Kerstviering in Koninklijk Paleis op de Dam nc oorwM» MOERASMONSTER DE JACHTOPZIENER ZIET ZIJN WERK ALS EEN SPORT üpWota K.L.M. behaalt grootste omzet ooit bereikt Koninklijke Familie deelt aan gasten kerstbrood uit HARTELIJKE, BIJNA HUISELIJKE SFEER ROND DE KERSTBOOM Felle brand in boerderij Van verstikkings dood gered 44 zware tanks aangekomen De strijd tegen striklichtbak en buks STROPERS vindt men niet alleen onder de mensen Onveilig Java MAANDAG 24 DECEMBER 1951 PAGINA 9 Woonhuis, stallenvee en huisraad verloren Schippersgezin bedelmd door kolendamp In Januari volgt een zelfde aantal Drees in Amerika Ere-gast bij uitreiking W. de Zwijger-prijs Stenen door de ramen in Leeuwarden I.v.m. Friese kwestie Strijdwijze gewraakt m J0Ê F'/2& F/Ml DOOR ALEXANDRA ORME De lichtbak Andere belagers Weer Ned. planter vermoord Razzia's in Solo Onderscheiden (Van een onzer verslaggevers) Het lijkt schier onmogelijk om een kerstviering, waaraan meer dan twaalfhon derd personen deelnemen, een ook maar enigszins 'ntiem karakter te geven; in de grote Burgerzaal van het Kon. Paleis op de Dam te Amsterdam echter, waar Ko ningin Juliana, Prins Bernhard en de oudste drie prinsesjes zich Zaterdagmiddag met de gezinnen van het gezamenlijk personeel van de paleizen rond de kerst boom hadden geschaard, heerste een bijzonder hartelijke, ja bijna huiselijke sfeer. Na een stijlvolle viering van het Kerstgebeuren Volgde een ongedwon gen en zeer plezierig samenzijn. Weg gevallen was het onderscheid tussen hogere en lagere hoffunctionarissen, tussen opperstalmeester en stalknecht. Het zozeer uiteenlopende gezelschap at broodjes uit het vuistje en dronk kop pen dampende chocolademelk, die op een lange tafel klaar stonden. Er wa ren geen serveuses met kanten kroon tjes en gesteven schortjes, een vice- admiraal schonk een kamerdienaar in, een particulier secretaris bediende een bode. En aan het eind van de ta .-1 reikte ook Koningin Juliana haar gas ten broodjes en koppen chocolade aan. Bijna onopgemerkt was het konink lijk gezin door de achterzijde het paleis binnengegaan. En even onopvallend nam het plaats tussen zijn gasten, de Koningin gekleed in een eenvoudige, wijnrode japon, de Prins in een don kerblauw colbertcostuum en de prin sessen Beatrix, Irene en Margriet in fleurige, rode jurkjes. Prins Bernhard heette zijn gasten hartelijk welkom. De Koningin en ik, zo zeide hij, stellen het zeer op prijs, dat U in zo groten getale uit Den Haag, Soestdijk, Apeldoorn en nog verscheidene andere plaatsen naar de hoofdstad hebt willen komen. Hij wenste zijn gasten een gezegend Kerst feest toe. De aanwezigen zongen gezamenlijk enige Kerstliederen, mr. J. C. Baron Baud (piano) en Jo Juda (viool) voer- Zaterdagavond ontstond een felle brand in de grote boerderij van de fa milie Peters in de buurtschap Rande, gemeente Diepenveen, nabij de spoor lijn van Deventer naar Zwolle. Het vuur greep zó snel om zich heen, dat men van het aanwezige melkvee, totaal negentien stuks, slechts enige dieren ongedeerd naar buiten kon brengen. Drie koeien zijn in de stal verbrand, andere dieren werden zodanig gewond, dat zij moesten worden afgemaakt. De brandweer uit Diepenveen kreeg hulp van de bradweer uit Deventer, die met veel materieel de blussing mede heeft verricht. De stallen en het woonhuis, oogstpro- ducten en huisraad gingen geheel ver loren. Alles was verzekerd. In de Rotterdamse Waalhaven heeft van Donderdagavond laat tot Zaterdagmorgen een schippersgezin, befetaande uit man, vrouw en twee kinderen, slapende en later in bewusteloze toestand in de kolendamp doorgebracht. Het is te danken aan in de buurt gelegen schippers, die het niet ver schijnen van het gezin vreemd begonnen te vinden, dat vermoedelijk allen nog van de verstikkingsdood gered konden worden. Donderdagavond omstreeks middernacht waren schipper J. Hoenderop van het Rijn schip „Nomados", diens vrouw en twee jongetjes van drie jaar en zeven maanden, ter ruste gegaan. De kachel was aan en blijkt achteraf niet goed gesloten te zijn geweest, terwijl het circulatiesysteem de fect was. Gelukkig is de hoeveelheid ko lendamp niet al te groot geweest en was de kachel op den duur uitgegaan. Toch zouden de gevolgen ernstig zijn geweest, indien de toestand van het gezin niet op gemerkt was. De man was er het ergst aan toen en de toestand van allen was zo danig. dat opname in een ziekenhuis nood zakelijk bleek. Dezer dagen ontving de Koninklijke Landmacht een aanzienlijke versterking door de aankomst uit Amerika van vier enveertig Sherman tanks. In het kader van de Amerikaanse wapenhulp zijn thans in totaal honderdzesentwintig lichte en middelzware tanks aan Ne derland overgedragen. In Januari wor den nog eens vierenveertig tanks ver wacht. De tanks gaan in Amersfoort naar het regiment Huzaren Prins Alexander en regiment Huzaren van Sytzama. ■Het regiment Huzaren van Sytzama. dat als een nieuw onderdeel van het wapen der cavalerie 1 October werd op gericht, ontvangt aldus zijn eerste oe- fenmaterieel, dat 15 Februari in gebruik zal worden genomen voor de herha lingsoefeningen van enkele uit de oude re lichtingen te vormen eskadrons. La ter zal dit materieel worden gebruikt voor de opleiding van het personeel der tankeskadrons welke uit de nieuwe lichtingen zullen worden gevormd. Tijdens zijn bezoek aan de Ver. Sta ten zal minister-president Drees 22 Januari als ere-gast aanwezig zijn bij de uitreiking van de jaarlijkse Willem de Zwijgerprijs voor journalistiek, al dus meldt U.P. uit Washington. den de Sonate F. dur van Handel uit en een gemengd koor van het Soest' dijk-personeel zong het Gloria in Ex- celsis Deo van R. S. A. Volkers en „Wohl mir dass :ch Jesum habe", uit de Cantate No. 147 van Joh. Seb. Bach. Nadat een kaarslicht was ontstoken las "H.M. de Koningin haar gasten uit het Evangelie van de H. Lucas de eerste twintig verzen van het tweede hoofdstuk voor. Prins Bernhard, die even later een Kersttoespraak hield, verbond aan dit. Lucas-Evangelie nog enkele gedachten. Hij trok een verge lijking tussen de herders, die naar Bethlehem gingen om het kindje in de kribbe te zoeken en daar»a God verheerlijkten, en de aanwezigen in de Burgerzaal, die uit vele plaatsen naar Amsterdam waren getrokken. „Want", zö zeide de Prins, en dat is het schone van een samenkomst ais deze wij allen kwamen naar deze plaats met hetzelfde doel voor ogen. En ons doel is in feite gelijk aan dat wat de herders er toe bracht hun kud den achter te laten en naar het stalle tje te trekken. De herders gingen naai Bethlehem om Jezus te zoeken en wij zijn hier gekomen om het feest van de geooorte van Christus te vieren. Na de Kerstboodschap van de Prins voerde personeel van de koninklijke stallen in Den Haag, o.a. een leerling stalknecht, een koetsier, een chauffeur en een bode, met een ontwapenend enthousiasme een kerstspel op. Prinses Beatrix vond het „prachtig" en Ko ningin Juliana kwam na afloop de spelers persoonlijk vertellen, dat ze genoten had „van het toegewijde spel". Met het „Stille nacht, heilige nacht", dat door alle aanwezigen werd gezon gen, is de kerstviering besloten. Bij het verlaten van het paleis ont vingen de gasten uit handen van de Koningin, de Prins en de Prinsessen een kerstbrood en een kerstwens. Voor ai de kleine Margriet, die zich met haar moeder en haar oudste zusje aan één zijde van de uitgang had opgesteld deed dit met kennelijk plezier. Spoedig deelde ze met een kleur van opwinding met beide handen pakketten uit. Ze was hiervoor een paar meter de gang in-ge lopen, zodat Beatrix, die haar zusjes graag een beetje bemoedert, „Pietie terug moest roepen, omdat ze niet zo ver van „Mam" weg mocht lopen. Toen ailt gasten reeds lang weer met de op het Damplein geparkeerde autobussen de terugreis hadden aanvaard, flitsten aan de achteruitgang van het paleis nog eenmaal de lampen van de persfotogra fen. In een uitgelaten stemming reden drie in bontmanteltjes geklede prinses jes met vader en moeder terug naar huis. Waarschijnlijk als gevolg van de rel letjes ir, Leeuwarden na de behandeling van de zaak tegen Fedde Schurer en Tj. de Jong zijn in de nacht van Vrijdag in de privé-woningen van de commissa ris van politie A. Houwing, de comman dant var, de Rijkspolitie in het district Friesland, maj. A. S. Fogteloo, en de oud-president van de Leeuwarder Rechtbank mr. C. W. Stheeman, die naar aanleiding van de Friese kwestie zich met ingezonden stukken in de dagbla den keerde tegen het streven van deze beweging, stenen door de ramen ge worpen. Deze stenen waren gewikkeld in briefjes. Het kattebelletje, dat op deze wijze bij mr. Stheeman naar bin lien kwam. stond in het Fries ge schreven: „U moet Fries spreken": op het briefje, dat bij majoor Fogteloo werd „bezorgd" stond geschreven „Ook jij bruut" en op het briefje dat de heer Houwing werd gepresenteerd stonden de woorden „Kan het zo, of moet de brandweer helpen". Naar aanleiding hiervan heeft de Raad van de Friese beweging de vol gende verklaring uitgegeven: „De Raad, gehoord de verslagen van de politie over het werpen van stenen door ramen van enkele inwoners van Leeuwarden door onbekenden, die suggereren daarmee de Friese beweging te willen steunen in haar strijd om de erkenning van de Friese taal, verklaart deze strijdwijze volstrekt te verwerpen en te wraken". xW&g 11. Eric's verbazing bij de eerste kennismaking met het monsterlijke spoor maakt nu bij de verlaten offersteen plaats voor een onaangenaam gevoel van onbehagen. Even aarzelt de Noorman, doch Wolf schijnt het besluit van zijn meester niet te kunnen afwachten en loopt, Eric als het ware smekend aanziendesnuffelend een smal pad tussen het riet op. Eric volgt langzaam als gefascineerd door die lompe indrukken in de drassige bodem. Het kost hem enige moeite om Wolf in het oog te houden, want de hond met zijn zoveel lichter gewicht, komt sneller vooruit en de voeten van de Noorman zuigen vast in de bodem, die nat is als een spons en waarvan hij zich bij iedere schrede opnieuw moet losrukken. Van een pad kan nog nauwelijks sprake zijn. De begaanbare strook grond loopt dwars door uitgestrekte rietlanden en telkens weer moet Eric snel de voet terugtrekken om niet in de weke modder te belanden. Het lijkt wel. alsof het groen-grauwe, drabbige water, dat aan beide kanten het weggetje begrenst en door het riet op verraderlijke wijze aan het oog wordt onttrokken, voortdurend knaagt aan die laatste smalle dam, die de zwaarte van een mannen gestalte nog kan dragen. Maar eindelijk houdt het modderige gebied op en verdwijnt ook de laatste uitloper van het pad in het water, dat zich tot in de oneindigheid schijnt uit te strekken, troosteloos angstaanjagend in de grenzeloze eenzaamheid. Alleen het spoor blijft nog even zichtbaar, tot ook dat verloren gaat onder het troebele oppervlak. Wolf die reeds een eindweegs het water is ingelopen, komt met hangende kop. zacht grommend bij zijn meester terug en schudt zich heftig het water uit de haren alsof het dier de kilheid van het moeras van zich af wil schudden. „Water!" denkt Eric, kan het dan een watermonster zijn, dat deze streek zijn schrikbewind heeft opgelegd?" Tijd om over deze vraag na te denken, krijgt de Noorman echter niet. De adelaar die hele zwermen wilde eenden en watervogels heeft opgejaagd, schiet plotseling ver vooruit alsof hij een doel in het oog heeft gekregen. De koning kijkt in grote spanning zijn vogel na. Ver voor zich uit ziet hij de arend plotseling steil omlaag duiken. Enkele ogenblikken verkeert Eric in een bijna ondraaglijke onzekerheid en, hoewel het slechts een kwestie van enige seconden is, schijnen het uren voordat hij met een bevrijdende zucht de koning der lucht opnieuw omhoog ziet wieken. Snel komt de majestueuze "vogel naderbij en wanneer hij na een laatste boog in de lucht mei wijd geopende vleugels op Eric neerschiet, ziet de Noorman reeds van verre dat de roofvogel een glinsterend voorwerp in de bek meedraagt Twaalfhonderd, oudere en jongere leden van het personeel van de Koninklijke Paleizen in Nederland, hebben Zaterdagmiddag in de Burgerzaal van het Koninklijk Paleis op de Dam te Amsterdam tezamen met Koningin Juliana; Prins Bernhard en de oudste drie prinsesjes Kerstfeest gevierd. H. M. de Ko ningin en de andere leden van het Koninklijk gezin, geassisteerd door leden van de hofhouding, bedienden na afloop van de Kerstviering het personeel. „Zo vrind, nou heb ik je toch". Ont hutst draait de stroper, die juist een mals konijn uit de strik wil halen, zich om en kijkt in het gezicht van de jachtopziener. Het spel is verkeken. De konijnenbout ontgaat hem en een ste vige „prent" komt de Kerstvreugde ver gallen. Als het de eerste keer van zijn leven is, dat hij strikken gezet heeft, zal hij zich wellicht woedend maken op die „dienstklopper", heeft hij het meer gedaan, dan zal hij de zaak doorgaans sportief opvatten. De jachtopziener deed zijn plicht en hij verloor. Basta. In de wintermaanden en vooral wan neer de feestdagen in zicht komen, wordt er in de duinen meer gedaan, dan door de wet wordt toegelaten. In het duister zoekt de stroper zijn weg van duin naar duin. Hij kent het terrein op zijn duimpje, weet waar de konijnen te vinden zijn, kent hun loop uit ervaring en zoekt de gunstigste plaatsen om zijn strikken te zetten, zo dat zij noch voor de viervoeters, noch voor de jachtop ziener in het oog lopen. Maar ook de jachtopziener kent het terrein op een prikje, nóg beter dan de Stroper kent hij ieder pad, iedere duin top. Hij weet uit ervaring, waar hij strikken kan verwachten en zijn oog is wei zo geoefend, dat hij een strik weet te vinden, ook wanneer deze ver dekt gesteld is. En heeft hij eenmaal een strik gevonden, dan gaat hij verder zoeken. Want een strik staat nooit al leen. Het zijn er 30. 50 en soms ook wel 70. die. her en der verspreid, het onwe tend dartelend konijn belagen en tot valstrik dienen. Ervaring speelt hier voor de bos wachter een grote rol. Door zijn leven in de natuur heeft hij van dag tot dag die natuur in al zijn geledingen leren kennen, weet hij ook, hoe de stropers te werk gaan en het is vaak zo, dat hij aan de strikken of de manier, waarop zij gezet zijn. de stroper al herkent. En dan komt het sportieve element, deze stroper, die hij wellicht overdag in zijn gewone doen ontmoet, op heter daad te betrappen, wanneer hij zijn strikken naloopt en de buit komt halen DE RUSSEN VERTALING: FRANS VAN OLDENBURG ERMKS 101 j KOMEN te richten. We noemden dit „Robinson Crusoë spelen", want die boeren ge droegen zich, alsof ze alleen op een eenzaam eiland waren en de absolute macht hadden. Ze terroriseerden het hele dorp, sloegen de maatregelen van de nieuwe regering in de wind, maak ten nieuwe wetten, alsof ze de enige mensen op de wereld waren en Mora het enige dorp, wonderbaarlijk uit de een of andere zondvloed gered. Na het eten kwam Franzi terug van een bezoek aan een paar boeren. Fran zi vertelde ons, dat hij een nieuw stel Russen had zien aankomen, dus ging Jack er op uit -om eens poolshoogte te nemen- Hij kwam binnen het uur terug. „Weet je. wie er is?" vroeg hij. „De leider van ons Ensemble, de intendant van de opera van Odessa. Grigory heet hij. Hij is een vriend van Victor Porfi- rovich. Hij vertelde me, dat Rusland nieuwe eisen gesteld heeft op de Krim- conferentie, maar dat is misschien wel niet zo, want hij was een tikje dronken. Hij zei me ook, dat de hongersnood aan de andere kant van de rivier veel groter is. Je kunt daar een vrouw krij gen voor een pond zout of vijf pakjes sigaretten". Luitenant Vanyusha en de adjudant- onderofficier Sashka vergaten onze uit nodiging of waren dronken, want ze kwamen niet. Toen de avond viel, werd er een omroeper door het dorp gestuurd om af te roepen, dat de boeren alle ge plunderde eigendommen moesten terug geven. We konden door het raam zijn eentonige stem horen. Mathilde's uit verkoren schildwacht. die vreselijke Siberiër Mishka, sloeg in de keuken de resten van ons avondmaal naar binnen. Jumbo was in slaap gevallen. De stilte gaf me een weemoedig gevoel en ik droomde er van naar Boedapest te gaan. HOOFDSTUK XVII 1925 Februari Nu begon er een reeks van saaie, Jumbo vroeg ons om Vanyusha en de adjudant-onderofficier Sashka uit te nodigen voor het avondeten. Elsie had een fles champagne gevonden onder het afval, dat de maarschalk achtergelaten had, en we dachten, dat we best een avondje konden geven voor de mensen van het bureau van de commissaris om op die manier wat beter beschermd te zijn tegen de aanbrengerij van de boe ren. Jack zei echter, dat Sashka zijn commandant niet kon uitstaan, waarop we besloten om Sashka voor vanavond alleen uit te nodigen. Jack zou dan Vanyusha voor de volgende dag uitno digen. Jack ging naar het bureau van de commandant en kwam stralend terug, want Vanyusha had onze uitnodiging aangenomen en beloofd, dat hij Zondag dat was de volgende dag komen zou, samen met zijn vriend. We wachtten geduldig op Sashka's komst, maar hij kwam niet opdagen. Misschien was hij op zijn tenen getrapt, omdat we zijn officier afzonderlijk hadden uitgenodigd De klokken luidden voor de Mis, die in de school zou worden opgedragen, d" eerste sinds de bevrijding. Een plechtige gelegenheid. Alleen de Polen ontbeten, want de Hongaren wilden te communie gaan. Toen liep het huis leeg en bleef ik alleen met Jumbo om onze woning te bewaken. Na de Mis liep Jack bij het bureau van de commandant aan om te horen, waarom Sashka de vorige avond niet gekomen was. Sashka, zoals bleek, wenste samen met zijn comman dant te komen. Goed, daar was geen bezwaar tegen. Jack had in het dorp gehoord, dat alle Russen wegtrokken en dat alleen onze commandant hier zou blijven. Hij bleef onze enige hoop. Nadat de Rus sen weg waren, werden de boeren sta pelgek. Ze hielden volstrekt geen reke ning met de nieuwe Voorlopige Hon gaarse Regering. Zij, of liever een handjevol van hen, onder leiding van het nieuwe dorpshoofd, dankten hun gezag aan de Russen en besloten daar ten volle profijt van te trekken. Ze be gonnen een collectief boerenbedrijf op vervelende, geheel aan het huishouden gewijde dagen. Het verschil in tempe rament tussen die „onmogelijke" Polen en de meer plooibare Hongaren werd steeds meer op de spits gedreven en leidde tot heel wat ruzie. Wij Polen ontdekten, dat ze ons met het eten be drogen- Honono bijvoorbeeld bakte wat ongelukkig kleine koekjes zonder dat wij het merkten en zonder dat we er iets van kregen. Dat was, wat devo rige avond gebeurde, toen we met ons drieën in de eetkamer zaten te wach ten op de commandant, die niet kwam. Als Polen meenden we, dat dit onze plicht was, maar terwijl we zo onze plicht deden, aten die sluwe Hongaren ai de koekjes op. De geschiedenis van hoe we de on gelukkige Jumbo opstookten om onze rechten te verdedigen, neemt het leeu wenaandeel van mijn aantekeningen betreffende die periode in beslag. Men moet echter niet vergeten, dat we alle maal voortdurend honger leden, en zelfs onze voorraad sigaretten raakte op. Jack ging naar het kantoor van de commandant, waar hij vernam, dat Vanyusha nog sliep, aangezien hij de vo rige avond dronken geweest was, ter wijl Sashka naar Boedapest was. Dat was de reden, waarom ze niet versche nen waren- De Russen nemen zich nooit de moeite om je te vertellen, dat ze niet komen, als je hen uitgenodigd hebt en op hen zit te wachten, maar die gewoonten kenden we al. Plotseling kwamen er vier Russen binnenwandelen „alleen om maar eens rond te kijken", zoals ze zeiden, en be gonnen het huis te inspecteren. Er volgde de obligate conversatie over ons privé-leven. Ik had al opgemerkt, dat geen Rus ooit begrijpen kon, hoe een vrouw van mijn leeftijd (vijf-en-dertig) een man van negen-en-veertig kon trouwen, maar hat omgekeerde leek hun volkomen normaal. Steeds als we een hunner wijs maakten, dat de acht tienjarige Jack de minnaar was van de vijf-en-veertigjarige Elsie, werd dit ais heel gewoon aanvaard- (Wordt vervolgd). Dat kan dagen duren, dat vergt geduld en vaak nachten aaneen in het koude duin liggen, wachtend op die stroper, die niet gewoon is zijn komst aan te kondigen en die speculeert op een vrije avond of nacht, die de jachtop ziener zich wel eens zal gunnen Niet altijd gelukt het de boswachter de stroper te betrappen. Na dagen van posten zal hij een volgende keer bij zijn komst de strikken verdwenen vinden en de strope/ de eer moeten laten van deze keer vlugger geweest te zijn. En daarin ligt het sportieve element voor de stroper, de boswach ter te link af te zijn. Maar vroeg of laat loopt hij toch tegen de lamp. Zou men het stropen dus met een ge rust hart tot een sportief evenement kunnen rekenen, in zijn gevolgen is het dat zeker niet. Want heel vaak gebeurt het, dat de stroper onraad voelt, in zijn schulp kruipt en liever zijn strikken als verlorerr beschouwt dan een proces verbaal te riskeren. Dan blijven de strikken staan en als de jachtopziener ze niet allemaal heeft kunnen vinden en opgeruimd, omdat hij niet precies weet hoeveel er uitgezet zijn, zullen soms na weken, kraaien en eksters hem verraden, dat er toch nog konijnen de dupe zijn geworden. En wat hij terug vindt is meestal een half opgevreten dier, dat een vreselijke dood stierf en voor niemand enig nut meer heeft Ei is nog een andere manier om ko nijnen te verschalken. Deze dartele viervoeters komen in het donker graag op het licht af en de mannen met de lichtbak profiteren hier handig van door de beestjes naar zich toe te lokken en ze heel gemakkelijk te vangen. Er is aan deze methode echter een gevaar voor de stropers, want ook de boswach ter komt op het licht af. En dan volgt natuurlijk eveneens een bekeuring. Wij verklappen heus geen geheim wanneer wij vertellen, dat het voor de jachtop ziener een koud kunstje is deze stropers te achterhalen. Het enige, wat hij te doen heeft, is een hoge duintop te kie zen, die centraal is gelegen en vanwaar hij het jachtterrein kan overzien. De lichtbundel wijst hem dan wel de weg. Wü hebben een jachtopziener gekend die eens een hele bende stropers, die met een lichtbak werkten, oprolde. Hij ging op het licht af, maar merkte al spoedig, dat het een heel gezelschap was, dat zich daar in het donkere duin ophield. Hij is ze toen een voor een tot vlakbij genaderd en na herkenning zocht hü stilletjes en onhoorbaar de volgende, totdat hij de hele kring had afgewerkt. Een knap staaltje speur werk, dat door de stropers allerminst was verwacht. De meeste moeite heeft de jachtop ziener met de fazantenschieters. Met de geladen buks trekken zij er op uit en je moet deze mensen al bot tegen het lijf lopen, wil je ze vangen. Maar an derzijds is hun aantal niet groot, omdat het bezit van vuurwapens aan een ver gunning gebonden is, zodat het zeer riskant is daarmee over straat te lopen- En dat moet toch, wil de clandestiene jager van huis in het duinterrein ko men. Stropers vindt men echter niet alleen onder de mensen. Ook onder de vogels zijn ware rakkers te vinden, kraaien en eksters, die o zo graag een konijntje verschalken. Maar het meeste last ge ven de viervoeters, honden en vooral katten, die op roof gaan en graag een konijn doodbijten om het na slechts een klein deel ervan genuttigd te hebben, aan zijn lot over te laten. Zq zijn er tal van belagers van het wild in de duinen, die de jachtopziener handen vol werk geven. En het is heus geen zeldzaamheid, dat een stroper s avonds om 11 uur geknipt wordt op de zelfde plaats, waar de boswachter des morgens om 4 uur al een oogje in het zeil hield. Niet het hele jaar wordt op deze ma nier gevuld. Het zijn in hoofdzaak de wintermaanden, die gevuld worden met de jacht op stropers. Doch in de rest van het jaar is er over gebrek aan wefk evenmin te klagen. In het voor jaar gaan weken heen met helm plan ten op opengewaaide plaatsen. En in tussen hebben de vogels hun nesten ge bouwd, zodat de volgende taak, de be scherming van de eieren en jonge vo gels tegen op roof beluste vogels en katten, al weer wacht. Heel vaak zijn de terreinen in de zomer voor het pu bliek toegankelijk, wat zo zijn toezicht eist. En dan breekt, voordat men het weet, de herfst weer aan, worden er- Niet iedereen kan zich de weelde veroorloven met Kerstmis een ge braden gans op tafel te brengen, maar zeer velen zullen toch probe ren een smakelijke konijnenbout te serveren. Konijnen wekken gedach ten aan stropers en van deze lieden der duisternis naar de jachtopziener is slechts een kleine stap. In bij gaand artikel vinden onze lezers een kleine schets van het leven der jachtopzieners. Wij hopen, dat ae Kerstbout er niet minder heerlijk door zal smaken. gens in een schuurtje de strikken weer gemaakt en offert de jachtopziener zijn nachtrust weer op om een stroper te vangen. Een praatje met een jachtopziener geeft echter helemaal niet de indruk dat men te doen heeft met een afgetobd man. Hij heeft een zwaar leven, geeft dat zelf grif toe, maar ook een mooi leven. JU is zwerver in de natuur, is er een wer kelijk deel van, volgt de loop der sei zoenen op de voet, kent in de natuur de strijd om het bestaan en philosofeert over het mensdom als hij zijn ronde maakt onder statig voortzeilendc wol ken langs een staalblauwe hemel of wanneer sterren fel fonkelen in de vrieslucht. Hij kent geen haat tegen de stroper, die zijn geluk beproeft in een barre nacht, maar hij vraagt evenmin haat, wanneer ook hij die barre nacht trotseert om zijn taak te vervullen, zijn plicht te doen, de bescherming van de eigendom waarover hij is aange steld. Uit Bandung wordt vernomen, dat voor de derde maal vorige week een planter in West-Ja va werd vermoord. Het is de heer F. Roukens van de thee- en rubberonderneming „Sari Redjah" van de Pamenoekan en Tjisasemlanden. Hij werd door onbekenden dicht bij zijn woning doodgeschoten. Het 48- jarige slachtoffer was administrateur van de onderneming. De heer Roukens laat twee kinderen in Nederland na. Bij de voortgezette actie tegen de verzetslieden van het opstandige batal jon 426 in Midden-Java zijn deze van Wirosari verder in Zuid-Oostelijke rich ting gevlucht en de Solorivier overge stoken op de grens van de residenties Pati en Madiun. Zij bevinden zich dus thans in het gebied van Oost-Java. De Oost-Java-divisie Brawidjaja heeft reeds de nodige maatregelen getroffen voor een ..warme ontvangst". aldus heeft de woordvoerder van de Diponegoro-divisie aan Aneta medegedeeld. De militaire commandant in Solo heeft bekend gemaakt, dat in de stad razzia's zijn verricht, uitsluitend tegen de leden van het opstandige bataljon. In Solo is de avondklok ingesteld, die geldt van tien tot vier uur. Bij K. B. is de heer H. M. Abraham te Driebergen, oud-directeur van de Nederlandse Meelcentrale bij gelegen-' heid van zijn zeventigste verjaardag be noemd tot Officier in de orde van Oranje-Nassau. Ook de jachtopziener versmaadt by tijd en wijle een lekker boutje niet. „Met onze maatschappij is het dit jaar goed gegaan. We zullen de grootste om zet behalen, welke ons bedryf tot op heden kon bereiken; de financiële resul taten over 1951 tonen een aanzienlijke verbetering en het gehele bedrijf heeft zich gezond ontwikkeld", aldus dr. A, Plesman in zijn in het personeelsorgaan van de K.L.M. „De Wolkenridder" in het Nederlands en in het Engels opgenomen Kerstboodschap aan het personeel van de K.L.M., dat dank wordt gebracht voor de bereikte resultaten. Buiten Nederland werken thans bijna vierduizend man voor de K.L.M., van wie 3500 plaatselijk personeel. Het K.L.M.-personeel werkzaam bij de Garuda Indonesian Airways heeft goed werk verricht. Het bedrijf van de Garuda heeft in 1951 met vele tegen slagen te kampen gehad; niettemin stemt wat bereikt werd tot voldoening. Een speciaal woord van hulde richt dr. Plesman tot de gezagvoerders, vliegtuigbestuurders, boordwerktuig kundigen en radiotelegrafisten, die in de K.L.M. een bijzondere taak vervul len. Het is verheugend, aldus de pre sident-directeur van de K.L.M.. welk een goede harmonie daarbij is ge groeid tussen de K.L.M.-piloten van verschillende nationaliteiten. Ook de stewardessen en stewards wordt in het bijzonder dank gezegd voor hun pres taties. Indien wij de blik voorwaarts werpen en zien wat in 1952 en 1953 moet worden verricht, dan is het duidelijk, dat wij onze maatregelen op tijd moeten treffen om alle uitbreidingen en verbeteringen op de juiste wijze tot stand te brengen. Vooral aan het directoraat productie zullen hoge eisen worden gesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1951 | | pagina 9