NIJENRODE prachtig opleidings instituut voor het buitenland Kt 41 Duitse expressionisten in Nederland EEN VENSTER IN EEN IVOREN TOREN Het dagboek van Malte Laurids Brigge Geheime distilleerderij in Weesp ontdekt Bedrijfsleven kan jongelui heel goed gebruiken Pn'Js g Dukaat I De juiste leer Ruim zes en half millioen mm RILKE'S KLIMAAT r~ J GD isiMota Twee broers Vrijdagavond gearresteerd GEERVLIET zacht en geurig LITERAIRE KRONIEK DR. DREES OVER DE VRIJHEID ZATERDAG 3 NOVEMBER 1951 PAGINA 3 Algemene vorming zeer belangrijk Ook hoort hoortoestel Keizersgracht 411 Amsterdam-G Brandschade in September 7 Jan. wijzigingen in spoorboekje DOUWE EGBERTS PIJPTABAK Herziening Unie Supomo dient zijn rapport in Str oombeperking Verkeersveiligheid op de voorgrond Stel eéti HUISONDER WIJZER aan: DOOR ALEXANDRA ORME Onderscheiding voor dr. Plesman Vrijwillig offers brengen Liturgische weekkalender (Van onze speciale verslaggever) «Rechts ziet u de diploniatenschool voor rijkeiuis-zoontjes" moet een bus chauffeur eens gezegd hebben toen hij zijn passagiers langs Breukelen voerde en het kasteel Nijenrode passeerde. „Nou kan u zien waar uw belasting centen blijven"Si non veromaar 't is waar; we hebben het uit de mond van de rector van liet Nederlands Opleidingsinstituut voor het buitenland (N.O.I.B.), dr. E. Postma, opgetekend. Iets anders is het, of deze uitlating, die men kort na de oprichting van dit instituut in andere bewoor dingen wel eens kon horen herhalen, ook een kern van waarheid bevat. Dit is, wij hebben het in gesprekken met vele van de honderdzestig stu denten kunnen constateren, geenszins het geval. Het is zoals de rector zei: de ploeg vrolijke, welgemanierde studenten vormt een wonderbaarlijke doorsnede van Nederland. De tweejarige studie op het oude Nijenrode, dit stoere bakstenen bolwerk aan de Vecht temidden van een weids en lieflijk park, is allereerst bedoeld voor opleiding voor (liefst leiding gevende* functies in het buitenland. De diplomatieke dienst zou er personeel van kunnen betrekken, maar de jongelui zoeken hun weg bij voorkeur in het be drijfsleven. Ziehier een overzicht van de voornaamste bedrijfstakken, waarin de in de vijf jaar van het bestaan van dit instituut afgestudeerden, in totaal drie honderddertig, terecht zijn gekomen: 23 in het verkeer (scheep- en lucht vaart), 34 in het bankwezen, 54 in de industrie, 99 in de handel. 5 in de jour nalistiek (Zelfs dat). 30 hebben een studiebeurs in Amerika gekregen en 55 zijn in de militaire dienst, zodat van hen Heg niets te zeggen valt. Een groot deel ongeveer een derde heeft een functie verworven in het buitenland, daarbij inbegrepen een kwart in Indo nesië. Zeer waarschijnlijk zal een aan zienlijk deel van degenen, die thans in Nederland werken, na ingewerkt te zijn in de bedrijven, over de wereld uit zwermen; een groot aantal heeft een werkkring, die met de export in verband staat. Het bedrijfsleven kan deze jongeman nen heel goed gebruiken. Dit blijkt al lereerst uit de hierboven vermelde cij fers. En dit is ons bevestigd op de con tactdag, die de leiding van het instituut dezer dagen had belegd met tal van pro minenten uit de industrie. Natuurlijk, 't komt voor dat een of ander bedrijf geen prettige ervaring opdoet, maar een dergelijke belevenis behoort 'ot de uit zonderingen. Allerwegen hoort men met lof over deze jongemannen spreken en de rector kan met de bewijzen in de hand aantonen dat zeer velen een goede positie veroverd hebben, tot volle te vredenheid van hun werkgevers. Sinds kort heeft de opleiding in dit hog jonge instituut enige wijziging on dergaan. De vacanties zijn thans dus danig ingedeeld, dat de leerlingen des zomers zoveel mogelijk op het kasteel verblijven, dit met het oog op de zeer uitgebreide sportbeoefening. De winter- ve can tie wordt voor het grootste deel besteed aan het uitvoeren van een „taak", het maken van een werkstuk, het eerste jaar met betrekking tot het bedrijfsleven in Nederland, het tweede jaar betreffende de relatie van het Ne derlands bedrijfsleven tot het buiten land waarbij voor de studie enige tijd wordt doorgebracht in het bedrijf, waar over een rapport moet worden samen gesteld; het ïaatste jaar uiteraard in het buitenland. De jongelui zorgen meestal zelf voor de nodige contacten. De leerstof biedt een bont mengsel van sociologie, economie, politiek en rechten, alles afgestemd op de practijk van het bedrijfsleven. Daarnaast is er een spe ciale cursus over de politieke, sociale en economische problemen in de Ver enigde Staten, het land, waarmede ons bedrijfsleven zoveel te maken neeft en dat vooral industrieel zo'n leiding gevende rol in onze samenleving speelt. Als zeer belangrijk wordt de cursus algepjene vorming beschouwd. Deze omvat de lichamelijke opvoeding (zeven lessen per week in het eerste, vijf in het tweede jaar) culturele en godsdienstige vorming en zin voor houding en stijl. De godsdienstige vorming is op dit (alge mene) instituut voor wat de katholieken betreft toevertrouwd aan pater J. B. Vroom S.J., de geestelijke verzorger van het gevangeniswezen in Utrecht, die hier 's Zondags en ook door de week de H. Mis opdraagt, eenmaal in de week een contactavond heeft, waarop hjj een geestelijk of ethisch onderwérp oehan- delt, spreekuur houdt en verder steeds te spreken is voor de jongelui. Hij draagt de H. Mis op in het kapelletje a double usage, voor katholieken en andersden kenden. In het oog houdend de opleiding voor het buiteniand en naar het voorbeeld van de Vereenigde Gost- indische Compagnie, heeft men de studentenvereniging de „Nieuwe Compagnie van Verre" genoemd. Zoveel mogelijk beefl men verder leentjebuur gespeeld bij de zee vaart. Er zijn collegiën, die de' ver schillende studenten belangen, zoals voor het contact met buitenlandse studenten en reizen, de ccllegie van buitengaetse verbindingen, de col- legie van de equipage, van publica- Advertentie (j)a Beschermt tegen verkoudheid, griep en keelontsteking <r~» Op alle gebied streeft de tegenwoor dige mensheid. naar samenwer king en eenheid, maar vooral komt dit sterk tot uiting op godsdien stig terrein. Niet zonder reden spreekt men van onze tijd als van de tijd der hereni- Ëingsgedachte. Het ligt dan ook voor de hand. dat de geesten van allen, die nog gelovig zijn, zich meer dan ooit bezig houden met de vraagstukken van gods dienst én Kerk. In de moderne mentaliteit ligt echter een bizondere moeilijkheid in dit op zicht, in zoverre n.l„ dat andersdenken den zich maar bezwaarlijk kunnen ver enigen met wat men graag noemt het bekrompen, enghartige, katholieke standpunt. Omdat het echter steeds de vraag is, of mensen, die zo oordelen, wel een goede voorstelling hebben van het eigen lijke katholieke standpunt, kan bet zijn duf hebben maar weer eens, voor de zo- veelste maal, dit standpunt, de katholie ke leer uiteen te zetten. Vaak hoort men de stelling verdedi gen, dat alle godsdiensten even goed z'jn. zolang de afzonderlijke mens God tiaar vereert en erkent, ook al doet hij hat op zijn eigen manier. Een bizondere toeilijkheid ligt in de vraag, hoe Chris tus' wil dat alle mensen zalig wor den, in overeenstemming te brengen is niet de leer van het voor de zaligheid noodzakelijke lidmaatschap der R.K. Kerk. De hele wereldbevolking wordt op Wee milliard geschat. Daarvan zijn er «00 millioen Katholiek, en 350 milhoen frotestant of Schismatiek. De overigen tangen het Jodendom aan. de Islam, het boeddhisme, het Brahmanisme enz. enz. Niettegenstaande deze godsdienstige Verscheurdheid van het mensdom houdt h« R.K. Kerk vast aan haar overtuiging r? die overigens op deugdelijke gronden ®Unt, n.l. de openbaring van Christus ,'elf dat er geen zaligheid mogelijk Js, zonder het doopsel en het «maatschap van d e Kf r k Ea n Rome. Christus immers heeft die Kerk en die Kerk alléén, gesticht als de Uitsluitend normale we® om ln jje hemel te komen. Vandaar het beken- woord van de H. Cyprianus: „Nie- mand heeft God tot Vader die de Kerk !ot tot Moeder heeft". .Aan dergelijke uitingen, die zeer be- hst de zuivere leer der Kerk weerge- Gn, wordt vaak een gekleurde, in elk Xa' een verkeerde uitleg gegeven. Om de ware zin van de katholieke for te begrijpen, dient men uit te gaan tlan de waarheid, dat in de bovenna- Uurlijke orde van Gods tweede Schep- (Uhg de heiligmakende genade de vol- j rekt noodzakelijke voorwaar- „c, 's voor het bereiken van ons boven natuurlijk einddoel. s1 ®on bovennatuurlijk loon immers is liivT J J vei'werven door bovennatuur- di,„ en deze kunnen wij alleen Vo, stellen, wanneer wij Se IK .kovennatuurlijk v «el bezitten, n.l. de heili hado De eerste vraag, die zich nu voor doet is: Hoe ontvangen wij dat bovennatuurlijk werkbeginsel? Wi?.n0rmale, door Christus ge- lïiev - 6k voor§£schraven ma- VoortviL; J doopsel en het daaruit oortvloeiende lidmaatschap van Zijn Kerk. Bijgevolg is het doopsel noodza kelijk als middel ter zaligheid en tevens uit hoofde van Christus' uit drukkelijk gebod. Een noodzakelijk middel hoeft echter niet steeds daadwerkelijk te worden toe gepast; de begeerte ernaar kan soms de daad vervangen. Evenzeer is het mogelijk zijn doei toch te bereiken, zo men buiten z ij n schuld het daartoe geboden middel niet kent of in de onmogelijkheid ver keert het aan te grijpen. Wanneer wij dus stellen, dat de heilig makende genade uiteraard nodig is als een absoluut onvervangbaar middel ter zaligheid, dan is er buiten de genade geen ander middel denkbaar om ons bovennatuurlijk einddoel te berei ken. Het geboden, normale middel echter om die genade te verkrijgen is, bij wij ze van uitzondering, w 1 vervangbaar. God wil immers niemand van de zalig heid uitsluiten, die „doet, wat hij kan". Het doopsel van begeerte en het doop sel des bloeds nu zijn de uitzonderlijke middelen, waardoor ieder die in een goe de zielsgesteltenis verkeert, deel krijgt aan de genade en de heilsmiddelen van de Kerk. Zulke mensen worden, zoals een godgeleerde het uitdrukt, gered langs de Kerk om, al blijven zij buiten de kerkelijke maatschappij, om dat zij door hun goede gesteltenis op geestelijke wijze met Haar verbonden zijn. Zij worden zalig doop: de Kerk, niet in de Kerk. Anders gezegd: zij be horen tot de onzichtbare ziel van de Kerk. niet tot Haar zichtbaar lichaam. Er kan dus geen twijfel aan bestaan, dat buiten de gedoopt e, eigenl ij ke leden van de Kerk, nog veel anderen zalig worden, omdat zij in de invloeds sfeer, de „krachtzone van de R.K. Kerk staan, die waarlijk de Kerk is van alle mensen en alle volkeren. Desondanks blijft het doopsel en het lidmaatschap van de Kerk van Rome het no r m a 1 e middel ter zaligheid, en dit te meer omdat alleen in de katho lieke Kerk de genadev o 1 h e i d van Christus aanwezig is. Godsdienstig gezien is de mensheid dan ook in twee groepen te verdelen: „zij, die in genade leven, n.l. de gedoop- ten, (leden van de Kerk), samen met de geheiligden door begeerte of bloed (die onder invloed staan van de Kerk); m.a.w. de groep van de goddelijk-leven- den-door-de-Kerk. En de tweede groep: de afgekeerden van God. levend buiten de genade, het zij zij leden zijn van de Kerk of niet (Berquin). L. Advertentie er weer bij met een modern -van Vraapt gratie brochure. tiën. die een Journael (een blad dat om de veertien dagen verschijnt) en Logboek (eenmaal 's jaars) ver zorgt, var. lijfeliicke welstand (sport) enz. En is de zeeman (de student) moe, wel, dan kan hij na hard werken terecht in de taveer ne „In 't moede Hooft", een uiterst gezellige bar, diep onder de gewel ven van het kasteel een ontspan ningscentrum, dat menig hoofdstede lijk restaurateur zich nog zou wen sen De „jongmaets" (groenen) en „sin- jeuren" (tweede jaars). die na een zwa re selectie op Nijenrode studeren, mo gen zich gelukkig prijzen. Wij hebben onder hen niet één ontmoet, die niet oprecht blij is met de kans die hem hier geboden wordt. Gedurende September 1951 zijn 35 per sonen door brand gewond, van wie 13 leden van het brandweerpersoneel. De directe schade ah; gevolg van brand wordt geraamd op f 6.527.975 (vorige maand f 4.174.945, September 1950 f2.112.145). Het spoorboekje, dat 7 October is in- gégaan, bevat de mededeling, dat op een nader te bepalen datum het baanvak AmersfoortZwolle electrisch zal wor den gereden. Die datum is thans vast gesteld op 7 Januari a.s. Grote verbeteringen zullen dan in de dienstregelingen van enige baanvakken v/orden aangebracht. Die baanvakken zijn o.a. Den Haag S.S./Rotterdam Maas- Gouda-Utrecht, Utrecht-Amersfoort- Zwolle-Groningen/Leeuwarden, Harlin- gen-Leeuwarden-Groningen en Sneek- Leeuwarden. Advertentie Officieel is medegedeeld, dat Supomo, de voorzitter van de commissie voor het ontwerpen van nieuwe verdragen met Nederland, het rapport van deze com missie aan zijn regering heeft overhan digd. De komende dagen zal een deiega- tie voor onderhandelingen met Neder land worden gevormd. De regeringsmaatregelen ten aanzien van de stroombeperking zijn voor de ANWB aanleiding geweest in een uit voerig memorandum, gericht tot de on geveer twee honderd vijftig beheerders van openbare verlichting, de aandacht te vestigen op de noodzakelijkheid bij deze beperkingen vóór alles rekening te houden met de verkeesveiligheid. In dit memorandum betoogt de ANWB met nadruk, dat ook een beperkte ver lichting zodanig moet zijn, dat bochten, wegversmallingen, kruispunten etc. steeds duidelijk en begrijpelijk blijven. Grote aandacht dient ook besteed te worden aan oversteekplaatsen voor voetgangers en wielrijders. De West-Duitse Bondsrepubliek heeft Nederland een tentoonstelling aangeboden van Duitse expressio nisten. De werken zijn afkomstig uit enige bekende ver zamelingen, o.a. die van dr. Haubrich uit Keulen, en ge ven een voortreffe lijk beeld van Duitslands bijdra ge. sedert het begin van deze eeuw ge leverd aan wat men in geographisch op zicht het Europese expressionisme zou mogen noemen. De tentoonstelling is ingericht in het Stedelijk Museum te Amsterdam en duurt tot 10 De cember. Ter verge lijking is een apar te zaal gewijd aan werken van ver wante figuren, zoals Gromaire, Lehm- bruck. Kolde. Min ne. Maillolenz. Van de Du'itse kunstenaars mogen met name worden genoemd: Paula ModersohnBec ker, van wie een zelfportret hierbij wordt afgedrukt, Kcithe Kollwitz, Ernst Kirchner en vooral de voortreffelijke beeldhouwer Ernst Darlach. Over deze tentoonstelling schreef onlangs de bekende- criticus Jan Engelman: ..Zij geeft ons inticht in een ander Duitsland dan dat, waarmede wij onlangs de staat van oorlog hebben beëindigd. Een Duitsland met geesten, zo onrustig als ze in dat land maar zijn kunnen, zo spasmodisch en zo „gotisch", maar met daarbij een ware humaniteit en een worsteling om licht, d'ie dikwijls respect afdwingt. Het beschaafde Duitsland." de kroniek van vorige week over Graham Greene kwamen enkele repels ter sprake uit een wereldberoemde roman van de Praagse dichter Rainer Maria Rilke: ..Die Aufzeichnungen des Malte Laurids Brigge". Deze roman, die in 1910 het licht zag, is van veel invloed geweest op de letterkunde, zoals trouwens het gehele werk van Rilke. Hierom, en mede omdat het volgende maand 25 jaar geleden is, dat Rilke overleed (op 29 December 1926 te Chateau Muzot, Zwitserland), is een kroniek aan hem gewijd gerechtvaardigd. Hoewel Rilke, als dichter die iets nieuws te zeggen had, allerminst on derschat werd tijdens zijn leven, begon zijn invloed zich toch pas enkele jaren na zijn dood af te tekenen. Toen kwam de stroom van studie aan hem gewijd los en een tijd lang (de laatste jaren voor de tweede wereldoorlog) was het mode in practisch iedere kritiek op nieuw werk de geheime invloed van Rilke mee te laten spreken. Waarin bestond en bestaat die invloed dan? kan men zich afvragen. Bestaat hij in de innerlijke verwerking van Rilke's dichterlijk wereldbeeld? Was hij het gevolg van grondig lezen in Rilke? Ik geloof van niet. Meestal kent men een werkelijk groot en ini'loedrijk dich ter slechts oppervlakkig. Dat. waardoor men aangetrokken en geïnspireerd wordt, is veelal niet meer dan een geestelijk klimaat, een atmosfeer, die zich in zekere trefwoorden blootgeeft. 't Is iets, dat in de lucht zit: door iedereen min of meer aangevoeld, maar door één vóórvoelende dichter onder woorden gebracht, op een tijdstip dat nog niemand zich er mee bezig hield. Dit is ook het geval met Rilke. In zijn verzen, brieven en dichterlijk pro za ervoer men iets, wahrvoor men flen naam kon vinden, maar waarvan men wel de actuele suggestie onderging. De ze dichter woonde in een „ivoren to ren" (beeldspraak voor uiterst indivi dualisme); hij was verdiept in eigen gevoelswerelden en scheen daar genoeg aan te hebben. Nee. toch niet helemaal. Dit was het eigenaardige. Hij stond in zijn torenkamer voor een venster. Daar achter lag „de buitenwereld". Binnen het vierkant der raamomlijsting nam de dichter die wereld waar en beleefde hij haar als ervaring. Het idee was niet nieuw, maar Rilke maakte van „het venster" een sleutelwoord, en die sleu tel paste sindsdien in veterbanden ge dichten. die met een wezenlijke invloed van Rilke niets uitstaande hebben. Superverfijning De wereld, die in nachtelijke per spectieven aan Rilke's raam voorbij schoof. had een parkachtig voorkomen; tenslotte waren de vensters, waaruit Rilke in werkelijkheid placht uit te kijken, vensters van kastelen, buiten plaatsen, lustoorden, waar hij te gast was om er te werken. Daarom was het niet zo vreemd, dat het figuurlijke raam van zijn verbeelding uitzicht gaf op een wereld van verborgen tuinen, omlommerde vijvers, in zichzelf verzon ken vrouwen van hoge geboorte, wier gebaren onopgemerkt bleven in de slui mering van heur bloed. Zo'n parkland schap typeert een bepaald geestelijk kli- Adverientie i Een privilege voor bevoorrech ten? Weineen! De Bekende Schriftelijke Cursus R.E.S-A.- Hilversum staat altijd voor U klaar. Resa leidt met succes schriftelijk op voor het Midden standsdiploma, M.B.A., Prac- tijkexamen Boekhouden en Handelscorr. (Ned., Fr., Eng., Duits en Spaans), Boekhouden M.O. en S.P.D. Hoofdcorres pondent ere V.T.H.-diploma (Fr., D. en Eng.). Vraagt ons pros pectus 1951. Cursusadres: Soestd.straatw. S3, Hilversum. DE RUSSEN KOMEN VERTALING; FRANS VAN OLDENBURG ERMKE „Ik heb ze niet, dus kan ik ze u ook niet geven," antwoordde Marietta. „In dat geval heeft uw man ons dus opzettelijk misleid door een dergelijke nauwkeurige lijst van verborgen wa pens op te stellen." „Ik weet niet, waarom hij een derge lijke brief schreef," antwoordde Mariet terwijl twee gouden armbanden van Tsjech en zwaaide met de kamerjapon. TnmVirt'c" ntanhtlrast.lf» VPrHu/onon art r7^ini-n «rittd la ""7 Jumbo's nachtkastje verdwenen, en durfde geen woord te zeggen. Toen ik Zoiets vind je in Rusland niet. Zuivere zij!" Ik begreep uit de toon van zijn haar dit later boos verweet, gaf ze toe, stem en uit de brutale uitdrukking op mij met opzet niet gewaarschuwd te zijn gezicht, dat hij probeerde ons te i«- hebben, zelfs heel tactisch een andere timideren, opdat we hem een beter pak kant te hebben opgekeken. „Wat had ik en een mooiere overjas zouden geven, kunnen doen?" vroeg ze. „Ik kon hem J— L1J- s- - ta nog steeds op^diezelfda kalme, effen toch moeilijk verzoeken om niet te ste len, en toe te kijken, terwijl hij het deed, zou dégoutant geweest zijn." Dat heimelijke stelen maakte me woe dend. Ik kon het verdragen om geplun derd te worden. Per slot van rekening - hadden de Russische soldaten het land dit het juiste ogenblik was om het op veroverd, en dat zij de vrouwen lastig een accoordje te gooien. En zoiets was vielen en alles plunderden, wat maar Jumbo wel toevertrouwd. Gok de Tsjech even <je moeite waard was, was heel erg, scheen te denken, dat het tijd werd om maar het kwam met een eeuwenoude toon. „Hij weet beter dan wie ook van ons, dat er geen wapens hier in huis zijn. Het is zijn huis." En Marietta glimlachte bitter. Jumbo had al die tijd de Tsjech nauwkeurig opgenomen en scheen tot de conclusie gekomen, dat terzake te komen. Hij riep Jumbo bij zich en, op de beleefde toon van een man van de wereld, die zijn aanwezig heid niet aan de dames wil opdringen, stelde hij voor, dat ze de zaken elders zouden afhandelen. traditie overeen. Doch dit stelen! Dat een soldaat van alles steelt, terwijl hij een verplichte huiszoeking doet, voor zichtig om zich heen kijkend, of nie mand hem ziet, is veel en veel walge lijker, dan ronduit leeggeplunderd te De beide mannen verdwenen in Jack's worden, terwijl er een pistool in je kamer. Ik rende hen achterna, maar Jumbo wilde me niet binnen laten. „Laat ons alleen. Ik weet, wat ik doe," fluisterde hij in het Frans. Dus liep ik vlug terug naar de kamer van de Zwij ger, waar de Russen al bezig waren met Marietta's koffers. Het was, zoals gewoonlijk, het closet papier, dat de meeste belangstelling wekte. Geen Rus kon zich voorstellen, waarvoor we dat nodig hadden, tenzij om er sigaretten van te rollen. Na die van Marietta waren mijn koffers aan de beurt. Juist toen kwam Jumbo naar me kijken. Hij en de Tsjech waren tot een accoord gekomen. Het bleek, dat de maag geplant wordt en de soldaten „eerlijk" voor hun bedoelingen uitko men. Het duurde geruime tijd, voordat we vonden, wat de Tsjech nodig had. Er moest herhaaldelijk van de ene Kamer naar de andere gelopen worden, want niemand wilde de laatste resten van zijn garderobe afstaan. Terwijl we zo zoch ten en bedelden, was de Tsjech Rudi's kamer binnengewandeld en begon rond te kijken, of hij daar niets van zijn ga ding vond. want zij waren allang ver geten, dat het eigenlijk naar radio's en wapens was, dat ze moesten zoeken. In een kast vond de Tsjech een foto- Tsjech een burgerpak, laarzen en een toestel. „O, dat mag u hier achter het overjas nodig had, omdat hij naar We nen gestuurd zou worden als recher cheur in burger. Burgerklei-en. ja, na- front niet hebben," riep hij verheugd uit en hing het toestel over zijn schou der. Toen ontdekte hij Elsie's fameuze, tuurlijk! Zoveel Duitsers hadden het zijden kamerjapon, waarin ze gewoon- eveneens plotseling nodig gevonden om zich in burger te steken, dat we die vraag van de Tsjech al evenmin vreemd vonden als die van de Duitsers. Intussen was Sashka in onze kamer lijk 's morgens verscheen en dan 's avonds opnieuw, want ze had de ma nie om zich voor het diner te kleden nog niet afgeleerd, zelfs nadat ze al sinds lang niets meer had om aan te dus antwoordde ik in het Russisch, zo dat ook de soldaten het konden horen: „Waar praat u over? We hebben hier een stel Russische vrouwen ingekwar tierd gehad, en allen zonder één uitzondering, liepen ze in zulke zijden dingen rond. Wilt u ons wijsmaken, dat Rusland zo arm is, dat de vrouwen daar het zich niet kunnen permitteren om een stuk zij voor een kamerjapon te kopen? De Tsjech vertrok geen spier van zijn gezicht. Hij kneep enkel zijn slimme, kleine oogjes dicht en keek naar me, als wilde hij zeggen: Probeer toch niet om zo handig te zijn. Ik ben ook niet gek. Zou je mij iets over Rusland wil len wijsmaken? „Ze droegen geen zii in Rusland." zei hij zacht in het Hongaars. „Als ze iets behoorlijks hebben, kregen ze het hier. In Rusland hebben ze zulke dmgen zelfs nooit gezien." En hij wierp de ka merjapon over een stoel, lachte en keek ons aan, alsof hij zeggen wilde: twee Joden weten, wat een bril kost. Elsie rende de kamer door en greep haar ongelukkige, verfrommelde kamer japon, die ze aan haar hart drukte, ais was het haar kind, dat ze juist uit een brandend huis gered had; toen bracht ze het kledingstuk, het enige, dat haar restte van haar reusachtig fortuin, gauw in veiligheid, terwijl ze in het heen gaan siste als een slang. „Hei, Lida" brulde Sashka. „Laat ons nu de zolders en kelders maar eens zien. Denk maar niet, dat we jullie wapens niet vinden. Maak je zelf niets wijs, miin beste. Kom, kom! We zijn geen idioten." (Wordt vervolgd). bezig en besteedde zijn tijd goed. De trekken! arme Marietta stond daar machteloos, „Hier is n bourgeois-geval riep de RAINER MARIA RILKE maat. Diverse sleutelwoorden van la tere poëzie heeft Rilke hier geschapen: het park-zelf (beeld voor in cultuur ge brachte natuur), de vijver als spiegel beeld. en dan het bezielde begrip „bloed", waarin de wonderlijkste din gen „blik en gestalte" kunnen krijgen. Dit parklandschap, met tot in hun bloed doorzichtige wezens bevolkt, droeg de ondergang aan superverfijning in zich om als angst. En die angst was het symbool van de levensangst, waarvan tegenwoordig bijna alle auteurs de mond vol hebben. In het sensuele afsterven van die ten einde gedroomde, ridder lijke, feodale wereld weerspiegelde zich voor de dichter de ondergang van het avondland. En hierin verzinnebeeldde hij de kwellingen van zijn eigen ontglij den aan het leven. Op en top is Rilke een decadent dich ter. Hij was overgevoelig en leed aan het leven. Zijn brieven zijn overladen met details over wat hij lijdt en met bezorgdheden om honderd subtiele hartskwesties. Zon der zijn dichterschap te onderschatten, schreef Marsman over Rilke's „Briefe aus den Jahren 19021906" nogal ge prikkeld; „Ik krijg uit deze brieven voortdu rend sterker de indruk, dat hij niet alleen een schuwe en weerloze was, maar zelfs een ellendig oud wijf. Men zou ziek worden als men veel van deze kwijnende verfijning achter elkaar lezen moest, zoveel klagelijke vatbaar heid, zoveel saai en verwelkend gewik en geweeg; en de felste grief verzweeg ik u nog; dit alles wordt op een wijze beschreven zo pijnlijk verzorgd, zo fraai, zo gemaniereerd literair, dat men voortdurend de indruk krijgt, dat Rilke zelf in zoveel onlust de nodige lust schiep; ook omdat hij dit alles zo overvolledig en sensitief memo reert". Dit citaat uit het jaar 1931 werd ge schreven onder invloed van een literaire stroming, die wel in het klimaat van Rilke thuis hoorde, maar naar trefwoor den zocht, die om zo te zeggen lood recht op Rilke's overgevoeligheid ston den. Het klimaat werd gemeenschappe lijk bepaald door angst voor een dood, die in iedere levenskiem naar buiten dreigde te breken. Rilke kweekte die angst in de kiem kunstmatig op; de dood en al zijn fluwelen duisternissen be koorden hem tenslotte meer dan het „vitale leven". Marsman en de vitalisten, en met hen ook de expressionistische kunstenaars in het buitenland, trachtten die angst te smoren; zij streefden in hun verbeelding naar een „groots en gewel dig leven", waarin ruimte was voor nieuwe zakelijkheid en moderniteit; zij cultiveerden een nieuwe, rechtopgaande manbaarheid, waar Rilke juist een lig gende passiviteit in zich cultiveerde. Het weerloze, horizontale zou men in de symbolentaal van Rilke's dichterschap het ontvangende kunnen noemen (het receptieve en aperceptieve): Ontvangenis van verre herinneringen en vluchtige indrukken, die samensmelten tot sidde rende beelden van vervoering. Die ver voering kan de schijn wekken van mystiek; het blijft echter steeds een „mystiek sensualisme": de vervoering blijft steeds op het eigen Ik geconcen treerd. Quasi-mystiek Ook waar Rilke over God spreekt, trekt hij God binnen zijn zintuiglijke gevoelswereld, en het lijkt dan allemaal wel zeer verheven en diep religieus, maar het is niets anders dan een dienst baar maken van het goddelijke, dat hij overal om zich heen gevoelt, aan het eigen innerlijk. Echte mystiek bewerk stelligt juist het tegenovergestelde. Zij maakt de vervoerde ziel los van haar bekommernis en richt haar naar God. Rilke richt God naar zijn eigen hart, en vraag zich af: „Is het mogelijk, dat men een God kan hebben, zonder hem te gebruiken?" Het dichterschap als zijnswijze Om deze en andere vragen gaat het in Rilke's ..Dagboek van Malte Laurids Brigge", dat dezer dagen in een vertaling van D. A. M. Binnendijk en N. Brunt als herdruk in de bekende Salamander reeks verscheen 1). In dit geromantiseer de levensverhaal krijgt de lezer een goed en aansprekelijk idee van Hilke's kli maat. Men vindt er de favoriete figuur in van de dichter staande aan het open raam en uitziende in „de wereld". Men vindt er de thema's van de dood en de doodsangst, die Rilke zelfs in stervende vliegen belichaamd ziet: .ik werd angstig, als in de herfst na de eerste nachtvorsten de vliegen in de kamers zich nog éénmaal aan de warmte kwamen verkwikken. Zij wa ren merkwaardig uitgedroogd en schrokken van hun eigen gezoem; men kon zien, dat zij niet meer precies wis ten, wat zij deden. Zij zaten urenlang stil en lieten zich gaan, tot het hun te binnen schoot, dat zij nog leefden: dan lieten zij zich blindelings ergens heen vallen en begrepen niet, wat zij daar moesten, en men hoorde ze naar bene den vallen verderop, ginds of ergens anders. En tenslotte kropen zij overal en overdekten langzaam de hele ka mer met hun dood." Men vindt in dit dagboek het dichter schap verbeeld als manier van le ven, als z ij n s w ij z e. In een van zijn brieven aan zijn uitgever vertelt Rilke, „dat hij het gevoel had zich met dit boek voort te planten, ver en veilig, boven elk doodsgevaar uit." Het schrijven was hem een poging tot zelfbevestiging. NICO VERHOEVEN 1) Uitg. Em. Querido, Amsterdam 1951. Beambten van de recherche van de douanedienst te Amsterdam hebben Vrijdagavond te Weesp een grote ge heime distilleerderij opgespoord. Lan ger dan twee jaar waren hier grote hoeveelheden spiritus vervaardigd, zo dat aangenomen mag worden, dat de twee „stokers", die zijn gearresteerd, honderden liters van dit vocht hebben vervaardigd en verkocht. De recherchebeambten waren bij toe val te weten gekomen, dat in Amster dam zuivere spiritus te koop was aan geboden door mensen, die niet in Am sterdam thuis hoorden. De „tip" was reden voor een onderzoek en dit leidde tot een signalement. Via dat signale ment rees verdenking tegen twee in woners van Weesp, twee broers. Dagen lang volgden de douanebeambten op on opvallende w:jze de beide mannen om enig bewijs in handen te krijgen. Eerst Vrijdag lukte zulks. Het was de recher cheurs duidelijk geworden, dat zij 's middags opnieuw een partijtje naar de hoofdstad zouden transporteren. De beide verdachten hadden hiertoe te Weesp een auto gehuurd. Omdat het nog altijd de douanebeambten niet ge lukt was de „fabriek" te ontdekken, zat er voor hen niets anders op, dan deze auto te volgen. Toen de mannen dan ook Vrijdagmiddag door Diemen in de richting Amsterdam reden in de ge huurde wagen, werd hun plotseling de weg versperd. Bij onderzoek bleken in de wagen twee kleine tanks, ieder met een in houd van 25 liter zuivere spiritus, ver borgen te zijn. De beide mannen wer den gearresteerd en aan een streng verhoor onderworpen. In het begin van de avond legden zij een volledige be kentenis af en noemden zij ook de plaats waar de distilleerderij gevestigd was. De douanebeambten togen onmiddel lijk naar Weesp en troffen daar op een zolder een tot in de puntjes verzorgde distilleerderij aan. De apparatuur, die voor de vervaardiging van de spiritus werd gebruikt, was perfect. Men maak te dan ook, voornamelijk uit suiker, een product van 94 procent alcoholge halte. Tijdens zijn verblijf te Beiroet heeft de regering van de Libanon de grote verdiensten van dr. A. Plesman voor het wereldluchtverkeer en voor de ont wikkeling van het tourisme in de Liba non erkend door hem te benoemen tot officier in de orde van de Ceder. In Weesp werd behalve gistende sui ker nog meer dan honderd liter spiri tus aangetroffen. Alles werd in beslag genomen. Het verhoor van de beide verdachten wordt nog voortgezet. Deze goede vangst voor de recherche van de douane kwam tot stand met me dewerking van de ambtenaren der ac cijnzen te Weesp, die een belangrijk aandeel in het recherche-werk hadden. Onder de titel „Zo staan de zaken" werd Vrijdagavond voor de radio een over zicht gegeven van de ontwikkeling in Nederland na de bevrijding. De minister-president dr. W. Drees zei in deze uitzending o.m.: De bezettings tijd heeft ons geleerd wat onvrijheid is. De moeilijke oorlogsjaren hebben ons bewezen, dat een grote taak slechts ge meenschappelijk kan worden volbracht. Het gaat thans om iets anders dan het winnen van een oorlog, maar in wezen om het zelfde als waarvoor wij in de oorlog streden: het gaat om het behoud van de vrijheid en het is daarom, dat wij ons vrijwillig offers moeten getroosten. ZONDAG 4 Nov.: 25ste Zondag na Pink steren; Mis v. d. 4de Zondag 11a Drieko ningen; 2 H. Carolus; 3 Allerheiligen; 4 H.H. Vitalis en gezellen.; Credo; pref. V. H. Drievuldigheid r- groen. Roermond: 4 H. Perpetuus; 5 H.H. Vitalis en gezellen. MAANDAG: Mis v. Allerheiligen; 2 tot de H. Geest; 3 voor Kerk of Paus; Credo; gewone pref.; wit. Den Bosch: H. Odra- cla, maagd; Mis Dilexisti; 2 Allerheiligen; Credo; gewone pref.; wit. Breda, Roer bond: H.H. Relikwieën in de kerken be waard; eigen Mis; 2 Allerheiligen; Credo; gewone prefatie; rood. DINSDAG: als Maandag, behalve de eigen feesten van .de bisdommen. WOENSDAG: H. Willibrord, bisschop, be lijder; eigen Mis; Credo; gewone prefatie; Wit. DONDERDAG: Octaaf van Allerheiligen; Mis v. h. feest; 2 H. Willibrord; 3 de 4 ge kroonde martelaren; Credo; gewone pre fatie; wit. VRIJDAG: Kerkwijdingsfeest v. d. Aarts basiliek v. d. H. Verlosser; Mis Ternbins; (m gelezen missen: 2 H. Theodorus); Credo; gewone prefatie; wit. ZATERDAG: H. Andreas Avellinus, be lijder; Mis Os justi; 2 H. Wil.ibrord; 3 H.H. Tryhpon enz.; Credo; gewone prefatie; wit. ZONDAG 11 Nov.: 26ste Zondag na Pink steren Mis v. d. 5e Zondag na DrieKonin- gen' 2 H Martinus; 3 H. Willibrord; 4 H. Mennas: Credo; prefatie v. d. H .Drievul- öigheid; groen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 3