Regering verdedigt haar Indonesië-beleid (BIC DE NOQBMAN: De vLtek van het g(HÏd Tips voor kleurenfotografie w anneer wij eenmaal bij onze foto De Hollandse immigrant in Nieuw-Zeeland HU kdT)aaioek Voh iht W HEN Et AAR t I Hel moet mogelijk zijn een voor beide partijen aanvaardbare regeling te vinden Engelse invoerstop veroorzaakt ernstige moeilijkheden Bij de invoering der werkloosheidswet >ngeluk komt zelden alleen u MEMORIE VAN ANTWOORD AAN DE TWEEDE KAMER, De kwestie Nw.-Guinea Weer levenslang voor moord geëist Ontwerp-Ziekenfondswet Grote verontwaardiging in Nederland Reorganisatie Uniesaken en Oversee se Rijksdelen 4 ZATERDAG 24 NOVEMBER 1951 PAGINA 5 Gritiek van de fondsen De verlichting of stand van de zon Voor onze amateurfoiografen Naar de plaats van bestemming ilil i- ;'#i» Regering: Ogenblik nog niet gekomen dat het de re£C- zich telkens In zover verschillende leden van de Kanier hun bewering^ ring: steeds ontbroken heeft aan een doelbewust beleid en dat zij tevreden stelde met tijdelijke oplossingen op korte termijn, meenden te moe- te» toepassen op het huidige regeringsbeleid ten aanzien van de Overzeese Rijks delen, inzonderheid ten aanzien van Nieuw-Guinea, volstaat de regering met deze overigens niet nader geadstrueerde bewering af te wijzen, aldus deelt minister Peters de Tweede Kamer mede in zijn Memorie van Antwoord over de begroting van Uniezaken er. Overzeese Rijksdelen. Naar aanleiding van de algemeen uitgesproken teleurstelling over het feit, dat c e regering een algemene uiteenzetting van het regeringsbeleid met betrekking tot de Unie-zaken overbodig achtte, moet de regering erkennen dat het haar nog steeds niet duidelijk is in welk opzicht, na alles wat in de laatste maanden in de Staten - Generaa I is gezegd en besproken, nog aan een nadere algemene uit eenzetting behoefte zou bestaan. vinden, welke voor beide partijen aan- vaardbaar is. Zij is er eveneens van I overtuigd, dat het voortbestaan van het meningsverschil over Nieuw-Guinea hieraan niet in de weg behoeft te staan. In deze mening werd zij versterkt door de inhoud van de officiële boodschap, welke prof. Supomo op 24 Augustus j.l. namens zijn regering overbracht. Naar aanleiding van de stappen, welke de Indonesische regering onlangs heeft ondernomen om te geraken tot herziening van de betrekkingen zoals deze ter R.T.C. waren geconstrueerd, heeft overleg met prof. Supomo plaats gehad. Dit heeft echter nog niet geleid tot een situatie, waarin het de regering mogelijk zou zijn meer uitvoerige me dedelingen te doen over het Indonesic- beleid dan gedaan zijn in het regcrings- eommuniqué van 21 September j.l. Blijkens dit communiqué ligt het uit gangspunt der gehouden en nog te voeren besprekingen voor de regering in haar bereidheid om tegemoet te ko men aan de wens van Indonesië om een andere, voor beide partijen aanvaard bare, basis voor de betrekkingen tussen beide landen te zoeken. De conclusie, welke vele leden uit het communiqué trokken, dat de Nederlandse regering zich tegenover Indonesië nog niet ge bonden heeft om aan de opheffing van de Unie mee te werken, is juist. Zij meent, dat het er juist nu, na de erva ringen van de laatste jaren, op aankomt, dat beide partijen wel geleerd, maar niet belast door het verleden, in vrijheid en oprechtheid zoeken naar betrekkingen, welke de beste waarborgen zouden kunnen bieden voor de ontwikkeling van een duurzame goede verhouding tussen beide landen. De regering is voor zichzelf de over tuiging toegedaan, dat het belang van beide partijen bij een goede samenwer king zó groot is, dat het mogelijk moet zijn een regeling van betrekkingen te (Vervolg van pag. 1) Zeker, de vakvereniging houdt op zo veel andere terreinen zodanig belang rijke taken, dat zij zonder twijfel vol doende „aantrekkelijk" zal blijken en blijven voor de arbeiders. Wij hopen alleen, dat de arbeiders dit ook volledig zullen inzien en niet zullen gaan rede neren: Wat heb ik nu nog aan mijn vakbond: ik heb hem niet meer nodig. Het argument: er is sinds de bevrijding al geen werklozenkas meer bij de vak bonden, gaat veel minder sterk op dan men denkt. Het moge ongelooflijk klin ken. maar talrijke arbeiders zijn er nog steeds van overtuigd, dat hun vakbonds lidmaatschap een verzekering tegen werkloosheid insluit. De arbeiders mo gen wel bedenken, dat hun vakbeweging een niet onbelangrijke invloed vooral op de uitvoering van de wet behoudt. Het is hier niet de plaats om in te gaan op de administratieve pro blemen, die met de invoering van deze wet zijn verbonden. Zij zijn zó technisch dat we slechts willen volstaan met de innige hoop uit te spreken, dat de uitvoeringsorganen op tijd gereed zullen zijn met het inrichten van hun administratie. Trouwens ook ons parle ment heeft nog al wat werk te verzetten voor we zover zijn. Er zijn maar liefst drie wetsontwerpen aanhangig het ontwerp Organisatiewet sociale verze kering en de daarmee verband houdende ontwerpen tot Wijziging van de Ziekte wet en de Kinderbijslagwet die (eerst nog?) in net Staatsblad moeten komen. Er zijn ten opzichte van de uitvoering onze sociale wetten grote veranderingen op komst. Wel is het nuttig nog eens even te bezien waarom we ruim 2% jaar hebben moeten wachten (9 Sept. 19491 Juli 1952) alvorens deze afge kondigde wet volledig van kracht zou worden. De oorzaak ligt natuurlijk in de loonpolitiek onzer regering, waardoor inkomsten en koopkracht zo nauw aan elkander verbonden zijn dat elke ver andering zeer ernstige bestudering en vaak zeer langdurig overleg behoeven. Dat er niet veel speling tussen lonen en prijzen zit blijkt wel uit het laatste „rondje-loon" dat werd toegestaan. Van regeringszijde heeft men waakzaam te zijn voor het evenwicht van de beta lingsbalans èn voor een behoud van een redelijke koopkracht. Dit veroorzaakt vaak een dubium, dit brengt ons regel matig in de beruchte vicieuze cirkel. We kunnen ons dan ook voorstellen dat er in het kabinet geen al te grote homo geniteit zal zijn geweest, toen het be sluit tot het vaststellen van de datum van invoering moest worden genomen. We kunnen ons ook voorstellen dat de Sociaal Economische Raad, die omtrent deze wet in een uitvoerig rapport van advies heeft gediend, en speciaal in die Raad de leden werknemers, menig ogen blik met gefronst voorhoofd zullen heb ben gezeten. Het in 't begin van dit jaar ingenomen standpunt t.a.v. lonen en prijzen was immers, dat genoegen zou worden genomen met een consumptie- beperking van 5%. Invoering van de W.W.-wet betekent: premiebetaling door de werknemers: 2.1% prijsverhoging, tengevolge van de premiebetaling door de werkgevers (eveneens 2.1%). E1' blijkt nu door de werknemers toch weer genoegen te zijn genomen met een prijs stijging. welke niet zal worden ge compenseerd (0.9%), terwijl zij wel vor deren, dat de premie geheel zal worden gecompenseerd. Voorts wordt becijferd, dat de werkloosheid, door de invoering van deze wet. mede tengevolge van de prijsstijging, met =fc 60.000 personen zal toenemen, al staat daar als gunstige factor weer tegenover, dat de betalings balans met 110 millioen gulden zal ver beteren. Ziedaar enkele redenen, waarom het overleg over de invoering zolang heeft geduurd. Er blijkt weer eens uit hoe ingewikkeld deze materie is. Onze vak verenigingen zullen verstandig doen hun leden tijdig en goed voor te lichten. Nieuw-Guinea Intussen hebben de stappen van de Indonesische regering naar aanleiding van de indiening van het ontwerp tot wijziging van de omschrijving van het grondgebied van het Koninkrijk in de Grondwet de situatie weer aanzienlijk vertroebeld. De regering mag niet ver helen. dat de houding van de Indonesi sche regering haar heeft verbaasd. Het bedoelde herzieningsontwerp was im mers reeds maanden geleden gepubli ceerd, terwijl ook het voornemen van de regering om dit ontwerp, in te dienen reeds geruime tijd bekend was. Vau Indonesische zijde is daaröp nimmer ge reageerd. wat de regering begrijpelijk achtte, omdat de onderhavige wijziging ir. geen enkel opzicht verandering brengt in de stand van het vraagstuk. De stap van de Indonesische regering is voor haar dan ook even' verrassend als on begrijpelijk. Zij heeft de Indonesische regering van deze verrassing in kennis gesteld en zij heeft zowel de qualificatie ..onvriendelijke daad" als het protest daartegen met kracht afgewezen. Voorts heeft ze er haar bevreemding over uit gesproken. dat de Indonesische regering de op haar verzoek te houden bespre kingen over de Unie-kwestie in de waagschaal wil stellen door daarbij het Nieuw-Guineavraagstuk als hoofdpunt ter tafel te willen brengen Daar de Indonesische regering haar standpunt inzake Nieuw-Guinea ba seert op een bepaalde interpretatie van artikel 2 van het charter van de souve- reiniteitsoverdracht en het hier dus duidelijk een rechtsgeschil betreft, heeft de Nederlandse regering de suggestie geopperd deze zaak van. Indonesische zijde ook als zodanig te behandelen, b.v. door haar aan het oordeel van het Uniehof van Arbitrage te onderwerpen. De militaire vertegenwoordigers der landen van het Atlantisch Pact zijn deze week te Rome bijeengekomen. De Belgische It.-generaal Baele richt zich hier tot de vergadering. Het feit dat deze rechtszaak aanhangig is bij het Hof behoeft geen belemme ring op te leveren voor het voeren van de vaker bedoelde besprekingen over de Unie-verhouding. Op het ogenblik, dat deze Memorie van Antwoord wordt opgesteld, valt nog niet te voorzien hoe deze zaak zich verder zal ontwikkelen. Vele leden hebben opgemerkt, dat Indonesië niets of weinig doet om de samenwerking practisch te doen beleven. Zij koesteren dien tengevolge twijfel aangaande het practische effect van een eventuele herziening van de betrekkingen. Inderdaad meent ook de regering, dat afgezien nog van de in ver band met het Nieuw-Guinea-vraag- stuk gerezen moeilijkheden -in de afgelopen jaren de mogelijkheden tot vriendschappelijke samenwer king minder zijn geëffectueerd dan in het gegeven kader mogelijk was. De vraag of de regering de overtui ging heeft, dat Indonesië inderdaad op samenwerking prijs stelt, zou de regering voorshands bevestigend willen beantwoorden Uit vele uitlatingen van Indonesische zijde leidt de regering af, dat de me ning van Indonesië, dat de samenwer king beter of ruimer bereikt kan wor den in een ander verband dan de Unie, voortspruit uit het algemeen Indone sisch gevoelen, dat het Uniestatuut te zeer het stempel draagt van een com promis. Voorts oordeelt men aan Indo nesische zijde, dat in de wijze van for mulering van enkele van de ter R.T.C. gesloten overeenkomsten het accent te veel is gelegd op een Nederlandse voor keurspositie. Hoewel er in Indonesië politiek in vloedrijke personen zijn, die het stand punt huldigen dat een eenzijdige op zegging van het Uniestatuut onder be paalde omstandigheden verdedigbaar is, heeft de Indonesische regering door de manier, waarop zij de besprekingen over dit onderwerp heeft ingeleid, een methode gevolgd welke blijk geei't van de wil om op regelmatige wijze een oplossing voor dit vraagstuk te vinden. Wat betreft de vraag of de bereidheid van de regering om een eventuele wij ziging van de verhouding in studie te nemen aldus moet worden verstaan, dat deze eerst kan beginnen nadat de Indo nesische regering een volledig project van de door haar gewenste wijzigingen heeft ingediend, kan de regering mede delen, dat zij de komende voorberei dende besprekingen vooral ziet als een weg om gezamenlijk te zoeken naar een voor beide partijen aanvaardbare basis voor het vestigen van een nieuwe ver houding. Bij deze vorm van overleg doet men wellicht beter niet uit te gaan van eenzijdig volledig uitgewerkte projecten. Vrijdag heeft de procureur-generaal bij het Haagse gerechtshof opnieuw levenslang geëist tegen de 26-jarige tuin dersknecht J, B.. die in Juli zijn 25- jarige echtgenote in z'n woning aan het Westeinde te Den Haag door worging om het leven had gebracht en haar stof felijk overschot onder de vloer van de gang had begraven. In een psychiatrisch rapport was aan gevoerd, dat B. bij zijn daad leed aan een zodanige storing van zijn geestver mogens, dat hem dë feiten maar ten dele konden worden aangerekend. De procu reur-generaal meende, dat men deze psy chische eigenaardigheden na een zorg vuldig onderzoek waarschijnlijk wel bij veel mensen zal kunnen constateren. Uitspraak 7 December. IU MV 34. Argwanend en besluiteloos loeren de rovers naar de natuurmens, die zo on verwachts tussenbeide gekomen is. Doch Tamar's verschijning heeft op de gevangen knaap een wonderlijke uitwerking. Zo lijdzaam en onbewogen als hij de bedreigingen van de bandieten over zich heen heeft laten gaan, zo woedend keert hij zich nu tegen de man, die hem het leven tracht te redden, door kortweg aan te bieden, de vindolaats van het goud bekend te maken. „Het is mijn goud!" raast de jongeling. „Houd u er buitenBemoei u liever met uw... met uw..." Hij stottert van opwinding, „...met uw konijnenstrikkenIedereen is op mijn goudm uit. iedereen wil mij bestelen. Gij hebt geen recht het hen te ver tellen. Ik zal ik zal Vertwijfeld rukt Gnom aan zijn boeien en zijn woede schijnt hem reuzenkracht te geven. Hijgend wringt en trekt hij met de armen en plotseling, vóór een der rovers er op bedacht is. breekt de jonge man met één geweldige ruk de koorden om zijn polsen aan stukken. Een ogenblik staan de rovers als aan de grond genageld en de Noorman die tot zijn grote verwondering uit Gnom's woorden begrepen heeft, dat Tamar geen onbekende voor de jongeman is beseft onmiddellijk dat ook zijn kans gekomen is. Terwijl de rovers elkaar verwarde bevelen toeschreeuwen, maakt Eric van de gelegenheid dat niemand op hem let gebruik, om in een uiterste krachtsinspanning ook zijn handen los te wringen. Gnom heeft intussen de aanval van de rovers niet afgewacht. Hij grijpt een van zijn belagers beet en slingert de kerel als een levend wapen in het rond, zodat 's mans voeten ongenadig huishouden onder zijn eigen makkers! Doch ook de Noorman laat zich niet onbetuigd. Als een moker komt zijn vuist neer op het hoofd van een der schavuiten. Een andere kerel duikt voor hem op en terwijl Eric hem in het stof laat bijten, ziet hij hoe Tamar hei woud inschiet... Gnom slingert de schreeuwende rover ver van zich af en maakt korte metten met de kaalkop, die hem op de rug wil springen. Bliksemsnel overziet de Noorman de toestand Van Tamar is geen spoor meer te bekennen. Het is dus twee tegen zes. Als de rovers een tegenaanval ondernemen zullen zij beideri de strijd nooit kunnen winnen tenzij hij er in. slaagl dc wolfs hond, waarvoor de bandieten een heilig ontzag hebbenlos te maken En terwijl zijn stentorstem Gnom aanspoort om te vluchten, nu het nog mogelijk is. probeert de Noorman zich al vechtende een weg te banen naar de plaats, waar de rovers zijn paard en de wolfshond hebben vastgebonden Over het ontwerp Ziekenfondswet, waaromtrent de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid advies heeft gevraagd aan de Sociaal Economische Raad, is door het bestuur van de Cen trale Bond van Onderling Beheerde Ziekenfondsen een nota uitgebracht. In deze nota. die Maandag in een buiten gewone algemene vergadering van de Centrale Bond zal worden behandeld, is een aantal criteria neergelegd, waaraan naar de mening van het bestuur het ontwerp niet voldoet. De invoering van één soort verzeker den is o.a. voor de uitvoering van de ziekenfondsverzekering van een zo on schatbare waarde, dat hierop met de meeste klem dient te worden aange drongen. Het wetsontwerp komt voorts niet te gemoet aan het alom bekende verlangen om tot afschaffing van het couponsysteem over te gaan. In het ontwerp wordt de mogelijkheid gelaten ambtenaren buiten de verplichte ziekenfondsverzekering te stellen. De nadrukkelijke bepaling, dat het politie personeel buiten de wettelijke regeling wordt» gesteld, duidt reeds in een rich ting welke sterk ontraden wordt en welke volgens de nota een uniforme re geling van de geneeskundige verzor ging van de Nederlandse bevolking ern stig bedreigt. nandelaar een kleurenfilm ge kocht hebben gaan wij natuur lijk zeer omzichtig te werk; immers zo'n film is vrij kostbaar, en wij moeten er dus zo zuinig mogelijk mee zijn. Voor alles verdient het aanbeveling de came ra eens grondig schoon te maken en vooral ook de lens een goede beurt te geven. Daarna zetten wij de film in de camera en draaien no. één voor het rode glaasje. Dit alles vooral niet in een te lichte omgeving, zoals b.v. in de volle zon. Is de film dan op no. 1 gezet, dan moeten we het rode glaasje afdekken, omdat de film ook gevoelig is voor rood licht. Schijnt de zon op dit rode glaas je. dan kan door de beschermlaag heen de film belicht worden en ontstaat 'op het negatief een groene en op de af druk een rode vlek. Men kan b.v. heel goed een stukje leukoplast over het glaasje plakken, dat alleen bij het door draaien naar het volgende no. even op- Advertentie CARBOVIT (Actieve KoolDragées) reinigt maag en ingewanden van kwade jtolfen. Per door 41 ct. Flacon I 1.03. gelicht kan worden, zonder dat men er direct zonlicht op laat vallen Zijn genoemde voorzorgen eenmaal getroffen dan fotograferen wij liefst bij volle zon en blauwe hemel, wat afge leid kan worden uit de tabel van kleur- temperatuur in het vorige art. Wij krij gen dan de meest juiste kleurweergave. Hierbij moeten wij zoveel mogelijk zwa re schaduwen vermijden daar hier de kl.temp. veel hoger ligt en dus de kleu ren in de schaduw te blauw worden. Ook verdient het aanbeveling zoveel mogelijk kleuren te fotograferen. Voor al frisse kleuren doen het meest heel goed; alleen moeten wij al te veel va riatie in de kleuren vermijden, dus ook hier is een rustige omgeving van groot belang. Zo is b.v. een foto van één enke le bloem vaak veel mooier dan een op name van een hele tuin met allerlei soorten bloemen. Voorts moeten verge zichten liever vermeden worden; wil men deze toch maken dan kan door een frisse kleur in de voorgrond te plaatsen de foto toch heel goed worden, omdat dit het vale van een vergezicht compen seert. (Vervolg van pag. 1) Dan liggen we voor de kade. Een klein groepje Hollanders staat daar al, on danks de vroegte. Het is een zoeken naar bekenden een geroep over en weer, ontroering bij weerzien. En om 9 uur v.m. op Vrijdag 28 Sep tember verlaten de eerste Hollanders de Zuiderkruis en betreden de bodem van hun nieuwe vaderland. Een nieuw leven begint. Een nieuwe toekomst zal worden opgebouwd „from the bottom". Niemand aarzelt, ieder is vol vertrou wen en tenslotte zijn we toch Hollan ders! De organisatie van de ontscheping is perfect. Direct van de boot in bussen en van de bus in de trein. De Zuiderkruis stroomt leeg. De passagiers verspreiden zich naar Noord en Zuid. naar allerlei min of meer onuitsprekelijke plaatsen wordt de kleine gemeenschap van het drijvende dorp verstrooid. Zij die des avonds pas ontschepen gaan Wellington in. Intussen spelen zich aan boord merk waardige taferelen af van pas herenig de paren. Onwennig, toch wat ver vreemd zitten ze bij elkaar. Of erg stil, of erg druk. Pijnlijk voor sommige va ders om te ervaren dat hun kinderen hen niet herkennen en wat schuw opkij ken naar die „man". En inplaats van te storen merk je, dat je eigenlijk welkom bent in zo'n situatie. Onbewust help je het ijs breken. Zij die door het „lot" naar het Zuid eiland gebracht worden, hebben de J J zt is mij uiteraard niet bekend, t~l geachte lezer, of de fortuin u door- gaans gunstig gezind is. Indien dat inderdaad meermalen het geval is, hetgeen ik u van harte toewens, dan kunt ge u zeiven tot de gelukkige ster velingen rekenen. Met het volste recht. Maar doe het pas dan, wanneer ge er geheel van overtuigd bent, dat ge een werkelijk, uitzonderlijk begunstigd indi vidu zijt. Want zo u de euvele moed zou durven, hebben, op impulsieve wijze een weinig voorbarigheid te vertonen, dan kamt ge op de koffie. En niet zo zuinig ook. Zoals het spreekwoord luidt: „Overmoed komt vóór de val!" Piet en ik hebben dit, ter lering ende vermaeck, op ondubbelzinnige wijze er varen. Zo wij tot voor kort geleden nog neiging zouden hebben gehad, ons zelf en elkaar op de schouder te kloppen, dan is ons nu toch die pret wel degelijk vergald. Rekenden, wij ons vroeger nim mer tot de categorie van pechvogels, thans moeten wij volmondig en op zeer deemoedige manier toegeven, dat ook wij bij tijd en wijle met een beetje te genspoed hebben te kampen. Om het maar wat luchthartig zo uit te drukken. Want zelfs de grootste optimist zou he't hoofd laten hangen, indien hij kreeg te doorstaan, wat wij moesten ondergaan. Het gebeurde op een van onze laatste visdagen, dat een achterband van het Chevroletje. direct al bij het vertrek, een overbodig gat vertoonde. Dit gat had een zodanige omvang, dat wij de spijker, die er in verscholen lag, bijna over het hoofd hadden gezien. Nu is het verwisselen van een wiel el niet zo n onoverkomelijke ramp wanneer er een reservewiel aanwezig is. Dit was echter niet het geval. En het resulteerde in een wandeling terug naar huis om dehele rommel over te laden m fietstassen en rugzakken. Dat was allemaal ook nog niet zo erg. Volgens mijn vrouw ten minste. Die vond het heel wat ^ger, dat ik haar het bed uit moest bellen, omdat ik mijn sleutels in mijn andere (daagse) broek had laten zitten. Na nog een betrekkelijk klein manke mentje aan Piet's lantaren te hebben verholpen, vertrokken wij andermaal. Ons humeur had nog geen deuk beko men. Het eerste schrammetje daarop kwam, toen wij in de gaten kregen dat het behoorlijk was gaan waaien. En wel in de richting, waar wij vandaan kwamen. Ruim anderhalf uur er tegen in en wij maar trappen. Het was natuur lijk wel een kleine troost, dat we de bries 's avonds in de rug zouden heb ben. Enfin, behoorlijk kort van adem be reikten we eindelijk het water, om direct van de verhuurder te horen te krijgen dat we „veuls te loat" waren. Alle boot jes waren „vort". Ik ben erg snel van reageren en ik had onmiddellijk adem terug. Waarvan ik maar direct gebruik heb gemaakt door enkele zuiver Hol landse opmerkingen te laten weerklin ken. Geheel begrijpelijk overigens. Al dus gehandicapt waren wij genoodzaakt te snoeken vanaf een wat je noemt moeilijke -wailekant. Bomen, struiken en rietkragen vormden lastige obstakels. Bovendien was het land doorsneden met slootjes, die wij telkens moesten overwinnen. Dat ik onder de omstandigheden een nat pootje haalde, was in het geheel niet verwonderlijk meer. Tot over mijn knieën zakte ik in de blubber. Waar bij tevens bet aasketeltje door de lucht vloog en de helft van de voorntjes in het water terecht kwam. Op enkele be ledigingen aan het adres van Piet na, kwam ik verder aardig goed het slootje over. En was het mijn beurt om te sar ren, gezien het feit, dat mijn dierbare maat de tas met mondvoorraad, waarin ook onze reels zaten, bij het botenhuis had laten liggen. Zodat hij weer terug kon gaan. Het was geheel vanzelfspre kend, dat ik ontdekte, al wachtende, dat mijn sigaretjes doorweekt waren. Om in goede stijl te blijven, was het aasketeltje gaan lekken, tengevolge van de val. En moesten wij ons na ons eer ste snoekje, een „haring", direct aan het witten slaan. Waarbij Piet zijn deeg Hl het majem liet plompen. Juist nadat ik voor de zoveelste keer vastzat en besloten had de boel in vre desnaam maar stuk te trekken, kwam de boer voorbij. Met de mededeling „dat hij geen vreemdelingen op zijn land wenste". Dat 's avonds de wind gedraaid was en wij hem weer tegen hadden, dat was te verwachten. Maar dat het nu ook nog moest regenen.... Df. langste reis voor de boeg. Met de nacht boot van Wellington naar Lyttelton bij Christchurch, wat ongeveer 11 uur va ren is. Daarna nog een uur of wat met de trein en enkelen zelfs daarna nog met bussen weer verder het binnenland in. De Hollandse immigrant staat hoog aangeschreven in Nieuw-Zeeland. Dat merken wjj reeds op de nachtboot die ons naar Lyttelton brengt. Al spoedig zijn we in een geanimeerd gesprek ge wikkeld met enkele heren, die zich ont popten als onderwijzers, terug van een congres. Zoals zij hun best doen je al lerlei inlichtingen te geven. Van deze heren, zelf eenmaal immigranten uit Engeland, krjjgen we waardevolle tips. Oefen geen critiek uit voor je een paar maanden hier bent. Zet ogen en oren wjjd open en luister. Laat de Nieuw- Zeelanders spreken. Wees bereid aan te nemen en doe vooral nooit uit de hoogte. Zij die doen alsof alles wat hun verteld wordt oud nieuws is of dat het in Hol land veel beter is zullen er gauw uit liggen. Ook hier is eenvoud het ken merk van het ware en dat mogen wij wel goed in onze oren knopen. We zullen spoedig vrienden maken, uitgenodigd worden, wordt ons voor speld. En dat hebben wij in het begin hard nodig. Het zal ons niet moeilijk vallen, dank zij de goede naam die de Hollander hier heeft. Deze naam is gevestigd door onze voorgangers. De ze pioniers hebben een pracht stuk goodwill gekweekt, waarvan wij nu profiteren. Maar waardoor wij ook de verplichting hebben deze naam te handhaven. De treinreis vanaf Lyttelton leert ons. dat het er bij de Nieuw-Zeelandse spoor wegen gemoedelijk toegaat; nu eens wordt er enige minuten gelegenheid ge geven voor een verfrissing, dan weer stopt de trein ruim 20 minuten om de passagiers de gelegenheid te geven een lunch te gebruiken in een stationsres tauratie. Na de lunch gaan we weer ver der zuidwaarts. Van lieverlede dunnen de gelederen van de Zuiderkruisers uit. Bijna elk station verdwijnt er een Hol lander. Het landschap wordt nu hoger. Ver in het westen zien we nu en dan een glimp van de met sneeuw bedekte Southern Alps. Om ons heen heuvels en dalen. We merken op dat men in Nieuw-Zeeland niet gauw van een berg spreekt. W at wij allang een berg zouden noemen 1 hoog zien wij niet reeds op 9 alom bekende „Blmkert" bij Lek in Overveen), heet hier nog stt "hEn 'dan de schapen! En de konijnen! We zien er duizenden van beide. Vei- tegenwoordigers van de rijkdom en van de verwoesting van Nieuw-Zeeland. Van de flora en fauna zien we vanuit de trein verder weinig. Een enkele wei devogel en strandvogel en natuurlijk mussen „de straatjongens onder de vo gels" zoals de grote Haarlemmer dr. Jac. P. Thijsse hen eens zo zuiver ty peerde. Tegen vier uur bereiken wij dan de stad Dunedin, voor ons het einde van de reis. Er waait een guur windje en het is bewolkt. Na een haastig afscheid van de verder reizenden stappen we in de gereedstaande auto's en bussen. En dan verspreiden zich ook de leden van de Dunedin-groep. Ze worden onderge bracht in hostels voor mannen, hostels voor vrouwen, hospitals en kostscholen al naar gelang de werkzaamheden die zij zullen gaan verrichten. Verreisd, moe en vies, koud en hon gerig, zo is voor de meesten wel de en- trée in de plaats waar zij opnieuw gaan beginnen. Maar de wil is goed en al is er even wat gekankerd, laten we niet vergeten, dat een Hollander die kan kert er een is van de goede soort. J. S. Wij weten reeds dat de belichtingstijd een zeer voorname factor is en een elec- trische belichtingsmeter is dan ook ze ker aan te bevelen. Heeft men deze niet. dan kan men zich het beste nauwkeurig houden aan de gegevens die de fabrikant bij de film insluit. Bij het diapositief-procédé werd steeds aangeraden zoveel mogelijk effectlichten te vermijden. Bij het negatief-positief procédé kan men echter, mits er geen al te grote contrasten in licht- en scha duwpartijen zitten, heel goed van tegen- en effectlicht gebruik maken. Over het algemeen kan men echter beter vlak licht gebruiken daar hierbij de beste kleuren ontstaan. Veel blauw en of groen is meestal af te raden, omdat de ze twee kleuren bij de geringste afwij king te blauw of te hard worden. Wan neer U dit alles zo leest, gaat U mis schien de moeilijkheden een beetje te zwaar opnemen, maar deze uiteenzettin gen zijn uitsluitend bedoeld om U bij voorbaat te wijzen op fouten. omdat een gewaarschuwd man voor twee telt. Hierdoor kunt U dan teleurstelling voor komen hetgeen overigens heel erg mee valt, want al wijkt de kleur wel eens enigszins af, men kan bij het afdruk ken van het negatief de kleur weer corrigeren door het gebruik van filters. Èen opname op kleurenfilm ge maakt valt trou wens bijna altijd mee, in tegenstel ling tot zwart-wit Ook bij foto's als die van de vorige week heeft men vaak teleurstellin gen. want die kun nen alleen mooi worden bij een goe de lichtval zoals hier het geval is. Bij kleurenfoto's worden deze altijd bijna mooier dan men verwacht. En dan de foto van de ze week. hoe kan het anders: Sneeuw! Elke amateur trekt er bij de eerste sneeuwdagen na tuurlijk op uit om foto's te maken. Elke goede foto komt voor deze ru briek in aanmer king om geplaatst en besproken te worden. Inzendingen wor den gaarne inge wacht met in de linker bovenhoek FOTO-rubriek. ■Sa; De Engelse invoerbeperkingen blijken in Nederland ernstige moeilijkheden te veroorzaken, vooral bij agrarische be drijven. Toen de Engelse regering de invoer op 7 Nov. stopzette had men algemeen de indruk, dat aan contracten en aan bila terale verdragsverplichtingen zou wor den voldaan. Zulks is tot op heden niet het geval. Nederlandse exporterende be drijven sloten op grond van de „open licenses" aanzienlijke orders op Enge land af. Op een deel van deze contracten ls door Engelse handelsrelaties geld ge stort. Goederen werden toen vervaardigd of aangekocht en opgeslagen. Daarvan kan nu practisch niets worden gejpverd. Zolang niet geleverd wordt kan of wil de Nederlandse exporteur de gestorte gelden niet gebruiken om aan eigen ver plichtingen te voldoen. Zulks geeft reeds aanleiding tot ernstige liquidatiemoei lijkheden en ontwrichting van de har del. Voor de handel in bederfelijke goe deren zijn de moeilijkheden het grootst, omdat de kwaliteiten daarvan hard achteruit gaan. waardoor enorme ver liezen dreigen te ontstaan. In Nederlandse handelskringen is men buitengewoon verontwaardigd en ge griefd, dat hun Engelse handelsrelaties krachtens regeringsmaatregelen de ge sloten contracten niet kunnen nakomen. Deze Engelse relaties steken hunnerzijds hun verontwaardiging ook niet onder stoelen of banken. Uitgaande van de huidige situatie voorziet men voor de toekomst een ern stige mate van afbrokkeling van de han delsrelaties. Sommigen vragen zich ver ontwaardigd af of de Britse regering een dreigende inflatie op de ruggen v^n particulieren van andere landen wil af wentelen. Dat de invoerstop tot aan zienlijker moeilijkheden in de Eur. Be- talings Unie aanleiding zal geven wordt vrij algemeen aangenomen. Een der grote bezwaren in Nederland geldt de Engelse maatregel, dat in de toekomst uitsluitend bedragen voor in voer uit onverschillig welk land van de O.E.E.S. beschikbaar zullen komen. Spe ciaal in de agrarische sector sou zulks tot onbillijkheden leiden. Italië is bij voorbeeld eerder aan de markt met ker sen. dan Frankrijk. Eerstgenoemd land zou het Engelse invoerbedrag geheel kunnen uitputten, voordat in Frankrijk de kersen rijp zijn. Op afgesloten contracten met Enge land liggen voor vele millioenen guldens aan vers fruit in Nederlandse koelhuizen. Dit fruit zou op afgesproken tijdstippen tot ongeveer half Januari worden gele verd. De enige uitweg zou verkoop tegen afbraakprijzen op de eigen markt zijn. Indien deze voorraden geheel in N eder- land zouden kunnen worden opgenomen, dan nog zou tenminste vijftig procent van de aankoopprijs verloren gaan, waarmede het faillissement van vele van de betrokken exporteurs een feit zon zijn. In Nederlandse kringen van handel en bedrijf is men van zins aandrang op de eigen regering te gaan oefenen om de Engelse maatregelen met kracht te be antwoorden. Men denkt hierbij* aan het niet langer kopen van Engelse industrie producten en het niet langer leveren van bijvoorbeeld zuivel- en vleespro ducten. welke men in Engeland graag wil hebben, doch die men elders ook kwijt kan, zelfs tegen dollars. De regering acht thans nog niet het ogenblik gekomen om een beslissing te nemen inzake de vraag of de taak van het departement voor Uniezaken en Overzeese Rijksdelen aan een of meer andere departementen ware over te dragen. Teneinde een volgende kabinets formateur in staat te stellen zich over deze materie en de daarmede samen hangende vraagstukken een gegronde mening te kunnen vormen, heeft zij op dracht gegeven daaromtrent een over zichtelijk rapport op te stellen, aldus deelt minister Peters in zijn Memorie van Antwoord aan de Tweede Kamer mede.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 5