Zeven jaar geleden: Rotterdam verrast
door goed voorbereide razzia
konden de
Hoe
bezetters zulk een
succes
bereiken
fl
„Konijnen in het toplicht van de dood"
w
iflMota
Verwijten van illegaliteit niet
geheel gerechtvaardigd
G
De afsluiting van de binnenstad
Enige eigenaardigheden van de
experimentele dichtkunst
A
„Antwoord op het licht"
Productie-verhoging door een
varende expositie
52.000 mannen weggevoerd30pet. ontvlucht
Onderweg zeer veel
hulp ondervonden
Eenheid van
godsdienst
r
Het wachten is op geld en films
LITERAIRE KRONIEK
.J
ZATERDAG 10 NOVEMBER 1951
PAGINA 3
Griep?'n Mijnhqrdtje Q
at Is ug s®!®!', f'ifc Üffl
C. C. S. CRONE f
Spaans Instituut
1 December opening door
Prins Bernhard
KOM VOORUIT...
OP UW STOEL!
Twee Kempenaers voor de Amstelwal
DOOR ALEXANDRA ORME
*'4
Hulpactie voor Hongarije
Mevrouw Olsthoorn
gehuldigd
Vandaag juist zeven jaar geleden begon de grootste razzia die de Duitsers in
ons land hebben gehouden, die van Rotterdam. Meer dan 52.000 mannen tussen
Veertien en veertig (in verschillende gevallen vijftig) jaar zijn 10 en 11 Novem
ber 1944 door de bezetters opgepakt, met de bedoeling hen te werk te stellen aan
Verdedigingswerken in Oost-Nederland en Wcst-Duitsland. Sommigen kwamen
zelfs in midden-Europa terecht. Ongeveer 20.000 mannen wisten zich te onttrek
ken aan deze grootscheepse razzia, die zeer goed was voorbereid en bijna perfect
Werd uitgevoerd. Dertig procent van de Rotterdammers (en Schiedammers) die
de dagen, direct volgend op de tiende en elfde November, te voet, per trein of
per schip naar het Oosten werden weggevoerd, wist ofwel reeds in Nederland
of in Duitsland te ontvluchten en terug te keren- In totaal zijn 410 mannen om
gekomen. De heer B. A. Sijes, wetenschappelijk medewerker van het Rijksin
stituut voor Oorlogsdocumentatie, heeft van deze razzia, dank zij de medede-
Werking van zeer vele Rotterdammers, die ofwel dagboeken ter beschikking
hebben gesteld, genegen waren in vraaggesprekken van hun ervaringen te ver
tellen, ofwel op een schriftelijke enquête zijn ingegaan, een zeer uitvoerige studie
kunnen maken. Het resultaat hiervan is neergelegd in een objectief en interes-
Sant boekwerk, 285 pagina's groot, getiteld „De razzia van Rotterdam", dat juist
is verschenen.
den aangetroffen. Zou het huisraad
worden verbrand - of de gehele wo
ning in brand worden gestoken?
De Rotterdammers hadden nog niet
zo lang geleden ervaren, dat de
Duitsers ook daar niet voor terug
deinsden- Geruchten verlamden de
weerstand van velen. Wilde verha
len over terechtstelling op staande
voet voor de deur van de eigen wo
ning deden de ronde. Veel mannen
gingen zich melden omdat hun
vrouwen angstig werden. Ook was
er Je angst voor verraad, niet alleen
door Duitsgezinden. maar ook door
vrouwen, die niet konden zien, dat
haar man of zoon zich wel meldde,
maar dat haar buurman thuis bleef
omdat hij moediger was of omdat
hij een schuilplaats had. De Duit
sers hadden in hun bevel de gele
genheid opengelaten voor een schim
van hoop, dat degenen die een Aus-
weis bezaten vrijgesteld zouden
worden. Bovendien, de vermelding
„boterhammen voor een dag" in het
bevel, wees. zo dachten velen, er op
dat men, evenals vroeger, zou moe
ten graven en spitten in de omge
ving van Rotterdam, de Moerdijk of
Hoek van Holland.
Een der belangrijkste vragen die in
het boek wordt beantwoord is: Hoe
konden de Duitsers bij één razzia zulk
eer succes oogsten? Zij spraken zelfs
van Meldungsfreudigkeit. Dit kan aller
eerst verklaard worden door de gron
dige voorbereiding, de strenge geheim
houding en de overrompelende wijze,
waarop de razzia werd uitgevoerd.
De Duitsers hadden de eerste dag,
ioen de razzia in de buitenwijken
3laats greep, in de vroege morgen een
ijzeren cordon om geheel Rotterdam
:owel als om de binnenstad getrokken.
Niemand kon de stad in of uit. De be
ietters, achtduizend man sterk, werden
>ver de verschillende wijken verspreid.
Jp de belangrijkste punten waren mi-
irailleurs, hier en daar kanonnen op
gesteld. Iedere wijk en straat ward sys-
iernatisch „uitgekamd". De „Befehle"
lm zich te melden werden overal rond
gedeeld- Ieder was in zijn straat opge
sloten. Er was dus weinig contact, tenzij
Wet de naaste buren, mogelijk.
Angst voor represailles
Een en ander is echter niet vol
doende om het gedrag te verklaren
van de duizenden die pas later op
de dag werden afgehaald, maar
reeds voordien wisten wat het Duit
se optreden beoogde. Er waren nog
tal van andere factoren die maak
ten, dat zovele Rotterdammers wer
den weggevoerd. Allereerst was er'
de angst voor represailles. In het
bevel was met vette letters gedrukt,
dat geschoten zou worden op hen
die trachtten te ontvluchten. Men
kon aannemen dat dit geen lege
woorden waren. Het particulier
eigendom zou worden „aangespro
ken" als men nog in huis zou wor-
Voor de razzia in de binnenstad, de
volgende dag. golden ongeveer dezelfde
factoren. Zeer velen hadden gehoord
var, de razzia in de buitenwijken, maar
slechts weinigen hadden de zekerheid,
dat de binnenstad de volgende dag aan
de beurt zou zijn. De illegale groep
Trouw had het bevel in handen gekre
gen en in zevenduizend exemplaren
vermenigvuldigd. Maar velen dachten
„dat het nog wel zou loslppen".
De illegaliteit heeft het gedrag
van de Rotterdammers tijdens de
razzia hun Meldungsfreudigkeit
Advertentie
Onder de z.g, met-kerkelijken treft
men toch nog veel mensen aan,
uie wei degelijk een gelooi' in God
bezitten en het besef Hem te moeten
®rkennen en dienen. Maar deze mensen
beweren anderzijds vaak, dat :n de
Stond toch eigenlijk alle godsdiensten
even goed zijn, zolang men maar in God
Belooft en rekening met Hem houdt:
De grote verdeeldheid op godsdienstig
febied, zo redeneert men o.a., maakt
"et immers onmogelijk waarheid van
bhtvaarheid te onderscheiden.
Anderen, die de persoon van Christus
al dan niet ais God een plaats in
ruimen in hun godsdienstige opvattin-
Ben, erkennen de door Hem gepredikte
godsdienst: het Christendom, weliswaar
«ls de enig-juiste, maar beschouwen de
erschillende christelijke kerken als
volkomen gelijkwaardig.
Tenslotte hebben weer anderen de
yertuiging, dat de mens in alle gods-
'ensten de weg kan vinden naar zijn
euwig heil, ofschoon zij toegeven, dat
2? .gemakkelijkste weg daartoe in het
•^atholiCisme te vinden is.
kp'nu Woge het al enige verbazing wek-
vo Joch is het geen zeldzaamheid, dat
de ,s*ahders van genoemde opvatting
u. bevestiging van de luistheid van
standpunt menen te vinden in
katholieke leer!
Hoewel de R.K. Kerk zichzelf 0p
y=v gronden overigens als „alléén-
r^hgmakend" beschouwt, leert zij im.
"fers ook. dat desondanks zeer velen,
gehoon buiten de ware Kerk van
J-dristus staande, hun eeuwige eindbe-
biYiming bereiken, mits zij te goeder
tr.
duw
tegenover
een eerlijke houding
,,°d aannemen en in vrede met Hem
jtbrven. d.w.z. bij hun dood de heilig
gende genade bezitten.
r o ppervlakkig gezien lijkt er voor deze
(stSfnatie wel wat te zeggen! Dat zij
dpv.Or totaal onjuist is. blijkt dui-
Soa uit de katholieke leer °j-'er de
if) AHenst in het algemeen en de Kerk
Act bijzonder.
rl„ t feit van de goddeliike Openba-
waardoor God Zijn bovennatuur-
hw Plannen met alle mensen die
iy, de natuurlijke krachten van net
^fhselijk verstand niet te achterhalen
h heeft kenbaar gemaakt, sluit
Pn vnor sopA ane godsdienstige
.'eenvoudigheid uit. Cods onenbarmg
"onder uitzondering voor alle men-
*-i| Ur inAlr
8hd'T eé" ware
nl3„J5e.stLemd.
daarom kan er enk
'?r één ware godsdienst min! Elke
hip 1rf> godsdienst buiten de éne ware
do. dan ook noodzakelijk vals zun.
o_ r mi zonder de éne. ware goddeliike
v onhariuw luiste ver-
L°hdin
e tussen God en de mensen
In
hu T Scheel kan kennen en zeker niet
h»nTr'i'ch+n is Gods bovennatunrljike
We 'b annen rte mensheid zuiver
te geven. Daar komt dan nog bij.
vertentie
tw. W „THUIS" IN AMSTERDAM!
keurig6 kamers, een goede keuken, uitste-
1iUiseu,-Jerzorging' dlt alles geeft U zó'n
Oj tgevoel, dat U denkt thuis te zijn-
Voor i?" all?en k°mt, of met Uw gezin,
V'eikom v, voor kort, steeds bent U
Voor A,, a°nS, Bezeilig familie-hotel.
Wij m, dle, la"S Willen blijven, hebben
J nu speciale lage wintertarieven.
Soek ShflEl,'HHTEt museum-pension
c- Hooftstraat,
Amsterdam, Telefoon 21403.
dat eenmaal het onloochenbare, strikt
te bewijzen feit van Gods openbaring
gegeven, waardoor de éne, ware gods
dienst zowel als de éne ware Kerk op
voor allen kenbare wijze zijn ge
openbaard geen enkele natuurlijke
godsdienst en geen enkele andere Kerk
dan de Kerk van Christus, op zich be
schouwd, nog recht van bestaan hebben.
Omdat God zelf Zijn wil in deze uit
drukkelijk en bindend heeft bekend ge
maakt!
cd heeft echter niet alleen de éne,
ware godsdienst geopenbaard, Hij
heeft tevens nauwkeurig alles ge
regeld en voorgeschreven, wat Hij op
godsdienstig gebied van de mensen Ye>"-
wacht. Op allen rust de zedelijke plicht
naar hun eeuwige eindbestemming te
streven. Het middel dat God daartoe
heeft vastgesteld, is het lidmaatschap
van de R.K. Kerk die al haar leden de
noodzakelijke bovennatuurlijke genade
hulp van Christus in heel haar volheid
ter beschikking stelt. De Kerk van Ro
me is daarom niet alleen noodzakelijk
uit hoofde van Gods uitdrukkelijk ge
bod, maar tevens, in zekere zin, als mid
del ter zaligheid, d.w.z. als het norma-
1 e middel, dat God zelf gewild heeft;
want daarnaast staan, bij wijze van uit
zondering. nog andere m o g e 1 ij k-
heden open. Niet echter in die zin, dat
men krachtens het belijden van een
andere godsdienst of het lidmaatschap
van een andere kerk zijn zaligheid zou
kunnen bereiken, maar uitsluitend om
dat Gods liefde voor de mens zó groot
is, dat men. hoewel buiten de ware
godsdienst en de ware Kerk staande, als
uitzondering op de algemene regel, ge
red kan worden door een deel van
Christus' verlossende en Heiligende
genade die hun vanuit de volle genade
schat der R.K. Kerk toestroomt.
Het is dus onmogelijk met een beroep
op de katholieke leer de stelling te ver
dedigen, dat alle godsdiensten en alle
kerkgenootschappen gelijkwaardig zou
den zijn. Integendeel: er kan maar één
ware godsdienst en één ware Kerk be
staan, die. naar oud-christelijke over
tuiging. „alléén-zaligmakend" is.
Desondanks heeft de Kerk van Rome
echter nooit beweerd, dat men buiten
kaar zijn zaligheid niet bereiken kan.
Voor allen, die nooit van de ware Kerk
van Christus hebben gehoord, of haar
als zodanig niet kunnen erkennen, ge
hinderd door onoverkomelijke vooroor
delen van traditie opvoeding of milieu,
maar die God toch trouw dienen vol
gens hun eigen opvattingen, hun zonden
betreuren en in staat van heiligmaken-
de genade sterven, staat zonder twijfel
de eeuwige zaligheid open.
Anders ligt de kwestie evenwel voor
hen, die door eigen schuld buiten de
R.K. Kerk sterven Voor dezen blijft
volgens de katholieke leer de toegang
tot de hemel gesloten. Als logische ge
volgtrekking uit het voorafgaande moe
ten wij hieronder vooreerst de afvallige
Katholieken rekenen, die ondanks hun
zekere kennis van de ware gods
dienst en de ware Kerk, niet tot hun
vroegere geloof willen terugkeren.
Evenzo andersdenkenden, die zeker
weten, dat de Kerk van Rome de wa
re Kerk is, maar bewust weigeren tot
haar toe te treden. En tenslotte degenen,
die de juistheid van hun eigen gods
dienstig standpunt serieus betwij-
f e l e n, de plicht tot nader onderzoek
duidelijk ïnzien, maar deze op
zettelijk veronachtzamen.
Want al deze mensen sluiten zichzelf
wetens en willens buiten de god
delijke waarheid.
L.
scherp bestreden. Zij zond een ver
bitterd telegram naar de Neder
landse regering in Engeland, als ge
volg waarvan door Radio Oranje
werd gesproken van een „massa-
vlaag van nutteloze moedeloosheid"
/Velen waren de vijand maar liefst
vóór en zwommen hals over kop
vrijwillig jn de fuik". De schrijver
van het boek acht het scherpe oor
deel van de illegaliteit niet geheel
gerechtvaardigd.
Uitvoerig behandelt de schrijver de
wegvoering uit de stad. Vermoedelijk
verlieten twintig duizend man de stad
te voet. twintig duizend per schip en
ongeveer tienduizend per trein. De eer
ste categorie trok via Delft. Waddinx-
veen of Gouda naar Utrecht en vandaar
naar Amersfoort. Een deel van hen ging
verder per trein naar Duitsland, een
ander deel, moest werken aan verdedi
gingswerken om Amersfoort of aan de
Veluwezoom. Zij die per schip vertrok
ken gingen via de Lek en Merwede-
kanaal naar Amsterdam en vandaar
over het JJsselmeer naar Kampen. Een
gering aantal werd in de omgeving van
Zwolle tewerkgesteld; het grootste deel
werd in treinen naar Duitsland ver
voerd. Van degenen die uit Wezep ver
trokken werd er een aantal tot in de
omgeving van Dresden verspreid.
AJlc drie tochten zijn een verschrik
king geworden. De voettochten in guur
najaarsweer sleepten zich onder talloze
bedreigingen en molestaties der Duit
sers moeizaam voort. Herhaaldelijk
schoten zij langs de colonnes wanhopige
Rotterdammers die slechts voor één dag
"eten bij zich hadden en onderweg zeer
slecht gefourageerd werden. De onder
brenging des avonds in de overnach-
tingsplaatscn was allermiscrabelst.
Het transport per schip in de donke
re ruimen was eveneens mensonwaar
dig. In de treinen hing, door vervuiling,
meestal een verstikkende atmosfeer.
Aparte vermelding verdient de zeer
grote hulp van de Nederlandse bevol
king. Vooral degenen die moesten deel
nemen aan de voettochten bewaren aan
de grote menslievendheid van de be
woners der plaatsen die werden ge
passeerd, de dankbaarste herinneringen
E.H.B.O. en Rode Kruis worden als om
strijd geprezen. Overal langs de route
werden de mannen overladen met
etenswaren. Zeer velen werden ook ge
holpen uit de colonnes te ontsnappen.
De weggevoerden per schip hadden
belangrijk minder contact met de be
volking. Degenen die in treinen ver
voerd werden maken eveneens met
grote dankbaarheid melding van de
grote hulp op alle stopplaatsen onder
vonden. Men kreeg in sommige plaatsen
de indruk „of de winkels leeg gehaald
werden" Zeer velen kregen ook de kans
te ontsnappen. In Hilversum wisten
zeshonderd man, d.w.z. bijna de helft
van de weggevoerden uit een trein, te
ontkomen.
„Binnen korte tijd was er een
groot aantal simulanten die flauw
vielen en op een draagbaar weg
gevoerd werden naar het kleine
wachtlokaaltje van de Soestdijker-
straatweg. Aan de ene zijde werden
zij op de draagbaar binnengedragen
om aan de achterzijde snel te ver
dwijnenDe brutaalsten onder
ons begaven zich uit de wagons,
gaven een dichtbijzijde dame een
arm en wandelden kalm alsof zij
reeds jaren getrouwd waren druk
pratende van de trein vandaan."
De weggevoerden kwamen tenslotte
op meer dan vijfhonderd verschillende
plaatsen in Duitsland terecht. De mili
taire situatie, die de Duitsers in Rotter
dam bracht tot het uitvoeren van deze
zorgvuldig georganiseerde razzia had
tegelijk de economie in Duitsland reeds
dusdanig gedesorganiseerd dat de
slachtoffers slechts op onvolkomen wij
ze in het productieproces ingeschakeld
konden worden.
ni A 'P% 'Ui
"If! .UT-
'torn* ïifflBffit:' W -m
De slachtoffers van de razzia begeven z"ich onder Duitse militaire bewaking
naar een der plaatsen van vertrek.
De letterkundige C. C. S. Crone is
Vrijdag te Arnhem vrij plotseling overle
den. Hij was 37 jaar oud. Dezelfde mid
dag was hij op ziin kantoor onwel ge
worden en naar het ziekenhuis over
gebracht.
C. C. S. Crone werd in. 1914 in
Utrecht geboren. Hij heeft twee kleine
romans gepubliceerd: „Muziek over
water" en „Het feestelijke leven", die na
de oorlog, tezamen met enkele kleinere
verhalen gezamenliik verschenen onder
de titel: „De Schuiftrompet".
De laatste jaren was de jonge Crone
redacteur van de A.K.U.-Rayon Revue.
(Van onze Utrechtse correspondent)
Het onlangs tot stand gekomen Spaan
se Instituut aan de Rijksuniversiteit te
Utrecht, het „Institute de Estudios His-
panicos" zal op 1 December a.s. officieel
worden geopend door Z. K. H. Prins
Bernhard. die het voorzitterschap van
dit instituut heeft aanvaard.
KRALINSSE
waalhaven
d den Besten, redacteur van de poëziereeks De Windroos, lanceert in
de nieuwe jaargang van zijn reeks drie zogenaamd experimentele dichters:
Paul Ro denk o, Hans Andreus en R e m co Campert 1). In
jaargang 1950 had hij van de groepering dezer modernisten reeds de jeugdige
Sim oil Vink enoog naar voren gebracht 2), van wiens hand dezer dagen zen
gecommenteerde bloemlezing „Atonaal" is te verwachten. Dan zal een nieuwe
poëzie, die gewelddadig breekt met de klassieke tradities van begrijpelijkheid en
gave versvorm, voor beoordeling vatbaar worden. De enkele bundeltjes, door Ad
den Besten aanvaard voor zijn gevarieerdemaar overigens allerminst revoiu-
tionnaire reeks, lokken intussen toch al wat kanttekeningen uit.
den bij Rilke en zijn school over wie
wij vorige week schreven! Toch is dit
nieuwe in de poëzie ondenkbaar zonder
Rilke's verre voorbeeld. Als Rodenko
schrijft: ,,de angsten van het hart zijn
salamanders", kan men ter vergelijking
beelden van Rilke aanvoeren, waarin
de angst geen haar minder geïntensi
veerd leeft; maar slechts weinig klas
sieke beeldspraken denken de angst zo'n
zelfstandig, van iedere vergelijking los
gemaakt leven toe. Er staat immers niet
geschreven: de angsten van het hart zijn
als salamanders De beeldspraak is zo
veel mogelijk direct. De dichterlijke
vergelijking wordt, gelijk Remco Cam
pert in een kort gedicht suggereert, als
een verraad aan de dingen gevoeld:
Wat er in opvalt, is het overmatig,
bijna lijfelijk gebruik van het naam
woord „licht". Men wil licht scheppen
in de duisternis. „Ik hoor het licht,
schrijft Hans Andreus, „ik lig zacht te
zingen: antwoord op het licht"; „het
licht is ons gezicht"; „het licht staat te
huilen". En Paul Rodenko schrijft: „het
licht wordt wezenloos als traan"; „het
licht is op een baar de kamer ingedra
gen". Tijdens een gesprek in de mid
dag signaleert hij „geen plotse cursive
ring van het licht", 's Nachts, als elk
ding hem verdacht lijkt, staart in het
donker nog „de smalle reigersblik van
't licht". Het licht wordt door deze
mensen verlevendigd en aangevoeld als
De beide razziageb'ieden van Rotterdam en de verzamelplaats van. slachtoffers.
10 November 1944 werd de' razzia uitgevoerd in Schiedam en de gedeelten van
Rotterdam, die buiten de zvearte lijn gelegen zijn. De volgende dag kwam de
binnenstad aan de beurt.- Per wijk werden de mannen gebracht naar de met een
cirkel aangegeven verzamelplaatsen.
behorende tot de orde der bezielde na
tuur. Alle dingen om ons heen willen
in die orde worden opgenomen. Indien
„elk ding (gelijk een mens) verdacht"
kan lijken, moet daar een reden voor
zijn die van de dingen-zelf uitgaat.
Daarom jagen deze dichters het leven
der dingen op naar een haast menselijk
plan, en, als tegemoetkoming, trachten
zij het menselijk leven terug te bren
gen naar minder gedifferentiëerde stadia
van ontwikkeling.
Talrijk zijn in deze dichtkunst de
planten en de dieren, die hun eigen
schappen op de anorganische natuur
enerzijds en op de mensen anderzijds
overdragen. Bij Rodenko speciaal:„De
vrouwen groeien in het licht (wéér
licht) als lijzig wier". ,,De middag rolt
zich als een dier ineen". „De angsten
van het hart zijn salamanders". „De
zon drijft in haar aquarium; een dode
vis met witgezwollen buik". „Iedere
dag heeft stilten, die wit zijn van de
termieten", en woorden zijn dan als
„konijnen in het koplicht van de
dood". Elders constateert Rodenko
bevreemding wekkend: „De scheme
ring (de voor- of nastaat van het
licht) is drachtig van konijnen".
Vleeswording derv dingen
In deze verzen vindt men woorden,
„waarin de dingen als een zweer moei
zaam etterend opengaan". Dit is een
vlees- en bloedwording, die wel heel
grondig verschilt van het bloed, blik en
gestalte-worden der herinneringsbeel-
IN DE HOF
Onze laatste droom
is de vergelijking
de vochtige judaskus
van de vergelijking
het moment voordat Wij
de soldaten ontwaren
het zilver-zilten moment.
at hier gepoogd wordt, is ont
veinzing van het drama van de
zondeval; het drama van de ver
duistering van het verstand (en van de
inspiratie), tengevolge waarvan wij de
dingen niet meer bij hun oorspronkelijke
naam kunnen noemen. Aafjes wijdde
aap dit drama zijn paradijsgedicht „In
den beginne". De jonge dichters, die dit
drama niet aanvaarden als religieuze
grondslag van alle dichterschap en wer
kelijkheid. blijken er niettemin méér dan
gewoon door te worden geperverteerd.
In het „licht" van dit ontveinsde dra
ma kan men hun regels verstaan (Rem
co Campert):
Zo is elke morgen de stem:
een bal die op ons toerolt,
ons omstoot en ons opneemt
binnen zijn zware leemte,
de dode zon van het tekort.
Dit „tekort" blijkt het eeuwige mo
ment in deze poëzie te bepalen. Het
stelt de lezer in staat voeling te krijgen
met de opgeschroefde directheid van de
beeldspraak in dit wei k. Het stelt hem
in staat in die beeldspraak gewildheid
van echtheid te onderscheiden. Er is
veel gewilds in deze poëzie: veel dat
nieuwe mode dreigt te worden. Maar
modes qaan vanzelf voorbij en het ech
te wordt nieuw ferment der verbeel
dingskracht.
NICO VERHOEVEN
1) Paul Rodenko: „Gedichten": Hans
Andreus: „Muziek voor kijkdieren";
Remco Campert: „Vogels vliegen toch".
De Windroos 1951. Uitg. Mij. Holland,
Amsterdam.
2) Simon Vinkenoog: „Wondkoorts",
idem 1950.
Advertentie
Blijf rustig thuis zitten.... maak
het U gemakkelijk! Maar
STUDEER! Studeer met
R.E-S.A.-Hilversum, de Bekende
Schriftelijke Cursus, de beroem
de opleiding met hel frappante
succes! Vraagt ons prospec
tus: wiskunde l.o. KI en KV
- Onderwijzersakte - H. B. S.
A en B - Staatsexamen A en B.
DE RUSSEN KOMEN
VEÜTALINGi FRANS VAN OLDENBURG ERMKE
Fedia en de Held zetten zich bij een
kruik wijn te kaarten, bijna onmiddel-
bels weer op hun plaats.
Zoals gewoonlijk ging de deur open,
lijk nadat ze waren opgestaan. Er werd maar dit keer kwam er geen Rus, maar
een radio in Jack's kamer geïnstalleerd een hele bende Russen binnen. Het wa-
en de deur ging op slot. Hoe die dag
verliep, wisten we niet; we herinnerden
ons niet eens, wanneer het avond ge
worden was. Fedia stelcie me voor om
de nacht samen met hem door te bren
gen, maar dit scheen hij toch voorna
melijk uit beleefdheid tegenover zijn
gastvrouw te doen, want toen ik „Neen,
dank u!" zei op de toon van iemand
die een sigaret weigert, drong hij niet
aan.
Officieren renden onophoudelijk bui
ten adem binnen met berichten en
boodschappen. Dan legden Fedia en de
Held hun kaarten op tafel, krabden zich
achter het oor en gingen weer door
met kaarten. Overigens gebeurde er
niets. i
Ik merkte echter op, dat de diehtst-
bijgelegen stad herhaaldelijk genoemd
werd. Waren de Russen een offensief
begonnen of was misschien het tegen
deel het geval? Die laatste gedachte zet
ten we hardnekkig van ons af, want
zelfs het koesteren van die mogelijkheid
leek ons verraad. Toen de avond viel,
klom de Held op een vrachtwagen en
reed weg, naar het front, zoals hij zei.
De anderen bleven, maar een Held moet
nu eenmaal een held zijn. In een om
mezien was de Held terug, en we hoor
den Fedia en de anderen samen met
hem vloeken over de toestanden aan
het front, hetgeen in hoge mate veront
rustend was.
De kok begon zijn keukengerei in te
pakken. De manschappen in Jack s ka
mer demonteerden hun radio-installatie
en telefoonieidingen. Toen verdwenen
ze zonder zelfs een woord voor ons
over te hebben, even plotseling als zij
gekomen waren. Alles wat we hoorden,
was slechts het motorgedreun van de
vrachtwagens in de nevelachtige sche
mering, terwijl ze stuk voor stuk weg
reden uit het park. Toen renden we als
één man de kamers binnen om lie ra
men open te gooien en aan de schoon
maak te beginnen. Tegen het donker
was alles aan kant en stonden de meu
ren allen officieren. Ik moest opstaan
en kussens en matrassen voor hen ha
len, want ook zij waren uitgeput en
sliepen haast staande, en opnieuw spra
ken ze fluisterend, en de naam van
onze stad dook ook nu weer telkens in
hun gesprekken op.
Ik weet wel, dat voor de Russen bijna
alles een „militair geheim" is, maar er
was in al'dat gefluister iets, dat me niet
beviel, want gewoonlijk spraken ze met
het krachtig accent van oermensen.
Het was nog donker, toen het hele
huis plotseling het tafereel werd van
koortsachtige activiteit. De officieren,
die ons wakker gemaakt hadden, waren
reeds weg. en de keuken was nu in be
slag genomen door een Mongoolse kok,
die gedurende de nacht gekomen moest
zijn en nu het ontbijt klaar maakte voor
een hele divisie naar het scheen. Op hei
erf stond een veldkeuken, de eerste wel
ke we zagen, want de Russen aten liever
in particuliere huizen, en iedere groep
had zijn eigen kok. Betekende de ver
schijning van een veldkeuken in het
park, dat het front zelf ook spoedig
Mora bereiken zou? De tuin was vol
druk gewemel van grijze gestalten, die
pakken en dozen met ammunitie droe
gen. Allen waren gewapend met auto
matische pistolen. Toen het licht begon
te worden, dromden ze naar de keuken
om hun ontbijt te halen.
Het verwonderde me een meisjes-sol
daat in de keuken te vinden, die met
de rest aan tafel haar soep slurpte. Ze
leek op een donzen kussen, in het mid
den met een touw dichtgesnoerd. En
daar leken ze allemaal op, voor zover
ik hen zou leren kennen. Ieder meisje
met een normaal voorkomen dat bij het
Rode Leger was, liep in burgerkleren
rond. Was het, omdat het uniform hun
niet aanstond, of om een betere kans te
hebben het liefje van een hogere offi
cier, of een bijzonder handige dievegge
te worden? Want ondanks hun commu
nisme waren ze daar allemaal op uit.
En waar haalden ze het geld vandaan
om die burgerkleren te kopen? Het
meisje, dat daar haar soep zat te slur
pen, was het type van de Russische
meisjes-soldaat. Ze had bijna geen neus,
diep liggende, blauwe ogen en dikke,
platte lippen. Haar maat, een scheef ge
groeide, kreupele dwerg, trok plotseling
zijn jasje uit en begon in de snikhete,
dampende keuken te dansen.
De soldaten schaarden zich vol aan
dacht in een kring rond hem. De dwerg
verwrong zich in alle mogelijke bochten
zonder te verroeren van de plaats waar
hij stond. Hij leek wel iets op een hond
welke zich uitschudt na een bad geno
men te hebben, maar dit waren ver
wringingen die bestudeerd waren en iets
echt oosters hadden. De munitie was
vergeten en allen kwamen aanlopen om
te kijken. Een soldaat begon op een
mondharmonica te spelen; anderen klap
ten de maat met hun handen, en het
kleine monster begon al maar woester
te dansen, zich nu eens naar het meisje
toe, dan weer van het meisje af bui
gend; en hij rolde daarbij met zijn buik,
alsof die een zelfstandig leven bezat.
Nu en dan lichtte het meisje, over haar
soep gebogen, het hoofd op en begon
schril blatend te lachen of te giechelen,
waarbij ze een hand voor haar mond
hield, die vol zwart brood zat. De stem
men van de Russische vrouwen zijn pre
cies het tegendeel van die der mannen:
hoog. blatend, schreeuwerig. Je hoeft
een Russisch meisje maar te knijpen en
je hoort de hoge C.
Ondanks haar bochel en twee-en-zes
tig jaar oudevrijsterschap hield Mathii-
de er wel van, als jonge mensen plezier
maakten. Maar die kok was een Mon
gool. Kan een jonge Mongool tot de
jongemannen gerekend worden? Voor
Mathilde niet! Voor haar was iedere
Russische soldaat wiens uiterlijk lichte
lijk exotisch leek, een Chinees, en daar
bleef het bij. Voor Mathilde zijn de
arme Chinezen een soort apen, goed ge
dresseerd en handig, maar niettemin
apen, en dus niet geschikt voor mense
lijke omgang, hoe speels ze ook mogen
zijn. Voor Mathilde was in haar keuken
dus het eind van de wereld aangebro
ken. (Wordt vervolgd).
(Van een onzer redacteuren)
De Contactgroep tot Opvoering van de
Froductiviteit (C.O.P.) in Nederland
koestert sinds enige tijd het plan ten
toonstellingsschepen door ons land te
laten varen, waarop voorlichting zal
worden gegeven o.a. door het vertonen
van films, die iedereen iets te zeggen
zuilen hebben over de opvoering der
productie. Daar men momenteel nog niet
over de geschikte rolprenten kan be
schikken de tot nu toe uit Amerika
ontvangen exemplaren voldoen niet ge
heel aan de eisen, die men om alle be
volkingslagen te interesseren, meent te
moeten stellen zal de uitvoering van
de plannen nog even op zich laten wach
ten. Tevens wil men er volkomen zeker
van zijn, dat het financieel mogelijk is
de tournee van de schepen tot een goed
einde te brengen.
De boten zijn er echter al sinds vele
maanden. Aan de Amsteldijk te Amster
dam liggen reeds geruime tijd twee
schepen, Kempenaars van ruim zeshon
derd ton. De eigenares is de Stichting
Watersport. Lang geleden verhuurde zij
de schepen aan de E.C.A.-mossie in Ne
derland. welke het plan had in deze
schepen een expositie over de hall
hulp in te richten.
De populariteit, die de Marshall-hulp
zich spoedig verwierf maakte het pian
echter overbodig voor het tot uitvoering
kon worden gebracht. De ECA verstond
zich daarna riret de COP waarop dit in
stituut het boven omschreven idee ont
wikkelde.
Aan de inrichting van de schepen is
in de maanden, dat zij in de Amstel voor
dew al liggen al zoveel zorg besteedt, dat
het de aandacht van de Amsterdammers
heeft gegtrokken. Zelfs min of meer
wilde geruchten over de bestemming der I
Kempenaers hebben de ronde gedaan.
Een reclame-atelier uit de hoofdstad is
plannen en schetsen voor de expositie
en de inrichting van de schepen aan het
ontwerpen. Een der schepen zal boyen
en benedendeks geheel als expositie
ruimte worden ingericht. Op het andere
schip komt benedendeks een filmzaal
voor ruim tweehonderd kijkers. Deze
zaal is zo goed als gereed. Het wachten
is dus op de films enop de stevige
financiële basis. Dan kunnen de trossen
los. mits heel Nederland dan niet zo hard
werkt, dat aansporen tot productie-ver
hoging overbodig zou zijn.
Vrijdagavond is de presidente van de
Stichting Hulpactie voor Hongarije,
mevr. A. Olsthoorn-v. Woesik, in Am
sterdam gehuldigd vanwege het feit dat
zij dertig jaar lang de zorg voor meer
dan 34.000 Hongaarse „pleegkinderen"
in Nederland op zich heeft genomen. In
een intiem gezelschap spraken de voor
zitter van de Hongaria Club, de heer
A. Palcsik en de deken van Amsterdam
mgr- G. P. J. v. d. Burg hun dank en
waardering uit voAr het werk dat mevr.
Olsthoorn in het belang van de in Ne
derland verblijvende Hongaren heeft
gedaan. Namens de „Hongaria Club"
werd haar een oorkonde overhandigd,
terwijl de studenten van „Mikes Kele-
men"' uit Utrecht, de mijnwerkers van
St. Barbara uit Limburg en de Jezuïeten
seminaristen uit Maastricht met een ge
lukstelegram hun waardering te ken
nen gaven.