Oud-testamentische55 ziekten teisteren de negers in Bri ts-K a m er oen Onvoldoende medische verzorging ook voor de missionarissen HUNTER Behandeling van de Franse begroting uiMota 13.500 schepen dit jaar in de Rotterdamse haven Nieuwjaar V.S. verhoogden in 1951 industriële productie De gev de olg lep en van ra Kunt U niet slapen „Memisa gaat depots voor penicilline oprichten Prof Kohnstamm overleden Toch nog carnaval te Maastricht? Televisie Werklozencijfer daalde van drie tot twee millioen WOENSDAG 2 JANUARI 1952 PAGINA 3 Harry H. Hunter wenst de roker: tteen Goed Nieuwjaar en 'n gevulde koker! Maar. men dient dit als volgt te lezen: de inhoud, dte moet Hunter wezen T Pleven verbindt er de vertrouwenskwestie actn DOOR ALEXANDRA ORME (Wordt vorvoigd). Moeilijke situatie op Timor „Antwerpse eisen zijn niet die van België" Tienduizend gulden bijeen Benoemingen Promotie Karei Meeuwes§e Van 27 Augustus tot 19 September maakte ik, met een kleine bestelwagen, met Father Haak een grote tocht heen en terug naar het binnenland. Het reizen in' Brits-Kameroen is niet eenvoudig, zeker niet in de regenperiode. De smalle verkeersweg die de eerste 80 km. door de eindeloze bananenplanta ges voert gaat van Muyuka, waar we Father van Dal, die daar alleen woont, even bezochten, af 250 km. door het oerwoud tot vlak bij Mamfe. Van Mamfe af gaat de weg door een bergland begroeid met bosser,; na 100 km- verandert het landschap in het Tirool-achtig bergland van de Bamenda-provincie. De route tot Bamenda legden wij in drie dagen af; de eerste nacht logeerden we in Kumba, bij Father van der Vlugt, een oude gast van het St. Franciscus Gasthuis. Tot hier verliep de tocht voorspoedig, maar toen kwamen de moei lijkheden. Men had ons bericht, dat 80 mijl van Kumba de weg versperd was door een bergverzakking. En men adviseerde ons maar niet verder te trekken; doch we hadden een veldbed en wat noodrantsoenen bij ons, zodat we de vol gende ochtend toch maar besloten het erop te wagen. Wanneer het droog is, is de route door het oerwoud prachtig, vooral op gedeel ten waar aan weerszijden van de weg bomen, struikgewas en lianen zijn weg gekapt en waar nu gras groeit, krijgt een mens de indruk dat hij in een groot prachtig park rijdt; hij realiseert zich dan niet dat zich aan beiae kanten dui zenden vierkante kilometers oerwoud uitstrekken. Maar zo gauw het begint te regenen, verandert de ongeplaveide weg in een glibberige moddermassa en vereist het veel stuurmansbeleid om tus sen kuilen en plassen door een helling te nemen zonder dat men het risico loopt dat de wielen tot de as in de mod der zakken en men vast komt te zitten of dat men van de weg af slipt en in het ravijn stort. De weg voert over vele smalle, door gaans houten bruggen zonder leuningen, vele daarvan zijn gebouwd in de Duitse tijd, toen het verkeer nog alleen per lastdier onderhouden werd. Ze zijn dan ook niet berekend op zware auto's. De enige publieke transportmiddelen zijn hier oude of doorgaans zeer gammele vrachtwagens, die met touwtjes en ijzerdraadjes aan elkaar zitten en waar op gewoonlijk veertig a vijftig negers vervoerd worden. Ook de missionarissen moeten, als zij niet zelf over een auto beschikken, wanneer zij van Noord naar Zuid of omgekeerd willen, met deze „omnibussen" reizen. De eerste-klas zit plaatsen zijn gereserveerd naast de ne ger-chauffeur op de voorbank! Bij iedere brug moet men uitstappen en de bagage naar de overkant worden gedragen. Dat kan zich wel 50 keer per dag herhalen, en wanneer de wagen vastloopt, moeten alle passagiers mee helpen om de auto v/eer op de vaste grond te krijgen. Ove rigens zijn de tochten met deze „bussen" levensgevaarlijk, ook al omdat de chauffeurs over het algemeen onverant woordelijk hard rijden. Ondanks deze on dergelijke hindernissen bereikten wii veilig de „landslide" bij mijlpaal 80; er was juist door een honderdtal negers voldoende grond weggegraven zodat we „op eigen risico" konden passeren. Eni^e uren later was er daar een nieuwe ver zakking en werd de weg een week lang voor het verkeer gesloten. In Mamfe logeerden wij bij Father Stokman, die ik het vorig jaar, toen hij tijdens zijn verlof de Medisch Hygiëni sche Cursus in Rotterdam volgde, had leren kennen. Op de route Mamfe-Bamenda goot het voortdurend en de weg was over 15 km. gelijk aan een omgeploegd bouw- bouwland, een lorrie was er de avond tevoren afgevlogen en hing zowat 25 meter omlaag tegen een boom. Bamenda werd het centrum van waaruit we alle missieposten in dit gebied bezochten. Van de 50 missionarissen in Brits-Ka meroen zijn er 40 Nederlanders, zodat ik op de meeste missieposten vrijwel uitsluitend Nederlanders aantrof. Vooral in dit gebied werd mij de grote medische nood duidelijk. In het Zuiden zag ik alleen de grote steden. Terwijl daar de afgelegen missieposten in het regenseizoen per auto onbereikbaar zijn, is hier door nieuwe, sinds kort aangelegde, wegen thans iedere plaats bereikbaar. Be- leikbaar ja, maar hoe! Eenmaal zaten we vast in de modder; gelukkig kwam juist voor donker een „Zamba"- gezelschap (een onderlinge spaar- club van 20-40 negers, die eens in de week, gewoonlijk 's Zondags na de Hoogmis, bij elkaar komen), enigszins onder de invloed van genoten ''palm wijn, te hulp; en al dansend en zin gend duwde de troep negers ons een kilometer of drie verder tot we vaste bodem bereikten. In Bamenda werd ik de eerste dag geconfronteerd met de verschrikkelijke gevolgen van melaatsheid of lepra, een ziekte die wij alleen nog maar kennen uit onze bybelse geschiedenis; maar hier leven de mensen niet alleen nog als in de tijd van het oude testament maar hebben zij ook de oudtestamen tische ziekten E„ wat erger is, er wordt hier nog mets tegen gedaan. Tweehon derd lepra-patienten, mannen, vrouwen en kinderen wonen in een afzonderlijk dorpje, vrijwillig bij elkaar. De lepreu ze moeders hebben hun jonge nog ge zonde kinderen bij zich en juist het jonge kind is het meest vatbaar voor deze ziekte. Het was verschrikkelijk te zien, hoe moeders, soms met handen zonder vingers, vrouwen bij wie soms ook de hele voorvoet is afgestoten, of Van wie het gelaat met grote knobbels en de armen en benen met zweren zijn bedekt, haar kleine, gezonde baby zit ten te koesteren. Velen lopen met kruk ken, één patiënt van wie de onderbe nen geheel gezwollen en ontstoken bewoog zich voort op de knieën Vijl jaar geleden heeft de pastoor van Bamenda, Father Nabben bovendien stichter van een eigen steen-, pannen- en tegelbakkerij, met een geïmporteer de pers uit Swalmen (L.) aan het gouvernement verzocht de verzorging van dit kamp, met gouvernements- subsidie, op zich te mogen nemen. Fa ther Nabben had bij het kamp al een kerkje gebouwd. Een katholiek Hon gaars medicus die in Nigeria in een leprakamp had gewerkt, was bereid de Advertentie door vheumatiek, spit, ischias, hoofd- en zenuwpijnen, neemt dan geregeld Togal. Togal verdrijft snel en afdoende die pijnen en U slaapt weer rustig de gehele nacht door. Togal baat waar andere middelen falen. Togal zuivert de nieren en is onschadelijk voor hart en maag. Bij apo theek en drogist 0.83, 2.08 en 7.94. medische leiding op zich te nemen. Op dit verzoek werd afwijzend beschikt. Men wilde de patiënten naar de kam pen in Nigeria overbrengen; dit is ech ter niet gebeurd. Ter plaatse werd evenmin een begin gemaakt met de be handeling van de patiënten met mo derne geneesmiddelen, waardoor zij in de laatste stadia wel niet meer te gene zen zouden zijn maar waardoor zij ten minste dikwijls niet meer besmettelijk te maken zouden zijn. Kort geleden is 1111 het bericht gekomen dat de Zending (Baptisten) met gouvernementssteun op ongeveer 70 km. van Bamenda een nieuw lepra-kamp zullen gaan stichten waarheen de patiënten uit Bamenda, die voor een belangrijk deel R.K. ge worden zijn, zullen moeten worden overgebracht. Door geldgebrek was het de R.K.-missie niet mogelijk om zelf deze menslievende taak op zich te ne men. Denk niet dat de mensen die geen lepra hebben niet ziek zijn. Volgens alle doktoren van de gouvernementsziekenhuizen lijden de negers, die om de een of andere reden worden opgenomen, bv. voor typhus, dy senterie of voor een operatie, op zijn minst aan vier, maar gewoonlijk wel aan zes ver schillende wormziekten; bovendien, vooral in het Zuiden, aan chronische malaria; vele kinderen lijden aan schimmelziekten van de huid, craw-craw, en heel dikwijls ook aan framboesia; dit alles afgezien nog van de vele patiënten met geslachtsziekten. De medische nood is er dus wel zeer groot, en het is begrijpelijk, dat de weinige' gou vernementsartsen er niet veel aan kunnen doen, het is onbegonnen werk zolang de sociale en hygiënische toestanden zijn zo als nu. In het Zuiden rond Tiko is door de plan tage-artsen belangrijk werk gedaan bij de bestrijding van de malaria. Daar wordt geregeld alles met D.D.T. bespoten en de toestand is er thans zo, dat de directeur van het ziekenhuis in Tiko een premie van 5 pond heeft uitgeloofd voor iedere ge vangen nog geïnfecteerde muskiet. Tót nu toe is er nog geen ingeleverd. Vooral in de afgelegen missieposten doen Moeder met ziek kind, (Longont steking) hij ó,e dokter. Knobbel-lepra aan het de missionarissen nuttig medisch werk, door de behandeling van longontsteking, huidziekten, framboesia, wonden, enz. In het heidense Wum behandelde Father Ak kermans met succes twintig patiënten lij dende aan epidemische meningitis, met door de Memisa gezonden sulfa-preparaten; dit gaf het volk wel vertrouwen in de pas ge vestigde missie, maar nochtans ging aan het einde van het eerste jaar van het be staan van deze missie, in de Kerstnacht, de pas gebouwde kerk, zeer waarschijnlijk tengevolge van brandstichting in vlammen op. De missionarissen zelf hebben in deze gebieden ook onvoldoende medische ver zorging; niet alleen om-dat zij dikwijls ver verwijderd wonen van een medicus, maar bovendien doordat in de kleine gouver nementsziekenhuizen in het binnenland geen accomodatie is voor blanken. Zo moest genoemde Father, die enige dagen na de brand ziek werd, en bij overbren ging naar Bamenda een ernstige blinde darmontsteking bleek te hebben, na be diend te zijn, gezeten in een kleine per sonenauto meer dood dan levend, over de boven beschreven weg naar het 600 km verwijderde Victoria worden overge bracht. In Victoria gelukte het de artsen, dank zij penicilline, de Father in leven te houden, later kon hij naar Nederland repatriëren en in Rotterdam geopereerd worden. Op 5 Augustus stierf de Engelse Father, die acht maanden tevoren Father Akkermans het leven had gered door hem veilig vrijwel non-stop naar Victoria te rijden, in Njnikom, aan een longontste king. Indien medische hulp bij de hand was geweest zou dit menselijkerwijs ge sproken, niet nodig zijn geweest, omdat de Father de medicamenten, die hem had den kunnen redden in huis had. Hij had echter zelf evenmin als zijn confrater enig idee van de oorzaak van zijn ziekte. Enige malen werd een neger uit gezonden om een dokter te waarschuwen, maar pas na dagen bereikte het bericht van de ziekte de Fathers en de medicus in Bamenda. Enkele uren na de komst van de dokter, die nog van alles probeer de, stierf de Father op 47-jarige leeftijd. Enige dagen nadat ik op mijn tocht d_e missiepost Babanki-Tungo in de Ndop-plane had bezocht, werd in deze plaats de alleenwonende missionaris ernstig ziek. Hij zond een koerier met een tijdens hoge koorts geschreven en deswege verward gesteld briefje naar Bamenda. De volgende morgen vroeg trok Father Nabben met een van de gcuvernementsartsen erheen. Na een Dr. J. IA. G. ten Berg zet in bij gaand, vierde artikel, zijn beschou wing over zijn reis door Brits Ka meroen voort. En ditmaal wijdt hij o.m. aandacht aan de gevreesde lepra-ziekte en aan de onvoldoende medische verzorging onder de mis sionarissen zélf. tocht van anderhalf uur per auto en een wandeling van nog eens anderhalf uur door dicht olifantsgras en akkers, over smalle paadjes en vele smalle, van en kele boomstammen gemaakte brugge tjes. arriveerden zij ter plaatse. De Father bleek aan een longontsteking en een dubbelzijdige middenoorontsteking te lijden. Na de nodige injecties werd hij op een geïmproviseerde houten draagstoel naar de weg getranspor teerd, een tocht die drie uren duuFde. Ondanks zijn ernstige ziekte moest hij toch zelf over de smalle bruggetjes lo pen. Na een uur zakte de hele draag stoel in elkaar; hij werd met lianen ge repareerd. De niet-R.K. gouvernements arts nam de Father in zijn eigen huis op; de geestelijke genoot er een voor treffelijke verzorging. Twee dagen la ter, bij mijn laatste bezoek aan Bamen da, trof ik hem weer aan, dank zij de goede behandeling was hij weer aan de betere hand. Ik meen dat bovengenoemde gevallen die met vele soortgelijke ook uit artdere missiegebieden zijn aan te vullen, vol doende de medische nood waarin ook de missionarissen zelf verkeren, il lustreren. De kerkdeur-collecte van de „Me misa" op 9 Dec. werd in vele parochies, wegens de plotseling door de Bis schoppen voorgeschreven collecte in Advertentie de kerk voor de slachtoffers van de watersnood in Noord-Italië, afgelast of uitgesteld tot latere datum Ik hoop dat bovenstaande ertoe mag bij dragen dat de nog te houden collectes goed zullen worden ^bedacht en ook dat de meer dan zevenhonderd en vijftig parochies, die niet bereid waren deze collecte te houden, nu meer blijk zullen geven van begrip voor de medische nood van vele landgenoten en alsnog zullen besluiten actief aan de collecte deel te nemen. De „Memi sa" is van plan, indien de opbrengst van de geldinzameling het toelaat in de daarvoor in aanmerking komende missiegebieden depots op te richten voor penicilline en chloromycetine het geneesmiddel tegen typhus voor de missionarissen zelf. Eén portie chloromycetine voor één typhuslijder kost 180.— Mag ik in dit verband het gironum mer van de penningmeester van de „Memisa" in Rotterdam, 51360, ver melden? De Franse Nationale Vergadering heeft de gehele Nieuwjaarsdag beraad slaagd over de vraag, of de begroting voor 1952 in debat moet worden ge bracht. De premier van Frankrijk, René Pleven, heeft de vertrouwenskwestie gesteld op een motie „om het wetsont werp in overweging te nemen". Donder dag zal hierover worden gestemd. Pleven speculeert er op, aldus meldt A.P-, dat hij voldoende stemmen zal krijgen om het besluit van de financiële commissie van de Nationale Vergade ring, geen rapport uit te brengen over de begroting, teniet te doen en een debat in het parlement af te dwingen. De Franse premier had het ont werp voor de begroting, waarin om 3370 milliard francs <33.7 milliard gulden) verzochtwerd aan de com missie ter inzage toegezonden. 160 milliard francs hiervan zal door nieuwe belastingen opgebracht moe ten worden. Voor de bewapening werd een bedrag van 995 milliard francs uitgetrokken, ofwel 28 pro cent meer dan verleden jaar. De financiële commissie weigerde rapport uit te brengen over de be groting wegens de oppositie in die commissie tegen de voorstellen om de defensie nog meer uit te breiden. De minister van Financiën heeft in de Nationale Vergadering medegedeeld, dat Frankrijk in 1951 30 procent van zijn begroting had besteed voor militaire uitgaven en dat zonder buitenlandse hulp het land niet in staat was de we deropbouw te bekostigen, zich in Euro pa te bewapenen en een oorlog in Indo- China te voeren. Bij het wetsontwerp gaat het niet om structuele hervormingen, doch om be perkte maatregelen, die niet uitgesteld kunnen worden- Onze eerste zorg is het opheffen of verminderen van het be grotingstekort, aldus Mayer. Hij kon digde dan, dat de regering over onge veer drie maanden een maatregel zal indienen, welke tot resultaat zou heb ben dat er ongeveer 26 milliard francs op de begroting zou kunnen worden uitgespaard. Als de motie, waarop Pleven de ver trouwenskwestie heeft gesteld wordt aangenomen, moet de Nationale Verga dering het wetsontwerp, zoals het door DE RUSSEN KOMEN VERTALING; FRANS VAN OLDENBURG ERMKE HOOFDSTUK XVIII 25 FEBRUARI—10 MAART De zon kwam van achter de wolken gluren. De oude Isa was zichzelf aan het warmen op een hoop blaren en takjes in wat vroeger de rotstuin placht te zijn, en Alf stapte rond op stijve poten om geen andere reden dan dat een oude boerenvrouw de Zwijger's draadharige dashond, die hij op het Herenhuis achter had gelaten, terugbracht. De dashond zou graag een praatje met Isa gemaakt hebben, maar was bang' voor Alf en liep van de ene hoek van het erf naar de andere, terwijl hij stil voor zich heen jankte en maar hoopte, dat Alf een been zou vinden, waardoor zijn aandacht zou worden afgeleid. Intussen deed Isa, alsof hij sliep en niet in de gaten had, wat er gaande was, en ik hakte hout. Om tien uur verscheen er een Russi sche officier, begeleid door twee solda ten en een lid van de rode burgerwacht. „Wat wenst U?" vroeg ik. „Ah, je spreekt Russisch; je bent een Slaaf", zei de officier. „We komen voor honden, m'n liefje, voor grote, sterke honden" „Waarvoor?" vroeg ik en mijn bloed trok weg uit mijn gezicht. „Dat gaat je geen steek aan. Maar zie je dat harige, kleine mormel daar; zoiets moeten we niet hebben; maar we zullen die twee grote meenemen. Dat is de soort, die we nodig hebben". Er was maar één man, die begreep, hoe ik leed tijdens dit gesprek, en dat was de Hongaarse boer, de man van de rode burgerwacht. Het kwam niet in der Russen hoofd op, dat ze op enige moeilijkheden konden stuiten. Ik ben noch erg bijdehand noch een goed leu genaarster, omdat het leven me zelden dwong tot leugens mijn toevlucht te nemen, maar op dat ogenblik het dode lijk gevaar beseffend dat onze honden bedreigde, kreeg ik plotseling een inge ving. „Die honden zijn oud en zwak en van weinig nut", zei ik om tijd te winnen. „Dat is niet erg. Het doet er niet toe, of ze heel oud, zelfs ziek zijn", zei de officier. „O, dat is prachtig", zei ik opgewekt. „Ik heb nog meer honden", en ik floot Alf. „Waar ga je heen"? schreeuwde de officier en greep zijn pistool. Ik stond al bij de treden, die van de rotstuin omlaag leidden, met Alf aan mijn voeten, terwijl Isa. met haar zach te, bruine ogen uit haar kop puilend, me nakwam. „Ik ga die andere honden halen", zei ik. „Grote, flinke honden", voegde ik er aan toe en begon achter uit de treden af te lopen, terwijl ik de officier in het oog hieid en met mijn hiel tastte naar iedere volgende trede. De man van de burgerwacht had niet begrepen, wat we zeiden, maar daar hij zag, dat er geen herrie van kwam, dacht hij, dat ik het onderspit had moe ten delven en glimlachte honend. Ik floot zacht en rende de tuin door met Alf en Isa achter me aan springend. Ik bereikte het open veld. Het was vreselijk modderig, en mijn voeten wer den al spoedig zo zwaar van de mod der, dat ik ze nauwelijks kon oplich ten, maar eindelijk kwam ik er toch door. Toen glibberde ik langs de steilte van het kleine ravijn, waardoor onze rivier stroomt, en hier kregen we ge zelschap van de dashond, helemaal bui ten adem, maar blij, dat hij ons gevon den had. Ik liep verder, bukte me nu en dan. als een kind, dat Indiaantje speelt, en floot zachtjes de honden om te voorkomen, dat ze verdwaalden. Tot dusver had ik nog niemand ontmoet, maar ik kwam nu aan een opening in het ravijn, waar de weg naar de rivier overgang liep. Zou ik vlug over^ dat open gedeelte rennen, of rustig door lopen, alsof ik een gewone wandeling maakte? Er lagen daar een paar hut jes langs de weg. De man van de rode burgerwacht moest allang begrepen hebben, dat ik er vandoor was en het aan de officier gemeld hebben, dus waarschijnlijk waren ze me nu reeds in het dorp aan het zoeken. Het was een gevaarlijke plek en ik kon er maar be ter hard voorbij rennen. Ik krabde de modder een beetje van mijn schoenen en rende. Waar hadden de Russen de honden voor nodig? Ik had er geen idee van; toch wist ik, dat de dood hun wachtte, en ik had gelijk. Ik hield me aan het ravijn, dat nu breder begon te worden. De beide oevers van de rivier waren met jonge acaciabomen bezet Ik voelde me nog niet veilig. Ik ging de kleine brug over en bevond me in de langgerekte weide, waar we altijd in de herfst paardreden, waadde door 'ae mod der, totdat ik de rij oude populieren be reikte, en in de beschutting daarvan hoefde ik tenminste niet zo vlug meer te lopen, tot grote vreugde van de hon den. Eindelijk konden ze nu hun gang gaan. Ze waren zo blij, dat ze om me heen bleven springen en verwoed kwis pelstaartten. En Alf probeerde tegen me op te springen en me in mijn ge zicht te likken, telkens als de grond droog genoeg was en ik weer begon te» draven. Ik was nog steeds onderweg naar de boerderij, welke een paar mijl van Mora verwijderd lag, want waar moest ;k me anders verstoppen in die vervloekte vlakte? De huisjes van de boeren kwamen niet in aanmerking, want ze zouden me onmiddellijk ver raden. De rij populieren hield hier op en aan de andere kant van een grote akker kon ik de boerderij zien liggen. Daar woonde de rentmeester van onze buren, onlangs tot het communisme be keerd. Hij had al verschillende executies op zijn geweten, want hij gaf links en rechts mensen aan. Twee maanden later zouden we ontdekken, dat hij de hele oorlog door onderdak aan Duitse offi cieren verleend had, en dat hij mensen had aangebracht, niet enkel om de ver denking van zichzelf af te leiden, maar ook om rekeningen te vereffenen met persoonlijke vijanden. Ik koos opzette lijk mijn weg door drassig moerasland, waarbij ik vaak tot aan mijn knieën in ijskoud water wegzonk en me een weg moest banen door dicht struikgewas. Ik zou hier niemand ontmoeten, dacht ik, inderdaad echt zo'n plek, waar niemand ooit kwam. Ik vond een betrekkelijk droog plaatsje in een afwateringsgrep pel. De sneeuw was nog niet helemaal gesmolten en de greppel slechts half vol. dus ging ik op de berm liggen, waar ik uit het gezicht was. De honden snuffelden rond op zoek naar muizen in de hopen suikerbieten op het land. de regering oorspronkelijk werd inge diend en niet in de door de kamercom missie voor financiën herziene vorm, artikelgewijs behandelen. De commissie voor financiën had uit het wetsontwerp een clausule ge schrapt, die de regering toestaat bij de creet in de genationaliseerde indus trieën en de sociale verzekeringen be zuinigingen door te voeren. Tevens had de commissie de meeste van de nieuwe belastingen, die 160 milliard francs moeten opbrengen, verworpen zonder andere belastingen in plaats hiervoor voor te stellen. Te zijnen -huize te Ermelo is plotse ling overleden prof. dr. Ph. Kohnstamm. oud-hoogleraar in de paedagogie. Philip Kohnstamm werd 17 Juni 1875 te Bonn geboren. Nadat hij te Amster dam de H.B.S. had afgelopen, deed hij in 1893 Staatsexamen, waarna hij aan de Amsterdamse Universiteit wis- en na tuurkunde studeerde. In 1901 behaalde hij de doctorstitel. Zeven jaar later werd hij buitengewoon hoogleraar in de thermodynamica aan de gemeente—uni versiteit van Amsterdam, nadat hy ge durende een jaar privaat docent in de wijsbegeerte was geweest. In 1919 benoemde de Maatschappij' tot Nut van 't Algemeen hem tot bijzonder hoogleraar in de paedagogiek aan de zelfde Universiteit. Van 1932 tot 1939 was hij buitengewoon hoogleraar in de paedagogie aan de Universiteit te Utrecht, waarna hij in dezelfde functie te Amsterdam werd benoemd. In 1946 kreeg hij eervol ontslag. Het Indonesische parlementslid Sa- hetapy Engel, vice-voorzitter van de Daerahraad van het eiland Timor, heeft medegedeeld, dat de financiële toestand op het droge en armoedige eiland Timor veel te wensen overlaat. Vrijwel geen van de overheidsinstan ties beschikt over voldoende geldmid delen. Weliswaar heeft de gouverneur der Kleine Sunda-eilanden een subsi die van Rp. 2.500.000.toegezegd, maar het geld is nog steeds niet ont vangen. De heer Engel verklaarde, dat hij de indruk had, dat de regering niet voldoende aandacht aan het eiland be steedt- Er waren dit jaar, gerekend tot Za terdag, 13.460 schepen de Rotterdamse haven binnengekomen en verwacht werd, dat dit aantal vandaag nog zou stijgen tot 13.500. Deze verwachting werd uitgesproken door mr P. J Oud burgemeester van Rotterdam. Zaterdag op de traditionele oudejaarsbyeenkomst van de havenvereniging „Rotterdam". Verder wees de burgemeester erop dat in 1936 en 1938 resp. 12.640 en 15.360 schepen arriveerden met een gezamen lijke netto tonnage van 20.442.099 en 24.721.542 ton. De genoemde cijfers zyn belangrijk, doch van grote betekenis voor de Rot terdamse haven noemde spr. het snelle laden en lossen en ook bracht hij hulde aan de toewijding, werkkracht en ijver van de werkers in de haven. Wij heb ben wel eens een angstig gevoel, zo zei de burgemeester naar aanleiding van de rede van de voorzitter van de Haven vereniging, die de Moerdijkkanaal kwestie had aangeroerd, dat de regering onvoldoende van de betekenis van onze haven doordrongen is. Er is geen groter fout, dan dit als n locaal belang te zien, dat echter een nationaal, ja zelfs een internationaal belang is. Spr. voelde, dat er in West-Europa een eenheid zoals de Benelux nodig is en Rotterdam wil zijn bijdrage leveren, doch wanneer men een echte eenheid wil, dan mag deze niet kunstmatig zijn. De regering moet ervan doordrongen zijn. dat er thans grote belangen op het spel staan, niet alleen voor Rotterdam of Neder land, maar ook voor Europa Tevoren had de voprzitter van de Havenvereniging, mr. H. Willems, het Na het besluit van de „Tempeleers", dit jaar geen carnavalsfeesten te Maas tricht te organiseren, wegens onvol doende financiële medewerking, heeft wethouder Godfroy een dringend beroep gedaan op de Maastrichtse bevolking. Als voorzitter van een bemiddelings- comite ontplooide deze wethouder met medewerking van de Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer en verschillen- oe jroepen van prominente persooniyk- heden een dusdanige voortvarendheid, dat in het korte tijdsbestek van Maan dagmorgen half zes tot 's avonds acht uur een bedrag van meer dan achtdui zend gulden ter beschikking werd gesteld. In de loop van de Nieuwjaars dag werd een bedrag van tienduizend gulden reeds overschreden. Alhoewel de „Tempeleers" nog geen definitieve beslissing hebben genomen, staat het vrijwel vast, dat zy, gezien de gunstige wijziging der omstandigheden, op hun besluit zullen terugkomen en alsnog, ondanks de korte tijd van voor bereiding, de organisatie van de carna- valsfeesten zullen voortzetten. Op voordracht van de hoogeerw pa ter provinciaal der Dominicanen hebben met ingang van 4 Januari a.s. benoemd; de aartsbisschop-coadjutor van Utrecht: tct kapelaan te Utrecht (H. Antonius) de weleerw. pater B. Ruberg (Leeu warden H. Dominicus) en tot kapelaan te Leeuwarden (H. Dominicus) de wel eerw. pater P. v. d. Eisen (Utrecht, H. Antonius); de bisschop van Haarlem: tor, assistent te Amsterdam (H. Thomas van Aquino) de weleerw. pater H Coopmans (Nijmegen, H. Hart); de bis schop van 's-Hertogenbosch: tot assis tent te Nijmegen (H. Hart) de weleerw. pater G. van Kasteren (Curasao). woord gevoerd. Deze zei, sprekend over het Moerdijkkanaal en de gehouden ge meenteraadsvergaderingen; Wanneer het dan eindelijk tot een uitbarsting komt, na een opeenstapeling van on- i heuse bejegeningen, dan vragen som migen in den lande zich af of de wet houder en de burgemeester zich niet te kras hebben uitgedrukt. Waar wij in Rotterdam bezwaar te gen hebben is, dat alleen omdat in Ant werpen een machtige luidspreker staat opgesteld, Antwerpse belangen zouden moeten prevaleren boven andere Bel gische belangen, boven Luikse belan gen, boven Gentse belangen, boven Am sterdamse belangen en boven Neder landse belangen en, wij generen ons niet om dit last but not least te zeggen, bo ven Rotterdamse belangen. Wij zijn niet bereid ons te laten afschepen met de welluidende dooddoener, dat wij om der wille van een internationale gemeen schap zouden moeten toegeven aan Ant werpse eisen, die blijken niet eens Bel gische eisen te zijn, aldus mr. Willems. Naar verluidt in Vaticaanse kringen, zal mgr. Joseph Kiwanuka uit Uganda binnenkort verheven worden tot kar dinaal. Hij zal de eerste Afrikaanse kardinaal zijn. Omdat ik de jongste van ons gezin ben, rust op mij op 1 Januari immer de plicht langs de diverse haardsteden van uitgewaai de broers en zusters te trekken teneinde er een „Zalig Nieuwjaar" te be stellen. Nu gun ik iedereen, en inzonderheid mijn fami lie. van ganser harte alle nieuws en alle zaligs. Maar, ziet u, het moest niet zó zijn dat het jaarlijks weerkerende protocolair overal gepaard ging met de aanbieding van verlopen oliebollen van het vorig jaar. U heeft er geen idee van hoezeer wij in het hart worden getroffen wanneer wij onze (schoon)- zussen horen zeggen: „En nu lust je zeker nog wel een oliebol". Wij durven nooit ..neen" te zeggen, omdat wij we ten dat zij. onze (schoontzussen, ieder voor zich er van overtuigd zijn, dat hün baksel het voortreffelijkste ter wereld is. Ik kan ze niet voor het hoofd stoten. Maar ik veracht oliebollen. En ik verafschuw in het bijzonder oliebollen van het vorig jaar, zijnde herinnerin gen aan een verleden." waarmee ik de finitief heb afgerekend. Voor mijn part slaan ze ieder jaar 1 Januari over Het blijkt steeds duidelijker, dat de V.A.R.A. in Willy v Hemert een script writer bezit, die met zwierig gemak een goed televisie-programma in elkaar kan zetten. Gisteravond b.v. had hij ter ge legenheid van de jaarwisseling een ge zellige bruiloft van Kloris en Roosje en de daarbij behorende zegewens van Thomasvaer en Pieternel ontworpen. Hij had het gehele geval compleet met ruiterij, toneelgroep, dansgroepen en harmonicaspelers gesitueerd :n het mooie dorp Laren en de uitzending had vooral in haar opzet beslist enige allure. De uitwerking liet echter met name van dat gedeelte, dat zich in de herberg afspeelde weer van allerlei te wen sen over. Wij zouden dat echter nau welijks vermeld hebben, ware het niet, dat de zegewens van Thomasvaer en Pieternel bijkans geheel was gewijd aan de televisie en de critiek, die daarop volgens de dichter kennelijk ten on rechte wordt uitgeoefend. Het kind is nog zo jong, heette het bijna om de regel. Nu Thomasvaer mag het weten dat zijn wij van harte met hem eens. En geen woord critiek dan ook over die gezellige technische storingen aan het begin van de uitzending. Dat mag de televisie zich veroorloven Geen woord ook over die voortreffelijke omroeper, die ons wilde doen geloven, dat wy ge tuige waren van een directe uitzending vanuit Laren. Deze dingen behoren bij het experi ment. Maar, dat het huwelijk Willy v. Hemert tot niets beters weet te inspi reren dan tot flauwe grapjes over het Kindertal, heeft met een experimenteel stadium niets te maken. Het feit. dat Jan Lemaire een rolletje, waarvoor een ama- teur zich zou generen, klaarbiykeliik niet uit het hoofd kan leren, al evenmin Hetzelfde geldt voor Aaf Bouber er, wij vragen ons af bij welk Nederlands toneelgezelschap deze twee met zo'n prestatie terecht zouden kunnen. De groepsregie en ook dat heeft met televisie mets te maken was al even slordig. Zij steunde weer op die voor treffelijke gedachte, dat veel volk na tuurlijk veel lawaai moet betekenen. Om deze peroratie te besluiten; het wordt tijd, dat de dames en heren, die televisie bedrijven, ophouden zich te verontschul digen. Hun misslagen behoren goeddeels tot dat soort, dat men in Nederland zelfs niet verdraagt van een groep amateurs uit de provincie. Overigens, wij herhalen: deze VARA- uitzending was goed gezien, ze getuigde van durf en wanneer men zo doorgaat, liggen er mogelijkheden. Tenslotte: na de pauze speelde het kwartet van Ray Ellington voor de camera. Wij stellen vast. dat wij daarbij enkele zeer goede beelden hebben waar genomen. Over de rest kunnen wy ons niet uitlaten. Dergelijke muziek verdra. gen wij nu eenmaal niet. Waarom geen echte hoempa? ALB. W. Op 11 Januari a.s. zal Karei Meeu- wesse, secretaris der letterkundige af deling van het Thijm-Genootschap, de» namiddags te drie uur te Utrecht pro moveren tot doctor in de Nederlandse letteren op een dissertatie, getiteld „Jan Luyken als dichter van de Duytse lier". Promotor is prof. W. A. P. Smit De Amerikaanse minister van Handel. Charles Sawyer, heeft medegedeeld dat de V. S. de productie in 1951 hebben verhoogd met ongeveer 8 procent en dat zij groter was dan ooit. In een over zicht van de economische situatie in het afgelopen jaar, zegt Sawyer, dat de bruto nationale productie in 1951 327 milliard dollar heeft bedragen of 15 procent meer dan in 1950. Ongeveer de helft van deze stjjging komt voor rekening van de hogere prijzen en de rest voor rekening van het grotere volume. Het aantal werklozen, dat in 1950 gemiddeld drie millioen bedroeg, was in 1951 teruggelopen tot twee milioen. Hoewel bepaalde grondstoffen, in het bijzonder basismetalen, schaars gewor den zijn en moesten worden toegewe zen, heeft zich dit jaar geen belangrijk tekort aan civiele producten ontwikkeld. De aanvoer van civiele producten werd, wat volume betreft op hetzelfde niveau gehandhaafd doch de kosten la gen zes procent hoger dan in 1950 in verband met de hogere prijzen. De basis-idustrieër. werkten liet ge hele jaar bijna op volle capaciteit er. de productie steeg enigszins naarmate nieuwe installaties in gebruik werden genomen. De staalproductie bereikt» gedurende verscheidene maanden van dit jaar recordcijfers. Sawyer verklaarde, dat het meest dynamische element in de handelsuit breiding in 1951 de verdubbeling van de defensie-uitgaven is geweest. Hoe wel de afleveringen van militaire goe deren en de nieuwbouw in het kader van het defensieprogramma 16 milliard dollars bedroegen, was 1951 op de eer ste plaats een periode van voorberei ding op de record-productie, die later zal volgen, aldus deelde Sawyer mede.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 3