Zeven jaar geleden: Rotterdam verrast door goed voorbereide razzia konden de Hoe bezetters zulk een succes bereiken fl „Konijnen in het toplicht van de dood" w iflMota Verwijten van illegaliteit niet geheel gerechtvaardigd G De afsluiting van de binnenstad Enige eigenaardigheden van de experimentele dichtkunst A „Antwoord op het licht" Productie-verhoging door een varende expositie 52.000 mannen weggevoerd30pet. ontvlucht Onderweg zeer veel hulp ondervonden Eenheid van godsdienst r Het wachten is op geld en films LITERAIRE KRONIEK .J ZATERDAG 10 NOVEMBER 1951 PAGINA 3 Griep?'n Mijnhqrdtje Q at Is ug s®!®!', f'ifc Üffl C. C. S. CRONE f Spaans Instituut 1 December opening door Prins Bernhard KOM VOORUIT... OP UW STOEL! Twee Kempenaers voor de Amstelwal DOOR ALEXANDRA ORME *'4 Hulpactie voor Hongarije Mevrouw Olsthoorn gehuldigd Vandaag juist zeven jaar geleden begon de grootste razzia die de Duitsers in ons land hebben gehouden, die van Rotterdam. Meer dan 52.000 mannen tussen Veertien en veertig (in verschillende gevallen vijftig) jaar zijn 10 en 11 Novem ber 1944 door de bezetters opgepakt, met de bedoeling hen te werk te stellen aan Verdedigingswerken in Oost-Nederland en Wcst-Duitsland. Sommigen kwamen zelfs in midden-Europa terecht. Ongeveer 20.000 mannen wisten zich te onttrek ken aan deze grootscheepse razzia, die zeer goed was voorbereid en bijna perfect Werd uitgevoerd. Dertig procent van de Rotterdammers (en Schiedammers) die de dagen, direct volgend op de tiende en elfde November, te voet, per trein of per schip naar het Oosten werden weggevoerd, wist ofwel reeds in Nederland of in Duitsland te ontvluchten en terug te keren- In totaal zijn 410 mannen om gekomen. De heer B. A. Sijes, wetenschappelijk medewerker van het Rijksin stituut voor Oorlogsdocumentatie, heeft van deze razzia, dank zij de medede- Werking van zeer vele Rotterdammers, die ofwel dagboeken ter beschikking hebben gesteld, genegen waren in vraaggesprekken van hun ervaringen te ver tellen, ofwel op een schriftelijke enquête zijn ingegaan, een zeer uitvoerige studie kunnen maken. Het resultaat hiervan is neergelegd in een objectief en interes- Sant boekwerk, 285 pagina's groot, getiteld „De razzia van Rotterdam", dat juist is verschenen. den aangetroffen. Zou het huisraad worden verbrand - of de gehele wo ning in brand worden gestoken? De Rotterdammers hadden nog niet zo lang geleden ervaren, dat de Duitsers ook daar niet voor terug deinsden- Geruchten verlamden de weerstand van velen. Wilde verha len over terechtstelling op staande voet voor de deur van de eigen wo ning deden de ronde. Veel mannen gingen zich melden omdat hun vrouwen angstig werden. Ook was er Je angst voor verraad, niet alleen door Duitsgezinden. maar ook door vrouwen, die niet konden zien, dat haar man of zoon zich wel meldde, maar dat haar buurman thuis bleef omdat hij moediger was of omdat hij een schuilplaats had. De Duit sers hadden in hun bevel de gele genheid opengelaten voor een schim van hoop, dat degenen die een Aus- weis bezaten vrijgesteld zouden worden. Bovendien, de vermelding „boterhammen voor een dag" in het bevel, wees. zo dachten velen, er op dat men, evenals vroeger, zou moe ten graven en spitten in de omge ving van Rotterdam, de Moerdijk of Hoek van Holland. Een der belangrijkste vragen die in het boek wordt beantwoord is: Hoe konden de Duitsers bij één razzia zulk eer succes oogsten? Zij spraken zelfs van Meldungsfreudigkeit. Dit kan aller eerst verklaard worden door de gron dige voorbereiding, de strenge geheim houding en de overrompelende wijze, waarop de razzia werd uitgevoerd. De Duitsers hadden de eerste dag, ioen de razzia in de buitenwijken 3laats greep, in de vroege morgen een ijzeren cordon om geheel Rotterdam :owel als om de binnenstad getrokken. Niemand kon de stad in of uit. De be ietters, achtduizend man sterk, werden >ver de verschillende wijken verspreid. Jp de belangrijkste punten waren mi- irailleurs, hier en daar kanonnen op gesteld. Iedere wijk en straat ward sys- iernatisch „uitgekamd". De „Befehle" lm zich te melden werden overal rond gedeeld- Ieder was in zijn straat opge sloten. Er was dus weinig contact, tenzij Wet de naaste buren, mogelijk. Angst voor represailles Een en ander is echter niet vol doende om het gedrag te verklaren van de duizenden die pas later op de dag werden afgehaald, maar reeds voordien wisten wat het Duit se optreden beoogde. Er waren nog tal van andere factoren die maak ten, dat zovele Rotterdammers wer den weggevoerd. Allereerst was er' de angst voor represailles. In het bevel was met vette letters gedrukt, dat geschoten zou worden op hen die trachtten te ontvluchten. Men kon aannemen dat dit geen lege woorden waren. Het particulier eigendom zou worden „aangespro ken" als men nog in huis zou wor- Voor de razzia in de binnenstad, de volgende dag. golden ongeveer dezelfde factoren. Zeer velen hadden gehoord var, de razzia in de buitenwijken, maar slechts weinigen hadden de zekerheid, dat de binnenstad de volgende dag aan de beurt zou zijn. De illegale groep Trouw had het bevel in handen gekre gen en in zevenduizend exemplaren vermenigvuldigd. Maar velen dachten „dat het nog wel zou loslppen". De illegaliteit heeft het gedrag van de Rotterdammers tijdens de razzia hun Meldungsfreudigkeit Advertentie Onder de z.g, met-kerkelijken treft men toch nog veel mensen aan, uie wei degelijk een gelooi' in God bezitten en het besef Hem te moeten ®rkennen en dienen. Maar deze mensen beweren anderzijds vaak, dat :n de Stond toch eigenlijk alle godsdiensten even goed zijn, zolang men maar in God Belooft en rekening met Hem houdt: De grote verdeeldheid op godsdienstig febied, zo redeneert men o.a., maakt "et immers onmogelijk waarheid van bhtvaarheid te onderscheiden. Anderen, die de persoon van Christus al dan niet ais God een plaats in ruimen in hun godsdienstige opvattin- Ben, erkennen de door Hem gepredikte godsdienst: het Christendom, weliswaar «ls de enig-juiste, maar beschouwen de erschillende christelijke kerken als volkomen gelijkwaardig. Tenslotte hebben weer anderen de yertuiging, dat de mens in alle gods- 'ensten de weg kan vinden naar zijn euwig heil, ofschoon zij toegeven, dat 2? .gemakkelijkste weg daartoe in het •^atholiCisme te vinden is. kp'nu Woge het al enige verbazing wek- vo Joch is het geen zeldzaamheid, dat de ,s*ahders van genoemde opvatting u. bevestiging van de luistheid van standpunt menen te vinden in katholieke leer! Hoewel de R.K. Kerk zichzelf 0p y=v gronden overigens als „alléén- r^hgmakend" beschouwt, leert zij im. "fers ook. dat desondanks zeer velen, gehoon buiten de ware Kerk van J-dristus staande, hun eeuwige eindbe- biYiming bereiken, mits zij te goeder tr. duw tegenover een eerlijke houding ,,°d aannemen en in vrede met Hem jtbrven. d.w.z. bij hun dood de heilig gende genade bezitten. r o ppervlakkig gezien lijkt er voor deze (stSfnatie wel wat te zeggen! Dat zij dpv.Or totaal onjuist is. blijkt dui- Soa uit de katholieke leer °j-'er de if) AHenst in het algemeen en de Kerk Act bijzonder. rl„ t feit van de goddeliike Openba- waardoor God Zijn bovennatuur- hw Plannen met alle mensen die iy, de natuurlijke krachten van net ^fhselijk verstand niet te achterhalen h heeft kenbaar gemaakt, sluit Pn vnor sopA ane godsdienstige .'eenvoudigheid uit. Cods onenbarmg "onder uitzondering voor alle men- *-i| Ur inAlr 8hd'T eé" ware nl3„J5e.stLemd. daarom kan er enk '?r één ware godsdienst min! Elke hip 1rf> godsdienst buiten de éne ware do. dan ook noodzakelijk vals zun. o_ r mi zonder de éne. ware goddeliike v onhariuw luiste ver- L°hdin e tussen God en de mensen In hu T Scheel kan kennen en zeker niet h»nTr'i'ch+n is Gods bovennatunrljike We 'b annen rte mensheid zuiver te geven. Daar komt dan nog bij. vertentie tw. W „THUIS" IN AMSTERDAM! keurig6 kamers, een goede keuken, uitste- 1iUiseu,-Jerzorging' dlt alles geeft U zó'n Oj tgevoel, dat U denkt thuis te zijn- Voor i?" all?en k°mt, of met Uw gezin, V'eikom v, voor kort, steeds bent U Voor A,, a°nS, Bezeilig familie-hotel. Wij m, dle, la"S Willen blijven, hebben J nu speciale lage wintertarieven. Soek ShflEl,'HHTEt museum-pension c- Hooftstraat, Amsterdam, Telefoon 21403. dat eenmaal het onloochenbare, strikt te bewijzen feit van Gods openbaring gegeven, waardoor de éne, ware gods dienst zowel als de éne ware Kerk op voor allen kenbare wijze zijn ge openbaard geen enkele natuurlijke godsdienst en geen enkele andere Kerk dan de Kerk van Christus, op zich be schouwd, nog recht van bestaan hebben. Omdat God zelf Zijn wil in deze uit drukkelijk en bindend heeft bekend ge maakt! cd heeft echter niet alleen de éne, ware godsdienst geopenbaard, Hij heeft tevens nauwkeurig alles ge regeld en voorgeschreven, wat Hij op godsdienstig gebied van de mensen Ye>"- wacht. Op allen rust de zedelijke plicht naar hun eeuwige eindbestemming te streven. Het middel dat God daartoe heeft vastgesteld, is het lidmaatschap van de R.K. Kerk die al haar leden de noodzakelijke bovennatuurlijke genade hulp van Christus in heel haar volheid ter beschikking stelt. De Kerk van Ro me is daarom niet alleen noodzakelijk uit hoofde van Gods uitdrukkelijk ge bod, maar tevens, in zekere zin, als mid del ter zaligheid, d.w.z. als het norma- 1 e middel, dat God zelf gewild heeft; want daarnaast staan, bij wijze van uit zondering. nog andere m o g e 1 ij k- heden open. Niet echter in die zin, dat men krachtens het belijden van een andere godsdienst of het lidmaatschap van een andere kerk zijn zaligheid zou kunnen bereiken, maar uitsluitend om dat Gods liefde voor de mens zó groot is, dat men. hoewel buiten de ware godsdienst en de ware Kerk staande, als uitzondering op de algemene regel, ge red kan worden door een deel van Christus' verlossende en Heiligende genade die hun vanuit de volle genade schat der R.K. Kerk toestroomt. Het is dus onmogelijk met een beroep op de katholieke leer de stelling te ver dedigen, dat alle godsdiensten en alle kerkgenootschappen gelijkwaardig zou den zijn. Integendeel: er kan maar één ware godsdienst en één ware Kerk be staan, die. naar oud-christelijke over tuiging. „alléén-zaligmakend" is. Desondanks heeft de Kerk van Rome echter nooit beweerd, dat men buiten kaar zijn zaligheid niet bereiken kan. Voor allen, die nooit van de ware Kerk van Christus hebben gehoord, of haar als zodanig niet kunnen erkennen, ge hinderd door onoverkomelijke vooroor delen van traditie opvoeding of milieu, maar die God toch trouw dienen vol gens hun eigen opvattingen, hun zonden betreuren en in staat van heiligmaken- de genade sterven, staat zonder twijfel de eeuwige zaligheid open. Anders ligt de kwestie evenwel voor hen, die door eigen schuld buiten de R.K. Kerk sterven Voor dezen blijft volgens de katholieke leer de toegang tot de hemel gesloten. Als logische ge volgtrekking uit het voorafgaande moe ten wij hieronder vooreerst de afvallige Katholieken rekenen, die ondanks hun zekere kennis van de ware gods dienst en de ware Kerk, niet tot hun vroegere geloof willen terugkeren. Evenzo andersdenkenden, die zeker weten, dat de Kerk van Rome de wa re Kerk is, maar bewust weigeren tot haar toe te treden. En tenslotte degenen, die de juistheid van hun eigen gods dienstig standpunt serieus betwij- f e l e n, de plicht tot nader onderzoek duidelijk ïnzien, maar deze op zettelijk veronachtzamen. Want al deze mensen sluiten zichzelf wetens en willens buiten de god delijke waarheid. L. scherp bestreden. Zij zond een ver bitterd telegram naar de Neder landse regering in Engeland, als ge volg waarvan door Radio Oranje werd gesproken van een „massa- vlaag van nutteloze moedeloosheid" /Velen waren de vijand maar liefst vóór en zwommen hals over kop vrijwillig jn de fuik". De schrijver van het boek acht het scherpe oor deel van de illegaliteit niet geheel gerechtvaardigd. Uitvoerig behandelt de schrijver de wegvoering uit de stad. Vermoedelijk verlieten twintig duizend man de stad te voet. twintig duizend per schip en ongeveer tienduizend per trein. De eer ste categorie trok via Delft. Waddinx- veen of Gouda naar Utrecht en vandaar naar Amersfoort. Een deel van hen ging verder per trein naar Duitsland, een ander deel, moest werken aan verdedi gingswerken om Amersfoort of aan de Veluwezoom. Zij die per schip vertrok ken gingen via de Lek en Merwede- kanaal naar Amsterdam en vandaar over het JJsselmeer naar Kampen. Een gering aantal werd in de omgeving van Zwolle tewerkgesteld; het grootste deel werd in treinen naar Duitsland ver voerd. Van degenen die uit Wezep ver trokken werd er een aantal tot in de omgeving van Dresden verspreid. AJlc drie tochten zijn een verschrik king geworden. De voettochten in guur najaarsweer sleepten zich onder talloze bedreigingen en molestaties der Duit sers moeizaam voort. Herhaaldelijk schoten zij langs de colonnes wanhopige Rotterdammers die slechts voor één dag "eten bij zich hadden en onderweg zeer slecht gefourageerd werden. De onder brenging des avonds in de overnach- tingsplaatscn was allermiscrabelst. Het transport per schip in de donke re ruimen was eveneens mensonwaar dig. In de treinen hing, door vervuiling, meestal een verstikkende atmosfeer. Aparte vermelding verdient de zeer grote hulp van de Nederlandse bevol king. Vooral degenen die moesten deel nemen aan de voettochten bewaren aan de grote menslievendheid van de be woners der plaatsen die werden ge passeerd, de dankbaarste herinneringen E.H.B.O. en Rode Kruis worden als om strijd geprezen. Overal langs de route werden de mannen overladen met etenswaren. Zeer velen werden ook ge holpen uit de colonnes te ontsnappen. De weggevoerden per schip hadden belangrijk minder contact met de be volking. Degenen die in treinen ver voerd werden maken eveneens met grote dankbaarheid melding van de grote hulp op alle stopplaatsen onder vonden. Men kreeg in sommige plaatsen de indruk „of de winkels leeg gehaald werden" Zeer velen kregen ook de kans te ontsnappen. In Hilversum wisten zeshonderd man, d.w.z. bijna de helft van de weggevoerden uit een trein, te ontkomen. „Binnen korte tijd was er een groot aantal simulanten die flauw vielen en op een draagbaar weg gevoerd werden naar het kleine wachtlokaaltje van de Soestdijker- straatweg. Aan de ene zijde werden zij op de draagbaar binnengedragen om aan de achterzijde snel te ver dwijnenDe brutaalsten onder ons begaven zich uit de wagons, gaven een dichtbijzijde dame een arm en wandelden kalm alsof zij reeds jaren getrouwd waren druk pratende van de trein vandaan." De weggevoerden kwamen tenslotte op meer dan vijfhonderd verschillende plaatsen in Duitsland terecht. De mili taire situatie, die de Duitsers in Rotter dam bracht tot het uitvoeren van deze zorgvuldig georganiseerde razzia had tegelijk de economie in Duitsland reeds dusdanig gedesorganiseerd dat de slachtoffers slechts op onvolkomen wij ze in het productieproces ingeschakeld konden worden. ni A 'P% 'Ui "If! .UT- 'torn* ïifflBffit:' W -m De slachtoffers van de razzia begeven z"ich onder Duitse militaire bewaking naar een der plaatsen van vertrek. De letterkundige C. C. S. Crone is Vrijdag te Arnhem vrij plotseling overle den. Hij was 37 jaar oud. Dezelfde mid dag was hij op ziin kantoor onwel ge worden en naar het ziekenhuis over gebracht. C. C. S. Crone werd in. 1914 in Utrecht geboren. Hij heeft twee kleine romans gepubliceerd: „Muziek over water" en „Het feestelijke leven", die na de oorlog, tezamen met enkele kleinere verhalen gezamenliik verschenen onder de titel: „De Schuiftrompet". De laatste jaren was de jonge Crone redacteur van de A.K.U.-Rayon Revue. (Van onze Utrechtse correspondent) Het onlangs tot stand gekomen Spaan se Instituut aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, het „Institute de Estudios His- panicos" zal op 1 December a.s. officieel worden geopend door Z. K. H. Prins Bernhard. die het voorzitterschap van dit instituut heeft aanvaard. KRALINSSE waalhaven d den Besten, redacteur van de poëziereeks De Windroos, lanceert in de nieuwe jaargang van zijn reeks drie zogenaamd experimentele dichters: Paul Ro denk o, Hans Andreus en R e m co Campert 1). In jaargang 1950 had hij van de groepering dezer modernisten reeds de jeugdige Sim oil Vink enoog naar voren gebracht 2), van wiens hand dezer dagen zen gecommenteerde bloemlezing „Atonaal" is te verwachten. Dan zal een nieuwe poëzie, die gewelddadig breekt met de klassieke tradities van begrijpelijkheid en gave versvorm, voor beoordeling vatbaar worden. De enkele bundeltjes, door Ad den Besten aanvaard voor zijn gevarieerdemaar overigens allerminst revoiu- tionnaire reeks, lokken intussen toch al wat kanttekeningen uit. den bij Rilke en zijn school over wie wij vorige week schreven! Toch is dit nieuwe in de poëzie ondenkbaar zonder Rilke's verre voorbeeld. Als Rodenko schrijft: ,,de angsten van het hart zijn salamanders", kan men ter vergelijking beelden van Rilke aanvoeren, waarin de angst geen haar minder geïntensi veerd leeft; maar slechts weinig klas sieke beeldspraken denken de angst zo'n zelfstandig, van iedere vergelijking los gemaakt leven toe. Er staat immers niet geschreven: de angsten van het hart zijn als salamanders De beeldspraak is zo veel mogelijk direct. De dichterlijke vergelijking wordt, gelijk Remco Cam pert in een kort gedicht suggereert, als een verraad aan de dingen gevoeld: Wat er in opvalt, is het overmatig, bijna lijfelijk gebruik van het naam woord „licht". Men wil licht scheppen in de duisternis. „Ik hoor het licht, schrijft Hans Andreus, „ik lig zacht te zingen: antwoord op het licht"; „het licht is ons gezicht"; „het licht staat te huilen". En Paul Rodenko schrijft: „het licht wordt wezenloos als traan"; „het licht is op een baar de kamer ingedra gen". Tijdens een gesprek in de mid dag signaleert hij „geen plotse cursive ring van het licht", 's Nachts, als elk ding hem verdacht lijkt, staart in het donker nog „de smalle reigersblik van 't licht". Het licht wordt door deze mensen verlevendigd en aangevoeld als De beide razziageb'ieden van Rotterdam en de verzamelplaats van. slachtoffers. 10 November 1944 werd de' razzia uitgevoerd in Schiedam en de gedeelten van Rotterdam, die buiten de zvearte lijn gelegen zijn. De volgende dag kwam de binnenstad aan de beurt.- Per wijk werden de mannen gebracht naar de met een cirkel aangegeven verzamelplaatsen. behorende tot de orde der bezielde na tuur. Alle dingen om ons heen willen in die orde worden opgenomen. Indien „elk ding (gelijk een mens) verdacht" kan lijken, moet daar een reden voor zijn die van de dingen-zelf uitgaat. Daarom jagen deze dichters het leven der dingen op naar een haast menselijk plan, en, als tegemoetkoming, trachten zij het menselijk leven terug te bren gen naar minder gedifferentiëerde stadia van ontwikkeling. Talrijk zijn in deze dichtkunst de planten en de dieren, die hun eigen schappen op de anorganische natuur enerzijds en op de mensen anderzijds overdragen. Bij Rodenko speciaal:„De vrouwen groeien in het licht (wéér licht) als lijzig wier". ,,De middag rolt zich als een dier ineen". „De angsten van het hart zijn salamanders". „De zon drijft in haar aquarium; een dode vis met witgezwollen buik". „Iedere dag heeft stilten, die wit zijn van de termieten", en woorden zijn dan als „konijnen in het koplicht van de dood". Elders constateert Rodenko bevreemding wekkend: „De scheme ring (de voor- of nastaat van het licht) is drachtig van konijnen". Vleeswording derv dingen In deze verzen vindt men woorden, „waarin de dingen als een zweer moei zaam etterend opengaan". Dit is een vlees- en bloedwording, die wel heel grondig verschilt van het bloed, blik en gestalte-worden der herinneringsbeel- IN DE HOF Onze laatste droom is de vergelijking de vochtige judaskus van de vergelijking het moment voordat Wij de soldaten ontwaren het zilver-zilten moment. at hier gepoogd wordt, is ont veinzing van het drama van de zondeval; het drama van de ver duistering van het verstand (en van de inspiratie), tengevolge waarvan wij de dingen niet meer bij hun oorspronkelijke naam kunnen noemen. Aafjes wijdde aap dit drama zijn paradijsgedicht „In den beginne". De jonge dichters, die dit drama niet aanvaarden als religieuze grondslag van alle dichterschap en wer kelijkheid. blijken er niettemin méér dan gewoon door te worden geperverteerd. In het „licht" van dit ontveinsde dra ma kan men hun regels verstaan (Rem co Campert): Zo is elke morgen de stem: een bal die op ons toerolt, ons omstoot en ons opneemt binnen zijn zware leemte, de dode zon van het tekort. Dit „tekort" blijkt het eeuwige mo ment in deze poëzie te bepalen. Het stelt de lezer in staat voeling te krijgen met de opgeschroefde directheid van de beeldspraak in dit wei k. Het stelt hem in staat in die beeldspraak gewildheid van echtheid te onderscheiden. Er is veel gewilds in deze poëzie: veel dat nieuwe mode dreigt te worden. Maar modes qaan vanzelf voorbij en het ech te wordt nieuw ferment der verbeel dingskracht. NICO VERHOEVEN 1) Paul Rodenko: „Gedichten": Hans Andreus: „Muziek voor kijkdieren"; Remco Campert: „Vogels vliegen toch". De Windroos 1951. Uitg. Mij. Holland, Amsterdam. 2) Simon Vinkenoog: „Wondkoorts", idem 1950. Advertentie Blijf rustig thuis zitten.... maak het U gemakkelijk! Maar STUDEER! Studeer met R.E-S.A.-Hilversum, de Bekende Schriftelijke Cursus, de beroem de opleiding met hel frappante succes! Vraagt ons prospec tus: wiskunde l.o. KI en KV - Onderwijzersakte - H. B. S. A en B - Staatsexamen A en B. DE RUSSEN KOMEN VEÜTALINGi FRANS VAN OLDENBURG ERMKE Fedia en de Held zetten zich bij een kruik wijn te kaarten, bijna onmiddel- bels weer op hun plaats. Zoals gewoonlijk ging de deur open, lijk nadat ze waren opgestaan. Er werd maar dit keer kwam er geen Rus, maar een radio in Jack's kamer geïnstalleerd een hele bende Russen binnen. Het wa- en de deur ging op slot. Hoe die dag verliep, wisten we niet; we herinnerden ons niet eens, wanneer het avond ge worden was. Fedia stelcie me voor om de nacht samen met hem door te bren gen, maar dit scheen hij toch voorna melijk uit beleefdheid tegenover zijn gastvrouw te doen, want toen ik „Neen, dank u!" zei op de toon van iemand die een sigaret weigert, drong hij niet aan. Officieren renden onophoudelijk bui ten adem binnen met berichten en boodschappen. Dan legden Fedia en de Held hun kaarten op tafel, krabden zich achter het oor en gingen weer door met kaarten. Overigens gebeurde er niets. i Ik merkte echter op, dat de diehtst- bijgelegen stad herhaaldelijk genoemd werd. Waren de Russen een offensief begonnen of was misschien het tegen deel het geval? Die laatste gedachte zet ten we hardnekkig van ons af, want zelfs het koesteren van die mogelijkheid leek ons verraad. Toen de avond viel, klom de Held op een vrachtwagen en reed weg, naar het front, zoals hij zei. De anderen bleven, maar een Held moet nu eenmaal een held zijn. In een om mezien was de Held terug, en we hoor den Fedia en de anderen samen met hem vloeken over de toestanden aan het front, hetgeen in hoge mate veront rustend was. De kok begon zijn keukengerei in te pakken. De manschappen in Jack s ka mer demonteerden hun radio-installatie en telefoonieidingen. Toen verdwenen ze zonder zelfs een woord voor ons over te hebben, even plotseling als zij gekomen waren. Alles wat we hoorden, was slechts het motorgedreun van de vrachtwagens in de nevelachtige sche mering, terwijl ze stuk voor stuk weg reden uit het park. Toen renden we als één man de kamers binnen om lie ra men open te gooien en aan de schoon maak te beginnen. Tegen het donker was alles aan kant en stonden de meu ren allen officieren. Ik moest opstaan en kussens en matrassen voor hen ha len, want ook zij waren uitgeput en sliepen haast staande, en opnieuw spra ken ze fluisterend, en de naam van onze stad dook ook nu weer telkens in hun gesprekken op. Ik weet wel, dat voor de Russen bijna alles een „militair geheim" is, maar er was in al'dat gefluister iets, dat me niet beviel, want gewoonlijk spraken ze met het krachtig accent van oermensen. Het was nog donker, toen het hele huis plotseling het tafereel werd van koortsachtige activiteit. De officieren, die ons wakker gemaakt hadden, waren reeds weg. en de keuken was nu in be slag genomen door een Mongoolse kok, die gedurende de nacht gekomen moest zijn en nu het ontbijt klaar maakte voor een hele divisie naar het scheen. Op hei erf stond een veldkeuken, de eerste wel ke we zagen, want de Russen aten liever in particuliere huizen, en iedere groep had zijn eigen kok. Betekende de ver schijning van een veldkeuken in het park, dat het front zelf ook spoedig Mora bereiken zou? De tuin was vol druk gewemel van grijze gestalten, die pakken en dozen met ammunitie droe gen. Allen waren gewapend met auto matische pistolen. Toen het licht begon te worden, dromden ze naar de keuken om hun ontbijt te halen. Het verwonderde me een meisjes-sol daat in de keuken te vinden, die met de rest aan tafel haar soep slurpte. Ze leek op een donzen kussen, in het mid den met een touw dichtgesnoerd. En daar leken ze allemaal op, voor zover ik hen zou leren kennen. Ieder meisje met een normaal voorkomen dat bij het Rode Leger was, liep in burgerkleren rond. Was het, omdat het uniform hun niet aanstond, of om een betere kans te hebben het liefje van een hogere offi cier, of een bijzonder handige dievegge te worden? Want ondanks hun commu nisme waren ze daar allemaal op uit. En waar haalden ze het geld vandaan om die burgerkleren te kopen? Het meisje, dat daar haar soep zat te slur pen, was het type van de Russische meisjes-soldaat. Ze had bijna geen neus, diep liggende, blauwe ogen en dikke, platte lippen. Haar maat, een scheef ge groeide, kreupele dwerg, trok plotseling zijn jasje uit en begon in de snikhete, dampende keuken te dansen. De soldaten schaarden zich vol aan dacht in een kring rond hem. De dwerg verwrong zich in alle mogelijke bochten zonder te verroeren van de plaats waar hij stond. Hij leek wel iets op een hond welke zich uitschudt na een bad geno men te hebben, maar dit waren ver wringingen die bestudeerd waren en iets echt oosters hadden. De munitie was vergeten en allen kwamen aanlopen om te kijken. Een soldaat begon op een mondharmonica te spelen; anderen klap ten de maat met hun handen, en het kleine monster begon al maar woester te dansen, zich nu eens naar het meisje toe, dan weer van het meisje af bui gend; en hij rolde daarbij met zijn buik, alsof die een zelfstandig leven bezat. Nu en dan lichtte het meisje, over haar soep gebogen, het hoofd op en begon schril blatend te lachen of te giechelen, waarbij ze een hand voor haar mond hield, die vol zwart brood zat. De stem men van de Russische vrouwen zijn pre cies het tegendeel van die der mannen: hoog. blatend, schreeuwerig. Je hoeft een Russisch meisje maar te knijpen en je hoort de hoge C. Ondanks haar bochel en twee-en-zes tig jaar oudevrijsterschap hield Mathii- de er wel van, als jonge mensen plezier maakten. Maar die kok was een Mon gool. Kan een jonge Mongool tot de jongemannen gerekend worden? Voor Mathilde niet! Voor haar was iedere Russische soldaat wiens uiterlijk lichte lijk exotisch leek, een Chinees, en daar bleef het bij. Voor Mathilde zijn de arme Chinezen een soort apen, goed ge dresseerd en handig, maar niettemin apen, en dus niet geschikt voor mense lijke omgang, hoe speels ze ook mogen zijn. Voor Mathilde was in haar keuken dus het eind van de wereld aangebro ken. (Wordt vervolgd). (Van een onzer redacteuren) De Contactgroep tot Opvoering van de Froductiviteit (C.O.P.) in Nederland koestert sinds enige tijd het plan ten toonstellingsschepen door ons land te laten varen, waarop voorlichting zal worden gegeven o.a. door het vertonen van films, die iedereen iets te zeggen zuilen hebben over de opvoering der productie. Daar men momenteel nog niet over de geschikte rolprenten kan be schikken de tot nu toe uit Amerika ontvangen exemplaren voldoen niet ge heel aan de eisen, die men om alle be volkingslagen te interesseren, meent te moeten stellen zal de uitvoering van de plannen nog even op zich laten wach ten. Tevens wil men er volkomen zeker van zijn, dat het financieel mogelijk is de tournee van de schepen tot een goed einde te brengen. De boten zijn er echter al sinds vele maanden. Aan de Amsteldijk te Amster dam liggen reeds geruime tijd twee schepen, Kempenaars van ruim zeshon derd ton. De eigenares is de Stichting Watersport. Lang geleden verhuurde zij de schepen aan de E.C.A.-mossie in Ne derland. welke het plan had in deze schepen een expositie over de hall hulp in te richten. De populariteit, die de Marshall-hulp zich spoedig verwierf maakte het pian echter overbodig voor het tot uitvoering kon worden gebracht. De ECA verstond zich daarna riret de COP waarop dit in stituut het boven omschreven idee ont wikkelde. Aan de inrichting van de schepen is in de maanden, dat zij in de Amstel voor dew al liggen al zoveel zorg besteedt, dat het de aandacht van de Amsterdammers heeft gegtrokken. Zelfs min of meer wilde geruchten over de bestemming der I Kempenaers hebben de ronde gedaan. Een reclame-atelier uit de hoofdstad is plannen en schetsen voor de expositie en de inrichting van de schepen aan het ontwerpen. Een der schepen zal boyen en benedendeks geheel als expositie ruimte worden ingericht. Op het andere schip komt benedendeks een filmzaal voor ruim tweehonderd kijkers. Deze zaal is zo goed als gereed. Het wachten is dus op de films enop de stevige financiële basis. Dan kunnen de trossen los. mits heel Nederland dan niet zo hard werkt, dat aansporen tot productie-ver hoging overbodig zou zijn. Vrijdagavond is de presidente van de Stichting Hulpactie voor Hongarije, mevr. A. Olsthoorn-v. Woesik, in Am sterdam gehuldigd vanwege het feit dat zij dertig jaar lang de zorg voor meer dan 34.000 Hongaarse „pleegkinderen" in Nederland op zich heeft genomen. In een intiem gezelschap spraken de voor zitter van de Hongaria Club, de heer A. Palcsik en de deken van Amsterdam mgr- G. P. J. v. d. Burg hun dank en waardering uit voAr het werk dat mevr. Olsthoorn in het belang van de in Ne derland verblijvende Hongaren heeft gedaan. Namens de „Hongaria Club" werd haar een oorkonde overhandigd, terwijl de studenten van „Mikes Kele- men"' uit Utrecht, de mijnwerkers van St. Barbara uit Limburg en de Jezuïeten seminaristen uit Maastricht met een ge lukstelegram hun waardering te ken nen gaven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 3