Hegeerbaarheid vertoont tendenz
moeilijker te worden
Kv.p. een stabiel element in
de politiek
sjü
R"
Ï3.
z
p
ROMANS kenmerkend voor HET PARELSNOER
De kunst die gewetens schept
als bindend element
E
O
Waardevolle reeks
EDGAR DEGAS, classicus onder de
Franse impressionisten
N
De familie
GESLAAGD...
"ïlanc
t9
w
kAltf
!EET7.IJDIGHEID van de partij van
f#
HM
55
f
k
Een KLAAGLIED
over GRIEP
Sukarno benoemt
twee formateurs
r~door Jacques Ducharme
i
Vragenrecht in de
Tweede Kamer
Meer electrische
locomotieven
PROF. ROMME OP PARTIJRAADSVERGADERING K.V.P.
VOOR DE VERDERE TOEKOMST
?p
j
""V!
1 %fp"
K#
Wi'
5^
5"
P
r
Acht schrijvers van
„De Doolhof"
Post voor militairen op
weg naar Korea
Mr. G. van Baren ten
grave gedragen
LITERAIRE KRONIEK
HILVERSUM
W achtgeldregeling voor
ex-KNIL-personeel
Wegenwacht brengt
uitkomst
Nieuwe Apostolische
Vicarissen
Mgr. J. Buis en Mgr. J. Vos
o flllSl
■onden
oorbij
ZATERDAG 1 MAART 1952
PAGINA 3
rifll
9'steren te Utrecht gehouden vergadering van de
huii'lraad var> de K.V.P. heeft prof. Romme gesproken over de
'^'9© staatkundige toestand. Om deze toestand, met het oog
de komen gaat, te peilen, is het beter, te rade te gaan bij
lap
yi
guy
tjü ervaringen van de staatkundige praktijk van alle dag, al-
,^Pr- En die ervaring leert helaas, dat de legeerbaarheid van
t|J?er.'ar,d de tendenz vertoont van moeilijker te worden. Met
h6t e is er een niet onbedenkelijke groei in het verschijnsel, dat
l5 al meer te lastig schijnt te zijn, zich in de practijk neer te
»ro en bij een regeerprogram, uiteraard een gemengd regeer-
9rörr>, waartegenover men zekere morele verplichtingen
;00 tV'
*Vr
aanvaard.
ecAfa nuanceverschillen
friGl mr. Steenberghe
:%>r.
:v>ii
Karakter der Partij
it
ufi
9'
Sw
Groep-Steenberghe
1
R.K. UNIVERSITEIT
Pater Hendrikx privaat
docent theol. faculteit
DANK ZIJ
Instemming met voorstel-
Romme
Audiëntie
ien
was i"
ide i'1
gau,f
t een
Xeinet0''
erd
list
icht
at
Liffeu15
tal
iet
jke
was
schad8-
Advertentie
de
of»1;
'S<
iaa» et
eSMtot
#1
■eD*>
lef/
lenV
a pf
of
>r P>f
d«4#
ifl
nie' °P de' standpunt, aldus
ttjj' ""mme, dat er tussen een re-
Ht( 8 en een Kamermeerderheid
ȕt| "trekking tot de uitvoering
!'a,, rcn program sprake kan zyn
l'a* ook maar zou kunnen
°P juridische bindingen. Maar
r er over ecn program over
ig en wanneer er overlegd is
Vjt, de staatkundige samenstelling
,,een kabinet, en wanneer dan
(lui Vcrleg heeft geleid tot een zo-
''Jn n overeenstemming, dat men
bel, Po''tSeke geestverwanten in het
'tel,.8 yan het land adviseert tot
let aan een dergeiijk kabi-
btOrè? l'an olllstaan daaruit wel
Wicht- bindingen: de morele ver-
ïiw "tSen van het kabinet, om het
ten arn loyaal ten uitvoer te leg-
't Len 'ie morele verplichting van
Vtu ertlerheidsgroepcn, om aan de
(ft z.enlijking van het program,
%ai.u,teraard gemengd program,
u medewerking te geven.
i' wt
r V
it*
5'
o «tfO
S tjJ^'eecie kabinet-Diees was echter
tic fijRs een maand oud, of van-
(jtCtl imCtie van de P- v- d- A- Rwam
li" ititp pellatie over de prijspolitiek,
j'e ita®jPellatie waarvan een lid van
«t cue, de heer De Kadt, schreef,
t W'^lledig in strijd was met het
It int»aarde regeringsprogram", zodat
b'tt, arPellatie-Nederhorst, aldus De
tal séii indruk maakte van de daad
3en Politieke partij, die van alle
eëelijk wil eten". En dan komt
fa v Jaai' later het partijbestuur van
iito ttiif®: A-. naar bet schijnt in over-
t^Pti^hg met de fractie, met een
"Pc tt» §ram nog v°°r loPende
dig Pp v9jire perioie, waarin die stel-
s 1 su.tie heer Nederhorst „volle-
J%,M met het regeringsprogram"
■v 0„,elijk zijn vervat.
.ftaih.b, de leider van de V.V.D. in
hebben we in Juli van het
C'letnl81" (t9en bestond het tweede
If "fee 6 j-.VLe.y ma,anden) erop moe-
th 0fde -ï we' een der toen aan
Hh 2ijndc belastingen „in beginsel
:.?i<ibaVaardig" en daarom „onaan-
|.ar" kon noemen, maar oat die-
P lasting met zoveel woorden in
b,
!ei'ingSprogram stond vermeld. En
Oud nu dezer dagen bij de
.)ni rziening heeft vertoond
l5 innemen van een zeer be-
iiJiicuicu van ccu uu-
5 tiaa r standpunt-naar-buiten dan
'jhiin binnen was geschied
mnnen was geschied is
Lbin" collega aan de overzijde van
V0iiel!e °f' óe voorzitter van de
y ge. 6 Eerste-Kamerfractie, aanlei-
®est- te spreken van „een
t> errassing" waaraan mr.
jJPrki- :0ev°egde dat. als straks, na
V lot '5,ln§eb. een kabinet op brede
teJce] f :®nd komt en de V.V.D. daar-
V'.,c "urnaakt, „aan een derde soort-
rrassing geen behoefte be-
htet verhelen, aldus ging spr.
ik mij wel verheug, dat ik
Vj alllef een beetje trots erop ga,
eke verwijten- die men aan de
t?bi
i",
Vf
jU
«f
ét
terecht en ten on-
g men van haar toch zal
li '5 O*®' da< zii stabiel element
JU Ik kundig bestel vertegenwoor-
'K stab)5! eu8 mU erom. omdat ons
,'ltPori;e dementen in de politiek
'4 E6d'g, beeft.
Y'fcie biermee niet, dat wij een
J'tfen 0ieR voeren of zouden moe-
Tv'tin' een d.ynamische wereld,
Jfi een yij leven, is alleen op haar
dynamische politiek, die re-
k\\'dU met de wisselende om-
-t/tHj erP zich aan die wisselende
sneden aanpast en ze telkens
ed mogelijk benut.
N' Veijbeu0 mij, dat wij een sta-
S[At 'n de politiek zijn in deze
e» °?en weet, wat men aan ons
P te i. l we de zelfbeheersing we-
"rengen, die de uitvoering van
een gemengd program noodwendig
vraagt en die in de praktijk des Ieven9
niet altjjd even gemakkelijk op te bren
gen is.
Intussen, wanneer wij dit stabiele ele
ment in 's lands belang zijn dan hebben
wij dat zeker, en dan heeft het land dat
zeker, in belangrijke male te danken
aan het karakter van de partij; aan de
vaste gemeenschappelijkheid en de na
tuurlijkheid van haar diepere beginse
len, aan de ver-gaande uitwerking van
haar practisch program met behulp van
Pauselijke en Bisschoppelijke richtlijnen,
en aan de veelzijdigheid van haar sa
menstelling.
Sprekende over de veelzijdige maat
schappelijke samenstelling van de K.V.P
wees spr. erop, dat deze samenstelling
wel eens wordt uitgekreten voor haar
zwakheid. Zij is echter onze kracht, al
dus de heer Romme, zij behoort tot de
volstrekte onmisbaarheden van onze
kracht.
Ik weet het, dat wij allerhand redenen
hebben, en eerbiedwaardige en gerechte
redenen, om politiek aan elkaar vast te
houden: om onze emancipatie, waarvan
men ons de voltooiing voorpraat, een
voorpraterij, waarvan iemand, als ik het
zo mag zeggen, de onwaarheid beter
aanvoelt naarmate hij hoger stijgt, om
de elementaire belangen van onze gezin
nen, waarvoor wij vaak een eenzame
groep vormen, maar met mogelijkheden
gelegen in de politieke kracht van het
nuchtere getal; om onze rechten in op
voeding en onderwijs, die niet alleen
onvoltooid zijn maar die onze politieke
bescherming heel zeker nog niet kunnen
ontberen; om onze geestelijke cultuur,
om onze kranten, om onze radio, en
noemt u maar op. Ik zal de laatste zijn,
het te ontkennen, al is het eigenlijk
droevig dat we daarvoor nog altijd een
blok van politieke macht moeten vor
men.
Maar wanneer ik de staatkundige
toestand van het land overschouw, wan
neer ik mij afvraag: „wat is, politiek,
vandaag en hier, de grootste verant
woordelijkheid voor de katholiek in
's lands belang en ook en evenwijdig
daaraan, in het katholieke belang?"
wanneer ik mij deze vraag stel. dan
kan ik alleen maar komen tot de con
clusie, dat de grootste verantwoorde
lijkheid hier zit: blijft niet onder de
maat, om uw gemeenschappelijke ka
tholiciteit uit te dragen in een ge
meenschappelijke financieel-economisch-
sociale politiek, in een synthetische op
lossing van de hier liggende problemen,
in hervorming en alzijdige beleving van
de eigendom in christelijke zin, in be
vordering van ons maatschappelijk le
ven naar wat Pius XII nog dezer dagen
gezegd heeft: dat zo duidelijk is, wat
de Pausen ons hebben voorgehouden,
dat voor ons allen alleen maar over
blijft het doen.
In de veelzijdigheid van onze maat
schappelijke samenstelling ligt onze
kracht, onze katholieke kracht en onze
Nederlandse kracht. Willen wij blijven
bijdragen het beste, wat wij politiek
aan Nederland kunnen geven, dan moe
ten wij de veelzijdigheid bewaren. Ook
nog om deze reden, dat wij in Neder
land in het sociale vlak qua kracht bij
na telkens achter liggen, hier meer daar
minder, vergeleken bij wat wij kunnen
opbrengen in het politieke vlak.
Het getal van onze Katholieke partij
is belangrijk voor onze omvang en dus
vooral voor onze naaste toekomst; de
veelzijdigheid, naar elke kant, van onze
Katholieke partij is belangrijk voor ons
karakter, en dus vooral voor onze ver
dere toekomst.
Met mijn persoonlijke en politieke
vriend Steenberghe, aldus ging prof.
Romme voort, die voor mij in het in
zicht van de noodzaak van een Katho
lieke politieke partij geen streepje on
derdoet, had ik een feitelijk verschil
van mening: hij was en is van oordeel,
dat er gevaren hebben gedreigd voor
min of meer belangrijke afzwakking
van de partij ik geloofde en geloof
daarvan niets. Maar dat ongeloof mij-
ie In9elheim, 15 km. ten Westen van Mainzstaat het hierho-
,e oude en thans danig verwaarloosde huisdat voor het Ne-
Joh Qr uur gebied zijn merkwaardigheid ontleent aan het feit, dat
^Ur09e bewn Ü7 9estorven is. In 1880 had hij het ten geschenke gekregen van
S li ?a heeft i^aar Amsterdam en na zijn vele zwerftochten door (Azië
u hij er een tehuis voor zijn ouderdom gevonden.
h -j-
<?riancj^„ door toevallige omstandigheden te koop is geworden, tracht
«it, «v e "e Multatuli-gennotschap de benodigde kqopsom bijeen te bren-
®ha, centrum van te makelt van Nederlandse culturele voorlichting
nerzijds heeft mij allerminst verhinderd,
even hard als hij, uit te zijn op het over
leg, dat er tussen zijn groep en hetD.B.
van de partij is gevoerd: zijn hoofdmo
tief en ik zeg niet: zijn enige motief,
want de nitnace-verschillen speelden
natuurlijk ook en deugdelijk een rol
maar zijn hoofdmotief was toch
voorkoming van de aantasting van
de partij langs de weg van het
getal. En dat werd geëvenaard door
mijn hoofdmotief: de voorkoming van
dè aantasting van de partij langs de weg
van inbreuk op haar veelzijdigheid.
Omdat ik die veelzijdigheid als zo be
langrijk zie. heb ik mijn nogal bezette
t'ijd uitermate nuttig besteed geacht aan
het gevoerd overleg en natuurlijk heb
ook ik ervan geleerd en hoop ook ik
mijn verder voordeel, in 's lands be
lang, ermee te doen.
In een debat, dat zich naar aaneiding
van het betoog van prof. Romme ont
spon, werden enkele belangrijke, doch
meer onbelangrijke kwesties aange
sneden. Op de keper beschouwd is het
zeer mager, wat er aan discussie bij
zo'n gelegenheid in de partijraad op
bloeit.
Een uitermate verward betoog van
een afgevaardigde uit Eindhoven, heeft
inmiddels prof. Romme toch nog ge
prikkeld tot het weggeven van een felle
verdediging als zou zijn beleid te zeer
in socialistische richting gegaan zijn.
Herhalend wat voorzitter Andriessen
's morgens reeds gezegd had, noemde
hij onregeerbaarheid van ons land zon
der de P. v. d. A. een pure fantasie en
hij vroeg zich af welke dwaas deze
term heeft uitgevonden. Verder voerde
hij te zijner verdediging aan zijn po
gingen bij de kabinetsformatie om de
christelijke partijen mee te laten spelen.
Nu, aan zijn streven in die richting be
hoeft men waarlijk niet te twijfelen.
Inzake critiek van andere zijde geuit
over afwijkingen van de middenkoers,
heeft prof. Romme aangevoerd, dat de
middenweg beter is dan de naald van
een gletscher. Spreker ontkende met
veel élan. dat de K.V.P. van de midden
koers gedevieerd zou zijn.
Mej. dr. Marga Klompé, zich overi
gens aansluitend bij prof. Romme's af
wijzing van de stelling, dat ons land on
regeerbaar zou zijn zonder de socialis
ten, heeft naar voren gebracht de ver
lammende werking op de regeerkracht
welke de afzijdigheid der socialisten in
verschillende andere landen uitoefent.
Waarna andere specialisten van de
fractie op aparte kwesties zijn ingegaan,
welke echter voor de grote lijnen van
het K.V.P.-beleid van niet zó essentiële
betekenis zijn
De uitgeverij „Het Wereldvenster"
heeft bij het doen verschijnen van de
eerste Nederlandse collectieve roman
„De Doolhof" een prijsvraag uit
geschreven. Geraden moest worden wie
van de acht auteurs elk der diverse
hoofdstukken heeft geschreven.
Op deze prijsvraag zijn 211 inzendin
gen binnengekomen <40 pet. van dames.
60 pet. van heren).
De eerste prijs is gewonnen door de
heer G. de Gooyer te Weesp, de tweede
prijs door de heer W. Kaan te Hilver
sum, de derde door de heer H. Balver*-
te Hilversum.
De oplossing is: hoofdstuk 1: Hen-
riëtte van Eyk; hoofdstuk 2: Max Den-
dermonde; hoofdstuk 3: Anton Coolen:
hoofdstuk 4: Hella Haasse; hoofdstuk 5:
Alfred Kossman; hoofdstuk 6: Anna
Blaman; hoofdstuk 1: Adriaan van der
Veen; hoofdstuk 8: Simon Vestdijk.
Post voor de militairen van het aan
vullingsdetachement NDVN op weg
naar Korea, welke bestemd is voor uit
reiking in de tussenhavens moet uiter
lijk 3, 9 en 16 Maart a.s. in Nederland
ter post worden bezorgd. Het adres
moet de volgende aanduidingen bevat
ten: rang, naam en voorletters, leger-
nummer, aanvullingsdetachement NDVN
op weg naar Korea, Amsterdam-Schip
hol. militair. De namen van de vermoe
delijke tussenhavens en van het schip
mogen dus niet worden vermeld.
Na 16 Maart a.s. mag de aanduiding
„aanvullingsdetachement NDVN" niet
meer in het adres worden opgenomen
en moet als volgt worden geadresseerd:
rang, naam en voorletters, legemum-
mer, NDVN. Napo 5100 Amsterdam-
Schiphol, militair.
Het Bestuur der Sint Radboudstichting
heeft op verzoek van de Hoogeerwaarde
Pater Provinciaal der Augustijnen met
ingang van het studiejaar 19521953 toe
gelaten als privaat-docent bij de theolo
gische faculteit der R.K. Universiteit de
Zeereerwaarde Pater Dr. E. Hendrikx
O.E.S.A. te Nijmegen teneinde onderwijs
te geven over de H. Augustinus als
Kerkvader en theoloog.
„Net voelde ik me nu eens kiplekker
„en daar krijg ik me een regelrechte
„griep. Je weet wel, met pijn die van
„je keel naar je oren, vandaar naar
„je voorhoofd en dan weer naar je
„borstkas en je ledematen kruipt. Mijn
„hoofd is net een vormeloze hoop wat-
„ten; ik ben helemaal dof en heb al-
door koorts. Geen wonder, als één van
„je huisgenoten het hele huis besmet
„met haar hoest- en proestbuien.
„Nu begint er een zwerm bijen in
„mijn hoofd te zoemen, wat me zo
„duizelig maakt, dat ik maar eindig."
De schrijfster van deze klaagbrief
zou er goed aan doen een doosje
AKKERTJES te laten halen. Dan
waren haar klachten spoedig ver
holpen. AKKERTJES zijn ware griep-
be3trijders. Ze werken koortswerend,
pijnstillend en bevorderen het trans
pireren. Neem AKKERTJES in huis.
Morgen kunt U ze nodig hebben.
Prawoto Mangkusasmito, viee-voor-
zitter van de Masjumi (Islamietische
partij), en Sidik Djonosukarto, presi
dent van de P.N.I. (nationale party)
zijn door president Sukarno belast met
de vorming van een nieuwe Indonesi
sche regering, die „sterk moet zijn en
ruime steun in het parlement moet
hebben". By de opdracht is geen tijds
limiet gesteld, doch in politieke krin
gen te Djakarta hoopt men en ver
trouwt men algemeen, dat de forma
teurs spoedig zullen slagen.
Politieke waarnemers hebben Djuanda
als mogelijke toekomstige minister
president genoemd.
De formulering van de opdracht laat
de formateurs ruimte om pogingen ie
ondernemen in de richting van een
zaken-kabinet of van een coalitie-ka
binet.
Onder zeer grote belangstelling is
Vrijdagmiddag te Delft op de algemene
begraafplaats Jaffa ter aarde besteld het
stoffelijk overschot van mr. G. van Ba
ren, lid van Gedeputeerde Staten van
Zuid-Holland en oud-burgemeester van
Delft. In de aula hadden zich vele offi
ciële personen verzameld, o.a. mr. L. A.
Kesper, commissaris der Koningin in
Zuid-Holland, dr. J. Schouten, voorzit
ter van de anti-revolutionnaire kamer
fractie, jhr. mr. Van Aseh van Wijk, se
cretaris van de anti-revolutionnaire
Statenfractie en mr. dr. J. Donner, pre
sident van de Hoge Raad.
Nadat het stoffelijk overschot in het
familiegraf was bijgezet ging dr. H.
Mulder voor in gebed.
r zijn weer drie waardevolle boeken verschenen in de romanreeks, die
Het Parelsnoer heet: „Oom Henri", een nieuwe roman van de Fransman
Marcel Jouhandeau; „Het huis in Dormer Forest", een Engelse familie
roman van Mary Webb; en „Men slaat geen dode honden", een drietal novellen,
waarmee de jonge Nederlander Paul de Casparis als boekschrijver zijn debuut
maakt. Hoe verschillend deze drie werken ook zijn naar opzet, inhoud en *iit-
werking, ze hebben toch iets zo essentieel gemeendat men hun uitgave in één
boekenfonds niet toevallig kan noemen. Kennelijk laat de uitgever van Het Pa
relsnoer zich bij zijn keuze leiden door een grote voorliefde voor één genre der
romankunst: de kunst, die gewetens schept.
ok uit de uitgave van de eerste
Parelsnoerromans, vorig jaar,
sprak deze voorliefde. In de uit
het Duits vertaalde roman „Duel bo
ven de afgrond" van Heinz Risse (hier
besproken op 24 Febr. ,'51) wordt de
hoofdrol gespeeld door een moorde-
naar_ die zich in zijn mémoires reken
schap geeft van zijn zonde. Zijn gewe
ten zegt hem, dat niet die concrete
moord zijn zonde was, edoch zijn tc
kortschieten in liefde voor het levens
mysterie. „Duel boven de afgrond" <s
de roman van een gewetensonderzoek,
plaats grijpend onder hoogst actuele
tij dsomstandigheden
„De versierde dwaling" van de Schot
se dichter James Hogg (hier besproken
op 14 April '51) speelt onder heel an
dere omstandigheden, namelijk tijdens
de protestantse troebelen in Schotland
omstreeks 1700. De roman verscheen
in 1824 onder de titel „Confessions of a
fanatic", maar werd pas ruim een eeuw
na de dood van de schrijver door de
critiek opgemerkt. Het geweten speelt
er lijfelijk de hoofdrol in. Hogg's ver
bijsterende verhaal biedt ons een beeld
van de mens, die zich in zijn gods
dienstwaanzin gespleten ziet in een
goede en een slechte helft. Deze „helf
ten" leiden ieder een zelfstandig leven
Zij bestrijden elkaar en gaan aan el
kaar ten onder. Zij zijn elkanders broe
ders. De een pleegt op de ander broe-
dermoord en het einde is zelfmoord;
wat ons op dat moment voor ogen staat,
is niet de tragiek van een mensenleven;
het is de tragiek van een geweten, dat
zich in woeste uitwassen van dweep
zucht verloor.
„Oom Henri"
Aan de uitgave van Jouhandeau's
werkje „Oom Henri" ging de uitgave
van een andere roman van Jouhandeau
vooraf: .De fout van Louise Bazilaire".
Ook deze romans leveren geen karak
terbeeld op- er liggen uitsluitend ge
wetens in bloot. Zij liggen bloot voor
ons als patiënten op een operatietafel
voor de chirurg. Voor de chirurg is
de patiënt uitsluitend een maagzweer
of een blindedarm, die weggenomen
og tot 23 Maart duurt de tentoon
stelling welke'in bet Stedelijk Mu
seum te Amsterdam is ingericht
voor de classicus onder de Franse im
pressionisten, Edgar Degas, die ge
leefd heeft van 1834 tot 1917. Men leert
op deze gocd-gearrangeerde expositie de
meester uitstekend kennen, juist omdat
het accent valt op zijn nooit-aflatend
worstelen met de vorm. Degas stelde aan
iedereen, en het meest aan zich zelf. de
hoogste eisen. Hij achtte zijn werk eigen
lijk nooit „voltooid".'Onverzadigbaar in
zijn drang naar waarheid en volkomen
heid. haalde hij bij zijn vrienden de
schilderijen, die hij hun geschonken of
verkocht had, van de muren af, om ze
opnieuw onder handen te nemen. Maak
te hij daarbij geen vorderingen naar zijn
zin, dan bracht hij voor het meegeno
men werk een ander in de plaats. Na
enige tijd ontdekte hij dan ook daérin
weer fouten. De bezitters vertoonden ten
slotte de begrijpelijke neiging, datgene
wat zij van zijn hand hun eigendom
konden noemen, spijkervast te maken.
Zo bleef Degas, die nu door iedereen
voor een meester wordt gehouden, voor
de kunstenaar, die aan de meest blij
vende waarden van het Franse impres
sionisme het rijkst heeft bijgedragen,
een eeuwig student in de wereld van
vorm en kleur.
Men vindt op de Amsterdamse ten
toonstelling betrekkelijk weinig voltooi
de olieverf-schilderijen, maar er zijn ve
le pastels, krijttekeningen en schetsen
en er is een pakkend overzicht van de
bronsgietsels, gemaakt naar zijn model-
len in was of klei. Hiervan ziet men
hiernaast een specimen, een jong danse
resje voorstellend.
21
De Nederlandse vertaling door Gabriël Smit is verschenen bij de
UITGEVERIJ HET SPECTRUM
De lichten werden uitgedraaid en de
ouders gingen weer naar beneden. Daar
bleven zij tot tien uur of even later,
pratende over de dingen van de dag of
lezend en breiend. Als de torenklok tien
uur sloeg konden ze dat goed horen.
Twee of drie minuten later stopte een
sneltrein aan het station en wanneer die
vertrok, klonk fel en doordringend de
stoomfluit. Dan stond Jean Baptiste op,
keek de deuren na en sloot ze. Hij wond
de keukenklok op en keek of de grote
klok in de hal, het enige stuk huisraad,
dat Cécile uit Canada had meegebracht,
gelijk liep met zijn horloge.
Wanneer dit alles gebeurd was ging
hij terug naar de huiskamer en zei tegen
zijn vrouw: „We gaan naar bed, Cecile.
Dan glimlachte ze naar hem, pakte
haar breiwerk op. bergde het weg en
volgde hem. Deze dagelijkse volgorde
werd vrijwel nimmer verbroken, alleen
wanneer een zeer belangrijke gebeur
tenis het normale verloop van de dag had
verstoord. Dan konden zij lang over en
weer blijven praten, soms tot na midder
nacht. Gewoonlijk was iedere dag echter
gelijk aan de voorgaande. Jean Baptiste
was geheel gewend aan de regelmaat
van het fabriekswerk en het leek hem
noodzakelijk, dat er ook in zijn huis een
dergelijke regelmaat heerste.
Hij hield er van, dat het middagmaal
klaar stond als hij thuis kwam; de kin
deren moesten zich aan tafel ordelijk
en netjes gedragen. Wanneer de dingen
op een bepaalde manier en op een be
paalde tijd iedere dag werden gedaan,
bespaarde dat zijn vrouw en hem veel
moeite.
De kinderen namen hun boterhammen
voor de middag mee naar school, maar
leven weinig meer dan zij voor haar
huwelijk wist. Zij had ook geen lust
om alles te onderzoeken of te weten.
Zij trouwde, toen zij vier-en-twintig
jaar was met een man, die goed voor
haar was en veel van haar hield; nu,
na tien jaar, zou zij geen andere weg
hebben willen kiezen. Zij leefde ge
voeliger dan Jean Baptiste. maar ze
was toch nooit buitenissig. Haar moe
derlijk leven trachtte zij bewust te be
heersen voor het haar beheersen kon.
Hoewel hun karakters in sommige
opzichten dus veel verschilden, golden
Jean Baptiste kwam iedere middag
thuis. Hij at weinig, maar was gesteld zij als het beste echtpaar van de wijk
0D degelijke, goed bereide kost. En hij en werden zij velen ten voorbeeld ge-
drone erop aan dat zij van alles het steld. Cécile's adviezen in huwelijks-
beste zouden hebben, zelfs al zou hij aangelegenheden deden Jean Baptiste
daardoor minder of niets kunnen spa- eens tegen haar zeggen:
ren Spaarzaamheid met kracht en ge- „Jij trouwt nog meer jonge mensen
zondheid leek hem een nog belangrij- dan de pastoor".
ker levenseis- voor de rest zo dacht Dat was in zekere zin waar. want
hii zou dan wel vanzelf worden ge- Cécile was in haar huwelijksleven zo
zored Zo kwam het ook, dat de De- gelukkig geweest, dat zij anderen ook
lussons er gezond uitzagen. een dergelijk geluk deelachtig wilde
Etienne scheen op zijn vader te gaan laten worden. Wanneer zij hoorde dat
geliiken hij had cok hetzelfde donkere j°nge mensen er over dachten te trou-
haar. De meisjes waren verschillend wen, stond zij altijd klaar met hulp en
en hadden van beide ouders wat, even- raad. Als iemand haar zou hebben ge
vraagd, waarom zij zoveel plezier in
het leven had, dan zou zij misschien
niet eens een antwoord geweien heb
ben. Toch was het eenvoudig genoeg.
Zij vroeg weinig voor zichzelf, maar
meer voor hen van wie zij hield. Nie
mand kon haar ook weigeren, wanneer
zij iets vroeg, niet voor zichzelf, maar
voor haar kinderen of voor een vriend.
De gevraagde was blij aan het verzoek
van de kleine vrouw te kunnen vol
doen
Na de ondergang van de Soclété
als Wilfrid. Pierre, zei zijn moeder,
leek cp een oom, een zekere Pierre De-
lusson, een broer van Jean Baptiste's
vader.
In die dagen verwachtte Cécile op
nieuw een kind. 's Avonds, als de ver
standhouding tussen hen inniger was
dan overdag, spraken zij soms over dit
kind, hoe zij het zouden noemen en
wat het zou zijn, een jongen of een
meisje. Dit laatste maakte voor Jean
Baptiste geen verschil. Hij had het le
ven leren zien als iets^ dat aan een - -
vrouw behoorde gewijd te zijn. Hij had scheen het leven van de Canadezen
altijd gewoond en gewerkt op het land, weer tot zijn normale verhoudinge
schokkende gebeurtenissen had hij terug te keren. Sinds het afbranden
weinig meegemaakt en wanneer zij van de kerk was er een algemene on-
plaats vonden, had hij ze nauwelijks rust onder de emigranten ontstaan en
als zodanig herkend. Zijn huwelijk had de aandeelhouders van de Societe kre-
hem in dit opzicht ruimschoots voldoe- gen zoveel geld, dat zij nog meer ui
ning geschonken; hij was rustig van hun evenwicht raakten. Nu_deze geld
aard. hartstochtelijke drift was hem roes een plotseling einde Benomen had.
vreemd. Zijn liefde uitte zich in voort- keerde ieder weer naar zijn dagelijkse
durende waakzaamheid en oplettend- arbeid terug.
heid, niet in woorden. (Wordt vervolgd
Wat Cécile betreft: zij wist van het
V - V -
vv .V- 'P V;,t :;■»?-
v V
PAUL DE CASPARIS,
schrijver van het boek „Men slaat geen
dode honden".
moet worden. Voor Jouhandeau zijn de
mensen uitsluitend geïnfecteerde ge
wetens. Deze schrijver abstraheert
van de mens en zijn wel en wee. Hij
leeft geconcentreerd op de infectie
haard.
„Oom Henri" is een superieure ro
man. maar na lezing heeft men niet
het prettige gevoel deel te hebben ge
had aan een levensloop. Men heeft van
een hoge troon af neergekeken op een
hand, waarin het blinkend lancet niet
trilde: men heeft onder de koele schijn
werper van het intellect het werk ga
degeslagen van een meester, voor wie
opereren creëren is. Deze roman is
eigenlijk een drieluik van vertellingen,
getiteld „Oom Henri", „Tante Margue
rite" en „Kleine Jean". Gedrieën vor
men zij een gezin: vader, moeder en
kind. Van gezinsverband is echter geen
sprake. Iedere figuur is op de operatie
tafel een geval apart. De eigengereid
heid, waarin zij met elkaar overeen
stemmen, laat zich niet zozeer terug
brengen tot een familietrek, als wel tot een
voor Jouhandeau kenmerkende eigen
schap van alle gewetens. De ik-figuur,
die in deze drie familieleden het gewe
ten blootlegt, vergelijkt zichzelf na
drukkelijk met God. Zoals God hart en
nieren proeft, zo proeft de schrijver
ze. Een godslasterlijke opvatting van
het schrijverschap? „Ik deelde Gods
alomtegenwoordigheid met Hem", deelt
de verteller ons mee in de aanloop tot
zijn verhaal. „Daar ik met Hem overal
aanwezig was. met Hem handelend op
trad, en op de minuut af op de hoogte
was van de behoeften van degenen
die ik liefhad, kon ik hun terstond daad
werkelijke hulp brengen, ongerekend
nog andere kleine, geheime en dage
lijkse uitwisselingen. Ik kon hen om zo
te zeggen aanraken en zij raakten mij
op een geheimzinnige wijze aan, dank
zij deze gemeenschappelijke zee waar
wij tezamen ingedompeld waren, al
bevonden we ons dan ook ver van el
kander verwijderd".
Is hiermee eigenlijk niet die begaafdheid
aangeduid, waar iedere schrijver gebruik
van maakt zodra hij figuren binnen het
raam van zijn verbeelding met elkaar in
contact brengt en waar hij eenvoudig niet
buiten kan. omdat hij handelend in het
leven van mensen moet ingrijpen, juist op
het geheime moment dat dit nodig is? Geldt
dit algemeen voor de romanschrijver als
schepper van levens. zeker geldt dit
voor Jouhandeau. die gewetens schept. In
grijpen in een geweten, hart en nieren
proeven en doen proeven, de rol van goed
en kwaad ten aanzien van de eeuwigheid
uitmeten. het zijn opdrachten die de
kunstenaar niet zonder een besef van op-
permachtigbeid uitvoert. Dat Touhandeau's
werk desalniettemin vrij blijft var, eigen
dunkelijkheid of blasphemische geest, dankt
deze kunstenaar aan een „truc" die hij toe
past op zijn scheppingsproces. Enerzijds is
nij de createur-operateur. zich bewust van
zijn volle verantwoordelijkheid: anderzijds
wimpelt hij alle verantwoordehikheid an
zich af door op te merken, dat hij niets an
ders doet dan deel nemen aan het grote
plan van God met de wereld. Mislukt dit
plan. of maakt het resultaat een ontstellen
de indruk, dan is dit niet zijn, Jouhandeau's
schuld, maar lag het in de orde der schep
ping. in Gods Voorzienigheid. reeds
aldus gereed. In deze onverantwoordelijke-
verantwoordeliike houding gelijkt Jouhan
deau precies op de figuur van Oom Henri.
Tenslotte opereert een kunstenaar op de
eigen huid
„Hel huis in Dormer Forest
Traditioneler van opzet en inhoud,
maar toch ook opvallend in gewetens
zaken tierend, is de roman van Mary
Webb: ..Het huis te Dormer Forest".
In Dormer-State, een Engels landhuis,
woont een nogal uitgebreide familie,
met wier wederwaardigheden wij uit
gebreid kennis maken. De kindse groot
moeder beheerst de atmosfeer met haar
te onpas gebruikte bijbelteksten. De
ouders zeulen voort in de tredmolen
van een geloof zonder bezieling. In de
kinderen worden de tegenkrachten
wakker. Het gehele huis gonst van de dis
harmonie tussen de generaties, die het
bewonen. Men denkt, dat de vreze des
Heren er thuis is, maar het is de angst
voor verdoemenis. Grootmoeder spreekt
tenslotte de vloek over Dormer-State
uit door het huis in brand te steken.
Mary Webb is een verdiensteliik
schrijfster, maar in de exquise Parel
snoerreeks is ze toch niet helemaal op
haar plaats. Haar roman heeft de kw-a-
liteiten plus de goedkoope effecten van
bijvoorbeeld Daphne du Maurier's .Re
becca". Zij idealiseert de figuren, die
haar dierbaar zijn; hangt een mystiek
waasje om hen heen en oogst zodoende
het succes van een gemakkelijk mee te
slepen publiek.
„Men slaat geen dode honden
Het debuut van Paul de Caspa-
ris in deze reeks is wèl op zijn
plaats. Deze jonge schrijver, op wiens
naam de aandacht werd gevestigd,
toen hij vorig iaar met Antoon Coo
len en Ernest Claes als prijswinnaar
voor Nederland werd gekozen^ :n de
krantenwedstrijd voor 's werelds beste
korte-verhaal, bevestigt hier met drie
flinke verhalen zijn talent. Driemaal
stelt hij een jongmens van na de oorlog
aan ons voor. in wie optimisme en pas
simisme met elkaar slaags zijn. Het
slagveld is weer.het geweten. De
Casparis kan schrijven; zijn optimisme
„doet het", omdat het pessimisme er
voortdurend in op de loer ligt. Hij
overtuigt zijn lezers door de eerlijkheid,
de eenvoud en de levensechtheid van
ziin verhaalkunst. Bovendien is hij
origineel in het kiezen van zijn onder
werpen. ..Men slaat geen dode honden
bewijst, dat er uit Paul de Casparis een
verteller van formaat kan groeien.
NICO VERHOEVEN.
Marcel Jouhandeau: „Oom Henri",
vertaald door dr. N. G. H. Deen: Mary
Webb ..Het huis in Donner Forest
vert, door M E. Lourensvan Wagens-
veld naar de 26e dr. van de Engelse
uitgave: Paul de Casparis: ..Men sat
geen dode honden" Het Parelsnoer.
Uitg. Foreholte, Voorhout.
Advertentie
Bekende
schriftelijk* cursui
Middelb. akten Talen en Wiskunde M.O.
Aan het voorlopig verslag der Tweede
Kamer over het „voorstel van de heren
Romme c.s. tot wijziging van artikel 116
van het reglement van orde" is het vol
gende ontleend: Bij het afdeiingsonder-
zoek van dit voorstel bleek men alge
meen waardering te hebben voor deze
poging om het vragenrecht beter aan
zijn doel te doen beantwoorden. Van
verschillende zijden meende men, dat
het voorstel er toe kan leiden het karak
ter van het Kamerwerk levendiger te
maken en de publieke belangstelling te
bevorderen. Men stemde dan ook gaarne
met de hoofdzaken van het voorstel in.
Vele leden stelden evenwel de vraag,
of het voorstel niet te veel van de ge
dachte uitgaat, dat de Kamer de rege
ring kan verplichten op een bepaald tijd
stip te antwoorden. Van andere zijde
wees men er op, dat de Kamer krach
tens Nederlands constitutioneel recht
haar eigen agenda vaststelt en daardoor
de regering altijd tot op zekere hoogte
dwingt op bepaalde tijdstippen te ver
schijnen.
De ervaring heeft geleerd, zo voegden
vele leden hieraan toe. dat de beantwoor
ding van schriftelijke vragen weieens
erg lang duurt, zonder dat voor deze
vertraging een afdoende reden is aan
te voeren. Een snelle beantwoording
van vragen is echter zeer wenselijk. Ook
daarom verdient de mondelinge beant
woording. welke doorgaans op veel kor
tere termijn zal plaats vinden, aanbeve
ling.
Bij de Tweede Kamer is ingediend het
wetsontwerp „Minimum-wachtgeldrege
ling ingevolge artikel 3 van de „Garan-
tiewet militairen KNIL"
De uitkeringen aan de ex-KNIL-militai-
ren, die voor toepassing van deze rege
ling in aanmerking zullen komen, wan
neer door hen geen neveninkomsten
worden genoten, zullen zich per maand
om een gemiddelde bewegen van rond
f140. indien het een zgn kostgagnger of
alleenwonende betreft, van rond f 160
wanneer 't gaat om een zgn kostwinner,
welk bedrag bij het bezit van 1. 2 of 3
kinderen, wegens kinderbijslag aangroeit
tot resp. rond f170, f185, en f200 per
maand, boven welke bedragen geduren
de het eerste tot en met het derde jaar
een wekelijkse toeslag van f3.aflo
pend tot f 1 zal worden uitgekeerd.
De Aartsbis.-coadj. var, Utrecht. Z. H.
Exc. Mgr. Dr. B. J. Alfrink, zal a.s.
Maandag, Dinsdag en Donderdag
audiëntie verlenen
De filmoperateur van het Neder
landse Rode Kruis vertrok Vrijdag
ochtend vroeg naar Appingedam om
enkele propaganda-voorstellingen te
verzorgen. Door een misverstand
nam hij ook een film mee, die des
avond in Nooddorp moest draaien.
Van deze film bestaat slechts één
cop ie. Het Nederlandse Rode Kruis
belde om twaalf uur de A.N.W.B.
op met het verzoek de Wegenwacht
op het traject HarlingenGroningen,
waar de auto volgens berekening
moest zijn. een boodschap aan de
operateur te laten overbrengen. Om
twee uur meldde zich de Rode-
Kruis-man, hetgeen tijdip genoeg
was om de film per trein te verzen
den. teneinde te voorkomen, dat in
Nooddorp een zaal mensen vergeefs
zou zitten wachten.
Aanvangende begin Mei zal het trae-
tiemiddelenpark der Nederlandsche
Spoorwegen successievelijk worden uit
gebreid met een tiental zes-assige elec
trische locomotieven van de Franse fa
briek Alsthomme te Belfort. De vijftig
bestelde Franse vierassige electrische lo
comotieven zijn reeds grotendeels afge
leverd. Ofschoon anders van uiterlijk
zullen in capaciteit de nieuwe Franse
locomotieven min of meer beschouwd
kunn'en worden als de zusjes van de lo
comotieven van het Amerikaanse type,
die goeddeels van Heemaf-fabrikaat zijn.
Z. H. Exc. Mgr. J. Buis, Apostolisch
Prefect van Noord-Borneo, is benoemd
tot Apostolisch Vicaris, nu zijn Prefec
tuur tot Vicariaat verheven is. Mgr.
Buis werd in 1902 te Leiden geboren
en in 1927 te Mill Hill (Eng.) tot pries
ter gewijd.
Wanneer en waar de* bisschopswijding
zal geschieden is nog niet bekend. De
nieuwe bisschop zal gewijd worden tot
titulair bisschop van Areololea.
Bij besluit van de H. Congregatie van
de Propaganda Fide is de benaming
Apostolisch Prefectuur van Serawak,
veranderd m Apostolisch Vicariaat van
Kuching. Als eerste Apostolisch Vicaris
(is benoemd Z. H. Exc. mgr. J. Vos, titu
lair bisschop van Cnidus.
Mgr. Vos werd geboren te Amsterdam
21 Maart 1902. Hij studeerde in het St.
Joseph Studiehuis tb Tilburg, vervolgens
in het Missiehuis te Roosendaal en werd
17 Juli 1927 ir. Mil) Hill (Eng.) priester
gewijd, waarna hij naar d« missie van
Serawak vertrok.