Hegeerbaarheid vertoont tendenz moeilijker te worden Kv.p. een stabiel element in de politiek sjü R" Ï3. z p ROMANS kenmerkend voor HET PARELSNOER De kunst die gewetens schept als bindend element E O Waardevolle reeks EDGAR DEGAS, classicus onder de Franse impressionisten N De familie GESLAAGD... "ïlanc t9 w kAltf !EET7.IJDIGHEID van de partij van f# HM 55 f k Een KLAAGLIED over GRIEP Sukarno benoemt twee formateurs r~door Jacques Ducharme i Vragenrecht in de Tweede Kamer Meer electrische locomotieven PROF. ROMME OP PARTIJRAADSVERGADERING K.V.P. VOOR DE VERDERE TOEKOMST ?p j ""V! 1 %fp" K# Wi' 5^ 5" P r Acht schrijvers van „De Doolhof" Post voor militairen op weg naar Korea Mr. G. van Baren ten grave gedragen LITERAIRE KRONIEK HILVERSUM W achtgeldregeling voor ex-KNIL-personeel Wegenwacht brengt uitkomst Nieuwe Apostolische Vicarissen Mgr. J. Buis en Mgr. J. Vos o flllSl ■onden oorbij ZATERDAG 1 MAART 1952 PAGINA 3 rifll 9'steren te Utrecht gehouden vergadering van de huii'lraad var> de K.V.P. heeft prof. Romme gesproken over de '^'9© staatkundige toestand. Om deze toestand, met het oog de komen gaat, te peilen, is het beter, te rade te gaan bij lap yi guy tjü ervaringen van de staatkundige praktijk van alle dag, al- ,^Pr- En die ervaring leert helaas, dat de legeerbaarheid van t|J?er.'ar,d de tendenz vertoont van moeilijker te worden. Met h6t e is er een niet onbedenkelijke groei in het verschijnsel, dat l5 al meer te lastig schijnt te zijn, zich in de practijk neer te »ro en bij een regeerprogram, uiteraard een gemengd regeer- 9rörr>, waartegenover men zekere morele verplichtingen ;00 tV' *Vr aanvaard. ecAfa nuanceverschillen friGl mr. Steenberghe :%>r. :v>ii Karakter der Partij it ufi 9' Sw Groep-Steenberghe 1 R.K. UNIVERSITEIT Pater Hendrikx privaat docent theol. faculteit DANK ZIJ Instemming met voorstel- Romme Audiëntie ien was i" ide i'1 gau,f t een Xeinet0'' erd list icht at Liffeu15 tal iet jke was schad8- Advertentie de of»1; 'S< iaa» et eSMtot #1 ■eD*> lef/ lenV a pf of >r P>f d«4# ifl nie' °P de' standpunt, aldus ttjj' ""mme, dat er tussen een re- Ht( 8 en een Kamermeerderheid »ït| "trekking tot de uitvoering !'a,, rcn program sprake kan zyn l'a* ook maar zou kunnen °P juridische bindingen. Maar r er over ecn program over ig en wanneer er overlegd is Vjt, de staatkundige samenstelling ,,een kabinet, en wanneer dan (lui Vcrleg heeft geleid tot een zo- ''Jn n overeenstemming, dat men bel, Po''tSeke geestverwanten in het 'tel,.8 yan het land adviseert tot let aan een dergeiijk kabi- btOrè? l'an olllstaan daaruit wel Wicht- bindingen: de morele ver- ïiw "tSen van het kabinet, om het ten arn loyaal ten uitvoer te leg- 't Len 'ie morele verplichting van Vtu ertlerheidsgroepcn, om aan de (ft z.enlijking van het program, %ai.u,teraard gemengd program, u medewerking te geven. i' wt r V it* 5' o «tfO S tjJ^'eecie kabinet-Diees was echter tic fijRs een maand oud, of van- (jtCtl imCtie van de P- v- d- A- Rwam li" ititp pellatie over de prijspolitiek, j'e ita®jPellatie waarvan een lid van «t cue, de heer De Kadt, schreef, t W'^lledig in strijd was met het It int»aarde regeringsprogram", zodat b'tt, arPellatie-Nederhorst, aldus De tal séii indruk maakte van de daad 3en Politieke partij, die van alle eëelijk wil eten". En dan komt fa v Jaai' later het partijbestuur van iito ttiif®: A-. naar bet schijnt in over- t^Pti^hg met de fractie, met een "Pc tt» §ram nog v°°r loPende dig Pp v9jire perioie, waarin die stel- s 1 su.tie heer Nederhorst „volle- J%,M met het regeringsprogram" ■v 0„,elijk zijn vervat. .ftaih.b, de leider van de V.V.D. in hebben we in Juli van het C'letnl81" (t9en bestond het tweede If "fee 6 j-.VLe.y ma,anden) erop moe- th 0fde -ï we' een der toen aan Hh 2ijndc belastingen „in beginsel :.?i<ibaVaardig" en daarom „onaan- |.ar" kon noemen, maar oat die- P lasting met zoveel woorden in b, !ei'ingSprogram stond vermeld. En Oud nu dezer dagen bij de .)ni rziening heeft vertoond l5 innemen van een zeer be- iiJiicuicu van ccu uu- 5 tiaa r standpunt-naar-buiten dan 'jhiin binnen was geschied mnnen was geschied is Lbin" collega aan de overzijde van V0iiel!e °f' óe voorzitter van de y ge. 6 Eerste-Kamerfractie, aanlei- ®est- te spreken van „een t> errassing" waaraan mr. jJPrki- :0ev°egde dat. als straks, na V lot '5,ln§eb. een kabinet op brede teJce] f :®nd komt en de V.V.D. daar- V'.,c "urnaakt, „aan een derde soort- rrassing geen behoefte be- htet verhelen, aldus ging spr. ik mij wel verheug, dat ik Vj alllef een beetje trots erop ga, eke verwijten- die men aan de t?bi i", Vf jU «f ét terecht en ten on- g men van haar toch zal li '5 O*®' da< zii stabiel element JU Ik kundig bestel vertegenwoor- 'K stab)5! eu8 mU erom. omdat ons ,'ltPori;e dementen in de politiek '4 E6d'g, beeft. Y'fcie biermee niet, dat wij een J'tfen 0ieR voeren of zouden moe- Tv'tin' een d.ynamische wereld, Jfi een yij leven, is alleen op haar dynamische politiek, die re- k\\'dU met de wisselende om- -t/tHj erP zich aan die wisselende sneden aanpast en ze telkens ed mogelijk benut. N' Veijbeu0 mij, dat wij een sta- S[At 'n de politiek zijn in deze e» °?en weet, wat men aan ons P te i. l we de zelfbeheersing we- "rengen, die de uitvoering van een gemengd program noodwendig vraagt en die in de praktijk des Ieven9 niet altjjd even gemakkelijk op te bren gen is. Intussen, wanneer wij dit stabiele ele ment in 's lands belang zijn dan hebben wij dat zeker, en dan heeft het land dat zeker, in belangrijke male te danken aan het karakter van de partij; aan de vaste gemeenschappelijkheid en de na tuurlijkheid van haar diepere beginse len, aan de ver-gaande uitwerking van haar practisch program met behulp van Pauselijke en Bisschoppelijke richtlijnen, en aan de veelzijdigheid van haar sa menstelling. Sprekende over de veelzijdige maat schappelijke samenstelling van de K.V.P wees spr. erop, dat deze samenstelling wel eens wordt uitgekreten voor haar zwakheid. Zij is echter onze kracht, al dus de heer Romme, zij behoort tot de volstrekte onmisbaarheden van onze kracht. Ik weet het, dat wij allerhand redenen hebben, en eerbiedwaardige en gerechte redenen, om politiek aan elkaar vast te houden: om onze emancipatie, waarvan men ons de voltooiing voorpraat, een voorpraterij, waarvan iemand, als ik het zo mag zeggen, de onwaarheid beter aanvoelt naarmate hij hoger stijgt, om de elementaire belangen van onze gezin nen, waarvoor wij vaak een eenzame groep vormen, maar met mogelijkheden gelegen in de politieke kracht van het nuchtere getal; om onze rechten in op voeding en onderwijs, die niet alleen onvoltooid zijn maar die onze politieke bescherming heel zeker nog niet kunnen ontberen; om onze geestelijke cultuur, om onze kranten, om onze radio, en noemt u maar op. Ik zal de laatste zijn, het te ontkennen, al is het eigenlijk droevig dat we daarvoor nog altijd een blok van politieke macht moeten vor men. Maar wanneer ik de staatkundige toestand van het land overschouw, wan neer ik mij afvraag: „wat is, politiek, vandaag en hier, de grootste verant woordelijkheid voor de katholiek in 's lands belang en ook en evenwijdig daaraan, in het katholieke belang?" wanneer ik mij deze vraag stel. dan kan ik alleen maar komen tot de con clusie, dat de grootste verantwoorde lijkheid hier zit: blijft niet onder de maat, om uw gemeenschappelijke ka tholiciteit uit te dragen in een ge meenschappelijke financieel-economisch- sociale politiek, in een synthetische op lossing van de hier liggende problemen, in hervorming en alzijdige beleving van de eigendom in christelijke zin, in be vordering van ons maatschappelijk le ven naar wat Pius XII nog dezer dagen gezegd heeft: dat zo duidelijk is, wat de Pausen ons hebben voorgehouden, dat voor ons allen alleen maar over blijft het doen. In de veelzijdigheid van onze maat schappelijke samenstelling ligt onze kracht, onze katholieke kracht en onze Nederlandse kracht. Willen wij blijven bijdragen het beste, wat wij politiek aan Nederland kunnen geven, dan moe ten wij de veelzijdigheid bewaren. Ook nog om deze reden, dat wij in Neder land in het sociale vlak qua kracht bij na telkens achter liggen, hier meer daar minder, vergeleken bij wat wij kunnen opbrengen in het politieke vlak. Het getal van onze Katholieke partij is belangrijk voor onze omvang en dus vooral voor onze naaste toekomst; de veelzijdigheid, naar elke kant, van onze Katholieke partij is belangrijk voor ons karakter, en dus vooral voor onze ver dere toekomst. Met mijn persoonlijke en politieke vriend Steenberghe, aldus ging prof. Romme voort, die voor mij in het in zicht van de noodzaak van een Katho lieke politieke partij geen streepje on derdoet, had ik een feitelijk verschil van mening: hij was en is van oordeel, dat er gevaren hebben gedreigd voor min of meer belangrijke afzwakking van de partij ik geloofde en geloof daarvan niets. Maar dat ongeloof mij- ie In9elheim, 15 km. ten Westen van Mainzstaat het hierho- ,e oude en thans danig verwaarloosde huisdat voor het Ne- Joh Qr uur gebied zijn merkwaardigheid ontleent aan het feit, dat ^Ur09e bewn Ü7 9estorven is. In 1880 had hij het ten geschenke gekregen van S li ?a heeft i^aar Amsterdam en na zijn vele zwerftochten door (Azië u hij er een tehuis voor zijn ouderdom gevonden. h -j- <?riancj^„ door toevallige omstandigheden te koop is geworden, tracht «it, «v e "e Multatuli-gennotschap de benodigde kqopsom bijeen te bren- ®ha, centrum van te makelt van Nederlandse culturele voorlichting nerzijds heeft mij allerminst verhinderd, even hard als hij, uit te zijn op het over leg, dat er tussen zijn groep en hetD.B. van de partij is gevoerd: zijn hoofdmo tief en ik zeg niet: zijn enige motief, want de nitnace-verschillen speelden natuurlijk ook en deugdelijk een rol maar zijn hoofdmotief was toch voorkoming van de aantasting van de partij langs de weg van het getal. En dat werd geëvenaard door mijn hoofdmotief: de voorkoming van dè aantasting van de partij langs de weg van inbreuk op haar veelzijdigheid. Omdat ik die veelzijdigheid als zo be langrijk zie. heb ik mijn nogal bezette t'ijd uitermate nuttig besteed geacht aan het gevoerd overleg en natuurlijk heb ook ik ervan geleerd en hoop ook ik mijn verder voordeel, in 's lands be lang, ermee te doen. In een debat, dat zich naar aaneiding van het betoog van prof. Romme ont spon, werden enkele belangrijke, doch meer onbelangrijke kwesties aange sneden. Op de keper beschouwd is het zeer mager, wat er aan discussie bij zo'n gelegenheid in de partijraad op bloeit. Een uitermate verward betoog van een afgevaardigde uit Eindhoven, heeft inmiddels prof. Romme toch nog ge prikkeld tot het weggeven van een felle verdediging als zou zijn beleid te zeer in socialistische richting gegaan zijn. Herhalend wat voorzitter Andriessen 's morgens reeds gezegd had, noemde hij onregeerbaarheid van ons land zon der de P. v. d. A. een pure fantasie en hij vroeg zich af welke dwaas deze term heeft uitgevonden. Verder voerde hij te zijner verdediging aan zijn po gingen bij de kabinetsformatie om de christelijke partijen mee te laten spelen. Nu, aan zijn streven in die richting be hoeft men waarlijk niet te twijfelen. Inzake critiek van andere zijde geuit over afwijkingen van de middenkoers, heeft prof. Romme aangevoerd, dat de middenweg beter is dan de naald van een gletscher. Spreker ontkende met veel élan. dat de K.V.P. van de midden koers gedevieerd zou zijn. Mej. dr. Marga Klompé, zich overi gens aansluitend bij prof. Romme's af wijzing van de stelling, dat ons land on regeerbaar zou zijn zonder de socialis ten, heeft naar voren gebracht de ver lammende werking op de regeerkracht welke de afzijdigheid der socialisten in verschillende andere landen uitoefent. Waarna andere specialisten van de fractie op aparte kwesties zijn ingegaan, welke echter voor de grote lijnen van het K.V.P.-beleid van niet zó essentiële betekenis zijn De uitgeverij „Het Wereldvenster" heeft bij het doen verschijnen van de eerste Nederlandse collectieve roman „De Doolhof" een prijsvraag uit geschreven. Geraden moest worden wie van de acht auteurs elk der diverse hoofdstukken heeft geschreven. Op deze prijsvraag zijn 211 inzendin gen binnengekomen <40 pet. van dames. 60 pet. van heren). De eerste prijs is gewonnen door de heer G. de Gooyer te Weesp, de tweede prijs door de heer W. Kaan te Hilver sum, de derde door de heer H. Balver*- te Hilversum. De oplossing is: hoofdstuk 1: Hen- riëtte van Eyk; hoofdstuk 2: Max Den- dermonde; hoofdstuk 3: Anton Coolen: hoofdstuk 4: Hella Haasse; hoofdstuk 5: Alfred Kossman; hoofdstuk 6: Anna Blaman; hoofdstuk 1: Adriaan van der Veen; hoofdstuk 8: Simon Vestdijk. Post voor de militairen van het aan vullingsdetachement NDVN op weg naar Korea, welke bestemd is voor uit reiking in de tussenhavens moet uiter lijk 3, 9 en 16 Maart a.s. in Nederland ter post worden bezorgd. Het adres moet de volgende aanduidingen bevat ten: rang, naam en voorletters, leger- nummer, aanvullingsdetachement NDVN op weg naar Korea, Amsterdam-Schip hol. militair. De namen van de vermoe delijke tussenhavens en van het schip mogen dus niet worden vermeld. Na 16 Maart a.s. mag de aanduiding „aanvullingsdetachement NDVN" niet meer in het adres worden opgenomen en moet als volgt worden geadresseerd: rang, naam en voorletters, legemum- mer, NDVN. Napo 5100 Amsterdam- Schiphol, militair. Het Bestuur der Sint Radboudstichting heeft op verzoek van de Hoogeerwaarde Pater Provinciaal der Augustijnen met ingang van het studiejaar 19521953 toe gelaten als privaat-docent bij de theolo gische faculteit der R.K. Universiteit de Zeereerwaarde Pater Dr. E. Hendrikx O.E.S.A. te Nijmegen teneinde onderwijs te geven over de H. Augustinus als Kerkvader en theoloog. „Net voelde ik me nu eens kiplekker „en daar krijg ik me een regelrechte „griep. Je weet wel, met pijn die van „je keel naar je oren, vandaar naar „je voorhoofd en dan weer naar je „borstkas en je ledematen kruipt. Mijn „hoofd is net een vormeloze hoop wat- „ten; ik ben helemaal dof en heb al- door koorts. Geen wonder, als één van „je huisgenoten het hele huis besmet „met haar hoest- en proestbuien. „Nu begint er een zwerm bijen in „mijn hoofd te zoemen, wat me zo „duizelig maakt, dat ik maar eindig." De schrijfster van deze klaagbrief zou er goed aan doen een doosje AKKERTJES te laten halen. Dan waren haar klachten spoedig ver holpen. AKKERTJES zijn ware griep- be3trijders. Ze werken koortswerend, pijnstillend en bevorderen het trans pireren. Neem AKKERTJES in huis. Morgen kunt U ze nodig hebben. Prawoto Mangkusasmito, viee-voor- zitter van de Masjumi (Islamietische partij), en Sidik Djonosukarto, presi dent van de P.N.I. (nationale party) zijn door president Sukarno belast met de vorming van een nieuwe Indonesi sche regering, die „sterk moet zijn en ruime steun in het parlement moet hebben". By de opdracht is geen tijds limiet gesteld, doch in politieke krin gen te Djakarta hoopt men en ver trouwt men algemeen, dat de forma teurs spoedig zullen slagen. Politieke waarnemers hebben Djuanda als mogelijke toekomstige minister president genoemd. De formulering van de opdracht laat de formateurs ruimte om pogingen ie ondernemen in de richting van een zaken-kabinet of van een coalitie-ka binet. Onder zeer grote belangstelling is Vrijdagmiddag te Delft op de algemene begraafplaats Jaffa ter aarde besteld het stoffelijk overschot van mr. G. van Ba ren, lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en oud-burgemeester van Delft. In de aula hadden zich vele offi ciële personen verzameld, o.a. mr. L. A. Kesper, commissaris der Koningin in Zuid-Holland, dr. J. Schouten, voorzit ter van de anti-revolutionnaire kamer fractie, jhr. mr. Van Aseh van Wijk, se cretaris van de anti-revolutionnaire Statenfractie en mr. dr. J. Donner, pre sident van de Hoge Raad. Nadat het stoffelijk overschot in het familiegraf was bijgezet ging dr. H. Mulder voor in gebed. r zijn weer drie waardevolle boeken verschenen in de romanreeks, die Het Parelsnoer heet: „Oom Henri", een nieuwe roman van de Fransman Marcel Jouhandeau; „Het huis in Dormer Forest", een Engelse familie roman van Mary Webb; en „Men slaat geen dode honden", een drietal novellen, waarmee de jonge Nederlander Paul de Casparis als boekschrijver zijn debuut maakt. Hoe verschillend deze drie werken ook zijn naar opzet, inhoud en *iit- werking, ze hebben toch iets zo essentieel gemeendat men hun uitgave in één boekenfonds niet toevallig kan noemen. Kennelijk laat de uitgever van Het Pa relsnoer zich bij zijn keuze leiden door een grote voorliefde voor één genre der romankunst: de kunst, die gewetens schept. ok uit de uitgave van de eerste Parelsnoerromans, vorig jaar, sprak deze voorliefde. In de uit het Duits vertaalde roman „Duel bo ven de afgrond" van Heinz Risse (hier besproken op 24 Febr. ,'51) wordt de hoofdrol gespeeld door een moorde- naar_ die zich in zijn mémoires reken schap geeft van zijn zonde. Zijn gewe ten zegt hem, dat niet die concrete moord zijn zonde was, edoch zijn tc kortschieten in liefde voor het levens mysterie. „Duel boven de afgrond" <s de roman van een gewetensonderzoek, plaats grijpend onder hoogst actuele tij dsomstandigheden „De versierde dwaling" van de Schot se dichter James Hogg (hier besproken op 14 April '51) speelt onder heel an dere omstandigheden, namelijk tijdens de protestantse troebelen in Schotland omstreeks 1700. De roman verscheen in 1824 onder de titel „Confessions of a fanatic", maar werd pas ruim een eeuw na de dood van de schrijver door de critiek opgemerkt. Het geweten speelt er lijfelijk de hoofdrol in. Hogg's ver bijsterende verhaal biedt ons een beeld van de mens, die zich in zijn gods dienstwaanzin gespleten ziet in een goede en een slechte helft. Deze „helf ten" leiden ieder een zelfstandig leven Zij bestrijden elkaar en gaan aan el kaar ten onder. Zij zijn elkanders broe ders. De een pleegt op de ander broe- dermoord en het einde is zelfmoord; wat ons op dat moment voor ogen staat, is niet de tragiek van een mensenleven; het is de tragiek van een geweten, dat zich in woeste uitwassen van dweep zucht verloor. „Oom Henri" Aan de uitgave van Jouhandeau's werkje „Oom Henri" ging de uitgave van een andere roman van Jouhandeau vooraf: .De fout van Louise Bazilaire". Ook deze romans leveren geen karak terbeeld op- er liggen uitsluitend ge wetens in bloot. Zij liggen bloot voor ons als patiënten op een operatietafel voor de chirurg. Voor de chirurg is de patiënt uitsluitend een maagzweer of een blindedarm, die weggenomen og tot 23 Maart duurt de tentoon stelling welke'in bet Stedelijk Mu seum te Amsterdam is ingericht voor de classicus onder de Franse im pressionisten, Edgar Degas, die ge leefd heeft van 1834 tot 1917. Men leert op deze gocd-gearrangeerde expositie de meester uitstekend kennen, juist omdat het accent valt op zijn nooit-aflatend worstelen met de vorm. Degas stelde aan iedereen, en het meest aan zich zelf. de hoogste eisen. Hij achtte zijn werk eigen lijk nooit „voltooid".'Onverzadigbaar in zijn drang naar waarheid en volkomen heid. haalde hij bij zijn vrienden de schilderijen, die hij hun geschonken of verkocht had, van de muren af, om ze opnieuw onder handen te nemen. Maak te hij daarbij geen vorderingen naar zijn zin, dan bracht hij voor het meegeno men werk een ander in de plaats. Na enige tijd ontdekte hij dan ook daérin weer fouten. De bezitters vertoonden ten slotte de begrijpelijke neiging, datgene wat zij van zijn hand hun eigendom konden noemen, spijkervast te maken. Zo bleef Degas, die nu door iedereen voor een meester wordt gehouden, voor de kunstenaar, die aan de meest blij vende waarden van het Franse impres sionisme het rijkst heeft bijgedragen, een eeuwig student in de wereld van vorm en kleur. Men vindt op de Amsterdamse ten toonstelling betrekkelijk weinig voltooi de olieverf-schilderijen, maar er zijn ve le pastels, krijttekeningen en schetsen en er is een pakkend overzicht van de bronsgietsels, gemaakt naar zijn model- len in was of klei. Hiervan ziet men hiernaast een specimen, een jong danse resje voorstellend. 21 De Nederlandse vertaling door Gabriël Smit is verschenen bij de UITGEVERIJ HET SPECTRUM De lichten werden uitgedraaid en de ouders gingen weer naar beneden. Daar bleven zij tot tien uur of even later, pratende over de dingen van de dag of lezend en breiend. Als de torenklok tien uur sloeg konden ze dat goed horen. Twee of drie minuten later stopte een sneltrein aan het station en wanneer die vertrok, klonk fel en doordringend de stoomfluit. Dan stond Jean Baptiste op, keek de deuren na en sloot ze. Hij wond de keukenklok op en keek of de grote klok in de hal, het enige stuk huisraad, dat Cécile uit Canada had meegebracht, gelijk liep met zijn horloge. Wanneer dit alles gebeurd was ging hij terug naar de huiskamer en zei tegen zijn vrouw: „We gaan naar bed, Cecile. Dan glimlachte ze naar hem, pakte haar breiwerk op. bergde het weg en volgde hem. Deze dagelijkse volgorde werd vrijwel nimmer verbroken, alleen wanneer een zeer belangrijke gebeur tenis het normale verloop van de dag had verstoord. Dan konden zij lang over en weer blijven praten, soms tot na midder nacht. Gewoonlijk was iedere dag echter gelijk aan de voorgaande. Jean Baptiste was geheel gewend aan de regelmaat van het fabriekswerk en het leek hem noodzakelijk, dat er ook in zijn huis een dergelijke regelmaat heerste. Hij hield er van, dat het middagmaal klaar stond als hij thuis kwam; de kin deren moesten zich aan tafel ordelijk en netjes gedragen. Wanneer de dingen op een bepaalde manier en op een be paalde tijd iedere dag werden gedaan, bespaarde dat zijn vrouw en hem veel moeite. De kinderen namen hun boterhammen voor de middag mee naar school, maar leven weinig meer dan zij voor haar huwelijk wist. Zij had ook geen lust om alles te onderzoeken of te weten. Zij trouwde, toen zij vier-en-twintig jaar was met een man, die goed voor haar was en veel van haar hield; nu, na tien jaar, zou zij geen andere weg hebben willen kiezen. Zij leefde ge voeliger dan Jean Baptiste. maar ze was toch nooit buitenissig. Haar moe derlijk leven trachtte zij bewust te be heersen voor het haar beheersen kon. Hoewel hun karakters in sommige opzichten dus veel verschilden, golden Jean Baptiste kwam iedere middag thuis. Hij at weinig, maar was gesteld zij als het beste echtpaar van de wijk 0D degelijke, goed bereide kost. En hij en werden zij velen ten voorbeeld ge- drone erop aan dat zij van alles het steld. Cécile's adviezen in huwelijks- beste zouden hebben, zelfs al zou hij aangelegenheden deden Jean Baptiste daardoor minder of niets kunnen spa- eens tegen haar zeggen: ren Spaarzaamheid met kracht en ge- „Jij trouwt nog meer jonge mensen zondheid leek hem een nog belangrij- dan de pastoor". ker levenseis- voor de rest zo dacht Dat was in zekere zin waar. want hii zou dan wel vanzelf worden ge- Cécile was in haar huwelijksleven zo zored Zo kwam het ook, dat de De- gelukkig geweest, dat zij anderen ook lussons er gezond uitzagen. een dergelijk geluk deelachtig wilde Etienne scheen op zijn vader te gaan laten worden. Wanneer zij hoorde dat geliiken hij had cok hetzelfde donkere j°nge mensen er over dachten te trou- haar. De meisjes waren verschillend wen, stond zij altijd klaar met hulp en en hadden van beide ouders wat, even- raad. Als iemand haar zou hebben ge vraagd, waarom zij zoveel plezier in het leven had, dan zou zij misschien niet eens een antwoord geweien heb ben. Toch was het eenvoudig genoeg. Zij vroeg weinig voor zichzelf, maar meer voor hen van wie zij hield. Nie mand kon haar ook weigeren, wanneer zij iets vroeg, niet voor zichzelf, maar voor haar kinderen of voor een vriend. De gevraagde was blij aan het verzoek van de kleine vrouw te kunnen vol doen Na de ondergang van de Soclété als Wilfrid. Pierre, zei zijn moeder, leek cp een oom, een zekere Pierre De- lusson, een broer van Jean Baptiste's vader. In die dagen verwachtte Cécile op nieuw een kind. 's Avonds, als de ver standhouding tussen hen inniger was dan overdag, spraken zij soms over dit kind, hoe zij het zouden noemen en wat het zou zijn, een jongen of een meisje. Dit laatste maakte voor Jean Baptiste geen verschil. Hij had het le ven leren zien als iets^ dat aan een - - vrouw behoorde gewijd te zijn. Hij had scheen het leven van de Canadezen altijd gewoond en gewerkt op het land, weer tot zijn normale verhoudinge schokkende gebeurtenissen had hij terug te keren. Sinds het afbranden weinig meegemaakt en wanneer zij van de kerk was er een algemene on- plaats vonden, had hij ze nauwelijks rust onder de emigranten ontstaan en als zodanig herkend. Zijn huwelijk had de aandeelhouders van de Societe kre- hem in dit opzicht ruimschoots voldoe- gen zoveel geld, dat zij nog meer ui ning geschonken; hij was rustig van hun evenwicht raakten. Nu_deze geld aard. hartstochtelijke drift was hem roes een plotseling einde Benomen had. vreemd. Zijn liefde uitte zich in voort- keerde ieder weer naar zijn dagelijkse durende waakzaamheid en oplettend- arbeid terug. heid, niet in woorden. (Wordt vervolgd Wat Cécile betreft: zij wist van het V - V - vv .V- 'P V;,t :;■»?- v V PAUL DE CASPARIS, schrijver van het boek „Men slaat geen dode honden". moet worden. Voor Jouhandeau zijn de mensen uitsluitend geïnfecteerde ge wetens. Deze schrijver abstraheert van de mens en zijn wel en wee. Hij leeft geconcentreerd op de infectie haard. „Oom Henri" is een superieure ro man. maar na lezing heeft men niet het prettige gevoel deel te hebben ge had aan een levensloop. Men heeft van een hoge troon af neergekeken op een hand, waarin het blinkend lancet niet trilde: men heeft onder de koele schijn werper van het intellect het werk ga degeslagen van een meester, voor wie opereren creëren is. Deze roman is eigenlijk een drieluik van vertellingen, getiteld „Oom Henri", „Tante Margue rite" en „Kleine Jean". Gedrieën vor men zij een gezin: vader, moeder en kind. Van gezinsverband is echter geen sprake. Iedere figuur is op de operatie tafel een geval apart. De eigengereid heid, waarin zij met elkaar overeen stemmen, laat zich niet zozeer terug brengen tot een familietrek, als wel tot een voor Jouhandeau kenmerkende eigen schap van alle gewetens. De ik-figuur, die in deze drie familieleden het gewe ten blootlegt, vergelijkt zichzelf na drukkelijk met God. Zoals God hart en nieren proeft, zo proeft de schrijver ze. Een godslasterlijke opvatting van het schrijverschap? „Ik deelde Gods alomtegenwoordigheid met Hem", deelt de verteller ons mee in de aanloop tot zijn verhaal. „Daar ik met Hem overal aanwezig was. met Hem handelend op trad, en op de minuut af op de hoogte was van de behoeften van degenen die ik liefhad, kon ik hun terstond daad werkelijke hulp brengen, ongerekend nog andere kleine, geheime en dage lijkse uitwisselingen. Ik kon hen om zo te zeggen aanraken en zij raakten mij op een geheimzinnige wijze aan, dank zij deze gemeenschappelijke zee waar wij tezamen ingedompeld waren, al bevonden we ons dan ook ver van el kander verwijderd". Is hiermee eigenlijk niet die begaafdheid aangeduid, waar iedere schrijver gebruik van maakt zodra hij figuren binnen het raam van zijn verbeelding met elkaar in contact brengt en waar hij eenvoudig niet buiten kan. omdat hij handelend in het leven van mensen moet ingrijpen, juist op het geheime moment dat dit nodig is? Geldt dit algemeen voor de romanschrijver als schepper van levens. zeker geldt dit voor Jouhandeau. die gewetens schept. In grijpen in een geweten, hart en nieren proeven en doen proeven, de rol van goed en kwaad ten aanzien van de eeuwigheid uitmeten. het zijn opdrachten die de kunstenaar niet zonder een besef van op- permachtigbeid uitvoert. Dat Touhandeau's werk desalniettemin vrij blijft var, eigen dunkelijkheid of blasphemische geest, dankt deze kunstenaar aan een „truc" die hij toe past op zijn scheppingsproces. Enerzijds is nij de createur-operateur. zich bewust van zijn volle verantwoordelijkheid: anderzijds wimpelt hij alle verantwoordehikheid an zich af door op te merken, dat hij niets an ders doet dan deel nemen aan het grote plan van God met de wereld. Mislukt dit plan. of maakt het resultaat een ontstellen de indruk, dan is dit niet zijn, Jouhandeau's schuld, maar lag het in de orde der schep ping. in Gods Voorzienigheid. reeds aldus gereed. In deze onverantwoordelijke- verantwoordeliike houding gelijkt Jouhan deau precies op de figuur van Oom Henri. Tenslotte opereert een kunstenaar op de eigen huid „Hel huis in Dormer Forest Traditioneler van opzet en inhoud, maar toch ook opvallend in gewetens zaken tierend, is de roman van Mary Webb: ..Het huis te Dormer Forest". In Dormer-State, een Engels landhuis, woont een nogal uitgebreide familie, met wier wederwaardigheden wij uit gebreid kennis maken. De kindse groot moeder beheerst de atmosfeer met haar te onpas gebruikte bijbelteksten. De ouders zeulen voort in de tredmolen van een geloof zonder bezieling. In de kinderen worden de tegenkrachten wakker. Het gehele huis gonst van de dis harmonie tussen de generaties, die het bewonen. Men denkt, dat de vreze des Heren er thuis is, maar het is de angst voor verdoemenis. Grootmoeder spreekt tenslotte de vloek over Dormer-State uit door het huis in brand te steken. Mary Webb is een verdiensteliik schrijfster, maar in de exquise Parel snoerreeks is ze toch niet helemaal op haar plaats. Haar roman heeft de kw-a- liteiten plus de goedkoope effecten van bijvoorbeeld Daphne du Maurier's .Re becca". Zij idealiseert de figuren, die haar dierbaar zijn; hangt een mystiek waasje om hen heen en oogst zodoende het succes van een gemakkelijk mee te slepen publiek. „Men slaat geen dode honden Het debuut van Paul de Caspa- ris in deze reeks is wèl op zijn plaats. Deze jonge schrijver, op wiens naam de aandacht werd gevestigd, toen hij vorig iaar met Antoon Coo len en Ernest Claes als prijswinnaar voor Nederland werd gekozen^ :n de krantenwedstrijd voor 's werelds beste korte-verhaal, bevestigt hier met drie flinke verhalen zijn talent. Driemaal stelt hij een jongmens van na de oorlog aan ons voor. in wie optimisme en pas simisme met elkaar slaags zijn. Het slagveld is weer.het geweten. De Casparis kan schrijven; zijn optimisme „doet het", omdat het pessimisme er voortdurend in op de loer ligt. Hij overtuigt zijn lezers door de eerlijkheid, de eenvoud en de levensechtheid van ziin verhaalkunst. Bovendien is hij origineel in het kiezen van zijn onder werpen. ..Men slaat geen dode honden bewijst, dat er uit Paul de Casparis een verteller van formaat kan groeien. NICO VERHOEVEN. Marcel Jouhandeau: „Oom Henri", vertaald door dr. N. G. H. Deen: Mary Webb ..Het huis in Donner Forest vert, door M E. Lourensvan Wagens- veld naar de 26e dr. van de Engelse uitgave: Paul de Casparis: ..Men sat geen dode honden" Het Parelsnoer. Uitg. Foreholte, Voorhout. Advertentie Bekende schriftelijk* cursui Middelb. akten Talen en Wiskunde M.O. Aan het voorlopig verslag der Tweede Kamer over het „voorstel van de heren Romme c.s. tot wijziging van artikel 116 van het reglement van orde" is het vol gende ontleend: Bij het afdeiingsonder- zoek van dit voorstel bleek men alge meen waardering te hebben voor deze poging om het vragenrecht beter aan zijn doel te doen beantwoorden. Van verschillende zijden meende men, dat het voorstel er toe kan leiden het karak ter van het Kamerwerk levendiger te maken en de publieke belangstelling te bevorderen. Men stemde dan ook gaarne met de hoofdzaken van het voorstel in. Vele leden stelden evenwel de vraag, of het voorstel niet te veel van de ge dachte uitgaat, dat de Kamer de rege ring kan verplichten op een bepaald tijd stip te antwoorden. Van andere zijde wees men er op, dat de Kamer krach tens Nederlands constitutioneel recht haar eigen agenda vaststelt en daardoor de regering altijd tot op zekere hoogte dwingt op bepaalde tijdstippen te ver schijnen. De ervaring heeft geleerd, zo voegden vele leden hieraan toe. dat de beantwoor ding van schriftelijke vragen weieens erg lang duurt, zonder dat voor deze vertraging een afdoende reden is aan te voeren. Een snelle beantwoording van vragen is echter zeer wenselijk. Ook daarom verdient de mondelinge beant woording. welke doorgaans op veel kor tere termijn zal plaats vinden, aanbeve ling. Bij de Tweede Kamer is ingediend het wetsontwerp „Minimum-wachtgeldrege ling ingevolge artikel 3 van de „Garan- tiewet militairen KNIL" De uitkeringen aan de ex-KNIL-militai- ren, die voor toepassing van deze rege ling in aanmerking zullen komen, wan neer door hen geen neveninkomsten worden genoten, zullen zich per maand om een gemiddelde bewegen van rond f140. indien het een zgn kostgagnger of alleenwonende betreft, van rond f 160 wanneer 't gaat om een zgn kostwinner, welk bedrag bij het bezit van 1. 2 of 3 kinderen, wegens kinderbijslag aangroeit tot resp. rond f170, f185, en f200 per maand, boven welke bedragen geduren de het eerste tot en met het derde jaar een wekelijkse toeslag van f3.aflo pend tot f 1 zal worden uitgekeerd. De Aartsbis.-coadj. var, Utrecht. Z. H. Exc. Mgr. Dr. B. J. Alfrink, zal a.s. Maandag, Dinsdag en Donderdag audiëntie verlenen De filmoperateur van het Neder landse Rode Kruis vertrok Vrijdag ochtend vroeg naar Appingedam om enkele propaganda-voorstellingen te verzorgen. Door een misverstand nam hij ook een film mee, die des avond in Nooddorp moest draaien. Van deze film bestaat slechts één cop ie. Het Nederlandse Rode Kruis belde om twaalf uur de A.N.W.B. op met het verzoek de Wegenwacht op het traject HarlingenGroningen, waar de auto volgens berekening moest zijn. een boodschap aan de operateur te laten overbrengen. Om twee uur meldde zich de Rode- Kruis-man, hetgeen tijdip genoeg was om de film per trein te verzen den. teneinde te voorkomen, dat in Nooddorp een zaal mensen vergeefs zou zitten wachten. Aanvangende begin Mei zal het trae- tiemiddelenpark der Nederlandsche Spoorwegen successievelijk worden uit gebreid met een tiental zes-assige elec trische locomotieven van de Franse fa briek Alsthomme te Belfort. De vijftig bestelde Franse vierassige electrische lo comotieven zijn reeds grotendeels afge leverd. Ofschoon anders van uiterlijk zullen in capaciteit de nieuwe Franse locomotieven min of meer beschouwd kunn'en worden als de zusjes van de lo comotieven van het Amerikaanse type, die goeddeels van Heemaf-fabrikaat zijn. Z. H. Exc. Mgr. J. Buis, Apostolisch Prefect van Noord-Borneo, is benoemd tot Apostolisch Vicaris, nu zijn Prefec tuur tot Vicariaat verheven is. Mgr. Buis werd in 1902 te Leiden geboren en in 1927 te Mill Hill (Eng.) tot pries ter gewijd. Wanneer en waar de* bisschopswijding zal geschieden is nog niet bekend. De nieuwe bisschop zal gewijd worden tot titulair bisschop van Areololea. Bij besluit van de H. Congregatie van de Propaganda Fide is de benaming Apostolisch Prefectuur van Serawak, veranderd m Apostolisch Vicariaat van Kuching. Als eerste Apostolisch Vicaris (is benoemd Z. H. Exc. mgr. J. Vos, titu lair bisschop van Cnidus. Mgr. Vos werd geboren te Amsterdam 21 Maart 1902. Hij studeerde in het St. Joseph Studiehuis tb Tilburg, vervolgens in het Missiehuis te Roosendaal en werd 17 Juli 1927 ir. Mil) Hill (Eng.) priester gewijd, waarna hij naar d« missie van Serawak vertrok.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 3