Op Keukenhof staan narcissen
en crocussen reeds in bloei
i
Prijs der sigaren moet omlaag
„HEDENDAAGS" blijkt een betrekkelijk begrip
Welk een sprekende verschillen
tussen generaties!
„De Pleiziervaart'
De familie
Kard. Mindszenty 60 jaar
Levende demonstratie van de grote
betekenis van het bloembollenbedrijf
De werkelijkheid
Wijzigingen in
belastingen
\~~~door Jacques Ducharme
Stichting tot financiering der studie
van vluchtelingen uit Oost-Europa
prins bernhard toont zijn grote inge.
Samenwerking met
Flora 1953
GEERVLIET
Speciale postzegel bij
jubileum Staatsmijnen
LITERAIRE KRONIEK
,,De jeugd is het enige
kapitaal, dat Hongarije
nog heeft
ZATERDAG 22 MAART 1952
PAGINA 3
NOMENHEID BIJ OPENING TENTOONSTELLING
H.H. WIJDINGEN
Die van goedkoper soorten
het meest
ïfeldr
Expositie Passiespelen
Bij O. L. Heer op Solder
Ook
hoort
hoortoestel
Keizersgracht 411
Amsterdam-C
B elastingverlaging
voor giften
Overzichtstentoonstelling
Matthieu Wiegman
IDEALE LUIERS
PIKÉ, FLANEL,
HYDROPHIEL,
ONDERLEGGERS.
(Van onze verslaggever)
De nog zo prille lente toonde haar
Vriendelijkste gezicht, Vrijdagmiddag,
'°en Prins Bernhard, nadat hü de natio-
hale bloemententoonstelling Keukenhof
Seopend had, een rondwandeling
■haakte over het uitgestrekte landgoed,
■raar de crocussen reeds in bloei staan
de narcissen menig fraai aangelegd
ïazon fel geel kleuren. De zon liet géén
Verstek gaan en maakte deze wandeling,
baarbij de Prins duidelijk blijk gaf van
l|jn ingenomenheid met het tentoonge
stelde, tot een aangename ervaring. De
prins heeft geruime tijd van zijn film
apparaat gebruik gemaakt. Hij toonde
°ok grote interesse voor het dertigtal
belden, dat het park siert.
Tevoren had Prins Bernhard deze ten-
instelling in het restaurant geopend.
°ij deed dit voor een uitgelezen gezel
schap, waaronder wij opmerkten, de
V'ce-mmister-president, mr. F. Teulings,
®e president van de Eerste Kamer, mr.
Jonkman, de Amerikaanse ambassa
deur, de heer Selden Chapin, de com
missaris der Koningin in de provincie
'"oord-Holland, dr. J. E. Baron de Vos
van Steenwijk, een vertegenwoordiger
Van de commissaris der Koningin in de
Provincie Zuid-Holland, mr. L. A. Kes-
Per. en de burgemeesters der bollen-
Serneenten.
De Prins heeft hierbij, zoals wij gis-
,ei'en nog in een deel van onze editie
bonden melden, er op gewezen, dat deze
6kpositie een levende demonstratie is
van de grote betekenis van het bloem-
ft»,
Z.H. Exc. mgr. W. Mutsaerts, bisschop
yan Den Bosch, zal Zondag in de klooster
kapel van de paters Montfortanen te Oir-
;chot het Priesterschap toedienen aan de
kr*v. fraters A. Daniëls, H. Reijnaerts, A.
eters, JTimmers, A. Lemmens, S. Ha-
'ers van de paters Montfortanen.
Z.H. Exc. zal Zaterdag 29 Maart in de
Jerochiekerk van de H. Thomas a Villa-
?.°va te Nijmegen de volgende H.H. Wij
zigen toedienenH. Subdiaconaat aan de
j.erW. frater G. Vilar <fe Carvalho, van de
jPPiinicanen, aan de eerw. fraters H. van
jïïezendonk, H. van Beurden. D. Burgers,
k' Agterberg. A. van der Beek, B. Dan-
k6iman, G. te Stroete, E. van Baarsen, H.
ïa« Bohemen, A. Neijzen, P. Zijderveld,
Verner en Th. Rodr. van de Augustij-
£a1. aan de eerw. fraters Th. Bonarius,
J botden, J. Brock, B. Brunott, J. Peters,
.®ehreurs, J. Schuurmans en Fr. te Mar-
tfe, van de Missionarissen van Scheut-
^p^rreiïdaai en aan de eerw. fraters Th
c. 'ie, van de Missionarissen van Scheut-
IrrenUaai en aan de eerw. fraters Th.
Wezenberg en G. A. A. van Hoorn, van
He Paters van het Allerh. Sacrament.
H. Diaconaat aan de eerw. fraters G
j-audz, J. de Kort, I. Roos, R. Strijboseh'
Wijnen. W. Vereijken en G Wijdeveld'.
Jan de Norbertijner Abdij van Berne te
geeswijk; aan de eerw. frater J. H. P.
ackers, van de Dominicanen; aan de
ai'w. frater Th. Brouwer, van de As-
,UrPptionisten; en aan de eerw. fraters J.
Steffen, W. J. E. Oostrum, C. Fr. X.
Ja'isen, J. w. Meester. A. L. Claessen, H.
fy rv. d. Ende, C. Th. A. Marrevee,
J B' Adriaansen, B. A. Verbruggen,
cj„ r H. v. Vugt en G. J. V. Thijssen, van
Priesters van het H. Hart van Jezus.
Priesterschap aan de eerw. fraters
{.Jbninicus Reekers, Constantinus Adolfse,
gjald Woertman, Thaddeus Oude Breuili
Jtnardinus Krekel en Henricus Pannekeet,
11 de Augustijnen; en aan de eerw. fraters
e°bus Verduit, Petrus de Bruin, Petrus
i1 den Brandt en Petrus Cops, van de
ters van het Allerh. Sacrament.
bollenbedrijf. Hij getuigde van de be
langrijke rol, die het 'bloembollenbedrijf
heeft gespeeld in de handelsbalans van
ons land. De bloembollenexport ging
vooraan bij het na-oorlogse herstel. Als
ik zie, aldus spr., dat er export-jaarcij
fers van meer dan 130 millioen gulden
bereikt zijn, dan kan men slechts respect
hebben voor al diegenen van hoog tot
laag, die dit tot stand hebben gebracht.
Prins Bernhard wees vervolgens op het
feit, dat de Bollenstreek jaarlijks veel
toeristen trekt en hij veroorzaakte even
een vrolijke plooi in de officiële gezich
ten toen hij een toespeling maakte op
het feit, dat de bloembol zich in geval
van nood ook nog laat eten. De Prins
prees dan de inrichting van de tentoon
stelling Keukenhof en sprak tenslotte de
hoop uit, dat ook dit jaar tallozen onder
de indruk zullen komen van deze door
zo bekwame mensenhand geleide na
tuurproducten.
Lieftallige hofdames, var, Jacoba
van Beieren, die in deze dagen
weer de scepter zwaait op haar
jachtslot de „Keukenhofbieden
Prins Bernhard de tentoonstel-
lingsgids aan.
Advertentie
Filmend op de filrn.
De voorzitter van de stichting Keu
kenhof, de heer T. van Waveren, heeft
in zijn welkomstwoord in het met vele
frisse bloemen versierde restaurant, ge
wezen op de verschillende verbeteringen
die de Keukenhof dit jaar heeft onder
gaan. Het bestuur beschouwt de wens,
die alom wordt geuit, om aan de Keu
kenhof een meer blijvend karakter te
geven, als een bekroning van zijn werk.
De onderhandelin
gen dienaangaande
met de belangrijkste
bi oembollenvereni-
gingen duiden op
de mogelijkheid, dat
de huidige organi
satie haar activiteit
in de toekomst on
der de auspiciën
van deze verenigin
gen zal voortzetten.
Graaf van Lynden
heeft zich intussen
bereid verklaard de
huurperiode van
het tentoonstellings
terrein van tien tot
twintig jaar te ver
lengen.
Tenslotte wees de
heer Van Waveren
op de internationale
bloemententoonstel
ling, „Flora", die
volgend jaar door
de Algemene Ver
eniging voor Bloem
bollencultuur op
Groenendaal ge
houden wordt. Wat
zich eerst liet aan
zien als een contro
verse heeft zich
ontwikkeld tot een
samenwerking van
Keukenhof en „Flo
ra" in een National
Flower Festival of
Holland in 1933.
(Van onze verslaggever*
Vertegenwoordigers van de tabakver
werkende industrie in België en Neder
land hebben te Amsterdam een bespre
king gehouden, gewijd aan de zeer moei
lijke situatie, waarin in het bijzonder de
sigarenindustrie van beide landen, ver
keert. Men was het er over eens, dat
slechts een drastische accijnsverlaging
deze tak van bedrijf uit de impasse kan
helpen. Wel bestond er een verschil van
inzicht tussen enerzijds de Belgische
is enige tijd geleden in Neder-
landse vertaling een pracht van
een boek op de markt gekomen.
s ®rantwoord Christendom, heet het. De
ctirijver is de bekende F. J. Sheed, een
«jan. die heel zijn werkzaamheid in
cl6t\st van de uitbreiding van het
kjistendom heeft gesteld,
rtpü geeft in dat boek. naast veel an-
goede dingen, een duidelijk aan
rekende uiteenzetting van de wijze,
arop wij onze houding tegenover de
tïkelijkheid hebben te bepalen.
Q*tet eerste deel van zijn werk is aan
ed gewijd; het tweede behandelt de
C®chiedenis van Gods inwerking op
w menselijk geslacht, waarvan de
(j 0l"tschrijdende goddelijke Openbaring
„Wezenlijke inhoud uitmaakt.
(VHeruit volgt al onmiddellijk, dat het
(jj'r'stendom een historische gods-
's. die dus ook zijn tijd van voor
leiding heeft gehad. Als wij derhalve
H geschiedenis niet kennen, zegt de
tl Djver zeer terecht, kennen wij ook
dL godsdienst niet; en als wij de gods-
L^dst niet kennen, kennen wij de wer-
W heid niet.
*iih nt de godsdienstige gebeurtenissen
s t j niet alleen maar godsdien-
b e e gebeurtenissen het zijn ook g e-
r t e n i s s e n en vvei ®le allerke-
jP'Ükste gebeurtenissen.
tot11 ,i uist omdat deze gebeurtenissen
ju °P de bodem van ons wezen ingrij-
fyji' ons bestaan, kunnen en mogen
i biet onverschillig zijn voor een zo
Vqi, D
"t^fdig mogelijke kennis daarvan, op
van ons anders een verwrongen
V ,,d te vormen
,e vu-Lincju van de echte
yr k e 1 ij k h e i d, waarin wij leven.
°t0ral ook> omdat de houding, die
ver deze echte werkelijkheid
tsj etben, eenmaal de enige maatstaf
zÜn, die ons toekomstig, eeuwig
bepaalt.
'r, r, voorwaarde voor een juist inzicht
bis Werkelijkheid stelt Sheed de ken-
8ek n drie personen en vier
jve u r t e n i s s e n.
e personen," zo schrijft hij, „zijn
tij 'Adam en Christus. Alle drie zijn
ullDn verschillende wijze in ons en wij
egrr niet verwachten onszelf te
BeJpen' ais wij hen niet begrijpen.
JJe gebeurtenissen zijn de Schepping,
„bdeval, de Verlossing en het Oor-
Vten wy. het verband hiertussen zien,
bii Wa h waa'' we zijn, wat we zijn
v Ais om w'i bestaan.
Mj j wij (jat volledig inzien, kennen
k^hiip Plaats, die wij daarin innemen,
■}et aki wy °°h onze verhouding tot al
pij. J wun. UUZA. VUl UUUUlllg IDt p.l
?Si! rijt re daarin bepalen. Wij kunnen
NieVge„h-eel. van personen en gebeur-
is p biets veranderen, want
nu eenmaal de werkelijkheid.
sgenover deze werkelijkheid
(san wij absoluut machteloos in
l6 W r z'n' hst er op geen enke-
,j.l|iten J ,z aab te ontkomen is, omdat
'8 ep..deze werkelijkheid er eenvou-
Advertentie
Laat uw breiwerk
geen prooi
van lie motten
worden. Koop
uitsluitend
geMITIKiseerde,
motvrtje wet.
geen
andere bestaat en het al-dan-
niet-kennen, het al-dan-niet-aanvaarden
er van, daaraan niet het minst veran
dert.
Alléén in één opzicht laat die werke
lijkheid ons volkomen vrij. In Gods
heilsplan is de mens met een v r ij e
wil toegerust, en met deze vrije wil
moet hij de houding kiezen, die hij te
genover de werkelijkheid wenst aan
te nemen.
Dat dit de gewichtigste keuze is, die
wij in heel ens leven ooit zullen hebben
te doen. behoeft, na het bovenstaande,
eigenlijk helemaal niet meer met na
druk vastgesteld te worden.
De vraag, waarom God de mens deze
ontzettende verantwoordelijkheid heeft
opgelegd, die toch beslissend is voor
een gelukkige of ongelukkige eeuwig
heid. houdt ons hier niet bezig.
Wij mogeh volstaan met er aan te
herinneren, dat iedere mens, wanneer
en in welke vorm dan ook. voldoends
goddelijke genadebijstand ontvangt,
om. in z ij n omstandigheden, de juiste
keuze te doen.
Intussen staat het eveneens vast
juist omdat wij hier de enig-echte
werkelijkheid bespreken, waarin wij
leven dat wij, als mensen, slechts
dan tot de volledige ontwikkeling en
ontplooiing van ons wezen kunnen ke
rnen, wanneer wij tegenover die wer
kelijkheid de juiste geesteshouding
aannemen.
Deze juiste houding eist vóór alles
een onvoorwaardelijk aanvaarden van
de werkelijkheid, om de eenvoudige
reden, dat God het aldus geregeld
heeft, het aldus wil!
Vanaf het ogenblik, dat wij hiervan
zeker zijn. dat wij door een geloofsdaad
de goddelijke Openbaring in haar ge
heel aanvaarden, houdt alle discussie-
mogelijkheid op. De enig-verantwoorde
houding is dan ten volledige, aanbid
dende onderwerping-in-liefde aan de
goddelijke wil, die de hele werkelijk
heid in het bestaan houdt.
Samenvattend zegt Sheed; wij wor
den geboren in Adam en delen in zijn
val; wij hebben een bovennatuurlijke
bestemming ontvangen en kunnen deze
slechts bereiken, als wij, herboren in
onze Verlosser Jezus Christus, een bo
vennatuurlijk leven gaan leiden; wij
zijn alleen ten volle ons zelf, d.w.z. wij
zijn alléén alles, wat wij eigenlijk
m o e s t e n zijn, als wij levende
ledematen zijn van het Mystieke
Lichaam van Christus.
Buiten deze feiten heerst slechts
duisternis.
L.
industrie en de Nederlandse sigaretten
en kerftabakfabrikanten en aan de
andere kant de Nederlandse sigarenin
dustrie over de aard van deze accijns
verlaging. Laatstgenoemde staat op het
standpunt, dat men alleen gebaat is bi;
een degressieve verlaging. Hierbij zou
den de goedkope sigaren met een lange
en de dure sigaren met een hoger accijns
worden belast, waardoor de prijs van
goedkope sigaren aanmerkelijk kan da
len.
Nogmaals werd de nadruk gelegd op
de noodzaak van spoed met de aange
kondigde accijnsverlag'ing. De toestand
in de sigarenindustrie wordt met de dag
slechter.
Gedurende de Paastijd zal in Museum
Amstelkring, O.L. Heer op Solder te
Amsterdam, een tentoonstelling worden
gehouden, welke gewijd is aan de Pas
siespelen van Tegelen. Een keur van
foto's, schilderijen, costuums en attribu
ten komt hiervoor ter beschikking. De
openingsplechtigheid op Passie-Zondag
30 Maart a.s. des middags half drie,
waarbij de Burgemeester van Tegelen
en het bestuur van de Passiespelen
aanwezig zullen zijn, wordt opgeluisterd
met declamatie van fragmenten uit de
tekst van pater Jac. Schreurs M. S. C.
door de 3 hoofdrolvertolkers. Ook iets
van de muzikale illustratie van het spel
wordt hierbij ten gehore gebracht.
<u
er weer bij met
een modern
-van
Vraagt gratis brochure
Bij de Tweede Kamer is een ont
werp van wet tot wijziging van de in
komstenbelasting, de loonbelasting en
de vennootschapsbelasting ingediend.
Dit ontwerp beoogt de onlangs door de
minister van Financiën aangekondigde
fiscale faciliteiten in het leven te roe
pen voor giften aan instellingen van
kerkelijke, charitatieve, culturele en
wetenschappelijke aard. Deze facilitei
ten komen op het volgende neer.
Voor de berekening van de inkomsten
belasting zullen deze giften in minde
ring van het zuiver inkomen mogen
worden gebracht, indien en voorzover
de giften over een geheel jaar genomen
in totaal meer dan 2 pet. van het zui
ver inkomen bedragen en tevens 100
gulden te boven gaan. Het bedrag aan
giften, dat dan voor de belastingver
mindering in aanmerking komt, mag
echter niet groter zijn dan 3 pet. van
het zuiver inkomer... Dit wil zeggen, dat
alles wat boven de 5 pet. van het zui
ver inkomen ligt niet mag worden af
getrokken en dus alleen aftrekbaar is
het bedrag, liggende tussen de mini
mum— en maximumgrens.
Teneinde te voorkomen, dat de re
geling aanleiding zal geven tot mis
bruik of tot veelvuldige geschillen tus
sen de belastingplichtigen en de fiscus
zullen giften, waarvan geen schriftelijk
bewijs kan worden overgelegd (b.v. aan
straatcollecten, kerkcollecten e-d.) bui
ten de regeling vallen.
Naast en onafhankelijk van de be
sproken faciliteit blijft de regeling van
kracht, volgens welke schenkingen in
de vorm van periodieke uitkeringen
als persoonlijke verplichtingen van het
inkomen mogen worden afgetrokken.
Van 4 April tot 4 Mei a.s. zal in het
Stedelijk Museum te Amsterdam een
overzichtstentoonstelling worden gehou
den van de werken van de kunstschilder
Matthieu Wiegman, die verleden jaar 65
jaar is geworden.
In het ere-comité, dat naar aanleiding
van deze gebeurtenis is gevormd, heb
ben plaats genomen de ambassadeur van
Frankrijk J. P. Gamier, de minister van
Onderwijs, kunsten en Wetenschappen
prof. dr. F. J. Th. Rutten, de staats
secretaris van Onderwijs, K. en W. mr.
J. M. L. Th. Cals, mr. Am. J. d'Ailly,
burgemeester van Amsterdam, mr. F. M.
A. Schokking, burgemeester van Den
Kaag, dr. W. Huijgens, burgemeester van
Bergen N.H.
In het comité van aanbeveling heb
ben o.a. zitting genomen, W. J. baron
van Heeckeren van Molecaten, particu
lier secr. van H. M. de Koningin, mr H.
J. Reinink, secretaris-generaal van het
ministerie van O., K. en W.
T\ e lezer van hedendaags Nederlands proza heeft er niet altijd erg in,
J hoe betrekkelijkdit begrip hedendaags is. Ik dacht hieraan, toen ik
van de week vier boeken las van vier Nederlanders, die ik, zo heel globaal
en gemakshalve, tot de hedendaagse schrijvers meende te kunnen rekenen.
Achtereenvolgens las 'ik eert novelle van W. F. Hermans, ,,Het behouden
huis" 1), een kleine roman van A. Marja, „Snippers op oe rivier" 2), een bun
del verhalen van E. du Perron, „Poging tot afstand", verschenen als deel IV
van Du Perron's Verzameld Werk 3), en een bundel krantenverhalen van Arthur
van Schendel, posthuum uitgegeven onder de titel „De pleiziervaart" 4).
Wat een verschillen in hedendaags
heid! Afgezien van de verschillen,
voortkomend uit het persoonlijke ka
rakter van de betrokken auteurs, spre
ken hier tot ons verschillen tus
sen generaties.
Arthur van Schendel, geboren te Ba
tavia in 1874, begon te publiceren in
1896. Toen, dus zestien jaar na de Be-
weging van Tachtig (waarmee officieel
de nieuwe Nederlandse letterkunde be
gint), verscheen „Drogon". Zijn twee
de roman, tevens zijn eerste belangrijke
werk, verscheen in 1901: „Een zwerver
verliefd", in 1907 gevolgd door „Een
zwerver verdwaald". Deze prachtige ro
mantische verhaalkunst zou ik niet
graag buiten onze hedendaagse letter
kunde laten vallen. De recente herdruk
van beide romans in één boekuitgave
maakt allerminst een archaïsche in
druk. Maar goed. dit proza Is om en
nabij de 50 jaar oud. Van de verhalen,
die voor het eerst gebundeld werden in
,,De pleiziervaart", kan dit niet gezegd
worden. Van Schendel schreef ze in de
laatste jaren voor de tweede wereld
oorlog. Ze verschenen merendeels in
Het Vaderland, en men is bijaldien ge-
hun kwaliteit aan verbindt. Want deze
verhalen, al verschenen ze dan ook ter
verpozing in een dagblad, missen de
goedkoopheid van onderwerp, intrigue
em pointe, die kioskenlectuur voor de
fijnproever ongenietbaar kan maken.
Van Schendel bleef in alles wat onder
zijn hand vandaan kwam een aristo
craat van de geest. Hierin gelijkt hij op
Couperus, die óók voor couranten
chreef en hierin vaak op z'n fonke-
Van 16 April tot 16 Mei zal dit jaar
een speciale postzegel worden uitge
geven naar aanleiding van het
vijftigjarig bestaan van de Staats
mijnen. Het is een postzegel van
10 cent, die zonder extra toeslag
verkrijgbaar zal zijn. Hub Levigne
heeft het ontwerp hiervoor ge
maakt. terwijl André van der Vos
sen de tekst en cijfers ver vaar
digde. De postzegel is 24.5 X 31.5
millimeter groot en zal tol 1 Jan.
1954 geldig blijven.
lendst was. Couperus verklaarde eens
in een, interview, dat hij schreef om
de mensen ontspanning te geven. Het
zelfde geldt in ..De Pleiziervaart" voor
Van Schendel. Ik geloof niet, dat veel
thans jong® schrijvers de kunst ver
staan ontspanning te geven e n kun
stenaar te blijven.
Rekenen wij Van Schendel tot de heden
daagse letterkunde, een moderne fi
guur is hij, ik zou haast zeggen met opzet,
niet. In zijn verhalen luisteren wij naar
een bezadigd man, die onwennig staat of
onwennigheid voorwendt ten -opzichte van
de nieuwe tijd. Laat hij, gelijk in het titel
verhaal. passagiers anno 1850 een pl e i-
ziervaart maken met een stoomschip, dat
juist van stapel is gelopen, dan noemt hij
dit vaartuig u 11 r amodern ingericht, waar
mee hij een modern, zakelijk levensgevoel
thuis brengt in een romantische tijd. Ver
telt hij over de welvaart die opbloeit in
een stad (en men ziet dan bij Van Schen
del onmiddellijk het bedrijvige stadsbeeld
van Amsterdam voor zich), dan laat hij niet
na te zeggen, hoeveel daarbij noodwendig
verloren ging aan vertrouwdheid. „Nutte
loze grachten werden gedempt, nieuwe ge
graven; er werden lange straten aangelegd
en huizen getimmerd, die veel verschilden
van de oude. die hoger en breder waren,
van veel vensterglas voorzien". De zinnen,
waarin deze vernieuwing ligt verwoord,
bewaren het heimwee naar liet archaïsche;
de huizen aan die lange straten, ze mo
gen dan in hun architectuur het zinne
beeld zijn van een nieuwe tijd en een
nieuwe zakelijkheid, blijven voor de au
teur niettemin getimmerde bouwwer
ken, zodat men zich haast middeleeuwse
gevels voor ogen haalt.
De geschiedenis van oude huizen,
waarin iedere generatie haar levensmerk
achterlaat, heeft in Van Schendel altijd
een dankbare medftator gevonden. In
bouwstijlen kan hij levensstijlen uit
drukken. In de vermenging dezer stijlen
vindt hij de subtiele conflictstof voor
haast iedere roman, voor haast ieder
verhaal. Het mengen van levensstijl
elementen is voor hem, als voor een
scheikundige, de mogelijkheid voorbe
reiden van een reactie. Die reacties,
tussen mensen aan het daglicht gebracht,
hebben voor Van Schendel vaak de
zedelijke waarde van een beproe
ving. „Voor oude mensen zoals Ogge
Hebbe moest dit een tijd van beproeving
zijn", zegt Van Schendel in zijn verhaal
over „Het oude en het nieuwe huis".
En hij vervolgt; „Men zegt ook. dat in
die dagen (van opbloeiende welvaart)
menig bejaard man zonder spijt afscheid
van het leven nam. Bij Ogge evenwel
verwekte al die nieuwigheid aangroei
end verzet". Verzet is reactie. Merkwaar
dig is bij dit alles, dat Van Schendel
de tijd. waarover hij schreef en hij
bedoelt toch ook de ónze. want hij
schreef voor de onzen steeds als een
onvoltooid verleden tijd beschouwt. Hij
spreekt; van horen zeggen: „Men zegt
dat in die dagen.
Van stijlen en tijdperken, waarin wij
De Nederlandse vertaling door Gabriel Smit is verschenen bij de
UITGEVERIJ HET SPECTRUM
Op een avond, toen de kinderen naar
bed waren, sprak hij er uitvoeriger over
met zijn vrouw. Tenslotte kwamen zij
overeen de zaken te laten zoals ze
waren.
„Kijk, Cécile", zei Jean Baptiste, „wij
zijn normale mensen en ons huwelijk is
goed geworden. Wanneer onze kinderen
ons voorbeeld volgen, komt alles in orde.
Daarenboven ben ik geen dokter en zou
ik niet weten met welke woorden ik
precies die verschillende dingen zou
moeten uitleggen. Ik praat er niet over
met de jongens. Wat de meisjes betreft,
laat ik het aan jou over".
En Cécile, die zich over Pierre al
zorgen genoeg gemaakt had, besloot ook
de kwestie te laten rusten.
Toen het zakenleven in Holyoke zich
weer herstelde, gingen ook de Delus-
sons goed vooruit. Jean Baptiste was nu
als aannemer nauwelijks meer dan een
enkele dag zonder werk. Het hoge ge
deelte van de stad werd langzamerhand
volgebouwd en er was veel te doen. De
mensen, die huizen lieten bouwen naar
de kant van de heuvels, keken niet op
een paar centen; zij moesten mooie
huizen hebben, die vlug klaar moesten
zijn. De stad breidde zich voortdurend
uit, hoewel het niet zo vlug ging als in
de jaren van 1870 tot 1880.
Wanneer het zo bleef doorgaan, zou
Holyoke een grote stad worden. Man
nen met een vooruitziende blik kochten
land, dat ver buiten scheen te liggen;
zij vermoedden dat zij of hun familie
over enkele jaren voor die terreinen
veel geld konden krijgen. Het was een
zeer degelijke belegging wanneer men
een paar duizend dollar kon vrijmaken.
De Frans-Canadezen echter, die hun
geld met zware arbeid hadden verdiend,
voelden voor die redenering niets. Zij
durfden niet te speculeren om op die
manier hun geld in korte tijd te ver
dubbelen. Zij hadden hun bezit cent
voor cent bij elkaar gekregen, precies
als koralen die langzamerhand groeien
tot eilanden.
Op deze wijze waren enkelen van hen,
Dulhut, Charest en zelfs Jean Baptiste,
die toch minder zuinig was dan de mees
ten van zijn landgenoten, tamelijk rijk
geworden. Het was die rijkdom mèt
nog een ander feit die Jean Baptiste
er toe deed besluiten een huis te bou
wen of te kopen „op de heuvel", zoals
men dat uitdrukte. Dat andere feit was
het nieuwe huis van Jacques Dulhut en
zijn jonge vrouw in de Maple Street, een
der voornaamste straten van de stad.
Jean Baptiste en zijn vrouw brachten er
een bezoek toen zij er pas woonden en
zij waren zeer onder de indruk van de
luxe, die er heerste; in vergelijking
daarmee leek hun eigen woning armoe
dig. Beiden voelden het verschil toen zij
die avond naar huis gingen, maar Cécile
was de eerste om op te merken;
„Wat een mooi huis hebben Jacques
en Anne".
Jean Baptiste was niet erg fijngevoelig,
hij was dat nooit geweest. Hij voelde
niet, dat Cécile op haar eigen wijze het
probleem opwierp, dat hij al enige tijd
overwogen had; de keuze van een nieuw
huis. Maar hij zei haar wat hij er zelf
over dacht: „Wij zullen nog wel eens
verhuizen".
Het was niet meer dan een idee, dat
hij terloops te berde bracht; hij had nog
geen enkele beslissing genomen. Maar
Cécile hield vol nu de kwestie eenmaal
aangesneden was:
„Ja, Jean, maar we moeten niet lang
meer wachten. Laten we de volgende
v/eek eens naar een nieuw huis gaan
kijken".
„Wil je dan niet dat ik het voor je
bouw?"
Jean Baptiste vond het gesprek grap
pig, maar Cécile vatte de zaak ernstig op.
„Nee, dat zou te lang duren en het zou
ook te veel geld kosten. Waarom kopen
we er niet een? In de Maple Street staat
er een te koop".
Jan Baptiste keek zijn vrouw verrast
aan. Hij wist niet, dat zij er aan had
gedacht te verhuizen, en zeker niet, dat
zii al naar een andere woning had ge
zocht.
„Waar ligt het precies?"
„Een paar straten voorbij het huis
van Jacques".
„O ja, ik geloof dat ik weet wat je
bedoelt. Het heeft drie verdiepingen en
acht kamers Ik meen, dat het twee jaar
geleden gebouwd is. Dulhut heeft er de
hand in gehad, dus het zal wel een goed
huis zijn. We zullen het gaan bekijken.
Maar voel je er niets voor om buiten
te wonen? Ik hoorde vandaag iets over j
een boerderij, ongeveer drie mijlen
buiten de stad
Cécile toonde haar belangstelling:
„Is het duur?"
„Vier of vijf duizend. Het ziet er goed
uit en er behoeft weinig aan veranderd
te worden".
Cécile zweeg even. Een ogenblik stond
de terugkeer naar het leven op het land
haar voor de geest, maar zij zette de
gedachte resoluut van zich af;
„Daarmee moeten we nog wachten,
Jean. Het zou heerlijk zijn om weer
buiten te wonen, maar we moeten den
ken om de kinderen. Ze zijn nog op
school".
(Wordt vervolgd).
Het door de beeldhouwer J. G Wertheim
vervaardigde standbeeld van Arthur van
Schendel, dat geplaatst is ir- een van
de plantsoenen van het Leidse Bosje
te Amsterdam.
het eigen gemoed herkennen, verhaalt
dit boek. Van alle perioden die Van
Schendel's ontwikkeling hebben geken
merkt. vindt men hier de specimina.
Daarbij is hij hier. zoals gezegd, op en
top de belletrist die edele ontspanning
wil schenken: een kunstenaar die de
lijn van Couperus voortzet en. ten
einde voert. Van hernieuwde aansluiting
op deze lijn geeft niets in de moderne
vertelkunst nog blijk.
„Poging tot afstand"
Van Schendel overleed in 1946. (De
zer dagen is in het Leidse Bosje te Am
sterdam een buste geplaatst, die zijn
nagedachtenis in ere wil houden». Du
Perron, eveneens te Batavia (Meester
Cornelis) geboren in 1899, overleed in
de Meidagen van 1940. Hij behoort
reeds tot een jongere garde; zijn ac
tuele invloed is aanzienlijk; men waar
deert in hem de polemist. Zijn verha
len, waarover we vandaag kort moeten
zijn, leven bij de gratie van het debat.
Ze vormen een reactie op wat ik het
aestheticisme bij Van Schendel zou
willen noemen.
G. H. 's-Gravesande, die met beide
auteurs goed bevriend was. heeft aan
beiden een biografie gewijd, rijkelijk
gevuld met herinneringen en medede
lingen, die voor de kennis van deze
persoonlijkheden belangrijk zijn.
Intussen behoort ook het werk van
Du Perron tot dat ener oudere gene
ratie. In de jaren tussen 1930 en '40
komt een school van jongeren aan het
woord, die zich voornamelijk in poëzie
uitten. Een van hen. zeker niet de
voornaamste, misschien wel de mar-
onlangs herdrukte roman, „Snippers op
de rivier." Marja is markant om dit
boek, waarin hij pijnlijk eerlijk, zonder
enige mooidoenerij, en toch als op een
afstand van zichzelf, heeft neergelegd
wat zijn generatie doorleefde tijdens
het volwassen worden. Voorwaar géén
boek bedoeld als edele ontspannings
lectuur. De redenen, waarom een
schrijver schrijft zijn, blijkens dit werk,
ingrijpend anders geworden. Van
Schendel zou zich nooit zo persoonlijk
bloot geven in een roman. Hij scheid
de kunst en privé-leven strikt. Kunst
was voor hem het volkomen an
dere; het leven gelouterd door afstand
in de tijd. Du Perron stond hier dia
metraal tegenover. Hij eiste in ieder
werkstuk een persoonlijke afrekening.
Zijn leven laat zich uit zijn werk nauw
keurig reconstrueren, terwijl het leven
van Arthur van Schendel een gesloten
boek blijft-. Hoe Du Perron zocht naar
een bevredigende verhouding tussen
autobiografische eerlijkheid en kunst,
maken deze verhalen pakkend duide
lijk; hun titel luidt illustratief; „Po
ging tot afstand".
Komt men nu bij de jongerengenera
ties aan boord, dan wordt die afstand-
name steeds geringer. Marja schrijft ge-
romanceerde persoonlijke ervaringpn
neer: hij schrijft iets van zich af. iets
dat zijn generatie meedroeg als geeste
lijke ballast. De jeugdige hoofdpersoon
uit zijn roman kiest voor het leven en
tegen de kunst, „die uit de werkelijk
heid wegvoert". Hij kiest voor de wer
kelijkheid. tegen de romantiek. Hij heeft
zijn verzen verscheurd: de papiersnip
pers drijven over het water van de
rivier weg. De droom is uit het leven
gebannen. Wat overblijft is de zon, de
wind. die langs zijn gezicht strijkt, een
vrouw die op hem wacht. Het leven is
zeer sober geworden: onopgesmukt.
„Waarom het in woorden om te bren
gen, en mijzelf daardoor belangrijker te
maken?"
Bij de allerjongsten, d.w.z bij hen. die
na de oorlog hun debuut maakten, is het
ervaringsleven. waarover geschreven
wordt, geïntensiveerd tot in het excessieve.
De soberheid, die. bij alle openhartigheid,
Marja en zijn generatie kenmerkte, wordt
bij een figuur als W. F. Hermans scham
perheid of schaamteloosheid. Schamper is
de titel, die W. F. Hermans gaf aan zijn
novelle „Het behouden huis". Schaamte
loos is de inhoud der novelle, omdat zij
niets anders behelst dan door Hermans on
geremd van zich afgeschreven naargeestig
heden. Een van de vroegere verhalen van
Hermans heet: Manuscript gevonden in een
kliniek. Slechts psychiatrisch is dit proza
van belang; artistieke waarde heeft het
niet. Kunst eist afstandname ten opzichte
van het eigen emotionele ik. Anders :s
schrijven niets anders dan afreageren van
onverwerkte zielservaringen. Het r.a-oor-
logse naturalisme, dat zich in een figuur
als W. F. Hermans openbaart, biedt hoe
genaamd geen perspectief voor de toe
komst. Ik kan het ook niet als toonaan
gevend voor deze tijd beschouwer.. Het
vegeteert en kwijnt in een burgerlijkheid,
die al vele jaren her door een Emants en
een Van Oudshoom onverbeterlijk ais
onlust is geboekstaafd. Hermans schrijft
eigenlijk gruwelijk ouderwets. Het heden
daagse proza, dat buiten Hermans om
wordende is. zoekt naar nieuwe wegen
van verbeelding.
NICO VERHOEVEN.
11 W. F. Hermans: Het behouden huis.
Uitg. De Bezige Bij, Amsterdam
2) A. Marja: Snippers op de rivier.
Leeuwenserie. Uitg. Leopold, Den Haag.
3) E. du Perron: Poging tot afstand.
Uitg. Contact, Amsterdam.
4) Arthur van Schendel: De Pleizier
vaart. Romulus-editie. Uitg. J. M. Meulen-
hoff, Amsterdam.
Advertentie
PRODUCT
(Van onze verslaggever)
29 Maart a.s. wordt Zijne Eminentie Kardinaal Mindszenty zestig jaar. In verband
daarmede kan het goed zijn te wijzen op het bestaan van de „Kardinaal Minds
zenty Stichting" in Nederland, welke zich reeds enkele jaren beijvert om het
financieel mogelijk te maken dat uit Hongarije gevluchte jonge intellectuelen in
ons land komen studeren. Soortgelijke stichtingen bestaan eveneens in Frankrijk.
België, Oostenrijk en Duitsland. De Kardinaal Mindszenty Stichting werkt nauw
samen met het Universitair Asylfonds, dat in totaal een vijftigtal uit Oost-Europa
gevluchte studenten in Nederland laat studeren.
Voor dit doel is zeer veel geld nodig.
Voor elke Hongaar die in Nederland kan
gaan studeren, vraagt de Rijksvreemde
lingendienst van de Stichting, die deze
studie wil bekostigen, een garantie van
tweeduizend gulden per jaar voor de
c'.uur van vijf jaren. Dat is totaal tien
duizend gulden per student. Deze bedra
gen dienen geheel uit giften van particu
lieren bijeengebracht te worden. Hier
door is het begrijpelijk dat de Stichting
tot heden toe slechts drie. binnenkort
wellicht vier, Hongaarse studenten heeft
kunnen helpen- En er wachten nog ve
len op een mogelijkheid om aan een van
de Nederlandse universiteiten te kun
nen gaan studeren.
Deze Stichting beantwoordt geheel
aan hetgeen Kardinaal Minds
zenty vóór zijn gevangenneming aan
zijn vertrouwden heeft gevraagd
„Zorg", zo moet hij gezegd hebben,
„zorg voor de jonge intellectuelen,
want de jeugd is het enige kapitaal dat
Hongarije nog heeft!" Onder het com
munistische regime gaat de jeugd ver
loren in de leer van Lenin. Maar zij.
die de vrijheid in West-Europa hebben
gevonden, dienen de kans te krijgen
om zich op hoog intellectueel niveau te
ontwikkelen opdat zij klaar zuilen zijn
hun vaderland te dienen wanneer dat
van de tyrannie verlost zal zijn.
Dit heeft ook een Hongaars ex-parle
mentslid voor ogen gehad, toen hij, na
tijdens het monsterproces tegen kardi
naal Mindszenty zijn land te zijn ont
vlucht, in West-Europa belangstelling
trachtte te vinden voor de nood van de
Hongaarse intellectuele die met hem en
na hem de vrijheid hadden verkozen.
Hij vond die belangstelling bij mevrouw
A. J. C. Visserde Jonge, die hij reeds
in Hongarije had ontmoet. Na zijn
vlucht het is beter de naam van het
ex-parlementslid niet te noemen ont
moette hij haar weer in Oostenrijk en
vond haar bereid in Nederland een
stichting in het leven te roepen teneinde
enkele Hongaren de financiële moge
lijkheid tot studie te verschaffen. Me
vrouw Visserde Jonge wist op haar
beurt verschillende vooraanstaande fi
guren, o.a. de professoren Duynstee,
Nota. Grandpré Moliere en Heere te in
teresseren het bestuur van de Minds-
zenty-stichting te vormen. Enige grote
bedrijven schonken het beginkapitaal,
dat door donatie langzaam uitgroeide.
Eén bedrijf nam zelfs de gehele zorg
voor een student op zich. Hierdoor is
het thans mogelijk geworden vier jon
ge Hongaren in ons land te laten stu
deren
Thans wordt getracht op een breder
basis belangstelling voor het werk van
deze stichting te wekken. Het ex-parle
mentslid heeft verschillende lezingen in
ons land gehouden en overal waar hij
kwam leende men hem een gewillig oor.
De arbeid van de Mindszenty-stichting,
waarvan mevrouw Visserde Jonge de
ijverige secretaresse is en prof. Duyn
stee de voorzitter, bepaalt zich tot het
bijeengaren van de garantie die door
de rijksvreemdelingendienst wordt ver
eist.
En nu vraagt de Stichting giften.
Deze zijn te storten op giro 456913 ten
name van de penningmeesteresse van de
Mindszenty-stichting, Rembranatstraat
73 te Nijmegen. Ook is het mogelijk dat
b.v. een kinderloos gezin een Hongaarse
mannelijke of vrouwelijke student geheel
opneemt en voor kost en inwoning
zorgt. Dan kan de Stichting wel midde
len vinden om hem of haar van zakgeld
te voorzien.
Zweden, Denemarken en Neder
land hebben, elk afzonderlijk, de
West-Duitse regering verlaging verzocht
van het Duitse ad valorem invoerrecht
van 25 pet. op boter.