Nieuwe thuishaven voor de Koninklijke Marine vouw van ideale ligplaats voor onze vloot bij Den Helde vordert snel JET PROEFONDERVINDELIJKE GEDICHT" Atonaalkomt veel te laat èn iets te vroeg nolmaaktheid in evenwicht H A DE SOMBERE EDVARD MUNCH in/Mota Militaire leiders mogen geen schotjesgeest hebben GESLAAGD. O MGR. P. ARNTZ Ligplaatsen in de nieuwe haven <c Generaal Kruis bespreekt aspecten van de moderne oorlog °uwprogramma wordt stipt uitgevoerd §5- Jii: C m Reisbeurzen toegekend HILVERSUM „Dit is vruchtbaar spelen'" GRIEP? LITERAIRE KRONIEK Internationale Bidweek Apost. Vic. van Bandung ZATERDAG 19 JANUARI 1952 PAGINA 3 Liturgische weekkalender lr: - 'N \W DANK ZIJ DOOR ALEXANDRA OR ME CWordt vervolgd). Telefoneren met Australië De nieuwe Marinehaven te Den Helder krijgt vijf dubbele ligplaat sen voor onderzeeërs en zes dubbe le ligplaatsen voor jagers. Aan de grote pieren zullen vier kruisers als mede de Karei Doorman" kunnen meren. De ivachtschepen blijven ook in de toekomst de oude kade van Nieuwediep stofferen, waar even eens de mijnenvegers hun ligplaats behouden. (Van onze speciale verslaggever) eiL?j*rssens hebben een hoofd gekregen. >len moet Den Helder, meer spe |L 'le< Nieuwediep, kennen om te weten wat dit betekent. Vanouds immers dip n de hersens hier buiten het hoofd en dat zat zó: de kade van Nieuwe- ,p'n('igt in het wierhoofd en recht tegenover dit havenhoofd, er buiten lek' hct Fort Harssens in zee. Aan deze toestand is sinds kort een eind ks',nien. De hersens hebben een hoofd gekregen, dat wil zeggen: in het vPr van de werken, die in snel tempo worden uitgevoerd voor de aanleg |5 ®cn nieuwe thuishaven der Koninklijke Marine buiten het Nieuwediep, ttia ,°!"t Harssens thans opgenomen in het Westelijk havenhoofd van het jdjdtige bassin in aanbouw, waar straks onze oorlogsvloot een ideale Iig- vinden zal. Dit reusachtige werk wordt in twee gedeelten verricht en str het Wad buiten de Oostelijke strekdam van het Nieuwediep, de jai> Seul langs de binnenkant van de kop van Noord-Holland, die in de j)„tussen 1770 en 1785 tot de huidige Marinehaven werd omgebouwd. ^nleg van de nieuwe haven geschiedt in een tweetal bouwputten, resp. d10Ó hectaren groot, kleine polders zou men ze kunnen noemen, ge in rjei» op het Wad. In 1954 zal het Westelijke gedeelte, dat zijn de werken L. «Uwput I, gereed komen en eind 1957 hoopt men ook die in bouwput II, Ii9v Oostelijke gedeelte dus, te kunnen voltooien en daarmee het gehele •""complex op te leveren. b men zich herinnert heeft on- v«sti na °01"lo§ de Plaats van bjSj®hg van onze voornaamste Marine er8 een onderwerp uitgemaakt van v°rrn!fe studie- Éen speciaal daartoe ge- c<>nli staatscommissie is toen tot de "'iiri'e gekomen, dat Den Helder nog IjjJ de voorkeur verdiende boven '"en, Rotterdam of Vlissingen; aan eK.ji,Weede Hellevoetsluis, de tragische tr0u aribeplaats op Voorne, had men t|a Wens geen behoefte. Het definitieve 27 daarvan de uitvoering in 1948 op !"'llioen werd begroot. voorzag in i9r eS op het Wad, zodat geen kost- 6 cultuurg' ond verloren behoefde te bj «ev. integendeel, een nieuw stukje aan Nederland zou worden toe- vtiih6RCi' ^et afgerond geheel van ha cken en ruime terreinen rondom, - "iet het oude Willemsoord en de erf, aan de andere kant van het tna"> een organisch geheel zou vormen, lja toch los daarvan en uitsluitend 'ijk lne§rond, kon bovendien gemakke- 'iote^an de °Penbare w0§ worden afge- 1949 is met de uitvoering der j:e£ken een begin gemaakt. Men heeft c" sedertdien stipt aan het bouw- °§ramma gehouden, zodat aller- ®Verzlcht van een der grote pie- e". waar in de toekomst de oor- 'Ogsbodetns aan zullen meren. eerst het Nieuwediep even boven de piek, waar het Noord-Hollands Ka naal via de Koopvaarderssluis de oude stroomgeul bereikt, is- afgedamd. Wandelt men langs kade en steigers, waar thans nog in een flauwe bocht de Marineschepen liggen gemeerd, dan ziet men aan de overkant van het water, achter de vroegere strek dam, de hei- en portaalstellingen en traversen oprijzen uit de eerste bouw put. Deze is in de jaren 1949 en 1950 omdijkt en drooggelegd. behoudens een te voren gebaggerde afvoersloot in het midden met zijsleuven naar kant. de laatste als funderingsput- ten. bestemd voor de bouw van «pie ren en kaden. Intussen werd in 1951 ook de omdijking van de tweede bouwput voltooid, waar het volgend jaar op dezelfde wijze als in bouwput I pieren, kademuren, alsmede een dok worden inger'cht. Met hf uitbagge ren van de eerste put tot de vereiste diepte en het verwijderen van delen der omdijking zal liet eerste haven gedeelte in 1953 gereed komen, in i955 en 1956 volgt het andere stuk, waarna beide na het verwijderen van de scheidingsdam tot een machtig bekken worde;: verenigd. Inmiddels zijn dan ook twee basculebruggen ge legd, die van Willemsoord en de Rijkswerf, dus van het oude Nieuwe diep, de verbinding vormen met het rieuwe complex. Wij zijn in de gelegenheid geweest een blik te werpen in de eerste bouw put, waar het werk dus«het verst ge vorderd is. Men moet zich tige ondiepe krater ringd door een dijk, een reusach- voorstellen. om- volgens het jong- anneer wij de wereld om ons V heen beschouwen, dan valt als ®verj eerste kenmerk ervan wat 'iikiï ns direct volgt uit haar stoffe- *>W aard haar veelvoudigheid en sa- tddheid op. Het geheel is van Vy|ecompliceerdhèid, die bij nader ®h steeds meer verbijstert. Temid- V a" de onophoudelijk veranderende ''iningsvormen der stoffelijke we- hu staat de mens, die, op zijn beurt, 'is her onderworpen is aan tel- Wisselende toestanden en werkin- JUl\®amenstelling van zijn wezen uit ''."haam verhoogt bovendien zijn higheid nog in feitelijk onbe- Jh®."late, daar zijn leven, geestelijk sah e. e'ijk tegelijk, mede tengevolge h - gestadige wisselwerking tussen (elu1^0 elementen, tot ongeteld vele ?ev fts anhere uitingen, indrukken 0 Maa °elens bekwaam is. d eicrt evenals de menselijke geest in s orn uloze verscheidenheid der din- »6t>ni m heen de éne wereld, de éne e h j erkent, zo ziet hij eveneens J'lk,e 1 f. ondanks he talloze samen- helen van zijn wezen en zijn k'h§srni de uitings- en gewaarwor- sli °Selijkheden, toch als één ge- th - - - e m e e n menselijk bezit. Dit L'4 bewustzijn van eigen een- Ie i" hers is het, dat ons de plicht op- 1 ^ils, de vaak onsamenhangende en hi'hige mogelijkheden van ons "n "d en evenwlcht te scheppen, en al -vustzijn van deze veelheid zo- Van het streven naar eenheid is lh 5 Ea( e nJKe verscneiaenneia van i"is en krachten tot een har- hi dit geheel te ontwikkelen. LQ"liju 1? hereiken zullen al onze per- V cheriftlRenscbaPI)en zowel als he ons 'eenu staande stoffelijke wereld, Vi 1 de juiste waardeverhou- c h t moeten zijn op de even 's eet v» ii °"tplooiing van het jh slechts te verwezenlijken hafh d v°lmaking van een of ander af- do onderdeel van ons leven, W-,v°lmatwJ.jk of stoffelijk, kan daarom «eh nt 'aaktheid van het geheel al le iuistp schaden, zo niet alle delen in samenwerking streven naar °llca -h e i e h i g e iJhens. ontwikkeling van de ee5rotn°i,1!la,a!ctheid van het leven kan lijk ucham h'.ots anders bestaan dan in *d v e r if, verstandelijk en zede- hQ0atl'evin*p„,.1 c h t. dat al onze krachten öori"st bei-T;!1, r'cht op het éne doel: de Kbare seliikvormi^hpid met are gelijkvormigheid met Nï lee^ absolute eenheid! Niet al •k Ov®nzet.i- bn e'cen wezen, maar s door buiten "UZPé»- vvcócn, <rS0h6idi;,oruhat Hij, dwars 'henheid van al het 1 Hem bestaande heen, zowel de eenheid der dingen in zich, als hun uiteindelijke, uniforme doelgerichtheid ziet en kent. Daarom moet het ook voor ons, men sen, wier leven slechts in veelvou digheid bestaat, zo moeilijk zijn God te benaderen en te begrijpen, omdat Zijn wezen oneindige enkelvoudig heid is. In het eeuwige, goddelijke „Nu" heb ben de menselijke begrippen van ruimte, afstand, tijd of welke problemen ook, voortkomend uit de samengesteldheid der stoffelijke wereld, geen reden van bestaan. Maar ondanks het feit, dat Gods wezen geen veelheid kent, en de mens daarentegen in de veelheid leeft, ligt er toch geen tegenspraak of onmogelijkheid in de goddelijke opdracht, waardoor Hij Zichzelf tot einddoel van de mens heeft aangewezen. Want de menselijke geest is in staat de veelheid der dingen tot eenheid te herleiden, en hoe meer hij de verschei denheid der verschijningsvormen in de schepping bestudeert, hoe duidelijker zich de gemeenschappelijke doel gericht h e i d-o p-G o d-i n-e enheid Irri cf a 11 i eport Het. - scherpst komt dit wel tot uiting in zijn eigen leven. Het verlangen naar het opgaan in het ongecompliceerde On eindige, in God, is hem van nature eigen. Voorgelicht door de Openbaring weten wij met goddelijke zekerheid, dat de sa menbundeling, het evenwicht en de orde in al onze krachten door de liefde dient te geschieden. Door een mateloze liefde tot God, die begrijpt, dat de ver eenvoudiging van het leven in wezen ligt in de prioriteit van de 1 i e f- d e. Bepaalt de liefde eenmaal 's mensen levenshouding, dan is de door God ge wilde juiste rangorde der waarden zo goed als automatisch mede aanwezig. ..Wie Mij liefheeft, onderhoudt Mijn ge boden" is een omkeerbare uitspraak, omdat alle geboden in de liefde opgaan. Vandaar ook, dat het wezen van welke vorm van spiritualiteit ook, de liefde moet zijn. omdat alleen door de liefde de veelheid mens één kan worden met de éne God. L. ZONDAG 20 Januari. 2de Zondag na Driekoningen; Mis v. d. dag; 2 H.H. Fa- bianus en Sebastianus; Credo; prefatie v. d. H. Drievuldigheid; groen. MAANDAG: H. Agnes, maagd, martelares; eigen Mis; gewone prefatie; rood. DINSDAG: H.H. Vincentius en Anastasius, martelaren; Mis Intret; 2 tot de H. Maagd; 3 voor Kerk of Paus; gewone prefatie; rood. WOENS DAG'; H. Raymundus v. Pennafort, bela der; Mis Os justi; 2 H. Emerentiana; 3 tot de H. Maagd; gewone prefatie; wit. DONDERDAG: H. Timotheus, bisschop, martelaar; Mis Statuit; gewone prefatie, 1-ood. VRIJDAG: S. Paulus bekering; eigen Mis; 2 H. Petrus; Credo; prefatie v. d. Apostelen; wit. ZATERDAG: H. Poly- carpus, bisschop, martelaar; eigen Mis; ge wone prefatie; rood. ZONDAG 27 Jan.: 3de Zondag na Driekoningen; Mis v. d. dag; 2 H. Joannes Chrysostomus; Credo; prefa tie d. H. Drievuldigheid^ groen. J «imciA'' ca «o* I Ky Xv'" s \V:i ;V P' t i »5»V Op bovenstaande plattegrond van de grote Marinehaven, welke thans in het Wad bij Den Helder in aanbouw is. Aet men het nieuwe havenbekken met pieren en dok, rechts van de Zuidelijk afgedamde sleuf van het Nieuwediep. Bovenaan links Willemsoord en de Rijkswerf. Tegenover het Wierhoofd het fort Harssens, opgenomen in het nieuwe havencomplex, met geheel Noordelijk het sinds kort voltooide Westelijk havenhoofd van het toekomstige Marme-bassin. Onderaan in het midden het Noordhollands Kanaal en de Koopvaarderssluis. Twee brug gen over het Nieuwediep zullen de oude Marrinebasis met de nieuwe aanleg verbinden. ste procédé met gebitumineerd zand af gedekt. De bodem bestaat in dit seizoen uit natte vette specie, waarin de met water gevulde funderingssleuven zijn uitgespaard. De bouwgrond is tot 20 meter diepte zonder draagvermogen, zodat betonnen funderingspalen van deze lengte moeten worden ingedreven. Dit geschiedt volgens de nieuwste me thode, waarbij een stalen buis van 1.65 meter doorsnee de bodem ingaat, ter wijl een zandzuiger de grond, die in de buis dringt, verwijdert. In deze holle ruimte plaatst men de betonpaal, die 70 cm. doorsnee heeft, en vult vervolgens de overgebleven speling met zand op. Zo worden zestien palen per week ge plaatst. Op d't fundament komt het grote betonnen doosvormige lichaam der pieren «e rusten. Zij krijgen een breedte, variërend van 1545 meter en een lengte van 100—250 meter. Dè bouw van pieren en kademuren is in volle gang. Het werk in de tweede bouwput bepaalt zich op het ogenblik tot het graven met een cutterzuiger van even eens een afvoersloot met funderings sleuven. Verbinding mei Rijkswerf Het nieuwe havenbekken van de Marine, dat dus in 1957 gereed zal zijn, krijgt een havenmond van 250 meter en een grootste breedte van 580 meter. Je bodemdiepte zal elf meter beneden N.A P. bedragen. Een afzonderlijke havenkom is uitge bouwd voor het bergen van opgelegd materiaal. De schepen vinden lig plaats aan pieren en er komt een dok met ruimte voor het grootste type. Behalve de verbinding met open zee in Noordelijke richting via de haven mond heeft het bassin een tweede uit weg en wel naar het Nieuwediep, recht tegenover de Zeedoksluis, de bestaande toegang tot de Rijkswerf met zjjn inrichtingen. De grond, die vrijkomt bij het op diepte brengen van het havenbassin, wordt gebruikt tot ophoging van een uitgestrekt ter rein, dat de haven omsluit en plaats biedt voor magazijnen en velden voor exercitie en sport. Dit terrein reikt ver Zuidwaarts langs het Noord-Hol lands Kanaal, beneden het afgesloten Nieuwediep om. Dit laatste blijft doorvaart voor de schepen, komende uit het kanaal en verder vissershaven. Daar de getijstroom er niet meer doorheen trekt zal het met baggeren op diepte gehouden moeten worden. De werken ressorteren onder het hoofd van de afdeling Materieel van het Ministerie van Marine, Vice-Ad- miraal F. Stam De dagelijkse leiding berust bij Kapitein ter Zee G. van Houweninge S-D., te 's-Gravenhage. Het ontwerp is van Rijkswaterstaat, directie Sluizen en Stuwen te Utrecht, welke ook de uitvoering verzorgt. Hierbjj is hoofdingenieur ir. A. Eggink te Utrecht met de dagelijkse leiding belast. De reisbeurs voor letterkundigen is dit jaar toegekend aan de dichter Ed. Hooi-nik voor zijn gedichtenbundel „Li chaam en Ziel", die onder het motto „Wie weet of niet het levèn sterven is, en sterven leven?" was ingezonden. De jury heeft bestaan uit Clara Eggink, mr. M. Nijhoff, Gabriël Smit, prof. dr Garmt Stuiveling, H. L. Prenen. De bekroonde bundel is heden bij de uitgeversmij. D. A. Daamen te 's Gravenhage versche nen onder de titel „Het menselijk be staan". Eveneens zijn gisteren reisbeurzen toe gekend aan Hans Edinga te Zeist en aan H. J. van Tienhoven te Den Haag. Aan de auteurs J. G. Elburg te Am sterdam en Lou Vleugelhof te Rotter dam kende de staatssecretaris, eveneens conform het advies van de jury, ieder een reistoelage van f 300 toe. Advertentie Bekend* schriftelijk* cursus ok als men de experimentele poëzie een warm hart toedraagt, blijft het moeilijk iets steekhoudends over haar te zeggen. Daar is allereerst de tegenspraak, die in haar naam besloten ligt: men banne die naam uit. Voorzover deze poëzie zich als experimenteel aan mij openbaart, blijft zij in het experiment steken, d.w.z. schiet zij als poëzie te kort. Voorzover zij iets in mij aart het trillen brengt, heeft zij niets experimenteels meer: is zij eenvou dig poëzie. Dan word ik door de woorden, en de stilte tussen de woorden in, ontroerd, zónder dot mijn gezond verstand het gek of onmogelijk vindt. Is die ontroering dan een blinde gevoelskwestie'' Allerminst. Gedichten zijn geen gevoelens, zei Rilke al. het zijn ervaringen. Vergeten of nooit bewust-geworden ervaringen, die de dichter in zichzelf en mij, de lezer, aan het daglicht brengt. En dan herken ik iets van de ander in mijzelf. zing geworden is", zegt Vinkenoog er zelf van. Is het waar? Ik vind. dat het n u nog geen mooie bloemlezing is, maar ik verwacht, dat over een goed jaar uit het werk van deze allermodernste dichters een nieuwe, soortgelijke keuze is te maken, die in één woord magnifiek zal zijn. Nu is dit werk nog topzwaar van woordenspel, van opzettelijke klank- en begripsassociaties, van experimenteel zelfbewustzijn. Bovendien houden de dichters zich nog te nadrukkelijk bezig met een onderzoek naar de aard van hun eigen dichterschap. Hun „proef ondervindelijke gedicht" (Lucebert zegt dit) is bezig zich los te maken uit „de tijd van de eenzijdige bewegingen"'. Slechts een van deze elf dichters is daar volledig in geslaagd: Koos et gedicht, hoe dan ook. moet in mijn bewustzijn een verhelde ring teweeg brengen. Het moei mij innerlijk iets laten zien en laten horen. De poëtische sensatie, hoe moei lijk onbeschrijfbaar ook. is toch een heel concreet proces, waarbij mijn hele ziel betrokken is. Er vormt zich in mi een beeld, „een heel smal haast doorzichtig beeld van morgenrozen- hout". Aldus brengt Paul Rodenko de poëtische sensatie van de herkenning onder woorden in de aanvang van zijn gedicht; „Het Beeld"; Uit het hout van de morgen uit morgenrozevhout sneed ik een beeld heel licht en smaller dan een lijsterstem een beeld van morgenrozenhout. Het teas zo schuw en ongeschoold dat ik het zelf niet kende met elke windvlaag was het weg maar 'n kind een bloesemtak een onbekende bracht het mij zeer voorzichtig weer terug. Er waren er die het herkenden en luide namen gaven. En. zegt de dichter, ..ieder wist nauw keurig wat het was. die het eigenhan dig had gesneden.. De dichter blijft zijn eigen onbekende. Hij is een van de elf. met wier werk men kennis kan maken in ..At onaal een bloemlezing uit de gedichten van Hans Andreus, Remco Camoert. Hugo Claus, Jan G. Elburg. Jan Hanlo. Ger- rit Kouwenaar Hans Lodeizen, Luce bert, Paul Rodenko. Koos Schuur en Simon Vinkenoog. Laatstgenoemde is er de samensteller en inleider van. Met tekeningen van Karei Appel en Cor- neille versierd, zag „Atonaal" onlangs het licht als een soort manifestatie van wat er gaande is in de meest vooruit geschoven loopgraven van de Neder landse poëzie 1). „Ik vind, dat het een mooie bloemle- Advertentte Mijnhardt's Grieppoeders. Doos 47 et Schuur, wiens lange gedicht, „Om wat ik van de liefde weet", waard is in iedere bloemlezing, rfiodern of klassiek, opgenomen te worden. Is dichterlijke manifestatie met internationale allures komt „Ato naal" jaren te laat om nog indruk te maken op wie vertrouwd is met het werk van Ezra Pound, Aragon. Paul Eluard. Dylan Thomas en andere bui tenlanders. In Nederland zelf komt de manifestatie nog iets te vroeg om de gemoederen mee te slepen: daarvoor is het hier geboden werk over het alge meen nog te jeugdig, d.w.z. te onrijp aan gemoedservaring; deze poëzie ver rast, verrukt en verbijstert meer dan dat zij stil ontroert. Maar zij heeft de mogelijkheid van grote ontroerings kracht in zich. Typisch in dit verband is, dat het juist de allerjongsten zijn, die in „Atonaal" de toon aangeven en het zwakste geluid laten horen. Hoe jonger men is, hoe gemakkelijker men zich verzen laat ontvallen. Men stelt een bundel samen en vindt een uitge ver. Maar als men de drukproeven in huis heeft, wil men de helft van Je verzen door nieuwe vervangen, omdat men de oude niet goed meer vindt. En als de bundel het licht ziet. is men ook aan de andere helft ontgroeid. Hans Andreus. Remco Campert. Si mon Vinkenoog zij zijn die aller jongsten die ik bedoel hebben een jaar te vroeg hun debuut gemaakt. Naast de twee belangrijke tentoon stellingen, welke op het ogenblik en nog tot 28 Januari a.s. lopen in Amsterdams Stedelijk Museum en welke gewijd zijn resp. aan het oeuvre van de thans 70-jarige Jan Sluyters en het levenswerk van Max Beckmann, wordt elders, n.l. te Den Haag in het Gemeentemuseum, nog een andere zeer de aandacht trekkende expositie gehouden. Deze is gewijd aan het werk van de enige jaren geleden gestorven Noorse schilder Edvard Munch. Van de ze tentoonstelling melding te maken heeft nog alle zin. want eerst op 2 Maart zal zij worden gesloten. Munch behoort tot de weinigen die in de schilderkunst hun land op Euro pees peil vertegenwoordigd hebben. Na dat hij op jonge leeftijd te Parijs im pressionisten had leren kennen is hij door zijn symbolische schilderkunst na derhand geworden tot een der eerste vertegenwoordigers van het expressio nisme. Om begrip voor zijn werk te vinden heeft hij een harde strijd moe ten voeren. De persoonlijke instelling en de levensomstandigheden van Munch hebben aan zijn oeuvre (ook aan het menigvuldige graphische werk) een stempel meegegeven van somberheid en droeve uitzichtloosheid. Bij zijn dood heeft hij zijn gehele collectie vermaakt aan de stad Oslo, uit welke verzameling voor de Haagse expositie een verant woorde keuze is gedaan. DE RUSSEN KOMEN VERTALING: FRANS VAN OLDENBURG ERMKE Munch's imposant portret van Walther Rathenau, de Joodse politicus, die on der de republiek van Weimar door het terugkerende nationalisme werd ver moord. Over hun banuciijes, vorig jaar in de Windroos verschenen 2). werd hier reeds geschreven. Spoedig kan men nieuw, beter werk van hen verwach ten. „Triangel in de jungle Nog niet werd hier de aandacht ge vestigd op de gedichtenbundel „Trian gel in de jungle", waarmee Lucebert debuteerde; niet in de Windroos, maar bij de uitgever van „Atonaal" en op hetzelfde tijdstip, dat „Atonaal" het licht zag. Al is ook dit wellicht een iets te vroeg debuut, in die zin dat de dichter er spoedig bovenuit zal groeien, toch hoeft men zich aan „Triangel in de jungle" niet miskocht te voelen. Voorlopig heeft men hier het meest overtuigende staaltje, van wat er in deze extremistische dichtkunst te be reiken is. In aanleg is Lucebert een groot dichter: zijn beelden zijn zeer aansprekelijk, sterk muzikaal en sterk visueel. Zijn associaties zijn geen flau we woordspelingen, maar brengen een nieuw, innerlijk rijm tot stand (of: in beweging); een =oort filmrijm; vtienden drinken de dieren en een volk zomert boven op zijn heuvel onder zware nevels blaast de aarde dit is vruchtbaar spelen met de lucht geuren en houden van de bloemen opstaan en dolen' dit is vruchtbaar slapen in warm water een vlinder vinden en ovale vlinders wit en donker jagen. Ik weet: dit citaat kan onmogelijk een goede indruk geven van de bun del. Gerukt'uit het organische geheel dezer poëzie, verliest het zijn intentie. Het beste is. dat de lezer er de bundel eens bijhaalt. Men wordt er (weg)wij- zer van dan van het al te program matische „Atonaal". In „Triangel in de jungle" heeft men een complete dich ter. In „Atonaal" krijgt men alleen diè stukjes van de moderne dichters te zien, die Simon Vinkenoog mooi vindt. En zijn smaak is erg beperkt. Het beeld, dat hij ons van de moderne poë zie ODhangt. maakt een nogal scheef getrokken indruk. Voor dichters als Gerard Diels en L. Vroman was er geen plaats in. En dichters als Koos Schuur en Jan G. Elburg komen er al lerminst volledig in tot hun recht. Dit komt, omdat Vinkenoog meent, dat de moderne poëzie pas begon in het jaar, dat hij begon te schrijven. Dat was in 1948. De moderne gedichten, die voor die tijd in ons land het licht zagen, zijn als prae-historisch te beschouwen'. NICO VERHOEVEN A. A. M. Stols. Den Haag, 1) Uitg. 1951' u 2) „De Windroos een serie heden daagse poëzie onder redactie van Ad den Besten. Uitgeversmij. Holland. Amsterdam. DOEL: In een achtdaag se algemene ge bedsactie van Ka tholieken zowel als van niet-Ka- tholieken. God te smeken om Een heid van de Kerk. AANBEVOLEN' INTENTIES 20 Jan. Terugkeer der Angli- kanen. 21 Jan. Terugkeer van de Lutheranen en andere Protestanten van Europa. Op de Missieprocure der Kruisheren te Hees-Xijmegen is bericht ontvangen, dat tot Apostolisch Vicaris van Ban dung als opvolger van Mgr. J. Goumans is benoemd Z.H. Exc. Mgr. P. Arntz. Mgr. Arntz werd 31 Juli 1910 te Beers (N. Br.) geboren. Hij markte zijn lagere studies bij de Kruisheren te Uden, trad in de Orde van het H. Kruis te St- Agatha en werd aldaar geprofest op 28 Aug. 1929. De H. Priesterwijding ontving hij 1 Aug. 1934. Achtereenvol gens was hij werkzaam in Achel (Bel gië), werd in 1938 magister sjiritualis van de studenten van het College der Kruisheren te Uden, in 1941 magister der fraters filosofen aan het Studiehuis te Zoeterwoude, terwijl hij in 1946 werd aangesteld tot rector van het college te Uden. In 1949 volgde tevens zijn ver kiezing tot Definitor van de Orde op het Generaal Kapittel- 7 September 1950 vertrok hij naar de missie der Kruisheren op Java. waar hij sindsdien werkzaam was als superior regularis. „Zou je denken, dat de mensen er nu nog niet genoeg van hebben?" vroeg Fi- fi. „Ik weet het niet," zei ik, „maar ver anderd zijn ze niet. Alleen slechter ge worden in de oude betekenis van het woord slecht. Het is, alsof we allemaal achteruit zijn gegaan. Maar dat is zo na iedere oorlog." „Er zijn teveel overwinnaars naar mijn zin," merkte Fifi op. „Teveel over winnaars maken een nieuwe oorlog," meende ik. „Dat is mogelijk," zei Fifi, „maar wat we doorleefd hebben, zijn on ze ervaringen, en het eind van die zes jaren is een groot besluit van een gro te tijd." „Eigenlijk", zei ik, „moest ik mijn boek op vandaag laten eindigen." „Goeie genade!" zei Fifi met een bij gelovig gefluister. „Je kunt nooit we ten, wat er nog gebeurt. Men moet de dag niet voor de avond prijzen." „Maar we hebben ons goed gehouden, is het niet, Fifi? Zeg. dat we ons kranig hielden. Ik heb zo'n waarderend klopje op mijn schouder nodig." „Ja, ik geloof, dat we ons niet hoeven te schamen. Maar het was enkel een vooroefening voor de toekomst," voegde ze er aan toe. bang in haar bijgeloof om de machten uit te dagen, die de toekomst maken. „Goeie nacht, Fifi, mijn lieve kabou ter. Tijd voor ons om te gaan slapen. En bedankt voor alles, wat je in die zes jaar deed. het hebben, dat voel» ik." „Waarom zouden we niet een sigaret van Jumbo's kwaaie-dag-voorraad ne men?" Dus stalen we ieder een sigaret en rookten samen in het donker, diep inha lerend. De kleine gloëi-lichtjes besche nen eerst mijn twee vingers, toen de twee vingers van Fifi, dan een deel van haar gezicht. „Nu is het werkelijk welterusten", zei ik, „en gefeliciteerd, dat voor ons de oorlog voorbij is. Misschien dat je man nu gauw uit Rusland thuiskomt". „Neen", zei Fifi, „ik weet, dat ze hem daar gedood hebben. Hij zal niet komen. Goeie nacht Lida, jij ook gefeliciteerd. Fifi en ik gingen er vroeg op uit om te gaan schieten. De Zwijger en de rest van de familie hadden gezworen, dat ze nooit meer tegen ons zouden spreken, als we hazen in Maart schoten, maar als je het logisch bekeek, maakte het geen verschil, of de Russen ze allemaal alleen schoten of met een beetje hulp van ons. Ik was van plan om enkel op zittende hazen te schieten, want ik wist, dat ik een lopende haas nooit met een enkele kogel zou kunnen raken. Doch het feit. dat er in Maart geen jonge hazen zijn die zitten, maar wel babv-haasjes, die vol angst helemaal in elkaar gerold blijven liggen, tot je heel dichtbij bent. bracht mijn plannen wel enigszins in de war. Doordrenkt als het ware van die volkomen onsportieve geest, liep ik nochtans opgewekt in het heerlijke „Goeie nacht. En ik dank ook jou. vriesweer, gevolgd door een paar van 1 -i -1c 1_ Tb- 1 ion En ik geloof, dat ik over niets spijt hoef te hebben." „Dat is gek. Ik heb hetzelfde idee. Ik zou geen van die herinneringen aan honger of aan angst willen missen; geen enkele. Het is allemaal een deel van mij geworden, mijn vlees en bloed als het ware. Zelfs het feit, dat er geen sigaret ten zijn. heeft zijn goede kant. Ik weet niet welke, maar een goede kant moet mijn kleine zigeunerdrijvers. Ik liep onder een hoge, bleek-blauwe hemel. We gingen door de tuin, waar nauwelijks iets van was overgebleven: een paar bomen in de hard getrapte aarde, waar prac- tisch geen gras meer op groeide, ge broken en vertrapte ligusterhagen en wat geraamtes van auto's, zonder uit zondering Amerikaanse, waar een stel haveloze kinderen een tijdelijk onder dak in gevonden had. Toen hij ons zaj, leunde een kleine jongen uit het raampje van zijn auto-huisje en wierp ons een steen na. We volgden een half vervallen omheining, sprongen over diepe wagen sporen en andere oneffenheden in de grond, waar de dode paarden van het veterinair hospitaal in allerijl begraven waren, kwamen langs de ruïnes van een boerenhuisje, waar de wind huilde rond de lemen wanden, liepen over een aard appelveld, lelijk vernield door de sporen van tanks, en bereikten zo het huis, waar Constantin Piotrovitch, zijn kapitein en hun Oekrainse kok waren ingekwartierd. Op de drempel stond de jonge vrouw van de boer met haar hand tegen haar gezwollen wang. „Er is niemand thuis", riep ze, toen ze ons zag aankomen. „Ze hebben onver wacht bevel gekregen om te vertrekken. Een van hen schreef een brief en liet die in de kamer achter. Ik haal hem voor U". Constantin Piotrovitch had een af scheidsbrief geschreven. Hij had hem in blokletters geschreven, omdat hij wist. dat ik geen Russische schrijfletters lezen kon. Fifi en ik speldei} de brief woord voor woord uit. Met moeite lazen we dat Constantin Piotrovitch dankbaar was voor onze vriendschap en dat hij van ons was gaan houden. Ook vond hij het verschrikkelijk erg, dat onze ken nismaking zo plotseling tot een eind kwam en dat hij zelfs niet de gelegen heid gehad had om afscheid te nemen. „Een aardige man, die Constantin Piotrovitch", herhaalden Fifi en ik keer op keer tegen elkaar, „een aardige, vriendelijke man". En we misten hem. Zo kwam het, dat we nooit op jacht gingen en dat we dientengevolge ook gespaard bleven voor het lot, door de Hongaren als maatschappelijk minder waardig uitgesloten te worden. De moderne opbouw van de strijd krachten mag geen schotjes kennen. Vlag- en opperofficieren behoren een goed inzicht te hebben in de werkzaam heid van de delen der strijdmacht, waar zij zelf niet toe behoren: leiders, die alleen denken aan hun eigen wapen- deel, openen de weg tot een concurren tie. welke geen zin heeft, aldus ver klaarde gisteren te Den Haag generaal mr. H. J. Kruis in de voordracht, welke hii voor de Vereniging ter Beoefening van de Krijgswetenschap hield over aspecten van de moderne zee-, land- en luchtoorlog in een wereldconflict. Mr. Kruis onderwierp in zijn betoog de bewering, dat generaals conservatieve mensen zijn. aan een critisch onderzoek. Men zegt. dat zij een volgende oorlog voorbereiden met de middelen van de vorige. Dit is misschien ten dele waar, doch dan als gevolg van de omstandig heid dat zij, evenals trouwens de admi raals, hun vloten, legers en luchtmach ten vrijwel steeds na een oorlog tot het ontoelaatbare zien afbreken. Spreker schetste de betekenis van de luchtmacht, welke zeer is toegenomen dank zij de Jet-motoren en de verbete ring der electronica. In een onverhoopt komende oorlog zal de strijd om het overwicht tussen de luchtmacht van partijen zeker de inzet vormen. Inmiddels moet men wel een kant tekening maken bij de in Amerika door De Seversky gelanceerde theorie, dat de strategische luchtmacht de be slissende factor is en de Verenigde Staten zich vrijwel volledig op de op bouw daarvan moeten concentreren. De strategische luchtmacht mag in staat zijn om in geval van oorlog de Sovjet-Unie uiteindelijk te verslaan, maar West-Europa heeft bovendien behoefte aan een apparaat namelijk de parate land- en tactische lucht strijdkrachten dat intussen agressie- troepen tegenhoudt en terugslaat. Voor het verslaan van de tegenstander zi.in land- en tactische luchtstrijdkrach ten echter niet toereikend; ze zouden in de enorme ruimte van de Sovjet- Unie verdwijnen. De beslissing zou ge bracht moeten worden door de strategi sche luchtmacht, die de vitale organen van de vijand kan treffen. Met ingang van 21 Januari zal het te lefoonverkeer tussen Nederland en Au stralië worden uitgebreid tot de Marsh all-eilanden, Brits-Nieuw-Guinea en Pa poea. De dienst is geopend op werkda gen van negen tot elf uur, Ned. tijd Bereikbaar zijn; op de Marshall-eilan den, Nauru: op Brits-Nw.-Guinea. Ra- baul en op Papoea, Port Moresby.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 3