DE VERJAARDAG VAN KONING HERODES uxMota CONSTANT PERMEKE, Vlaanderens machtigste expressionist Internat. Acad. Instituut wordt in Den Haag gevestigd Een verhaal in de onvoltooid tegenwoordige tijd „Hel Hoofd van Johannes Wezens inhoud van het Christendom t Mr. Donner voorzitterprofessor Hofstra directeurrnr. Le Poole adjunct-directeur Paleis Noordeinde er voor geschikt AKKERTJE „WIJ ZEGGEN HET DE WERELD" natuur sluimert in Nederlcmdse koks in Engeland Gebrek aan zusters in de missie LITERAIRE KRONIEK Buitenlandse persveremng houdt expositie in Den Haag ZATERDAG 12 JANUARI 1952 PAGINA 3 Er ligt ook een stukje natuur besloten in de King rol. Wanneer U deze opent, kunt U genieten van de weldadige eigenschappen van het edele natuurproduct, waaruit King pepermunt is bereid. De natuurzuivere Het beste dagelijkse middel ter opwekking en verkwikking VaL6n eeuwiëe- hefi,agl in z mÊfÊÊKÊM ;et ^UlSSENAREN BIJ u MGR. ALFRINK v t jtUr§ische weekkalender i.hoxf- a aV, yoor Kerk 01 paus: pre_ S? hS', ti?' SanÏÏus; Pre£atie v. O. L. Overste terug van een visitatie-reis Kou gevat Neem DOOR ALEXANDRA ORME PROVINCIAL AAT PATERS OBLATEN Hoofdvertegenwoordiger K.L.M. in Italië Van nature heeft de mens in zich een streven naar het Oneindige, Vp,,. daar het Absolute, dat niet aan SchS. ering onderhevig is. Heel de ge- door heeft de geest van de of m' altijd onbevredigd bleef, min san™,eer hewust, getracht te ontkomen £a'teleurstellingen, die aan de ver- onvp ke stoi" en louter-menselijke jj. ®rmiJdelijk verbonden zijn, en tel- Vp,,j opnieuw zocht hij naar het blij keio dat de wiJzen van alle vol On rin steeds de nadruk hebben gelegd den noodzakelijkheid zich te bevrij- tijdoVn11 de hartstochten, die ons aan het het tv .hinden. In tegenstelling met Uit „!°r's he mens zichzelf! Hij leeft tyar hoor zijn geest, die het Goede, tiirKt en -Schone onvermoeibaar steeds ..'or tracht te benaderen. «0,utarmate nu heeld van het Ab- Zijn scherpere vormen aanneemt in haar ,'.ustzijn en llij ziin verlangen V0lm Solijkvormigheid met het Eeuwige Vpr4aahter in heel zijn wezen weet te gtoaip"ke5kenV in dezelfde mate itltipS11 zijn scheppende krachten, zijn onto 'hke rust en evenwicht, zijn zelf- °°iing. Zodat de prestaties van de ter,.;?1 ijhe geest, onverschillig op welk eerst***, IUJ zi-"n activiteit ontwikkelt, ^hhij aan waarlijk groot en waarlijk ®htst mo§en heten, wanneer zij hun eeil aan danken aan een contact met de logheid. iU!«i ste„"'gekeerd verliest de mens zichzelf verdS. mee.r- Saat .zijn vrijheid steeds verloren, zodra hij afhankelijker Vast van zijn hartstochten -.er aan het tijdelijke hecht. bevri anige mogelijkheid tot volledige th. hüing en zelfontwikkeling van de s ligt in zijn totale gerichtheid op De vri hjkf- en zijn zo volkomen moge- hot °nthechting aan het stoffelijke, dit aai'hse, het niet-noodzakelijke. Op hhgh -nt heerst een treffende eenstem- te 4 d °ndev verreweg de meeste gro- hePf?nkers en mystici, die de mensheid j" voortgebracht. Ri,-n Z0 beschouwingswijze, die de hele vat t11? ziin diepste wezen totaal om- bleèm tevens het fundamentele pro- Vau Van het mensdom: de bevrijding th;.a^e menselijke geest van het li- Ee wanneer de enig-juiste doelge- de ae,ld van de ziel op het Eeuwige Paalt6 menselijke werkzaamheid be te ls het mogelijk alle ondergeschik- ''chat!,aitd.en de lijdelijke, stoffelijke, levpv, f ike hun juiste plaats in het te geven. «n Tuit onmiddellijk volgt, dat geest lvorri n° aiU n ie t gescheiden mogen gezond hehben elkander nodig om v°orw te kunnen functionnaren. Op de i,^'aarde> dat in hun samenwerking ïteid v waardenhiërarchie veilig is ge- hatn,'. ~°ver reikt reeds de kennis der urhjke zedenleer. I 1 it louter natuurlijke, menselijke ■K_/ streven naar het Absolute een lijlje ^bstractie heeft in de christe nen»,, uPenbaring een oneindig verhe in n?n. zeer concrete zin gekregen, 'ijk cjhristus heeft God Zijn persoon- druu, 0?taan gemanifeesteerd, zeer na- de U? -'h het eeuwigheidsstreven van ject m°ns een nauwkeurig-bepaald ob- he) gegeven, n.l. het deelhebben aan lt6 goddelijk leven, en bovennatuurlij ke]., hulpmiddelen ter beschikking ge- tfio?m dat doel te verwezenlijken. tlUkii'h a wordt echter aan de na- htepn.Va lot flo, hit ;e,ih0 moraal geen afbreuk gedaan, 3), endeel. de aanvulling, welke deze et }foas Openbaring ontvangt, ont ft haar met - één slag van alle nog eP "ubevredigend'e aspecten Mn. ei o acs^ "aar °P een niveau, dat zij Reiken kracht onm°Seli.jk had kunnen tree -ih zede wetten leert God de mens tv0,;Jes. hoe Hij verlangt gediend te t'Jn en deze Openbaring is in wezen ke, verheffing tot een duizelingwek- j-jd® hoogte en grootheid, dg rG2ich openbarende God immers is lefde zelf. Die door Zijn wetten de Hst .s'°^ gebonden mens de weg kia'jj om zich van het vergankelijke los te Advertentie JaafC" en boven zichzelf uit te stijgen tfvr ?.e Oneindige de alle verlangens fev0rijlgende Volmaakte, Die, eenmaal hitakt n' e'k verder zoeken overbodig ttigj"' °Pgaan in God, dit rusten in de 6'hdd i "Hshige js naar uods wil het van alle menselijk streven, slechts de zuiveren van harte jf.lg Ood zien. d.w.z. zij, die, los van ■kin §ehechtheid aan het aardse heel hheinm Zen roekeloos overgeven aan de Diefde van God. Voor wie tclph®' het mateloze, alles overtref- Seluk geproefd heeft, dat in deze f®legave-in-liefde aan de Liefde-zelf h 1S| wordt het Evangeliewoord I®!! dat wij hier op aarde bannelin- ^h en geen vaste woonplaats heb- ve%i. letterlijke vergoddelijking- ,,e''eh ler-op-aarde is echter niet te f,j zonder dat onze ziel geheel Dggemaakt van a'. wat tijdelijk is. htof morele verbodsbepalingen, zegt Declercq, vormen daartoe slechts e °iV0orbereidend stadium. Het zijn t6 ii,aai'den. Jammer genoeg komen j"kr1: e?ten niet over deze eerste lijn hge" 2rj zijn te vergelijken met leer- die steeds maar toonladders 6 g®hi6? er nie^ ^oe komen de vreugde C>0(j en. die muziek geven kan. k 5rH(, v'angt, positieve, belangeloze en ?att hefde. Heeft die eenmaal een s- w t ar greep, dan is alles waarde- v Djj at niet tot de Beminde leidt. Chr- ls de fundamentele inhoud van 'stendom. rt°0r v,Ctie*'comité Huissen, dat ijvert pa^deropenstelling van de kapel li6 kathrmS Dominicanen, heeft onder „hg vei^ 0 bevolking een medede- h ïhaakt eid, waarin melding wordt iiH cOftitV-an het feit' dat een deel van {jf?r in „door de aartsbisschop-coad- VSenarc,aUdiëntie is ontvangen. De tn worden aangespoord rustig da6®, ciat en welke resultaten het be- h, 2ai ï,efds °P de H. Stoel was ge- hebben. 13 jlirig Octaafdag v. d, Ver- CrL eren (Driekoningen); Mis v. L*tt. a°: prefatie v. Driekoningen; V>BAr,. h)an ei'kler9f Hiiarius, bisschop, Delij- c5f Mis In medio; 2 H. Felix, u gewone prefatie; wit. aUo! u' ffauhis, eerste kluizenaar; i Wr>„"- wit Maurus, abt; gewone pre- VH'. (Vlaa^1. d'hgis; Marcellus X, Paus, mar- eigen gebeden, 2 tot Maaart. eigen gebeden, 2 tot Apostelen; r00H ür\,v- d 4 UUI rverk o ^t^DER Apostelen, rood. °e^monH. ^ntonitis, abt; Mis Os wjf' 1 SuPPlicius; gewone l 5: Mis K1 pj; Sd'bécl^v SrfV' r?' 9" Vrouw °P Zater- h 6h.; 3 (f- d. Zondag; 3. H.H Marius v atlUs hihgen- 9't^5 d- lste Zondag 8 H. Maagd; 3 H.H. V' t>rI,etl gézeiL lul °e Maagd; 3 H.H. ol'QUvifko»mgen. f: AH' Danutus; prefatie zfter'dis3 6 ev?"gelie van O.L, vf beii-jrt- g.' Wlt- Roermond: H. .Wit "en; '3 H'n'gen Mis: 2 H.H. Marius 'xor, b'ÖAG oanutus; gewone pretatie, Dk S®bai vairt: ^de Zolldag "a Drie- vUlrtt anUs- Vv' g: 2 Fabianus. lcU8heiü8' Cred°: prefatie v. d. H. groen. Naar wij vernemen heeft het stich tingsbestuur van het Internationaal Academisch Instituut Den Haag uitge kozen als plaats van vestiging. Het insti tuut zal ondergebracht worden in het paleis Noordeinde, dat destijds reeds voor dit doel beschikbaar werd gesteld door H. M. de Koningin. Het paleis, dat de vereiste ruimte biedt, zal hiervoor verbouwd moeten worden. Zoals bekend heeft de Haagse gemeenteraad zich be reid verklaard de daarvoor benodigde gelden een bedrag van f 850.000 beschikbaar te doen stellen. Het ligt in de bedoeling om reeds in September van dit jaar de werkzaamheden van het In stituut te doen aanvangen. Men zal zich herinneren dat minister Kutten bij de behandeling van de begro ting van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen in de Tweede Kamer ver klaard heeft, dat de regering de beslis sing over de vestiging zou overlaten aan de autonome stichting zelf. Aan het Instituut zal onderwijs wor den gegeven en onderzoek worden ver richt met het doel de kennis, welke in ons land is verworven van het Oos ten in het bijzonder door de eeuwen oude relatie met Indonesië dienstbaar te maken aan internationale samenwer king op het terrein van wetenschap en hoger onderwijs. Onze universiteiten en hogescholen zullen gemeenschappelijk in staat zijn de basis te leggen voor een verbrede opzet der studiën in vakken als het adat-recht, de economie van niet-Westerse gebieden, de tropische bos- en akkerbouw en de tropische ge neeskunde. Het Internationaal Academisch Insti tuut, dat ojjicieel „Institute for social studies" zal heten, staat onder het be stuur van de „Stichting voor internatio nale samenwerking der Nederlandse Universiteiten en Hogescholen" Netherr lands Universities Foundation for Inter national Cooperation, die gisteren is opgericht. De presidenten-curator der universiteiten en hogescholen zijn daar bij in persoon als stichter opgetreden. Totdat een definitief bestuur is ge vormd treedt mr. dr. J. Donner, presi dent van de Hoge Raad der Nederlan den en president-curator van de Vrije Universiteit te Amsterdam als voorzit ter op. Als directeur, resp. adjunct-direc teur van Stichting en Instituut fun geren prof. dr. S. Hofstra. hoogleraar in de Sociologie te Amsterdam en bij zonder hoogleraar in ó'e Afrikaanse Volkenkunde te Leiden, en mr. J. Ie Poole, lid-secretaris van de commissie voor de aanpassing van het Hoger Onderwijs aan de internationale be hoeften. Het doel, waarvoor het instituut is opgericht, is ook de eerste doelstelling van de Stichting. De stichting beoogt verder de sociale en culturele verzor ging van buitenlandse studenten en wetenschappelijke werkers in Neder- Aan de „Salon Culinaire Internationale de Londres 1952", gehouden ter gelegen heid van de hotel-restaurant- en levens middelententoonstelling in National Hall, te Londen, zullen vijf' Nederlandse chefkoks deelnemen. land in het algemeen en die van d'e studenten van de academie in het bij zonder het laatste o.m. door de op richting van een ontvangstcentrum en wooncentra. Bovendien wil zij mede werken aan de bevordering van het in ternationaal wetenschappelijk verkeer in de ruimste zin des woord's. Prof. dr. S. Hofstra (geb. 1898) heeft van 19341936 in Afrika (Sierra Leone) „fieldwork" verricht, is van 19371949 directeur geweest van het volkenkundig en maritiem museum te Rotterdam, sinds 1947 tevens bijzonder hoogleraar te Leiden en is in 1949 benoemd, tot hoog leraar te Amsterdam. Hij is lid van de Kon. Ned. Akademie v. Wetenschappen. Mr. J. le Poole (geboren 1914) was van 1939 tot 1943 juridisch ambtenaar bij de Octrooiraad, in 1944 en 1945 se cretaris college van vertrouwensman nen der Nederlandse regering te Lon den, van 1945 tot 1949 directeur der stichting toezicht politieke delinquen ten, van 1950—1951 lid-secretaris der commissie voor de aanpassing van het Hoger Onderwijs aan internationale be hoeften. De heer le Poole is ridder in de orde van de Nedeilandse Leeuw. Na een visitatie-reis van ruim twee jaar is in het Moederhuis der missie zusters van het Kostbaar Bloed te Aarle- Rixtel teruggekeerd de zeereerw moe der M. Ebba, algemeen overste der Con gregatie, in gezelschap van de eerw. moeder M. Renata, eerste assistente van deze congregatie. De visitatiereis had ten doel de ruim zeventig missiestaties te bezoeken, in welke de missiezusters v. h. Kostbaar Bloed werkzaam ziin in Afrika. In minstens tien vicariaten van Zuid-Afrika, Rhodesia. Oost-Afrika en Belgisch Congo liggen die missiestaties verspreid. Van allerlei transportmidde len hebben beide zusters gebruik moeten maken: ouderwetse en moderne, comfor tabele en primitieve. De reis ging door landstreken met betrekkelijk hoog be schavingspeil der inlanders; maar zeer vaak ook waren het dagenlange uitput tende tochten door woestijnen en onbe schaafde gebieden, niet van gevaar ont bloot. De toestand en de bereikte resultaten van de missiearbeid der zusters in de vele missiestaties waren over het alge meen gunstig te noemen en stemden tot grote dankbaarheid. Alleen was overal dezelfde klacht te bespeuren; wat zouden we toch veel meer kunnen doen, als we met meer zusters waren! Gebrek ook aan zuster-personeel in de missie is een zware rem op de vooruitgang van het bekerings- en beschavingswerk. T_T erodes grijpt zich hijgend aan de tafel vast, maar zijn slappe vingers glijden van het gladde marmer, dat nog vettig aanvoelt. Waarom hebben ze dat vervloekte hoofd niet op de romp gelaten? Nu het los is. slaat het, alleen om, mij te kwellen, aan het zwerven. De Viervorst draait zijn hoofd naar rechls en naar links, hij schudt het zo driftig, dat hij er pijn van krijgt, maar zijn hoofd raakt overal het hoofd van Johannes. Had ik een boog bij de hand, ik zou er op schietendat zou ik. Herodes houdt een bord tussen de muur en zijn gezicht, maar Johannes staat in het bord zo helder ais in een spiegel. Ik geef het op, de koppige Profeet heeft toch het laatste woord. Gelukkige Joden, die hun hoofd maar vol stof hoefden te strooien om. vrede te vinden!" Zo tekent Bartel Drager de situatie in het vereenzaamde zatladdershart van Herodes tegen het einde van de feestnacht, waarin Salome danste. He rodes had er het meisje vorstelijk voor willen belonen. Zonder aan een val strik te denken, had hij. ten overstaan van alle gasten, gezegd: „Wat je me ook vraagt, ik zal het je geven, tot de helft van mijn ï-ijk toe!" En Salome, na beraad met haar moeder, Herodias: „Ik wil.... dat u me dadelijk op een scho tel.... het hoofd geeft van Johannes de Doper". Dat Herodes. voor hij ja moest zeggen, nog even stamelde: „Dit is meer dan mi.in halve rijk, dit is mijn halve hart!", komt geheel voor reke ning van Bartel Drager, de zoveelste bewerker van dit bijbelse thema dat de dramatische verbeeldingskracht van schilders en schrijvers bij voortduring blijkt te boeien. Door Herodes aldus over Johannes te laten spreken, schiep hij tussen de Viervorst en de Doper een persoonlijke verhouding, die aller aantrekkelijkst was om in een verhaal uit te werken.. Jammer genoeg dijde Bartel Dragers verhaal uit tot een ro man van 350 bladzijden; een roman, die zich afspeelt binnen de klassieke tijdsduur van een etmaal. We leren er de jarigè Herodes in kennen in een ge sprek met Salome; in een gesprek met Herodias, en in een gesprek met Jo hannes. Daarna begint het feest, waar op Salome danst en het hoofd van Jo hannes als prijs bedingt. Met dit hoofd begaat Herodias vervolgens een gru welijk sadistisch spel; alles, waarin een vrouw maar wreed kan zijn. heeft de schrijver in Herodias willen be lichamen. Salome, in feite niets meer dan een romantisch-ijdel prinsesje, is sis kind de dupe van deze moeder. Wéér zien wij haar dansen; maar nu is er niets moois meer aan; tevergeefs danst zij alle gruwelen van deze nacht van zich af. Het feest is in een orgie overgegaan; het hoofd van Johannes is de speelbal der dronken menigte. Als het morgenlicht grauwt (we zijn dan op bladzijde 326), hebben we niets an ders beleefd dan één lange dag, die genotziek begon en uitzinnig eindigde; een tè lange dag om ons in spanning te houden. In een kort slothoofdstuk, dat ons naar de bevrijding moet voe ren, vernemen wij dan, hoe Stefanus het lijk van Johannes in veiligheid brengt en op zoek gaat naar Jezus, ten einde zich bij Diens leerlingen aan te sluiten. Als centrale gedachte springt dan uit de roman naar voren: „Johan nes sterft. Jezus leeft: de wacht wordt afgelost". ntussen is in de roman Herodes de hoofdfiguur. Hij blijkt niet zo maar een verschrikkelijke wreedaard te zijn. Integendeel, men zou hem zelfs voor een gevoelig, beminnelijk en ta lentrijk man kunnen houden, indien zijn koninklijke indolentie hem niet zo in zijn eigen vetkwabben terneer druk te. Op deze indolentie vestigt Drager herhaaldelijk de aandacht in opmer kingen, die aan duidelijkheid niets te wensen overlaten; of juister gezegd: alles, want ze zijn volkomen overbo dig. Ze dringen zich telkens als fanta sieloze herhalingen aan de lezer op. Ze gunnen de lezer zijn eigen fantasie niet: „De Viervorst verwaardigt zich ie gapen, zo maar te gapen als een gewoon mens. Hij geeft er zich volledig aan over: zijn benen staan krampachtig stijf en zijn armen slaan dubbel, om dan zo recht mogelijk uitgerekt te wor- Advertentie DE RUSSEN VERTALING; FRANS VAN OLDENBURG ERMKE KOMEN De kolonel trad toen in details, ter wijl ik daar zwijgend bij zat. uit het raam koek en mijn zeepwijn dronk. De twee officieren beëindigden hun ontbijt en beduidden mij af te ruimen, terwijl ze de luitenant, die buiten de deur wachtte, binnenriepen om verdere or ders in ontvangst te nemen. We ruim den de tafel af met het vliegensvlugge tempo van een paar geroutineerde kell- ners. En ik terug naar de keuken om te helpen. De keuken verkeerde in een on beschrijfelijke toestand; het was er nog drukker dan in de kamers en de bak en-braadlucht vermengde zich met die typische stank van de Russen, welke wij zo goed kenden. De kok maakte blikken met Amerikaans vlees open en liet de inhoud in het pruttelende vet verdwij nen. Dolly met het gezicht van een doodbidder was al aan haar tweede em mer met aardappels bezig. Haar grijs flanellen mantelpakje was volgespat met water en zé beschuldigde Fifi er van met opzet de geschilde aardappels zo hard mogelijk in het water te gooien. Naast haar, jasje en blouse al evenzeer bespat. zat Marietta en schilde een an dere emmer met aardappelen met al de blijmoedige ijver van de geboren marte lares. Telkens schoof een van haar heur weerbarstige parels terug op hun plaats onder haar blouse, zenuwachtig en voor zichtig rondkijkend, of niemand het zag. Mathilde was niet komen helpen. Ze lag met de tanden opeen, haar lip pen stiif gesloten, op haar maagdelijk bed. Een uur geledon had de een of andere doodvermoeide Rus haar ge vraagd, of ze hem niet op dat geheilig de bed wilde lat.en slapen. Anders niets: hij zwoer, dat hij verder niets van plan was; maar Mathilde had zich doodge schaamd, had geschreeuwd als een pauw, had er zelfs niet aan willen den ken. En nu ze zag, dat haar bed in ge vaar was. weigerde ze om er uit te ko men. ofschoon ze verteerd werd dooi de verschrikkelijkste onrust ten aanzien van haar keuken, die haar al even hei lig was als haar bed. Eindelijk hielden haar zenuwen het niet langer uit en riep ze Lina om haar af te lossen. Nog geen ogenblik later verscheen de uitgeputte Kees weer en toen hij zag dat het bed nu minder kor daat werd verdedigd, strekte hij er zich doodkalm aan de zijde van de arme Li- na op uit. En Lina lag daar, tegen de muur gedrukt, doodsbang wat nu Ma thilde zou zeggen en durfde zich niet te bewegen. Intussen waren ze in de keuken ge hakt aan het maken voor die eeuwige Russische pasteitjes. Het was zo vol, dat niemand zich verroeren kon; je zou in derdaad je twee voeten van de grond kunnen optillen zonder te vallen. De stank was onbeschrijflijk en het lawaai zó, dat je je eigen woorden nog niet hoorde. Niettemin1 bleef het een gaan en komen van steeds nieuwe soldaten, en. daar ze de deur natuurlijk nooit dicht deden, woei er een ijskoude wind langs onze hoofden. „Fifi en ik moeten zien, dat we wat gaan slapen", zei ik tegen Marietta. ..Het is nu jouw beurt om op de zaken te passen. Steel, wat je stelen kunt en zeg ook tegen Mathilde en Lina. dat ze inpikken, wat ze pakken kunnen Fifi en ik slaagden er nauwelijks in om ons een weg te banen door de hall en de eetkamer, waar de telefonisten nog steeds voor hun apparaten zaten te brullen om zich verstaanbaar te maken. „Donau, Donau!" hoorde ik hen schreeu wen, terwijl zij trachtten om verbinding te krijgen met de een of andere front- post. De reken- en schrijfmachines ratel den zonder ophouden en soldaten scho ven behendig door het gedrang. Einde lijk bereikten we onze kamer en vielen onmiddellijk op ons bed neer zonder nog de kracht te hebben om Jumbo van de stand van zaken op de hoogte te bren gen. Toen we wakker werden, droegen ze al emmers met warm water binnen voor het bad van de held. Zijn adjudant, de luitenant, stond bij de deur van de bad kamer op wacht en bleef daar zo staan, totdat de held klaar was. Omstreeks vijf uur begonnen ze het eten op te dienen. We merkten, dat de telefonisten uitgeschreeuwd waren en nu hun apparaten demonteerden. De schri.jf- en telmachines waren verdwenen. Mis schien gingen ze wel? „Dit," zei Fifi, ,.is het juiste moment om op buit uit te gaan, als we tenminste iets willen krijgen." En ze had gelijk. Ik ging naar de keuken en slenterde daar rond met mijn onschuldigste gezicht in de hoop dat ik zo des te makkelijker iets zou kunnenstelen van de sluwe Victor. Doch toen viel het me in. dat ik nog het gemakkelijkst iets zou kunnen bedelen. „Geef me een stuk vlees", vroeg ik, „al is het maar een heel klein stuk je." Ik kreeg mijn straf. Victor liet me aan het mes likken, waarmee hij het blikvlees verdeeld had. Er zat niet veel aan. Maar wat kon hij doen? Hij was enkel maar de kok. Intussen hadden Marietta. Dolly en Elsie hun toevlucht gezocht tot hun eigen kamers. Ze waren doodmoe en bang voor de dronken sol daten, die in groten getale in het huis rondzwierven. En Fiflj die de kamers was af geweest in de hoop iets te kun nen stelen, was in een gesprek gewik keld geraakt met een kleine, dronken officier van Kamieniec Podolski. „Jij Poolse?" vroeg het dronken offi- ciertje. „Ik ben in Polen geweest, en daar is een stad, waar ik dol op ben, maar ik zeg je niet welke stad," „Maar waarom niet? Is het een ge heim?" vroeg Fifi. „Welnecn," had hij eindelijk toegege ven, heel bedeesd glimlachend, „maar die stad is niet meer van jullie; ze is van ons." En toen voegde hij er aan toe: ..Het is Lwow," en leek lichtelijk ver legen. Hij bloosde en ging er vlug van door. Daar ik toch niets van Victor los kreeg, ging ik eens kijken, hoe Jumbo het maakte. Nauwelijks was ik daar, of Alec kwam binnen gestormd, buiten adem. „Mama's sofa! Ze hebben mama's sofa weggehaald. Ik zag het zelf. Staat al op een kar." De Zwijger zei, dat hij niet van plan was om zijn leven te wa gen voor een sofa en dat Elsie óf op Tolbuchin's tafel óf op de vloar kon sla pen. Elsie zei, dat ze met het oog op het ongedierte de voorkeur aan de tafel gaf. (Wordt vervolgd). den. Hij zet er een martelaarsgezicht bij, of zijn dikke lijf op de pijnbank ligt ge:pa-nnen; maar het 'is een genot voor Herodes, dat hij de slaap nog eens verdovend uit zijn logge leden voelt glijden." Dit is de ochtend van het feestelijk ontwaken, de eerste alinea van Dragers roman. En het eerste woord, dat we uit 's konings ziel horen opwellen. luidt: ..Een koninklijke dutDaarna vernemen we, hoe Herodes zich op een nieuwe rustbank neer laat ploffen. -Hijgend onder het gewicht van zijn vlees grijpt hij met zijn mollige handen naar de zachte kussens, waar ziin ronde rug overge voelig van weekheid in wegzakt". Na deze puffende inzet van het verhaal kan geen lezer nog plezier beleven aan de opmerking (op blZ. 51), dat „het ge zicht van de Viervorst slaperig is ver zakt". of aan de volzin (op blz. 62), waarin de schrijver schijnt te veron derstellen, dat we nog nooit van Hero des hebben gehoord: -.Half liggend leunt Herodes op zijn gemak achter over en zijn schuin voorhoofd, zijn oogjes, die in het vet zwemmen, zijn dikke lippen, zijn wijkende kin geven hem een (ha!) vadsig voorkomen, waarin enkel het meewarig zuchten onder de last van zijn lichaam, onder broken door het genotziek smakken van zijn mond en het speels wiebelen van zijn ronde vingers, een schijn van leven kan brengen". Voorzover schrijven de kunst is van verzwijgen, weglaten en te raden ge ven, is deze roman hopeloos slecht ge schreven, Het is literatuur in „verlite- ratureluurde" zin; proza, waar men stilistisch gesproken geen fout-streepje onder kan zetten, maar waarin men door vele woorden, vele volzinnen en vele bladzijden strepen zou moeten halen, opdat hef een draaglijk en lees baar verhaal mocht worden. Want. werkelijk, het is jammer van het ver haal; het is jammer van de toewijding die er aan ten grondslag ligt. Als ro man een onding, is het niettemin een werkstuk van betekenis. Maar om dit te erkennen moet men, geloof ik. achter het pseudoniem Bartel Drager de figuur van de hooggeleerde Gerard Brom zien oprijzen. En ik geloof niet, dat men dit van iedere argeloze lezer mag eisen. Als (op blz. 60) Johannes zijn op wachting maakt bij Herodes, peinst deze: Kijk hem nu eens onverzettelijk vóór me staan, zo'n taaie kerel uit één stuk! Zijn knoestige knieën, vol eelt als de poten van een kameel hoe komt zo'n man daaraan? zijn scherpe ellebogen en hoekige schouders laten zijn lijf met alle gewrichten scanderen als een vers regel.'' En de auteur vervolgt dan: „De voldoening over deze vergelijking helpt Herodes een nieuw beeld vinden: de spieren liggen op zijn kuiten als de sna ren op een lier." Men kan gevoeglijk zeggen, dat de voldoening over deze vergelijking niet zozeer Herodes, als wel de schrijver van deze roman, naar de volgende kunstige gedachtenwendin- gen dreef. Het is voortdurend de schrij ver, die zich, nu eens naïef, dan weer als superieur opmerker, tussen de lezer en het verhaal in plaatst. Men moet lachen, om de naïveteit, waarmee hij tij dens een volksdeining kwajongens tegen elkaar laat zeggen (blz. 102„Kom, we gaan fijn de Profeet pesten!" „Ja, laten we eens lekker lol maken met die huile balk. Het mag vanmiddag allemaal." Men maakt hem op zijn slechtst mee in plastische vergelijkingen als (over een vrouw, bij wie Jezus de duivel uitdreef, blz. 119): „De duivels sprongen uit haar hart als ratten vit een brandend schip" of als (over Herodes, blz. 127): „Zijn kop ligt boven zijn volgeladen buik te dam pen als een ketel op een vuur." Maar men moet zijn letterkundige en mens- kundige opmerkingsgave bewonderen in een zinsnede als iblz. 67): „Het hof weet mooie namen te geven aan de zonde"; een uitspraak, die uit een stuk van Shakespeare kon zijn gelicht om als ge vleugeld woord voort te leven! anneer wij dit boek ..Het hoofd van Johannes" uiteindelijk toch een werk van bijzondere bete kenis noemen, dan is dat, behalve om de opmerkingsgave welke de schrijver er in tentoonspreidt., om de heilsver wachting waarvan hij getuigt. ,-AI zou Johannes minder grote dingen gedaan .hebben, dan hield hij nog de verdienste, zijn gaven één voor één te ontwikkelen tot deugden, die niet los aan hem han gen als versieringen, neen, die het we- zensmerk vormen van zijn persoonlijk heid. Mozes heeft getwijfeld, Johannes nooit: hij is gehoorzaam als Abraham, geduldig als Job. heldhaftig als El ia. De roeper met de sterke stem heeft al zwij gend en wachtend zijn geloof beleden. Hij moet een man van verlangen he ten. omdat hij in de toekomst leeft." (blz. 123). Hier geeft de schrijver zijn innerlijke verwantschap met de Johan- nesfiguur stem. De heilsverwachting, waarvan hij getuigt, moeten wij niet slechts in het bijbels-historische kader waarderen: zij is nadrukkelijk aangepast aan de onheilssfeer van onze dagen. Zijn schrijfwijze in de onvoltooid tegen woordige tijd en zijn keur van buiten het verhaal tredende opmerkingen moe ten, dunkt ons. worden gezien als min of meer opzettelijke pogingen om de tijdgenoot actief in het gebeuren te be trekken*). NICO VERHOEVEN Bartel Drager: „Het hoofd van Jo hannes", roman. Uitg. De Fontein, Utrecht. oor het plotselinge sterven van Constant Permeke is aan het Vlaams-Neder landse cultuurgebied een groot schilder ontvallen. Na reeds enige voorname gegevens omtrent zijn persoon en zijn werk te hebben vermeld in zijn levens bericht, geven wij hierboven nog de afbeelding van een voor zijn schilder- trant representatief schilderij, een Vlaams landschap voorstellend. Ondanks de tamelijk onvolkomen wijze, waarop een krant zulk een vooral bij de gratie der kleur levend schilderij kan weergeven, kan men zien en overigens vermoeden met welk een drift de machtigste expressionist van Vlaanderen de geheim zinnige oerkracht en het elementaire leven der natuur heeft weten te schilderen. Van zijn werk is destijds (in 1947) een overzichtstentoonstelling gehouden in het Amsterdams Stedelijk Museum. Het grootste deel van zijn werk zal van blijvende waarde blijken. Te betreuren valt het, dat van deze sterke, zich in zijn ouderdom ophieuw bezinnende kunstenaar, de vruchten van een enigszins veranderde instelling niet tot verwerkelijking hebben mogen komen. In ons land werken rond tachtig journalisten, die het buitenland op de hoogte houden van wate er gaande is in Nederland. Deze persmensen kun nen voor wat onze positie in de we reld betreft een invloed uitoefenen, die men niet gemakkelijk te hoog kan taxeren; hun werk blijft echter voor de meeste Nederlanders onbekend. Het is dan ook een voortreffelijk idee geweest van de buitenlandse persvereniging in ons land een ten toonstelling in elkaar te zetten waar op dit boek. deze kranten juister ge zegd. ontsloten wordt. In de rolzaal op bet Binnenhof te Den Haag vond gisteren de opening van de ze tentoonstelling, „Wij zeggen het de wereld", plaats door de burgemeester van Den Haag, mr. F. M. A. Schokking. Ook in Rotterdam en Amsterdam zal het bijeengebrachte materiaal worden ge ëxposeerd. Een bonte bloemlezing van krantenar tikelen en berichten van persbureaux is hier geëtaleerd De bezoeker ontdekt er hoe in twintig talen wordt uitgedragen wat er aan de hand is met de Benelux en hoe het staat met onze bewapenings inspanning, maar ook tot welke presta ties ons wegverkeer in staat is, wat ver richt werd inzake' ce restauratie van de ..Anatomische les", en wat in Neder land is uitgedokterd met een kunstma tig hart. Overbekende namen van kranten vindt men op deze expositie, maar ook de „Hyderabad Gazette" en de „Funnuntaillliite", die evengoed hun lezers vertellen wat er in Nederland te koop is. P.T.T., K.L.M., Philips en Wereldom roep geven op deze tentoonstelling ac te de présence. Het geheel is in enkele dagen in elkaar gezet. Maar hoe.... Met een goed joumalisitiek flair, dat sympathiek stemt. Het Provincialaat van de paters Obla ten van de Onbevlekte Maagd Maria is sinds 23 December overgeplaatst van „Collegium Carolinum", Valkenburg, naar klooster „De Mazenod", Grote Straat, Cuyk. Sedert dien datum ver blijft aldaar de hoogeerw. pater dr. J. Voogt O.M.I., provinciaal. Tot overste van de nieuwe kloostercommuniteit werd benoemd pater H. Breukers O.M.L Met ingang van 1 Januari is de heer A. Plesman Jr., vertegenwoordiger der K.L.M. voor Italië, benoemd tot hoofd vertegenwoordiger in aat land.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 3