de producenten. De heer KORTHALS (VVD) zegt, dat Schuman op het goede moment met zijn plan is gekomen. Het beoogde iets te bereiken, waar wij in Europa op econo misch terrein waren vastgelopen en de Frans-Duitse 'politieke tegenstelling te doorbreken. Voorts voorkomt het de vorming van Pen nationaal kartelwezen. De heer MAENEN (Kath.) zegt dat het wel zeer moeilijk is zich een oordeel te vormen omtrent het plan. Veel blijft volmaakt duister. Is een en ander wel in de praktijk uitvoerbaar? Zie eens naar de lonen in de mijnen. Duits militairisme De heer DE GROOT (Comm.) zegt. dat het plan-Schuman nog noodlottiger is dan het verdrag van Mür.chen. Na tuurlijk zegt de regering, dat het plan de vrede dient; het ontbreekt er nog maar aan, dat minister Stikker met zijn parapluie staat te zwaaien. In werke lijkheid is het echter het herstel van de Duitse oorlogsindustrie. En dit nauwe lijks zes jaar na de bevrijding. Mr. BRUINS SLOT (A.R.) is van me ning, dat de vorming van de gemeen schap voor kolen en staal belangrijker is dan de vorming van de Raad van Europa. De weg, die wij nu ingeslagen zijn, zal orde op zaken moeten stellen. Wat het politieke federalisme betreft, moeten we bedenken, dat iets geheel Advertentie Mijnhardt's Grieppoeders. Doos 47 ct. nieuws tot stand zal moeten komen. Het is niet juist, dat we staan voor de keuze statenbond of bondsstaat. We moeten niet dogmatisch of doctrinair zijn. De heer WELTER (kath. nat.) juicht het plan-Schuman toe. Het is van enorme betekenis voor geheel Europa. Terecht is gezegd, dat hier iets zeer nieuws ontstond. We kunnen dit niet bespreken met de gangbare termen, die ontleend zijn aan nationale of interna tionale gedachten. Voldaan is spr. dat de tegenwerking van Engeland het streven naar eenheid niet heeft tegengehouden. Het feit, dat de gemeenschap bestaat, zal Engeland ertoe nopen zich erbij aan te sluiten. Spr. is van oordeel, dat Nederland de risico's, die aan de gemeenschap ver bonden zijn, kan aanvaarden. Spr. waar schuwt ertegen deze gemeenschap on middellijk tot een socialistische te maken, zoals de heer Nederhorst kennelijk wil. PROF. GERBRANDY (A.R.) zegt. dat er tercht op is gewezen, dat een van de doelstellingen van het plan is, het eeuwenoude antagonisme tussen Duits land en Frankrijk uit de wereld te hel pen. Maar, des te meer is het te betreu ren, dat Duitsland juist nu een onzekere factor is. Spr. betoogt, dat we het plan op zijn eigen merites moeten bezien. Natuurlijk, want we moeten bedenken, dat Neder land voor 50 jaar de zeggenschap over de kolen heeft prijsgegeven. Spr. infor meert, wie de kolenverbruikers hebben vertegenwoordigd. Verscheidene landen hebben voordelen weten te bedingen. Zij hebben gelijk. Wat hebben wij gedaan? Niets, als spr. het goed heeft begrepen. Toch hadden wij er genoeg reden voor. De Duitsers veroorzaakten 28 milliard schade in ons land en schadevergoeding hebben we niet gekregen. Spr. is een groot voorstander van de Europese federalisatie, maar wij moeten met onze benen op de grond blijven staan. Wij geven onze zeggenschap voor vijftig jaar op, de hoge autoriteit krijgt grote macht. Maar als dit plan mislukt, wat dan? Spr. hoopt dat de minister zo antwoordt, dat ook spr. zijn stem kan geven aan het ontwerp, dót het doel na streeft, dat hij zo gaarne toejuicht De heer SCHOUTEN (A.R.) betoogt, dat niemand zekerheid zal kunnen geven wat ermee wordt beoogd. Goedkeuring van het plan brengt dus risico's met zich mee. Toch neemt spr. de volle ver antwoordelijkheid op zich. Men moet zich eenvoudig indenken wat het gevolg zou zijn wanneer dit plan niet werd uit gevoerd. De landen zouden weer als in '30 overgaan tot een economisch natio nalisme. Daarom is spr. van mening dat wij aan de uitvoering van dit plan moeten medewerken. Spr verzet zich tegen het trekken van het plan in een bepaalde, bijvoorbeeld socialistische rich ting. De minister van Economische Zaken, prof. v. d. Brink, verzoekt Woensdag te mogen antwoorden. De vergadering wordt te 23.35 uur ge sloten. Advertentie Uitsluitend steunend op authentieke gegevens, die in een aanhangsel verant woord worden, heeft dr. B. Meyer O.Carm. zich gezet aan de beschrijving van dit welhaast bovenmenselijk werk zaam leven, dat bij alle, mogelijke cri- tiek, tenslotte toch de hoogste bewon dering afdwingt. De auteur vervult zijn taak met een nauwgezetheid en uitvoe righeid, die geen detail van Titus Brandsma's bedrijvigheid onbesproken laten, zodat zijn werk is uitgegroeid tot een regelrechte contemporaine geschie denis van de milieus, waarin zijn held heeft geleefd en gewerkt. Zo wordt me nige bladzijde gewijd aan de opbloei der Nederlandse Carmelietenprovincie, die in pater Titus beschikte over een man, die alles aandurfde en werkelijk ook al les aankon. Brandsma's ongewone werkdadigheid tijdens zijn hoogleraarschap te Nijmegen meet de auteur breed uit, evenals zijn onvermoeide werken als geestelijk advi seur der Katholieke Journalistenvereni ging, in welke functie hij tenslotte werd gearresteerd door de S.D. als „de las tigste onder alle lastige katholieke persmensen." Critiek bleef hem natuurlijk niet be spaard, noch van zijn medebroeders noch van de zijde zijner Universitaire collega's. Maar zowel de eersten als de laatsten erkennen eenstemmig zijn goede bedoelingen, zijn grote verdien sten en zijn ontwapenende beminne lijkheid. Het geheim van Brandsma's dyna- misch-idealistische persoonlijkheid was zijn alles en allen omvattende liefde. Deze gedachte plaatste zijn biograaf terecht voortdurend op de voorgrond. Een objectieve beoordeling van dit prachtige leven zal uiteindelijk steeds nierop moeten teruggrijpen, echter zonder daarom blind te zijn voor wat 14. Met een onbestemd gevoel van onbehagen rijdt Eric peinzend huiswaarts. De akelige vondst in de vlakte heeft zijn vreugde om de bijval met de jonge arend totaal overschaduwd. Goud! denkt de Noorman, wéér vier mensen, die aan de goud dorst van een ander, hun eigen makker nog wel... ten offer zijn gevallen. Goud', blijft het in zijn hoofd hameren en opnieuw dringt zich aan de koning de naam op, die hem onmiddellijk is te binnengevallen, toen hij het goudklompje in de hand hield: Gnom! V/dar heeft die onmogelijke jonkman zijn zakken met goud gevuld? Er moet ergens een verband bestaan tussen deze knaap en het goudbundeltjedat van de man met het litteken een moordenaar heeft gemaaktHet wordt tijd, dat Gnom zijn geheimzinnig gedoe laat varen! Als de koning op de burcht is aangekomen, gunt hij zich slechts een korte rust en onmiddellijk daarop ontbiedt hij Gnom. Glunder komt de jongeling binnenvallen doch voor hij aan één van zijn trouwhartige verhalen kan beginnen, neemt- de vorst zelf het woord. In enkele sobere zinnen herhaalt hij, wat hij zojuist aan Winonah en Svitjold heeft medegedeeld over zijn belevenissen: Hoe hij vier van Gonor s mannen vermoord heeft gevonden en welke uitslag zijn onderzoek opleverde. Scherp slaat Erie het botte gelaat van de jongen gade, als hij hem het goudklompje voor houdt; doch in verheven onschuld blikt Gnom naar het blinkende metaal. „En nu uw goud, jonge vriend!" herneemt de Noorman ernstig, „waar hebt ge dat verkregen?" „O, ik ben rijk!" zegt de jonkman onnozel, alsof daarmede alles verklaard is. „Maarvoegt hij er met een listig knipoogje aan toe, „wie mijn goud steelt, zal ik weten te vinden, hoor!" „Zijt ge dan bang voor dieven, Gnom?' wil de koning weten. „Men merkt het altijd te laat!" antwoordt de jongen effen. Winonah haalt de schouders op. „Dit brengt ons niet verder!" zegt ze korzelig. Eric wenkt de knaap, dat hij kan gaan. „Men merkt het altijd te laat," herhaalt Svitjold t« gedachten de laatste woorden van Gnom. Dan slaakt hij een effen kreet. „Bedoelde hij daarmee, dat hét goud van hem gestolen werd?" vraagt hij. De rimpel boven 's konings ogen wordt dieper. „Ik heb er genoeg van!" zegt hij verbolgen, „het schijnt dat die jonge melkmuil óns verdenkt, op zijn goud uit te zijn. Doch ik zal hem nu dwingen te ^rek^n Vastberaden begeeft Eric zich naar het vertrek, dat aan Gnom is toegewezen Doch met een ruk blijft hij in de deuropening staan. Alles is overhoop gehaald, een kostbaar kistje ligt achteloos op de grond leeg! Het prokerige zwaaird is er nog en Gnom's dure kledingstukken liggen hier en daar verspreid. Doch de zak goud, die hier al die tijd heeft gestaan, is verdwenen. En^et}sJie^00T^oA? ,^ln^ onderzoek duidelijkdat de jonkman in'vliegende haast de burcht heeft verlaten... Bij de behandeling in de Eerste Ka mer van het wetsontwerp tot goedkeu ring van het verdrag inzake oprichting ener Europese Betalingsunie, heeft de minister van Financiën, prof. Lieftinck, medegedeeld, dat het vertrouwen in de gulden de laatste tijd sterk vergroot is. De minister noemde het E.B.U.-ver- drag waardevol voor Europese samen werking. De betalingsunie is geen Ame rikaanse creatie. Directe invloed heb ben de Ver. Staten niet uitgeoefend, maar zij hebben eraan wel steun ver leend. Het initiatief is zuiver Europees. Het herstel van onze deviezenbalans is in 1950 onderbroken door enige inter nationale gebeurtenissen. Daarna zijn onze reserves sterk teruggelopen. Sinds Augustus is echter 66 pet. van het ver lies over vorige maanden ingehaald. Zouden wij niet hebben medegedaan aan de Betalingsunie, dan zouden wij nog verder naar een zeer gevaarlijke toestand zijn afgegleden. Thans is er een fundamentele ver betering aan te wijzen, tevens te dan ken aan incidentele omstandigheden, zoals de reactie op de sterk gestegen import, de sterke betaling in verband met devaluatiegeruchten ten aanzien van pond en franc en de terugbeta ling van monetaire credieten De maatregelen, in het buitenland geno men, vormen echter de grootste oor zaak der verbetering, welke zich te vens voortzet in de dollarsector. Spr. wees er op, dat een land met een drukke internationale handel als Neder land zich niet kan afsluiten van vele internationale verbintenissen zonder zijn economie ernstig te verstoren. Zonder de E. B. U. zou ook in Beneluxverband de nauwe samenwerking onmogelijk zijn. De regering mag zich gelukkig prijzen met de resultaten, welke zijn voortgevloeid uit onze aansluiting bij de E. B. U. De Kamer keurde het Verdrag z. h. s. goed, nadat tevoren de heer Regout (K-V.P.) nog gewezen had op het nut van de E. B. U. in verband met Duits land en de Benelux. Vervolgens ging de Kamer accoord TA e naam Titus Brandsma, de titel van een kloek boekwerk, dat dezer dagen J bij de Uitgeverij Paul Brand te Bussum van de pers is gekomen, is voor ontelbaren in binnen- en buitenland een geworden, dat al wat goed en edel en groot is in een mensenleven samenvat Pater dr. Brocardus Meyer heeft met dit groots opgezette en fris geschreven "°e>l niet alleen zijn bewonde renswaardige medebroeder een voortreffelijk gedenkteken opgericht, maar ook het katholieke volk een zo volledig mogelijk overzicht w» een leven, dat, zoals hij terecht opmerkt, een staat van dienst openbaart die klaarblijkelijk in het licht van hogere waarden en met andere maatstaven dan van louter men selijke wijsheid en beleid moet worden gemeten. Pater Titus Brandsma, de martelaar van Dachau, is gestorven zoals hij heeft peieej .is de volle wapen rusting van de Miles Christi, de heldhaftige zwoeger, ^ens enorme en veelzijdige activiteit, getuigen allen, die hem hebben gekend, voortsp t uit een zuivere liefde tot God en zijn medemensen. ongedaan bleef of beter had kunnen geschieden. Typeringen als „de por der". de alomtegenwoordige", de universele ijveraar, het manusje van-alles" blijken gegronde rede nen te zijn om te betreuren, dat de verdeeldheid van zijn belangstelling ën de veelzijdigheid van zijn activiteit" oorzaak zijn geweest, dat de hoog leraar op zuiver wetenschappelijk terrein niet dat heeft bereikt, wat men van zijn grote gaven met recht had mogen verwachten. Hiertegenover staat echter zijn alge meen erkend, waarlijk baanbrekend werk op het gebied der Mystiek. De auteur wijdt daaraan een welsprekend en overtuigend hoofdstuk (blz. 139 181). Naast de uitvoerige beschrijving van Pater Titus' ongelooflijke activi teit, die de lezer enigszins duizelig maakt, doet het beeld, dat de auteur van hem ontwerpt als mens, welda- dig-rüstig aan. Hij tekent hem als een voorbeeldig religieus, bemind in en buiten de eigen kring, opvallend in het gewone, steeds bereid tot elke liefdedienst. Maar vooral als een man Gods. met een stevig gevestigd inwendig leven, die zijn kracht putte uit een blind en kinderlijk vertrou wen op de goddelijke hulp. Dit vertrouwen op God maakte hem tot de ware held, die hij geworden is tijdens de grote eindbeproeving van Zijn leven in Duitse concentratiekam pen. Niet zonder ontroering en aller hoogste bewondering leest men de uit stekende bladzijden, die P .Meyer over deze pijnlijke slotepisode van een aan de liefde tot God en de mensen geof ferd leven gewijd heeft. Pater Titus stierf als martelaar van zijn overtuiging, TITUS BRANDSMA. als strijder voor de vrijheid der Kerk en van het menselijk geweten. Dit lijvige boek is een waardig ere saluut aan een groot man, wiens leven en werken een weldadige herinnering zullen blijven. Een zekere breedspra kigheid kan men er niet aan ontzeggen, terwijl de overrompelende opeenstape ling van onophoudelijk nieuwe plan nen, initiatieven en minder ter zake doende details enigszins vermoeiend werkt. De auteur geeft eerlijk en ob jectief de geuite critiek weer, maar zijn commentaar daarop lijkt hier en daar iets te veel geïnspireerd door een allesvergoelijkende liefde voor zijn held. Desondanks verdient hij de oprechte dank van katholiek Nederland voor dit mooie boek, dat in de volle zin van het woord een waardig monument ge worden is voor een groot Nederlander en een heilig priester. L. met het wetsontwerp, regeling voor het vervoer van goederen met binnensche pen en het wetsontwerp voorziening in de kapitaalbehoefte van de N.V. Ned. Spoorwegen en toekenning van bijdra gen in de door deze vennootschap ten gevolge van de oorlogsomstandigheden en de bezetting van Nederland geleden schade. Het vervoer van de K.L.M., dat in de eerste helft van dit jaar de verwachtin gen heeft overtroffen, blijft zich gunstig ontwikkelen. In vergelijking met de eerste negen maanden van 1950 is over dezelfde periode van dit jaar de produc tie niet 21 pet. toegenomen terwijl de verkoop met 26 pet. is gestegen. Over de periode van Januari tot en met Sep tember 1951 bedroeg het aantal betalen de passagiers 390.000 tegen 320.000 in de zelfde maanden van 1950. De vooruit zichten voor het laatste kwartaal van dit jaar zijn eveneens gunstig. De volgende (bijzondere) postzegels worden met ingang van 1 Januari 1952 buiten gebruik gesteld en worden voor de frankering waardeloos: de herden kingszegels 375-jarig bestaan der Leidse Universiteit, uitgegeven in 1950, fran- lreerwaarden 10 en 20 cent; de kerk- opbouwzegels, uitgegeven in 1950, fran- keerwaarden 2, 5, 6, 10 en 20 ct.; de zomerpostzegels, uitgegeven in 1950. frankeerwaarden 2, 5, 6, 10 en 20 ct.; de weldadigheidspostzegels, uitgegeven in 1950, frankeerwaarden 2, 5, 6, 10 en 20 ct. Bij de Tweede Kamer is ingediend het wetsontwerp tot regeling van de be strijding der tuberculose onder het rundvee. Morgen 1 November, zal de eerste van de zes Catalina Amphibie-vhegtmgen, riie 7iin bestemd ter vervanging van de oudere Catalina's van het 321ste squa dron van de Marineluchtvaartdienst, van Schiphol naar Nederlands Nieuw-Guinea vertrekken. Bij. K.B. is te rekenen van 1 Septem ber 1951 benoemd en aangesteld tot di recteur van het Defensiestudiecentrum de luitenant-generaal M. R. H. Calmeyer van de generale staf. Advertentie m. THE HOUSE OP QUALITY Aaisteniinj, Leidsesu. 7 Den Hug. Gfoeoourkt M Rotterdam, W de Wit*». J» De Staatssecretaris van Sociale Zaken en de minister van Buitenlandse Zaken hebben de Tweede Kamer hun nota doen toekomen naar aanleiding van het ver slag over het wetsontwerp tot goedkeu ring van de 15 December 1950 te Rio de Janeiro tussen het Koninkrijk der Ne derlanden en de Verenigde Staten van Brazilië gesloten overeenkomst betref fende emigratie en kolonisatie. Er be hoeft, aldus de nota, geen vrees te be staan, dat de vorm van deze overeen komst een remmende invloed zal heb ben op de omvang van de emigratie. De Staatssecretaris en de minister delen geheel het inzicht van de leden, die de gelijkstelling van de immigranten met de inheemse bewoners een eerste vereiste achten. Door de Nederlandse delegatie is reeds bij het begin der onderhandelin gen een ontwerp ter tafel gebracht, waarin dit rechtsbeginsel was opgeno men Zij heeft het betrokken artikel laten vallen op uitdrukkelijk verzoek der Braziliaanse onderhandelaars, die aanvoerden, dat een bepaling van ge heel dezelfde strekking voorkomt in de federale constitutie. Het opnemen daar van in een verdrag was naar het oor deel van de Nederlandse delegatie over bodig en zou zeker wantrouwen impli ceren. Aan het verslag van de vaste commis sie voor privaat- en strafrecht uit de Tweede Kamer over het wetsontwerp tof uitbreiding van de mogelijkheid tot toepassing van voorlopige hechtenis, is het volgende ontleend: De vaste commissie kan er zich mede verenigen, dat de mogelijkheid van pre ventieve hechtenis wordt uitgebreid tot misdrijven, zoals flessentrekkerij en het veroorzaken van ernstige verkeersonge vallen onder de invloed van alcohol. Hef heeft echter haar aandacht getrok ken, dat de minister de uitdrukking „een scherpe en snelle repressie" ge bruikt. Deze uitdrukking wekt de ongetwijfeld onjuiste indruk, dat de minister de preventieve hechtenis wil bezien als een straf, welke dan het voor deel heeft, dat zij onmiddellijk op de daad volgt. Preventieve hechtenis mag echter niet anders zijn dan een middel ter voorko ming van vlucht van de dader, wan herhaling van het misdrijf of van be moeilijking van het onderzoek. Gisteren voltooide Churchill de benoemingen voor zijn kernkabinet, dat met zestien ministers één lid minder telt dan de voorgaande regering. Uit de benoe mingen blijkt wederom dat Churchill de '„buitenlandse vleugel" van het Kabinet sterk wenst te maken. Aan de groep van drie die tot heden deze vleugel vorm den, Churchill Eden en Lord Salisbury, werd gisteren nog toegevoegd de zeer bekwame. Selwyn Lloyd, die als minister van Staat voor Buitenlandse Zaken de onmiddellijke plaatsvervanger zal zijn van Anthony Eden. Hy heeft geen plaats in het kernkabinet. Churchill heeft gisteren ook een wijziging aange bracht in de positie van Anthony Eden. Deze ontving namelijk aanvankelijk met de portefeuille van Buitenlandse Zaken het leiderschap van het Lagerhuis en het vice-premierschap. Hij is nu evenwel ontheven van het tijdrovende leider schap van het Huis en lid van het kernkabinet is geworden ex-minister kapt. H. Crookshank, die tevens de portefeuille van Volksgezondheid heeft gekregen. in het kernkabinet opgenomen met de portefeuille van Algemeen Betaalmees ter, dezelfde portefeuille als die w*/-, hij had gedurende de oorlog. Verschil lende van de nieuw benoemde ministers hebben, evenals Lord Woolton, de taa de werkzaamheden van een aantal mi nisteries te coördineren en deze minis teries tegelijkertijd te vertegenwoordi gen in het kernkabinet. Gisteren hield het nieuwe kernkabi net zijn eerste zitting.. Na de bijeen- Tot Lord Kanselier (Speaker van het Hogerhuis) is benoemd Lord Simonds, een vooraanstaand jurist. De porte feuille voor Woningbouw en Plaatselijk Bestuur is toegewezen aan ex-minister Macmillan. De jongste minister in het kern-kabinet is Peter Thorneycruft (Handel). De laatste heeft op 42-jarige leeftijd zjjn eerste portefeuille gekre gen. Churchill heeft ook zijn oorlogs adviseur Lord Cherwell (toen bekend onder de naam prof. F. A. Lindemann) komst werd bekend gemaakt dat de leden van. het kernkabinet voor de tijdsduur van drie jaren of tot aan het einde van de herbewapening vrijwil lig een salarisvermindering van dui zend pond per jaar hadden aanvaard. Dit betekent dat zij nu 4000 pond per jaar zullen ontvangen. Churchill heeft zijn eigen salaris verminderd van 10 000 (106.000) tot 7.000 pond. Ook werd bekend gemaakt dat het aantal auto's ten dienste van ministers aan zienlijk zal worden verminderd. Vandaag komt het nieuwe Lagerhuis bijeen om een Speaker te kiezen. Ver volgens gaat men over tot beëdiging van Speaker en leden. Achter de schermen vindt vandaag een belangrijke gebeurte nis plaats bij de Labourpartij. Labour heeft namelijk de gewoonte om aan de ex-ministers en leden van de Troonraad, die het recht bezitten in oppositie op de voorbank plaats te nemen, een aan tal andere partijleden toe te voegen door het houden van een stemming. Het zal interessant zijn te zien of Bêvan's aan hang in de fractie groot genoeg zal blij ken om hem een plaats te bezorgen op de voorbank. Men mag aannemen, dat deze vraag een punt van bespreking heeft gevormd op een particuliere „par ty", welke gisteravond plaats vond ten huize van het socialistische Lagerhuislid Crossman en waarbij de volgende par lementaire collega's aanwaaig waren: Bevan, diens vrouw Jennie Lee, Driberg en Mikarde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 5