Nieuwe thuishaven voor de
Koninklijke Marine
vouw van ideale ligplaats voor onze
vloot bij Den Helde vordert snel
JET PROEFONDERVINDELIJKE GEDICHT"
Atonaalkomt veel te laat
èn iets te vroeg
nolmaaktheid
in evenwicht
H
A
DE SOMBERE EDVARD MUNCH
in/Mota
Militaire leiders mogen geen
schotjesgeest hebben
GESLAAGD.
O
MGR. P. ARNTZ
Ligplaatsen in de
nieuwe haven
<c
Generaal Kruis bespreekt aspecten van
de moderne oorlog
°uwprogramma wordt
stipt uitgevoerd
§5-
Jii:
C
m
Reisbeurzen toegekend
HILVERSUM
„Dit is vruchtbaar spelen'"
GRIEP?
LITERAIRE KRONIEK
Internationale Bidweek
Apost. Vic. van Bandung
ZATERDAG 19 JANUARI 1952
PAGINA 3
Liturgische weekkalender
lr:
-
'N
\W
DANK ZIJ
DOOR ALEXANDRA OR ME
CWordt vervolgd).
Telefoneren met Australië
De nieuwe Marinehaven te Den
Helder krijgt vijf dubbele ligplaat
sen voor onderzeeërs en zes dubbe
le ligplaatsen voor jagers. Aan de
grote pieren zullen vier kruisers als
mede de Karei Doorman" kunnen
meren. De ivachtschepen blijven ook
in de toekomst de oude kade van
Nieuwediep stofferen, waar even
eens de mijnenvegers hun ligplaats
behouden.
(Van onze speciale verslaggever)
eiL?j*rssens hebben een hoofd gekregen. >len moet Den Helder, meer spe
|L 'le< Nieuwediep, kennen om te weten wat dit betekent. Vanouds immers
dip n de hersens hier buiten het hoofd en dat zat zó: de kade van Nieuwe-
,p'n('igt in het wierhoofd en recht tegenover dit havenhoofd, er buiten
lek' hct Fort Harssens in zee. Aan deze toestand is sinds kort een eind
ks',nien. De hersens hebben een hoofd gekregen, dat wil zeggen: in het
vPr van de werken, die in snel tempo worden uitgevoerd voor de aanleg
|5 ®cn nieuwe thuishaven der Koninklijke Marine buiten het Nieuwediep,
ttia ,°!"t Harssens thans opgenomen in het Westelijk havenhoofd van het
jdjdtige bassin in aanbouw, waar straks onze oorlogsvloot een ideale Iig-
vinden zal. Dit reusachtige werk wordt in twee gedeelten verricht en
str het Wad buiten de Oostelijke strekdam van het Nieuwediep, de
jai> Seul langs de binnenkant van de kop van Noord-Holland, die in de
j)„tussen 1770 en 1785 tot de huidige Marinehaven werd omgebouwd.
^nleg van de nieuwe haven geschiedt in een tweetal bouwputten, resp.
d10Ó hectaren groot, kleine polders zou men ze kunnen noemen, ge
in rjei» op het Wad. In 1954 zal het Westelijke gedeelte, dat zijn de werken
L. «Uwput I, gereed komen en eind 1957 hoopt men ook die in bouwput II,
Ii9v Oostelijke gedeelte dus, te kunnen voltooien en daarmee het gehele
•""complex op te leveren.
b
men zich herinnert heeft on-
v«sti na °01"lo§ de Plaats van
bjSj®hg van onze voornaamste Marine
er8 een onderwerp uitgemaakt van
v°rrn!fe studie- Éen speciaal daartoe ge-
c<>nli staatscommissie is toen tot de
"'iiri'e gekomen, dat Den Helder nog
IjjJ de voorkeur verdiende boven
'"en, Rotterdam of Vlissingen; aan
eK.ji,Weede Hellevoetsluis, de tragische
tr0u aribeplaats op Voorne, had men
t|a Wens geen behoefte. Het definitieve
27 daarvan de uitvoering in 1948 op
!"'llioen werd begroot. voorzag in
i9r eS op het Wad, zodat geen kost-
6 cultuurg' ond verloren behoefde te
bj
«ev.
integendeel, een nieuw stukje
aan Nederland zou worden toe-
vtiih6RCi' ^et afgerond geheel van ha
cken en ruime terreinen rondom,
- "iet het oude Willemsoord en de
erf, aan de andere kant van het
tna"> een organisch geheel zou vormen,
lja toch los daarvan en uitsluitend
'ijk lne§rond, kon bovendien gemakke-
'iote^an de °Penbare w0§ worden afge-
1949 is met de uitvoering der
j:e£ken een begin gemaakt. Men heeft
c" sedertdien stipt aan het bouw-
°§ramma gehouden, zodat aller-
®Verzlcht van een der grote pie-
e". waar in de toekomst de oor-
'Ogsbodetns aan zullen meren.
eerst het Nieuwediep even boven de
piek, waar het Noord-Hollands Ka
naal via de Koopvaarderssluis de
oude stroomgeul bereikt, is- afgedamd.
Wandelt men langs kade en steigers,
waar thans nog in een flauwe bocht
de Marineschepen liggen gemeerd,
dan ziet men aan de overkant van
het water, achter de vroegere strek
dam, de hei- en portaalstellingen en
traversen oprijzen uit de eerste bouw
put. Deze is in de jaren 1949 en 1950
omdijkt en drooggelegd. behoudens
een te voren gebaggerde afvoersloot
in het midden met zijsleuven naar
kant. de laatste als funderingsput-
ten. bestemd voor de bouw van «pie
ren en kaden. Intussen werd in 1951
ook de omdijking van de tweede
bouwput voltooid, waar het volgend
jaar op dezelfde wijze als in bouwput
I pieren, kademuren, alsmede een dok
worden inger'cht. Met hf uitbagge
ren van de eerste put tot de vereiste
diepte en het verwijderen van delen
der omdijking zal liet eerste haven
gedeelte in 1953 gereed komen, in
i955 en 1956 volgt het andere stuk,
waarna beide na het verwijderen
van de scheidingsdam tot een machtig
bekken worde;: verenigd. Inmiddels
zijn dan ook twee basculebruggen ge
legd, die van Willemsoord en de
Rijkswerf, dus van het oude Nieuwe
diep, de verbinding vormen met het
rieuwe complex.
Wij zijn in de gelegenheid geweest
een blik te werpen in de eerste bouw
put, waar het werk dus«het verst ge
vorderd is. Men moet zich
tige ondiepe krater
ringd door een dijk,
een reusach-
voorstellen. om-
volgens het jong-
anneer wij de wereld om ons
V heen beschouwen, dan valt als
®verj eerste kenmerk ervan wat
'iikiï ns direct volgt uit haar stoffe-
*>W aard haar veelvoudigheid en sa-
tddheid op. Het geheel is van
Vy|ecompliceerdhèid, die bij nader
®h steeds meer verbijstert. Temid-
V a" de onophoudelijk veranderende
''iningsvormen der stoffelijke we-
hu staat de mens, die, op zijn beurt,
'is her onderworpen is aan tel-
Wisselende toestanden en werkin-
JUl\®amenstelling van zijn wezen uit
''."haam verhoogt bovendien zijn
higheid nog in feitelijk onbe-
Jh®."late, daar zijn leven, geestelijk
sah e. e'ijk tegelijk, mede tengevolge
h - gestadige wisselwerking tussen
(elu1^0 elementen, tot ongeteld vele
?ev fts anhere uitingen, indrukken
0 Maa °elens bekwaam is.
d eicrt evenals de menselijke geest in
s orn uloze verscheidenheid der din-
»6t>ni m heen de éne wereld, de éne
e h j erkent, zo ziet hij eveneens
J'lk,e 1 f. ondanks he talloze samen-
helen van zijn wezen en zijn
k'h§srni de uitings- en gewaarwor-
sli °Selijkheden, toch als één ge-
th - - -
e m e e n menselijk bezit. Dit
L'4 bewustzijn van eigen een-
Ie i" hers is het, dat ons de plicht op-
1 ^ils, de vaak onsamenhangende en
hi'hige mogelijkheden van ons
"n "d en evenwlcht te scheppen, en
al -vustzijn van deze veelheid zo-
Van het streven naar eenheid is
lh 5 Ea( e nJKe verscneiaenneia van
i"is en krachten tot een har-
hi dit geheel te ontwikkelen.
LQ"liju 1? hereiken zullen al onze per-
V cheriftlRenscbaPI)en zowel als he ons
'eenu staande stoffelijke wereld,
Vi 1 de juiste waardeverhou-
c h t moeten zijn op de even
's eet v» ii °"tplooiing van het
jh slechts te verwezenlijken
hafh d v°lmaking van een of ander af-
do onderdeel van ons leven,
W-,v°lmatwJ.jk of stoffelijk, kan daarom
«eh nt 'aaktheid van het geheel al
le iuistp schaden, zo niet alle delen in
samenwerking streven naar
°llca
-h e i e h i g e
iJhens.
ontwikkeling van de
ee5rotn°i,1!la,a!ctheid van het leven kan
lijk ucham h'.ots anders bestaan dan in
*d v e r if, verstandelijk en zede-
hQ0atl'evin*p„,.1 c h t. dat al onze krachten
öori"st bei-T;!1, r'cht op het éne doel: de
Kbare seliikvormi^hpid met
are gelijkvormigheid met
Nï lee^ absolute eenheid! Niet al
•k Ov®nzet.i- bn e'cen wezen, maar
s door
buiten
"UZPé»- vvcócn,
<rS0h6idi;,oruhat Hij, dwars
'henheid van al het 1
Hem bestaande heen, zowel de eenheid
der dingen in zich, als hun uiteindelijke,
uniforme doelgerichtheid ziet en kent.
Daarom moet het ook voor ons, men
sen, wier leven slechts in veelvou
digheid bestaat, zo moeilijk zijn God
te benaderen en te begrijpen, omdat Zijn
wezen oneindige enkelvoudig
heid is.
In het eeuwige, goddelijke „Nu" heb
ben de menselijke begrippen van ruimte,
afstand, tijd of welke problemen ook,
voortkomend uit de samengesteldheid
der stoffelijke wereld, geen reden van
bestaan. Maar ondanks het feit, dat Gods
wezen geen veelheid kent, en de mens
daarentegen in de veelheid leeft, ligt er
toch geen tegenspraak of onmogelijkheid
in de goddelijke opdracht, waardoor Hij
Zichzelf tot einddoel van de mens heeft
aangewezen.
Want de menselijke geest is in staat
de veelheid der dingen tot eenheid te
herleiden, en hoe meer hij de verschei
denheid der verschijningsvormen in de
schepping bestudeert, hoe duidelijker
zich de gemeenschappelijke doel
gericht h e i d-o p-G o d-i n-e enheid
Irri cf a 11 i eport
Het. - scherpst komt dit wel tot uiting
in zijn eigen leven. Het verlangen naar
het opgaan in het ongecompliceerde On
eindige, in God, is hem van nature
eigen.
Voorgelicht door de Openbaring weten
wij met goddelijke zekerheid, dat de sa
menbundeling, het evenwicht en de orde
in al onze krachten door de liefde
dient te geschieden. Door een mateloze
liefde tot God, die begrijpt, dat de ver
eenvoudiging van het leven in wezen
ligt in de prioriteit van de 1 i e f-
d e.
Bepaalt de liefde eenmaal 's mensen
levenshouding, dan is de door God ge
wilde juiste rangorde der waarden zo
goed als automatisch mede aanwezig.
..Wie Mij liefheeft, onderhoudt Mijn ge
boden" is een omkeerbare uitspraak,
omdat alle geboden in de liefde opgaan.
Vandaar ook, dat het wezen van welke
vorm van spiritualiteit ook, de liefde
moet zijn. omdat alleen door de liefde
de veelheid mens één kan worden met
de éne God. L.
ZONDAG 20 Januari. 2de Zondag na
Driekoningen; Mis v. d. dag; 2 H.H. Fa-
bianus en Sebastianus; Credo; prefatie v.
d. H. Drievuldigheid; groen. MAANDAG:
H. Agnes, maagd, martelares; eigen Mis;
gewone prefatie; rood. DINSDAG: H.H.
Vincentius en Anastasius, martelaren; Mis
Intret; 2 tot de H. Maagd; 3 voor Kerk of
Paus; gewone prefatie; rood. WOENS
DAG'; H. Raymundus v. Pennafort, bela
der; Mis Os justi; 2 H. Emerentiana; 3 tot
de H. Maagd; gewone prefatie; wit.
DONDERDAG: H. Timotheus, bisschop,
martelaar; Mis Statuit; gewone prefatie,
1-ood. VRIJDAG: S. Paulus bekering; eigen
Mis; 2 H. Petrus; Credo; prefatie v. d.
Apostelen; wit. ZATERDAG: H. Poly-
carpus, bisschop, martelaar; eigen Mis; ge
wone prefatie; rood. ZONDAG 27 Jan.:
3de Zondag na Driekoningen; Mis v. d. dag;
2 H. Joannes Chrysostomus; Credo; prefa
tie d. H. Drievuldigheid^ groen.
J «imciA''
ca
«o*
I
Ky Xv'" s
\V:i
;V P'
t
i
»5»V
Op bovenstaande plattegrond van de grote Marinehaven, welke thans in het
Wad bij Den Helder in aanbouw is. Aet men het nieuwe havenbekken met pieren
en dok, rechts van de Zuidelijk afgedamde sleuf van het Nieuwediep. Bovenaan
links Willemsoord en de Rijkswerf. Tegenover het Wierhoofd het fort Harssens,
opgenomen in het nieuwe havencomplex, met geheel Noordelijk het sinds kort
voltooide Westelijk havenhoofd van het toekomstige Marme-bassin. Onderaan
in het midden het Noordhollands Kanaal en de Koopvaarderssluis. Twee brug
gen over het Nieuwediep zullen de oude Marrinebasis met de nieuwe aanleg
verbinden.
ste procédé met gebitumineerd zand af
gedekt. De bodem bestaat in dit seizoen
uit natte vette specie, waarin de met
water gevulde funderingssleuven zijn
uitgespaard. De bouwgrond is tot 20
meter diepte zonder draagvermogen,
zodat betonnen funderingspalen van
deze lengte moeten worden ingedreven.
Dit geschiedt volgens de nieuwste me
thode, waarbij een stalen buis van 1.65
meter doorsnee de bodem ingaat, ter
wijl een zandzuiger de grond, die in de
buis dringt, verwijdert. In deze holle
ruimte plaatst men de betonpaal, die 70
cm. doorsnee heeft, en vult vervolgens
de overgebleven speling met zand op.
Zo worden zestien palen per week ge
plaatst. Op d't fundament komt het
grote betonnen doosvormige lichaam
der pieren «e rusten. Zij krijgen een
breedte, variërend van 1545 meter en
een lengte van 100—250 meter. Dè bouw
van pieren en kademuren is in volle
gang. Het werk in de tweede bouwput
bepaalt zich op het ogenblik tot het
graven met een cutterzuiger van even
eens een afvoersloot met funderings
sleuven.
Verbinding mei Rijkswerf
Het nieuwe havenbekken van de
Marine, dat dus in 1957 gereed zal
zijn, krijgt een havenmond van 250
meter en een grootste breedte van
580 meter. Je bodemdiepte zal elf
meter beneden N.A P. bedragen. Een
afzonderlijke havenkom is uitge
bouwd voor het bergen van opgelegd
materiaal. De schepen vinden lig
plaats aan pieren en er komt een dok
met ruimte voor het grootste type.
Behalve de verbinding met open zee
in Noordelijke richting via de haven
mond heeft het bassin een tweede uit
weg en wel naar het Nieuwediep,
recht tegenover de Zeedoksluis, de
bestaande toegang tot de Rijkswerf
met zjjn inrichtingen. De grond, die
vrijkomt bij het op diepte brengen
van het havenbassin, wordt gebruikt
tot ophoging van een uitgestrekt ter
rein, dat de haven omsluit en plaats
biedt voor magazijnen en velden voor
exercitie en sport. Dit terrein reikt
ver Zuidwaarts langs het Noord-Hol
lands Kanaal, beneden het afgesloten
Nieuwediep om. Dit laatste blijft
doorvaart voor de schepen, komende
uit het kanaal en verder vissershaven.
Daar de getijstroom er niet meer
doorheen trekt zal het met baggeren
op diepte gehouden moeten worden.
De werken ressorteren onder het
hoofd van de afdeling Materieel van
het Ministerie van Marine, Vice-Ad-
miraal F. Stam De dagelijkse leiding
berust bij Kapitein ter Zee G. van
Houweninge S-D., te 's-Gravenhage.
Het ontwerp is van Rijkswaterstaat,
directie Sluizen en Stuwen te Utrecht,
welke ook de uitvoering verzorgt.
Hierbjj is hoofdingenieur ir. A. Eggink
te Utrecht met de dagelijkse leiding
belast.
De reisbeurs voor letterkundigen is
dit jaar toegekend aan de dichter Ed.
Hooi-nik voor zijn gedichtenbundel „Li
chaam en Ziel", die onder het motto
„Wie weet of niet het levèn sterven is,
en sterven leven?" was ingezonden. De
jury heeft bestaan uit Clara Eggink, mr.
M. Nijhoff, Gabriël Smit, prof. dr Garmt
Stuiveling, H. L. Prenen. De bekroonde
bundel is heden bij de uitgeversmij. D.
A. Daamen te 's Gravenhage versche
nen onder de titel „Het menselijk be
staan".
Eveneens zijn gisteren reisbeurzen toe
gekend aan Hans Edinga te Zeist en
aan H. J. van Tienhoven te Den Haag.
Aan de auteurs J. G. Elburg te Am
sterdam en Lou Vleugelhof te Rotter
dam kende de staatssecretaris, eveneens
conform het advies van de jury, ieder
een reistoelage van f 300 toe.
Advertentie
Bekend* schriftelijk* cursus
ok als men de experimentele poëzie een warm hart toedraagt, blijft het
moeilijk iets steekhoudends over haar te zeggen. Daar is allereerst de
tegenspraak, die in haar naam besloten ligt: men banne die naam uit.
Voorzover deze poëzie zich als experimenteel aan mij openbaart, blijft zij in het
experiment steken, d.w.z. schiet zij als poëzie te kort. Voorzover zij iets in
mij aart het trillen brengt, heeft zij niets experimenteels meer: is zij eenvou
dig poëzie. Dan word ik door de woorden, en de stilte tussen de woorden in,
ontroerd, zónder dot mijn gezond verstand het gek of onmogelijk vindt. Is die
ontroering dan een blinde gevoelskwestie'' Allerminst. Gedichten zijn geen
gevoelens, zei Rilke al. het zijn ervaringen. Vergeten of nooit bewust-geworden
ervaringen, die de dichter in zichzelf en mij, de lezer, aan het daglicht brengt.
En dan herken ik iets van de ander in mijzelf.
zing geworden is", zegt Vinkenoog er
zelf van. Is het waar?
Ik vind. dat het n u nog geen mooie
bloemlezing is, maar ik verwacht, dat
over een goed jaar uit het werk
van deze allermodernste dichters een
nieuwe, soortgelijke keuze is te maken,
die in één woord magnifiek zal zijn.
Nu is dit werk nog topzwaar van
woordenspel, van opzettelijke klank- en
begripsassociaties, van experimenteel
zelfbewustzijn. Bovendien houden de
dichters zich nog te nadrukkelijk bezig
met een onderzoek naar de aard van
hun eigen dichterschap. Hun „proef
ondervindelijke gedicht" (Lucebert zegt
dit) is bezig zich los te maken uit „de
tijd van de eenzijdige bewegingen"'.
Slechts een van deze elf dichters is
daar volledig in geslaagd: Koos
et gedicht, hoe dan ook. moet in
mijn bewustzijn een verhelde
ring teweeg brengen. Het moei
mij innerlijk iets laten zien en laten
horen. De poëtische sensatie, hoe moei
lijk onbeschrijfbaar ook. is toch een
heel concreet proces, waarbij mijn
hele ziel betrokken is. Er vormt zich
in mi een beeld, „een heel smal haast
doorzichtig beeld van morgenrozen-
hout". Aldus brengt Paul Rodenko de
poëtische sensatie van de herkenning
onder woorden in de aanvang van zijn
gedicht; „Het Beeld";
Uit het hout van de morgen
uit morgenrozevhout
sneed ik een beeld
heel licht en smaller dan een lijsterstem
een beeld van morgenrozenhout.
Het teas zo schuw en ongeschoold
dat ik het zelf niet kende
met elke windvlaag was het weg
maar 'n kind
een bloesemtak
een onbekende
bracht het mij zeer voorzichtig weer
terug.
Er waren er die het herkenden
en luide namen gaven.
En. zegt de dichter, ..ieder wist nauw
keurig wat het was. die het eigenhan
dig had gesneden.. De dichter blijft
zijn eigen onbekende.
Hij is een van de elf. met wier werk
men kennis kan maken in ..At onaal
een bloemlezing uit de gedichten van
Hans Andreus, Remco Camoert. Hugo
Claus, Jan G. Elburg. Jan Hanlo. Ger-
rit Kouwenaar Hans Lodeizen, Luce
bert, Paul Rodenko. Koos Schuur en
Simon Vinkenoog. Laatstgenoemde is
er de samensteller en inleider van. Met
tekeningen van Karei Appel en Cor-
neille versierd, zag „Atonaal" onlangs
het licht als een soort manifestatie van
wat er gaande is in de meest vooruit
geschoven loopgraven van de Neder
landse poëzie 1).
„Ik vind, dat het een mooie bloemle-
Advertentte
Mijnhardt's Grieppoeders. Doos 47 et
Schuur, wiens lange gedicht, „Om wat
ik van de liefde weet", waard is in
iedere bloemlezing, rfiodern of klassiek,
opgenomen te worden.
Is dichterlijke manifestatie met
internationale allures komt „Ato
naal" jaren te laat om nog indruk
te maken op wie vertrouwd is met het
werk van Ezra Pound, Aragon. Paul
Eluard. Dylan Thomas en andere bui
tenlanders. In Nederland zelf komt de
manifestatie nog iets te vroeg om de
gemoederen mee te slepen: daarvoor
is het hier geboden werk over het alge
meen nog te jeugdig, d.w.z. te onrijp
aan gemoedservaring; deze poëzie ver
rast, verrukt en verbijstert meer dan
dat zij stil ontroert. Maar zij heeft de
mogelijkheid van grote ontroerings
kracht in zich. Typisch in dit verband
is, dat het juist de allerjongsten zijn,
die in „Atonaal" de toon aangeven en
het zwakste geluid laten horen. Hoe
jonger men is, hoe gemakkelijker men
zich verzen laat ontvallen. Men stelt
een bundel samen en vindt een uitge
ver. Maar als men de drukproeven in
huis heeft, wil men de helft van Je
verzen door nieuwe vervangen, omdat
men de oude niet goed meer vindt. En
als de bundel het licht ziet. is men ook
aan de andere helft ontgroeid.
Hans Andreus. Remco Campert. Si
mon Vinkenoog zij zijn die aller
jongsten die ik bedoel hebben een
jaar te vroeg hun debuut gemaakt.
Naast de twee belangrijke tentoon
stellingen, welke op het ogenblik
en nog tot 28 Januari a.s. lopen
in Amsterdams Stedelijk Museum en
welke gewijd zijn resp. aan het oeuvre
van de thans 70-jarige Jan Sluyters en
het levenswerk van Max Beckmann,
wordt elders, n.l. te Den Haag in
het Gemeentemuseum, nog een andere
zeer de aandacht trekkende expositie
gehouden. Deze is gewijd aan het werk
van de enige jaren geleden gestorven
Noorse schilder Edvard Munch. Van de
ze tentoonstelling melding te maken
heeft nog alle zin. want eerst op 2 Maart
zal zij worden gesloten.
Munch behoort tot de weinigen die
in de schilderkunst hun land op Euro
pees peil vertegenwoordigd hebben. Na
dat hij op jonge leeftijd te Parijs im
pressionisten had leren kennen is hij
door zijn symbolische schilderkunst na
derhand geworden tot een der eerste
vertegenwoordigers van het expressio
nisme. Om begrip voor zijn werk te
vinden heeft hij een harde strijd moe
ten voeren. De persoonlijke instelling en
de levensomstandigheden van Munch
hebben aan zijn oeuvre (ook aan het
menigvuldige graphische werk) een
stempel meegegeven van somberheid
en droeve uitzichtloosheid. Bij zijn dood
heeft hij zijn gehele collectie vermaakt
aan de stad Oslo, uit welke verzameling
voor de Haagse expositie een verant
woorde keuze is gedaan.
DE RUSSEN KOMEN
VERTALING: FRANS VAN OLDENBURG ERMKE
Munch's imposant portret van Walther
Rathenau, de Joodse politicus, die on
der de republiek van Weimar door het
terugkerende nationalisme werd ver
moord.
Over hun banuciijes, vorig jaar in de
Windroos verschenen 2). werd hier
reeds geschreven. Spoedig kan men
nieuw, beter werk van hen verwach
ten.
„Triangel in de jungle
Nog niet werd hier de aandacht ge
vestigd op de gedichtenbundel „Trian
gel in de jungle", waarmee Lucebert
debuteerde; niet in de Windroos, maar
bij de uitgever van „Atonaal" en op
hetzelfde tijdstip, dat „Atonaal" het
licht zag. Al is ook dit wellicht een
iets te vroeg debuut, in die zin dat de
dichter er spoedig bovenuit zal groeien,
toch hoeft men zich aan „Triangel in
de jungle" niet miskocht te voelen.
Voorlopig heeft men hier het meest
overtuigende staaltje, van wat er in
deze extremistische dichtkunst te be
reiken is. In aanleg is Lucebert een
groot dichter: zijn beelden zijn zeer
aansprekelijk, sterk muzikaal en sterk
visueel. Zijn associaties zijn geen flau
we woordspelingen, maar brengen een
nieuw, innerlijk rijm tot stand (of: in
beweging); een =oort filmrijm;
vtienden drinken de dieren
en een volk zomert boven op zijn heuvel
onder zware nevels blaast de aarde
dit is vruchtbaar spelen
met de lucht geuren en houden
van de bloemen opstaan en dolen'
dit is vruchtbaar slapen
in warm water een vlinder vinden
en ovale vlinders
wit en donker jagen.
Ik weet: dit citaat kan onmogelijk
een goede indruk geven van de bun
del. Gerukt'uit het organische geheel
dezer poëzie, verliest het zijn intentie.
Het beste is. dat de lezer er de bundel
eens bijhaalt. Men wordt er (weg)wij-
zer van dan van het al te program
matische „Atonaal". In „Triangel in de
jungle" heeft men een complete dich
ter. In „Atonaal" krijgt men alleen diè
stukjes van de moderne dichters te
zien, die Simon Vinkenoog mooi vindt.
En zijn smaak is erg beperkt. Het
beeld, dat hij ons van de moderne poë
zie ODhangt. maakt een nogal scheef
getrokken indruk. Voor dichters als
Gerard Diels en L. Vroman was er
geen plaats in. En dichters als Koos
Schuur en Jan G. Elburg komen er al
lerminst volledig in tot hun recht. Dit
komt, omdat Vinkenoog meent, dat de
moderne poëzie pas begon in het jaar,
dat hij begon te schrijven. Dat was in
1948. De moderne gedichten, die voor
die tijd in ons land het licht zagen, zijn
als prae-historisch te beschouwen'.
NICO VERHOEVEN
A. A. M. Stols. Den Haag,
1) Uitg.
1951' u
2) „De Windroos een serie heden
daagse poëzie onder redactie van Ad
den Besten. Uitgeversmij. Holland.
Amsterdam.
DOEL:
In een achtdaag
se algemene ge
bedsactie van Ka
tholieken zowel
als van niet-Ka-
tholieken. God te
smeken om Een
heid van de Kerk.
AANBEVOLEN' INTENTIES
20 Jan. Terugkeer der Angli-
kanen.
21 Jan. Terugkeer van de
Lutheranen en andere
Protestanten van Europa.
Op de Missieprocure der Kruisheren
te Hees-Xijmegen is bericht ontvangen,
dat tot Apostolisch Vicaris van Ban
dung als opvolger van Mgr. J. Goumans
is benoemd Z.H. Exc. Mgr. P. Arntz.
Mgr. Arntz werd 31 Juli 1910 te
Beers (N. Br.) geboren. Hij markte zijn
lagere studies bij de Kruisheren te
Uden, trad in de Orde van het H. Kruis
te St- Agatha en werd aldaar geprofest
op 28 Aug. 1929. De H. Priesterwijding
ontving hij 1 Aug. 1934. Achtereenvol
gens was hij werkzaam in Achel (Bel
gië), werd in 1938 magister sjiritualis
van de studenten van het College der
Kruisheren te Uden, in 1941 magister
der fraters filosofen aan het Studiehuis
te Zoeterwoude, terwijl hij in 1946 werd
aangesteld tot rector van het college te
Uden. In 1949 volgde tevens zijn ver
kiezing tot Definitor van de Orde op
het Generaal Kapittel- 7 September
1950 vertrok hij naar de missie der
Kruisheren op Java. waar hij sindsdien
werkzaam was als superior regularis.
„Zou je denken, dat de mensen er nu
nog niet genoeg van hebben?" vroeg Fi-
fi.
„Ik weet het niet," zei ik, „maar ver
anderd zijn ze niet. Alleen slechter ge
worden in de oude betekenis van het
woord slecht. Het is, alsof we allemaal
achteruit zijn gegaan. Maar dat is zo na
iedere oorlog."
„Er zijn teveel overwinnaars naar
mijn zin," merkte Fifi op. „Teveel over
winnaars maken een nieuwe oorlog,"
meende ik. „Dat is mogelijk," zei Fifi,
„maar wat we doorleefd hebben, zijn on
ze ervaringen, en het eind van die zes
jaren is een groot besluit van een gro
te tijd."
„Eigenlijk", zei ik, „moest ik mijn boek
op vandaag laten eindigen."
„Goeie genade!" zei Fifi met een bij
gelovig gefluister. „Je kunt nooit we
ten, wat er nog gebeurt. Men moet de
dag niet voor de avond prijzen."
„Maar we hebben ons goed gehouden,
is het niet, Fifi? Zeg. dat we ons kranig
hielden. Ik heb zo'n waarderend klopje
op mijn schouder nodig."
„Ja, ik geloof, dat we ons niet hoeven
te schamen. Maar het was enkel een
vooroefening voor de toekomst," voegde
ze er aan toe. bang in haar bijgeloof om
de machten uit te dagen, die de toekomst
maken.
„Goeie nacht, Fifi, mijn lieve kabou
ter. Tijd voor ons om te gaan slapen.
En bedankt voor alles, wat je in die zes
jaar deed.
het hebben, dat voel» ik."
„Waarom zouden we niet een sigaret
van Jumbo's kwaaie-dag-voorraad ne
men?"
Dus stalen we ieder een sigaret en
rookten samen in het donker, diep inha
lerend. De kleine gloëi-lichtjes besche
nen eerst mijn twee vingers, toen de
twee vingers van Fifi, dan een deel van
haar gezicht.
„Nu is het werkelijk welterusten", zei
ik, „en gefeliciteerd, dat voor ons de
oorlog voorbij is. Misschien dat je man
nu gauw uit Rusland thuiskomt".
„Neen", zei Fifi, „ik weet, dat ze hem
daar gedood hebben. Hij zal niet komen.
Goeie nacht Lida, jij ook gefeliciteerd.
Fifi en ik gingen er vroeg op uit om
te gaan schieten. De Zwijger en de rest
van de familie hadden gezworen, dat ze
nooit meer tegen ons zouden spreken,
als we hazen in Maart schoten, maar als
je het logisch bekeek, maakte het geen
verschil, of de Russen ze allemaal alleen
schoten of met een beetje hulp van ons.
Ik was van plan om enkel op zittende
hazen te schieten, want ik wist, dat ik
een lopende haas nooit met een enkele
kogel zou kunnen raken. Doch het feit.
dat er in Maart geen jonge hazen zijn
die zitten, maar wel babv-haasjes, die
vol angst helemaal in elkaar gerold
blijven liggen, tot je heel dichtbij bent.
bracht mijn plannen wel enigszins in
de war. Doordrenkt als het ware van
die volkomen onsportieve geest, liep ik
nochtans opgewekt in het heerlijke
„Goeie nacht. En ik dank ook jou. vriesweer, gevolgd door een paar van
1 -i -1c 1_ Tb- 1 ion
En ik geloof, dat ik over niets spijt
hoef te hebben."
„Dat is gek. Ik heb hetzelfde idee. Ik
zou geen van die herinneringen aan
honger of aan angst willen missen; geen
enkele. Het is allemaal een deel van mij
geworden, mijn vlees en bloed als het
ware. Zelfs het feit, dat er geen sigaret
ten zijn. heeft zijn goede kant. Ik weet
niet welke, maar een goede kant moet
mijn kleine zigeunerdrijvers. Ik liep
onder een hoge, bleek-blauwe hemel. We
gingen door de tuin, waar nauwelijks iets
van was overgebleven: een paar bomen
in de hard getrapte aarde, waar prac-
tisch geen gras meer op groeide, ge
broken en vertrapte ligusterhagen en
wat geraamtes van auto's, zonder uit
zondering Amerikaanse, waar een stel
haveloze kinderen een tijdelijk onder
dak in gevonden had. Toen hij ons zaj,
leunde een kleine jongen uit het raampje
van zijn auto-huisje en wierp ons een
steen na. We volgden een half vervallen
omheining, sprongen over diepe wagen
sporen en andere oneffenheden in de
grond, waar de dode paarden van het
veterinair hospitaal in allerijl begraven
waren, kwamen langs de ruïnes van een
boerenhuisje, waar de wind huilde rond
de lemen wanden, liepen over een aard
appelveld, lelijk vernield door de sporen
van tanks, en bereikten zo het huis, waar
Constantin Piotrovitch, zijn kapitein en
hun Oekrainse kok waren ingekwartierd.
Op de drempel stond de jonge vrouw
van de boer met haar hand tegen haar
gezwollen wang.
„Er is niemand thuis", riep ze, toen ze
ons zag aankomen. „Ze hebben onver
wacht bevel gekregen om te vertrekken.
Een van hen schreef een brief en liet
die in de kamer achter. Ik haal hem
voor U".
Constantin Piotrovitch had een af
scheidsbrief geschreven. Hij had hem in
blokletters geschreven, omdat hij wist.
dat ik geen Russische schrijfletters lezen
kon. Fifi en ik speldei} de brief woord
voor woord uit. Met moeite lazen we
dat Constantin Piotrovitch dankbaar was
voor onze vriendschap en dat hij van
ons was gaan houden. Ook vond hij
het verschrikkelijk erg, dat onze ken
nismaking zo plotseling tot een eind
kwam en dat hij zelfs niet de gelegen
heid gehad had om afscheid te nemen.
„Een aardige man, die Constantin
Piotrovitch", herhaalden Fifi en ik keer
op keer tegen elkaar, „een aardige,
vriendelijke man". En we misten hem.
Zo kwam het, dat we nooit op jacht
gingen en dat we dientengevolge ook
gespaard bleven voor het lot, door de
Hongaren als maatschappelijk minder
waardig uitgesloten te worden.
De moderne opbouw van de strijd
krachten mag geen schotjes kennen.
Vlag- en opperofficieren behoren een
goed inzicht te hebben in de werkzaam
heid van de delen der strijdmacht, waar
zij zelf niet toe behoren: leiders, die
alleen denken aan hun eigen wapen-
deel, openen de weg tot een concurren
tie. welke geen zin heeft, aldus ver
klaarde gisteren te Den Haag generaal
mr. H. J. Kruis in de voordracht, welke
hii voor de Vereniging ter Beoefening
van de Krijgswetenschap hield over
aspecten van de moderne zee-, land- en
luchtoorlog in een wereldconflict.
Mr. Kruis onderwierp in zijn betoog
de bewering, dat generaals conservatieve
mensen zijn. aan een critisch onderzoek.
Men zegt. dat zij een volgende oorlog
voorbereiden met de middelen van de
vorige. Dit is misschien ten dele waar,
doch dan als gevolg van de omstandig
heid dat zij, evenals trouwens de admi
raals, hun vloten, legers en luchtmach
ten vrijwel steeds na een oorlog tot het
ontoelaatbare zien afbreken.
Spreker schetste de betekenis van de
luchtmacht, welke zeer is toegenomen
dank zij de Jet-motoren en de verbete
ring der electronica. In een onverhoopt
komende oorlog zal de strijd om het
overwicht tussen de luchtmacht van
partijen zeker de inzet vormen.
Inmiddels moet men wel een kant
tekening maken bij de in Amerika
door De Seversky gelanceerde theorie,
dat de strategische luchtmacht de be
slissende factor is en de Verenigde
Staten zich vrijwel volledig op de op
bouw daarvan moeten concentreren.
De strategische luchtmacht mag in
staat zijn om in geval van oorlog de
Sovjet-Unie uiteindelijk te verslaan,
maar West-Europa heeft bovendien
behoefte aan een apparaat namelijk
de parate land- en tactische lucht
strijdkrachten dat intussen agressie-
troepen tegenhoudt en terugslaat.
Voor het verslaan van de tegenstander
zi.in land- en tactische luchtstrijdkrach
ten echter niet toereikend; ze zouden
in de enorme ruimte van de Sovjet-
Unie verdwijnen. De beslissing zou ge
bracht moeten worden door de strategi
sche luchtmacht, die de vitale organen
van de vijand kan treffen.
Met ingang van 21 Januari zal het te
lefoonverkeer tussen Nederland en Au
stralië worden uitgebreid tot de Marsh
all-eilanden, Brits-Nieuw-Guinea en Pa
poea. De dienst is geopend op werkda
gen van negen tot elf uur, Ned. tijd
Bereikbaar zijn; op de Marshall-eilan
den, Nauru: op Brits-Nw.-Guinea. Ra-
baul en op Papoea, Port Moresby.