Door ongelukkige kuit- en scheenbreuk van Schijvenaar, bijna drie kwartier met tien man tegen elf Belgen Boekhouding der dertien doelpunten in voordeel der Belgen Dertien maal een gat in de lucht... Op en top „Holland—België D Lenstra en Anoul nemen er samen zes voor hun rekening Voorlopig schaken geblazen Scoreverloop Lenstra en Wiertz de uitblinkers ABE'S TOVERSTAF Televisieuitzending van de interland zegt Schijvenaar MAANDAG 26 NOVEMBER 1951 PAGINA 4 (Van onze sportredacteur) ROTTERDAM, 25 November De nederlaag, welke hel Nederlands Elflal vanmiddag legen de Belgen heefl gele den, is er een geweest van hel soori, waarvan zelfs de fa- naiieksie supporter er heel wal kan verdragen. Er was bij deze nederlaag geen sprake van een teleurstelling, een onvoldoende preslalie, of een schamel resultaat. De 76, waarmee de Belgen in deze enerverende wedstrijd slechts op hei nippertje baas zijn gebleven, was welbeschouwd eerder een succes voor de oranjemannen, dan voor hun gasten, die deze middag de wind wel heel duidelijk in de zeilen hebben gehad en heus niet als triomfantelijke over winnaars het strijdperk hebben verlaten. Nauwelijks één minuut na rust immers, ioen hel scorebord de verhouding 33 aanwees, had de aihlelische middenvoor van de Bel gen, Mermans, geheel onopzettelijk, maar zó stevig en zó ongelukkig tegen hel scheenbeen van Schijvenaar getrapt, dat onze linksback mei een kreet van pijn neerviel. Niet alleen maakten de Belgen ioen van de verwarring gebruik om de leiding te nemen, maar bovendien bleek dat de trap zó hard was aangekomen, dat Schijvenaar zijn scheenbeen had gebroken en dat hei oranjeteam mei tien man verder moest spelen, omdat volgens hei reglement een invaller slechts werd toegestaan tot vijf minuien vóór rust. De vonk Afgezien van dit incident, dat een be treurenswaardige onderbreking was van een mannelijk, maar fair gevecht, was deze drie en zeventigste ontmoeting tussen Leeuwen en Duivels, op en top een wedstrijd „HollandBelgië". Het was helemaal de sfeer, de spanning, de wisselende kans van de bijna altijd enerverende derby der Lage Landen. En laat u er niet door misleiden dat de Franze arbiter Harzic vrije trappen en strafschoppen uitdeelde als petit-four- tjes bij de thee- Hij maakte in de mees te gevallen van een mug een olifant en de enige verklaring welke wij daarvoor hebben is deze, dat hij evenals trou wens Mermans, die in tranen uitbarstte en aanvankelijk ontroostbaar bleek diep onder de indruk was van het on geval dat Schijvenaar was overkomen. En waarvan hij klaarblijkelijk een re prise met alle geweld wilde vermijden. Maar laat ons intussen niet afdwalen van de rol, welke het Nederlands elftal in deze wedstrijd heeft gespeeld. Om u de waarheid te zeggen, in het begin waren we er niet zo erg gerust op. Dat de Belgen door Anoul binnen acht mi nuten al een voorsprong van 20 had den, betekende voor wie dan ook een behoorlijke deceptie en met angst en vreze zat men zich zo hier en daar af te vragen of het dan weer moest uit draaien op een debacle, zoals we die ongeveer een jaar geleden in Antwer pen. als een tamelijk bitter drankje, moesten slikken. Niet dat de Oranjemannen nu in alle delen van het spel eenvoudig onder de voet werden gelopen; integendeel. Maar er was nog altijd zo'n éclatant verschil in spelopbouw, dat de Belgen bij wijze van spreken hun overwinning al veilig hadden kunnen stellen, vóórdat Wiertz de half speler! na 22 minuten ein delijk het eerste schot op Boogaerts-had afgevuurd. De Belgen waren niet alleen sneller bij en met de bal, niet alleen accurater en ditmaal ook schotvaardi- ger, maar bovendien hadden zij er een handje van, door verrassende switches onze verdediging zo volkomen uiteen te rafelen, dat het ene gevaar na het an dere dreigde. Over het algemeen bleek trouwens hun spel. óók wanneer de bal uit de buurt was, veel doelbewuster ge richt op het innemen van vrije posities dan bij de Nederlanders, die maar al te vaak niet veel anders konden doen, dan naar een ploegmaat spelen, wiens op stelling daar allesbehalve ideaal voor was. Alles bij elkaar zag het er in die periode verre van glorieus uit. Wel zagen we keer op keer hoe vooral Wiertz en Biesbrouck onvermoeid en met de beste bedoelingen het spel trachtten te ver plaatsen, maar voorlopig bleek het toch vooral de vraag, of onze verdediging, die er nog niet al te best in was, in staat zou zijn, de nogal gevaarlijke en schot- vaardige Belgische aanval, met Anoul en de 19-jarige Van Steen als uitblinkers, het hoofd te bieden. Maar opeens was het er weer, on verwacht en de hemel weet waarvan daan. Nog geen minuut tevoren had het Oranjeteam erbij gelopen, alsof het zich met die achterstand van 20 en alles wat daarvan nog de nasleep zou kunnen zijn, allang verzoend had. Maar opeens was die nog niet erg op dreef geraakte, onder ons gezegd wat lauw aandoende combinatie, weer in vuur en vlam. Eerst een verbluffend preciese combinatie op een paar vierkante meter, waaruit Lenstra van Van Melis zijn kans kreeg en pal daarop die weergaloos zuivere pass van de Fries, waar een op scherp staande Clavan geen gras over liet groeien. Daar had de kwaliteit zich weer eens even ge presenteerd en het was toen helemaal geen openbaring meer maar natuur lijk wel een reden tot nieuwe, uit bundige vreugde toen Lenstra in de laatste minuut van de eerste helft, een opnieuw opgelopen achterstand, op nieuw nivelleerde. Sinister Helaas, zo verheugend als de laatste minuut vóór de rust was zo deprime rend en spijtig was de eerste er na. Schijvenaar die op een brancard van bet veld werd gedragen, een feit dat op zichzelf al ongunstig werkte en toen nog de opdracht voor het Oranjeteam, om het voor de rest van de tijd maar met tien man te klaren. Die eerste ogenblik ken na de hervatting van de strijd waren bepaald sinister. Een lage, inktzwarte lucht kwam plotseling boven de Feijen- oordkuip hangen en een ijzige wervel wind dolde langs de tribunes en over het veld. Ieder was een beetje van de kook en niet het minst de Franse scheids rechter Harzic, die links en rechts, zon der onderscheid van persoon of partij, vrije trappen begon uit te delen. Nederland profiteerde daar het eerst van, bij een strafschop, die heus een té zware straf betekende, voor de over- treding-binnen-Het-Gebied van Mees. Maar vlak daarop was de balans weer in evenwicht door een even dubieuze straf schop aan de andere kant, die eveneens werd benut; en tenslotte kregen de Bel gen hun tweede elfmeterschop maar n terecht, omdat Terlouw als een tank op Mermans instormde waarmee zij hun zege vrijwel consolideerden. Uitstekende mentaliteit Maar intussen hadden de Nederlanders nog even een partijtje voetbal staan spe len, dat een ieders bewondering weg droeg. Er was geen sprake van dat zij hun numerieke minderheid opvatten als een vingerwijzing om nu maar met man en macht aan het verdedigen te slaan, om zoveel mogelijk te behouden wat ze hadden. Precies als tegen de Finnen gin gen ze hun achterstand te lijf met een strijdlust, die een klinkend compliment was voor hun instelling en mentaliteit. Met Biesbrouck teruggetrokken naar de linksbackplaats, moesten zij dubbel zo hard werken om enig voordeel in de aanval te behouden. Maar desondanks waren hun aanvallen minstens zo talrijk als in de eerste helft en minstens zo ge vaarlijk. Het leek wel alsof iedereen plotseling veel efficiënter ging spelen en toen dit kranig volgehouden afmattende spel tenslotte werd beloond met een zesde doelpunt (Van Melis uit een pass van Lenstra), was het alsof deze voltref fer niet een nederlaag verkleinde, maar een overwinning veilig stelde! Lenstra en Wiertz In het morele succes van deze met recht eervolle nederlaag, heeft het ge hele oranjeteam zijn deel. Maar uiter aard bestond er wel enig verschil in de rollen, welke diverse spelers daarbij hebben vervuld. Lenstra bijvoorbeeld kan terugzien op een van zijn allerbeste interlandwed strijden. Hij was de maker van drie doelpunten (inclusief de penalty), de geestelijke vader van twee andere en stak ook, afgezien daarvan, ver boven alle spelers van beide partijen uit. Naast hem noemen we allereerst Wiertz, die een opvallend goede wed strijd heeft gespeeld en daarmee het verdienstelijk succes van zijn debuut verre heeft overtroffen. Met Bies brouck, toen die nog linkshalf stond, heeft hij in het middenveld een grote rol gespeeld, maar de R.C.H.-er heeft vooral als invaller-linksback bergen werk verzet. Ook Odenthal heeft heel veel goed werk gedaan. Hij blijft, naar wij menen, voor onze backlinie een van de eerste candidaten, vooral nu Sch ij venaar, die overigens tegen Finland B en Brentford overtuigender speelde, voorlopig is uitgeschakeld. Kraak heeft weer bijzonder brillante dingen gedaan, al is het wel eens angstig zover als hij zich voor zijn doel opstelt. Ter louw echter is naar onze mening wat in waarde gedaald en het doet hem helemaal geen goed. dat hij dit gebrek aan vastheid tracht te compenseren met een portie lichamelijke kracht dat zijn spel zeer, ontsiert en dat nu toch ook in de kringen van T.C. en K.C. wel eens ter sprake mag komen. Goede linkervleugel In de voorhoede kan Clavan op een goedgeslaagde terugkeer bogen. Samen met Bennaers. die vooral in de tweede helft enkele opmerkelijke din gen deed en o.m. een uitstekend doel punt scoorde, vormde hij een vlugge, gevaarlijke vleugel, die misschien weer enig uitzicht biedt. Van den Bogerd was minder gelukkig. Hij was de minste van de debutanten en heeft de oplossing van het rechtsbuitenvraagstuk althans met déze wedstrijd niet in het vooruit zicht gesteld. Van Melis was minder productief dan gewoonlijk, maar hij had weer de hand in heel wat vlotte en ge vaarlijke combinaties met Lenstra en tenslotte scoorde hij toch ook in de ver trouwde stijl zijn doelpunt a la Van Melis. De conclusies? Ten overvloede nog eens, dat het Nederlands Elftal over het algemeen een gjoede wedstrijd heeft ge speeld, zonder nochtans in technisch op zicht een bijzondere indruk te maken. Het Belgische Elftal, dat wel schotvaar dig bleek, was nog niet van zijn Ant werpse kracht en kwaliteit en het komt dan ook wel voor een deel op zijn ach terhoede neer, dat de Nederlanders bijna even vaak konden scoren als hun gas ten. Daaruit valt de gevolgtrekking te maken, dat de definitieve vorm van het oranjeteam hiermee nog niet gevonden is en dat de complimenteuze nederlaag, welke het vanmiddag te Rotterdam heeft geleden, voor de K.C. nog gieen onwrikbare consequenties heeft. Een van' de prachtige doelpunten (het eerste), waarmee Abe Lenstra de Bel gische achterhoede versloeg. Er waren nog méér tribunes, maar. die bleven onbezet (Van een onzer speciale verslaggevers) ROTTERDAM, 25 November Dertien doelpunten! Veel mag er van te voren over de dertiende na-oorlogse NederlandBelgië wedstrijd gesproken zijn, alle mogelijke soorten weddenschappen mogen er gesloten zijn, dat de historische worsteling met onze Zuiderburen op dit resultaat zou uitlopen, dat geen serieuze voetballiefhebber ooit gedacht hebben. Dertien doelpunten! En wat voor doelpunten! Zonder alleen maar op de knikkers en niet op het spel bedacht te willen zijn, kan men toch zeggen, dat een stevige serie van de gemaakte treffers aan deze ontmoeting een apart, een typisch in de „HollandBelgië"-sfeer passend karakter hebben gegeven. Lenstra en Anoul, de twee koning-schutters! Hun namen zullen onverbrekelijk aan deze monsteruitslag verbonden blijven. Zes van de dertien namen zij er voor hun rekening en de restenfin men leze er de onderstaande boekhouding op na. Vijf minuten was de wedstrijd oud, toen de stortvloed van doelpunten los brak. Linksbinnen Anoul beet de spits af. Volkomen zonder bewaking stond hij in de buurt van Kraak, toen hij het leer kreeg toegespeeld van zijn rechts buiten Van Steen, die. voordat hij zijn voorzet kon plaatsen, Schijvenaar ont lopen was. Bij de hoekvlag kreeg de Belgische vleugelspeler een te grote bewegingsvrijheid en voordat Terlouw te hulp kon snellen, was het onheil voor Oranje reeds geschied. Een trek- bal zweefde recht op de haren van Anoul af. Een bijzonder fraaie kopbal verdween onbereikbaar voor Kraak in de Nederlandse doelmond, 01. Nauwelijks drie minuten later haalde de Luikse linksbinnen andermaal een keurig staaltje uit. Door net centrum van het veld was het leer bij midvoor Mermans beland. In een oogwenk zag de aanvalsleider, dat Anoul veel betere kansen op succes had. Hij tikte de bal onverwijld door, maar misrekende zich een ogenblik in de Nederlandse verdedi ging, die de gevaarlijke binnenspeler direct na het eerste doelpunt geducht bewaakte. Nochtans was Anoul's raffine ment groot genoeg om dicht bij Kraak te komen. De IJmuidenaar liep uit om de schiethoek van zijn doel te verkleinen en dat bleek precies in de kaart van de Belg gespeeld. Met een kalm boogbal- letje deponeerde hij nummer twee over Kraak heen in het Oranje-net, 02. Het hoeft nauwelijks beschreven te worden hoe Oranje zich na deze tweede knock-out-slag zichtbaar voelde. Het feit dat het legioen tot aan de tweeën twintigste minuut wachtte alvorens het een keer zijn geluid kon laten horen door een strak schot van Wiertz, spreekt boekdelen. Toch begon met datzelfde feit een periode van herstel van de Ne derlandse elf, een periode, die voor Oranje misschien we] de meest plezie rige van de hele wedstrijd is geweest. Ineens ging alles op rolletjes lopen. Prachtig combinerend met Bennaers Het fatale moment in de wedstrijd Nederland—België. Mermans en Bies brouck buigen zich verschrikt over de neergevallen Schijvenaar, wiens rech terbeen door de ongelukkige trap van de Belgische middenvoor totaal ontzet was. De Belgische rechtsbinnen Ver bruggen (links) heeft van het ongeval niets gemerkt en niet een schot heeft hij Kraakdie reeds op zijn getroffen ploegmakker kwam toelopen en toen een vergeefse duik naar de bal maakte, gepasseerd. e K.N.V.B. en de Televisiestichting hebben buiten mijn buurman ge rekend. Want bij het lezen van de weigering om NederlandBelgië te laten vertelevisiën is hij in een woede ontstoken, die verstrekkende gevolgen heeft gehad. Om even duidelijk te zijn: tóch Oranjehemden op het witte scherm van onze buurman Hóe kan ik natuur lijk niet vertellen, maar er kwamen een paar draadjes op des buurmans dak en het privé-opnameapparaatje werd ver borgen in het knoopsgat van een voet ballende kennis, die nu nog niet beter weet dan dat hij een nieuw gehoorappa raat geprobeerd heeft. Ik heb me tevoren wel degelijk gere aliseerd, dat m'n buurman reeds enige jaren een deskundige visie op de tele visie heeft, omdat hij al veel langer dan de officieel daartoe aangewezen perso nen in het experimentele doet. Reden waarom ik met een breed gebaar mijn kaartje heb afgestaan aan iemand, die volgens de Voetbalheren in Den Haag daar niet voor in aanmerking kwam. Niet om U bij wijze van spreken „lek ker" te maken, maar het is me bepaald uitstekend bevallen in de luie, droge, rustige stoel van mijn buurman. En de voetballers deden het letterlijk en fi guurlijk heel goed natuurlijk, in aan merking genomen het experimentele stadium, waarin televisie en Nederlands Elftal nog verkeren. in olie jassen, dekzeilen en zakdoeken om er pas uit te komen als ieinand zijn been sensatie! gebroken had. Waarschijnlijk heeft het bekende leger tje van Koning Lens voor mets een massa-aanval ondernomen, want de kranten houden hier niet zo van plaat- nze nietsvermoedend opererende cameraman was tamelijk vroeg in Rotterdam, want wij m'n buurman en ik hebben een half uur lang tegen een wandel-orkest aan moe ten kijken, dat 1 tele stadium derscheiden, dat achter een of ander reclamevliegtuigje aandwcrrelde. We zagen ook het gezellige clubje van 65.000 deskundigen binnendringen, met vastberaden uitdrukkingen op de voet- bal-gezichten. En ja, we hebben van uit onze crapaud aanschouwd hoe nat of ze werden, de sportieve stakkers. Ook al regent het cp een televisie scherm altijd vanwege het experi mentele stadium alle tekenen wezen jes als: Schijvenaar op een brancard of Mermans, die zich het ongeluk met eer lijke tranen aantrok. T J et geluid teas vanwege het ex- perimentele stadium aanvan- kelijk 'n beetje ongedifferentieerd van klank. M'n buurman en ik hoorden 'n tijdlang niet anders dan de eerste twee let ters van het alfabet, slechts zeer inci denteel afgewisseld door iets van „adah" of „oeoeoei". Gezegd moet wel worden, dat we even storing hebben gehad, door dat het legioen om eens een ander woord te gebruiken na de gelijkmaker dermate hard schreeuwde en stampte, dat het „gehoor-apparaat" een lichte shock kreeg. M'n buurman heeft toen maar op de gramofoon een paar maal het Friese volkslied laten draaien, af gewisseld door een toespraak van Fedde Schurer met als titel „Een Spel letje Friesland". Vlak voor de rust kwam de verbinding gelukkig weer tot alsook van de modder, die de laatste uit zijn ogen stond te wrijven. Toen floot „monsieur l'arbitredie dooi' onze sportredacteur als „van een mug een olifant makende" wordt becritiseerd en werd Abe Lenstra, door een haag van Feyenoords toekomst naar de kleedka mer schrijdend, op de bekende manier met supportersstroop besmeerd. Mag ik dan tot slot in het open baar m'n compliment aanbieden voor de wijze waarep den volke tot dertien maal toe cp een doelpunt gereageerd heeft? Zowel m'n buurman als ik hebben vanuit onze privé-eretri- bune bedacht, hoeveel opoffering het moet eisen, onder de onderhavige depri merende omstandigheden een gat in de lucht te springen, om zich rvolgens de wetten der zwaartekracht even later weer in de met neerslag gevulde schoe nen te voelen wegzinken. Ad. Z. wandelde Lenstra ineens een stevige serie Rode Duivels voorbij. Als door een toverstaf aangeraakt verstarden hun be wegingen en in een smalle zig-zag-ma- noeuvre rukte de Fries op het Belgische doel af. Zó rustig en zó uitgerekend zui ver was het schot, dat tenslotte van zijn voet kwam, dat de Belgische doelverde- diger er niets eens voor trachtte uit te vallen. Zelden hebben wii een menigte zo enthousiast gezien als na dit werke lijk meesterlijke doelpunt van de man uit Heerenveen, 12. Twee minuten na deze opfrisser had Oranje, weer via Lenstra, opnieuw een verheffend moment. Het leder was net aan het rollen gebracht, na het eerste Oranje-doelpunt, toen onze rechtsbinnen er mee naar voren spurtte. Op de andere vleugel liep Clavan goed mee. Haarfijn kreeg hij de bal toegespeeld precies daar waar hij slechts in te schieten had en met een diagonaal schot schonk hij Nederland weer een beetje vertrouwen in de zaak, 22. Zulks kwam in de volgende minuten zeer sterk tot uiting. De buitenspelval behoedde de onzen bovendien voor erg dreigende gevaren, tot Oranje opeens weer een steek liet vallen. Schijvenaar had niet genoeg acht geslagen op de uiterst scherp reagerende Van Steen en drie minuten voor de pauze was het weer deze gladde vleugelspeler, die een prachtige voorzet op het hoofd van Anoul richtte. Bijna gewoontegetrouw liet de Luikenaar er geen sprietje gras over groeien en Kraak moest ten derde male constateren, dat er over het goed in vorm zijn van de Belg niet te veel gezegd was, 23. Wat geen mens op dat ogenblik nog verwacht had, geschiedde toch. Over de rechtervleugel van Oranje werd een laatste aanval opgebouwd. Van den Bo gerd plaatste zuiver naar Van Melis, die zonder aarzelen doorgaf naar Lenstra en met een benijdenswaardige zelfbeheer sing tikte de kleine, grote man een zacht balletje langs de verblufte doelverdedi- ger Bogaerts. Ongelukkige Helft Uitermate ongelukkig zette de tweede speelhelft in. Over de rechtervleugel speelden de Belgen de bal in de richting van het Nederlandse doel. Als reeds nu op een zondvloed. Hoe valt het trouwens anders te verklaren, dat som- migen van de tot in de grootste smaad stand en begon het stadion ook op ons gezien het experimen- -getrouwen minutenlang voor het einde scherm te deinen, zij het iets overdre- door ons voor een het hoofd tussen de schouders trokken ven, vanwege het experimentele stadi- 42 min. 45 min. 46 min. 51 min. 55 min. 59 min. 65 min. 74 min. 87 min. Anqul Lenstra Verbruggen Lenstra Moes Bennaers Van Steen Moes Van Melis S—2 3—3 3—4 4—4 4—5 5—5 5—6 5—7 6—7 Henk Schijvenaar is een taaie. Hij kan een stootje hebben. Dat bleek bij zijn pijnlijk ongeval tijdens de wedstrijd, maar evenzeer in het Zuiderziekenhuis te Rotterdam, waar in het begin van de avond het been van de linksbackdie een kuit- en scheenbeenbreuk heeft, ge zet is. Vlak daarop toen voorzitter Lotsy hem met Odenthal, Biesbrouck en Mermans kwam bezoeken, kon hij alweer een op gewekt gezicht zetten en toen we hem 's avonds in zijn woning aan de Prin sengracht in Amsterdam opzochten hij droeg op zijn ziekbed het oranje shirt nog! was het leed practisch alweer geleden. „Tja", zei hij, „je moet zo af en toe eens een been breken, om in the news te zijn!" Er waren al heel wat telegrammen binnengekomen o.m. van het Belgische elftal en een Amsterdamse expeditie firma had hem aangeboden tijdens zijn non-actief assistentie te verlenen in zijn zaak. Maar het beste bericht vond de Am sterdamse bloemist toch de mededeling van zijn arts, dat dit ongeval volstrekt niet het einde behoeft te betekenen van zijn voetballoopbaan. „Weet je", zei hij, „ik zou graag nag een tijdje meelopen Maar voorlo pighij wees op zijn dikomzwach- telde been, voorlopig is het schaken geblazen pluimveetentoonstelling van een sto- en van de tribune afstrompblden? Trou- um. We vingen nog even een blik op rende zender werd aangezien. Wel kon- wens, ook de fotografen was de nattig- van de door de lucht vliegende haven den we duidelijk een hoestdrankje on- heid aan te zien. Zij pakten zich stevig arbeiderspet van de Belgische keeper, enige keren tevoren kreeg ook nu weer Van Steen een goede kans om voor te zetten, doch tactisch uitstekend gezien, speelde hij het leer met een korte, vin nige pass 'naar de toegelopen Mermsns. Op hetzelfde ogenblik dat de Belgische middenvoor zich schrap zette om een vervaarlijk schot te lossen, plaatste ech ter Henk Schijvenaar zijn rechterbeen voor de bal. Onmogelijk kon Mermans hierop snel genoeg reageren en met volle kracht schopte hij tegen het ond.er- been van de E.D.O.-aanvoerder. Krim pend van pijn viel deze langzaam op de grond, terwijl nog niet iedereen be merkte wat de Nederlandse linksachter was overkomen. Slechts Kraak zag voor Zijn ogen de beenbreuk ontstaan. Afge leid reageerde onze doelman te traag op 't schot van de Belgische rechtsbinnen Verbruggen en Oranje zag behalve Schijvenaar ook nog de gelijke stand verloren gaan, 34. Nadat onze achterspeler van het veld was gedragen moest Nederland met tien man verder spelen. Het mag zeer zeker als een bijzondere verdienste wor den aangemerkt, dat er na het ongeluk zo vastberaden is doorgespeeld. Uiter aard was het duidelijk te zien, dat men vreselijk onder de indruk van het ge beuren was gekomen (Mermans is er vanaf het tragische moment niet meer volledig „in" geweest), maar nog geen twee minuten na het ongeval was het weer Lenstra, die alles op alles zette om de stemming er in te houden. Met een. serie fraaie schijnbewegingen was hij in t Belgische strafschopgebied door gedrongen, doch vlak voordat hij serieus gevaarlijk kon worden, werd hij ten val gebracht. Met een penalty voltrok hij aan de Belgen het vonnis, 44 De Franse arbiter ondervond even la ter, dat het verloop van de wedstrijd ook hem enigszins beïnvloedde. Bij een duel tussen Terlouw en Verbruggen, waarbij de Belg kwam te vallen, wees hij de gasten een strafschop toe. Moes, de linksbuiten, schoot scherp langs Kraak, 45. Weer stond Oranje achter en weer was het Lenstra, die de grondslag legde voor de gelijkmaker. Via hem kreeg Clavan de kans om voor te zetten, de Hagenaar deed dat goed. Het was nu Bennaers. die op de juiste plaats stond, en voor de vijfde keer in de historische ontmoeting) stonden de partijen gelijk, 55. Voor een vrijwel onmogelijke opgave staande kraakte het Nederlandse de- fensieblok tenslotte een paar keer ach tereen ineen. Van Steen, de pijl snelle rechtsbuiten was op eenmaal niet meer te houden voor Biesbrouck, die een dubbele taak moest trachten te vol brengen, nu Schijvenaar er niet meer was, en de Belg schoot enorm hard nummer zes achter een in deze schul deloze Kraak, 56. Tot overmaat van ramp kwam Terlouw nog eens met Moes in conflict en weer wees scheids rechter Harzic naar de bekende stip, 5-7! Kleine wondertjes hebben de Oranje mannen daarna nog verricht. Slechts één leverde nog resultaat op. Toen de Belgische keeper op eenmaal slordig had uitgetrapt, kreeg Lenstra zijn laatste kans. Al zijn capaciteiten ten toon sprei dend bracht hij het leer bij Van Melis. Met een duw van zijn bemodderde lichaam reduceerde de Eindhovenaar Oranje's achterstand tot 67. Het der tiende doelpunt van een niet spoedig te vergeten interland tegen de Belgen was geboren. Complimenteuze nederlaag van Oranje 5 min. Anoul 01 8 min. Anoul 02 25 min. Lenstra 12 26 min. Clavan 22

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 4