Regering verdedigt haar
Indonesië-beleid
(BIC DE NOQBMAN:
De vLtek van het g(HÏd
Tips voor kleurenfotografie
w anneer wij eenmaal bij onze foto
De Hollandse immigrant
in Nieuw-Zeeland
HU kdT)aaioek Voh
iht W HEN
Et AAR
t
I
Hel moet mogelijk zijn een voor
beide partijen aanvaardbare
regeling te vinden
Engelse invoerstop veroorzaakt
ernstige moeilijkheden
Bij de invoering der
werkloosheidswet
>ngeluk komt zelden alleen
u
MEMORIE VAN ANTWOORD AAN DE TWEEDE KAMER,
De kwestie Nw.-Guinea
Weer levenslang voor
moord geëist
Ontwerp-Ziekenfondswet
Grote verontwaardiging
in Nederland
Reorganisatie Uniesaken
en Oversee se Rijksdelen
4
ZATERDAG 24 NOVEMBER 1951
PAGINA 5
Gritiek van de fondsen
De verlichting of stand
van de zon
Voor onze
amateurfoiografen
Naar de plaats van
bestemming
ilil
i- ;'#i»
Regering: Ogenblik nog
niet gekomen
dat
het de re£C-
zich telkens
In zover verschillende leden van de Kanier hun bewering^
ring: steeds ontbroken heeft aan een doelbewust beleid en dat zij
tevreden stelde met tijdelijke oplossingen op korte termijn, meenden te moe-
te» toepassen op het huidige regeringsbeleid ten aanzien van de Overzeese Rijks
delen, inzonderheid ten aanzien van Nieuw-Guinea, volstaat de regering met
deze overigens niet nader geadstrueerde bewering af te wijzen, aldus deelt
minister Peters de Tweede Kamer mede in zijn Memorie van Antwoord over
de begroting van Uniezaken er. Overzeese Rijksdelen.
Naar aanleiding van de algemeen uitgesproken teleurstelling over het feit, dat c e
regering een algemene uiteenzetting van het regeringsbeleid met betrekking
tot de Unie-zaken overbodig achtte, moet de regering erkennen dat het haar nog
steeds niet duidelijk is in welk opzicht, na alles wat in de laatste maanden in
de Staten - Generaa I is gezegd en besproken, nog aan een nadere algemene uit
eenzetting behoefte zou bestaan.
vinden, welke voor beide partijen aan-
vaardbaar is. Zij is er eveneens van
I overtuigd, dat het voortbestaan van het
meningsverschil over Nieuw-Guinea
hieraan niet in de weg behoeft te staan.
In deze mening werd zij versterkt door
de inhoud van de officiële boodschap,
welke prof. Supomo op 24 Augustus j.l.
namens zijn regering overbracht.
Naar aanleiding van de stappen,
welke de Indonesische regering onlangs
heeft ondernomen om te geraken tot
herziening van de betrekkingen zoals
deze ter R.T.C. waren geconstrueerd,
heeft overleg met prof. Supomo plaats
gehad. Dit heeft echter nog niet geleid
tot een situatie, waarin het de regering
mogelijk zou zijn meer uitvoerige me
dedelingen te doen over het Indonesic-
beleid dan gedaan zijn in het regcrings-
eommuniqué van 21 September j.l.
Blijkens dit communiqué ligt het uit
gangspunt der gehouden en nog te
voeren besprekingen voor de regering
in haar bereidheid om tegemoet te ko
men aan de wens van Indonesië om een
andere, voor beide partijen aanvaard
bare, basis voor de betrekkingen tussen
beide landen te zoeken. De conclusie,
welke vele leden uit het communiqué
trokken, dat de Nederlandse regering
zich tegenover Indonesië nog niet ge
bonden heeft om aan de opheffing van
de Unie mee te werken, is juist. Zij
meent, dat het er juist nu, na de erva
ringen van de laatste jaren, op aankomt,
dat beide partijen wel geleerd, maar niet
belast door het verleden, in vrijheid en
oprechtheid zoeken naar betrekkingen,
welke de beste waarborgen zouden
kunnen bieden voor de ontwikkeling
van een duurzame goede verhouding
tussen beide landen.
De regering is voor zichzelf de over
tuiging toegedaan, dat het belang van
beide partijen bij een goede samenwer
king zó groot is, dat het mogelijk moet
zijn een regeling van betrekkingen te
(Vervolg van pag. 1)
Zeker, de vakvereniging houdt op zo
veel andere terreinen zodanig belang
rijke taken, dat zij zonder twijfel vol
doende „aantrekkelijk" zal blijken en
blijven voor de arbeiders. Wij hopen
alleen, dat de arbeiders dit ook volledig
zullen inzien en niet zullen gaan rede
neren: Wat heb ik nu nog aan mijn
vakbond: ik heb hem niet meer nodig.
Het argument: er is sinds de bevrijding
al geen werklozenkas meer bij de vak
bonden, gaat veel minder sterk op dan
men denkt. Het moge ongelooflijk klin
ken. maar talrijke arbeiders zijn er nog
steeds van overtuigd, dat hun vakbonds
lidmaatschap een verzekering tegen
werkloosheid insluit. De arbeiders mo
gen wel bedenken, dat hun vakbeweging
een niet onbelangrijke invloed vooral
op de uitvoering van de wet behoudt.
Het is hier niet de plaats om in te
gaan op de administratieve pro
blemen, die met de invoering van
deze wet zijn verbonden. Zij zijn zó
technisch dat we slechts willen volstaan
met de innige hoop uit te spreken, dat
de uitvoeringsorganen op tijd gereed
zullen zijn met het inrichten van hun
administratie. Trouwens ook ons parle
ment heeft nog al wat werk te verzetten
voor we zover zijn. Er zijn maar liefst
drie wetsontwerpen aanhangig het
ontwerp Organisatiewet sociale verze
kering en de daarmee verband houdende
ontwerpen tot Wijziging van de Ziekte
wet en de Kinderbijslagwet die (eerst
nog?) in net Staatsblad moeten komen.
Er zijn ten opzichte van de uitvoering
onze sociale wetten grote veranderingen
op komst. Wel is het nuttig nog eens
even te bezien waarom we ruim 2%
jaar hebben moeten wachten (9 Sept.
19491 Juli 1952) alvorens deze afge
kondigde wet volledig van kracht zou
worden. De oorzaak ligt natuurlijk in
de loonpolitiek onzer regering, waardoor
inkomsten en koopkracht zo nauw aan
elkander verbonden zijn dat elke ver
andering zeer ernstige bestudering en
vaak zeer langdurig overleg behoeven.
Dat er niet veel speling tussen lonen en
prijzen zit blijkt wel uit het laatste
„rondje-loon" dat werd toegestaan. Van
regeringszijde heeft men waakzaam te
zijn voor het evenwicht van de beta
lingsbalans èn voor een behoud van een
redelijke koopkracht. Dit veroorzaakt
vaak een dubium, dit brengt ons regel
matig in de beruchte vicieuze cirkel.
We kunnen ons dan ook voorstellen dat
er in het kabinet geen al te grote homo
geniteit zal zijn geweest, toen het be
sluit tot het vaststellen van de datum
van invoering moest worden genomen.
We kunnen ons ook voorstellen dat de
Sociaal Economische Raad, die omtrent
deze wet in een uitvoerig rapport van
advies heeft gediend, en speciaal in die
Raad de leden werknemers, menig ogen
blik met gefronst voorhoofd zullen heb
ben gezeten. Het in 't begin van dit jaar
ingenomen standpunt t.a.v. lonen en
prijzen was immers, dat genoegen zou
worden genomen met een consumptie-
beperking van 5%. Invoering van de
W.W.-wet betekent: premiebetaling door
de werknemers: 2.1% prijsverhoging,
tengevolge van de premiebetaling door
de werkgevers (eveneens 2.1%). E1'
blijkt nu door de werknemers toch weer
genoegen te zijn genomen met een prijs
stijging. welke niet zal worden ge
compenseerd (0.9%), terwijl zij wel vor
deren, dat de premie geheel zal worden
gecompenseerd. Voorts wordt becijferd,
dat de werkloosheid, door de invoering
van deze wet. mede tengevolge van de
prijsstijging, met =fc 60.000 personen zal
toenemen, al staat daar als gunstige
factor weer tegenover, dat de betalings
balans met 110 millioen gulden zal ver
beteren.
Ziedaar enkele redenen, waarom het
overleg over de invoering zolang heeft
geduurd. Er blijkt weer eens uit hoe
ingewikkeld deze materie is. Onze vak
verenigingen zullen verstandig doen hun
leden tijdig en goed voor te lichten.
Nieuw-Guinea
Intussen hebben de stappen van de
Indonesische regering naar aanleiding
van de indiening van het ontwerp tot
wijziging van de omschrijving van het
grondgebied van het Koninkrijk in de
Grondwet de situatie weer aanzienlijk
vertroebeld. De regering mag niet ver
helen. dat de houding van de Indonesi
sche regering haar heeft verbaasd. Het
bedoelde herzieningsontwerp was im
mers reeds maanden geleden gepubli
ceerd, terwijl ook het voornemen van de
regering om dit ontwerp, in te dienen
reeds geruime tijd bekend was. Vau
Indonesische zijde is daaröp nimmer ge
reageerd. wat de regering begrijpelijk
achtte, omdat de onderhavige wijziging
ir. geen enkel opzicht verandering brengt
in de stand van het vraagstuk. De stap
van de Indonesische regering is voor
haar dan ook even' verrassend als on
begrijpelijk. Zij heeft de Indonesische
regering van deze verrassing in kennis
gesteld en zij heeft zowel de qualificatie
..onvriendelijke daad" als het protest
daartegen met kracht afgewezen. Voorts
heeft ze er haar bevreemding over uit
gesproken. dat de Indonesische regering
de op haar verzoek te houden bespre
kingen over de Unie-kwestie in de
waagschaal wil stellen door daarbij het
Nieuw-Guineavraagstuk als hoofdpunt
ter tafel te willen brengen
Daar de Indonesische regering haar
standpunt inzake Nieuw-Guinea ba
seert op een bepaalde interpretatie van
artikel 2 van het charter van de souve-
reiniteitsoverdracht en het hier dus
duidelijk een rechtsgeschil betreft, heeft
de Nederlandse regering de suggestie
geopperd deze zaak van. Indonesische
zijde ook als zodanig te behandelen,
b.v. door haar aan het oordeel van het
Uniehof van Arbitrage te onderwerpen.
De militaire vertegenwoordigers der
landen van het Atlantisch Pact zijn
deze week te Rome bijeengekomen. De
Belgische It.-generaal Baele richt zich
hier tot de vergadering.
Het feit dat deze rechtszaak aanhangig
is bij het Hof behoeft geen belemme
ring op te leveren voor het voeren van
de vaker bedoelde besprekingen over
de Unie-verhouding. Op het ogenblik,
dat deze Memorie van Antwoord wordt
opgesteld, valt nog niet te voorzien hoe
deze zaak zich verder zal ontwikkelen.
Vele leden hebben opgemerkt,
dat Indonesië niets of weinig doet
om de samenwerking practisch te
doen beleven. Zij koesteren dien
tengevolge twijfel aangaande het
practische effect van een eventuele
herziening van de betrekkingen.
Inderdaad meent ook de regering,
dat afgezien nog van de in ver
band met het Nieuw-Guinea-vraag-
stuk gerezen moeilijkheden -in de
afgelopen jaren de mogelijkheden
tot vriendschappelijke samenwer
king minder zijn geëffectueerd dan
in het gegeven kader mogelijk was.
De vraag of de regering de overtui
ging heeft, dat Indonesië inderdaad
op samenwerking prijs stelt, zou de
regering voorshands bevestigend
willen beantwoorden
Uit vele uitlatingen van Indonesische
zijde leidt de regering af, dat de me
ning van Indonesië, dat de samenwer
king beter of ruimer bereikt kan wor
den in een ander verband dan de Unie,
voortspruit uit het algemeen Indone
sisch gevoelen, dat het Uniestatuut te
zeer het stempel draagt van een com
promis. Voorts oordeelt men aan Indo
nesische zijde, dat in de wijze van for
mulering van enkele van de ter R.T.C.
gesloten overeenkomsten het accent te
veel is gelegd op een Nederlandse voor
keurspositie.
Hoewel er in Indonesië politiek in
vloedrijke personen zijn, die het stand
punt huldigen dat een eenzijdige op
zegging van het Uniestatuut onder be
paalde omstandigheden verdedigbaar is,
heeft de Indonesische regering door de
manier, waarop zij de besprekingen
over dit onderwerp heeft ingeleid, een
methode gevolgd welke blijk geei't van
de wil om op regelmatige wijze een
oplossing voor dit vraagstuk te vinden.
Wat betreft de vraag of de bereidheid
van de regering om een eventuele wij
ziging van de verhouding in studie te
nemen aldus moet worden verstaan, dat
deze eerst kan beginnen nadat de Indo
nesische regering een volledig project
van de door haar gewenste wijzigingen
heeft ingediend, kan de regering mede
delen, dat zij de komende voorberei
dende besprekingen vooral ziet als een
weg om gezamenlijk te zoeken naar een
voor beide partijen aanvaardbare basis
voor het vestigen van een nieuwe ver
houding. Bij deze vorm van overleg
doet men wellicht beter niet uit te
gaan van eenzijdig volledig uitgewerkte
projecten.
Vrijdag heeft de procureur-generaal
bij het Haagse gerechtshof opnieuw
levenslang geëist tegen de 26-jarige tuin
dersknecht J, B.. die in Juli zijn 25-
jarige echtgenote in z'n woning aan het
Westeinde te Den Haag door worging
om het leven had gebracht en haar stof
felijk overschot onder de vloer van de
gang had begraven.
In een psychiatrisch rapport was aan
gevoerd, dat B. bij zijn daad leed aan
een zodanige storing van zijn geestver
mogens, dat hem dë feiten maar ten dele
konden worden aangerekend. De procu
reur-generaal meende, dat men deze psy
chische eigenaardigheden na een zorg
vuldig onderzoek waarschijnlijk wel bij
veel mensen zal kunnen constateren.
Uitspraak 7 December.
IU MV
34. Argwanend en besluiteloos loeren de rovers naar de natuurmens, die zo on
verwachts tussenbeide gekomen is. Doch Tamar's verschijning heeft op de gevangen
knaap een wonderlijke uitwerking. Zo lijdzaam en onbewogen als hij de bedreigingen
van de bandieten over zich heen heeft laten gaan, zo woedend keert hij zich nu
tegen de man, die hem het leven tracht te redden, door kortweg aan te bieden, de
vindolaats van het goud bekend te maken.
„Het is mijn goud!" raast de jongeling. „Houd u er buitenBemoei u liever met
uw... met uw..." Hij stottert van opwinding, „...met uw konijnenstrikkenIedereen
is op mijn goudm uit. iedereen wil mij bestelen. Gij hebt geen recht het hen te ver
tellen. Ik zal ik zal
Vertwijfeld rukt Gnom aan zijn boeien en zijn woede schijnt hem reuzenkracht
te geven. Hijgend wringt en trekt hij met de armen en plotseling, vóór een der
rovers er op bedacht is. breekt de jonge man met één geweldige ruk de koorden
om zijn polsen aan stukken. Een ogenblik staan de rovers als aan de grond genageld
en de Noorman die tot zijn grote verwondering uit Gnom's woorden begrepen
heeft, dat Tamar geen onbekende voor de jongeman is beseft onmiddellijk dat
ook zijn kans gekomen is.
Terwijl de rovers elkaar verwarde bevelen toeschreeuwen, maakt Eric van de
gelegenheid dat niemand op hem let gebruik, om in een uiterste krachtsinspanning
ook zijn handen los te wringen. Gnom heeft intussen de aanval van de rovers niet
afgewacht. Hij grijpt een van zijn belagers beet en slingert de kerel als een levend
wapen in het rond, zodat 's mans voeten ongenadig huishouden onder zijn eigen
makkers! Doch ook de Noorman laat zich niet onbetuigd. Als een moker komt zijn
vuist neer op het hoofd van een der schavuiten. Een andere kerel duikt voor hem
op en terwijl Eric hem in het stof laat bijten, ziet hij hoe Tamar hei woud inschiet...
Gnom slingert de schreeuwende rover ver van zich af en maakt korte metten met
de kaalkop, die hem op de rug wil springen.
Bliksemsnel overziet de Noorman de toestand Van Tamar is geen spoor meer
te bekennen. Het is dus twee tegen zes. Als de rovers een tegenaanval ondernemen
zullen zij beideri de strijd nooit kunnen winnen tenzij hij er in. slaagl dc wolfs
hond, waarvoor de bandieten een heilig ontzag hebbenlos te maken En terwijl
zijn stentorstem Gnom aanspoort om te vluchten, nu het nog mogelijk is. probeert
de Noorman zich al vechtende een weg te banen naar de plaats, waar de rovers
zijn paard en de wolfshond hebben vastgebonden
Over het ontwerp Ziekenfondswet,
waaromtrent de minister van Sociale
Zaken en Volksgezondheid advies heeft
gevraagd aan de Sociaal Economische
Raad, is door het bestuur van de Cen
trale Bond van Onderling Beheerde
Ziekenfondsen een nota uitgebracht. In
deze nota. die Maandag in een buiten
gewone algemene vergadering van de
Centrale Bond zal worden behandeld, is
een aantal criteria neergelegd, waaraan
naar de mening van het bestuur het
ontwerp niet voldoet.
De invoering van één soort verzeker
den is o.a. voor de uitvoering van de
ziekenfondsverzekering van een zo on
schatbare waarde, dat hierop met de
meeste klem dient te worden aange
drongen. Het wetsontwerp komt voorts
niet te gemoet aan het alom bekende
verlangen om tot afschaffing van het
couponsysteem over te gaan.
In het ontwerp wordt de mogelijkheid
gelaten ambtenaren buiten de verplichte
ziekenfondsverzekering te stellen. De
nadrukkelijke bepaling, dat het politie
personeel buiten de wettelijke regeling
wordt» gesteld, duidt reeds in een rich
ting welke sterk ontraden wordt en
welke volgens de nota een uniforme re
geling van de geneeskundige verzor
ging van de Nederlandse bevolking ern
stig bedreigt.
nandelaar een kleurenfilm ge
kocht hebben gaan wij natuur
lijk zeer omzichtig te werk; immers zo'n
film is vrij kostbaar, en wij moeten er
dus zo zuinig mogelijk mee zijn. Voor
alles verdient het aanbeveling de came
ra eens grondig schoon te maken en
vooral ook de lens een goede beurt te
geven. Daarna zetten wij de film in de
camera en draaien no. één voor het
rode glaasje. Dit alles vooral niet in een
te lichte omgeving, zoals b.v. in de volle
zon. Is de film dan op no. 1 gezet, dan
moeten we het rode glaasje afdekken,
omdat de film ook gevoelig is voor rood
licht. Schijnt de zon op dit rode glaas
je. dan kan door de beschermlaag heen
de film belicht worden en ontstaat 'op
het negatief een groene en op de af
druk een rode vlek. Men kan b.v. heel
goed een stukje leukoplast over het
glaasje plakken, dat alleen bij het door
draaien naar het volgende no. even op-
Advertentie
CARBOVIT (Actieve KoolDragées)
reinigt maag en ingewanden van kwade
jtolfen. Per door 41 ct. Flacon I 1.03.
gelicht kan worden, zonder dat men er
direct zonlicht op laat vallen
Zijn genoemde voorzorgen eenmaal
getroffen dan fotograferen wij liefst bij
volle zon en blauwe hemel, wat afge
leid kan worden uit de tabel van kleur-
temperatuur in het vorige art. Wij krij
gen dan de meest juiste kleurweergave.
Hierbij moeten wij zoveel mogelijk zwa
re schaduwen vermijden daar hier de
kl.temp. veel hoger ligt en dus de kleu
ren in de schaduw te blauw worden.
Ook verdient het aanbeveling zoveel
mogelijk kleuren te fotograferen. Voor
al frisse kleuren doen het meest heel
goed; alleen moeten wij al te veel va
riatie in de kleuren vermijden, dus ook
hier is een rustige omgeving van groot
belang. Zo is b.v. een foto van één enke
le bloem vaak veel mooier dan een op
name van een hele tuin met allerlei
soorten bloemen. Voorts moeten verge
zichten liever vermeden worden; wil
men deze toch maken dan kan door een
frisse kleur in de voorgrond te plaatsen
de foto toch heel goed worden, omdat
dit het vale van een vergezicht compen
seert.
(Vervolg van pag. 1)
Dan liggen we voor de kade. Een klein
groepje Hollanders staat daar al, on
danks de vroegte. Het is een zoeken
naar bekenden een geroep over en weer,
ontroering bij weerzien.
En om 9 uur v.m. op Vrijdag 28 Sep
tember verlaten de eerste Hollanders
de Zuiderkruis en betreden de bodem
van hun nieuwe vaderland. Een nieuw
leven begint. Een nieuwe toekomst zal
worden opgebouwd „from the bottom".
Niemand aarzelt, ieder is vol vertrou
wen en tenslotte zijn we toch Hollan
ders!
De organisatie van de ontscheping is
perfect. Direct van de boot in bussen en
van de bus in de trein. De Zuiderkruis
stroomt leeg. De passagiers verspreiden
zich naar Noord en Zuid. naar allerlei
min of meer onuitsprekelijke plaatsen
wordt de kleine gemeenschap van het
drijvende dorp verstrooid. Zij die des
avonds pas ontschepen gaan Wellington
in.
Intussen spelen zich aan boord merk
waardige taferelen af van pas herenig
de paren. Onwennig, toch wat ver
vreemd zitten ze bij elkaar. Of erg stil,
of erg druk. Pijnlijk voor sommige va
ders om te ervaren dat hun kinderen
hen niet herkennen en wat schuw opkij
ken naar die „man". En inplaats van te
storen merk je, dat je eigenlijk welkom
bent in zo'n situatie. Onbewust help je
het ijs breken.
Zij die door het „lot" naar het Zuid
eiland gebracht worden, hebben de
J J zt is mij uiteraard niet bekend,
t~l geachte lezer, of de fortuin u door-
gaans gunstig gezind is. Indien
dat inderdaad meermalen het geval is,
hetgeen ik u van harte toewens, dan
kunt ge u zeiven tot de gelukkige ster
velingen rekenen. Met het volste recht.
Maar doe het pas dan, wanneer ge er
geheel van overtuigd bent, dat ge een
werkelijk, uitzonderlijk begunstigd indi
vidu zijt. Want zo u de euvele moed
zou durven, hebben, op impulsieve wijze
een weinig voorbarigheid te vertonen,
dan kamt ge op de koffie. En niet zo
zuinig ook. Zoals het spreekwoord luidt:
„Overmoed komt vóór de val!"
Piet en ik hebben dit, ter lering ende
vermaeck, op ondubbelzinnige wijze er
varen. Zo wij tot voor kort geleden nog
neiging zouden hebben gehad, ons zelf
en elkaar op de schouder te kloppen,
dan is ons nu toch die pret wel degelijk
vergald. Rekenden, wij ons vroeger nim
mer tot de categorie van pechvogels,
thans moeten wij volmondig en op zeer
deemoedige manier toegeven, dat ook
wij bij tijd en wijle met een beetje te
genspoed hebben te kampen. Om het
maar wat luchthartig zo uit te drukken.
Want zelfs de grootste optimist zou he't
hoofd laten hangen, indien hij kreeg te
doorstaan, wat wij moesten ondergaan.
Het gebeurde op een van onze laatste
visdagen, dat een achterband van het
Chevroletje. direct al bij het vertrek,
een overbodig gat vertoonde. Dit gat
had een zodanige omvang, dat wij de
spijker, die er in verscholen lag, bijna
over het hoofd hadden gezien. Nu is het
verwisselen van een wiel el niet zo n
onoverkomelijke ramp wanneer er een
reservewiel aanwezig is. Dit was echter
niet het geval. En het resulteerde in een
wandeling terug naar huis om dehele
rommel over te laden m fietstassen en
rugzakken. Dat was allemaal ook nog
niet zo erg. Volgens mijn vrouw ten
minste. Die vond het heel wat ^ger,
dat ik haar het bed uit moest bellen,
omdat ik mijn sleutels in mijn andere
(daagse) broek had laten zitten.
Na nog een betrekkelijk klein manke
mentje aan Piet's lantaren te hebben
verholpen, vertrokken wij andermaal.
Ons humeur had nog geen deuk beko
men. Het eerste schrammetje daarop
kwam, toen wij in de gaten kregen dat
het behoorlijk was gaan waaien. En
wel in de richting, waar wij vandaan
kwamen. Ruim anderhalf uur er tegen
in en wij maar trappen. Het was natuur
lijk wel een kleine troost, dat we de
bries 's avonds in de rug zouden heb
ben.
Enfin, behoorlijk kort van adem be
reikten we eindelijk het water, om direct
van de verhuurder te horen te krijgen
dat we „veuls te loat" waren. Alle boot
jes waren „vort". Ik ben erg snel van
reageren en ik had onmiddellijk adem
terug. Waarvan ik maar direct gebruik
heb gemaakt door enkele zuiver Hol
landse opmerkingen te laten weerklin
ken. Geheel begrijpelijk overigens. Al
dus gehandicapt waren wij genoodzaakt
te snoeken vanaf een wat je noemt
moeilijke -wailekant. Bomen, struiken en
rietkragen vormden lastige obstakels.
Bovendien was het land doorsneden
met slootjes, die wij telkens moesten
overwinnen.
Dat ik onder de omstandigheden een
nat pootje haalde, was in het geheel
niet verwonderlijk meer. Tot over mijn
knieën zakte ik in de blubber. Waar
bij tevens bet aasketeltje door de lucht
vloog en de helft van de voorntjes in
het water terecht kwam. Op enkele be
ledigingen aan het adres van Piet na,
kwam ik verder aardig goed het slootje
over. En was het mijn beurt om te sar
ren, gezien het feit, dat mijn dierbare
maat de tas met mondvoorraad, waarin
ook onze reels zaten, bij het botenhuis
had laten liggen. Zodat hij weer terug
kon gaan. Het was geheel vanzelfspre
kend, dat ik ontdekte, al wachtende, dat
mijn sigaretjes doorweekt waren.
Om in goede stijl te blijven, was het
aasketeltje gaan lekken, tengevolge van
de val. En moesten wij ons na ons eer
ste snoekje, een „haring", direct aan het
witten slaan. Waarbij Piet zijn deeg Hl
het majem liet plompen.
Juist nadat ik voor de zoveelste keer
vastzat en besloten had de boel in vre
desnaam maar stuk te trekken, kwam
de boer voorbij. Met de mededeling „dat
hij geen vreemdelingen op zijn land
wenste".
Dat 's avonds de wind gedraaid was
en wij hem weer tegen hadden, dat was
te verwachten. Maar dat het nu ook nog
moest regenen.... Df.
langste reis voor de boeg. Met de nacht
boot van Wellington naar Lyttelton bij
Christchurch, wat ongeveer 11 uur va
ren is. Daarna nog een uur of wat met
de trein en enkelen zelfs daarna nog
met bussen weer verder het binnenland
in.
De Hollandse immigrant staat hoog
aangeschreven in Nieuw-Zeeland. Dat
merken wjj reeds op de nachtboot die
ons naar Lyttelton brengt. Al spoedig
zijn we in een geanimeerd gesprek ge
wikkeld met enkele heren, die zich ont
popten als onderwijzers, terug van een
congres. Zoals zij hun best doen je al
lerlei inlichtingen te geven. Van deze
heren, zelf eenmaal immigranten uit
Engeland, krjjgen we waardevolle tips.
Oefen geen critiek uit voor je een paar
maanden hier bent. Zet ogen en oren
wjjd open en luister. Laat de Nieuw-
Zeelanders spreken. Wees bereid aan te
nemen en doe vooral nooit uit de hoogte.
Zij die doen alsof alles wat hun verteld
wordt oud nieuws is of dat het in Hol
land veel beter is zullen er gauw uit
liggen. Ook hier is eenvoud het ken
merk van het ware en dat mogen wij
wel goed in onze oren knopen.
We zullen spoedig vrienden maken,
uitgenodigd worden, wordt ons voor
speld. En dat hebben wij in het begin
hard nodig. Het zal ons niet moeilijk
vallen, dank zij de goede naam die
de Hollander hier heeft. Deze naam is
gevestigd door onze voorgangers. De
ze pioniers hebben een pracht stuk
goodwill gekweekt, waarvan wij nu
profiteren. Maar waardoor wij ook de
verplichting hebben deze naam te
handhaven.
De treinreis vanaf Lyttelton leert ons.
dat het er bij de Nieuw-Zeelandse spoor
wegen gemoedelijk toegaat; nu eens
wordt er enige minuten gelegenheid ge
geven voor een verfrissing, dan weer
stopt de trein ruim 20 minuten om de
passagiers de gelegenheid te geven een
lunch te gebruiken in een stationsres
tauratie. Na de lunch gaan we weer ver
der zuidwaarts. Van lieverlede dunnen
de gelederen van de Zuiderkruisers uit.
Bijna elk station verdwijnt er een Hol
lander.
Het landschap wordt nu hoger. Ver in
het westen zien we nu en dan een glimp
van de met sneeuw bedekte Southern
Alps. Om ons heen heuvels en dalen. We
merken op dat men in Nieuw-Zeeland
niet gauw van een berg spreekt. W at wij
allang een berg zouden noemen 1
hoog zien wij niet reeds op 9
alom bekende „Blmkert" bij
Lek in Overveen), heet hier nog stt
"hEn 'dan de schapen! En de konijnen!
We zien er duizenden van beide. Vei-
tegenwoordigers van de rijkdom en van
de verwoesting van Nieuw-Zeeland.
Van de flora en fauna zien we vanuit
de trein verder weinig. Een enkele wei
devogel en strandvogel en natuurlijk
mussen „de straatjongens onder de vo
gels" zoals de grote Haarlemmer dr.
Jac. P. Thijsse hen eens zo zuiver ty
peerde.
Tegen vier uur bereiken wij dan de
stad Dunedin, voor ons het einde van de
reis.
Er waait een guur windje en het is
bewolkt. Na een haastig afscheid van
de verder reizenden stappen we in de
gereedstaande auto's en bussen. En dan
verspreiden zich ook de leden van de
Dunedin-groep. Ze worden onderge
bracht in hostels voor mannen, hostels
voor vrouwen, hospitals en kostscholen
al naar gelang de werkzaamheden die zij
zullen gaan verrichten.
Verreisd, moe en vies, koud en hon
gerig, zo is voor de meesten wel de en-
trée in de plaats waar zij opnieuw gaan
beginnen. Maar de wil is goed en al is
er even wat gekankerd, laten we niet
vergeten, dat een Hollander die kan
kert er een is van de goede soort.
J. S.
Wij weten reeds dat de belichtingstijd
een zeer voorname factor is en een elec-
trische belichtingsmeter is dan ook ze
ker aan te bevelen. Heeft men deze niet.
dan kan men zich het beste nauwkeurig
houden aan de gegevens die de fabrikant
bij de film insluit.
Bij het diapositief-procédé werd steeds
aangeraden zoveel mogelijk effectlichten
te vermijden. Bij het negatief-positief
procédé kan men echter, mits er geen
al te grote contrasten in licht- en scha
duwpartijen zitten, heel goed van tegen-
en effectlicht gebruik maken. Over het
algemeen kan men echter beter vlak
licht gebruiken daar hierbij de beste
kleuren ontstaan. Veel blauw en of
groen is meestal af te raden, omdat de
ze twee kleuren bij de geringste afwij
king te blauw of te hard worden. Wan
neer U dit alles zo leest, gaat U mis
schien de moeilijkheden een beetje te
zwaar opnemen, maar deze uiteenzettin
gen zijn uitsluitend bedoeld om U bij
voorbaat te wijzen op fouten. omdat
een gewaarschuwd man voor twee telt.
Hierdoor kunt U dan teleurstelling voor
komen hetgeen overigens heel erg mee
valt, want al wijkt de kleur wel eens
enigszins af, men kan bij het afdruk
ken van het negatief de kleur weer
corrigeren door het
gebruik van filters.
Èen opname op
kleurenfilm ge
maakt valt trou
wens bijna altijd
mee, in tegenstel
ling tot zwart-wit
Ook bij foto's als
die van de vorige
week heeft men
vaak teleurstellin
gen. want die kun
nen alleen mooi
worden bij een goe
de lichtval zoals
hier het geval is.
Bij kleurenfoto's
worden deze altijd
bijna mooier dan
men verwacht. En
dan de foto van de
ze week. hoe kan
het anders: Sneeuw!
Elke amateur trekt
er bij de eerste
sneeuwdagen na
tuurlijk op uit om
foto's te maken.
Elke goede foto
komt voor deze ru
briek in aanmer
king om geplaatst
en besproken te
worden.
Inzendingen wor
den gaarne inge
wacht met in de
linker bovenhoek
FOTO-rubriek.
■Sa;
De Engelse invoerbeperkingen blijken
in Nederland ernstige moeilijkheden te
veroorzaken, vooral bij agrarische be
drijven.
Toen de Engelse regering de invoer op
7 Nov. stopzette had men algemeen de
indruk, dat aan contracten en aan bila
terale verdragsverplichtingen zou wor
den voldaan. Zulks is tot op heden niet
het geval. Nederlandse exporterende be
drijven sloten op grond van de „open
licenses" aanzienlijke orders op Enge
land af. Op een deel van deze contracten
ls door Engelse handelsrelaties geld ge
stort. Goederen werden toen vervaardigd
of aangekocht en opgeslagen. Daarvan
kan nu practisch niets worden gejpverd.
Zolang niet geleverd wordt kan of wil
de Nederlandse exporteur de gestorte
gelden niet gebruiken om aan eigen ver
plichtingen te voldoen. Zulks geeft reeds
aanleiding tot ernstige liquidatiemoei
lijkheden en ontwrichting van de har
del. Voor de handel in bederfelijke goe
deren zijn de moeilijkheden het grootst,
omdat de kwaliteiten daarvan hard
achteruit gaan. waardoor enorme ver
liezen dreigen te ontstaan.
In Nederlandse handelskringen is men
buitengewoon verontwaardigd en ge
griefd, dat hun Engelse handelsrelaties
krachtens regeringsmaatregelen de ge
sloten contracten niet kunnen nakomen.
Deze Engelse relaties steken hunnerzijds
hun verontwaardiging ook niet onder
stoelen of banken.
Uitgaande van de huidige situatie
voorziet men voor de toekomst een ern
stige mate van afbrokkeling van de han
delsrelaties. Sommigen vragen zich ver
ontwaardigd af of de Britse regering
een dreigende inflatie op de ruggen v^n
particulieren van andere landen wil af
wentelen. Dat de invoerstop tot aan
zienlijker moeilijkheden in de Eur. Be-
talings Unie aanleiding zal geven wordt
vrij algemeen aangenomen.
Een der grote bezwaren in Nederland
geldt de Engelse maatregel, dat in de
toekomst uitsluitend bedragen voor in
voer uit onverschillig welk land van de
O.E.E.S. beschikbaar zullen komen. Spe
ciaal in de agrarische sector sou zulks
tot onbillijkheden leiden. Italië is bij
voorbeeld eerder aan de markt met ker
sen. dan Frankrijk. Eerstgenoemd land
zou het Engelse invoerbedrag geheel
kunnen uitputten, voordat in Frankrijk
de kersen rijp zijn.
Op afgesloten contracten met Enge
land liggen voor vele millioenen guldens
aan vers fruit in Nederlandse koelhuizen.
Dit fruit zou op afgesproken tijdstippen
tot ongeveer half Januari worden gele
verd. De enige uitweg zou verkoop tegen
afbraakprijzen op de eigen markt zijn.
Indien deze voorraden geheel in N eder-
land zouden kunnen worden opgenomen,
dan nog zou tenminste vijftig procent
van de aankoopprijs verloren gaan,
waarmede het faillissement van vele van
de betrokken exporteurs een feit zon
zijn.
In Nederlandse kringen van handel en
bedrijf is men van zins aandrang op de
eigen regering te gaan oefenen om de
Engelse maatregelen met kracht te be
antwoorden. Men denkt hierbij* aan het
niet langer kopen van Engelse industrie
producten en het niet langer leveren
van bijvoorbeeld zuivel- en vleespro
ducten. welke men in Engeland graag
wil hebben, doch die men elders ook
kwijt kan, zelfs tegen dollars.
De regering acht thans nog niet het
ogenblik gekomen om een beslissing te
nemen inzake de vraag of de taak van
het departement voor Uniezaken en
Overzeese Rijksdelen aan een of meer
andere departementen ware over te
dragen. Teneinde een volgende kabinets
formateur in staat te stellen zich over
deze materie en de daarmede samen
hangende vraagstukken een gegronde
mening te kunnen vormen, heeft zij op
dracht gegeven daaromtrent een over
zichtelijk rapport op te stellen, aldus
deelt minister Peters in zijn Memorie
van Antwoord aan de Tweede Kamer
mede.