^ater Werenfried y. Straaten
op inspectie in Oostenrijk
'eiging of
li
edricdeyVmmaM: HET MOERASMONSTER
Twee jonge Nederlandse geologen
naar de Cordillera Blanca
Kazernekolder
C
stdriftige weerklank bij clerus en katholieken
f
gebaar?
Voor alpinistisch en geologisch
wetenschappelijk ondersoek
Antwoord van minister niet
bevredigend geacht
K
Mensen op reis
Televisie
geweldig plan
Dr. Drees bezoekt
fabrieken
%,-C
IWNv-I J
In 1952 f 120 millioen
voor woningbouw
Rond Amsterdam bestaat
reeds een metksanering
Belg. onderscheidingen
EXPEDITIE NAAR ANDES GEBERGTE IN 1952
De rehabilitatie v. d P.
Tóch correspondentie
aan zijn huisadres
De wapenzendingen
naar N.-Guirtea
ZATERDAG 19 JANUARI 1952
PAGINA 5
m°e,
VKe»lUrd is- dat 's toch zeker
f
1
w
Van levensverz.mij'en en
pensioenfondsen
Voor Nederl. militairen
IJskast
Springmiddelen bestemd
voor petroleumbedrijf
Deelnemers Schaftherden-
king voor gerecht
vorder denkt
koopt
motvrfj
we®'
1%-otrtg
ie
r kind
beef
Stege"
f klei'
i»n ftJ'
i' tvaf
urf"
,n in'
s oP'
zin-
der1"
ee®
i ee«
(ft);
ng,.f
®>og'n*
I» pas'
Ie f"'
Sn<
be"'
$s
aag. m
«Ir d*
(Van onze correspondent in Wenen)
(J °senblik is de zorg voor de vluchtelingen in Oostenrijk aan een
y gderlander toevertrouwd en deze voortvarende man heeft in samen-
^ik u'cin0 tnet de Belg Dr. H. Jager dadelijk contact gezocht met de Nor-
Se, Werenfried van Straaten. de „spekpater", die tezamen met Prof. G. L.
(>eft T' enkele dagen in Oostenrijkf vertoeft en daar een record-aantal bezoeken
khj^'Selegd. Met alle betreffende instanties op kerkelijk, politiek, maatschap-
K)'oiS°ciaaï en charitatief gebied werden besprekingen gevoerd en het staat
Hu .fust dat pater Van Straaten, deze strateeg van de christelijke liefde,
kl t^enverzoening en georganiseerde liefdadigheid, weer naar Oostenrijk
weaver
er«8 keren
om zijn plannen concreet uit te voeren
iitt
N| yiuchtelingen-probleern in Oos-
jf"ö, v'Sb anders dan in West-Duits-
^.^ral omdat er hier geen dias-
'eden zijn en de vluchtelingen
v90r l"et grootste gedeelte ka-
'■t( uj.zijn hier dadelijk het geeste-
S vlrriaat hebben gevonden, waarin
''■ito opgevoed. Daarom zullen er
"haat hebben gevonden, waarin
ufo uPgcvueu. udai uiii muilen ex
■%tt en kapelwagens nodig zijn. Daar
Vbog duizenden vluchtelingen in
mensonwaardige kampen
Par esta* ver verwijderd van kerk
?V;°cMe, moet er in een speciale
'sch"Vor n voorz'en en zal er ooi"
Pijnlijk wel gedacht moeten wor-
'Shi «f! oon rtamntnricoör^A nlflvnc
ccix „gciuutunacciuc uciu.i,
^ijk Vena^s elders heerst ook in Oos-
Jltj. .een nijpend priestergebrek. Ge-
dj 's pater Van Straaten niet alleen
Jij an die met volle zakken en ge-
li^Saa?01" vrachtwagens en pakketten
M hij is tevens een strateeg, die
dit ein wetenschappelijk verkent
;fs v'tl samenwerking van Prof. Zee-
si °h het Katholiek sociaal-kerke-
,"hj] a"tituut op kaart brengt. Zijn
Jt jez°u het zijn om in samenwerking
t ^„.schoppen en de oversten van.
?an UZe ordes als 'b ware een ba
ijtó? 9e beschikbare priesters en het
J) etl roin in West-Europa op te ma-
L^brp deze krachten zo over dat
>$t de gebied te verdelen, dat dc
w ook"1916" en behoeftige streken
de troost van kerk en sacra
al se kunnen deelachtig worden. Dit
vbliile geweldig plan, even onwaar-
r bet L-en dwaas als de dwaasheid
A Kruis, even avontuurlijk als
t Pabsr Van Straaten heeft
Agjj.kt en toch een visioen dat ver-
is Ikt zal kunnen worden, omdat
ÖcL pgebouwd op de zuivere apos-
liefde.
d'S 'de zal vooral in Oostenrijk
JSk Jh. omdat hier op een betrek-
klein territorium zeer veel
"ngen dicht op elkaar leven,
V fn Ul' de meest verschillende lan-
J streken van de Balkan en met
(•''"on uiteenlopende karakters,
r pijnlijke wrijvingen en bot-
S?" s°nbsbaan. Ook het politieke ver-
Selt hierbij een rol, want de
i.Hen z'-'n de antipoden van de
K;. n. ook al leiden velen van hen
->"08tenrijk hetzelfde vluchtelin-
h? rtn' De Sudeten-Duitsers die
Qe Tsjechen werden verdreven,
Vlu gr°te moeite hebben om
J'e Tsjechen als hun broeders te
Wen en hetzelfde geldt voor de
e,"' bi di.? een afke.
wa* zi-i "b°heems noemen.
een „gemotoriseerde clerus.'
afkeer hebben
KhX Wal ZI-' ■•boheems" noemen
'1 elke dag weer meu-
%\d."belingen over de Tsjechische
V'lan rse firens: v°or Oostenrijk en
V bo tezamen zijn dit nu een dui-
AÏÏT dag. Op de Balkan golden de
plej^Waben (grotendeels ten on-
r, '''lisan'8 de voorposten van Hitler's
J V 'aplannen; nu moeten zij som-
(Vervolg van pag. 1)
w' wat er nu op de laatste
■to F'"bondsraadsvergadering ge-
V Kite personenpolitiek. Dat gaat
Vtg de grenzen van staatkundige
Y®(U.en voorlichting. Wij vragen in
klj'te-' Wordt hier nu niet het gevaar
Mbo 11 de leiding van uw Beweging
heeft gewaarschuwd, binnen-
-e bedoelen het gevaar van
V.V P.abtiek binnen een sociale be-
S't'be .weet toch zo goed als wij uit
W, f "oevele gezonde K.A.B.-afde-
afloop van verkiezingen voor
H ""rijpaad of Provinciale Staten,
t'v g op sterven lagen, omdat bin-
V ''ten afdelin8 de vraag was uit-
.jkljJ °f Jansen dan wel Pietersen
V i^'dorszetei zou gaan bezetten.
MAist rwerd ons tegengevoerd,
.V-k ""digheden wijzigen zich. De
6 00k Personen uit die poli-
r wfcei en z'ed sbeeds meer met ons
r 'etv,?11 en web °P een wijze die
(l(i% aa' niet aanstaat. Personen,
ikïV'»'echbervleugel" in de K.V.P.
\S'' fti vormen, zijntegen de
[I v WT^hen dat er te veel genivel-
AStn oordelen dat wij arbeiders
'i (jj v®el sociale rechten hebben
„r Vr,. °Sen en moeten we ons daar-
J' ij b ^Weren of niet? „Natuurlijk"
i iï v®rwe Seanbwoord, „moogt en moet
g" 5,1 weren indien ge meent dat uw
*Crden aangetast. Maar dan
en, bti 1 Vast te staan dat zulks ge-
aarnaast dient ge de weg te
ySbtl, li'. °b bet strijdros desnoods te
A I1 ij' 'e of dat in zulk een geval
if«lt bt e„ "beest geëigende is." Ja, toen
tVft^Prek helemaal los. Toen
ieveebs te meer dat grieven niet
a 'n kringen var. intellectu-
r dat ook de arbeiders wel
hun1
L K uri niet ongegronde bezwaren
1 "^^ClDol x**" to.-——~-o
isk "si-economisch gebeuren in
tXi Socia81)12'611 va^ het staatkundig
.v'C.'sn5 nu sen ogenblik aannemen,
óai d9'ogende wenselijkheden
v..„ bi arbeiderskringen, dan
V'llNet de Yraag stellen: op welke
lip! rn-1" bie worden bestudeerd en
jhiat e woraen Desiuaeera en
mopt er aar, worden tege-
k\ V vr»en' b komt ons voor dat
'1 P srfgmoet worden gesteld of
Cy 'hop, c'ale linkervleugel in de
?Aj bei; worden gevormd, laat
V bfit6 tgen Katholieke Arbeiders-
V i>e "bs u worden gesticht. Daarbij
VA r wust van het feit dat in-
Wl' am recbtervleugel geformeerd
i V| zoi,i°mabisch een linkervleugel
Vt eAseli n we van al dat gevleugel
worden?
k(. v S'sk-T" nu ai het vertrouw vol
SptC'Wmet de middenstand,
UC biet J?et de intellectuelen, het
'k iet, boeren. Er is alles voor
'li^ar Ker§ebjks binnen de
AH!.va„ b,uiten de K.A.B. ook
"t, 'dpfg dle K.A.B. betreffende
en hun belangen plaats
KlP V? 'h vo®is is dat de katholieke
groter aantal dan zulks
y K Vt- geval 's z'cb aanslui-
i aatsi. zodat ze te juister
'6n hUn geluid metterdaad
horen.
AD l
tijds in dezelfde barak wonen met de
slachtoffers van Hitler's concentratie
kampen. Hongaren, Joegoslaven en
Tsjechen, die door Oostenrijk be
schouwd worden als de doodgravers
van de oude Habsburgse monarchie,
zoeken nu in het jonge en verarmde
Oostenrijk een onderkomen en voelen
zich opeens als „oud-Oostenrijkers."
En zij worden gevolgd door zoveel an
deren. die eerst met de volksdemocra
tie sympathiseerden en nu teleurge
steld over de grens zijn gevlucht. Wie
zich verdiept in deze nationale en po
litieke tegenstellingen, in deze wereld
van ressentiments en soms van bittere
haat en wrok, waarbij velen zoals
de Sudeten-Duitsers de hoop niet
opgeven dat zij eenmaal weer naar
hun haardsteden zullen kunnen terug
keren om daar recht voor recht te doen
gelden, wie zich verdiept in deze chaos
van verbittering en schrijnende nood
ziet geen uitkomst.
En daar verschijnt opeens een man
uit het Westen, die het verlossende
woord spreekt, een gezellig lachende
priester, de prachtige synthese van Hol
lands organisatie-talent en Vlaamse ge
moedelijkheid, een priester, die weldoet
en daarbij een beroep doet op de liefde,
dié vraagt dat allen het verleden be
graven om te trachten een nieuwe we
reld te bouwen, waarin de arme en
ontheemde recht heeft op de hulp van
hen, die minder hebben geleden, die
het hoogste van de mens durft te eisen,
een heldhaftige liefde, omdat hij zelf
ondervonden heeft dat de mensen het
hoogste willen geven. Hij vertelt van
een weduwe uit België, die haar hele
bezit, honderd francs, schenkt om de
Duitse vluchtelingen te helpen, ofschoon
haar zoon door de Duitsers werd dood
geschoten, van de 60.000 brieven,
die Belgische kinderen naar Duitse
kinderen sturen, van de Nederlanders,
die alle haat hebben overwonnen en nu
die kapelwagens hebben geleverd, van
de Franse priesters, die hun collega's in
de Duitse diaspora aflossen om hun een
maand vacantie te gunnen en die hun
Duitse taalkennis hebben opgedaan in
de kampen en tijdens de krijgsgevan
genschap.
Met zulk een toespraak van ander
half uur in de feestzaal van de Neder-
Oostenrijkse Provinciale Staten heeft
deze „paus van Vlaanderen" zoals
een Oost-Pruis hem op grond van
zijn witte toog noemde zijn toe
hoorders geen minuut verveeld, want
zijr, oproep tot liefde en daadwerke
lijke hulp steunde op een balans van
vergevensgezindheid, die indrukwek
kend was. Het hele auditorium luis
terde in ademloze stilte toe: de hoge
clerus, voorop de kardinaal, zijn aarts
bisschop-coadjutor dr. Jachym, de
vicaris-generaal mgr Weinbacher, de
leiders van de „Caritas" en van de
„Klemensgemeinde"; in de buurt van
de Nederlandse gezant zaten verdre
ven priesters uit Tsjechoslowakije,
Hongaarse priester-studenten in hun
blauwe togen, zusters en verpleegsters
en mensen uit de industrie en van de
pers. En allen waren ontwapend door
dat overtuigende woord van deze een
voudige en gemoedelijke priester,
wiens naam in België. Holland, Ier
land eH vooral in Duitsland een pro
gramma is geworden en die ook Oos
tenrijk zal wakker roepen om mee te
werken aan dit brandende vraagstuk,
de religieuze en sociale zorg voor de
vluchtelingen.
Dit vraagstuk is bovendien niet een
zaak voor de dag van vandaag alleen,
maar misschien en naar wij hopen
ook een aangelegenheid voor de toekomst.
Want wanneer het IJzeren Gordijn eens
zou komen te vallen dan moet het hier
in Oostenrijk veel te sterk gehandhaaf
de Darool: „Nooit vergeten" (Niemals
vergessen) radicaal worden opgeruimd
en dient er definitief een streep te wor
den gezet onder iedere „afrekening",
onder iedere vorm van materiële en
morele wraak.
Minister J. R. M. van den Brink
in gesprek met Theodor Heuss, de
president van West-Duitsland,
tijdens zijn bezoek aan Bonn.
Het bezoek, dat minister Van den
Brink momenteel aan West-Duits-
land brengt is een antivoord op de
reis, die ae Duitse minister van
Economische Zaken naar Neder
land maakte.
Van de door de levensverzekering
maatschappijen en pensioenfondsen aan
de Bank voor Ned. Gemeenten voor
woningbouw verstrekte geldleningen
zal tot eind 1952 een bedrag van hon
derdtwintig millioen gulden voor nieuw
bouw beschikbaar zijn.
Van dit bedrag zal f7 min. gebruikt
worden voor de bouw van woningen,
die reeds in 1951 werden toegewezen:
f 57 min. zal worden gebruikt voor wo
ningen voor bijzondere doeleinden, zo
als voor gemeenten, die gerepatrieerden
hebben opgenomen, of voor gemeenten,
waar zich een bijzondere economische
ontwikkeling voordoet e.d. Het overblij
vende deel, f 56 min., zal door min. In 't
Veld 'over de gemeenten worden ver
deeld. waarbij met het belang van de
industrialisatie rekening zal worden ge
houden.
Dr. Drees heeft Vrijdag een bezoek ge
bracht aan Pittsburgh; hij bezichtigde de
fabrieken van „Cruvible Steel Company"
en „H. J. Heinz Food Company". Na de
lunch met de directeur van „Heinz" be
zocht de minister een bijeenkomst over in
dustriële betrekkingen, georganiseerd dpor
de defensiecommissie voor de werkkrachten
van Pittsburgh. Des avonds was dr. Drees
eregast aan een maaltijd.
De New York Herald Tribune schrijft in
een hoofdartikel onder de titel „Een vrien
delijke bezoeker uit Nederland", dat de
Verenigde Staten op het ogenblik een zeer
bijzondere gast hebben in de persoon van de
Nederlandse premier dr. W. Drees. In dit
artikel wordt verder gezegd: „Nederland,
dat gedurende de oorlog zwaar van de
Duitse bezetting te lijden heeft gehad,
speelt een geenszins onbelangrijke rol in de
opbouw van de Westerse verdediging tegen
eventuele nieuwe agressors."
In de gemeenten Tuindorp-Oostzaan,
Landsmeer, Oostzaan en Den Up wordt
4 Februari de melksanering ingevoerd,
waarbij een veertig slijters zijn betrok
ken, allen aangesloten bij de melk-
siijtersvereniging „Ons Aller Belang"
Het ligt in de bedoeling van deze ver
eniging op dit saneringsplan sanctie aan
te vragen bij het bedrijfschap voor zui
vel. Dit saneringsplan moet worden ge
zien als een voorloper van het sane
ringsplan van de grote slijtersorganisa-
ti.es in de hoofdstad, waarover de Am
sterdamse melkhandelaren deze maand
nog een beslissing zullen nemen.
Aan verscheidene Nederlandse mili
tairen zijn Belgische onderscheidingen
toegekend. Generaal-majoor prof. dr. ir.
G. Otten, chef materieel luchtmachtstaf
en generaal-majoor mr, J. D. Scheper,
adjunct-chef van de generale staf, zijn
benoemd tot Commandeur in de Kroon
orde. De kolonels J. D. Backer, H.
Kromhout en H. H. L. Propper zijn be
noemd tot commandeur in de orde van
Leopold II, luitenant-kolonel W. van
Hulst is benoemd tot Officier in de
Kroonorde evenals majoor N. van den
Brandhof.
31. Beladen met de in de hut teruggevonden buit van de afpersers, keert Eric na
een moeizame tocht met dé door ontberingen verzwakte Nifurr naar de woonplaats
der boeren terug. Hij wijst de oude man een schuilhoek aan tussen de struiken en
treedt op de woning van zijn gastheer toe. Nog voor hij de deur bereikt heeft, rent
Wolf uitgelaten naar buiten en het vrolijk geblaf waarmede hij zijn meester begroet,
brengt dan ook de boer zelf in de deuropening, de man kijkt half angstig, half nieuws
gierig naar de vreemde bepakking van de koning. Plotseling komen ook de andere
boeren toelopen en Eric begrijpt, dat zij op zijn komst gewacht hebben.
„Mijn schild!" roept een oude boer opgewondeit, wijzende naar het bronzen voor
werp aan Eric's arm.
De Noorman kijkt de mannen met goedmoedige spot aan.
„Uw schild?" vraagt hij en met een onverwachte beweging laat hij de in lappen
gewikkelde voorwerpen op de grond glijden, zodat schotels en bekers en kunstig
bewerkte kistjes door elkaar rollen.
„Ziedaar uw schatting!" roept Eric spottend uit.
De boeren staan een ogenblik als met stomheid geslagen, doch hun verbijstering
maakt spoedig plaats voor een onbeheerste vreugde, nu zij eensklaps al die ver
trouwde dingen weer voor zich zien. De een herkent zijn zwaard, de ander een
kandelaar en de oude boer strekt, na een aarzelende blik op de Noorman, de hand
reeds uit naar zijn schild. Doch op hetzelfde ogenblik snerpt een verbeien stem:
„Afblijven!"
Geschrokken kijken de boeren om. De jonge boer, die vroeger ook reeds de leiding
heeft genomen, treedt met van kwaadheid fonkelende ogen naderbij.
„Dief!" vaart hij woedend tegen de koning uit, „gij hebt Walran bestolen! Raak
het niet aan!" grauwt hij naar zijn buren, „als uw leven u lief is.Alle* behoort
aan de geest!"
Eric lacht honend.
„Gij zult uw geest niet meer terugzien," zegt hij, „wat het moeras eenmaal ge
grepen heeft
HU maakt een welsprekend gebaar en de boeren staren elkaar wezenloos aan.
„Nifurr stamelt een van de manven en de Noorman grijpt de kans direct aan.
„Gfr bedoelt die oude bedrieger," zegt hij met nadruk, „doch..."
De Noorman verheft zijn stem:
„Nu zal ik u de echte Nifurr tonen!"
Op hetzelfde ogenblik treedt de oude man uit de struiken te voorschijn. De boeren
staan als met stomheid geslagen. Alleen de jonge belhamel springt met een woeden de
kreet vooruit. t
„Bedrog!" gilt hij met overslaande stem. „een handlanger van dte inannger
vooruit mannensla ze dood allebei
(Van een onzer verslaggevers)
Twee jonge Nederlandse geologen, de
vijf en dertig-jarige dr. C. G. Egeler,
conservator van het Geologisch Insti
tuut van de Amsterdamse universiteit,
en de zeven en twintig-jarige drs-
T. de Booy uit Aerdenhout zullen begin
Mei uit het Peruaanse dorpje Ticapam-
pa naar het Zuidelijk deel van de Cor
dillera Blanca vertrekken voor een ex
peditie, die ongeveer een half jaar zal
duren. De Cordillera Blanca is de voor
naamste keten van het Andesgebergtc
op Peruaans gebied.
Naast een zuiver wetenschappelijk
onderzoek omvatten de plannen ook een
alpinistisch gedeelte. Voor dit doel zal
Lionel Terray, een befaamde Franse
berggids uit Chamonix, zich gedurende
de laatste zes weken van de expeditie
bij hen voegen. Terray is alpinistisch
leider van een Franse expeditie, die
zicht thans in Patagonië bevindt. Gedu
rende zes weken zal de expeditie een
tussen de vijf duizend en 'zes duizend
meter gelegen gebied onderzoeken,
waarbij men tevens een of meer tot nu
toe onbestegen toppen hoopt te beklim
men.
Het zuiver wetenschappelijk gedeelte
is tweeledig. Het omvat het geologisch
in kaart brengen van een bepaald ge
bied en het onderzoeken van gesteenten.
Het expeditiegebied is speciaal uitge
kozen, omdat het zowel uit geologisch
als uit alpinistisch oogpunt nog vrijwel
onbekend is. Het wetenschappelijk on
derzoek wordt als hoofddoel van de
expeditie beschouwd. Met de alpinis-
tische verkenning hoopt men, naast die
van'vele andere landen, ook een Neder
landse bijdrage te leveren tot de ex
ploratie der hoogste gebergten ter we
reld. Deze bijdrage zal evenwel beschei
den moeten zijn en bovendien zijn de
hiervoor benodigde financiën nog niet
bijeen gebracht.
De middelen voor het tefi uitvoer
brengen van het wetenschappelijke deel
:ijn reeds aanwezig, o.a. dank zij subsi
dies van de Nederlandse Alpen Ver
eniging, de Nederlandse Vereniging
voor Zuiver Wetenschappelijk Onder
zoek en het Koninklijk Nederlandsch
Aardrijkskundig Genootschap. Bij drie
andere instellingen, o.a. het Prins Bern-
hard Fonds, zijn aanvragen voor subsi
die in behandeling. De kosten van de
expeditie zijn geraamd op twee en twin-
ig duizend gulden.
Het ligt in de bedoeling de gesteen
ten die men tijdens het petrologisch
onderzoek van de expeditie bijeen zal
brengen aan te bieden aan het Geo
logisch Instituut van de Amsterdamse
'Universiteit.
De expeditie zal worden uitgerust
met moderne bergkleding, die groten-
i deels uit nylon bestaat, omdat deze
stof licht en sterk is en een uitsteken
de bescherming tegen de koude
vormt. Het expeditiegebied heeft een
sterk wisselende temperatuur en als
eenmaal een hdogte van 4500 meter is
bereikt, waar het onderzoek pas kan
beginnen, dan zal men 's nachts zeker
rekening moeten houden met een
temperatuur van twintig tot dertig
graden beneden het vriespunt. Het
gereedschap bestaat grotendeels uit
dur-aluminium. De N touwen zijn
evenals.de tent van oranje nylon.
Het succes van de expeditie zal voor
een groot deel van de weersomstandig
heden afhangen Want geologie, waar
vele kaarten aan te pas komen, is'
zoals dr. Egeler het uitdrukte „een
klein beetje een mooi-weer-vak". Van
daar ook dat :ren de droge periode
heeft uitgekozen, de maanden dat het
in Zuid-Afrika winter is. De expediti"
neemt een 16 m.m. filmcamera mee.
waarmee men ook kleurenopnamen zal
trachten te maken. De Nederlanders,
die nu ijverig Spaans studeren, hopen
na hun terugkeer in ons land lezingen
te houden, waarbij de filmopnamen uit
stekend dienst zouden kunnen doen-
(Van onze verslaggever)
De Christelijke Bond van Over
heidspersoneel, die o.a. de belangen
van de heer v. d. P. behartigt zo
wel als v. d. P. zelf, kan geen genoe
gen nemen met het antwoord van
de minister van Oorlog op de vra
gen, gesteld door het Tweede-Ka
merlid Ritmeester, dat een of meer
ambtenaren van 's ministers depar
tement rapporten betreffende de
zaak-Van der P. niet hebben onder
schept. Dit werd Vrijdag medege
deeld op een persconferentie te Lei
den, belegd door de „vertrouwens
man" van v. d. P.. de journalist
Lina.
Minister Staf heeft enkele bestuurs
leden van de Chr. Bond van Overheids
personeel, aldus gaat deze mededeling
verder, zelfs verzocht hun correspon
dentie aan zijn particulier adres te zen-
De kapitein had een ijskast ge
kocht. Hij was er bijzonder trots
op, want het was een viertons-
ïjskast en die heeft men nog niet in
het Nederlandse leger. Misschien
straks, als de Amerikaanse organisa
tie wordt ingevoerd.
Aangezien de kapitein veel waarde
hecht aan de mening van het volk.
riep hij mij tot zich om zijn aanwinst
te bewonderen. Het was een knots
van een kast, zoals hij daar op de
binnenplaats stond, en zeker twee
maal zo groot als de deur waar bij
door moest, „Is hij de moeite waard
of niet?" riep de kapitein zegevierend.
Ik beaamde het. „Zorg dan dat hij
vóór het donker binnen is", zei de
kapitein.
Nu denk ik wel eens, achteraf, dat
het een ondoenlijk karwei was, dat ik
het recht had deze opdracht te wei
geren en me voor de krijgsraad tc
verantwoorden. Toen dacht ik dat
niet. Ik ging tot kort voor zonsonder
gang met de handen in het haar zit
ten, en toen dat niet hielp, liet ik mijn
korporaal halen; deze staat als dom
mekracht te boek en weet vaak de
neteligste situaties door een enkele
handbeweging in nevelen te doen op
gaan. Toen hij arriveerde, schrok hi j
zichtbaar van de toestand, zodat ik
hem een glas melk moest inschenken;
op dat moment ging de zon onder en
wij leunden moedeloos tegen de ijskast,
die daardoor ondersteboven ging en
dwars door de muur in het gebouw
belandde. Het gaf een geweldige klap
en de kapitein kwam toesnellen om
ons een afstraffing te geven. Ik wacht
te hem echter niet af en verdween in
de ijskast; de kapitein sprong mij na
t:n de korporaal deed achter hem de
deur op slot. „Gevangen!" riep hij
verheugd, en vertrok zingend naar de
cantine. totaal vergetend dat hij ook
mij had opgesloten. „Dat kost hem
veertien dagen arrest", gromde de ka
pitein in het donker. „En van mij",
voegds ik er wraaklustig aan toe,
„krijgt hij er nog eens het dubbele
bij". „Jij moet je mond houden", zei
de kapitein, „met jou heb ik ook nog
een appeltje te schillen". Ik week
snel achteruit, en stootte mijn her
sens*) tegen een keihard bevroren
watermeloen. Verbolgen wierp ik
hem als een brok graniet van me af;
een luid gebrul van pijn gaf me te
verstaan, dat de kapitein er nog steeds
niet in was geslaagd, zich aan zijn
gevangenschap te onttrekken. „Nou is
het genoeg", brieste hij. „Draai dat
vervloekte licht aan".
In de plaats van de „Soldates
ke krabbels", welke na de publice-
ring der Memoires wel een
einde moesten nemen, zal de lezer
geregeld deze nieuwe rubriek „Ka
zernekolder" in ons blad kunnen
aantreffen, b'innen welker kader
voortaan de ware en onware ver
halen uit het soldatenleven in zulk
een trant zullen worden verteld,
dat wij het aan de lezer overlaten,
zelf nader te oordelen over het
door de ondertekening nominaal
niet bevestigde verband tussen
„krabbels" en „kelder".
•Is het dit knopje kapitein?" vroeg
ik. tastend in de duisternis. „Dat is
mijn neus", gaf hij ten antwoord,
„maar iets meer naar reents moet het
licht zitten". Ik voelde nog eens en
vond een .schakelaar. Een afschuwelij
ke kou blies plots door de ijskast. „Zes
maanden tuchtinrichting!" kreet de
kapitein, „en draai die knop terug!
Ik kon hem niet meer vinden. De tem
peratuur zakte met de seconde. Buiten
hoorden wij het avondappèl blazen.
Daarna werd het heel stil. En ver
schrikkelijk koud-
Wij telden onze proviand: één ge
barsten ijsmeloen en twaalf knurften
van appels; en nog een keihard oor
van de kapitein, dat afbrak toen hij
tegen een plank stootte. „Misschien is
het nog eetbaar als we het ont
dooien". stelde hij voor. „Ga er maar
een tijdje op zitten." Dan distribueer
de hij de aanwezige ijsblokken. „Het
is niet veel", zei hij. „maar allicht
leef je er weer een tijd op."
Het was erg ongezellig in de kou
en de stilte en de duisternis,
daarom zongen wij geestelijke
liedpien, die ik leerde in mijn kin
derjaren, en daarna gingen we over
op het socialistisch repertoire van de
kapitein. Maar de woorden bevroren
in mijn mond, en tenslotte bleef ik
steken met een onverkwikkelijke pas
sage uit de Internationale tussen mijn
kiezen: in schrik bedacht ik, dat dit
Wel eens een compromitterende in
druk zou kunnen maken bij een
eventuele bevrijding. Daarom peu
terde ik het los en verpulverde het
op de vloer, waardoor deze spiegel
glad werd: de kapitein gleed dan ook
prompt uit en schoot door zijn snel
heid met één voet onder de deur
door naar buiten. Een surveillerende
schildwacht keek het peinzend aan.
Het kwam natuurlijk uit, dat het de
kapitein was; niemand anders im
mers poetst zijn schoenen zo spiegel
glad, en niemand weet zich zó on
dubbelzinnig uit te drukken als ten
slotte uit het inwendige van de kast
geschiedde. Hij liet onmiddellijk door
de korporaal zijn bed opmaken, en
lag nog tot halverwege de hondsda
gen na te rillen. Toen herrees hij,
ging naar het strand en verbrandde
tot achter in de derde graad.
Alleenjammer, dat na al die
moeite de iiskast nog in het verkeer
de vertrek stond, denk ik wel eens,
achteraf.
FRANK ROLAND
Deze omschrijving slechts ge
bruikt als gymbooL - F. R.
den. Daartoe heeft de minister tijdens
een onderhoud met deze heren zijn
huisadres op een briefje geschreven.
Verder heeft, aldus de heer Lina, de
minister persoonlijk tot de voorzitter
en secretaris van genoemde Bond ge
zegd, dat het rapport van de ingestelde
commissie van drie (rapport-Zaaijeri
onjuist is en dat v. d. P. geen enkele
blaam treft. De heer v. d. P. en de Bond
menen, dat door dit antwoord van de
minister de rehabilitatie goeddeels on
gedaan gemaakt wordt. Van deze reha
bilitatie werd verder op de persconfe
rentie medegedeeld, dat van de be
woordingen. waarin deze gesteld zou
worden, een ontwerp aan de minister
is voorgelegd door de heer v. d. P. zo
wel als door de Chr Bond van Over
heidspersoneel. V. d. P. ging accoord
met de verklaring van de Bond. die in
de pers is opgenomen.
Voorts werd critiek geleverd op het
verhoor door de commissie-Zaaijer.
Waarom, zo werd gevraagd, is v. d. P.
alleen gehoord en niet het volledig be
stuur van de Bond van Burgerperso
neel in Militaire Inrichtingen, dat de
rapporten over de dood van vaandrig
Aernout in Bandung mede heeft onder
tekend? En waarom zijn velen, die
graag gehoord zouden worden, niet op
geroepen? Als zeer vreemd werd voorts
aangemerkt het gedrag van de com
mandant van de R. I. M. I. te Utrecht,
die eerst had verklaard, dat v. d. P.
een goede kracht was, en later hem in
een brief mededeelde, dat hij opdracht
had v. d. P. mede te delen, dat hij zijn
laatste kans kreeg en door hard werken
zijn plichtsverzuim goed zou moeten
maken.
(Tot goed begrip diene, dat v. d. P.
in zijn rapporten had medegedeeld, dat
vaandrig Aernout, die op de hoogte
was van de malversaties en corruptie
in Indonesië, speciaal Bandung, in de
tijd, dat het Nederlandse leger daar
verbleef, op gewelddadige wijze om
het leven gekomen is. De uitkering
van Van A.'s pensioen aan diens we
duwe is hier nauw mee betrokken.
Red.).
Minister Peters heeft op vragen van
het Tweede-Kamerlid F. Goedhart in
verband met de wapenzendingen voor
Nieuw-Guinea aan boord van de „Bli-
tar" en de „Talisse" o.m. geantwoord;
dat de wapens bestemd waren voor aan
vulling van de verbruiksvoorraden, voor
oefenmaterieel en aanvulling van de re
serve-voorraad. De verzonden hoeveel
heden gaan niet uit boven hetgeen voor
de normale instandhouding en paraat
heid van het gezagsapparaat benodigd
is. De springmiddelen waren nodig voor
de exploitatie van het petroleumbedrijf;
de geweren en munitie, voor particulie
ren, waren bestemd voor jachtdoelein-
den.
Woensdag 23 Januari zullen voor de
kantonrechter te Haarlem vijf van de
deelnemers aan de Hannie Schaitherden-
king te Bloemendaal. op 25 November
1951, terechtstaan. Zij zijn gedagvaaro
wegens overtreding van art. 461. (betre
den van verboden terrein)
Advertentie
/k dacht, dat wij in één stuk door
gingen naar Amsterdam", zegt een
blozende Limburgse, „het is toch
vanaf Utrecht geen stoptrein meer?"
„We staan zeker voor de paal", ant
woordt een heer, wiens haaraanplant
pas achter in de nek begint.
Iedereen kijkt met de hand boven de
ogen het duisterebuiten in naast ons,
n het Merwedekanaal schuift een rood
licht boven het water.
„Daar gaan we weer" lacht de Lim
burgse na enkele minuten; vlak voor
Breukelen remt de wagenvoerder weer
sterk af en schokt de trein stil.
Onze buurman draait het boven
licht-raampje open, zet zijn hoed op
en rapporteert:
„Durriswattandehand."
Op het grint naast de spoorbaan
knisperen voetstappen onder een
brandende, zaklantaarn.
„Das weer eens een warmloper"
verzucht een forens.
Na vijftien minuten rijden wij weer.
Bij Nieuwersluis haast iedereen zich al
naar deuren en ramen, voor wij stil
staan.
Meer naar voren komt rook onder
een wagenstel vandaan.
„Wat er gebeurt, gebeurt er, maar
ik blijf aan boord" bekent een jonge
Amsterdammer hardop zijn bewonde
ring voor kapitein Carlsen.
Zijn kameraad probeert een klein
paniekstemminkje te forceren. „Ruik
je dat? Ik geloof dat het hier onder
ook al brandt? Weet jouw vrouw,
waar de vezekeringspolis ligt?"
De Limburgse snuffelt met haar
neuseen oudere dame kijkt een beet
je angstig rond. Lachende herenge
zichten proberen gerust te stellen.
Dan gaan we langzaam weer rijden.
„Dat zijn de laatste stuipen. Let op:
nou is 't zo 'gebeurt" profeteert Carl
sen, „maar ik blijf erop."
Hij krijgt gelijk. Bij Abcoude moe
ten wij allemaal overstappen naar het
voorste treinstel. Ergens onder onze
wagen glinstert vuur en kringelt
rook.
In het donker scharrelen wij naar
voren. Daar persen wij ons in een
toch al volle coupé.
„De rest gaat maar in bossies van
i:ijf boven op liggen" horen wij dan
hei stentorgeluid van „Kapitein Carl
sen".
Onder veel gelach, gedrang en ge
juich worden alle compartimenten
volgepropt.
„Hé, jij zou toch in de brandende
gevaarlijke wagon blijven?" roept ie
mand naar „Carlsen", „praatjesmaker".
„Zo, dacht je dat?" vraagt deze
moedig, „luister man! In een trein kan
je niet als een held verdrinken. Maar
ik voel me wel een held. als ik straks
bij Moe een uur te laat thuis kom."
De nieuwe bijbelvertaling werd in
het televisieprogramma van de N.C.R.V.
onder de loupe genomen door de secre
taris van de commissie die deze verta
ling tot stand bracht- Zijn lezing was
ongetwijfeld interessant en werd juist
daar waar de voortdurende aanwezigheid
van de spreker in het beeld enigszins
eentonig dreigde te worden, geïllus
treerd door prenten en opnamen van de
hoog- en zeergeleerde heren, die zich
met de vertaling hebben bezig gehou
den. Jammer dat de opmerking dat de
Statenbijbel de Bijbel van het Neder
landse volk is de aanwezigheid van het
katholieke volksdeel verwaarloosde. Na
het weerpraatje volgde een vraagge
sprek van René Willink, een jongeman
die 20.000 km. per bromfiets heeft afge
legd, waarin hetzelfde bij verstandig
gebruik heus niet zo onaangename pro
cédé werd gevolgd, evenals in het in
terview met mej. Landberg. dat ge
volgd weid door interessante filmopna
men. die deze 70-jarige dame op haar
reis door Nieuw-Guinea maakte Het
journaal bevatte filmpjes over de ver
vaardiging van het carillon voor Ame
rika, een reportage over de winning
van aardgas etc. De televisie kwam na
deze filmvertoning weer op haar best
aan de beurt bij de demonstratie, die
de Chr. Vereniging voor Lichamelijke
Oefening Rotterdam-Zuid gaf van jiu
jitsu en schermen. Het was een leven
dig schouwspel, dat de juiste lengte had
en voortdurend boeide, evenals de even
eens door deze vereniging opgevoerde
pantomimes. Knap werk, geknipt voor
de televisie. De gebruikelijke dagslui
ting vormde het slot van deze televisie
uitzending, waarmee de N.C.R.V weer
eens een lang geen slechte beurt heeft
gemaakt.
Fr. Br.
De bond van zangkoren in Noorö-
HollaDd heeft op zijn vergadering te
Alkmaar besloten het bondsconcourf
1952 in Andijk te houden, omstreeks
half Juni