DE VERJAARDAG VAN KONING HERODES
uxMota
CONSTANT PERMEKE, Vlaanderens
machtigste expressionist
Internat. Acad. Instituut wordt
in Den Haag gevestigd
Een verhaal in de onvoltooid
tegenwoordige tijd
„Hel Hoofd van Johannes
Wezens inhoud van
het Christendom
t
Mr. Donner voorzitterprofessor Hofstra
directeurrnr. Le Poole adjunct-directeur
Paleis Noordeinde
er voor geschikt
AKKERTJE
„WIJ ZEGGEN HET DE WERELD"
natuur sluimert in
Nederlcmdse koks in
Engeland
Gebrek aan zusters
in de missie
LITERAIRE KRONIEK
Buitenlandse persveremng houdt
expositie in Den Haag
ZATERDAG 12 JANUARI 1952
PAGINA 3
Er ligt ook een stukje natuur
besloten in de King rol.
Wanneer U deze opent, kunt
U genieten van de weldadige
eigenschappen van het edele
natuurproduct, waaruit
King pepermunt is bereid.
De natuurzuivere
Het beste dagelijkse middel ter opwekking en verkwikking
VaL6n eeuwiëe-
hefi,agl in z
mÊfÊÊKÊM
;et
^UlSSENAREN BIJ
u MGR. ALFRINK
v
t
jtUr§ische weekkalender
i.hoxf- a aV, yoor Kerk 01 paus: pre_
S? hS', ti?' SanÏÏus; Pre£atie v. O. L.
Overste terug van een
visitatie-reis
Kou gevat
Neem
DOOR ALEXANDRA ORME
PROVINCIAL AAT
PATERS OBLATEN
Hoofdvertegenwoordiger
K.L.M. in Italië
Van nature heeft de mens in zich
een streven naar het Oneindige,
Vp,,. daar het Absolute, dat niet aan
SchS. ering onderhevig is. Heel de ge-
door heeft de geest van de
of m' altijd onbevredigd bleef, min
san™,eer hewust, getracht te ontkomen
£a'teleurstellingen, die aan de ver-
onvp ke stoi" en louter-menselijke
jj. ®rmiJdelijk verbonden zijn, en tel-
Vp,,j opnieuw zocht hij naar het blij
keio dat de wiJzen van alle vol
On rin steeds de nadruk hebben gelegd
den noodzakelijkheid zich te bevrij-
tijdoVn11 de hartstochten, die ons aan het
het tv .hinden. In tegenstelling met
Uit „!°r's he mens zichzelf! Hij leeft
tyar hoor zijn geest, die het Goede,
tiirKt en -Schone onvermoeibaar steeds
..'or tracht te benaderen.
«0,utarmate nu heeld van het Ab-
Zijn scherpere vormen aanneemt in
haar ,'.ustzijn en llij ziin verlangen
V0lm Solijkvormigheid met het Eeuwige
Vpr4aahter in heel zijn wezen weet te
gtoaip"ke5kenV in dezelfde mate
itltipS11 zijn scheppende krachten, zijn
onto 'hke rust en evenwicht, zijn zelf-
°°iing. Zodat de prestaties van de
ter,.;?1 ijhe geest, onverschillig op welk
eerst***, IUJ zi-"n activiteit ontwikkelt,
^hhij
aan waarlijk groot en waarlijk
®htst mo§en heten, wanneer zij hun
eeil aan danken aan een contact met de
logheid.
iU!«i
ste„"'gekeerd verliest de mens zichzelf
verdS. mee.r- Saat .zijn vrijheid steeds
verloren, zodra hij afhankelijker
Vast van zijn hartstochten
-.er aan het tijdelijke hecht.
bevri anige mogelijkheid tot volledige
th. hüing en zelfontwikkeling van de
s ligt in zijn totale gerichtheid op
De
vri
hjkf- en zijn zo volkomen moge-
hot °nthechting aan het stoffelijke,
dit aai'hse, het niet-noodzakelijke. Op
hhgh -nt heerst een treffende eenstem-
te 4 d °ndev verreweg de meeste gro-
hePf?nkers en mystici, die de mensheid
j" voortgebracht.
Ri,-n Z0 beschouwingswijze, die de hele
vat t11? ziin diepste wezen totaal om-
bleèm tevens het fundamentele pro-
Vau Van het mensdom: de bevrijding
th;.a^e menselijke geest van het li-
Ee
wanneer de enig-juiste doelge-
de ae,ld van de ziel op het Eeuwige
Paalt6 menselijke werkzaamheid be
te ls het mogelijk alle ondergeschik-
''chat!,aitd.en de lijdelijke, stoffelijke,
levpv, f ike hun juiste plaats in het
te geven.
«n Tuit onmiddellijk volgt, dat geest
lvorri n° aiU n ie t gescheiden mogen
gezond hehben elkander nodig om
v°orw te kunnen functionnaren. Op
de i,^'aarde> dat in hun samenwerking
ïteid v waardenhiërarchie veilig is ge-
hatn,'. ~°ver reikt reeds de kennis der
urhjke zedenleer.
I 1 it louter natuurlijke, menselijke
■K_/ streven naar het Absolute een
lijlje ^bstractie heeft in de christe
nen»,, uPenbaring een oneindig verhe
in n?n. zeer concrete zin gekregen,
'ijk cjhristus heeft God Zijn persoon-
druu, 0?taan gemanifeesteerd, zeer na-
de U? -'h het eeuwigheidsstreven van
ject m°ns een nauwkeurig-bepaald ob-
he) gegeven, n.l. het deelhebben aan
lt6 goddelijk leven, en bovennatuurlij
ke]., hulpmiddelen ter beschikking ge-
tfio?m dat doel te verwezenlijken.
tlUkii'h a wordt echter aan de na-
htepn.Va
lot
flo,
hit
;e,ih0 moraal geen afbreuk gedaan,
3), endeel. de aanvulling, welke deze
et }foas Openbaring ontvangt, ont
ft haar met -
één slag van alle nog
eP "ubevredigend'e aspecten
Mn. ei o acs^ "aar °P een niveau, dat zij
Reiken kracht onm°Seli.jk had kunnen
tree -ih zede wetten leert God de mens
tv0,;Jes. hoe Hij verlangt gediend te
t'Jn en deze Openbaring is in wezen
ke, verheffing tot een duizelingwek-
j-jd® hoogte en grootheid,
dg rG2ich openbarende God immers is
lefde zelf. Die door Zijn wetten de
Hst .s'°^ gebonden mens de weg
kia'jj om zich van het vergankelijke los te
Advertentie
JaafC" en boven zichzelf uit te stijgen
tfvr ?.e Oneindige de alle verlangens
fev0rijlgende Volmaakte, Die, eenmaal
hitakt n' e'k verder zoeken overbodig
ttigj"' °Pgaan in God, dit rusten in de
6'hdd i "Hshige js naar uods wil het
van alle menselijk streven,
slechts de zuiveren van harte
jf.lg Ood zien. d.w.z. zij, die, los van
■kin §ehechtheid aan het aardse heel
hheinm Zen roekeloos overgeven aan de
Diefde van God. Voor wie
tclph®' het mateloze, alles overtref-
Seluk geproefd heeft, dat in deze
f®legave-in-liefde aan de Liefde-zelf
h 1S| wordt het Evangeliewoord
I®!! dat wij hier op aarde bannelin-
^h en geen vaste woonplaats heb-
ve%i. letterlijke vergoddelijking-
,,e''eh ler-op-aarde is echter niet te
f,j zonder dat onze ziel geheel
Dggemaakt van a'. wat tijdelijk is.
htof morele verbodsbepalingen, zegt
Declercq, vormen daartoe slechts
e °iV0orbereidend stadium. Het zijn
t6 ii,aai'den. Jammer genoeg komen
j"kr1: e?ten niet over deze eerste lijn
hge" 2rj zijn te vergelijken met leer-
die steeds maar toonladders
6 g®hi6? er nie^ ^oe komen de vreugde
C>0(j en. die muziek geven kan.
k 5rH(, v'angt, positieve, belangeloze en
?att hefde. Heeft die eenmaal een
s- w t ar greep, dan is alles waarde-
v Djj at niet tot de Beminde leidt.
Chr-
ls de fundamentele inhoud van
'stendom.
rt°0r v,Ctie*'comité Huissen, dat ijvert
pa^deropenstelling van de kapel
li6 kathrmS Dominicanen, heeft onder
„hg vei^ 0 bevolking een medede-
h ïhaakt eid, waarin melding wordt
iiH cOftitV-an het feit' dat een deel van
{jf?r in „door de aartsbisschop-coad-
VSenarc,aUdiëntie is ontvangen. De
tn worden aangespoord rustig
da6®, ciat en welke resultaten het be-
h, 2ai ï,efds °P de H. Stoel was ge-
hebben.
13
jlirig Octaafdag v. d, Ver-
CrL eren (Driekoningen); Mis v.
L*tt. a°: prefatie v. Driekoningen;
V>BAr,.
h)an ei'kler9f Hiiarius, bisschop, Delij-
c5f Mis In medio; 2 H. Felix,
u gewone prefatie; wit.
aUo! u' ffauhis, eerste kluizenaar;
i Wr>„"- wit Maurus, abt; gewone pre-
VH'. (Vlaa^1. d'hgis;
Marcellus X, Paus, mar-
eigen gebeden, 2 tot
Maaart. eigen gebeden, 2 tot
Apostelen; r00H
ür\,v- d 4 UUI rverk o
^t^DER Apostelen, rood.
°e^monH. ^ntonitis, abt; Mis Os
wjf' 1 SuPPlicius; gewone
l 5: Mis
K1 pj; Sd'bécl^v SrfV' r?' 9" Vrouw °P Zater-
h 6h.; 3 (f- d. Zondag; 3. H.H Marius
v atlUs hihgen- 9't^5 d- lste Zondag
8 H. Maagd; 3 H.H.
V' t>rI,etl gézeiL lul °e Maagd; 3 H.H.
ol'QUvifko»mgen. f: AH' Danutus; prefatie
zfter'dis3 6 ev?"gelie van O.L,
vf beii-jrt- g.' Wlt- Roermond: H.
.Wit "en; '3 H'n'gen Mis: 2 H.H. Marius
'xor, b'ÖAG oanutus; gewone pretatie,
Dk S®bai vairt: ^de Zolldag "a Drie-
vUlrtt anUs- Vv' g: 2 Fabianus.
lcU8heiü8' Cred°: prefatie v. d. H.
groen.
Naar wij vernemen heeft het stich
tingsbestuur van het Internationaal
Academisch Instituut Den Haag uitge
kozen als plaats van vestiging. Het insti
tuut zal ondergebracht worden in het
paleis Noordeinde, dat destijds reeds
voor dit doel beschikbaar werd gesteld
door H. M. de Koningin. Het paleis, dat
de vereiste ruimte biedt, zal hiervoor
verbouwd moeten worden. Zoals bekend
heeft de Haagse gemeenteraad zich be
reid verklaard de daarvoor benodigde
gelden een bedrag van f 850.000
beschikbaar te doen stellen. Het ligt in
de bedoeling om reeds in September van
dit jaar de werkzaamheden van het In
stituut te doen aanvangen.
Men zal zich herinneren dat minister
Kutten bij de behandeling van de begro
ting van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen in de Tweede Kamer ver
klaard heeft, dat de regering de beslis
sing over de vestiging zou overlaten aan
de autonome stichting zelf.
Aan het Instituut zal onderwijs wor
den gegeven en onderzoek worden ver
richt met het doel de kennis, welke
in ons land is verworven van het Oos
ten in het bijzonder door de eeuwen
oude relatie met Indonesië dienstbaar
te maken aan internationale samenwer
king op het terrein van wetenschap en
hoger onderwijs. Onze universiteiten en
hogescholen zullen gemeenschappelijk
in staat zijn de basis te leggen voor een
verbrede opzet der studiën in vakken
als het adat-recht, de economie van
niet-Westerse gebieden, de tropische
bos- en akkerbouw en de tropische ge
neeskunde.
Het Internationaal Academisch Insti
tuut, dat ojjicieel „Institute for social
studies" zal heten, staat onder het be
stuur van de „Stichting voor internatio
nale samenwerking der Nederlandse
Universiteiten en Hogescholen" Netherr
lands Universities Foundation for Inter
national Cooperation, die gisteren is
opgericht. De presidenten-curator der
universiteiten en hogescholen zijn daar
bij in persoon als stichter opgetreden.
Totdat een definitief bestuur is ge
vormd treedt mr. dr. J. Donner, presi
dent van de Hoge Raad der Nederlan
den en president-curator van de Vrije
Universiteit te Amsterdam als voorzit
ter op.
Als directeur, resp. adjunct-direc
teur van Stichting en Instituut fun
geren prof. dr. S. Hofstra. hoogleraar
in de Sociologie te Amsterdam en bij
zonder hoogleraar in ó'e Afrikaanse
Volkenkunde te Leiden, en mr. J. Ie
Poole, lid-secretaris van de commissie
voor de aanpassing van het Hoger
Onderwijs aan de internationale be
hoeften.
Het doel, waarvoor het instituut is
opgericht, is ook de eerste doelstelling
van de Stichting. De stichting beoogt
verder de sociale en culturele verzor
ging van buitenlandse studenten en
wetenschappelijke werkers in Neder-
Aan de „Salon Culinaire Internationale
de Londres 1952", gehouden ter gelegen
heid van de hotel-restaurant- en levens
middelententoonstelling in National
Hall, te Londen, zullen vijf' Nederlandse
chefkoks deelnemen.
land in het algemeen en die van d'e
studenten van de academie in het bij
zonder het laatste o.m. door de op
richting van een ontvangstcentrum en
wooncentra. Bovendien wil zij mede
werken aan de bevordering van het in
ternationaal wetenschappelijk verkeer
in de ruimste zin des woord's.
Prof. dr. S. Hofstra (geb. 1898) heeft
van 19341936 in Afrika (Sierra Leone)
„fieldwork" verricht, is van 19371949
directeur geweest van het volkenkundig
en maritiem museum te Rotterdam,
sinds 1947 tevens bijzonder hoogleraar te
Leiden en is in 1949 benoemd, tot hoog
leraar te Amsterdam. Hij is lid van de
Kon. Ned. Akademie v. Wetenschappen.
Mr. J. le Poole (geboren 1914) was
van 1939 tot 1943 juridisch ambtenaar
bij de Octrooiraad, in 1944 en 1945 se
cretaris college van vertrouwensman
nen der Nederlandse regering te Lon
den, van 1945 tot 1949 directeur der
stichting toezicht politieke delinquen
ten, van 1950—1951 lid-secretaris der
commissie voor de aanpassing van het
Hoger Onderwijs aan internationale be
hoeften. De heer le Poole is ridder in
de orde van de Nedeilandse Leeuw.
Na een visitatie-reis van ruim twee
jaar is in het Moederhuis der missie
zusters van het Kostbaar Bloed te Aarle-
Rixtel teruggekeerd de zeereerw moe
der M. Ebba, algemeen overste der Con
gregatie, in gezelschap van de eerw.
moeder M. Renata, eerste assistente van
deze congregatie. De visitatiereis had
ten doel de ruim zeventig missiestaties
te bezoeken, in welke de missiezusters
v. h. Kostbaar Bloed werkzaam ziin in
Afrika. In minstens tien vicariaten van
Zuid-Afrika, Rhodesia. Oost-Afrika en
Belgisch Congo liggen die missiestaties
verspreid. Van allerlei transportmidde
len hebben beide zusters gebruik moeten
maken: ouderwetse en moderne, comfor
tabele en primitieve. De reis ging door
landstreken met betrekkelijk hoog be
schavingspeil der inlanders; maar zeer
vaak ook waren het dagenlange uitput
tende tochten door woestijnen en onbe
schaafde gebieden, niet van gevaar ont
bloot.
De toestand en de bereikte resultaten
van de missiearbeid der zusters in de
vele missiestaties waren over het alge
meen gunstig te noemen en stemden
tot grote dankbaarheid. Alleen was
overal dezelfde klacht te bespeuren; wat
zouden we toch veel meer kunnen doen,
als we met meer zusters waren! Gebrek
ook aan zuster-personeel in de missie
is een zware rem op de vooruitgang van
het bekerings- en beschavingswerk.
T_T erodes grijpt zich hijgend aan de tafel vast, maar zijn slappe vingers glijden
van het gladde marmer, dat nog vettig aanvoelt. Waarom hebben ze dat
vervloekte hoofd niet op de romp gelaten? Nu het los is. slaat het, alleen
om, mij te kwellen, aan het zwerven. De Viervorst draait zijn hoofd naar rechls
en naar links, hij schudt het zo driftig, dat hij er pijn van krijgt, maar zijn hoofd
raakt overal het hoofd van Johannes. Had ik een boog bij de hand, ik zou er op
schietendat zou ik. Herodes houdt een bord tussen de muur en zijn gezicht,
maar Johannes staat in het bord zo helder ais in een spiegel. Ik geef het op,
de koppige Profeet heeft toch het laatste woord.
Gelukkige Joden, die hun hoofd maar vol stof hoefden te strooien om. vrede
te vinden!"
Zo tekent Bartel Drager de situatie
in het vereenzaamde zatladdershart
van Herodes tegen het einde van de
feestnacht, waarin Salome danste. He
rodes had er het meisje vorstelijk voor
willen belonen. Zonder aan een val
strik te denken, had hij. ten overstaan
van alle gasten, gezegd: „Wat je me
ook vraagt, ik zal het je geven, tot de
helft van mijn ï-ijk toe!" En Salome, na
beraad met haar moeder, Herodias: „Ik
wil.... dat u me dadelijk op een scho
tel.... het hoofd geeft van Johannes
de Doper". Dat Herodes. voor hij ja
moest zeggen, nog even stamelde: „Dit
is meer dan mi.in halve rijk, dit is mijn
halve hart!", komt geheel voor reke
ning van Bartel Drager, de zoveelste
bewerker van dit bijbelse thema dat
de dramatische verbeeldingskracht van
schilders en schrijvers bij voortduring
blijkt te boeien. Door Herodes aldus
over Johannes te laten spreken, schiep
hij tussen de Viervorst en de Doper een
persoonlijke verhouding, die aller
aantrekkelijkst was om in een verhaal
uit te werken.. Jammer genoeg dijde
Bartel Dragers verhaal uit tot een ro
man van 350 bladzijden; een roman,
die zich afspeelt binnen de klassieke
tijdsduur van een etmaal. We leren er
de jarigè Herodes in kennen in een ge
sprek met Salome; in een gesprek met
Herodias, en in een gesprek met Jo
hannes. Daarna begint het feest, waar
op Salome danst en het hoofd van Jo
hannes als prijs bedingt. Met dit hoofd
begaat Herodias vervolgens een gru
welijk sadistisch spel; alles, waarin
een vrouw maar wreed kan zijn. heeft
de schrijver in Herodias willen be
lichamen. Salome, in feite niets meer
dan een romantisch-ijdel prinsesje, is
sis kind de dupe van deze moeder.
Wéér zien wij haar dansen; maar nu
is er niets moois meer aan; tevergeefs
danst zij alle gruwelen van deze nacht
van zich af. Het feest is in een orgie
overgegaan; het hoofd van Johannes is
de speelbal der dronken menigte. Als
het morgenlicht grauwt (we zijn dan
op bladzijde 326), hebben we niets an
ders beleefd dan één lange dag, die
genotziek begon en uitzinnig eindigde;
een tè lange dag om ons in spanning
te houden. In een kort slothoofdstuk,
dat ons naar de bevrijding moet voe
ren, vernemen wij dan, hoe Stefanus
het lijk van Johannes in veiligheid
brengt en op zoek gaat naar Jezus, ten
einde zich bij Diens leerlingen aan te
sluiten. Als centrale gedachte springt
dan uit de roman naar voren: „Johan
nes sterft. Jezus leeft: de wacht wordt
afgelost".
ntussen is in de roman Herodes de
hoofdfiguur. Hij blijkt niet zo maar
een verschrikkelijke wreedaard te
zijn. Integendeel, men zou hem zelfs
voor een gevoelig, beminnelijk en ta
lentrijk man kunnen houden, indien
zijn koninklijke indolentie hem niet zo
in zijn eigen vetkwabben terneer druk
te. Op deze indolentie vestigt Drager
herhaaldelijk de aandacht in opmer
kingen, die aan duidelijkheid niets te
wensen overlaten; of juister gezegd:
alles, want ze zijn volkomen overbo
dig. Ze dringen zich telkens als fanta
sieloze herhalingen aan de lezer op. Ze
gunnen de lezer zijn eigen fantasie niet:
„De Viervorst verwaardigt zich ie
gapen, zo maar te gapen als een gewoon
mens. Hij geeft er zich volledig aan
over: zijn benen staan krampachtig
stijf en zijn armen slaan dubbel, om
dan zo recht mogelijk uitgerekt te wor-
Advertentie
DE RUSSEN
VERTALING; FRANS VAN OLDENBURG ERMKE
KOMEN
De kolonel trad toen in details, ter
wijl ik daar zwijgend bij zat. uit het
raam koek en mijn zeepwijn dronk. De
twee officieren beëindigden hun ontbijt
en beduidden mij af te ruimen, terwijl
ze de luitenant, die buiten de deur
wachtte, binnenriepen om verdere or
ders in ontvangst te nemen. We ruim
den de tafel af met het vliegensvlugge
tempo van een paar geroutineerde kell-
ners. En ik terug naar de keuken om te
helpen. De keuken verkeerde in een on
beschrijfelijke toestand; het was er nog
drukker dan in de kamers en de bak
en-braadlucht vermengde zich met die
typische stank van de Russen, welke wij
zo goed kenden. De kok maakte blikken
met Amerikaans vlees open en liet de
inhoud in het pruttelende vet verdwij
nen. Dolly met het gezicht van een
doodbidder was al aan haar tweede em
mer met aardappels bezig. Haar grijs
flanellen mantelpakje was volgespat
met water en zé beschuldigde Fifi er
van met opzet de geschilde aardappels
zo hard mogelijk in het water te gooien.
Naast haar, jasje en blouse al evenzeer
bespat. zat Marietta en schilde een an
dere emmer met aardappelen met al de
blijmoedige ijver van de geboren marte
lares. Telkens schoof een van haar heur
weerbarstige parels terug op hun plaats
onder haar blouse, zenuwachtig en voor
zichtig rondkijkend, of niemand het
zag. Mathilde was niet komen helpen.
Ze lag met de tanden opeen, haar lip
pen stiif gesloten, op haar maagdelijk
bed. Een uur geledon had de een of
andere doodvermoeide Rus haar ge
vraagd, of ze hem niet op dat geheilig
de bed wilde lat.en slapen. Anders niets:
hij zwoer, dat hij verder niets van plan
was; maar Mathilde had zich doodge
schaamd, had geschreeuwd als een
pauw, had er zelfs niet aan willen den
ken. En nu ze zag, dat haar bed in ge
vaar was. weigerde ze om er uit te ko
men. ofschoon ze verteerd werd dooi
de verschrikkelijkste onrust ten aanzien
van haar keuken, die haar al even hei
lig was als haar bed.
Eindelijk hielden haar zenuwen het
niet langer uit en riep ze Lina om haar
af te lossen. Nog geen ogenblik later
verscheen de uitgeputte Kees weer en
toen hij zag dat het bed nu minder kor
daat werd verdedigd, strekte hij er zich
doodkalm aan de zijde van de arme Li-
na op uit. En Lina lag daar, tegen de
muur gedrukt, doodsbang wat nu Ma
thilde zou zeggen en durfde zich niet te
bewegen.
Intussen waren ze in de keuken ge
hakt aan het maken voor die eeuwige
Russische pasteitjes. Het was zo vol, dat
niemand zich verroeren kon; je zou in
derdaad je twee voeten van de grond
kunnen optillen zonder te vallen. De
stank was onbeschrijflijk en het lawaai
zó, dat je je eigen woorden nog niet
hoorde. Niettemin1 bleef het een gaan en
komen van steeds nieuwe soldaten, en.
daar ze de deur natuurlijk nooit dicht
deden, woei er een ijskoude wind langs
onze hoofden.
„Fifi en ik moeten zien, dat we wat
gaan slapen", zei ik tegen Marietta.
..Het is nu jouw beurt om op de zaken
te passen. Steel, wat je stelen kunt en
zeg ook tegen Mathilde en Lina. dat ze
inpikken, wat ze pakken kunnen
Fifi en ik slaagden er nauwelijks in
om ons een weg te banen door de hall
en de eetkamer, waar de telefonisten
nog steeds voor hun apparaten zaten te
brullen om zich verstaanbaar te maken.
„Donau, Donau!" hoorde ik hen schreeu
wen, terwijl zij trachtten om verbinding
te krijgen met de een of andere front-
post. De reken- en schrijfmachines ratel
den zonder ophouden en soldaten scho
ven behendig door het gedrang. Einde
lijk bereikten we onze kamer en vielen
onmiddellijk op ons bed neer zonder nog
de kracht te hebben om Jumbo van de
stand van zaken op de hoogte te bren
gen.
Toen we wakker werden, droegen ze
al emmers met warm water binnen voor
het bad van de held. Zijn adjudant, de
luitenant, stond bij de deur van de bad
kamer op wacht en bleef daar zo staan,
totdat de held klaar was.
Omstreeks vijf uur begonnen ze het
eten op te dienen. We merkten, dat de
telefonisten uitgeschreeuwd waren en nu
hun apparaten demonteerden. De schri.jf-
en telmachines waren verdwenen. Mis
schien gingen ze wel?
„Dit," zei Fifi, ,.is het juiste moment
om op buit uit te gaan, als we tenminste
iets willen krijgen." En ze had gelijk. Ik
ging naar de keuken en slenterde daar
rond met mijn onschuldigste gezicht in
de hoop dat ik zo des te makkelijker
iets zou kunnenstelen van de sluwe
Victor. Doch toen viel het me in. dat ik
nog het gemakkelijkst iets zou kunnen
bedelen. „Geef me een stuk vlees", vroeg
ik, „al is het maar een heel klein stuk
je." Ik kreeg mijn straf. Victor liet me
aan het mes likken, waarmee hij het
blikvlees verdeeld had. Er zat niet veel
aan. Maar wat kon hij doen? Hij was
enkel maar de kok. Intussen hadden
Marietta. Dolly en Elsie hun toevlucht
gezocht tot hun eigen kamers. Ze waren
doodmoe en bang voor de dronken sol
daten, die in groten getale in het huis
rondzwierven. En Fiflj die de kamers
was af geweest in de hoop iets te kun
nen stelen, was in een gesprek gewik
keld geraakt met een kleine, dronken
officier van Kamieniec Podolski.
„Jij Poolse?" vroeg het dronken offi-
ciertje. „Ik ben in Polen geweest, en
daar is een stad, waar ik dol op ben,
maar ik zeg je niet welke stad,"
„Maar waarom niet? Is het een ge
heim?" vroeg Fifi.
„Welnecn," had hij eindelijk toegege
ven, heel bedeesd glimlachend, „maar
die stad is niet meer van jullie; ze is
van ons." En toen voegde hij er aan toe:
..Het is Lwow," en leek lichtelijk ver
legen. Hij bloosde en ging er vlug van
door.
Daar ik toch niets van Victor los
kreeg, ging ik eens kijken, hoe Jumbo
het maakte. Nauwelijks was ik daar, of
Alec kwam binnen gestormd, buiten
adem. „Mama's sofa! Ze hebben mama's
sofa weggehaald. Ik zag het zelf. Staat
al op een kar." De Zwijger zei, dat hij
niet van plan was om zijn leven te wa
gen voor een sofa en dat Elsie óf op
Tolbuchin's tafel óf op de vloar kon sla
pen. Elsie zei, dat ze met het oog op het
ongedierte de voorkeur aan de tafel gaf.
(Wordt vervolgd).
den. Hij zet er een martelaarsgezicht
bij, of zijn dikke lijf op de pijnbank
ligt ge:pa-nnen; maar het 'is een genot
voor Herodes, dat hij de slaap nog eens
verdovend uit zijn logge leden voelt
glijden." Dit is de ochtend van het
feestelijk ontwaken, de eerste alinea
van Dragers roman. En het eerste
woord, dat we uit 's konings ziel horen
opwellen. luidt: ..Een koninklijke
dutDaarna vernemen we, hoe
Herodes zich op een nieuwe rustbank
neer laat ploffen. -Hijgend onder het
gewicht van zijn vlees grijpt hij met
zijn mollige handen naar de zachte
kussens, waar ziin ronde rug overge
voelig van weekheid in wegzakt". Na
deze puffende inzet van het verhaal
kan geen lezer nog plezier beleven aan
de opmerking (op blZ. 51), dat „het ge
zicht van de Viervorst slaperig is ver
zakt". of aan de volzin (op blz. 62),
waarin de schrijver schijnt te veron
derstellen, dat we nog nooit van Hero
des hebben gehoord: -.Half liggend
leunt Herodes op zijn gemak achter
over en zijn schuin voorhoofd, zijn
oogjes, die in het vet zwemmen, zijn
dikke lippen, zijn wijkende kin geven
hem een (ha!) vadsig voorkomen,
waarin enkel het meewarig zuchten
onder de last van zijn lichaam, onder
broken door het genotziek smakken
van zijn mond en het speels wiebelen
van zijn ronde vingers, een schijn van
leven kan brengen".
Voorzover schrijven de kunst is van
verzwijgen, weglaten en te raden ge
ven, is deze roman hopeloos slecht ge
schreven, Het is literatuur in „verlite-
ratureluurde" zin; proza, waar men
stilistisch gesproken geen fout-streepje
onder kan zetten, maar waarin men
door vele woorden, vele volzinnen en
vele bladzijden strepen zou moeten
halen, opdat hef een draaglijk en lees
baar verhaal mocht worden. Want.
werkelijk, het is jammer van het ver
haal; het is jammer van de toewijding
die er aan ten grondslag ligt. Als ro
man een onding, is het niettemin een
werkstuk van betekenis. Maar om
dit te erkennen moet men, geloof ik.
achter het pseudoniem Bartel Drager
de figuur van de hooggeleerde Gerard
Brom zien oprijzen. En ik geloof niet,
dat men dit van iedere argeloze lezer
mag eisen.
Als (op blz. 60) Johannes zijn op
wachting maakt bij Herodes, peinst deze:
Kijk hem nu eens onverzettelijk vóór
me staan, zo'n taaie kerel uit één stuk!
Zijn knoestige knieën, vol eelt als de
poten van een kameel hoe komt zo'n
man daaraan? zijn scherpe ellebogen
en hoekige schouders laten zijn lijf met
alle gewrichten scanderen als een vers
regel.'' En de auteur vervolgt dan: „De
voldoening over deze vergelijking helpt
Herodes een nieuw beeld vinden: de
spieren liggen op zijn kuiten als de sna
ren op een lier." Men kan gevoeglijk
zeggen, dat de voldoening over deze
vergelijking niet zozeer Herodes, als
wel de schrijver van deze roman, naar
de volgende kunstige gedachtenwendin-
gen dreef. Het is voortdurend de schrij
ver, die zich, nu eens naïef, dan weer
als superieur opmerker, tussen de lezer
en het verhaal in plaatst. Men moet
lachen, om de naïveteit, waarmee hij tij
dens een volksdeining kwajongens tegen
elkaar laat zeggen (blz. 102„Kom, we
gaan fijn de Profeet pesten!" „Ja, laten
we eens lekker lol maken met die huile
balk. Het mag vanmiddag allemaal."
Men maakt hem op zijn slechtst mee in
plastische vergelijkingen als (over een
vrouw, bij wie Jezus de duivel uitdreef,
blz. 119): „De duivels sprongen uit haar
hart als ratten vit een brandend schip"
of als (over Herodes, blz. 127): „Zijn kop
ligt boven zijn volgeladen buik te dam
pen als een ketel op een vuur." Maar
men moet zijn letterkundige en mens-
kundige opmerkingsgave bewonderen in
een zinsnede als iblz. 67): „Het hof weet
mooie namen te geven aan de zonde";
een uitspraak, die uit een stuk van
Shakespeare kon zijn gelicht om als ge
vleugeld woord voort te leven!
anneer wij dit boek ..Het hoofd
van Johannes" uiteindelijk toch
een werk van bijzondere bete
kenis noemen, dan is dat, behalve om
de opmerkingsgave welke de schrijver
er in tentoonspreidt., om de heilsver
wachting waarvan hij getuigt. ,-AI zou
Johannes minder grote dingen gedaan
.hebben, dan hield hij nog de verdienste,
zijn gaven één voor één te ontwikkelen
tot deugden, die niet los aan hem han
gen als versieringen, neen, die het we-
zensmerk vormen van zijn persoonlijk
heid. Mozes heeft getwijfeld, Johannes
nooit: hij is gehoorzaam als Abraham,
geduldig als Job. heldhaftig als El ia. De
roeper met de sterke stem heeft al zwij
gend en wachtend zijn geloof beleden.
Hij moet een man van verlangen he
ten. omdat hij in de toekomst leeft."
(blz. 123). Hier geeft de schrijver zijn
innerlijke verwantschap met de Johan-
nesfiguur stem. De heilsverwachting,
waarvan hij getuigt, moeten wij niet
slechts in het bijbels-historische kader
waarderen: zij is nadrukkelijk aangepast
aan de onheilssfeer van onze dagen. Zijn
schrijfwijze in de onvoltooid tegen
woordige tijd en zijn keur van buiten
het verhaal tredende opmerkingen moe
ten, dunkt ons. worden gezien als min
of meer opzettelijke pogingen om de
tijdgenoot actief in het gebeuren te be
trekken*).
NICO VERHOEVEN
Bartel Drager: „Het hoofd van Jo
hannes", roman. Uitg. De Fontein,
Utrecht.
oor het plotselinge sterven van Constant Permeke is aan het Vlaams-Neder
landse cultuurgebied een groot schilder ontvallen. Na reeds enige voorname
gegevens omtrent zijn persoon en zijn werk te hebben vermeld in zijn levens
bericht, geven wij hierboven nog de afbeelding van een voor zijn schilder-
trant representatief schilderij, een Vlaams landschap voorstellend. Ondanks de
tamelijk onvolkomen wijze, waarop een krant zulk een vooral bij de gratie der
kleur levend schilderij kan weergeven, kan men zien en overigens vermoeden
met welk een drift de machtigste expressionist van Vlaanderen de geheim
zinnige oerkracht en het elementaire leven der natuur heeft weten te schilderen.
Van zijn werk is destijds (in 1947) een overzichtstentoonstelling gehouden
in het Amsterdams Stedelijk Museum. Het grootste deel van zijn werk zal van
blijvende waarde blijken. Te betreuren valt het, dat van deze sterke, zich in
zijn ouderdom ophieuw bezinnende kunstenaar, de vruchten van een enigszins
veranderde instelling niet tot verwerkelijking hebben mogen komen.
In ons land werken rond tachtig
journalisten, die het buitenland op de
hoogte houden van wate er gaande is
in Nederland. Deze persmensen kun
nen voor wat onze positie in de we
reld betreft een invloed uitoefenen,
die men niet gemakkelijk te hoog kan
taxeren; hun werk blijft echter voor
de meeste Nederlanders onbekend.
Het is dan ook een voortreffelijk
idee geweest van de buitenlandse
persvereniging in ons land een ten
toonstelling in elkaar te zetten waar
op dit boek. deze kranten juister ge
zegd. ontsloten wordt.
In de rolzaal op bet Binnenhof te Den
Haag vond gisteren de opening van de
ze tentoonstelling, „Wij zeggen het de
wereld", plaats door de burgemeester
van Den Haag, mr. F. M. A. Schokking.
Ook in Rotterdam en Amsterdam zal het
bijeengebrachte materiaal worden ge
ëxposeerd.
Een bonte bloemlezing van krantenar
tikelen en berichten van persbureaux is
hier geëtaleerd De bezoeker ontdekt er
hoe in twintig talen wordt uitgedragen
wat er aan de hand is met de Benelux
en hoe het staat met onze bewapenings
inspanning, maar ook tot welke presta
ties ons wegverkeer in staat is, wat ver
richt werd inzake' ce restauratie van de
..Anatomische les", en wat in Neder
land is uitgedokterd met een kunstma
tig hart.
Overbekende namen van kranten
vindt men op deze expositie, maar
ook de „Hyderabad Gazette" en de
„Funnuntaillliite", die evengoed hun
lezers vertellen wat er in Nederland te
koop is.
P.T.T., K.L.M., Philips en Wereldom
roep geven op deze tentoonstelling ac
te de présence. Het geheel is in enkele
dagen in elkaar gezet. Maar hoe....
Met een goed joumalisitiek flair, dat
sympathiek stemt.
Het Provincialaat van de paters Obla
ten van de Onbevlekte Maagd Maria is
sinds 23 December overgeplaatst van
„Collegium Carolinum", Valkenburg,
naar klooster „De Mazenod", Grote
Straat, Cuyk. Sedert dien datum ver
blijft aldaar de hoogeerw. pater dr. J.
Voogt O.M.I., provinciaal. Tot overste
van de nieuwe kloostercommuniteit
werd benoemd pater H. Breukers O.M.L
Met ingang van 1 Januari is de heer
A. Plesman Jr., vertegenwoordiger der
K.L.M. voor Italië, benoemd tot hoofd
vertegenwoordiger in aat land.