Oud-testamentische55 ziekten teisteren
de negers in Bri ts-K a m er oen
Onvoldoende medische verzorging
ook voor de missionarissen
HUNTER
Behandeling van de Franse
begroting
uiMota
13.500 schepen dit jaar in de
Rotterdamse haven
Nieuwjaar
V.S. verhoogden in 1951
industriële productie
De gev
de
olg
lep
en van
ra
Kunt U niet slapen
„Memisa gaat depots voor penicilline
oprichten
Prof Kohnstamm
overleden
Toch nog carnaval
te Maastricht?
Televisie
Werklozencijfer daalde van drie
tot twee millioen
WOENSDAG 2 JANUARI 1952
PAGINA 3
Harry H. Hunter wenst de roker:
tteen Goed Nieuwjaar en 'n gevulde koker!
Maar. men dient dit als volgt te lezen:
de inhoud, dte moet Hunter wezen T
Pleven verbindt er de vertrouwenskwestie actn
DOOR ALEXANDRA ORME
(Wordt vorvoigd).
Moeilijke situatie op
Timor
„Antwerpse eisen zijn
niet die van België"
Tienduizend gulden bijeen
Benoemingen
Promotie Karei Meeuwes§e
Van 27 Augustus tot 19 September maakte ik, met een kleine bestelwagen,
met Father Haak een grote tocht heen en terug naar het binnenland. Het
reizen in' Brits-Kameroen is niet eenvoudig, zeker niet in de regenperiode.
De smalle verkeersweg die de eerste 80 km. door de eindeloze bananenplanta
ges voert gaat van Muyuka, waar we Father van Dal, die daar alleen woont,
even bezochten, af 250 km. door het oerwoud tot vlak bij Mamfe. Van Mamfe
af gaat de weg door een bergland begroeid met bosser,; na 100 km- verandert
het landschap in het Tirool-achtig bergland van de Bamenda-provincie.
De route tot Bamenda legden wij in drie dagen af; de eerste nacht logeerden
we in Kumba, bij Father van der Vlugt, een oude gast van het St. Franciscus
Gasthuis. Tot hier verliep de tocht voorspoedig, maar toen kwamen de moei
lijkheden. Men had ons bericht, dat 80 mijl van Kumba de weg versperd was
door een bergverzakking. En men adviseerde ons maar niet verder te trekken;
doch we hadden een veldbed en wat noodrantsoenen bij ons, zodat we de vol
gende ochtend toch maar besloten het erop te wagen.
Wanneer het droog is, is de route door
het oerwoud prachtig, vooral op gedeel
ten waar aan weerszijden van de weg
bomen, struikgewas en lianen zijn weg
gekapt en waar nu gras groeit, krijgt een
mens de indruk dat hij in een groot
prachtig park rijdt; hij realiseert zich
dan niet dat zich aan beiae kanten dui
zenden vierkante kilometers oerwoud
uitstrekken. Maar zo gauw het begint
te regenen, verandert de ongeplaveide
weg in een glibberige moddermassa en
vereist het veel stuurmansbeleid om tus
sen kuilen en plassen door een helling
te nemen zonder dat men het risico
loopt dat de wielen tot de as in de mod
der zakken en men vast komt te zitten
of dat men van de weg af slipt en in
het ravijn stort.
De weg voert over vele smalle, door
gaans houten bruggen zonder leuningen,
vele daarvan zijn gebouwd in de Duitse
tijd, toen het verkeer nog alleen per
lastdier onderhouden werd. Ze zijn dan
ook niet berekend op zware auto's. De
enige publieke transportmiddelen zijn
hier oude of doorgaans zeer gammele
vrachtwagens, die met touwtjes en
ijzerdraadjes aan elkaar zitten en waar
op gewoonlijk veertig a vijftig negers
vervoerd worden. Ook de missionarissen
moeten, als zij niet zelf over een auto
beschikken, wanneer zij van Noord naar
Zuid of omgekeerd willen, met deze
„omnibussen" reizen. De eerste-klas zit
plaatsen zijn gereserveerd naast de ne
ger-chauffeur op de voorbank! Bij iedere
brug moet men uitstappen en de bagage
naar de overkant worden gedragen. Dat
kan zich wel 50 keer per dag herhalen,
en wanneer de wagen vastloopt, moeten
alle passagiers mee helpen om de auto
v/eer op de vaste grond te krijgen. Ove
rigens zijn de tochten met deze „bussen"
levensgevaarlijk, ook al omdat de
chauffeurs over het algemeen onverant
woordelijk hard rijden. Ondanks deze on
dergelijke hindernissen bereikten wii
veilig de „landslide" bij mijlpaal 80; er
was juist door een honderdtal negers
voldoende grond weggegraven zodat we
„op eigen risico" konden passeren. Eni^e
uren later was er daar een nieuwe ver
zakking en werd de weg een week lang
voor het verkeer gesloten.
In Mamfe logeerden wij bij Father
Stokman, die ik het vorig jaar, toen hij
tijdens zijn verlof de Medisch Hygiëni
sche Cursus in Rotterdam volgde, had
leren kennen.
Op de route Mamfe-Bamenda goot
het voortdurend en de weg was over 15
km. gelijk aan een omgeploegd bouw-
bouwland, een lorrie was er de avond
tevoren afgevlogen en hing zowat 25
meter omlaag tegen een boom. Bamenda
werd het centrum van waaruit we alle
missieposten in dit gebied bezochten.
Van de 50 missionarissen in Brits-Ka
meroen zijn er 40 Nederlanders, zodat
ik op de meeste missieposten vrijwel
uitsluitend Nederlanders aantrof.
Vooral in dit gebied werd mij de
grote medische nood duidelijk. In
het Zuiden zag ik alleen de grote
steden. Terwijl daar de afgelegen
missieposten in het regenseizoen per
auto onbereikbaar zijn, is hier door
nieuwe, sinds kort aangelegde, wegen
thans iedere plaats bereikbaar. Be-
leikbaar ja, maar hoe! Eenmaal zaten
we vast in de modder; gelukkig kwam
juist voor donker een „Zamba"-
gezelschap (een onderlinge spaar-
club van 20-40 negers, die eens in de
week, gewoonlijk 's Zondags na de
Hoogmis, bij elkaar komen), enigszins
onder de invloed van genoten ''palm
wijn, te hulp; en al dansend en zin
gend duwde de troep negers ons een
kilometer of drie verder tot we vaste
bodem bereikten.
In Bamenda werd ik de eerste dag
geconfronteerd met de verschrikkelijke
gevolgen van melaatsheid of lepra, een
ziekte die wij alleen nog maar kennen
uit onze bybelse geschiedenis; maar
hier leven de mensen niet alleen nog
als in de tijd van het oude testament
maar hebben zij ook de oudtestamen
tische ziekten E„ wat erger is, er wordt
hier nog mets tegen gedaan. Tweehon
derd lepra-patienten, mannen, vrouwen
en kinderen wonen in een afzonderlijk
dorpje, vrijwillig bij elkaar. De lepreu
ze moeders hebben hun jonge nog ge
zonde kinderen bij zich en juist het
jonge kind is het meest vatbaar voor
deze ziekte. Het was verschrikkelijk te
zien, hoe moeders, soms met handen
zonder vingers, vrouwen bij wie soms
ook de hele voorvoet is afgestoten, of
Van wie het gelaat met grote knobbels
en de armen en benen met zweren zijn
bedekt, haar kleine, gezonde baby zit
ten te koesteren. Velen lopen met kruk
ken, één patiënt van wie de onderbe
nen geheel gezwollen en ontstoken
bewoog zich voort op de knieën
Vijl jaar geleden heeft de pastoor van
Bamenda, Father Nabben bovendien
stichter van een eigen steen-, pannen-
en tegelbakkerij, met een geïmporteer
de pers uit Swalmen (L.) aan het
gouvernement verzocht de verzorging
van dit kamp, met gouvernements-
subsidie, op zich te mogen nemen. Fa
ther Nabben had bij het kamp al een
kerkje gebouwd. Een katholiek Hon
gaars medicus die in Nigeria in een
leprakamp had gewerkt, was bereid de
Advertentie
door vheumatiek, spit, ischias, hoofd- en
zenuwpijnen, neemt dan geregeld Togal.
Togal verdrijft snel en afdoende die pijnen
en U slaapt weer rustig de gehele nacht
door. Togal baat waar andere middelen
falen. Togal zuivert de nieren en is
onschadelijk voor hart en maag. Bij apo
theek en drogist 0.83, 2.08 en 7.94.
medische leiding op zich te nemen. Op
dit verzoek werd afwijzend beschikt.
Men wilde de patiënten naar de kam
pen in Nigeria overbrengen; dit is ech
ter niet gebeurd. Ter plaatse werd
evenmin een begin gemaakt met de be
handeling van de patiënten met mo
derne geneesmiddelen, waardoor zij in
de laatste stadia wel niet meer te gene
zen zouden zijn maar waardoor zij ten
minste dikwijls niet meer besmettelijk
te maken zouden zijn. Kort geleden is
1111 het bericht gekomen dat de Zending
(Baptisten) met gouvernementssteun op
ongeveer 70 km. van Bamenda een
nieuw lepra-kamp zullen gaan stichten
waarheen de patiënten uit Bamenda,
die voor een belangrijk deel R.K. ge
worden zijn, zullen moeten worden
overgebracht. Door geldgebrek was het
de R.K.-missie niet mogelijk om zelf
deze menslievende taak op zich te ne
men.
Denk niet dat de mensen die geen lepra
hebben niet ziek zijn. Volgens alle doktoren
van de gouvernementsziekenhuizen lijden
de negers, die om de een of andere reden
worden opgenomen, bv. voor typhus, dy
senterie of voor een operatie, op zijn minst
aan vier, maar gewoonlijk wel aan zes ver
schillende wormziekten; bovendien, vooral
in het Zuiden, aan chronische malaria;
vele kinderen lijden aan schimmelziekten
van de huid, craw-craw, en heel dikwijls
ook aan framboesia; dit alles afgezien nog
van de vele patiënten met geslachtsziekten.
De medische nood is er dus wel zeer groot,
en het is begrijpelijk, dat de weinige' gou
vernementsartsen er niet veel aan kunnen
doen, het is onbegonnen werk zolang de
sociale en hygiënische toestanden zijn zo
als nu.
In het Zuiden rond Tiko is door de plan
tage-artsen belangrijk werk gedaan bij de
bestrijding van de malaria. Daar wordt
geregeld alles met D.D.T. bespoten en de
toestand is er thans zo, dat de directeur
van het ziekenhuis in Tiko een premie van
5 pond heeft uitgeloofd voor iedere ge
vangen nog geïnfecteerde muskiet. Tót nu
toe is er nog geen ingeleverd.
Vooral in de afgelegen missieposten doen
Moeder met ziek kind, (Longont
steking) hij ó,e dokter.
Knobbel-lepra aan het
de missionarissen nuttig medisch werk,
door de behandeling van longontsteking,
huidziekten, framboesia, wonden, enz. In
het heidense Wum behandelde Father Ak
kermans met succes twintig patiënten lij
dende aan epidemische meningitis, met door
de Memisa gezonden sulfa-preparaten; dit
gaf het volk wel vertrouwen in de pas ge
vestigde missie, maar nochtans ging aan
het einde van het eerste jaar van het be
staan van deze missie, in de Kerstnacht,
de pas gebouwde kerk, zeer waarschijnlijk
tengevolge van brandstichting in vlammen
op.
De missionarissen zelf hebben in deze
gebieden ook onvoldoende medische ver
zorging; niet alleen om-dat zij dikwijls ver
verwijderd wonen van een medicus, maar
bovendien doordat in de kleine gouver
nementsziekenhuizen in het binnenland
geen accomodatie is voor blanken. Zo
moest genoemde Father, die enige dagen
na de brand ziek werd, en bij overbren
ging naar Bamenda een ernstige blinde
darmontsteking bleek te hebben, na be
diend te zijn, gezeten in een kleine per
sonenauto meer dood dan levend, over
de boven beschreven weg naar het 600
km verwijderde Victoria worden overge
bracht. In Victoria gelukte het de artsen,
dank zij penicilline, de Father in leven
te houden, later kon hij naar Nederland
repatriëren en in Rotterdam geopereerd
worden. Op 5 Augustus stierf de Engelse
Father, die acht maanden tevoren Father
Akkermans het leven had gered door hem
veilig vrijwel non-stop naar Victoria te
rijden, in Njnikom, aan een longontste
king. Indien medische hulp bij de hand
was geweest zou dit menselijkerwijs ge
sproken, niet nodig zijn geweest, omdat
de Father de medicamenten, die hem had
den kunnen redden in huis had. Hij had
echter zelf evenmin als zijn confrater
enig idee van de oorzaak van zijn
ziekte. Enige malen werd een neger uit
gezonden om een dokter te waarschuwen,
maar pas na dagen bereikte het bericht
van de ziekte de Fathers en de medicus
in Bamenda. Enkele uren na de komst
van de dokter, die nog van alles probeer
de, stierf de Father op 47-jarige leeftijd.
Enige dagen nadat ik op mijn tocht
d_e missiepost Babanki-Tungo in de
Ndop-plane had bezocht, werd in deze
plaats de alleenwonende missionaris
ernstig ziek. Hij zond een koerier met
een tijdens hoge koorts geschreven en
deswege verward gesteld briefje naar
Bamenda. De volgende morgen vroeg
trok Father Nabben met een van de
gcuvernementsartsen erheen. Na een
Dr. J. IA. G. ten Berg zet in bij
gaand, vierde artikel, zijn beschou
wing over zijn reis door Brits Ka
meroen voort. En ditmaal wijdt hij
o.m. aandacht aan de gevreesde
lepra-ziekte en aan de onvoldoende
medische verzorging onder de mis
sionarissen zélf.
tocht van anderhalf uur per auto en een
wandeling van nog eens anderhalf uur
door dicht olifantsgras en akkers, over
smalle paadjes en vele smalle, van en
kele boomstammen gemaakte brugge
tjes. arriveerden zij ter plaatse. De
Father bleek aan een longontsteking en
een dubbelzijdige middenoorontsteking
te lijden. Na de nodige injecties werd
hij op een geïmproviseerde houten
draagstoel naar de weg getranspor
teerd, een tocht die drie uren duuFde.
Ondanks zijn ernstige ziekte moest hij
toch zelf over de smalle bruggetjes lo
pen. Na een uur zakte de hele draag
stoel in elkaar; hij werd met lianen ge
repareerd. De niet-R.K. gouvernements
arts nam de Father in zijn eigen huis
op; de geestelijke genoot er een voor
treffelijke verzorging. Twee dagen la
ter, bij mijn laatste bezoek aan Bamen
da, trof ik hem weer aan, dank zij de
goede behandeling was hij weer aan de
betere hand.
Ik meen dat bovengenoemde gevallen
die met vele soortgelijke ook uit artdere
missiegebieden zijn aan te vullen, vol
doende de medische nood waarin ook
de missionarissen zelf verkeren, il
lustreren.
De kerkdeur-collecte van de „Me
misa" op 9 Dec. werd in vele parochies,
wegens de plotseling door de Bis
schoppen voorgeschreven collecte in
Advertentie
de kerk voor de slachtoffers van de
watersnood in Noord-Italië, afgelast
of uitgesteld tot latere datum Ik
hoop dat bovenstaande ertoe mag bij
dragen dat de nog te houden collectes
goed zullen worden ^bedacht en ook
dat de meer dan zevenhonderd en
vijftig parochies, die niet bereid waren
deze collecte te houden, nu meer
blijk zullen geven van begrip voor de
medische nood van vele landgenoten
en alsnog zullen besluiten actief aan
de collecte deel te nemen. De „Memi
sa" is van plan, indien de opbrengst
van de geldinzameling het toelaat in
de daarvoor in aanmerking komende
missiegebieden depots op te richten
voor penicilline en chloromycetine
het geneesmiddel tegen typhus
voor de missionarissen zelf. Eén portie
chloromycetine voor één typhuslijder
kost 180.—
Mag ik in dit verband het gironum
mer van de penningmeester van de
„Memisa" in Rotterdam, 51360, ver
melden?
De Franse Nationale Vergadering
heeft de gehele Nieuwjaarsdag beraad
slaagd over de vraag, of de begroting
voor 1952 in debat moet worden ge
bracht. De premier van Frankrijk, René
Pleven, heeft de vertrouwenskwestie
gesteld op een motie „om het wetsont
werp in overweging te nemen". Donder
dag zal hierover worden gestemd.
Pleven speculeert er op, aldus meldt
A.P-, dat hij voldoende stemmen zal
krijgen om het besluit van de financiële
commissie van de Nationale Vergade
ring, geen rapport uit te brengen over
de begroting, teniet te doen en een
debat in het parlement af te dwingen.
De Franse premier had het ont
werp voor de begroting, waarin om
3370 milliard francs <33.7 milliard
gulden) verzochtwerd aan de com
missie ter inzage toegezonden. 160
milliard francs hiervan zal door
nieuwe belastingen opgebracht moe
ten worden. Voor de bewapening
werd een bedrag van 995 milliard
francs uitgetrokken, ofwel 28 pro
cent meer dan verleden jaar.
De financiële commissie weigerde
rapport uit te brengen over de be
groting wegens de oppositie in die
commissie tegen de voorstellen om
de defensie nog meer uit te breiden.
De minister van Financiën heeft in de
Nationale Vergadering medegedeeld, dat
Frankrijk in 1951 30 procent van zijn
begroting had besteed voor militaire
uitgaven en dat zonder buitenlandse
hulp het land niet in staat was de we
deropbouw te bekostigen, zich in Euro
pa te bewapenen en een oorlog in Indo-
China te voeren.
Bij het wetsontwerp gaat het niet om
structuele hervormingen, doch om be
perkte maatregelen, die niet uitgesteld
kunnen worden- Onze eerste zorg is het
opheffen of verminderen van het be
grotingstekort, aldus Mayer. Hij kon
digde dan, dat de regering over onge
veer drie maanden een maatregel zal
indienen, welke tot resultaat zou heb
ben dat er ongeveer 26 milliard francs
op de begroting zou kunnen worden
uitgespaard.
Als de motie, waarop Pleven de ver
trouwenskwestie heeft gesteld wordt
aangenomen, moet de Nationale Verga
dering het wetsontwerp, zoals het door
DE RUSSEN KOMEN
VERTALING; FRANS VAN OLDENBURG ERMKE
HOOFDSTUK XVIII
25 FEBRUARI—10 MAART
De zon kwam van achter de wolken
gluren. De oude Isa was zichzelf aan het
warmen op een hoop blaren en takjes
in wat vroeger de rotstuin placht te zijn,
en Alf stapte rond op stijve poten om
geen andere reden dan dat een oude
boerenvrouw de Zwijger's draadharige
dashond, die hij op het Herenhuis achter
had gelaten, terugbracht. De dashond
zou graag een praatje met Isa gemaakt
hebben, maar was bang' voor Alf en
liep van de ene hoek van het erf naar
de andere, terwijl hij stil voor zich heen
jankte en maar hoopte, dat Alf een been
zou vinden, waardoor zijn aandacht zou
worden afgeleid. Intussen deed Isa, alsof
hij sliep en niet in de gaten had, wat er
gaande was, en ik hakte hout.
Om tien uur verscheen er een Russi
sche officier, begeleid door twee solda
ten en een lid van de rode burgerwacht.
„Wat wenst U?" vroeg ik.
„Ah, je spreekt Russisch; je bent een
Slaaf", zei de officier. „We komen voor
honden, m'n liefje, voor grote, sterke
honden"
„Waarvoor?" vroeg ik en mijn bloed
trok weg uit mijn gezicht.
„Dat gaat je geen steek aan. Maar zie
je dat harige, kleine mormel daar; zoiets
moeten we niet hebben; maar we zullen
die twee grote meenemen. Dat is de
soort, die we nodig hebben".
Er was maar één man, die begreep,
hoe ik leed tijdens dit gesprek, en dat
was de Hongaarse boer, de man van de
rode burgerwacht. Het kwam niet in
der Russen hoofd op, dat ze op enige
moeilijkheden konden stuiten. Ik ben
noch erg bijdehand noch een goed leu
genaarster, omdat het leven me zelden
dwong tot leugens mijn toevlucht te
nemen, maar op dat ogenblik het dode
lijk gevaar beseffend dat onze honden
bedreigde, kreeg ik plotseling een inge
ving.
„Die honden zijn oud en zwak en van
weinig nut", zei ik om tijd te winnen.
„Dat is niet erg. Het doet er niet toe,
of ze heel oud, zelfs ziek zijn", zei de
officier.
„O, dat is prachtig", zei ik opgewekt.
„Ik heb nog meer honden", en ik floot
Alf.
„Waar ga je heen"? schreeuwde de
officier en greep zijn pistool.
Ik stond al bij de treden, die van de
rotstuin omlaag leidden, met Alf aan
mijn voeten, terwijl Isa. met haar zach
te, bruine ogen uit haar kop puilend,
me nakwam. „Ik ga die andere honden
halen", zei ik. „Grote, flinke honden",
voegde ik er aan toe en begon achter
uit de treden af te lopen, terwijl ik de
officier in het oog hieid en met mijn
hiel tastte naar iedere volgende trede.
De man van de burgerwacht had niet
begrepen, wat we zeiden, maar daar
hij zag, dat er geen herrie van kwam,
dacht hij, dat ik het onderspit had moe
ten delven en glimlachte honend.
Ik floot zacht en rende de tuin door
met Alf en Isa achter me aan springend.
Ik bereikte het open veld. Het was
vreselijk modderig, en mijn voeten wer
den al spoedig zo zwaar van de mod
der, dat ik ze nauwelijks kon oplich
ten, maar eindelijk kwam ik er toch
door. Toen glibberde ik langs de steilte
van het kleine ravijn, waardoor onze
rivier stroomt, en hier kregen we ge
zelschap van de dashond, helemaal bui
ten adem, maar blij, dat hij ons gevon
den had. Ik liep verder, bukte me nu
en dan. als een kind, dat Indiaantje
speelt, en floot zachtjes de honden om
te voorkomen, dat ze verdwaalden. Tot
dusver had ik nog niemand ontmoet,
maar ik kwam nu aan een opening in
het ravijn, waar de weg naar de rivier
overgang liep. Zou ik vlug over^ dat
open gedeelte rennen, of rustig door
lopen, alsof ik een gewone wandeling
maakte? Er lagen daar een paar hut
jes langs de weg. De man van de rode
burgerwacht moest allang begrepen
hebben, dat ik er vandoor was en het
aan de officier gemeld hebben, dus
waarschijnlijk waren ze me nu reeds in
het dorp aan het zoeken. Het was een
gevaarlijke plek en ik kon er maar be
ter hard voorbij rennen. Ik krabde de
modder een beetje van mijn schoenen
en rende. Waar hadden de Russen de
honden voor nodig? Ik had er geen idee
van; toch wist ik, dat de dood hun
wachtte, en ik had gelijk. Ik hield me
aan het ravijn, dat nu breder begon te
worden. De beide oevers van de rivier
waren met jonge acaciabomen bezet Ik
voelde me nog niet veilig. Ik ging de
kleine brug over en bevond me in de
langgerekte weide, waar we altijd in de
herfst paardreden, waadde door 'ae mod
der, totdat ik de rij oude populieren be
reikte, en in de beschutting daarvan
hoefde ik tenminste niet zo vlug meer
te lopen, tot grote vreugde van de hon
den. Eindelijk konden ze nu hun gang
gaan. Ze waren zo blij, dat ze om me
heen bleven springen en verwoed kwis
pelstaartten. En Alf probeerde tegen
me op te springen en me in mijn ge
zicht te likken, telkens als de grond
droog genoeg was en ik weer begon te»
draven. Ik was nog steeds onderweg
naar de boerderij, welke een paar mijl
van Mora verwijderd lag, want waar
moest ;k me anders verstoppen in die
vervloekte vlakte? De huisjes van de
boeren kwamen niet in aanmerking,
want ze zouden me onmiddellijk ver
raden. De rij populieren hield hier op
en aan de andere kant van een grote
akker kon ik de boerderij zien liggen.
Daar woonde de rentmeester van onze
buren, onlangs tot het communisme be
keerd. Hij had al verschillende executies
op zijn geweten, want hij gaf links en
rechts mensen aan. Twee maanden later
zouden we ontdekken, dat hij de hele
oorlog door onderdak aan Duitse offi
cieren verleend had, en dat hij mensen
had aangebracht, niet enkel om de ver
denking van zichzelf af te leiden, maar
ook om rekeningen te vereffenen met
persoonlijke vijanden. Ik koos opzette
lijk mijn weg door drassig moerasland,
waarbij ik vaak tot aan mijn knieën in
ijskoud water wegzonk en me een weg
moest banen door dicht struikgewas. Ik
zou hier niemand ontmoeten, dacht ik,
inderdaad echt zo'n plek, waar niemand
ooit kwam. Ik vond een betrekkelijk
droog plaatsje in een afwateringsgrep
pel. De sneeuw was nog niet helemaal
gesmolten en de greppel slechts half
vol. dus ging ik op de berm liggen,
waar ik uit het gezicht was. De honden
snuffelden rond op zoek naar muizen
in de hopen suikerbieten op het land.
de regering oorspronkelijk werd inge
diend en niet in de door de kamercom
missie voor financiën herziene vorm,
artikelgewijs behandelen.
De commissie voor financiën had uit
het wetsontwerp een clausule ge
schrapt, die de regering toestaat bij de
creet in de genationaliseerde indus
trieën en de sociale verzekeringen be
zuinigingen door te voeren. Tevens had
de commissie de meeste van de nieuwe
belastingen, die 160 milliard francs
moeten opbrengen, verworpen zonder
andere belastingen in plaats hiervoor
voor te stellen.
Te zijnen -huize te Ermelo is plotse
ling overleden prof. dr. Ph. Kohnstamm.
oud-hoogleraar in de paedagogie.
Philip Kohnstamm werd 17 Juni 1875
te Bonn geboren. Nadat hij te Amster
dam de H.B.S. had afgelopen, deed hij
in 1893 Staatsexamen, waarna hij aan de
Amsterdamse Universiteit wis- en na
tuurkunde studeerde. In 1901 behaalde
hij de doctorstitel. Zeven jaar later
werd hij buitengewoon hoogleraar in de
thermodynamica aan de gemeente—uni
versiteit van Amsterdam, nadat hy ge
durende een jaar privaat docent in de
wijsbegeerte was geweest.
In 1919 benoemde de Maatschappij' tot
Nut van 't Algemeen hem tot bijzonder
hoogleraar in de paedagogiek aan de
zelfde Universiteit. Van 1932 tot 1939
was hij buitengewoon hoogleraar in de
paedagogie aan de Universiteit te
Utrecht, waarna hij in dezelfde functie
te Amsterdam werd benoemd. In 1946
kreeg hij eervol ontslag.
Het Indonesische parlementslid Sa-
hetapy Engel, vice-voorzitter van de
Daerahraad van het eiland Timor,
heeft medegedeeld, dat de financiële
toestand op het droge en armoedige
eiland Timor veel te wensen overlaat.
Vrijwel geen van de overheidsinstan
ties beschikt over voldoende geldmid
delen. Weliswaar heeft de gouverneur
der Kleine Sunda-eilanden een subsi
die van Rp. 2.500.000.toegezegd,
maar het geld is nog steeds niet ont
vangen. De heer Engel verklaarde, dat
hij de indruk had, dat de regering niet
voldoende aandacht aan het eiland be
steedt-
Er waren dit jaar, gerekend tot Za
terdag, 13.460 schepen de Rotterdamse
haven binnengekomen en verwacht
werd, dat dit aantal vandaag nog zou
stijgen tot 13.500. Deze verwachting
werd uitgesproken door mr P. J Oud
burgemeester van Rotterdam. Zaterdag
op de traditionele oudejaarsbyeenkomst
van de havenvereniging „Rotterdam".
Verder wees de burgemeester erop
dat in 1936 en 1938 resp. 12.640 en 15.360
schepen arriveerden met een gezamen
lijke netto tonnage van 20.442.099 en
24.721.542 ton.
De genoemde cijfers zyn belangrijk,
doch van grote betekenis voor de Rot
terdamse haven noemde spr. het snelle
laden en lossen en ook bracht hij hulde
aan de toewijding, werkkracht en ijver
van de werkers in de haven. Wij heb
ben wel eens een angstig gevoel, zo zei
de burgemeester naar aanleiding van de
rede van de voorzitter van de Haven
vereniging, die de Moerdijkkanaal
kwestie had aangeroerd, dat de regering
onvoldoende van de betekenis van onze
haven doordrongen is. Er is geen groter
fout, dan dit als n locaal belang te zien,
dat echter een nationaal, ja zelfs een
internationaal belang is. Spr. voelde, dat
er in West-Europa een eenheid zoals
de Benelux nodig is en Rotterdam wil
zijn bijdrage leveren, doch wanneer
men een echte eenheid wil, dan mag
deze niet kunstmatig zijn. De regering
moet ervan doordrongen zijn. dat er
thans grote belangen op het spel staan,
niet alleen voor Rotterdam of Neder
land, maar ook voor Europa
Tevoren had de voprzitter van de
Havenvereniging, mr. H. Willems, het
Na het besluit van de „Tempeleers",
dit jaar geen carnavalsfeesten te Maas
tricht te organiseren, wegens onvol
doende financiële medewerking, heeft
wethouder Godfroy een dringend beroep
gedaan op de Maastrichtse bevolking.
Als voorzitter van een bemiddelings-
comite ontplooide deze wethouder met
medewerking van de Vereniging voor
Vreemdelingen Verkeer en verschillen-
oe jroepen van prominente persooniyk-
heden een dusdanige voortvarendheid,
dat in het korte tijdsbestek van Maan
dagmorgen half zes tot 's avonds acht
uur een bedrag van meer dan achtdui
zend gulden ter beschikking werd
gesteld. In de loop van de Nieuwjaars
dag werd een bedrag van tienduizend
gulden reeds overschreden.
Alhoewel de „Tempeleers" nog geen
definitieve beslissing hebben genomen,
staat het vrijwel vast, dat zy, gezien de
gunstige wijziging der omstandigheden,
op hun besluit zullen terugkomen en
alsnog, ondanks de korte tijd van voor
bereiding, de organisatie van de carna-
valsfeesten zullen voortzetten.
Op voordracht van de hoogeerw pa
ter provinciaal der Dominicanen hebben
met ingang van 4 Januari a.s. benoemd;
de aartsbisschop-coadjutor van Utrecht:
tct kapelaan te Utrecht (H. Antonius)
de weleerw. pater B. Ruberg (Leeu
warden H. Dominicus) en tot kapelaan
te Leeuwarden (H. Dominicus) de wel
eerw. pater P. v. d. Eisen (Utrecht, H.
Antonius); de bisschop van Haarlem:
tor, assistent te Amsterdam (H. Thomas
van Aquino) de weleerw. pater H
Coopmans (Nijmegen, H. Hart); de bis
schop van 's-Hertogenbosch: tot assis
tent te Nijmegen (H. Hart) de weleerw.
pater G. van Kasteren (Curasao).
woord gevoerd. Deze zei, sprekend over
het Moerdijkkanaal en de gehouden ge
meenteraadsvergaderingen; Wanneer
het dan eindelijk tot een uitbarsting
komt, na een opeenstapeling van on-
i heuse bejegeningen, dan vragen som
migen in den lande zich af of de wet
houder en de burgemeester zich niet
te kras hebben uitgedrukt.
Waar wij in Rotterdam bezwaar te
gen hebben is, dat alleen omdat in Ant
werpen een machtige luidspreker staat
opgesteld, Antwerpse belangen zouden
moeten prevaleren boven andere Bel
gische belangen, boven Luikse belan
gen, boven Gentse belangen, boven Am
sterdamse belangen en boven Neder
landse belangen en, wij generen ons niet
om dit last but not least te zeggen, bo
ven Rotterdamse belangen. Wij zijn niet
bereid ons te laten afschepen met de
welluidende dooddoener, dat wij om der
wille van een internationale gemeen
schap zouden moeten toegeven aan Ant
werpse eisen, die blijken niet eens Bel
gische eisen te zijn, aldus mr. Willems.
Naar verluidt in Vaticaanse kringen,
zal mgr. Joseph Kiwanuka uit Uganda
binnenkort verheven worden tot kar
dinaal. Hij zal de eerste Afrikaanse
kardinaal zijn.
Omdat ik de jongste van
ons gezin ben, rust op mij
op 1 Januari immer de
plicht langs de diverse
haardsteden van uitgewaai
de broers en zusters te
trekken teneinde er een
„Zalig Nieuwjaar" te be
stellen. Nu gun ik iedereen,
en inzonderheid mijn fami
lie. van ganser harte alle nieuws en
alle zaligs. Maar, ziet u, het moest niet
zó zijn dat het jaarlijks weerkerende
protocolair overal gepaard ging met
de aanbieding van verlopen oliebollen
van het vorig jaar. U heeft er geen idee
van hoezeer wij in het hart worden
getroffen wanneer wij onze (schoon)-
zussen horen zeggen: „En nu lust je
zeker nog wel een oliebol". Wij durven
nooit ..neen" te zeggen, omdat wij we
ten dat zij. onze (schoontzussen, ieder
voor zich er van overtuigd zijn, dat
hün baksel het voortreffelijkste ter
wereld is. Ik kan ze niet voor het
hoofd stoten.
Maar ik veracht oliebollen. En ik
verafschuw in het bijzonder oliebollen
van het vorig jaar, zijnde herinnerin
gen aan een verleden." waarmee ik de
finitief heb afgerekend.
Voor mijn part slaan ze ieder jaar
1 Januari over
Het blijkt steeds duidelijker, dat de
V.A.R.A. in Willy v Hemert een script
writer bezit, die met zwierig gemak een
goed televisie-programma in elkaar kan
zetten. Gisteravond b.v. had hij ter ge
legenheid van de jaarwisseling een ge
zellige bruiloft van Kloris en Roosje en
de daarbij behorende zegewens van
Thomasvaer en Pieternel ontworpen. Hij
had het gehele geval compleet met
ruiterij, toneelgroep, dansgroepen en
harmonicaspelers gesitueerd :n het
mooie dorp Laren en de uitzending had
vooral in haar opzet beslist enige
allure.
De uitwerking liet echter met name
van dat gedeelte, dat zich in de herberg
afspeelde weer van allerlei te wen
sen over. Wij zouden dat echter nau
welijks vermeld hebben, ware het niet,
dat de zegewens van Thomasvaer en
Pieternel bijkans geheel was gewijd aan
de televisie en de critiek, die daarop
volgens de dichter kennelijk ten on
rechte wordt uitgeoefend. Het kind is
nog zo jong, heette het bijna om de
regel.
Nu Thomasvaer mag het weten
dat zijn wij van harte met hem eens. En
geen woord critiek dan ook over die
gezellige technische storingen aan het
begin van de uitzending. Dat mag de
televisie zich veroorloven Geen woord
ook over die voortreffelijke omroeper,
die ons wilde doen geloven, dat wy ge
tuige waren van een directe uitzending
vanuit Laren.
Deze dingen behoren bij het experi
ment. Maar, dat het huwelijk Willy v.
Hemert tot niets beters weet te inspi
reren dan tot flauwe grapjes over het
Kindertal, heeft met een experimenteel
stadium niets te maken. Het feit. dat Jan
Lemaire een rolletje, waarvoor een ama-
teur zich zou generen, klaarbiykeliik
niet uit het hoofd kan leren, al evenmin
Hetzelfde geldt voor Aaf Bouber er, wij
vragen ons af bij welk Nederlands
toneelgezelschap deze twee met zo'n
prestatie terecht zouden kunnen.
De groepsregie en ook dat heeft met
televisie mets te maken was al even
slordig. Zij steunde weer op die voor
treffelijke gedachte, dat veel volk na
tuurlijk veel lawaai moet betekenen. Om
deze peroratie te besluiten; het wordt
tijd, dat de dames en heren, die televisie
bedrijven, ophouden zich te verontschul
digen. Hun misslagen behoren goeddeels
tot dat soort, dat men in Nederland zelfs
niet verdraagt van een groep amateurs
uit de provincie.
Overigens, wij herhalen: deze VARA-
uitzending was goed gezien, ze getuigde
van durf en wanneer men zo doorgaat,
liggen er mogelijkheden.
Tenslotte: na de pauze speelde het
kwartet van Ray Ellington voor de
camera. Wij stellen vast. dat wij daarbij
enkele zeer goede beelden hebben waar
genomen. Over de rest kunnen wy ons
niet uitlaten. Dergelijke muziek verdra.
gen wij nu eenmaal niet. Waarom geen
echte hoempa?
ALB. W.
Op 11 Januari a.s. zal Karei Meeu-
wesse, secretaris der letterkundige af
deling van het Thijm-Genootschap, de»
namiddags te drie uur te Utrecht pro
moveren tot doctor in de Nederlandse
letteren op een dissertatie, getiteld
„Jan Luyken als dichter van de Duytse
lier". Promotor is prof. W. A. P. Smit
De Amerikaanse minister van Handel.
Charles Sawyer, heeft medegedeeld dat
de V. S. de productie in 1951 hebben
verhoogd met ongeveer 8 procent en
dat zij groter was dan ooit. In een over
zicht van de economische situatie in
het afgelopen jaar, zegt Sawyer, dat
de bruto nationale productie in 1951
327 milliard dollar heeft bedragen of
15 procent meer dan in 1950. Ongeveer
de helft van deze stjjging komt voor
rekening van de hogere prijzen en de
rest voor rekening van het grotere
volume.
Het aantal werklozen, dat in 1950
gemiddeld drie millioen bedroeg, was
in 1951 teruggelopen tot twee milioen.
Hoewel bepaalde grondstoffen, in het
bijzonder basismetalen, schaars gewor
den zijn en moesten worden toegewe
zen, heeft zich dit jaar geen belangrijk
tekort aan civiele producten ontwikkeld.
De aanvoer van civiele producten
werd, wat volume betreft op hetzelfde
niveau gehandhaafd doch de kosten la
gen zes procent hoger dan in 1950 in
verband met de hogere prijzen.
De basis-idustrieër. werkten liet ge
hele jaar bijna op volle capaciteit er. de
productie steeg enigszins naarmate
nieuwe installaties in gebruik werden
genomen. De staalproductie bereikt»
gedurende verscheidene maanden van
dit jaar recordcijfers.
Sawyer verklaarde, dat het meest
dynamische element in de handelsuit
breiding in 1951 de verdubbeling van
de defensie-uitgaven is geweest. Hoe
wel de afleveringen van militaire goe
deren en de nieuwbouw in het kader
van het defensieprogramma 16 milliard
dollars bedroegen, was 1951 op de eer
ste plaats een periode van voorberei
ding op de record-productie, die later
zal volgen, aldus deelde Sawyer mede.