^ater Werenfried y. Straaten op inspectie in Oostenrijk 'eiging of li edricdeyVmmaM: HET MOERASMONSTER Twee jonge Nederlandse geologen naar de Cordillera Blanca Kazernekolder C stdriftige weerklank bij clerus en katholieken f gebaar? Voor alpinistisch en geologisch wetenschappelijk ondersoek Antwoord van minister niet bevredigend geacht K Mensen op reis Televisie geweldig plan Dr. Drees bezoekt fabrieken %,-C IWNv-I J In 1952 f 120 millioen voor woningbouw Rond Amsterdam bestaat reeds een metksanering Belg. onderscheidingen EXPEDITIE NAAR ANDES GEBERGTE IN 1952 De rehabilitatie v. d P. Tóch correspondentie aan zijn huisadres De wapenzendingen naar N.-Guirtea ZATERDAG 19 JANUARI 1952 PAGINA 5 m°e, VKe»lUrd is- dat 's toch zeker f 1 w Van levensverz.mij'en en pensioenfondsen Voor Nederl. militairen IJskast Springmiddelen bestemd voor petroleumbedrijf Deelnemers Schaftherden- king voor gerecht vorder denkt koopt motvrfj we®' 1%-otrtg ie r kind beef Stege" f klei' i»n ftJ' i' tvaf urf" ,n in' s oP' zin- der1" ee® i ee« (ft); ng,.f ®>og'n* I» pas' Ie f"' Sn< be"' $s aag. m «Ir d* (Van onze correspondent in Wenen) (J °senblik is de zorg voor de vluchtelingen in Oostenrijk aan een y gderlander toevertrouwd en deze voortvarende man heeft in samen- ^ik u'cin0 tnet de Belg Dr. H. Jager dadelijk contact gezocht met de Nor- Se, Werenfried van Straaten. de „spekpater", die tezamen met Prof. G. L. (>eft T' enkele dagen in Oostenrijkf vertoeft en daar een record-aantal bezoeken khj^'Selegd. Met alle betreffende instanties op kerkelijk, politiek, maatschap- K)'oiS°ciaaï en charitatief gebied werden besprekingen gevoerd en het staat Hu .fust dat pater Van Straaten, deze strateeg van de christelijke liefde, kl t^enverzoening en georganiseerde liefdadigheid, weer naar Oostenrijk weaver er«8 keren om zijn plannen concreet uit te voeren iitt N| yiuchtelingen-probleern in Oos- jf"ö, v'Sb anders dan in West-Duits- ^.^ral omdat er hier geen dias- 'eden zijn en de vluchtelingen v90r l"et grootste gedeelte ka- '■t( uj.zijn hier dadelijk het geeste- S vlrriaat hebben gevonden, waarin ''■ito opgevoed. Daarom zullen er "haat hebben gevonden, waarin ufo uPgcvueu. udai uiii muilen ex ■%tt en kapelwagens nodig zijn. Daar Vbog duizenden vluchtelingen in mensonwaardige kampen Par esta* ver verwijderd van kerk ?V;°cMe, moet er in een speciale 'sch"Vor n voorz'en en zal er ooi" Pijnlijk wel gedacht moeten wor- 'Shi «f! oon rtamntnricoör^A nlflvnc ccix „gciuutunacciuc uciu.i, ^ijk Vena^s elders heerst ook in Oos- Jltj. .een nijpend priestergebrek. Ge- dj 's pater Van Straaten niet alleen Jij an die met volle zakken en ge- li^Saa?01" vrachtwagens en pakketten M hij is tevens een strateeg, die dit ein wetenschappelijk verkent ;fs v'tl samenwerking van Prof. Zee- si °h het Katholiek sociaal-kerke- ,"hj] a"tituut op kaart brengt. Zijn Jt jez°u het zijn om in samenwerking t ^„.schoppen en de oversten van. ?an UZe ordes als 'b ware een ba ijtó? 9e beschikbare priesters en het J) etl roin in West-Europa op te ma- L^brp deze krachten zo over dat >$t de gebied te verdelen, dat dc w ook"1916" en behoeftige streken de troost van kerk en sacra al se kunnen deelachtig worden. Dit vbliile geweldig plan, even onwaar- r bet L-en dwaas als de dwaasheid A Kruis, even avontuurlijk als t Pabsr Van Straaten heeft Agjj.kt en toch een visioen dat ver- is Ikt zal kunnen worden, omdat ÖcL pgebouwd op de zuivere apos- liefde. d'S 'de zal vooral in Oostenrijk JSk Jh. omdat hier op een betrek- klein territorium zeer veel "ngen dicht op elkaar leven, V fn Ul' de meest verschillende lan- J streken van de Balkan en met (•''"on uiteenlopende karakters, r pijnlijke wrijvingen en bot- S?" s°nbsbaan. Ook het politieke ver- Selt hierbij een rol, want de i.Hen z'-'n de antipoden van de K;. n. ook al leiden velen van hen ->"08tenrijk hetzelfde vluchtelin- h? rtn' De Sudeten-Duitsers die Qe Tsjechen werden verdreven, Vlu gr°te moeite hebben om J'e Tsjechen als hun broeders te Wen en hetzelfde geldt voor de e,"' bi di.? een afke. wa* zi-i "b°heems noemen. een „gemotoriseerde clerus.' afkeer hebben KhX Wal ZI-' ■•boheems" noemen '1 elke dag weer meu- %\d."belingen over de Tsjechische V'lan rse firens: v°or Oostenrijk en V bo tezamen zijn dit nu een dui- AÏÏT dag. Op de Balkan golden de plej^Waben (grotendeels ten on- r, '''lisan'8 de voorposten van Hitler's J V 'aplannen; nu moeten zij som- (Vervolg van pag. 1) w' wat er nu op de laatste ■to F'"bondsraadsvergadering ge- V Kite personenpolitiek. Dat gaat Vtg de grenzen van staatkundige Y®(U.en voorlichting. Wij vragen in klj'te-' Wordt hier nu niet het gevaar Mbo 11 de leiding van uw Beweging heeft gewaarschuwd, binnen- -e bedoelen het gevaar van V.V P.abtiek binnen een sociale be- S't'be .weet toch zo goed als wij uit W, f "oevele gezonde K.A.B.-afde- afloop van verkiezingen voor H ""rijpaad of Provinciale Staten, t'v g op sterven lagen, omdat bin- V ''ten afdelin8 de vraag was uit- .jkljJ °f Jansen dan wel Pietersen V i^'dorszetei zou gaan bezetten. MAist rwerd ons tegengevoerd, .V-k ""digheden wijzigen zich. De 6 00k Personen uit die poli- r wfcei en z'ed sbeeds meer met ons r 'etv,?11 en web °P een wijze die (l(i% aa' niet aanstaat. Personen, ikïV'»'echbervleugel" in de K.V.P. \S'' fti vormen, zijntegen de [I v WT^hen dat er te veel genivel- AStn oordelen dat wij arbeiders 'i (jj v®el sociale rechten hebben „r Vr,. °Sen en moeten we ons daar- J' ij b ^Weren of niet? „Natuurlijk" i iï v®rwe Seanbwoord, „moogt en moet g" 5,1 weren indien ge meent dat uw *Crden aangetast. Maar dan en, bti 1 Vast te staan dat zulks ge- aarnaast dient ge de weg te ySbtl, li'. °b bet strijdros desnoods te A I1 ij' 'e of dat in zulk een geval if«lt bt e„ "beest geëigende is." Ja, toen tVft^Prek helemaal los. Toen ieveebs te meer dat grieven niet a 'n kringen var. intellectu- r dat ook de arbeiders wel hun1 L K uri niet ongegronde bezwaren 1 "^^ClDol x**" to.-——~-o isk "si-economisch gebeuren in tXi Socia81)12'611 va^ het staatkundig .v'C.'sn5 nu sen ogenblik aannemen, óai d9'ogende wenselijkheden v..„ bi arbeiderskringen, dan V'llNet de Yraag stellen: op welke lip! rn-1" bie worden bestudeerd en jhiat e woraen Desiuaeera en mopt er aar, worden tege- k\ V vr»en' b komt ons voor dat '1 P srfgmoet worden gesteld of Cy 'hop, c'ale linkervleugel in de ?Aj bei; worden gevormd, laat V bfit6 tgen Katholieke Arbeiders- V i>e "bs u worden gesticht. Daarbij VA r wust van het feit dat in- Wl' am recbtervleugel geformeerd i V| zoi,i°mabisch een linkervleugel Vt eAseli n we van al dat gevleugel worden? k(. v S'sk-T" nu ai het vertrouw vol SptC'Wmet de middenstand, UC biet J?et de intellectuelen, het 'k iet, boeren. Er is alles voor 'li^ar Ker§ebjks binnen de AH!.va„ b,uiten de K.A.B. ook "t, 'dpfg dle K.A.B. betreffende en hun belangen plaats KlP V? 'h vo®is is dat de katholieke groter aantal dan zulks y K Vt- geval 's z'cb aanslui- i aatsi. zodat ze te juister '6n hUn geluid metterdaad horen. AD l tijds in dezelfde barak wonen met de slachtoffers van Hitler's concentratie kampen. Hongaren, Joegoslaven en Tsjechen, die door Oostenrijk be schouwd worden als de doodgravers van de oude Habsburgse monarchie, zoeken nu in het jonge en verarmde Oostenrijk een onderkomen en voelen zich opeens als „oud-Oostenrijkers." En zij worden gevolgd door zoveel an deren. die eerst met de volksdemocra tie sympathiseerden en nu teleurge steld over de grens zijn gevlucht. Wie zich verdiept in deze nationale en po litieke tegenstellingen, in deze wereld van ressentiments en soms van bittere haat en wrok, waarbij velen zoals de Sudeten-Duitsers de hoop niet opgeven dat zij eenmaal weer naar hun haardsteden zullen kunnen terug keren om daar recht voor recht te doen gelden, wie zich verdiept in deze chaos van verbittering en schrijnende nood ziet geen uitkomst. En daar verschijnt opeens een man uit het Westen, die het verlossende woord spreekt, een gezellig lachende priester, de prachtige synthese van Hol lands organisatie-talent en Vlaamse ge moedelijkheid, een priester, die weldoet en daarbij een beroep doet op de liefde, dié vraagt dat allen het verleden be graven om te trachten een nieuwe we reld te bouwen, waarin de arme en ontheemde recht heeft op de hulp van hen, die minder hebben geleden, die het hoogste van de mens durft te eisen, een heldhaftige liefde, omdat hij zelf ondervonden heeft dat de mensen het hoogste willen geven. Hij vertelt van een weduwe uit België, die haar hele bezit, honderd francs, schenkt om de Duitse vluchtelingen te helpen, ofschoon haar zoon door de Duitsers werd dood geschoten, van de 60.000 brieven, die Belgische kinderen naar Duitse kinderen sturen, van de Nederlanders, die alle haat hebben overwonnen en nu die kapelwagens hebben geleverd, van de Franse priesters, die hun collega's in de Duitse diaspora aflossen om hun een maand vacantie te gunnen en die hun Duitse taalkennis hebben opgedaan in de kampen en tijdens de krijgsgevan genschap. Met zulk een toespraak van ander half uur in de feestzaal van de Neder- Oostenrijkse Provinciale Staten heeft deze „paus van Vlaanderen" zoals een Oost-Pruis hem op grond van zijn witte toog noemde zijn toe hoorders geen minuut verveeld, want zijr, oproep tot liefde en daadwerke lijke hulp steunde op een balans van vergevensgezindheid, die indrukwek kend was. Het hele auditorium luis terde in ademloze stilte toe: de hoge clerus, voorop de kardinaal, zijn aarts bisschop-coadjutor dr. Jachym, de vicaris-generaal mgr Weinbacher, de leiders van de „Caritas" en van de „Klemensgemeinde"; in de buurt van de Nederlandse gezant zaten verdre ven priesters uit Tsjechoslowakije, Hongaarse priester-studenten in hun blauwe togen, zusters en verpleegsters en mensen uit de industrie en van de pers. En allen waren ontwapend door dat overtuigende woord van deze een voudige en gemoedelijke priester, wiens naam in België. Holland, Ier land eH vooral in Duitsland een pro gramma is geworden en die ook Oos tenrijk zal wakker roepen om mee te werken aan dit brandende vraagstuk, de religieuze en sociale zorg voor de vluchtelingen. Dit vraagstuk is bovendien niet een zaak voor de dag van vandaag alleen, maar misschien en naar wij hopen ook een aangelegenheid voor de toekomst. Want wanneer het IJzeren Gordijn eens zou komen te vallen dan moet het hier in Oostenrijk veel te sterk gehandhaaf de Darool: „Nooit vergeten" (Niemals vergessen) radicaal worden opgeruimd en dient er definitief een streep te wor den gezet onder iedere „afrekening", onder iedere vorm van materiële en morele wraak. Minister J. R. M. van den Brink in gesprek met Theodor Heuss, de president van West-Duitsland, tijdens zijn bezoek aan Bonn. Het bezoek, dat minister Van den Brink momenteel aan West-Duits- land brengt is een antivoord op de reis, die ae Duitse minister van Economische Zaken naar Neder land maakte. Van de door de levensverzekering maatschappijen en pensioenfondsen aan de Bank voor Ned. Gemeenten voor woningbouw verstrekte geldleningen zal tot eind 1952 een bedrag van hon derdtwintig millioen gulden voor nieuw bouw beschikbaar zijn. Van dit bedrag zal f7 min. gebruikt worden voor de bouw van woningen, die reeds in 1951 werden toegewezen: f 57 min. zal worden gebruikt voor wo ningen voor bijzondere doeleinden, zo als voor gemeenten, die gerepatrieerden hebben opgenomen, of voor gemeenten, waar zich een bijzondere economische ontwikkeling voordoet e.d. Het overblij vende deel, f 56 min., zal door min. In 't Veld 'over de gemeenten worden ver deeld. waarbij met het belang van de industrialisatie rekening zal worden ge houden. Dr. Drees heeft Vrijdag een bezoek ge bracht aan Pittsburgh; hij bezichtigde de fabrieken van „Cruvible Steel Company" en „H. J. Heinz Food Company". Na de lunch met de directeur van „Heinz" be zocht de minister een bijeenkomst over in dustriële betrekkingen, georganiseerd dpor de defensiecommissie voor de werkkrachten van Pittsburgh. Des avonds was dr. Drees eregast aan een maaltijd. De New York Herald Tribune schrijft in een hoofdartikel onder de titel „Een vrien delijke bezoeker uit Nederland", dat de Verenigde Staten op het ogenblik een zeer bijzondere gast hebben in de persoon van de Nederlandse premier dr. W. Drees. In dit artikel wordt verder gezegd: „Nederland, dat gedurende de oorlog zwaar van de Duitse bezetting te lijden heeft gehad, speelt een geenszins onbelangrijke rol in de opbouw van de Westerse verdediging tegen eventuele nieuwe agressors." In de gemeenten Tuindorp-Oostzaan, Landsmeer, Oostzaan en Den Up wordt 4 Februari de melksanering ingevoerd, waarbij een veertig slijters zijn betrok ken, allen aangesloten bij de melk- siijtersvereniging „Ons Aller Belang" Het ligt in de bedoeling van deze ver eniging op dit saneringsplan sanctie aan te vragen bij het bedrijfschap voor zui vel. Dit saneringsplan moet worden ge zien als een voorloper van het sane ringsplan van de grote slijtersorganisa- ti.es in de hoofdstad, waarover de Am sterdamse melkhandelaren deze maand nog een beslissing zullen nemen. Aan verscheidene Nederlandse mili tairen zijn Belgische onderscheidingen toegekend. Generaal-majoor prof. dr. ir. G. Otten, chef materieel luchtmachtstaf en generaal-majoor mr, J. D. Scheper, adjunct-chef van de generale staf, zijn benoemd tot Commandeur in de Kroon orde. De kolonels J. D. Backer, H. Kromhout en H. H. L. Propper zijn be noemd tot commandeur in de orde van Leopold II, luitenant-kolonel W. van Hulst is benoemd tot Officier in de Kroonorde evenals majoor N. van den Brandhof. 31. Beladen met de in de hut teruggevonden buit van de afpersers, keert Eric na een moeizame tocht met dé door ontberingen verzwakte Nifurr naar de woonplaats der boeren terug. Hij wijst de oude man een schuilhoek aan tussen de struiken en treedt op de woning van zijn gastheer toe. Nog voor hij de deur bereikt heeft, rent Wolf uitgelaten naar buiten en het vrolijk geblaf waarmede hij zijn meester begroet, brengt dan ook de boer zelf in de deuropening, de man kijkt half angstig, half nieuws gierig naar de vreemde bepakking van de koning. Plotseling komen ook de andere boeren toelopen en Eric begrijpt, dat zij op zijn komst gewacht hebben. „Mijn schild!" roept een oude boer opgewondeit, wijzende naar het bronzen voor werp aan Eric's arm. De Noorman kijkt de mannen met goedmoedige spot aan. „Uw schild?" vraagt hij en met een onverwachte beweging laat hij de in lappen gewikkelde voorwerpen op de grond glijden, zodat schotels en bekers en kunstig bewerkte kistjes door elkaar rollen. „Ziedaar uw schatting!" roept Eric spottend uit. De boeren staan een ogenblik als met stomheid geslagen, doch hun verbijstering maakt spoedig plaats voor een onbeheerste vreugde, nu zij eensklaps al die ver trouwde dingen weer voor zich zien. De een herkent zijn zwaard, de ander een kandelaar en de oude boer strekt, na een aarzelende blik op de Noorman, de hand reeds uit naar zijn schild. Doch op hetzelfde ogenblik snerpt een verbeien stem: „Afblijven!" Geschrokken kijken de boeren om. De jonge boer, die vroeger ook reeds de leiding heeft genomen, treedt met van kwaadheid fonkelende ogen naderbij. „Dief!" vaart hij woedend tegen de koning uit, „gij hebt Walran bestolen! Raak het niet aan!" grauwt hij naar zijn buren, „als uw leven u lief is.Alle* behoort aan de geest!" Eric lacht honend. „Gij zult uw geest niet meer terugzien," zegt hij, „wat het moeras eenmaal ge grepen heeft HU maakt een welsprekend gebaar en de boeren staren elkaar wezenloos aan. „Nifurr stamelt een van de manven en de Noorman grijpt de kans direct aan. „Gfr bedoelt die oude bedrieger," zegt hij met nadruk, „doch..." De Noorman verheft zijn stem: „Nu zal ik u de echte Nifurr tonen!" Op hetzelfde ogenblik treedt de oude man uit de struiken te voorschijn. De boeren staan als met stomheid geslagen. Alleen de jonge belhamel springt met een woeden de kreet vooruit. t „Bedrog!" gilt hij met overslaande stem. „een handlanger van dte inannger vooruit mannensla ze dood allebei (Van een onzer verslaggevers) Twee jonge Nederlandse geologen, de vijf en dertig-jarige dr. C. G. Egeler, conservator van het Geologisch Insti tuut van de Amsterdamse universiteit, en de zeven en twintig-jarige drs- T. de Booy uit Aerdenhout zullen begin Mei uit het Peruaanse dorpje Ticapam- pa naar het Zuidelijk deel van de Cor dillera Blanca vertrekken voor een ex peditie, die ongeveer een half jaar zal duren. De Cordillera Blanca is de voor naamste keten van het Andesgebergtc op Peruaans gebied. Naast een zuiver wetenschappelijk onderzoek omvatten de plannen ook een alpinistisch gedeelte. Voor dit doel zal Lionel Terray, een befaamde Franse berggids uit Chamonix, zich gedurende de laatste zes weken van de expeditie bij hen voegen. Terray is alpinistisch leider van een Franse expeditie, die zicht thans in Patagonië bevindt. Gedu rende zes weken zal de expeditie een tussen de vijf duizend en 'zes duizend meter gelegen gebied onderzoeken, waarbij men tevens een of meer tot nu toe onbestegen toppen hoopt te beklim men. Het zuiver wetenschappelijk gedeelte is tweeledig. Het omvat het geologisch in kaart brengen van een bepaald ge bied en het onderzoeken van gesteenten. Het expeditiegebied is speciaal uitge kozen, omdat het zowel uit geologisch als uit alpinistisch oogpunt nog vrijwel onbekend is. Het wetenschappelijk on derzoek wordt als hoofddoel van de expeditie beschouwd. Met de alpinis- tische verkenning hoopt men, naast die van'vele andere landen, ook een Neder landse bijdrage te leveren tot de ex ploratie der hoogste gebergten ter we reld. Deze bijdrage zal evenwel beschei den moeten zijn en bovendien zijn de hiervoor benodigde financiën nog niet bijeen gebracht. De middelen voor het tefi uitvoer brengen van het wetenschappelijke deel :ijn reeds aanwezig, o.a. dank zij subsi dies van de Nederlandse Alpen Ver eniging, de Nederlandse Vereniging voor Zuiver Wetenschappelijk Onder zoek en het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap. Bij drie andere instellingen, o.a. het Prins Bern- hard Fonds, zijn aanvragen voor subsi die in behandeling. De kosten van de expeditie zijn geraamd op twee en twin- ig duizend gulden. Het ligt in de bedoeling de gesteen ten die men tijdens het petrologisch onderzoek van de expeditie bijeen zal brengen aan te bieden aan het Geo logisch Instituut van de Amsterdamse 'Universiteit. De expeditie zal worden uitgerust met moderne bergkleding, die groten- i deels uit nylon bestaat, omdat deze stof licht en sterk is en een uitsteken de bescherming tegen de koude vormt. Het expeditiegebied heeft een sterk wisselende temperatuur en als eenmaal een hdogte van 4500 meter is bereikt, waar het onderzoek pas kan beginnen, dan zal men 's nachts zeker rekening moeten houden met een temperatuur van twintig tot dertig graden beneden het vriespunt. Het gereedschap bestaat grotendeels uit dur-aluminium. De N touwen zijn evenals.de tent van oranje nylon. Het succes van de expeditie zal voor een groot deel van de weersomstandig heden afhangen Want geologie, waar vele kaarten aan te pas komen, is' zoals dr. Egeler het uitdrukte „een klein beetje een mooi-weer-vak". Van daar ook dat :ren de droge periode heeft uitgekozen, de maanden dat het in Zuid-Afrika winter is. De expediti" neemt een 16 m.m. filmcamera mee. waarmee men ook kleurenopnamen zal trachten te maken. De Nederlanders, die nu ijverig Spaans studeren, hopen na hun terugkeer in ons land lezingen te houden, waarbij de filmopnamen uit stekend dienst zouden kunnen doen- (Van onze verslaggever) De Christelijke Bond van Over heidspersoneel, die o.a. de belangen van de heer v. d. P. behartigt zo wel als v. d. P. zelf, kan geen genoe gen nemen met het antwoord van de minister van Oorlog op de vra gen, gesteld door het Tweede-Ka merlid Ritmeester, dat een of meer ambtenaren van 's ministers depar tement rapporten betreffende de zaak-Van der P. niet hebben onder schept. Dit werd Vrijdag medege deeld op een persconferentie te Lei den, belegd door de „vertrouwens man" van v. d. P.. de journalist Lina. Minister Staf heeft enkele bestuurs leden van de Chr. Bond van Overheids personeel, aldus gaat deze mededeling verder, zelfs verzocht hun correspon dentie aan zijn particulier adres te zen- De kapitein had een ijskast ge kocht. Hij was er bijzonder trots op, want het was een viertons- ïjskast en die heeft men nog niet in het Nederlandse leger. Misschien straks, als de Amerikaanse organisa tie wordt ingevoerd. Aangezien de kapitein veel waarde hecht aan de mening van het volk. riep hij mij tot zich om zijn aanwinst te bewonderen. Het was een knots van een kast, zoals hij daar op de binnenplaats stond, en zeker twee maal zo groot als de deur waar bij door moest, „Is hij de moeite waard of niet?" riep de kapitein zegevierend. Ik beaamde het. „Zorg dan dat hij vóór het donker binnen is", zei de kapitein. Nu denk ik wel eens, achteraf, dat het een ondoenlijk karwei was, dat ik het recht had deze opdracht te wei geren en me voor de krijgsraad tc verantwoorden. Toen dacht ik dat niet. Ik ging tot kort voor zonsonder gang met de handen in het haar zit ten, en toen dat niet hielp, liet ik mijn korporaal halen; deze staat als dom mekracht te boek en weet vaak de neteligste situaties door een enkele handbeweging in nevelen te doen op gaan. Toen hij arriveerde, schrok hi j zichtbaar van de toestand, zodat ik hem een glas melk moest inschenken; op dat moment ging de zon onder en wij leunden moedeloos tegen de ijskast, die daardoor ondersteboven ging en dwars door de muur in het gebouw belandde. Het gaf een geweldige klap en de kapitein kwam toesnellen om ons een afstraffing te geven. Ik wacht te hem echter niet af en verdween in de ijskast; de kapitein sprong mij na t:n de korporaal deed achter hem de deur op slot. „Gevangen!" riep hij verheugd, en vertrok zingend naar de cantine. totaal vergetend dat hij ook mij had opgesloten. „Dat kost hem veertien dagen arrest", gromde de ka pitein in het donker. „En van mij", voegds ik er wraaklustig aan toe, „krijgt hij er nog eens het dubbele bij". „Jij moet je mond houden", zei de kapitein, „met jou heb ik ook nog een appeltje te schillen". Ik week snel achteruit, en stootte mijn her sens*) tegen een keihard bevroren watermeloen. Verbolgen wierp ik hem als een brok graniet van me af; een luid gebrul van pijn gaf me te verstaan, dat de kapitein er nog steeds niet in was geslaagd, zich aan zijn gevangenschap te onttrekken. „Nou is het genoeg", brieste hij. „Draai dat vervloekte licht aan". In de plaats van de „Soldates ke krabbels", welke na de publice- ring der Memoires wel een einde moesten nemen, zal de lezer geregeld deze nieuwe rubriek „Ka zernekolder" in ons blad kunnen aantreffen, b'innen welker kader voortaan de ware en onware ver halen uit het soldatenleven in zulk een trant zullen worden verteld, dat wij het aan de lezer overlaten, zelf nader te oordelen over het door de ondertekening nominaal niet bevestigde verband tussen „krabbels" en „kelder". •Is het dit knopje kapitein?" vroeg ik. tastend in de duisternis. „Dat is mijn neus", gaf hij ten antwoord, „maar iets meer naar reents moet het licht zitten". Ik voelde nog eens en vond een .schakelaar. Een afschuwelij ke kou blies plots door de ijskast. „Zes maanden tuchtinrichting!" kreet de kapitein, „en draai die knop terug! Ik kon hem niet meer vinden. De tem peratuur zakte met de seconde. Buiten hoorden wij het avondappèl blazen. Daarna werd het heel stil. En ver schrikkelijk koud- Wij telden onze proviand: één ge barsten ijsmeloen en twaalf knurften van appels; en nog een keihard oor van de kapitein, dat afbrak toen hij tegen een plank stootte. „Misschien is het nog eetbaar als we het ont dooien". stelde hij voor. „Ga er maar een tijdje op zitten." Dan distribueer de hij de aanwezige ijsblokken. „Het is niet veel", zei hij. „maar allicht leef je er weer een tijd op." Het was erg ongezellig in de kou en de stilte en de duisternis, daarom zongen wij geestelijke liedpien, die ik leerde in mijn kin derjaren, en daarna gingen we over op het socialistisch repertoire van de kapitein. Maar de woorden bevroren in mijn mond, en tenslotte bleef ik steken met een onverkwikkelijke pas sage uit de Internationale tussen mijn kiezen: in schrik bedacht ik, dat dit Wel eens een compromitterende in druk zou kunnen maken bij een eventuele bevrijding. Daarom peu terde ik het los en verpulverde het op de vloer, waardoor deze spiegel glad werd: de kapitein gleed dan ook prompt uit en schoot door zijn snel heid met één voet onder de deur door naar buiten. Een surveillerende schildwacht keek het peinzend aan. Het kwam natuurlijk uit, dat het de kapitein was; niemand anders im mers poetst zijn schoenen zo spiegel glad, en niemand weet zich zó on dubbelzinnig uit te drukken als ten slotte uit het inwendige van de kast geschiedde. Hij liet onmiddellijk door de korporaal zijn bed opmaken, en lag nog tot halverwege de hondsda gen na te rillen. Toen herrees hij, ging naar het strand en verbrandde tot achter in de derde graad. Alleenjammer, dat na al die moeite de iiskast nog in het verkeer de vertrek stond, denk ik wel eens, achteraf. FRANK ROLAND Deze omschrijving slechts ge bruikt als gymbooL - F. R. den. Daartoe heeft de minister tijdens een onderhoud met deze heren zijn huisadres op een briefje geschreven. Verder heeft, aldus de heer Lina, de minister persoonlijk tot de voorzitter en secretaris van genoemde Bond ge zegd, dat het rapport van de ingestelde commissie van drie (rapport-Zaaijeri onjuist is en dat v. d. P. geen enkele blaam treft. De heer v. d. P. en de Bond menen, dat door dit antwoord van de minister de rehabilitatie goeddeels on gedaan gemaakt wordt. Van deze reha bilitatie werd verder op de persconfe rentie medegedeeld, dat van de be woordingen. waarin deze gesteld zou worden, een ontwerp aan de minister is voorgelegd door de heer v. d. P. zo wel als door de Chr Bond van Over heidspersoneel. V. d. P. ging accoord met de verklaring van de Bond. die in de pers is opgenomen. Voorts werd critiek geleverd op het verhoor door de commissie-Zaaijer. Waarom, zo werd gevraagd, is v. d. P. alleen gehoord en niet het volledig be stuur van de Bond van Burgerperso neel in Militaire Inrichtingen, dat de rapporten over de dood van vaandrig Aernout in Bandung mede heeft onder tekend? En waarom zijn velen, die graag gehoord zouden worden, niet op geroepen? Als zeer vreemd werd voorts aangemerkt het gedrag van de com mandant van de R. I. M. I. te Utrecht, die eerst had verklaard, dat v. d. P. een goede kracht was, en later hem in een brief mededeelde, dat hij opdracht had v. d. P. mede te delen, dat hij zijn laatste kans kreeg en door hard werken zijn plichtsverzuim goed zou moeten maken. (Tot goed begrip diene, dat v. d. P. in zijn rapporten had medegedeeld, dat vaandrig Aernout, die op de hoogte was van de malversaties en corruptie in Indonesië, speciaal Bandung, in de tijd, dat het Nederlandse leger daar verbleef, op gewelddadige wijze om het leven gekomen is. De uitkering van Van A.'s pensioen aan diens we duwe is hier nauw mee betrokken. Red.). Minister Peters heeft op vragen van het Tweede-Kamerlid F. Goedhart in verband met de wapenzendingen voor Nieuw-Guinea aan boord van de „Bli- tar" en de „Talisse" o.m. geantwoord; dat de wapens bestemd waren voor aan vulling van de verbruiksvoorraden, voor oefenmaterieel en aanvulling van de re serve-voorraad. De verzonden hoeveel heden gaan niet uit boven hetgeen voor de normale instandhouding en paraat heid van het gezagsapparaat benodigd is. De springmiddelen waren nodig voor de exploitatie van het petroleumbedrijf; de geweren en munitie, voor particulie ren, waren bestemd voor jachtdoelein- den. Woensdag 23 Januari zullen voor de kantonrechter te Haarlem vijf van de deelnemers aan de Hannie Schaitherden- king te Bloemendaal. op 25 November 1951, terechtstaan. Zij zijn gedagvaaro wegens overtreding van art. 461. (betre den van verboden terrein) Advertentie /k dacht, dat wij in één stuk door gingen naar Amsterdam", zegt een blozende Limburgse, „het is toch vanaf Utrecht geen stoptrein meer?" „We staan zeker voor de paal", ant woordt een heer, wiens haaraanplant pas achter in de nek begint. Iedereen kijkt met de hand boven de ogen het duisterebuiten in naast ons, n het Merwedekanaal schuift een rood licht boven het water. „Daar gaan we weer" lacht de Lim burgse na enkele minuten; vlak voor Breukelen remt de wagenvoerder weer sterk af en schokt de trein stil. Onze buurman draait het boven licht-raampje open, zet zijn hoed op en rapporteert: „Durriswattandehand." Op het grint naast de spoorbaan knisperen voetstappen onder een brandende, zaklantaarn. „Das weer eens een warmloper" verzucht een forens. Na vijftien minuten rijden wij weer. Bij Nieuwersluis haast iedereen zich al naar deuren en ramen, voor wij stil staan. Meer naar voren komt rook onder een wagenstel vandaan. „Wat er gebeurt, gebeurt er, maar ik blijf aan boord" bekent een jonge Amsterdammer hardop zijn bewonde ring voor kapitein Carlsen. Zijn kameraad probeert een klein paniekstemminkje te forceren. „Ruik je dat? Ik geloof dat het hier onder ook al brandt? Weet jouw vrouw, waar de vezekeringspolis ligt?" De Limburgse snuffelt met haar neuseen oudere dame kijkt een beet je angstig rond. Lachende herenge zichten proberen gerust te stellen. Dan gaan we langzaam weer rijden. „Dat zijn de laatste stuipen. Let op: nou is 't zo 'gebeurt" profeteert Carl sen, „maar ik blijf erop." Hij krijgt gelijk. Bij Abcoude moe ten wij allemaal overstappen naar het voorste treinstel. Ergens onder onze wagen glinstert vuur en kringelt rook. In het donker scharrelen wij naar voren. Daar persen wij ons in een toch al volle coupé. „De rest gaat maar in bossies van i:ijf boven op liggen" horen wij dan hei stentorgeluid van „Kapitein Carl sen". Onder veel gelach, gedrang en ge juich worden alle compartimenten volgepropt. „Hé, jij zou toch in de brandende gevaarlijke wagon blijven?" roept ie mand naar „Carlsen", „praatjesmaker". „Zo, dacht je dat?" vraagt deze moedig, „luister man! In een trein kan je niet als een held verdrinken. Maar ik voel me wel een held. als ik straks bij Moe een uur te laat thuis kom." De nieuwe bijbelvertaling werd in het televisieprogramma van de N.C.R.V. onder de loupe genomen door de secre taris van de commissie die deze verta ling tot stand bracht- Zijn lezing was ongetwijfeld interessant en werd juist daar waar de voortdurende aanwezigheid van de spreker in het beeld enigszins eentonig dreigde te worden, geïllus treerd door prenten en opnamen van de hoog- en zeergeleerde heren, die zich met de vertaling hebben bezig gehou den. Jammer dat de opmerking dat de Statenbijbel de Bijbel van het Neder landse volk is de aanwezigheid van het katholieke volksdeel verwaarloosde. Na het weerpraatje volgde een vraagge sprek van René Willink, een jongeman die 20.000 km. per bromfiets heeft afge legd, waarin hetzelfde bij verstandig gebruik heus niet zo onaangename pro cédé werd gevolgd, evenals in het in terview met mej. Landberg. dat ge volgd weid door interessante filmopna men. die deze 70-jarige dame op haar reis door Nieuw-Guinea maakte Het journaal bevatte filmpjes over de ver vaardiging van het carillon voor Ame rika, een reportage over de winning van aardgas etc. De televisie kwam na deze filmvertoning weer op haar best aan de beurt bij de demonstratie, die de Chr. Vereniging voor Lichamelijke Oefening Rotterdam-Zuid gaf van jiu jitsu en schermen. Het was een leven dig schouwspel, dat de juiste lengte had en voortdurend boeide, evenals de even eens door deze vereniging opgevoerde pantomimes. Knap werk, geknipt voor de televisie. De gebruikelijke dagslui ting vormde het slot van deze televisie uitzending, waarmee de N.C.R.V weer eens een lang geen slechte beurt heeft gemaakt. Fr. Br. De bond van zangkoren in Noorö- HollaDd heeft op zijn vergadering te Alkmaar besloten het bondsconcourf 1952 in Andijk te houden, omstreeks half Juni

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 5