Tweehonderd Hobbianen in
Eindhoven bijeen
SALAMANDERTJE viert zijn HONDERDVOUDIGHEID
Typ
PARK VOE RLOEMEN EN REEEDEN
Eigen televisie en prullenbak voorde burgemeester
Hamea
Het begon met
een boek
e van de Nederlandse
goede-en-goedkope reeks
A'«
'V
De familie
^alse verlossings-
leer
fHoor Jacques Ducharme
TROETELKINDEREN DER INDUSTRIE
MERKWAARDIG PHENOMEEN
GEERVLIET
De Bisschopswijding
van Mgr. Buis
Mgr. Lebouille zal Mgr.
Paulussen vervangen
HET STIJVE KAFTJE
LITERAIRE KRONIEK
K.V.P. De Bilt-Bilthoven
verontwaardigd
T weede-Kamerzetel
Bernard Verhoeven
Federatie van kunstenaars
tot de K. VP.
ZATERDAG t9 APRIL 1952
PAGINA 3
5*1,
Ook
hoort
hoortoestel
Keizersgracht 411
Amsterdam-C
Biologie en titels
Reden: geen verkiesbare
plaats voor A. G. de Bruijn
Liturgische weekkalender
Rein Kruk, Veisen, in actie.
(Van onze speciale verslaggever)
Dat de Nederlandse Bond van Hobby Clubs deze
week drie dagen achtereen in Eindhoven gecon-
gresseerd heeft, zou op zich genomen nau
welijks interessant mogen heten. Wie congresseert er niet
in Nederland? Het feit echter, dat het hier eert organisatie
betreft, waarvan geen enkele volwassene lid is en die voor
een dergelijk congres ook bij benadering niet over vol
doende geldmiddelen beschikt, geeft het geval een pikant
tintje. Wanneer wij bovendien nog vermelden, dat dit con
gres gisteren offidieel door burgemeester Kolfschoten in
het v. Abbe-Museum is ontvangen, dat dr. A. Philips het
tijdens een koffiemaaltijd heeft toegesproken, dat een aan
tal industrieën het als om strijd gunsten bewijst en dat
dr. Plesman het zelfs noodzakelijk vond om zich uitvoerig
telegrafisch voor zijn afwezigheid te verontschuldigen, dan
wordt het geheel zó interessant, dat het de moeite loont
zich in de achtergrond er van te verdiepen.
Want, wat beweegt de industrie tot een zo opvallende
vrijgevigheid, wat inspireerde burgemeester Kolfschoten
tot deze joyeuze ontvangst, die wars was van iedere dik
doenerij en wat betekenen deze jongelieden, dat aan hun
congres, waarop alles bijeen nog geen 20 hobby-clubs verte
genwoordigd waren, zoveel aandacht wordt besteed?
Advertentie
CAlLUtTTLClLl
L Crème HAMEA gezonde zuivere
i •'"'el HAMEA Gelei goedverzorgde
dozen en luben 47-93 et
de Hamamelis die het 'm doet
J 'h °.ns vor'S artikel op deze plaats
•A "ebben wij gesproken over een
te Redevoering, die de vroegere Engel-
vRdrnunistenleider Douglas Hyde in
bjjRerdam heeft gehouden, waarin hij
flat e nadruk legde op het feit,
de onontwikkelden in de partij
heirt aar 'n getalsterkte de meerder-
«eid
'ellp y°rmen, maar dat hun leiders in-
Vj- Ruelen zijn, die zweren bij de leer
fliai 'arx- Een grondige studie van het
typijRhsch materialisme is de leerschool,
jj e allen doorlopen,
gehn aandrang trachtte de spreker zijn
fpltp°r ervan te doordringen, dat de
HtjRJyke geestelijke en sociaal-econo-
ep„ de ontwikkeling in de wereld vol
de communistische opvatting de
^jRReid van hun inzichten bewijst.
Aat ^'daad kan niet ontkend worden
«un
benige bestaande situatie koren op
kunnen
Orm, tn°len is, zodat wij niet
hinp0lïlen aan de beschamende erken
dat in de niet-communistische
kaa 'woorden en daden vaak met el-
Men in duidelijke tegenspraak zijn.
0rn\Vt,ls ervan overtuigd, dat de grote
en .„'cling onafwendbaar komen moet
bar<Je des te spoediger naarmate er
gereR Bewerkt wordt aan het propa-
hp( hun absolutistisch stelsel. Is
tUu e"niaal zo ver, dan zal de dicta-
ltiaat v'an het proletariaat alle oude
Pp schappelijke systemen opruimen en
Mn R'enve en betere wereldorde stich-
V- De leidende communist is zie
W bewust een schepper te zijn
vR!61 de maatschappij als hemzelf de
hi^ssing brengt. Zijn eigen belang-
bR".eid is uitermate groot, omdat hij
fle ei.d is zich totaal te schikken naar
'ftihRrenge discipline van de partij, die
ta]?6l's geroepen is in de nieuwe we-
n.leiding te geven,
ïactp v°ornaamste doelstelling van de
w^-activiteit is daarom het vormen
hanrtgeschikte leiders. Het ligt voor de
Hoi I^nnninn Uil TTrtrtvlrQl IT int PI
zich er-
die
ipptü' dat. daartoe bij voorkeur intel-
Van en worden gekozen. Hoezeer men
br-i'bet belang hiervan doordrongen is
OftV, L
ihabst de toestand in Engeland,
tiju betrekkelijk weinig communisten
Or1(j. Een geraffineerd gevoerde actie
<W de studenten is echter oorzaak,
aantal communistische onder-
flp _RS en leraren die op het ogenblik
bpfj Pvoeding,der jeugd in handen heb-
is. pRerhoudingsgewijs abnormaal groot
Profp elfdo geldt voor de universit
OvsSoren en wetenschapsmensen,
"c j®r het algemeen hebben stude
bet Reoefenaars der wetenschap geen
Sri}, op'ijke ervaring van werkelijke
"flh f er> Hyde ziet de reden van
flat ,l°etreden tot de partij in het feit,
Phvi?,6!6 lieden te intelligent zijn om de
"Ir! H baaT'he'd van het
y. "dom niet in te zien.
h "fe ontwikkelde, die op deze manier
tot het communisme overgaat, le-
flat Vert volgens de spreker het bewijs,
Wegenover hem de katholieke intel-
6 tekort zijn geschoten. Vanuit
?ro» Sedachtengang komt hij ertoe een
VSst i plicht en verantwoordelijkheid
Mlu„Je stellen voor alle katholieke in-
>,ein tuelen, 0m elk op eigen werkter-
baaP in eigen levensmilieu de drang
*i)h u t communisme met inzet van al
liet chten te stuiten.
.SUcces bij dit streven acht hij ver-
lei,)- op voorwaarde, dat wij ons laten
moderne
Het antwoord op die vraag is eigenlijk
eenvoudig. Want al verenigen de hobby
clubs officieel een aantal jongelui, wier
creatieve belangstelling zich uitstrekt
zowel tot het artistieke als tot het tech
nische, de interesse voor dit laatste is
verreweg de grootste en de industrie
geef dus haar aandacht en geld aan hen,
die men kortheidshalve de industriële
werkers van morgen mag noemen.
Met andere woorden, de industrie trekt
een wissel op de toekomst en voor ieder
die weet hoezeer die toekomst afhan
kelijk zal zijn van de geïnteresseerde
en vakbekwame werker is dat even be
grijpelijk als vanzelfsprekend
Men moet overigens uit deze zwaar
wichtige inleiding uitsluitend be
doeld om dit genoeglijke jongenscon
gres te plaatsen tegen zijn onontbeer
lijke maatschappelijke achtergrond
geen verkeerde conclusie trekken. Het
was er beslist niet minder plezierig
om. De voorzitter zei zelfs tijdens zijn
rede in het Van Abbemuseum door
een verspreking, die alleen een jonge
man van zijn leeftijd zich kon permit
teren dat het bestuur van zijn bond
gemeend had, dat Eindhoven dan maar
door B. en W. vertegenwoordigd moest
worden er ook voor het overige ge
droeg geen der cursisten zich alsof het
feit, dat zijn gastheer nog wel eens
zijn broodheer zou kunnen worden,
hem diep imponeerde. Het was inte
gendeel een allergezelligste, plezierig
primitieve boel met tegelijk toch nog
zoveel stijl en zwier, dat men het be
slist aangenaam mocht noemen.
Overigens, het is niet onverstandig
zich naar aanleiding van dit congres
eens bescheidenlijk in het phenomeen
hobbyclub te verdiepen. Per saldo heeft
zelfs de Unesco er reeds hoge belang
stelling voor getoond en men kan nu
nog niet zeggen in hoeverre deze clubs
bepalend richtinggevend of aandacht
eisend zullen worden voor allerlei andere
jeugdorganisaties.
De hobbyclub dan haar leden noe
men zich krachtens een afschuwelijke
taalmishandeling „hobbianen" is een
geesteskind van Leonard de Vries. Deze
heer heeft tijdens de bezetting, gedreven
door pure verveling, een jongensboek
geschreven, waarin hij de grondge
dachten van bet hobby-isme beeft vast
gelegd en het is dit boek geweest, dat
tegelijk de eerste stoot tot de daadwer
kelijke oprichting van de hobbyclubs
gegeven heeft. Zoals het woord reeds
behoorlijk duidelijk te verstaan geeft,
verenigt de hobbyclub in zich allerlei
jongelieden met desnoods de meest
tegenstrijdige hobbies. Deze knapen
er zijn ook reeds enige meisjes onder
komen tezamen in wat men de taal
bedervers! de jeugdgemeenschaps
werkplaats noemt. Dat is dus een soort
clubhuis, waarin men gezamenlijk poogt
zo goed mogelijke resultaten te bereiken
en het is bij dit streven, dat enige merk
waardige facetten naar voren komen,
welke de hobbyclub haar eigen plaats
verlenen. Op de eerste plaats zijn de
hobbyclubs niet gebonden aan een gods
dienst, een nationaliteit of zelfs maar
een volk. Bovendien kent men er uit
vrees voor een zekere bedilzucht geen
jeugdleiders. De jeugdsamenleving zelf
moet voldoende krachten en voldoende
verantwoordelijkheidsbesef opbrengen
en in de gehele opbouw streeft men er
na een zo goed mogelijke weergave te
vormen van de industriële maatschappij,
die ook gekenmerkt wordt door de
samenwerking van vele verschillende
ambachtslieden voor een en hetzelfde
doel. Men zoekt dan ook niet naar
jeugdleiders, maar naar technische (of
artistieke) instructeurs en de „vorming"
wordt hebben wij alles goed begre
pen slechts van belang geacht in
zoverre zij voortkomt en samenhangt
met het onderhavige werk.
Ziedaar dus in een nutshell, de hob
byclubs, waaraan 200 hobbianen nu drie
dagen achtereen met verrukte ogen door
Philips' Eindhoven hebben gedarteld.
Wij hebben Eindhoven voor ons congres
uitgekozen, zo zeide de voorzitter tijdens
een plechtige rede, omdat Eindhoven
meer dan vijftig procent der inwoners is
r-
J. A. Unger, Rotterdam
timmerman hobbiaan
'Jvi
er
Mi
door een krachtige apostolische
even nadrukkelijk getuigenis
:8len Voor ons geloof als de commu-
On Ultkomen voor hun overtuiging.
§edrag zal daarbij echter nood-
j, 4 bet levend bewijs moeten zijn
MoejjjF geloofdat wij prediken. Eén
Rhat J^heid mag daarbij niet onder-
tstaa4°r(*en- De tegenwoordige wereld
at de geestelijke inhoud niet meer
E6 l?ab hie wij, Katholieken, spre-
jMal "daarom zal het aanknopingspunt
geb?e^6n Bezocht worden op mate
is vèrav' sebod van naastenliefde, dat
si "n» u de evenmens te beminnen
l°Öelifu !e®t ons de taak op ook zijn
Speciaa, .Welzijn niet te verwaarlozen,
t kath ln dit opzicht kunnen en moeten
h 0dt vrü intellectuelen een hecht
k? stido- ?n tegenover de leiders van
j °dernp hant Het oplossen van de
h bÜ uit ^"'aal-economische problemen
k6 Voort„a« Ret werk der intelligentia.
f^rk rw ï'ihe voorlichting, die de
if^cliev m'ddel van de meesterlijke
iev®rt daan der Pausen gegeven heeft,
tfn' rvoor de betrouwbaarste richt-
ï*htli>RPassing van deze algemene
btrS'a"den °P<. nationa'e en plaatselijke
- .'d, die eij evenwel ingespannen ar
il a P o 4 ,e volle zin van het woord
♦V, e aldus sche levenstaak is.
ri"eori6£ opgestelde en goed bevonden
1$ praktiiw °+e ten echter onmiddellijk in
tiailt a 11 leven worden gebracht.
dèrf dee^Rdn werkelijk en
tp Gereld ,'l Jl1 e n aan de verbetering
hu, ?uden v= machte de massa terug
e]ünistisch u len wegzakken in com-
Het6' e'dendom en menselijke
vanr??Rm®te werk voor de op-
Mdufd op de «we.maatschappij, ge-
4 rUs r £TOcM*kIllL-«
Advertentie
U
er weer bij met
een modern
•van
Vraagt gratis brochure.
iefiüVn hana g°ddelijke waarheid, ligt
Dhi?CiUelen m n van de katholieke in-
cor>i Us Sein,, aR,r eerst wanneer de in
tWfflhent haar wercld principieel en
*°d1n^ beleeftaLovertuigihg tot in alle
orden geacht.
principe
over
ig
Aangezien mgr. H. J. Paulussen we
gens een operatie aan de galblaas ineen
ziekenhuis moet worden opgenomen, zal
mgr. E. Lebouille, van de Lazaris
ten. titulair-bisschop van Camala, voor
heen werkzaam in de missie van Noord-
China, mede-consecrator zijn bij de bis
schopswijding van mgr. Jac. Buis
Apostolisch Vicaris van Jesselton, die op
Donderdag 1 Mei a., in de dekenale kerk
te Leiden door mgr. J. P. Huibers ver
richt zal worden. De andere mede
consecrator is mgr. dr. J. Hanssen.
Mgr. Buis wordt morgen op Schiphol
verwacht. Na aankomst in het vaderland
zal mgr. onmiddellijk in retraite gaan
tot 30 April. Op die avond zal hij door.
de parochiële jeugdbeweging van het
station te Leiden naar de ouderlijke
woning in de Waldeck Pyrmontstraat
begeleid worden. De plechtigneden op
1 Mei vangen aan om half tien. Van twee
uur tot half vier zal mgr. recipiëren in
het klooster van de Zusters van Liefde
aan de Pelikaanstraat. Uit de Raad voor
Maatschappelijk en Cultureel Overleg is
reeds een comité samengesteld, dat mgr.
in de loop van de maand Mei namens de
Kath. bevolking van Leiden een huldi
gingsavond en een feestgeschenk zal
aanbieden.
Joost v. d. Woestijne, Amsterdam
secretaris fotograaf
it 1935 verschenen de eerste Penguins, de beroemde goedkope Engelse romans
in zakformaat, die het inspirerende voorbeeld werden voor allerhande reek
senwelke wij thans kennen onder de soortnaam „pocketbooks." Het pocket-
book werd vooral na de oorlog, toen de papierprijzen de hoogte in vlogen en
de koopkracht daalde, het ideale leesboek voor de intellectueel. Voor een bedrag
van rond een gulden heeft men een volledige Engelse of Amerikaanse roman
in handen („complete unabridged"), terwijl men voor een Nederlandse uit
gave van die roman het zes-, zeven- of achtvoudige moet neertellen; maar met
die vertaling heeft men dan ook (gebonden in luxe band, gedrukt op opdikkend
papier en beschermd door een kleurig stofomslag) een pracht van een boekwerk,
geschikt om cadeau te doen en een sieraad voor de boekenkast.
Als Vlaams, tevens als impressionis
tisch voorbeeld van romankunst werd
van Albert van Hoogenbemt
herdrukt „De stille man". een boek
uit '38. „Er lag nog wat laat licht in de
tuin en de struiken in de diepte ston
den verdoezeld in een zilveren schemer",
lezen we daar. Ja, dat is de doorwerking
van de traditie van een schrijversgene
ratie, die al oud was toen de Salaman
der haar eerste deeltje legde. Mijmeren
de vertelt Van Hoogenbemt in ,.De stille
man" over het zieleleven van zijn vader:
een man op de achtergrond, over wie
niets te vertellen zou zijn, indien de
„zoon" niet zo innig over hem wist te
filosoferen. De zoon, volwassen gewor
den, is nu zélf vader en herkent zich
zelf in hèm: een tevreden mens en toch
een drager van eeuwige onvoldaanheid.
De Nederlandse boekenkoper, ook al
heeft hij een smalle beurs, stelt hoge
eisen. Er is vraag naar het ,goede-en-
goedkope" boek, maar dan in een ver
schijningsvorm, die het midden houdt
tussen pocketbook en luxe editie. Als
zodanig kan men de verschillende Ne
derlandse romanreeksen beschouwen,
die hier inburgerden, nadat in 1934 de
uitgever Em. Querido de proef met de
Salamander nam. Was die Penguin-edi-
tie van '35 een nouveauté in het boe
kenbedrijf, en een experiment tevens
(Allen Lane, de ondernemer werd oo
zijn eerste aanbiedingsreis door alle
boekhandelaren voor gek verklaard),
de uitgave van de eerste zes Salaman
derdeeltjes een jaar tevoren was dit
niet minder. Die deeltjes kwamen inge
naaid op de markt min of meer geïn
spireerd op de Engelse Albatross-serie;
maar dat ging niet. Reeds in '35 moest
José Brassinne, Haarlem
fotografie en toneel
nog geen 21 jaar
in Nederland is.
de jeugdigste stad
Gelukkig zei hij er gauw bij, dat
ook de aanwezigheid var. de Philips-
fabrieken wel een klein beetje met
deze keuze verband hield. Overigens
bood hij de burgemeester een vijftal
fraaie uiteraard zelfvervaardigde prul-
lemanden aan voor het stadhuis, een
geschenk, dat kennelijk in de smaak
viel en dat de burgemeester de op
merking ontlokte, dat blijkens een op
stel van zijn dochtertje zijn hobby zou
bestaan in het knorren aan het ont
bijt.
Tenslotte, het is en blijft een merk
waardige belevenis zo'n congres, waarbij
de volwassenen alleen maar optreden
als gasten en genodigden. Het verleent
aan alles een heel aparte, ietwat jolige
sfeer en het is die sfeer plus de bijzon
der grote belangstelling der industrieën
die ons aan dit congres meer betekenis
doen hechten, dan het anders strikt ge
nomen verdient. Welke andere organisa
tie immers kan er zich op beroemen in
de Philipstelevisiestudio en dat ver
schrikkelijk geheimzinnige natuurkun
dig laboratorium een geheel eigen en
zelfverzorgde televisieuitzending te mo
gen maken? Neen, men geve acht op de
ze jonge clubs van scheikundigen, foto
grafen, biologen, radiotechnici, timmer
lieden, acteurs en balletdansers. Zij kla
gen nog hartgrondig over gebrek aan
geld, ruimte en instructeurs, maar zij
bezitten machtige beschermers en voor
een bond, die drie jaar geleden nog op
gericht moest worden, is men al een
reusachtig eind op weg.
Gespannen aandacht tijdens het congres.
op algemeen verlangen van boekhandel
en publiek de reeks gebonden deeltjes
verschijnen. Zij verkreeg toen haar
thans bekende gedaante: een eenvoudi
ge blauwe kaft en daaromheen een
met ieder boekje van kleur veranderend
uniform stofomslag. Zo bleef het tot op
heden nu de Salamander, als oudste en
grootste onzer goed-en-goedkoop-reek
sen, met haar honderdste deeltje voor
de dag komt.
De geschiedenis van de veranderin
gen in het uiterlijk van het boek in de
loop der jaren is instructief voor onze
kennis van de veranderingen in de pu
blieke smaak en behoefte. Ook over de
keuze van romantitels vroeger en nu
zou een en ander op te merken zijn, dat
kenschetsend is voor de wijze waarop
het publiek zich door een boek wil la
ten boeien. Iets biologerends schuilt in
de keuze van de titels voor romanreek
sen: Albatross, galamander, Penguin,
Pelican, Zilvermeeuw
Maar wij bepalen ons tot ons uit
gangspunt: het Salamanderboek, dat
als uitgeverswerk waarlijk niet zon
der betekenis voor het literaire leven
is geweest en nog volop is. Daarom
mag deze kroniek aan zijn jubileum
gewijd zijn.
De uitgeefster viert dit jubileum met
de uitgave van vijf romans, herdruk
ken, die thans voor het eerst verschij
nen in de Salamander. Eén van die vijf
werd gekozen als honderdste titel en
aan de lezer wordt overgelaten te raden
wélke titel dit nu wel is. Dit is recla
me, natuurlijk, maar het is toch ook
nog iets méér. Wanneer we die vijf titels
even bezien en vergelijken met de lijst
van alle titels die in de loop der jaren
tot dit honderdste boek hebben ge
voerd, dan wordt het duidelijk dat het
hier op de lange baan gaat om het ver
wezenlijken van een zo hoog mogelijk
literair gemiddelde, om het creëren van
een soort toonaangevende Salamander.
Carry van Bruggen, Cyriel Buysse,
Frans Coenen, Louis Couperus, Lode-
wijk van Deyssel, Frederik van Eeden,
Marcellus Emants, Reinier van Gende-
ren Stort, Herman Heijermans, A. M.
de Jong, Aart van der Leeuw, Herman
de Man, H. Marsman, Joh. de Meester,
Herman Robbers, Arthur van Schen-
del, zij zijn, gestorvenen, allen van
betekenis voor onze literatuur geweest
en zij hebben aan deze reeks een zekere
traditie verleend. Nu komt een iets jon
ger geslacht en uit diens productie kiest
men vijf werken, die als het ware vijf
aspecten inhouden van hedendaagsheid,
getoetst aan wat nog als traditie norma
tief is.
De vijf romans
Van Arnold Clerx werd n de Sa
lamander herdrukt de roman „Sinjo Q
onder de nieuwe titel „De zoon van
Bronsmer". De eerste druk dateert van
1934. Het boek blijft de moeite waard
als schildering van vooroorlogse ver
houdingen tussen blank en bruin in In-
dië. Het is een gevoelige koloniale ro
man, zoals Augusta de Wit, Beb Vuyk
en laatstelijk nog Maria Dermoüt er
schreven, wellicht hangt de titelveran-
dering samen met de gewijzigde politie
ke omstandigheden. Een andere roman
van Clerx, „Schandaal op Poeloeh Tam-
pah" (vorig jaar verschenen in de Sa
lamander), doet beter recht aan het ta
lent van Clerx dan het thans gekozen
boek.
Wat onze romancières tegenwoordig aan
de man brengen ligt zinnebeeldig vervat
in de keuze van Josepha Mendels:
„Rolien en Ralien". Deze roman verscheen
voor het eerst in '47; de schrijfster debu
teerde er mee. Ralien is het dubbel-ik van
het meisje Rolien. Waarschijnlijk werd de
roman kort na zijn verschijnen wat over
schat: het motief van persoonsverdubbe
ling, waaraan de overigens vrij gewone ge
schiedenis zijn literaire en psychologische
„diepte" dankt, is eigenlijk niet meer dan
een handige schrijfsterstruc. Misschien wil
men in het meisje Rolien een moderne
Eline Vere herkennen: een ietwat over
prikkeld kind uit een gegoed milieu. In
Josepha Mendels botsen een orthodox-
Joodse en een losgeslagen westerse deca
dentie op elkaar. „Rolien en Ralien" is
wat men noemt een „eerlijk", op de eigen
huicf geschreven boek.
Nóg eerlijker, in autobiografische zin, is
de Parijse bohème-roman van Jacques
Gans: „Liefde en goudvissen" (1940),
waarin de journalistieke, expres-onliterai
re manier van zeggen de toon aangeeft.
Het boek „doet" het wel en heeft in Am
sterdamse kringen zelfs 'n zekere ver
maardheid gekregen, omdat het de burger
zo vrolijk épateert. Gans spaart er zich
zelf ook niet in; hij is, onder alle voorbe
houd, een genre apart.
Het vijfde boek, dat de honderdste Sa
lamander kan zijn, is de vrucht van een
virtuoze collaboratie tussen Henriëtte
van Eyk en S. Vestdijk: een ernsti
ge schertsroman in brieven, waarin het
nachtelijke Rijksmuseum de „couleur loca
le" bepaalt. Deze roman, „Avontuur met
Titia", verscheen voor 't eerst in '49.
met al zijn de gekozen boeken
toch niet kenmerkend voor het
literaire niveau, waarop de reeks
zich bij tijd en wijle bewoog. Men mist
iets in deze lectuur: het is allemaal erg
menselijk, maar niet grootmenselijk.
Natuurlijk maakt een titellijst van
Couperus tot Van Schendel een geflat
teerde indruk. En dan: men zit met
zo'n „reeks van de beste oorspronke
lijke en vertaalde romans" altijd vast
aan bepaalde beperkingen. Men zit vast
aan een zekere boekomvang, waardoor
zeer kleine en zeer grote romans niet
in aanmerking kunnen komen. Men zit
vast aan een zekere populariteit, want
een boek uit een reeks kan slechts
goedkoop zijn als het een flinke oplaag
haalt; bijaldien moeten sommige werk
jes voor de fijnproevers buiten be
schouwing blijven. En tenslotte kan
men niet willekeurig over auteurs en
te herdrukken manuscripten beschik
ken. Dit alles wordt ons aardig duide
lijk'gemaakt door een „ingewijde bui
tenstaander". die in een apart, gebro
cheerd boekje een en ander vertelt uit
het leven van het jubilerende Salaman
dertje*).
NICO VERHOEVEN.
Uitg. Em. Querido's Uitg. Mij.. Am
sterdam.
De Nederlandse vertaling door Gabriël Smit is verschenen bij de
UITGEVERIJ HET SPECTRUM
Toen Léopold uitgesproken was, keer
de Pierre met een schok tot, de werke
lijkheid terug en antwoordde:
„Natuurlijk zal ik je helpen, Léopold.
Ik vind het prettig ook. Ik heb de laat
ste jaren vrij behoorlijk verdiend en
kon wat sparen. het staat tot je be
schikking. Maar ik benijd je om je j^ans
zo ver op reis te gaan. Ik heb dat zelf
altijd erg graag gewild, ik denk dat
ik nu nog lang geduld zal moeten heb
ben."
„Maar, Pierre, ik wil je niet van je
kansen beroven!"
Pierre onderbrak hem:
„Geen kwestie van, Léopold, ik heb
er nooit over gedacht gauw lang weg
te kunnen gaan. En, zie, jij bent de
priester in ons gezin en wij moeten
allen proberen het jou zo gemakkelijk
mogelijk te maken. Jij gaat dus naar
Europa en het zal je aan niets ontbre
ken. Ik zal er vanavond met Marie
over spreken en wij zullen alles voor
jou in orde brengen. Feitelijk ben je
dus al op weg Plotseling hield hij
in. „Wanneer vertel je het aan vader
en moeder?"
Léopold schudde verlegen zijn hoofd.
„Ik denk het vanavond te doen. Ik
weet, dat ze het niet prettig zullen vin
den. wanneer ik zo ver weg ga, maar
ik geloof toch, dat het de beste weg is.
Ik zou niets liever doen dan dadelijk
gaan, maar wanneer lk denk aan vader
en moeder, vrees ik soms, dat ik hier
zou willen blijven. Maar r.ee, ik wil
mijn studie afmaken in Europa en ik
zai het hun morgenavond zeggen."
Het werd weer stil tussen hen en
Pxerre dacht plotseling aan de tijd,
toen hij nog op school was en zich af
vroeg hoe het zou zijn priester te we
zen. Hij had toen in de priester alleen
de man gezien, die voor het altaar
stond. Nu hij ouder was, besefte hij dat
er heel andere dingen aan te pas kwa
men, bijvoorbeeld verre reizen om te
studeren in de stad, die het hart was
var. het Christendom. Wanneer hij dit
eerder had geweten, overwoog hij nu,
had het er hem misschien ook toe ge
bracht priester te willen worden. Maar
dit zou tenslotte geen waardig motief
zijn geweest, geen echte reden en geen
waarachtige roeping. Het was voor hem
beter te zijn wat hij nu was: een jonge
man. die op zekere dag trouwen zou.
Misschien zou dan, in de verre toe
komst, zijn zoon eens naast hem zitten
en hem vertellen, wat Léopold hem zo
even verteld had. Hij benijdde zijn
broer op dit ogenblik, want zijn leven
had een helder, vastomlijnd doel. Pierre
deed wat hij kon en hij ging gestadig
vooruit, maar hij kon toch niet zeggen,
dat zijn toekomst hem even klaar voor
ogen stond als bij Léopold het geval
scheen.
Zij reden zo een eindje verder en toen
zei Léopold:
„Laten we omkeren en weer naar
huis gaan. Ik geloof, dat ik het nog
vóór het eten aan vader en moeder
vertel."
En toen zij dicht bij huis waren, zei
Léopold:
„Ik denk. dat ze het erg verdrietig
zullen vinden want ze hebben mij ver
wend sinds ik hier van school ging. Wij
hebben kostelijke ouders. Ik zeg dat
niet, omdat ik hun uitverkorene ben.
maar omdat zij een diep godsdienstig
gevoel hebben en gouden harten. Zij
hebben alles in het werk gesteld om
ons alles te geven wat wij konden
wensen en dat kan lang niet iedereen
van zijn vader en zijn moeder zeggen.
En als ik hen enkele jaren verdriet
moet doen nu ik mijn roeping wil vol
gen, zal ik het hun dubbel en dwars
vergoeden wanneer jk eenmaal priester
ben."
Tot zij voor hun huis kwamen, zei hij
verder niets meer. Toen stapte hij uit
het rijtuigje, bedankte Pierre en ging
naar binnen. Terwijl Pierre het paard
afspande vroeg hij zich af waf zijn va
der en moeder tegen Léopold zouden
zeggen. Zij zouden hem niets Tn de weg
leggen, daarvan was hij zeker. Daar
voor kende Pierre zijn ouders genoeg
en hij wist ook, dat Léopold's roeping
het heerlijkste was, dat hun latere le
ven hun geschonken had. Hij miste het
diepe, godsdienstige gevoel van zijn
ouders, maar hij was vroom opgevoed
en kon de betekenis van Léopold's le
vensstaat ongetwijfeld beseffen. Hij
dacht weinig over godsdienstige onder
werpen na, maar het leven thuis had
hem desondanks doordrongen met een
gevoel van eerbied voor de dingen van
het geestelijk leven.
Léopold vond zijn vader en moeder
in de voorkamer. Als iemand die bang
is voor de gevolgen van hetgeen hij
doet, stiet hij onmiddellijk door tot het
hart van de zaak.
„Vader, moeder, ik moet u iets ver
tellen. U weet. dat het nu mijn tijd is
om naar het groot-seminarie te gaan. Ik
ben, vóór ik hier kwam, naar de bis
schop in Springfield geweest; ik heb
hem gevraagd of ik naar Europa mocht
en hij heeft het goedgevonden." Hij
zweeg en keek gespannen naar zijn
ouders, die, na de groet toen hij bin
nenkwam, niets meer hadden gezegd.
Jean Baptiste was nu de eerste, die de
stilte verbrak:
„Europa, Léopold?"
„Europa, vader. Ik wil naar Rome,
naar het Internationaal College. Een
paar van mijn klasgenoten gaan daar
heen en ik wil met hen mee."
(Wordt vervolgd-)
Het bestuur van „De Keukenhof" te
Lisse is, zoals men weet, op het prijzens
waardige idee gekomen, in dit bloemen-
park her en der werk van Nederlandse
beeldhouwers op te stellen om het aan
zicht van het geheel nog feestelijker te
maken. Een goed gebruik uit Zuidelijker
landen, waar de parken rijkelijk met
beeldhouwwerken gestoffeerd plegen te
zijn, heeft aldus hier navolging gevon
den, En het resultaat is een gelukkig
samengaan van de natuurlijke schoon
heid der bloemenpracht enerzijds en
kunstwerken als vrucht van menselijke
creativiteit anderzijds.
Hierbij een foto van twee der ge
plaatste beelden: het prachtige uiltje
(zeer origineel op een boomstam ge
plaatst) van Raedecker en de „ruiter
te paard" van Paul Koning. Dit laatste
beeld staat opgesteld als blikvanger bij
de ingang van het park. Op de fraaie
opname, met de vijver op de voorgrond
komt duidelijk de goede silhouetwerking
uit van dit overigens enigszins opper
vlakkige werk
De afdeling De BiltBilthoven van de
Katholieke Volkspartij heeft een motie
aangenomen, waarin verontwaardiging
wordt uitgesproken over de samenstel
ling van het advies voor de groslijst
stemming voor de verkiezing van leden
der Tweede Kamer, waarin aan A. C.
de Bruijn, voorzitter van de Katholieke
Arbeiders Beweging, geen verkiesbare
plaats is toegewezen.
De afdeling roept de leden van de
Katholieke Volkspartij in de kieskrin
gen Haarlem, Den Helder en Utrecht
op terwille van de politieke eenheid
der katholieken dit euvel ongedaan te
maken.
ZONDAG 20 April: Beloken Pasen; Mis
v. d. dag; Credo; Paasprefatie; wit.
MAANDAG: H. Liduina, maagd; Mis
Dilexisti; 2. H. Anselmus; Credo; Paas
prefatie: wit.
DINSDAG: H.H. Soter en Cajus, Pausen,
martelaren; Mis Si diligis; 2 tot de H.
Maagd; 3 voor Kerk of Paus; prefatie v.
d. Apostelen; rood.
WOENSDAG; H. Georgius, martelaar;
eigen Mis; 2 tot de H. Maagd; 3 voor Kerk
of Paus; rood.
DONDERDAG: H. Fidelis v. Sigmarin
gen, martelaar; Mis Protexisti; Paasprefa
tie; rood. Utrecht; H. Egbertus, belijder;
Mis Justus; 2 H. Fidelis; Paasprefatie; wit
VRIJDAG: H. Marcus, evangelist: eigen
Mis; 2 gebed v. d. Kruisdagen; Credo; pre
fatie v. d. Apostelen; rood of: Litanie, v
Allerheiligen; Mis v. d. Kruisdagen; 2 tot
de H. Maagd; 3 voor Kerk of Paus; Paas
prefatie; paars.
ZATERDAG: H.H. Cletus en Marcellinus,
Pausen, martelaren; Mis Si diligis; 2 tot
de H. Maagd; 3 voor Kerk of Paus; Paas
prefatie; rood,
ZONDAG 27 April: 2de Zondag na Pa
sen; Mis v. d. dag; 2 H. Petrus; Credo;
Paasprefatie; wit.
Gistermiddag heeft Jean Cassou, chef van
het Nationaal Museum voor moderne kunst
te Parijs, in het Stedelijk Museum te Am
sterdam een expositie van .'00 schilderwer
ken van moderne Franse meesters van 1890
tot heden geopend.
Het dagelijks bestuur der Nederktndse
Federatie van Beroepsverenigingen van
Kunstenaars heeft in een schrijven aan.
de Partijraad der Katholieke Volkspartij
gewag gemaakt van zijn ontsteltenis en
bezorgdheid over het feit, dat naar alle
waarschijnlijkheid Bernard Verhoeven
niet in de Tweede Kamer zal terug
keren.
Het bestuur meent dat de afgelopen
zittingsperiode van de Tweede Kamer
bewezen heeft dat de heer Verhoeven
de hem toegevallen kwaliteitszetel met
eer heeft bezet en dat zulks niet al
leen de Katholieke^ fractie, maar de
gehele Tweede Kamer en het gansa
culturele leven ten goede is gekomen.
„Het is verre van ons", aldus het be
stuur in zijn brief, „ons in te laten met
aangelegenheden die alleen uw partij
aangiaan. Wij menen echter dat hier eeu
publieke zaak van zeer groot gewicht in
het geding is. Wij menen dat het ver
schuiven van de kwaliteitszetel voor de
kunst naar een niet-verkiesbare plaats
een symptoom is van een algemeen
verschijnsel, dat zich overal voordoet,
een verschijnsel, waartegen uw partij bij
monde van de heer Bernard Verhoeven,
bij voortduring heeft gewaarschuwd.
Wij achten het noodzakelijk, u van
onze bezorgdheid op de hoogte te stel
len, teneinde u mede op deze wijze een
inzicht te bieden in de gedachten en
gevoelens van een waarlijk niet onbe
langrijk deel van ons volk: de kun»