Motie-Andries sen inzake
woningbouw aanvaard
VAL DA
Bij onaangemaakte sla en droog brood
I
Burgerlijke verdediging
s ü\M(yta
Prins Bernhard eredoctor van Delft
t i
Een moderne Argonoutentocht
Hel Gulden Vlies
D
Jaap Dooyewaard geridderd
Een zichtbare Kerk
Tweede Kamer bespreekt het
buitenlands beleid
Dokkumer Vla^cucentrale
Sigarenwinkeliers
ontevreden
Regering hoopt wetsontwerp nog dit
zittingsjaar af te handelen
LITERAIRE KRONIEK
ZATERDAG 17 NOVEMBER 1951
PAGINA 3
am m
-«
?.ve:
VbWveVMr 315 Waarb°r®
Neem een doos echte
pastiul.es
UW NOEST
Beslisi onbeiwisi
In Dokkum wooni
de vlaggen-specialisi
Geen extra korting bij
rechtstreekse levering
Per „Karei Doorman"
Twaalf Fireflies naar
Curasao
Huldiging te Amsterdam
Minister In 't Veld
Streefdoel blijft: 55.000
woningen per jaar
Druk Uw eigen
BANKPAPIER
DOOR ALEXANDRA ORME
Dr. ir. Domme 75 jaar
Gelukwensen van vele
zijden
Advertentie
Een overzichtsfoto van de erepro
motie vam Prins Bernhard in de
Nieuwe Kerk te Delft, waar Vrij
dagmiddag aan Z. K. H. door de
Senaat van de Technische Hoge
school het ere-doctoraat in de
Technische Wetenschap is ver
leend. Men ziet hier Z. K. H. Prins
Bernhard met de bul, behorende
bij het ere-doctoraat, welke hem
zo juist is overhandigd door de
promotor, prof. dr. ir. A. J. Kluy-
ver, die nog enige woorden tot de
promovendus richt. Op de voor
grond, tweede van links, H. M.
Koningin Juliana.
In onze moderne tijd staat men over
het algemeen tamelijk critisch tegen
over, we mogen wel zeggen, elke
vorm van gezag. Zelfs onder Katholieken
valt te constateren, dat sommigen deze
critische houding ook uitstrekken tot het,
kerkelijk gezag. Zolang dat redelijk
blijft is daar op zich beschouwd niet al
leen niets op tegen, het is zelfs volmon
dig toe te juichen. Het ernstig bestude
ren van de gronden, waarop de Kerk
gehoorzaamheid eist, bevordert n.l. juist
een kewuste en verantwoorde
onderwerping aan haar gezag, terwijl
de Kerk verder haar leer met een ge
rust hart aan het strengste onderzoek
laat onderwerpen, overtuigd, dat haar
absolute waarheid en geloofwaardigheid
daarmee slechts gediend kunnen zijn
Zonder ons nu te verdiepen in de oor
sprong van de twijfel aan het goede be
staansrecht van de Kerk °'i haar gezag,
moeten wij in elk geval vaststellen, dat
de gemaakte bezwaren, voord van nist-
ketholieke zijde, meestal uitmonden
de bewering, dat de Kerk als uitwen
dige organisatie eigenlijk over
bodig is. Het geloof in God. zo beweert
men dan, zou voldoende zijn. Christus
zou alleen maar een geestelijk en on
zichtbaar Rijk hebben gesticht, dat allen
omvat, die God als Vader erkennen. Uit
huttigheidsredenen zou dan later een
georganiseerde gemeenschap
zijn ontstaan, die bijgevolg niets dan
mensenwerk is. Goed beschouwd zijn die
opvattingen protestants en modernis
tisch.
Lijnrecht daartegenover leert de R.
K. Kerk. dat Christus Zijn Kerk niet
alleen bedoeld heeft als een innerlijke
levenshouding, maar dat Zijn d u i d e 1 ij-
ke en bindende opzet wel degelijk
geweest is een uitwendige, georganiseer
de, godsdienstige gemeenschap te stich
ten, m.a.w. een zichtbare Rechts-
k e r k.
Onder mensen is het nu eenmaal nood-
aakelijk de zichtbare waarden der on
zichtbare Liefdekerk te beveiligen en tot
bloei te brengen door een uitwendige
goed geregelde samenwerking. Daar
komt nog bij. dat Christus Zijn Kerk als
bet enige heilsinstituut voor de hele
tnensheid heeft bedoeld en voorgeschre-
ven, en dat dit daarom duidelijk ook
Voor ieder kenbaar moet zijn.
Wanneer deze zichtbare Kerk pre
cies gesticht is. mag gerust als een on
belangrijke vraag worden beschouwd.
Gedurende heel Zijn openbaar leven
heeft Christus aan dfeze stichting ge
kerkt. haar herhaaldelijk voorzegd en
Zijn heilsmiddelen ingesteld.
Of men nu de uitverkiezing van Pe
trus als Christus' Plaatsvervanger op
aarde of de plechtige bevestiging daar-
V.an als het eigenlijke moment der stich-
;'ng wil beschouwen, of dat men méér
r'et in de instelling van het Doopsel,
van de H. Eucharistie samen met Kruis
dood en Verrijzenis; m Christus' Hemel
vaart tof in Pinksteren, waarop de ge-
hadevolheid van de H. Geest a.h.w. de
iaatste hand legde aan de stichting van
d® Kerk.... in a^e Sovallen blijft de
^ezenlijke waarheid onaange
tast, dat Christus het was, Die de
Kerk op aarde heeft gesticht, en wel als
een zichtbare, juridische organisatie.
Al wie onbevooroordeeld de Evan
geliën leest, kan slechts tot de
overtuiging komen, tja' Christus
oiin éne Kerk als een zichtbare vol
maakte gemeenschap heeft gesticht.
Verduidelijk blijkt trouwens deze be
fooling van de Verlosser uit de gedra-
b^igen der Apostelen, vanaf het eerste
.'hksterfeest. en uit de getuigenissen der
hiegste Christenheid. Heel het openbare
Gven van Christus was gericht op de
>?.stendiging van Zijn zending. Voor
jih volgelingen, die Zijn Rijk zouden
Smaken, heeft Hij zelf een kern ge-
ri0l"md en ze opgeleid: „Petrus, de dn0
fo twaalf, de twee en zeventig, en Zijn
met de uitdrukke-
-ike opdracht „alle volkeren te onder-
t,'!!2en". Als bovennatuurlijk doel schonk
pb Zijn gemeenschap het erkennen van
- °d, en de eeuwige zaligheid der men-
h, terwijl Hij als de voor allen gel-
d hde middelen tob dit doel het geloof,
Sacramenten en het onderhouden van
jjn .h wetten verplichtend stelde. Zonder
2. :'vend en betrouwbaar gezag zou de
Scfverheid van Zijn leer en het gemeen-
6chtDnc'''k streven naar het éne doel
«ter voortdurend in gevaar zijn.
b0 fddaar de instelling van een één-
petf S oppergezag, het primaat van
dePfjS' E161 een van godswege gegaran-
Tp»= duurzaamheid en onfeilbaarheid.
c0i,!men, meJ det van Hem afhankelijke
D_ se der Apostelen en hun opvolgers,
die mee 7/1-1 n alle voorwaarden vervuld,
het kwe.zenl1-ik moeten heten voor
hiaat=ekllp Aan ien, gemeenschap, een
maatschappij: onderlinge, blijvende bin-
Renf' eel\voor allen geldend doel en
Knwwtappe' ""édelen daartoe.
bil du°r cJ?.ri?tus gestichte maatschap-
is bovendien een volmaakte se-
(Van onze parlementaire redacteur)
De Tweede Kamer heeft gistermiddag
eerst nog de algemene beschouwingen
over de rijksbegroting voltooid. Minister
Lieftinck moest nog antwoorden en had
uiteraard weinig nieuws meer te zeggen.
Hij hield vol, dat niet de rentegamma
maar de kapitaalschaarste de gemeenten
verhinderd heeft op lange termijn te
lenen. De .minister kon niet inzien, dat
hogere rente kapitaal, dat er niet is,
te voorschijn getoverd zou hebben. Maar
hij wil wel, voor zover de middelen
reiken, de gemeenten behulpzaam zijn.
Tenslotte kwamen de moties in
stemming. Die van de communisten
gingen natuurlijk de weg van alle
communistische moties. De motie An-
driessen inzake de woningbouw, uitge
groeid tot een door alle fracties, be
halve de communisten, gedragen motie,
werd algemeen aanvaard. Wie zou
willen en kunnen achterplijven bij
een dergelijke motie!
Het werd dus een motie van de
allerbreedste basis. Eén ding is dan
toch gelukt in al deze jaren; het op
stellen van één nationale motie. In dat
licht bezien mag men de voorzitter
van de K.V.P. er toch weer met al te
hard om vallen, dat hij wat haastig
van stapel liep met zijn motie. Het
was de kans van zijn politieke leven,
en het betrof nog een goede zaak ook.
Daarna is men nog wat gaan praten
over de begroting van buitenlandse za
ken. De heren Serrarens, Schmal en
Van der Goes van Naters lieten zich
horen. Zoals te doen gebruikelijk is,
klonk het allemaal erg zachtzinnig. Zo
dra het over buitenlandse zaken gaat,
schijnt het Nederlandse parlement slechts
weinig overtuigingen te hebben en dien
tengevolge ook maar weinig markante
visie op het beleid dat de minister van
Buitenlandse Zaken voert. De heer Van
oer Goes van Naters nam tenminste een
standpunt in met betrekking tot minister
Stikkers geliefde Atlantische gemeen
schap. Daar heeft de heer Van der Goes
natuurlijk wel geen bezwaar tegen, maar
hij kan toch niet begrijpen hoe men een
Atlantische gemeenschap of zelfs een
federatie kan opbouwen als de andere
zuil, Europa, al dan niet met Engelanu
verenigd, ontbreekt. Misschien wil de
minister dit dan wel eens uitleggen.
Advertentie
vc o»
meenschap, omdat zij in haar doel: Gods
glorie en het heil der zielen, volstrekt
autonoom is, d.w.z. aan geen andere
menselijke organisatie ondergeschikt, en
de middelen tot dit doel rechtstreeks
van God afkomstig zijn.
Ofschoon de Kerk uit hoofde van haar
Stichter, de bovennatuurlijkheid van
haar doel en middelen, en de goddelijke
oorsprong van haar leer een geestelijke
gemeenschap is, blijkt uit de genoemde
feiten zonneklaar, dat zij tevens een uit
wendig waarneemhare, menselijke maat
schappij is, zodoende uitermate geschikt
voor haar goddelijke zending onder de
mensen op aarde. Naar Christus' wil is
deze zichtbare Kerk bovendien volkomen
exclusief: naast de Kerk, met Petrus en
zi.in opvolgers als hoofd, kan géén andere
Kerk de ware zijn! Van Christus' stich
ting nu is de R. K. Kerk de voortzetting.
Zij alleen immers beantwoordt volledig
aan de bedoeling van de Verlosser. Het
eenhoofdig gezAg van Petrus is zonder
onderbreking overgegaan op diens wet
tige opvolgers, de Bisschoppen van
Rome, evenals het hiërarchisch gezag
van het college der Apostelen op het
katholiek Episcopaat.
„De Kerk is geen democratie, waar de
gemeenschap zelf de draagster is van
alle macht en deze toevertrouwt aan de
zelfgekozen vertegenwoordigers. God
schenkt rechtstreeks de macht aan de
rechtmatige opvolgers van Petrus en de
Apostelen. Wil iemand derhalve zijn heil
bewerken, en tot de ware Kerk behoren,
dan moet hij zich op grond van Chris
tus' wil onderwerpen aan de drievoudige
leer-, bestuurs- en priestermacht van
het kerkelijk gezag, want dit ontving
zijn macht en zending van Christus,
Wiens plaatsbekleder het is op aarde.
„Wie U hoort, hoort Mij". (Parmen-
tier).
Overigens had de heer Van der Goes
nog een goede opmerking, namelijk dat
van geen land geëist kan worden, dat
het souvereiniteit zal overdragen aan
een orgaan, als het niet zelf mede in dat
orgaan zit. Een waarschuwing, die wel
niet bedoeld zal zijn aan het adres van
de regering, die het toch al allemaal zo
griezelig vindt, maar die aan het adres
van sommige al te onbesuisde integra-
listen wel te pas kwam.
Het debat is overigens nog te weinig
op dreef om er veel peil op te kunnen
trekken.
Postbus 14 - Dokkum
„De besturen van de drie Nederlandse
bonden van sigarenwinkeliers, hebben
met verontwaardiging kennis genomen
van het standpunt van het sigarenkartel
geen extra korting te willen verlenen
hij rechtstreekse levering ondanks de
grootte van de order, welke vaak die van
de tussenhandel overtreft", aldus begint
een door de drie bonden de algemene,
de katholieke en de christelijke bond
van sigarenwinkeliers opgestelde mo
tie.
De georganiseerde tabaksdetailhandeï
ziet het als een gebrek aan waardering
voor de tabaksdetailhandel, dat de Ne
derlandse sigarenindustrie, ondanks alle
tegemoetkomingen, welke van de zijde
van de regering en van de zijde van de
tabaksdetailhandel zelf werden betoond,
ondanks jarenlange onderhandelingen
op geen enkele wijze rekening heeft wil
len houden met volgens de bonden ge
rechtvaardigde eisen van de tabaksde
tailhandel. De tabaksdetailhandel wei
gert langer slachtoffer te zijn van de on
gelimiteerde concurrentie bij de sigaren-
industrie onderling en meent, dat hij
moet eisen vóór 1 Januari 1952 op alle
rechtstreekse leveringen ten minste twee
procent extra korting te ontvangen, een
korting, welke lager is dan de korting
welke de groothandel voor zijn bemidde
ling ontvangt.
Indien deze eis niet wordt ingewilligd,
houdt de georganiseerde tabaksdetail
handel zich het recht voor alle hem ten
dienste staande middelen te gebruiken
om te komen tot een regeling, welke niet
alleen een gezondmaking beoogt van de
verhoudingen van industrie tot handel,
doch ook van de verhouding van de si
garenfabrieken onderling.
Kort geleden werd de uitzending van
een squadron Fireflies van de Marine
luchtvaartdienst naar de Nederlandse
Antillen aangekondigd. Dit squadron zal
bestaan uit twaalf vliegtuigen, die met
Hr. Ms. „Karei Doorman" zullen worden
overgebracht. Het vliegtuigkampschip
zal hiertoe vermoedelijk op 10 Januari
1952 uit Nederland naar Curacao ver
trekken.
Markische Argonautenfahrt", de roman, die in 1950 uit de nalatenschap van
Elisabeth Langgasser het licht zag en dezer dagen ten onzent in verta
ling verscheen, is een werkstuk, waar de lezer zijn handen aan vol
heeft Dit staat voorop; allerminst om belangstellenden van lezing te weer
houden, maar wèl om hen te waarschuwen voor een teleurstelling, die hun deel
zal zijn, indien ze dit moderne Argonautenverhaal even met de ogen willen
verslinden. Ze zullen er dan geen vat op krijgen; er onmogelijk ..in" kunnen
komen, en' het boek uit handen leggen als een onhandelbcmj brok literaire pro
blematiek.
zij die oergrond slechts aan de oorsprong
van hun heimelijkste dromen. Daarheen
reizen zij, door water en vuur; de an
tieke elementen. Het water van de Styx
de rivier der onderwereld maar
tevens het water dat in de droomtaal
der mensheid onze primitiefste driften
herbergt.. En het vuur, dat ons uitzin
nig maakt, verteert èn loutert.
Het boek steekt boordevol symboliek,
die al lezende geduid moet worden
om een inzicht te krijgen in de ziels
toestanden der Duitse Argonauten, om
wie het hier gaat. Die duiding zal niet
iedereen gemakkelijk afgaan; er komt
met name enig psychologisch begrip
van de Griekse mythologie voor kij
ken; en bovendien verzwaart Elisabeth
Langgasser de moeilijkheden der lec
tuur door haar ingewikkelde, maar bui
tengewoon beeldenrijke stiji. Alles bij
een: hinderpalen genoeg voor het ge
not!
Maar die hinderpalen eenmaal over
wonnen: wat een machtige wereld gaat
hier dan open; welke geheimzinnige
wortels van ons bestaan komen dan
bloot te liggen; welk een afgronden
van angst en metaphysisch heimwee
worden dan overvlogen! Ik kan er in
het volgende slechts oppervlakkig een
indruk van geven; verantwoord inzicht
verschaffen is in dit kroniekbestek on
mogelijk.
De gebeurtenissen „Op weg naar het
gulden vlies" spelen zich af in
de Brandenburgse Mark, in de
zomer na de verwoesting van de Duitse
Rijkshoofdstad. Zeven mensen, vier
mannen en drie vrouwen, bevinden zich
dan tezamen op weg naar eenzelfde be
stemming. Ze horen niet bijeen, maar
blijven toch bij elkaar, „ofschoon zij,
volgens alle wetten van het psycholo
gisch inzicht, elkander reeds na de eer
ste vijf minuten vastberaden hadden
moeten ontvluchten. Want in de grond
konden zij elkaar geen van allen uit
staan en geloofden zij alleen maar, dat
zij hun metgezellen, zo goed en zo
kwaad als dat ging, moesten verdragen,
omdat zij op de manier van „z w a a n-
kleef-aan" met elkaar waren ver
bonden."
Dat wat in ieder van hen wakker
wordt op het moment van zijn vertrek
is een gevoel van oerschuld. Niet ieder
een is zich dit gevoel als zodanig be
wust. De mensen vertrekken eenvoudig,
omdat zij hun roepstem volgen. Som
migen zoeken alleen maar aan hun men
selijk zelfbesef te ontstijgen; anderen ho-
ten naar hun ontstelde harten? De blik
semende helderheid van een inzicht, dat
onmiddellijk daarna weer in de duister
nis stortte, overstelpt door het gebrul
van de wilde dieren. Trede na trede
daalden zij op de tast af in de gangen
van het labyrinth dat hun verle
den w a s."
Hier vindt men zowel de metaphy-
sische als de psychologische doelstel
ling van de roman verantwoord.
De genade moet hier gezien worden
als herinnering. Memoria, zoals de
Ouden haar noemden en zodoende als
bewustwording in de moderne zielkun
dige betekenis van het woord.
Metaphysisch gesproken zoeken de ze
ven lotgenoten naar de oergrond Gods,
warin alles rust; psychologisch vinden
sfeer, waarin deze bewustwor
ding der zielen, als pelgrimstocht
beschreven, zich afspeelt, wordt
treffend weergegeven in een passage op
blz. 182. Het is een sfeer van als maar op
het punt staan van verder te trekken:
„Het waren de eigenaardige dagen
van het labiele evenwicht tussen twee
tijdperken van de wereldgeschiedenis,
waarin de mensen zoals eens an
dere pelgrims op hun uittocht uit
Egypte bij onaangemaakte sla en
droog brood, met de stok in de hand
en de hoed op liet hoofd, met elkaar
begonnen te discussiëren in gesprek
ken. die als het ware op leven en
dood werden gevoerd en waarbij bij
voorbaat al werd aangenomen, dat et
iedere conclusie voor het eigen be
staan, of voor dat van anderen, uit
kon voorkomen. Men was nergens
bang voor, want alle angst was al
overwonnen; men verwachtte alles:
melk en honing van het nieuwe Ka-
naan, maar ook de aanblik van de
slang in de woestijn, de slag tegen de
rots en de mogelijkheid dat de. zon
op het hoogtepunt van die geestelijke
gevechten haar daverende gang zou
staken."
Elisabeth Uanggasser's roman is geen
pasklaar kunstwerk; er Is zelfs reden
om het boek als roman een mislukking
te noemen; maar can toch een geni
ale mislukking, omdat ieder li
terair gelukken hier. gezien het gege
ven dat alle normen van romankunst
doorbreekt, per se onmogelijk was.
M a g i s c h-m ythisch en reli
gie u s-m y s t i e k levensgevoel door
dringen hier elkaar op unieke wijze.
Het mysterie der Verlossing wordt in
deze moderne „roman" door een intrin
siek katholieke kunstenares aan de or
de gesteld: als oermenselijk heimwee;
als bovennatuur fermenterend in de
„ondernatuur" der menselijke psyche.
NICO VERHOEVEN
Elisabeth Langgasser.
Elisabeth Langgasser: Op weg naar
het gulden vlies (Markische Argonau
tenfahrt). Vertaald door André Noor
beek. Uitg. Het Spectrum, Utrecht 1951.
In het Stedelijk Museum te Amster
dam is de ere-tentoonstelling ter gele
genheid van de 75ste verjaardag van de
schilder Jaap Dooyewaard geopend. Dr.
N. R. A. Vroom, die. de minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
vertegenwoordigde, deelde de jubilaris
mede, dat het H.M. de Koningin had
behaagd hem te bevorderen tot officier
in de orde van Oranje Nassau.
Als eerste spreker was opgetreden
prof. W. van der Pluym, oud-hoogleraar
van de rijksacademie voor Beeldende
Kunsten, die het leven van Jaap Dooye
waard en diens oeuvre uitvoerig analy
seerde. Daarna kwam dr. Vroom aan
het woord, die hulde bracht aan de
familie Singer, die Jifap Dooyewaard
door haar vriendschap en haar gaven
zeer belangrijk gesteund heeft in zijn
leven; spr. zag het maecenaat verdwijnen
en de overheid kan deze taak niet over
nemen.
Mr. P. van Ogtrop, burgemeester van
Blaricum. sprak vervolgens nog enkele
woorden, waarna burgemeester d'Aillv
de tentoonstelling opende.
In het ere-comité hebben zitting ge
nomen autoriteiten uit België, Frank
rijk, Noorwegen, de Verenigde Staten en
Nederland.
Op de „Pietersberg", het bekende
conferentiecentrum in Oosterbeek, is
een congres begonnen over het Duitse
vluchtelingenvraagstuk. Het werd ge
opend door mevr. dra H. Verwey—Jon
ker. Minister In 't Veld verwelkomde
hierna de Duitse gasten namens de re
gering. Hij zette vervolgens uiteen, hoe
wij hier in Nederland worstelen met
het probleem van de huisvesting en
hoe wij hier de mogelijkheid onder de
ogen zien, om toch uiteindelijk 55.000
woningen per jaar te bouwen, in plaats
van terug te gaan tot 40.000. Spr. wees
op de burgerzinleningen en zei dat. wan
neer de gemeenten 70 millioen bijeen
brengen en de regering door een natio
nale burgerzinlening '00 millioen. het
toch mogelijk zou zijn ongeveer 50.000
woningen per jaar te blijven bouwen.
Het Nederlands tekort bedraagt thans
per negen woningen één. Wanneer men
er 53.000 per jaar bouwt, zou men in 17
jaar klaar zijn, maar het streefdoel
blijft 55.000 trollingen, zodat men in 12
jaar gereed kan zijn.
Dr. Vroom speldt Jacob Dooyewaard
(links) de versierselen, behorende bij
de onderscheiding, op de borst. Rechts
een van zijn werken: „Amazone".
pen hun verloren geliefden te vinden;
weer anderen lopen in trance of ver
vuld van een jeugdherinnering mee.
Tezamen verkeren zij in een voortdu
rende crisis-toestand, die hen soms tot
buitengewoon heldere inzichten in staat
stelt. Hun tocht symboliseert niets an
ders dan een gewetensonderzoek en een
psychologische analyse. Hierbij helpen
zij elkander ongewild. Zij wisselen erva
ringen uit en dringen diep door in el
kanders duisternissen. Zij trekken door
een droomachtig landschap, een mytho
logische onderwereld, waarin de krach
ten van het onderbewustzijn zich onge
remd uitleven. Zij zijn, als de Argonau
ten in de Griekse godenleer, op weg
naar het Gulden Vlies, dat zij hopen te
vinden in het klooster van Anastasien-
aorf. Dit gulden vlies is het teken van
hun innerlijke verheldering, hun licht-
doop of hun begenadiging. Het is een
subtiel symbool, dat aan het einde van
hun gewetensonderzoek staat. Maar wat
voor verschrikkelijke belevenissen gaan
aan dit einde vooraf! „Welk een op
dracht, de eigen ziel uit de Orcus (de
dood, het dodenrijk) naar boven te bren
gen!" laat de schrijfster hen verzuch
ten (blz. 235). „Ieder van hen was tot
Orpheus aangesteld en moest, zonder
andere hulp dan het lied, dat de vorst
van de onderwereld vermurwde, zijn
eigen hart uit de diepte halen. Het Or-
pheus-lied, dat de rotsen bewoog, wie
gaf ieder van hen dat lied in, en wie
wijdde hem door dat lied tot een Or
pheus, die voor de ziel van Eurydice
de verschrikkelijke prijs betaalde van
de dood in de ogen te zien? Wie maakte
hen tot Gods medepriesters: descendens
ad infernos (ter helle dalend)? Wie
anders dan de genade, het trillende tas-
In haar Memorie van Antwoord op het
voorlopig verslag der Tweede Kamer
over het wetsontwerp tot het doen van
uitgaven voortvloeiende uit de burger
lijke verdediging, zegt de regering te
betreuren, dat vraagstukken, welke nauw
verband houden met de burgerlijke ver
dediging, tot dusver niet konden worden
Advertentie
Al het schriftelijke werk, dat
U maakt met de leiding en
voorlichting van R.ES.A.-Hil
versum (Bekende Schriftelijke
Cursus), zal zich eenmaal om
zetten in diploma's, in promotie,
in hoger inkomen! Geslaagde
stud'ie betekent: meer verdien
sten! Dat U slaagt - daarvoor
zorgt R. E. S. A., het Instituut
met de meeste geslaagden!
Vraagt ons prospectus-M.B.A.
Pract. ex. Boekhouden en Han-
delscorr. MULO 'A en B - Mid
denstandsdiploma, Hoofdcor
respondent en V.T.H.-diploma
(Fr., D. en Eng.).
DE RUSSEN KOMEN
VERTALING) FRANS VAN OLDENBURG ERMKE
De Russen gingen van huis tot huis
en namen uit het een, wat ze in het an-
dern odig hadden. En telkens als we
onze neus buiten de deur staken, kon
den we een zwerm soldaten zien, die
met kachels, matrassen en tafels sjouw
den, terwijl de boeren met strakke als
versteende gezichten hun mier-achtige
bedrijvigheid gadesloegen.
Tegen de avond waren we op orde en
gebruikten allen in de keuken ons
avondmaal. Ons huis was gereed en we
waren er heel trots op. Weliswaar kon
je je er niet in verroeren, want alles
wat vloer was, lag vol niet onze stro
zakken, maar het was niettemin ons
huis en het waren onze bedden. Het ge
ruzie over matrassen, kussen en dekens
stierf eindelijk uit en, hoe moe en uit
geput we ook waren, we begonnen zelfs
te lachen en grappen te maken. Over
een dag of twee hoopten we weer terug
op de Villa te zijn.
We sliepen die nacht rustig en, dank
zij onze vermoeidheid, uitstekend. We
maakten geen haast met op te staan,
haalden water uit de rivier beneden,
wasten ons zo'n beetje en ontbeten met
z'n allen in de keuken. Er was geen
twijfel aan mogelijk: óf de Russen had
den hun geschut vlak in onze buurt
opgesteld, óf de Duitsers namen ons on
der vuur. We zaten elkaar de hele mor
gen bang te -maken. Als dit een Duits
offensief was, moesten we proberen om
weg te komen, maar waarheen? De
hoofdstad was nog niet gevallen en aan
deze kant van de rivier was alles nog in
Duitse handen. In de dichtstbijzijnde
stad werd gevochten, zodat we naar het
noorden noch naar het zuiden weg kon
den. Wat zouden we niet gegeven heb
ben. als de deur zou hebben kunnen
opengaan om de Lange Majoor binnen
te laten! Hoezeer had hij gelijk gehad!
Hij zou ons hebben kunnen vertellen,
wat we moesten doen, en daar we het
zelf niet wisten, besloten we. dat dit
een Russisch offensief moest zijn en dat
We tot de volgende morgen zouden
wachten. Was de toestand dan niet ver
beterd, dan zouden we de Russen om
een wagen of een vrachtauto vragen om
ons in veiligheid te brengen.
Neerkijkend op het dorp kon je over
al, waar maar plaats was, in ieder
steegje en slopje. vrachtwagens, karren,
auto's of paarden zien. De straten
zwermden van de soldaten. Het dorp
kon die stroom gewoonweg niet ver
werken. Boeren met bundels op hun
rug zwierven van huis tot huis op zoek
naar een onderdak voor de nacht. Wat
een geluk voor ons. een huis te hebben.
We hadden de laatste van onze kippen
op de vliering verborgen, samen met
twee van Rudi's eenden stervend van
honger en vuil: alles wat er van zijn
reusachtig fortuin was overgebleven;
we hadden meel, we hadden spek en we
hadden een keukenmeid.
Als nu alleen maar die Duitsers weg
op de drempel tegen de magere, rood
harige, kleine officier op.
„Mag ik?" vroeg ik en deed, alsof ik
vreselijk verlegen was.
„Maar natuurlijk!" antwoordde hij en
noodde me met een hofffelijk gebaar om
binnen te komen. De grote slaapkamer
werd helder verlicht door een grote pe
troleumlamp. In het midden van het
vertrek stond een reusachtige tafel, ge
heel met kaarten bedekt. De deuren
van de kachel waren open en er kwam
een onbeschrijfelijke hitte uit. De ka
mer was klaarblijkelijk ingericht voor
het houden van conferenties, en ik zag
al een generaal, een kolonel of een ma
joor op een van de lege stoelen zitten,
terwijl in die grote leunstoel een maar
schalk zou plaats nemen. Daarom had de
wilden blijven! Sn als zij kwamen, zou- schildwacht me waarschijnlijk niet toe
den ze ons vermoorden? Maar wie zou
ons aangeven? Het hele dorp! En op de
allereerste plaats de zogenaamde com
munisten, die nu vandaag nog met rode
banden om hun arm rondliepen, zoals
Stefan.
De Hongaren stonden er op, dat ik
naar de Villa zou gaan en daar een be
wijs vragen, dat we uit ons huis ge
ëvacueerd waren en recht hadden op ge
meentewoning Nr. 72 als ons rechtmatig
onderdak, waar niemand ons uit zou
kunnen zetten. Ik probeerde het aan de
voordeur, maar, hoe ik ook aandrong,
de schildwacht stuurde me terug. Toen
liep ik om en bereikte langs de steile
helling, waarop de Villa stond, het klei
ne huisje van Teresa. Daar zag ik Tere
sa's arme inboedeltje samen met onze
Louis XVI-meubels onder de overste
kende dakrand staan, die, daar er geen
goot was, bij regenachüg weer in een
w
plaats om 's winters meubels op tc
slaan! Er stond aan die kant geen schild
wacht. maar toen ik de binnenplaats op
kwam. begonnen de soldaten wolfachti-
ge blikken op me te werpen. Ik zocht
die zee van gezichten vergeefs af op zoek
naar een bekende en liep toen voorzich
tig om naar de voorkant van het huis.
willen laten, maar de officier bracht me
hier binnen met een echt Russisch ge
brek aan consequentie, als wilde hij
pronken met zijn werk.
„Hoe mooi u het hier heeft inge
richt!" fluisterde ik met geveinsde ver
rukking, want ik voelde, dat dit enthou
siasme van me verwacht werd. De sol
daat. die naast de kachel bij de deur
stond, glimlachte van voldoening, zodat
zijn mond bijna van oor tot oor reikte.
En de officier kuchte even, als wilde hij
zeggen; Maar natuurlijk, ik ben er aan
gewoon om alles voor de staf in orde te
brengen; ik weet, hoe het hoort.
Hij was onmiddellijk bereid om me
het gevraagde bewijs te geven, en ter
wijl hij ging zitten om het uit te schrij
ven, kwamen er een paar soldaten bin
nen met hout voor de kachel. Ik kende
iedere knoest in dat hout, want ik had
oot was, dij regeuacnug weer in een het zelf gehakt. De solda^n pTObeei den
/aterval veranderde. Een uitstekende °P hun tenen te lopen om de k P
op de vloer met vuil te maken, en
maakte hun manier van lopen nog bee'"
achtiger dan anders. Ze lichten hun voe
ten juist een tikje te hoog op e" hleve
juist een tikje te lang in die sta"d; z
dat ze voorover dreigden te vaiie
een tikje te vlug een volgende pas
moesten wagen. Die vreemde loopw ij ze
De hoofdingang was wijd open, want ze was een betuiging van eer^ie^
hadden de voordeur uit haar hengels plaats, waar ze zich
gelicht. Ik bereikte het terras en botste
(Wordt vervolgd).
afgedaan. Zij hoopt echter, dat zowel het
wetsontwerp tot uitvoering van artikel
196 van de Grondwet als het wetsont
werp inzake het brandweerwezen nog
dit zittingsjaar het Staatsblad zullen be
reiken.
Gevraagd werd enige meer concrete
mededelingen te doen betreffende de
verhouding tussen het mili
taire apparaat en de organi
satie van de burgerlijke ver
dediging. De regering merkt in dit
verband op, dat, indien ons land ander
maal in een oorlog zou worden betrok
ken, de nationale verdediging bestaat uit
twee in wezen gelijkwaardige componen
ten, n.l. de militaire en de burgerlijke
verdediging. Zij vullen elkaar aan en
zijn beide even onmisbaar. De burgerlij
ke verdediging in ruime zin is het totale
complex van maatregelen, vereist voor
de instandhouding van het maatschap
pelijk leven en de oorlogseconomie. Van
deze burgerlijke verdediging in ruime
zin is het geheel van niet-militaire maat
regelen tot bescherming van de burger
bevolking en haar bezittingen, alsmede
van de bezittingen van openbare licha
men tegen de onmiddellijke gevolgen
van oorlogsgeweld slechts een onderdeel.
De burgerlijke verdediging in enge zin
is het zelfstandig onderdeel, dat, behou
dens een uitzondering, onder burgerlijk
gezag blijft, zolang het militair gezag
hierover geen zeggenschap zal hebben.
Wel kan een beroep op militaire bijstand
worden gedaan.
De samenwerking met de brand
weer is zó gedacht, dat het plaatse
lijk (c.q. regionaal of landelijk) com
mando bij rampen het zwaartepunt
en de omvang van de inzet van het
potentieel der onderscheidene dien
sten bepaalt, doch daarna de techni
sche uitvoering der maatregelen ge
heel overlaat aan de verantwoorde
lijke leiders der diensten zelf.
In grote aaneengesloten bebouwingen
zal de bevolking, naar de ervaring heeft
geleerd, niet met kleine individuele
maatregelen kunnen volstaan. Wil zij
doeltreffend de bestrijding van de ge
volgen van luchtaanvallen in eerste aan
leg kunnen realiseren, dan is daarnaast
samenwerking in groter verband gebo
den. Te dien einde is gedacht aan het
vormen uit de bevolking van een blok-
inwoners in de A-gemeenten; waar dit
beschermingsploeg op circa elke 1000
blokploegpersoneel bij toerbeurt in de
overheidsorganisatie zal worden inge
schakeld (part-time verband) zal de op
leiding van overheidswege worden ver
zorgd.
De regering heeft de voor- en nadelen
van uniformering nauwgezet over
wogen. Nog afgezien van de practische
bezwaren, welke het dragen van gewone
burgerkleding bij oefeningen of daad
werkelijke actie met zich zou brengen,
vraagt het optreden van grote aantallen
personeel eenheid en discipline, welke
slechts met uniformering kunnen worden
bereikt. Bovendien geldt, dat het perso
neel, wil het zich ten volle opgenomen
weten in de burgerlijke sector van de
nationale defensie, ook de behoefte zal
gevoelen dit naar buiten te tonen. Op
grond daarvan werd in het wetsontwerp
een eenvoudig uniform met bijbehorende
distinctieven en een helm voor alle daar
voor in aanmerking komende personeels
leden uitgetrokken.
Dr. ir. M. H. Damme, oud-directeur-
generaal van P.T.T. ontving gisteren ter
gelegenheid van zijn 75ste verjaardag
vele gelukwensen, bloemen en geschen
ken. De heer L. Neher, directeur-gene
raal van P.T.T., vele leden van diens staf
en oud-medewerkers kwamen gelukwen
sen aanbieden. De voorzitter van het
Kon. Instituut van Ingenieurs, jhr. mr.
Co. C. A. van Lidt de Jeude en tal van
andere vrienden en kennissen kwamen
feliciteren, evenals de directeur van het
Ned. Verkeers Instituut en vertegen
woordigers van andere organisaties. Ook
door de K.L.M., waarvan de jarige com
missaris is, werd de verjaardag van ir.
Damme niet vergeten.