NIJENRODE prachtig opleidings
instituut voor het buitenland
Kt
41
Duitse expressionisten in Nederland
EEN VENSTER IN EEN IVOREN TOREN
Het dagboek van Malte
Laurids Brigge
Geheime distilleerderij in
Weesp ontdekt
Bedrijfsleven kan jongelui heel
goed gebruiken
Pn'Js g
Dukaat I
De juiste leer
Ruim zes en half
millioen
mm
RILKE'S KLIMAAT
r~
J
GD isiMota
Twee broers Vrijdagavond gearresteerd
GEERVLIET
zacht en geurig
LITERAIRE KRONIEK
DR. DREES OVER DE
VRIJHEID
ZATERDAG 3 NOVEMBER 1951
PAGINA 3
Algemene vorming
zeer belangrijk
Ook
hoort
hoortoestel
Keizersgracht 411
Amsterdam-G
Brandschade in September
7 Jan. wijzigingen in
spoorboekje
DOUWE EGBERTS
PIJPTABAK
Herziening Unie
Supomo dient zijn
rapport in
Str oombeperking
Verkeersveiligheid op
de voorgrond
Stel eéti
HUISONDER WIJZER
aan:
DOOR ALEXANDRA ORME
Onderscheiding voor
dr. Plesman
Vrijwillig offers brengen
Liturgische weekkalender
(Van onze speciale verslaggever)
«Rechts ziet u de diploniatenschool voor rijkeiuis-zoontjes" moet een bus
chauffeur eens gezegd hebben toen hij zijn passagiers langs Breukelen voerde
en het kasteel Nijenrode passeerde. „Nou kan u zien waar uw belasting
centen blijven"Si non veromaar 't is waar; we hebben het uit
de mond van de rector van liet Nederlands Opleidingsinstituut voor het
buitenland (N.O.I.B.), dr. E. Postma, opgetekend. Iets anders is het, of deze
uitlating, die men kort na de oprichting van dit instituut in andere bewoor
dingen wel eens kon horen herhalen, ook een kern van waarheid bevat.
Dit is, wij hebben het in gesprekken met vele van de honderdzestig stu
denten kunnen constateren, geenszins het geval. Het is zoals de rector zei:
de ploeg vrolijke, welgemanierde studenten vormt een wonderbaarlijke
doorsnede van Nederland.
De tweejarige studie op het oude
Nijenrode, dit stoere bakstenen bolwerk
aan de Vecht temidden van een weids
en lieflijk park, is allereerst bedoeld
voor opleiding voor (liefst leiding
gevende* functies in het buitenland. De
diplomatieke dienst zou er personeel van
kunnen betrekken, maar de jongelui
zoeken hun weg bij voorkeur in het be
drijfsleven. Ziehier een overzicht van de
voornaamste bedrijfstakken, waarin de
in de vijf jaar van het bestaan van dit
instituut afgestudeerden, in totaal drie
honderddertig, terecht zijn gekomen:
23 in het verkeer (scheep- en lucht
vaart), 34 in het bankwezen, 54 in de
industrie, 99 in de handel. 5 in de jour
nalistiek (Zelfs dat). 30 hebben een
studiebeurs in Amerika gekregen en 55
zijn in de militaire dienst, zodat van hen
Heg niets te zeggen valt. Een groot deel
ongeveer een derde heeft een
functie verworven in het buitenland,
daarbij inbegrepen een kwart in Indo
nesië. Zeer waarschijnlijk zal een aan
zienlijk deel van degenen, die thans in
Nederland werken, na ingewerkt te zijn
in de bedrijven, over de wereld uit
zwermen; een groot aantal heeft een
werkkring, die met de export in verband
staat.
Het bedrijfsleven kan deze jongeman
nen heel goed gebruiken. Dit blijkt al
lereerst uit de hierboven vermelde cij
fers. En dit is ons bevestigd op de con
tactdag, die de leiding van het instituut
dezer dagen had belegd met tal van pro
minenten uit de industrie. Natuurlijk, 't
komt voor dat een of ander bedrijf
geen prettige ervaring opdoet, maar een
dergelijke belevenis behoort 'ot de uit
zonderingen. Allerwegen hoort men met
lof over deze jongemannen spreken en
de rector kan met de bewijzen in de
hand aantonen dat zeer velen een goede
positie veroverd hebben, tot volle te
vredenheid van hun werkgevers.
Sinds kort heeft de opleiding in dit
hog jonge instituut enige wijziging on
dergaan. De vacanties zijn thans dus
danig ingedeeld, dat de leerlingen des
zomers zoveel mogelijk op het kasteel
verblijven, dit met het oog op de zeer
uitgebreide sportbeoefening. De winter-
ve can tie wordt voor het grootste deel
besteed aan het uitvoeren van een
„taak", het maken van een werkstuk,
het eerste jaar met betrekking tot het
bedrijfsleven in Nederland, het tweede
jaar betreffende de relatie van het Ne
derlands bedrijfsleven tot het buiten
land waarbij voor de studie enige tijd
wordt doorgebracht in het bedrijf, waar
over een rapport moet worden samen
gesteld; het ïaatste jaar uiteraard in
het buitenland. De jongelui zorgen
meestal zelf voor de nodige contacten.
De leerstof biedt een bont mengsel van
sociologie, economie, politiek en rechten,
alles afgestemd op de practijk van het
bedrijfsleven. Daarnaast is er een spe
ciale cursus over de politieke, sociale
en economische problemen in de Ver
enigde Staten, het land, waarmede ons
bedrijfsleven zoveel te maken neeft en
dat vooral industrieel zo'n leiding
gevende rol in onze samenleving speelt.
Als zeer belangrijk wordt de cursus
algepjene vorming beschouwd. Deze
omvat de lichamelijke opvoeding (zeven
lessen per week in het eerste, vijf in het
tweede jaar) culturele en godsdienstige
vorming en zin voor houding en stijl. De
godsdienstige vorming is op dit (alge
mene) instituut voor wat de katholieken
betreft toevertrouwd aan pater J. B.
Vroom S.J., de geestelijke verzorger van
het gevangeniswezen in Utrecht, die hier
's Zondags en ook door de week de H.
Mis opdraagt, eenmaal in de week een
contactavond heeft, waarop hjj een
geestelijk of ethisch onderwérp oehan-
delt, spreekuur houdt en verder steeds
te spreken is voor de jongelui. Hij draagt
de H. Mis op in het kapelletje a double
usage, voor katholieken en andersden
kenden.
In het oog houdend de opleiding
voor het buiteniand en naar het
voorbeeld van de Vereenigde Gost-
indische Compagnie, heeft men de
studentenvereniging de „Nieuwe
Compagnie van Verre" genoemd.
Zoveel mogelijk beefl men verder
leentjebuur gespeeld bij de zee
vaart. Er zijn collegiën, die de' ver
schillende studenten belangen, zoals
voor het contact met buitenlandse
studenten en reizen, de ccllegie van
buitengaetse verbindingen, de col-
legie van de equipage, van publica-
Advertentie
(j)a
Beschermt tegen
verkoudheid, griep
en keelontsteking
<r~»
Op alle gebied streeft de tegenwoor
dige mensheid. naar samenwer
king en eenheid, maar vooral
komt dit sterk tot uiting op godsdien
stig terrein.
Niet zonder reden spreekt men van
onze tijd als van de tijd der hereni-
Ëingsgedachte. Het ligt dan ook voor de
hand. dat de geesten van allen, die nog
gelovig zijn, zich meer dan ooit bezig
houden met de vraagstukken van gods
dienst én Kerk.
In de moderne mentaliteit ligt echter
een bizondere moeilijkheid in dit op
zicht, in zoverre n.l„ dat andersdenken
den zich maar bezwaarlijk kunnen ver
enigen met wat men graag noemt het
bekrompen, enghartige, katholieke
standpunt.
Omdat het echter steeds de vraag is,
of mensen, die zo oordelen, wel een
goede voorstelling hebben van het eigen
lijke katholieke standpunt, kan bet zijn
duf hebben maar weer eens, voor de zo-
veelste maal, dit standpunt, de katholie
ke leer uiteen te zetten.
Vaak hoort men de stelling verdedi
gen, dat alle godsdiensten even goed
z'jn. zolang de afzonderlijke mens God
tiaar vereert en erkent, ook al doet hij
hat op zijn eigen manier. Een bizondere
toeilijkheid ligt in de vraag, hoe Chris
tus' wil dat alle mensen zalig wor
den, in overeenstemming te brengen is
niet de leer van het voor de zaligheid
noodzakelijke lidmaatschap der R.K.
Kerk.
De hele wereldbevolking wordt op
Wee milliard geschat. Daarvan zijn er
«00 millioen Katholiek, en 350 milhoen
frotestant of Schismatiek. De overigen
tangen het Jodendom aan. de Islam, het
boeddhisme, het Brahmanisme enz. enz.
Niettegenstaande deze godsdienstige
Verscheurdheid van het mensdom houdt
h« R.K. Kerk vast aan haar overtuiging
r? die overigens op deugdelijke gronden
®Unt, n.l. de openbaring van Christus
,'elf dat er geen zaligheid mogelijk
Js, zonder het doopsel en het
«maatschap van d e Kf r k
Ea n Rome. Christus immers heeft die
Kerk en die Kerk alléén, gesticht als de
Uitsluitend normale we® om ln
jje hemel te komen. Vandaar het beken-
woord van de H. Cyprianus: „Nie-
mand heeft God tot Vader die de Kerk
!ot tot Moeder heeft".
.Aan dergelijke uitingen, die zeer be-
hst de zuivere leer der Kerk weerge-
Gn, wordt vaak een gekleurde, in elk
Xa' een verkeerde uitleg gegeven.
Om de ware zin van de katholieke
for te begrijpen, dient men uit te gaan
tlan de waarheid, dat in de bovenna-
Uurlijke orde van Gods tweede Schep-
(Uhg de heiligmakende genade de vol-
j rekt noodzakelijke voorwaar-
„c, 's voor het bereiken van ons boven
natuurlijk einddoel.
s1 ®on bovennatuurlijk loon immers is
liivT J J vei'werven door bovennatuur-
di,„ en deze kunnen wij alleen
Vo, stellen, wanneer wij
Se IK .kovennatuurlijk v
«el bezitten, n.l. de heili
hado
De eerste vraag, die zich nu voor
doet is: Hoe ontvangen wij dat
bovennatuurlijk werkbeginsel?
Wi?.n0rmale, door Christus ge-
lïiev - 6k voor§£schraven ma-
VoortviL; J doopsel en het daaruit
oortvloeiende lidmaatschap van Zijn
Kerk. Bijgevolg is het doopsel noodza
kelijk als middel ter zaligheid en
tevens uit hoofde van Christus' uit
drukkelijk gebod.
Een noodzakelijk middel hoeft echter
niet steeds daadwerkelijk te worden toe
gepast; de begeerte ernaar kan soms de
daad vervangen.
Evenzeer is het mogelijk zijn doei
toch te bereiken, zo men buiten z ij n
schuld het daartoe geboden middel
niet kent of in de onmogelijkheid ver
keert het aan te grijpen.
Wanneer wij dus stellen, dat de heilig
makende genade uiteraard nodig is als
een absoluut onvervangbaar
middel ter zaligheid, dan is er buiten de
genade geen ander middel denkbaar om
ons bovennatuurlijk einddoel te berei
ken.
Het geboden, normale middel echter
om die genade te verkrijgen is, bij wij
ze van uitzondering, w 1 vervangbaar.
God wil immers niemand van de zalig
heid uitsluiten, die „doet, wat hij kan".
Het doopsel van begeerte en het doop
sel des bloeds nu zijn de uitzonderlijke
middelen, waardoor ieder die in een goe
de zielsgesteltenis verkeert, deel krijgt
aan de genade en de heilsmiddelen van
de Kerk. Zulke mensen worden, zoals
een godgeleerde het uitdrukt, gered
langs de Kerk om, al blijven zij
buiten de kerkelijke maatschappij, om
dat zij door hun goede gesteltenis op
geestelijke wijze met Haar verbonden
zijn. Zij worden zalig doop: de Kerk,
niet in de Kerk. Anders gezegd: zij be
horen tot de onzichtbare ziel van de
Kerk. niet tot Haar zichtbaar lichaam.
Er kan dus geen twijfel aan bestaan,
dat buiten de gedoopt e, eigenl ij ke
leden van de Kerk, nog veel anderen
zalig worden, omdat zij in de invloeds
sfeer, de „krachtzone van de R.K. Kerk
staan, die waarlijk de Kerk is van alle
mensen en alle volkeren.
Desondanks blijft het doopsel en het
lidmaatschap van de Kerk van Rome
het no r m a 1 e middel ter zaligheid, en
dit te meer omdat alleen in de katho
lieke Kerk de genadev o 1 h e i d van
Christus aanwezig is.
Godsdienstig gezien is de mensheid
dan ook in twee groepen te verdelen:
„zij, die in genade leven, n.l. de gedoop-
ten, (leden van de Kerk), samen met
de geheiligden door begeerte of bloed
(die onder invloed staan van de Kerk);
m.a.w. de groep van de goddelijk-leven-
den-door-de-Kerk.
En de tweede groep: de afgekeerden
van God. levend buiten de genade, het
zij zij leden zijn van de Kerk of niet
(Berquin). L.
Advertentie
er weer bij met
een modern
-van
Vraapt gratie brochure.
tiën. die een Journael (een blad dat
om de veertien dagen verschijnt) en
Logboek (eenmaal 's jaars) ver
zorgt, var. lijfeliicke welstand
(sport) enz. En is de zeeman (de
student) moe, wel, dan kan hij na
hard werken terecht in de taveer
ne „In 't moede Hooft", een uiterst
gezellige bar, diep onder de gewel
ven van het kasteel een ontspan
ningscentrum, dat menig hoofdstede
lijk restaurateur zich nog zou wen
sen
De „jongmaets" (groenen) en „sin-
jeuren" (tweede jaars). die na een zwa
re selectie op Nijenrode studeren, mo
gen zich gelukkig prijzen. Wij hebben
onder hen niet één ontmoet, die niet
oprecht blij is met de kans die hem hier
geboden wordt.
Gedurende September 1951 zijn 35 per
sonen door brand gewond, van wie 13
leden van het brandweerpersoneel. De
directe schade ah; gevolg van brand
wordt geraamd op f 6.527.975 (vorige
maand f 4.174.945, September 1950
f2.112.145).
Het spoorboekje, dat 7 October is in-
gégaan, bevat de mededeling, dat op een
nader te bepalen datum het baanvak
AmersfoortZwolle electrisch zal wor
den gereden. Die datum is thans vast
gesteld op 7 Januari a.s.
Grote verbeteringen zullen dan in de
dienstregelingen van enige baanvakken
v/orden aangebracht. Die baanvakken
zijn o.a. Den Haag S.S./Rotterdam Maas-
Gouda-Utrecht, Utrecht-Amersfoort-
Zwolle-Groningen/Leeuwarden, Harlin-
gen-Leeuwarden-Groningen en Sneek-
Leeuwarden.
Advertentie
Officieel is medegedeeld, dat Supomo,
de voorzitter van de commissie voor het
ontwerpen van nieuwe verdragen met
Nederland, het rapport van deze com
missie aan zijn regering heeft overhan
digd. De komende dagen zal een deiega-
tie voor onderhandelingen met Neder
land worden gevormd.
De regeringsmaatregelen ten aanzien
van de stroombeperking zijn voor de
ANWB aanleiding geweest in een uit
voerig memorandum, gericht tot de on
geveer twee honderd vijftig beheerders
van openbare verlichting, de aandacht
te vestigen op de noodzakelijkheid bij
deze beperkingen vóór alles rekening te
houden met de verkeesveiligheid.
In dit memorandum betoogt de ANWB
met nadruk, dat ook een beperkte ver
lichting zodanig moet zijn, dat bochten,
wegversmallingen, kruispunten etc.
steeds duidelijk en begrijpelijk blijven.
Grote aandacht dient ook besteed te
worden aan oversteekplaatsen voor
voetgangers en wielrijders.
De West-Duitse
Bondsrepubliek
heeft Nederland
een tentoonstelling
aangeboden van
Duitse expressio
nisten. De werken
zijn afkomstig uit
enige bekende ver
zamelingen, o.a. die
van dr. Haubrich
uit Keulen, en ge
ven een voortreffe
lijk beeld van
Duitslands bijdra
ge. sedert het begin
van deze eeuw ge
leverd aan wat men
in geographisch op
zicht het Europese
expressionisme zou
mogen noemen.
De tentoonstelling
is ingericht in het
Stedelijk Museum
te Amsterdam en
duurt tot 10 De
cember. Ter verge
lijking is een apar
te zaal gewijd aan
werken van ver
wante figuren, zoals
Gromaire, Lehm-
bruck. Kolde. Min
ne. Maillolenz.
Van de Du'itse
kunstenaars mogen
met name worden
genoemd: Paula
ModersohnBec
ker, van wie een
zelfportret hierbij
wordt afgedrukt,
Kcithe Kollwitz, Ernst Kirchner en vooral de voortreffelijke beeldhouwer Ernst
Darlach.
Over deze tentoonstelling schreef onlangs de bekende- criticus Jan Engelman:
..Zij geeft ons inticht in een ander Duitsland dan dat, waarmede wij onlangs
de staat van oorlog hebben beëindigd. Een Duitsland met geesten, zo onrustig als
ze in dat land maar zijn kunnen, zo spasmodisch en zo „gotisch", maar met daarbij
een ware humaniteit en een worsteling om licht, d'ie dikwijls respect afdwingt.
Het beschaafde Duitsland."
de kroniek van vorige week over Graham Greene kwamen enkele repels
ter sprake uit een wereldberoemde roman van de Praagse dichter Rainer
Maria Rilke: ..Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge". Deze roman,
die in 1910 het licht zag, is van veel invloed geweest op de letterkunde, zoals
trouwens het gehele werk van Rilke. Hierom, en mede omdat het volgende maand
25 jaar geleden is, dat Rilke overleed (op 29 December 1926 te Chateau Muzot,
Zwitserland), is een kroniek aan hem gewijd gerechtvaardigd.
Hoewel Rilke, als dichter die iets
nieuws te zeggen had, allerminst on
derschat werd tijdens zijn leven, begon
zijn invloed zich toch pas enkele jaren
na zijn dood af te tekenen. Toen kwam
de stroom van studie aan hem gewijd
los en een tijd lang (de laatste jaren
voor de tweede wereldoorlog) was het
mode in practisch iedere kritiek op
nieuw werk de geheime invloed van
Rilke mee te laten spreken.
Waarin bestond en bestaat die invloed
dan? kan men zich afvragen. Bestaat
hij in de innerlijke verwerking van
Rilke's dichterlijk wereldbeeld? Was hij
het gevolg van grondig lezen in Rilke?
Ik geloof van niet. Meestal kent men
een werkelijk groot en ini'loedrijk dich
ter slechts oppervlakkig. Dat. waardoor
men aangetrokken en geïnspireerd
wordt, is veelal niet meer dan een
geestelijk klimaat, een atmosfeer, die
zich in zekere trefwoorden blootgeeft.
't Is iets, dat in de lucht zit: door
iedereen min of meer aangevoeld, maar
door één vóórvoelende dichter onder
woorden gebracht, op een tijdstip dat
nog niemand zich er mee bezig hield.
Dit is ook het geval met Rilke. In
zijn verzen, brieven en dichterlijk pro
za ervoer men iets, wahrvoor men flen
naam kon vinden, maar waarvan men
wel de actuele suggestie onderging. De
ze dichter woonde in een „ivoren to
ren" (beeldspraak voor uiterst indivi
dualisme); hij was verdiept in eigen
gevoelswerelden en scheen daar genoeg
aan te hebben. Nee. toch niet helemaal.
Dit was het eigenaardige. Hij stond in
zijn torenkamer voor een venster. Daar
achter lag „de buitenwereld". Binnen
het vierkant der raamomlijsting nam de
dichter die wereld waar en beleefde hij
haar als ervaring. Het idee was niet
nieuw, maar Rilke maakte van „het
venster" een sleutelwoord, en die sleu
tel paste sindsdien in veterbanden ge
dichten. die met een wezenlijke invloed
van Rilke niets uitstaande hebben.
Superverfijning
De wereld, die in nachtelijke per
spectieven aan Rilke's raam voorbij
schoof. had een parkachtig voorkomen;
tenslotte waren de vensters, waaruit
Rilke in werkelijkheid placht uit te
kijken, vensters van kastelen, buiten
plaatsen, lustoorden, waar hij te gast
was om er te werken. Daarom was het
niet zo vreemd, dat het figuurlijke
raam van zijn verbeelding uitzicht gaf
op een wereld van verborgen tuinen,
omlommerde vijvers, in zichzelf verzon
ken vrouwen van hoge geboorte, wier
gebaren onopgemerkt bleven in de slui
mering van heur bloed. Zo'n parkland
schap typeert een bepaald geestelijk kli-
Adverientie
i
Een privilege voor bevoorrech
ten? Weineen! De Bekende
Schriftelijke Cursus R.E.S-A.-
Hilversum staat altijd voor U
klaar. Resa leidt met succes
schriftelijk op voor het Midden
standsdiploma, M.B.A., Prac-
tijkexamen Boekhouden en
Handelscorr. (Ned., Fr., Eng.,
Duits en Spaans), Boekhouden
M.O. en S.P.D. Hoofdcorres
pondent ere V.T.H.-diploma (Fr.,
D. en Eng.). Vraagt ons pros
pectus 1951. Cursusadres:
Soestd.straatw. S3, Hilversum.
DE RUSSEN KOMEN
VERTALING; FRANS VAN OLDENBURG ERMKE
„Ik heb ze niet, dus kan ik ze u ook
niet geven," antwoordde Marietta.
„In dat geval heeft uw man ons dus
opzettelijk misleid door een dergelijke
nauwkeurige lijst van verborgen wa
pens op te stellen."
„Ik weet niet, waarom hij een derge
lijke brief schreef," antwoordde Mariet
terwijl twee gouden armbanden van Tsjech en zwaaide met de kamerjapon.
TnmVirt'c" ntanhtlrast.lf» VPrHu/onon art r7^ini-n «rittd la ""7
Jumbo's nachtkastje verdwenen, en
durfde geen woord te zeggen. Toen ik
Zoiets vind je in Rusland niet. Zuivere
zij!" Ik begreep uit de toon van zijn
haar dit later boos verweet, gaf ze toe, stem en uit de brutale uitdrukking op
mij met opzet niet gewaarschuwd te zijn gezicht, dat hij probeerde ons te i«-
hebben, zelfs heel tactisch een andere timideren, opdat we hem een beter pak
kant te hebben opgekeken. „Wat had ik en een mooiere overjas zouden geven,
kunnen doen?" vroeg ze. „Ik kon hem J— L1J- s- -
ta nog steeds op^diezelfda kalme, effen toch moeilijk verzoeken om niet te ste
len, en toe te kijken, terwijl hij het
deed, zou dégoutant geweest zijn."
Dat heimelijke stelen maakte me woe
dend. Ik kon het verdragen om geplun
derd te worden. Per slot van rekening
- hadden de Russische soldaten het land
dit het juiste ogenblik was om het op veroverd, en dat zij de vrouwen lastig
een accoordje te gooien. En zoiets was vielen en alles plunderden, wat maar
Jumbo wel toevertrouwd. Gok de Tsjech even <je moeite waard was, was heel erg,
scheen te denken, dat het tijd werd om maar het kwam met een eeuwenoude
toon. „Hij weet beter dan wie ook van
ons, dat er geen wapens hier in huis
zijn. Het is zijn huis." En Marietta
glimlachte bitter. Jumbo had al die tijd
de Tsjech nauwkeurig opgenomen en
scheen tot de conclusie gekomen, dat
terzake te komen. Hij riep Jumbo bij
zich en, op de beleefde toon van een
man van de wereld, die zijn aanwezig
heid niet aan de dames wil opdringen,
stelde hij voor, dat ze de zaken elders
zouden afhandelen.
traditie overeen. Doch dit stelen! Dat
een soldaat van alles steelt, terwijl hij
een verplichte huiszoeking doet, voor
zichtig om zich heen kijkend, of nie
mand hem ziet, is veel en veel walge
lijker, dan ronduit leeggeplunderd te
De beide mannen verdwenen in Jack's worden, terwijl er een pistool in je
kamer. Ik rende hen achterna, maar
Jumbo wilde me niet binnen laten.
„Laat ons alleen. Ik weet, wat ik doe,"
fluisterde hij in het Frans. Dus liep ik
vlug terug naar de kamer van de Zwij
ger, waar de Russen al bezig waren met
Marietta's koffers.
Het was, zoals gewoonlijk, het closet
papier, dat de meeste belangstelling
wekte. Geen Rus kon zich voorstellen,
waarvoor we dat nodig hadden, tenzij
om er sigaretten van te rollen. Na die
van Marietta waren mijn koffers aan de
beurt. Juist toen kwam Jumbo naar me
kijken. Hij en de Tsjech waren tot een
accoord gekomen. Het bleek, dat de
maag geplant wordt en de soldaten
„eerlijk" voor hun bedoelingen uitko
men.
Het duurde geruime tijd, voordat we
vonden, wat de Tsjech nodig had. Er
moest herhaaldelijk van de ene Kamer
naar de andere gelopen worden, want
niemand wilde de laatste resten van zijn
garderobe afstaan. Terwijl we zo zoch
ten en bedelden, was de Tsjech Rudi's
kamer binnengewandeld en begon rond
te kijken, of hij daar niets van zijn ga
ding vond. want zij waren allang ver
geten, dat het eigenlijk naar radio's en
wapens was, dat ze moesten zoeken.
In een kast vond de Tsjech een foto-
Tsjech een burgerpak, laarzen en een toestel. „O, dat mag u hier achter het
overjas nodig had, omdat hij naar We
nen gestuurd zou worden als recher
cheur in burger. Burgerklei-en. ja, na-
front niet hebben," riep hij verheugd
uit en hing het toestel over zijn schou
der. Toen ontdekte hij Elsie's fameuze,
tuurlijk! Zoveel Duitsers hadden het zijden kamerjapon, waarin ze gewoon-
eveneens plotseling nodig gevonden om
zich in burger te steken, dat we die
vraag van de Tsjech al evenmin vreemd
vonden als die van de Duitsers.
Intussen was Sashka in onze kamer
lijk 's morgens verscheen en dan
's avonds opnieuw, want ze had de ma
nie om zich voor het diner te kleden
nog niet afgeleerd, zelfs nadat ze al
sinds lang niets meer had om aan te
dus antwoordde ik in het Russisch, zo
dat ook de soldaten het konden horen:
„Waar praat u over? We hebben hier
een stel Russische vrouwen ingekwar
tierd gehad, en allen zonder één
uitzondering, liepen ze in zulke zijden
dingen rond. Wilt u ons wijsmaken,
dat Rusland zo arm is, dat de vrouwen
daar het zich niet kunnen permitteren
om een stuk zij voor een kamerjapon
te kopen?
De Tsjech vertrok geen spier van
zijn gezicht. Hij kneep enkel zijn slimme,
kleine oogjes dicht en keek naar me,
als wilde hij zeggen: Probeer toch niet
om zo handig te zijn. Ik ben ook niet
gek. Zou je mij iets over Rusland wil
len wijsmaken?
„Ze droegen geen zii in Rusland." zei
hij zacht in het Hongaars. „Als ze iets
behoorlijks hebben, kregen ze het hier.
In Rusland hebben ze zulke dmgen
zelfs nooit gezien." En hij wierp de ka
merjapon over een stoel, lachte en keek
ons aan, alsof hij zeggen wilde: twee
Joden weten, wat een bril kost.
Elsie rende de kamer door en greep
haar ongelukkige, verfrommelde kamer
japon, die ze aan haar hart drukte, ais
was het haar kind, dat ze juist uit een
brandend huis gered had; toen bracht ze
het kledingstuk, het enige, dat haar
restte van haar reusachtig fortuin, gauw
in veiligheid, terwijl ze in het heen
gaan siste als een slang.
„Hei, Lida" brulde Sashka. „Laat ons
nu de zolders en kelders maar eens
zien. Denk maar niet, dat we jullie
wapens niet vinden. Maak je zelf niets
wijs, miin beste. Kom, kom! We zijn
geen idioten."
(Wordt vervolgd).
bezig en besteedde zijn tijd goed. De trekken!
arme Marietta stond daar machteloos, „Hier is n bourgeois-geval riep de
RAINER MARIA RILKE
maat. Diverse sleutelwoorden van la
tere poëzie heeft Rilke hier geschapen:
het park-zelf (beeld voor in cultuur ge
brachte natuur), de vijver als spiegel
beeld. en dan het bezielde begrip
„bloed", waarin de wonderlijkste din
gen „blik en gestalte" kunnen krijgen.
Dit parklandschap, met tot in hun
bloed doorzichtige wezens bevolkt, droeg
de ondergang aan superverfijning in
zich om als angst. En die angst was het
symbool van de levensangst, waarvan
tegenwoordig bijna alle auteurs de mond
vol hebben. In het sensuele afsterven
van die ten einde gedroomde, ridder
lijke, feodale wereld weerspiegelde zich
voor de dichter de ondergang van het
avondland. En hierin verzinnebeeldde
hij de kwellingen van zijn eigen ontglij
den aan het leven.
Op en top is Rilke een decadent dich
ter. Hij was overgevoelig en leed aan
het leven.
Zijn brieven zijn overladen met details
over wat hij lijdt en met bezorgdheden
om honderd subtiele hartskwesties. Zon
der zijn dichterschap te onderschatten,
schreef Marsman over Rilke's „Briefe
aus den Jahren 19021906" nogal ge
prikkeld;
„Ik krijg uit deze brieven voortdu
rend sterker de indruk, dat hij niet
alleen een schuwe en weerloze was,
maar zelfs een ellendig oud wijf. Men
zou ziek worden als men veel van deze
kwijnende verfijning achter elkaar
lezen moest, zoveel klagelijke vatbaar
heid, zoveel saai en verwelkend gewik
en geweeg; en de felste grief verzweeg
ik u nog; dit alles wordt op een wijze
beschreven zo pijnlijk verzorgd, zo
fraai, zo gemaniereerd literair, dat
men voortdurend de indruk krijgt, dat
Rilke zelf in zoveel onlust de nodige
lust schiep; ook omdat hij dit alles
zo overvolledig en sensitief memo
reert".
Dit citaat uit het jaar 1931 werd ge
schreven onder invloed van een literaire
stroming, die wel in het klimaat van
Rilke thuis hoorde, maar naar trefwoor
den zocht, die om zo te zeggen lood
recht op Rilke's overgevoeligheid ston
den. Het klimaat werd gemeenschappe
lijk bepaald door angst voor een dood,
die in iedere levenskiem naar buiten
dreigde te breken. Rilke kweekte die
angst in de kiem kunstmatig op; de dood
en al zijn fluwelen duisternissen be
koorden hem tenslotte meer dan het
„vitale leven". Marsman en de vitalisten,
en met hen ook de expressionistische
kunstenaars in het buitenland, trachtten
die angst te smoren; zij streefden in hun
verbeelding naar een „groots en gewel
dig leven", waarin ruimte was voor
nieuwe zakelijkheid en moderniteit; zij
cultiveerden een nieuwe, rechtopgaande
manbaarheid, waar Rilke juist een lig
gende passiviteit in zich cultiveerde.
Het weerloze, horizontale zou men in
de symbolentaal van Rilke's dichterschap
het ontvangende kunnen noemen (het
receptieve en aperceptieve): Ontvangenis
van verre herinneringen en vluchtige
indrukken, die samensmelten tot sidde
rende beelden van vervoering. Die ver
voering kan de schijn wekken van
mystiek; het blijft echter steeds een
„mystiek sensualisme": de vervoering
blijft steeds op het eigen Ik geconcen
treerd.
Quasi-mystiek
Ook waar Rilke over God spreekt,
trekt hij God binnen zijn zintuiglijke
gevoelswereld, en het lijkt dan allemaal
wel zeer verheven en diep religieus,
maar het is niets anders dan een dienst
baar maken van het goddelijke, dat hij
overal om zich heen gevoelt, aan het
eigen innerlijk. Echte mystiek bewerk
stelligt juist het tegenovergestelde. Zij
maakt de vervoerde ziel los van haar
bekommernis en richt haar naar God.
Rilke richt God naar zijn eigen hart, en
vraag zich af: „Is het mogelijk, dat men
een God kan hebben, zonder hem te
gebruiken?"
Het dichterschap als zijnswijze
Om deze en andere vragen gaat het
in Rilke's ..Dagboek van Malte Laurids
Brigge", dat dezer dagen in een vertaling
van D. A. M. Binnendijk en N. Brunt
als herdruk in de bekende Salamander
reeks verscheen 1). In dit geromantiseer
de levensverhaal krijgt de lezer een goed
en aansprekelijk idee van Hilke's kli
maat. Men vindt er de favoriete figuur
in van de dichter staande aan het open
raam en uitziende in „de wereld". Men
vindt er de thema's van de dood en de
doodsangst, die Rilke zelfs in stervende
vliegen belichaamd ziet:
.ik werd angstig, als in de herfst
na de eerste nachtvorsten de vliegen
in de kamers zich nog éénmaal aan de
warmte kwamen verkwikken. Zij wa
ren merkwaardig uitgedroogd en
schrokken van hun eigen gezoem; men
kon zien, dat zij niet meer precies wis
ten, wat zij deden. Zij zaten urenlang
stil en lieten zich gaan, tot het hun te
binnen schoot, dat zij nog leefden: dan
lieten zij zich blindelings ergens heen
vallen en begrepen niet, wat zij daar
moesten, en men hoorde ze naar bene
den vallen verderop, ginds of ergens
anders. En tenslotte kropen zij overal
en overdekten langzaam de hele ka
mer met hun dood."
Men vindt in dit dagboek het dichter
schap verbeeld als manier van le
ven, als z ij n s w ij z e. In een van zijn
brieven aan zijn uitgever vertelt Rilke,
„dat hij het gevoel had zich met dit boek
voort te planten, ver en veilig, boven
elk doodsgevaar uit." Het schrijven was
hem een poging tot zelfbevestiging.
NICO VERHOEVEN
1) Uitg. Em. Querido, Amsterdam 1951.
Beambten van de recherche van de
douanedienst te Amsterdam hebben
Vrijdagavond te Weesp een grote ge
heime distilleerderij opgespoord. Lan
ger dan twee jaar waren hier grote
hoeveelheden spiritus vervaardigd, zo
dat aangenomen mag worden, dat de
twee „stokers", die zijn gearresteerd,
honderden liters van dit vocht hebben
vervaardigd en verkocht.
De recherchebeambten waren bij toe
val te weten gekomen, dat in Amster
dam zuivere spiritus te koop was aan
geboden door mensen, die niet in Am
sterdam thuis hoorden. De „tip" was
reden voor een onderzoek en dit leidde
tot een signalement. Via dat signale
ment rees verdenking tegen twee in
woners van Weesp, twee broers. Dagen
lang volgden de douanebeambten op on
opvallende w:jze de beide mannen om
enig bewijs in handen te krijgen. Eerst
Vrijdag lukte zulks. Het was de recher
cheurs duidelijk geworden, dat zij
's middags opnieuw een partijtje naar
de hoofdstad zouden transporteren. De
beide verdachten hadden hiertoe te
Weesp een auto gehuurd. Omdat het
nog altijd de douanebeambten niet ge
lukt was de „fabriek" te ontdekken,
zat er voor hen niets anders op, dan
deze auto te volgen. Toen de mannen
dan ook Vrijdagmiddag door Diemen in
de richting Amsterdam reden in de ge
huurde wagen, werd hun plotseling de
weg versperd.
Bij onderzoek bleken in de wagen
twee kleine tanks, ieder met een in
houd van 25 liter zuivere spiritus, ver
borgen te zijn. De beide mannen wer
den gearresteerd en aan een streng
verhoor onderworpen. In het begin van
de avond legden zij een volledige be
kentenis af en noemden zij ook de
plaats waar de distilleerderij gevestigd
was.
De douanebeambten togen onmiddel
lijk naar Weesp en troffen daar op een
zolder een tot in de puntjes verzorgde
distilleerderij aan. De apparatuur, die
voor de vervaardiging van de spiritus
werd gebruikt, was perfect. Men maak
te dan ook, voornamelijk uit suiker,
een product van 94 procent alcoholge
halte.
Tijdens zijn verblijf te Beiroet heeft
de regering van de Libanon de grote
verdiensten van dr. A. Plesman voor
het wereldluchtverkeer en voor de ont
wikkeling van het tourisme in de Liba
non erkend door hem te benoemen tot
officier in de orde van de Ceder.
In Weesp werd behalve gistende sui
ker nog meer dan honderd liter spiri
tus aangetroffen. Alles werd in beslag
genomen. Het verhoor van de beide
verdachten wordt nog voortgezet.
Deze goede vangst voor de recherche
van de douane kwam tot stand met me
dewerking van de ambtenaren der ac
cijnzen te Weesp, die een belangrijk
aandeel in het recherche-werk hadden.
Onder de titel „Zo staan de zaken" werd
Vrijdagavond voor de radio een over
zicht gegeven van de ontwikkeling in
Nederland na de bevrijding.
De minister-president dr. W. Drees zei
in deze uitzending o.m.: De bezettings
tijd heeft ons geleerd wat onvrijheid
is. De moeilijke oorlogsjaren hebben ons
bewezen, dat een grote taak slechts ge
meenschappelijk kan worden volbracht.
Het gaat thans om iets anders dan het
winnen van een oorlog, maar in wezen
om het zelfde als waarvoor wij in de
oorlog streden: het gaat om het behoud
van de vrijheid en het is daarom, dat wij
ons vrijwillig offers moeten getroosten.
ZONDAG 4 Nov.: 25ste Zondag na Pink
steren; Mis v. d. 4de Zondag 11a Drieko
ningen; 2 H. Carolus; 3 Allerheiligen; 4
H.H. Vitalis en gezellen.; Credo; pref. V.
H. Drievuldigheid r- groen. Roermond:
4 H. Perpetuus; 5 H.H. Vitalis en gezellen.
MAANDAG: Mis v. Allerheiligen; 2 tot
de H. Geest; 3 voor Kerk of Paus; Credo;
gewone pref.; wit. Den Bosch: H. Odra-
cla, maagd; Mis Dilexisti; 2 Allerheiligen;
Credo; gewone pref.; wit. Breda, Roer
bond: H.H. Relikwieën in de kerken be
waard; eigen Mis; 2 Allerheiligen; Credo;
gewone prefatie; rood.
DINSDAG: als Maandag, behalve de eigen
feesten van .de bisdommen.
WOENSDAG: H. Willibrord, bisschop, be
lijder; eigen Mis; Credo; gewone prefatie;
Wit.
DONDERDAG: Octaaf van Allerheiligen;
Mis v. h. feest; 2 H. Willibrord; 3 de 4 ge
kroonde martelaren; Credo; gewone pre
fatie; wit.
VRIJDAG: Kerkwijdingsfeest v. d. Aarts
basiliek v. d. H. Verlosser; Mis Ternbins;
(m gelezen missen: 2 H. Theodorus); Credo;
gewone prefatie; wit.
ZATERDAG: H. Andreas Avellinus, be
lijder; Mis Os justi; 2 H. Wil.ibrord; 3 H.H.
Tryhpon enz.; Credo; gewone prefatie;
wit.
ZONDAG 11 Nov.: 26ste Zondag na Pink
steren Mis v. d. 5e Zondag na DrieKonin-
gen' 2 H Martinus; 3 H. Willibrord; 4 H.
Mennas: Credo; prefatie v. d. H .Drievul-
öigheid; groen.