Mohammedaanse en Christelijke Gereld naderen elkander in Pakistan Gesprek met Mgr. A. v. Miltenburg O.F.M. briest voorval te Rome i RIDGWAY een briljant soldaat en een kundig leider Koninklijke Onderscheidingen in stad en streek I Terug in het vaderland De familie Troost Garage Den Hout Onderwijs belangrijkste missiewerk Op soek naar nonnen Vluchtige indruk ken uit Pakistan Gen. Mark Clark Spoedig verloving koning Boudewijn kilomet \~~door Jacques Ducharme DINSDAG 29 APRIL 1952 PAGINA 3 V BM—W m i ÏÏu&t.ooi o/Slrcand/ ^andante M.A.R.VA. Com, de dienst verlaten (Slot) Met prinses Marghe- rita van Savoye-Aosta Liever medeleven dan medelijden Overeenstemming „BBB en Steun Wettig Gezag RIJWIEL MOTOR [RS BETER! Prof: dr. Buytendijk 65 jaar Roomboter 12 cent per pakje goedkoper 50 doden bij gevecht met bende Over gesproken! RESULTATEN TULPENRALLYE Groep 1 en 2 (wagens mei cyl.inh. ioi 1150 cc) van de 5 geplaaisien 1,2 en 4 RENAULT (Inh. slechis 748 cc) Groep 3 (wagens 1 en 5 SIMCA van 1150 ioi 14O0 cc)« (boven sportwagens cc)l boven JAGUAR cc) t 1500 Groep 7 Groep 9 1, 2 en 3 JAGUAR WAGENWEG 166—168 TELET. 9 pie if.» Miltenburg O.F.M. ?6'de'n en'ge persbureaux weten te w ,er> ook door onze Romeinse cor- wordt bevestigd, heeft hagen geleden een pater-Jezuïet z'ch op nogal geruchtmakende partij 12nges'°ten bij de communistische wndi 01 voor kort was deze Alighiero keliSien,eCretaris van het Instituut voor Nek. e cultuur, welk instituut ver- S'teH. ?.'s aan be Gregoriaanse univer- ScruJ,n. levensgang was een bijzonder 'uerL i - A,-vcll-'ocitt& was een uijzuuuci ^.tig i^e. Hij stamt uit een ongods- |efi i,}Vas daarnaast artistiek van aap- ''"vaJfu Toscaansc familie en werd opgeleid tot bouwkundig fi gu v UQdl lldflöl cJl tiotictv >aan. or>twikkelae zich tot een be N schilder. Na het behalen van N A'chitectendiploma bekeerde hij 1)1 ór. aet katholicisme en trad hij toe file u,0rde der Jezuïeten. Na nog niet beeft '•'dingen te hebben ontvangen 'tfijjb'j echter plotseling het klooster d'ïeh h!1 orn' zoa's een semi-communis- t v met veel ophef wist te mel- j®1 bljT 'n woord en daad aan te slui- jij p]1de communistische partij, waarin n bat? i in§ aHe heil zou zijn gaan zien. V delfde blad publiceerde hij onlangs 'St kei, waarin hij inderdaad ge- bcVc„ 'cb tot het communisme te hebben L.seerd" tr:i J--J vcSei? be trouwe partijgangers zich 'N v u't te drukken, d.w.z. met volle-, Nsm erioochening van alle christelijke x tw en hartstochtelijk scheldend op Ni'- het Vaticaan, de Paus en de 2ijn aüsche vrijheden. Mlt0 overste bleek door dit alles ts Ün verrast. Nooit te voren im- is Nu, d Tondi blijk gegeven van Xu stische sympathieën of van aan zijn roeping en levens- f'Sste iflfs had hij behoord tot de vu- 'f> lta,.bestrijders van het communisme H "fbpfi In woord en daad was hij een %r e"Üg priester gebleken, vereerd jfuiop n leerlingen en hartstochtelijk ?9ar(j.bb voor de christelijke levens ein Welke hij na zijn plotselinge All/ 6 was gaan kennen. bijeengenomen staat men aldus broevig raadsel. Gelet op de 0(8tf Ve"t?^en schijnt de enig aanvaard- Hij deed dit op een wijze, Jj|£klaring, dat de man op de een Ver Va Nrs ',stahdsverbijstering kan men 'n K. Ver. manier het slachtoffer is ge- ver Van een geestesstoornis. Slechts --rs fondsverbijstering kan men im- a4rva» zu'ke daden komen als die N be,a be communisten in Italië thans Vji, 'S propagandistisch gebruik ma- >gee,;raabselachtig een en ander ook N tripl' z°veel is zeker, dat het hier B^hsta Sj voorval betreft, waarvan de r 9rt\c nbers van kerk en Christendom °rf]rt,, Gebruik zullen maken voor hun doeleinden. Advertentie fieiT" *0nc*er. «Is je die eenmaal geen andere ie portemonnaie VERLAAGDb,otWan,dePrli,iS Stdeli«g ante van Mevrouw manne-vrou- van Slooten l' v f - xs, v dl i OlUUlvIif ui4AFiVA' der tweede klasse, Zal de dienst gevraagd Ver- X>C2h«korp. op 1 Juli ver- 2al opvolgen is nog niet In een ruime maar hoogst sobere voorhal van zijn verblijf naast de St. Patrick-kathedraal zit Mgr. A. van Milten burg O.F.M., aartsbisschop van Karachi. Een slanke, rijzige figuur in zijn hagelwitte toga, afgezet met biezen in het aartsbisschoppelijk purper; een jong gezicht boven de dunne blond-rossige baard; een man van die natuurlijke eenvoudige onbevangenheid, waaraan men altijd de gees telijke stand „from abroad" herkent. Deze man in de kracht van zijn jaren, maar eerder jong dan oud, is de hoogste gezagdrager van de Kerk in dit land. Hij is apostolisch delegaat van heel Pakistan en metropolitaan van Oost- Pakistan en er zijn zelfs berichten geweest, dat hij binnen kort internuntius zou worden van de H. Stoel. Maar van dit laatste weet Mgr. van Miltenburg echt niets af. Het zou wel een heel nieuw vak voor mij zijn, merkt hij op, diplomatie, internationaal recht. Zijn vak is geloofsver kondiging en daar heeft hij de handen vol aan. Nochtans verwijlt het gesprek een tijdje bij het feit, dat het met Pakistan zover is gekomen, dat er een internun tius op komst is en een gezant bjj het Vaticaan. De betrek kingen tussen dit orthodox Mohammedaanse land en Rome zijn goed, en het is merkwaardig, dat de verstandhouding tussen het Katholicisme, het Christendom in het algemeen, en de Islam meer en meer verbetert. Beide werelden na deren elkander, omdat zij beide een monotheïstisch ge fundeerde levensbeschouwing hebben en die moeten ver dedigen tegen de stormloop van het communisme. De Islam is naast het Katholicisme en het Protestantisme voor zover dit laatste nog orthodox is het belangrijkste bolwerk tegen het communisme. Geen wonder, dat beide machten elkander goed hebben leren verstaan. Het communisme is in Pakistan welis waar een niet geheel onbekende zaak, doch het is er toch zeker nog niet in een stadium aangeland, dat het nodig maakt zich er bijzondere zorgen om te maken. Men heeft er een extreem aangelegde socialistische groepering die vermoede lijk hier en daar ook wel communistisch geïnfiltreerd is. Het is de vraag of daarom de hele partij communistisch genoemd kan worden. Men noemt in zulke landen spoedig extreem, wat in onze ogen nog niet zo bijzonder veront rustend is Feit is, dat men in Pakistan nog niet een doorgefourneerde democra tie naar Westers model heeft, omdat men het land daarvoor nog niet rijp acht. Men moet uit chaotische toestanden een staat opbouwen en een volkshuishouding in elkaar zetten. Voorlopig acht de Pakistanse regering het verstandiger over een volk. dat nog niet voldoende gees telijke rijpheid bezit en de traditie nog niet kent. een bewind met grote be voegdheden uit te oefenen. Een volks vertegenwoordiging heeft nog niet zo veel in de melkte brokkelen; extremis tische lieden worden van tijd tot tijd, als zij het naai' het oordeel der regering te bont gemaakt hebben, voor een poosje opgepakt en in de bak gezet, hetgeen hun geestverwanten en hunzelf (als zij weer los zijn) niet behoeft te beletten in persconferenties of rechtstreeks alle critiek te publiceren, die zij op het hart hebben. Men moet voorzichtig zijn voor men met woorden als „dictatuur" gaat rondslingeren en er staten van beschul digt, dat zij niet zonder meer politieke stelsels in practijk brengen, die in het naar verhouding geringste aantal landen overigens ook maar met wisselend suc ces worden toegepast. Maar om dan na deze uitweiding het gesprek met Mgr. van Miltenburg te her vatten (over politiek spreekt een bis schop uiteraard nooit), Mgr. staat dan aan het hoofd van wat men een bloeien de Missie noemt. Hij heeft wel vieren zeventig priesters, van wie vijfentwin tig Pakistanse wereldgeestelijken en een achtendertig Nederlanders. Er zijn in West-Pakistan drie suffragaan-bisschop pen, n.l. een Italiaanse Dominicaan, een Belgische Capucijn en een Nederlander, Mgr. Hettinga van Mill-Hill te Rawal pindi. In Oost-Pakistan is een aartsbis dom, Dacca, dat door een Amerikaan wordt bezet, daarnaast zijn twee suf fragaan-bisschoppen, een Amerikaan en een Italiaan. Daarmee is de Pakistanse kerkprovincie dan opgebouwd. Vijfhon derdduizend Katholieken telt Pakistan in totaal, verspreid over onmetelijke gebieden met grotendeels zeer gebrek kige communicaties, althans in het Oos ten. Een van de voornaamste taken, die de Missie op maatschappelijk gebied verricht, zo vertelt mgr. Van Milten burg, loopt parallel met de landher vorming, die de Pakistanse regering thans doorvoert. De Missie koopt gronden, die gedeeltelijk in het bezit biyven van het diocees, maar ander deels worden uitgegeven aan kleine boeren in een soort van huurkoopstel sel, waardoor zij na verloop van een jaar of tien de grond in eigendom krjjgen. Dit is kolonisatiewerk van de eerste orde, dat de Missie voor de oorlog reeds begonnen was en thans weer heeft hervat. Maar het allerbelangrijkste werk in de maatschappelijke orde is het onder wijs. Een deel daarvan kan mgr. ons aanstonds tonen: achter zijn kathedraal strekt zich een werkelijk enorm com plex scholen uit, scholen van allerlei soort in uitgestrekte gebouwen, helder en luchtig geconstrueerd door een der pa ters van de Missie zelf, die een bijzonder architectonisch talent heeft. Twee dui zend leerlingen zijn op deze scholen, die een zo voortreffelijke reputatie in Ka rachi hebben, dat de aanmeldingen ook uit de Mohammedaanse wereld veel groter zijn dan de plaatsingsmogelijk heid, En dit is nog maar een deel van het onderwijswerk, dat de Missie ver richt. Elders bevinden zich ook nog Scholen. Elders.... De blik van mgr. Van Mil tenburg heeft die wijdheid, waaraan men onmiddellijk de mensen herkent, die in grote ruimten leven en denken. Het werk ligt zelden naast de deur. Het speelt zich altijd af in onmetelijke ge bieden. De mogelijkheden zijn onbe perkt de taken die wachten, raken nooit uitgeput. Terwijl men mgr. Van Milten burg hoort spreken, denkt zijn bezoeker aan zo menige Hollandse pastorie met de veilige geborgenheid van de kudde vlak daarom heen. Hier treedt een man buiten zijn begrenzingen in een onaf zienbare wereld. Zijn woorden Wekken de ruimte voor u op en hij ademt rus tige zelfverzekerdheid. Hij vertelt van reizen, die hij maakt over de wereld; hoe hij naar Amerika is getrokken met het vaste voornemen niet thuis te komen zonder nonnen. Hij spreekt daarover met de zakelijke gedecideerdheid als een directeur van een onderneming over zijn aibeidskrachten. Geen half bovennatuur- Generaal Matthew Ritlgway wordt in Amerika beschouwd als een briljant soldaat en een kundig leider. Ridgway heeft in de tweede wereldoorlog een reputatie van moedig en inspirerend leiderschap verworven, welke roep hij nog versterkte met zijn tactiek in de Koreaanse oorlog. Hij kreeg vrjjwel alle onderscheidingen, die een militair maar kan verwerven. Meer dan dertig decora ties wijzen op zijn waarde als krijgsman. In de tweede wereldoorlog leidde Ridgway de Amerikaanse parachutisten In de campagne op Sicilië in 1943 voerde hij de eersteliike nachtelijke luchtlan dingen uit, die ooit ondernomen werden. Hij kreeg hiervoor de op een na hoogste Amerikaanse legeronderscheiding, het „distinguished service cross". Vier uur voor de geallieerden in 1944 op de Nor- mandische kust landden, was Ridgway er al. Om twee uur 's nachts was hij met de 82ste luchtlandingsdivisie ge daald. Ridgway raakte gewond, toen hij de Rijn overgestoken was. Een Duit se handgranaat vernielde de jeep, waarin hij zat. Hij werd aan de rechterschouder gewond. In de slag van de Ardennen eind 1944 nam gen.-maj. Ridgway actief deel aan de infanteriegevechten. De generaal is als het ware geboren en getogen in het leger. Zijn vader was Generaal Mark Clark heeft de volgende verklaring uitgegeven; „Ik voel mij ver eerd, dat de president mjj heeft aange wezen als opvolger van mjjn goede vriend Matt Ridgway in het Verre Oos ten. Ik realiseer mij de verantwoorde lijkheden van zulk een opdracht en de moeilijkheid zulk een pracht soldaat te vervangen. Ik zal mijn uiterste best doen om de instructies van mijn rege ring en het beleid van de V.N. met be trekking tot Korea uit te voeren." De 56-jarige generaal Mark Clark voerde in de tweede wereldoorlog het bevel over in Europa strijdende Ameri kaanse troepen. Zijn huidige functie is opperbevelhebber van het Amerikaanse veldleger. Truman heeft generaal Clark verleden jaar voorgedragen als Ameri kaans ambassadeur bij het Vaticaan, doch het krachtige verzet van het Con gress tegen een dergelijke benoeming heeft de president er toe gebracht de voordracht terug te nemen. Generaal Mark Clark maakte, als chef van de generale staf, deel uit van het eerste Amerikaanse expeditieleger, dat in de afgelopen oorlog naar Europa werd gezonden. Aan de vooravond der geallieerde landingen in Noord-Afrika zwom hij uit een onderzeeboot naar de kust om de landingsoperatie persoonlijk voor te bereiden. Hij was ook de man, die van het vijfde Amerikaanse leger, dat zich vechtend in Italië een weg baande, een hechte eenheid maakte, on danks het feit, dat dit leger uit troepen van vele nationaliteiten was samenge steld. kolonel. In 1917 werd hij tweede luite nant na de opleiding aan de militaire academie van West Point gevolgd te hebben. Tot 1939 heeft hij deel uitge maakt van tal van missies naar het buitenland, o.a. China. Nicaragua, Pana ma, de Philippijnen en Brazilië. Hij was vertegenwoordiger van generaal Eisen hower in de militaire commissie van de V.N. (1947) en militair adviseur van de Amerikaanse delegatie bij de V.N. Op 9 November 1950 werd hij aan het hoofd geplaatst van de inter-Amerikaanse ver- dedigingsraad. Op 25 December 1950 keerde generaal Ridgway naar het strijdtoneel terug. Hij verving in Korea de verongelukte be velhebber van het achtste Amerikaanse leger, generaal Walker. 11 April 1951 werd hij benoemd tot opperbevelhebber van de strijdkrachten der V.N. in Korea, in de plaats van generaal MacArthur. De generaal is getrouwd en heeft een zoon tje van vier jaar. lijke wezens achter een sluier, de „eer waarde zusters", neen, nonnen moesten er gehaald worden om te werken op de school en in het ziekenhuis. En als hij haar niet in Amerika kon vinden, dan zou hij naar Canada gaan, en als het ook daar niet lukte dan zou hij door gaan naar Ierland, maar hij zou nonnen mee terugbrengen. Hij heeft ze mee teruggebracht. Intussen zit hij alweer te zinnen op een reis naar Spanje, want het schijnt, dat daar op schappelijke termen pries ters en nonnen te krijgen zijn. Men moet in missiegebieden komen om te begrijpen hoe bovennationaal de Kerk is. Mgr. Van Miltenburg is in een klein plaatsje bij Utrecht geboren, hij zal het zijn leven lang niet vergeten, maar als zijn bezoeker hem het beeld van werkverhoudingen in Nederland op roept, kijkt hij vreemd op. Neen, zegt hij, als ik me ooit weer in Neder land zou gaan vestigen, dan zal het niet eerder zijn, dan wanneer ik ver sleten ben. Maar tegen het eind van dit jaar zal ik de stoute schoenen maar weer eens aantrekken en op reis gaan. Naar Nederland, want mijn moeder heeft me nog nooit als bisschop ge zien. Ziedaar een Missiebisschop. Na lange tijd zet hij zijn bezoekers in een auto, die hen zal terugbrengen. „Gods beste zegen", zegt hij met een gracieus gebaar en terug wandelt hij door de harde zon over de vlakte van een speelplaats tus sen zijn schoolgebouwen door. kaars recht, volkomen zichzelf. Hij ziet de benijdende blik niet, die zijn gast van zoëven hem achterna zendt. L. H. De „Giornale d'Italia" schreef Maan dag uit diplomatieke en aristocratische kringen in Rome vernomen te hebben, dat spoedig officieel de verloving zal worden bekend gemaakt van koning Boudewijn van België met prinses Margherita van Savoye-Aosta, de 22- jarige dochter van wijlen de hertog van Aosta en prinses Anne van Frankrijk. Het bericht werd tegengesproken door een woordvoerder voor prinses Anne van Frankrijk, hertogin van Aosta. Prinses Margherita is het oudste kind van wijlen de hertog van Aosta, die in Maart 1942 als gevangene der Engelsen overleed in een krijgsgevangenenkamp te Nairobi. In Haarlem, Kennemerland en de Bol lenstreek zijn aan de navolgende per sonen koninklijke onderscheidingen toe gekend: Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw: L. J. P. N. A. Bouwman, lid van Ged. Staten van Noord-Holland, te Heemstede. Officier in de Orde van Oranje-Nassau: M. J. van Thiel, hoofdingenieur bij het P.E.N. te Bloemendaal; mr. J. F. Janso- nius, burgemeester van Haarlemmer meer; dr. A. la Fleur, rector van het 2e Chr. Lyceum te Haarlem; J. van der Meulen, directeur van de Rijkskweek school te Haarlem; kapitein ter Zee arts A. W. Mellema (bij bevorde ring), commandant van het marine-hos pitaal te Overveen; ir. W. M. Vink, hoofdingenieur van de Prov. Waterstaat in Noord-Holland; A. D. Huijsman, ge delegeerd commissaris van de N.V. Joh. Enschedé en Zn. te Haarlem; ir. J. C. Kaars Sijpesteijn te Vogelenzang, pre sident-commissaris en gedelegeerd direc teur van de Ned. Linoleumfabriek te Krommenie; A. Kouwenaar, directeur van de N.V. Houthandel Peltenburg en Zn. te Haarlem; ir. F. Thiel te IJmuiden, directeur van de V.E.N.; dr. A. J. Ver- hage te Voorburg, voorzitter en directeur van het B.V.S., v/h voorzitter van „Bloembollencultuur". Ridder in de Orde van Oranje-Nassau: S. Rijkes te Heemstede, bestuurslid der afd. Haarlem van het Ned. Genootschap tot reclassering; K. Blauw, hoofdcom mies ter provinciale griffie te Haarlem; H. Holthuis, oud-penningmeester van de Ned. Jeugdherbergcentrale te Overveen; C. van Geel te Driehuis, directeur van het radiostation; A. C. Tolk te Heem stede. inspecteur der K.L.M.; F. G. N. Haase. arts te Lisse; A. H. Beenhakker te Haarlem, administrateur van het Haarlemsch Ziekenfonds. Eremedaille, verbonden aan de Orde van Oranje Nassau, (goud): P. A. de Ridder, adjudant der Rijkspolitie te Aals meer; C. Holsbergen, bedrijfsleider der strafgevangenis te Haarlem; H. J. te Marvelde, adjudant van de gemeente politie te Heemstede; L. Sieutelberg, controleur der belastingen te Haarlem; W. F. van der Schraaf te Haarlem, tech nisch ambtenaar bij Wederopbouw; E. J. Mooi te Heemstede, hoofdemployé der PTT; G. van Waard te Haarlem, oud administrateur der Haarlemse Vereni ging tot bestrijding der TBC; (zilver): J. Oudshoorn, opperwacht meester der rijkspolitie te Uitgeest; J. Steijn,. oud-laboratorium-assistent bij het PEN te Beverwijk; W. de Koning, brigadier van politie te Haarlem; P. Veenstra, adjudant van de gemeente politie te Bloemendaal; B. H. van der Horst, opzichter gemeente-bedrijven te Velsen; J. Cornet te Haarlem, chef-hof- meester. en P. de Borst te Haarlem, scheepstimmerman bij de stoomvaart maatschappij „Nederland"; Th. van Hei- mondt te Haarlem, ploegbaas bij de Ned. Spoorwegen; H. van Ginkel te IJmuiden, le ploegbaas bij de Ned. Spoorwegen; F. W. Weijers te Heemstede, boekhou der bij de N.V. Rookmaker en Zn. te Haarlem; J. Smit en C. J. Oostenrijk te Meer en Bosch,. Heemstede; mej. A. J. Verleun (zuster Marie Henrica), ver zorgster van het St. Joseph-rustoord te Beverwijk, en mej. M. Westelaken (zus ter Isabella) idem; (brons): D. Visser, wachtmeester der rijkspolitie te De Zilk; H. Wolterman, timmerman der gemeente Velsen; J. W. Loof te Haarlem, en J. van der Jagt te Haarlem, bestellers der PTT; A. van Op- stol te Haarlem en G. de Jong te Haar lem. Verkzaam bij de Ned. Spoorwegen; J. Elderbroek, kalkblusser bij de kalk zandsteenfabrieken te Hillegom. De vijftig Belgische oorlogsinvaliden, die dezer dagen d egast zijn van „Mo- veo", de Nederlandse stichting, die zich ten doel stelt ernstige oorlogsgewonden meer ontspanning te bezorgen, zaten Maandagavond aan een diner in het Victoriahotel te Amsterdam. De staatssecretaris van Oorlog, vice- admiraal W. H. C. Moorman, zei het een voorrecht te achten te vertoeven temid den van hen, die zo grote offers hebben gebracht voor hun land en de zaak van de vrijheid meer en beter hebben ge diend dan van een mens verwacht kan worden. Sympathiek zei hij ook te staan tegenover het werk van Moveo, dat zo voortreffelijk aansluit bij de staatszorg voor de oorlogsgewonden. De Belgische oorlogsgewonden, die voor het merendeel behoren tot de zeer ernstig gewonden uit de oorlog van 1914 1918 die één of meer ledematen mis sen waren des middags na de kransleg- ging bij het Nationaal Monument op de Dam te Amsterdam in het Internationaal Cultureel Centrum ontvangen door het bestuur van die gemeente. Vervol gens genoten zij op Schiphol van een door de K.L.M. aangeboden vlucht in een „Convair" over zee- en bollenstreek. Zij waren allen opgetogen over deze attractie. Een hartelijke ontvangst ten huize van de penningmeester van Moveo, en zijn echtgenote te Blaricum gaf hun het overtuigend bewijs, dat niet alleen de harten maar ook de huizen van hen. die Moveo steunen, voor hen openstaan. Of, zoals een der leden van de groep van Nederlandse oorlogsinvaliden, die de tocht meemaakt, het uitdrukte, dat medeleven met de oorlogsinvaliden be ter is dan medelijden. Vandaag hebben de invaliden een be zoek gebracht aan Aalsmeer en Den Haag, waar zij op de Belgische ambas sade werden begroet door Prins Bern- hard. De dagelijkse besturen van de stich ting „Bevordering Bescherming Bevol king" en van het nationaal instituut „Steun Wettig Gezag", die Maandag te Utrecht gezamenlijk hebben vergaderd, zijn tot wederzijdse overeenstemming ge komen omtrent de basis, waarop in den vervolge de meest vruchtbare samenwer king bereikt zal kunnen worden. „Kn hoe ts u de reis bevallen?" schijnt Prinses Beatrix aan Prins Bernhard te vragen'. Maandag middag bij de aankomst van het Koninklijk Paar op Schiphol zal de oudste dochter haar vader zonder twijfel verteld hebben van haar succes, behaald bij de ruiter sport. Advertentie 72 I De Nederlandse vertaling door Gabriel Smit is verschenen bij de UITGEVERIJ HET SPECTRUM In die jaren deden de Frans-Canade zen in Holyoke ook een vergeefse po ging om een deel van de politieke macht te verwerven. De poging misluk te, grotendeels tengevolge van de „Union St. Louis". De groei van deze vereniging had gelijke tred gehouden met de ontwikkeling van de stad en zij omvatte nu vrijwel alle Frans-Canade zen, hetzij als actieve leden, hetzij als houders van een verzekeringspolis of een spaarbankboekje. Natuurlijk had deze macht ook een belangrijke poli tieke waarde, maar de Frans-Canadezen waren in dit opzicht aangetast door een kwaal, die zij als erfenis van het verre Frankrijk in zich omdroegen: zij waren ongeneeslijk individualistisch en wen sten daarvan geen afstand te doen, wanneer een gemeenschappelijk doel op het spel stond. Geen van hen had ook een zo overwegende invloed op zijn landgenoten, dat hij hen door zijn per soonlijkheid zijn wil kon opleggen en dientengevolge liep de politieke strijd op een mislukking uit. Jean Baptiste en Pierre hadden aan deze politieke actie deelgenomen, niet als candidaten, maar als actieve leden van de partij. Het had over het geheet genomen misschien weinig om het lijf. maar Pierre had er veel plezier in en zijn vader was niet blind voor het vuur, waarmede zijn zoon zich in de strijd wierp. Toen alles achter de rug was en de Frans-Canadezen weer naar hun da gelijks werk terugkeerden om er troost te zoeken voor hun nederlaag, besloot Jean Baptiste zijn zoon over deze kwes tie eens te polsen. „Voel je iets voor het politieke leven, Pierre?" Pierre, nog vol van de opwinding der afgelopen dagen, antwoordde; „Ja, vader, erg veel." „Maar, Pierre, je hebt het nu nog maar van één kant gezien." „Hoe bedoelt u dat, vader?" vroeg Pierre, die begon te vermoeden, dat achter de vraag van zijn vader een be paalde bedoeling schuil ging. Zijn vader maakte een gebaar van minachting en zei: „Het is geen zuivere koffie, Pierre. Zou jij eerlijk kunnen blijven, wanneer je stemmen nodig hacl? En zou je, wan neer je op een bepaalde post gekozen was, sterk blijven tegenover de beloften, die je zouden worden gedaan? En zou je je altijd vrij kunnen houden van om koperij?" „Maar, vader", protesteerde Pierre, „ik denk er niet over om in de politiek te gaan, althans niet voor lang. En wan neer ik het doe, zal ik proberen eerlijk te blijven." Jean Baptiste schudde zijn hoofd. Hij wist, dat zijn zoon een eerlijk mens was. „Ik weet, dat je dat zou doen, Pierre. Maar ik zou niet graag willen, dat een zoon van mij iets met de politiek had uit te staan. Op het ogenblik zitten de Ieren in het zadel, maar ik kan niet zeggen, dat ik hun methoden in deze bewonderd heb." zichzelf daardoor gedeeltelijk ontheven van de financiële zorgen. Hij werd lang zamerhand moe van het werk, want sinds hij in Holyoke kwam was hij on onderbroken aan de arbeid geweest. Zijn enige, echte vacantie was zijn reis naar Canada, toen Louise trouwde. Op een avond sprak hij over deze dingen met zijn vrouw en hij zeide haar. dat hij besloten had zich uit de zaken terug te trekken zodra de ge legenheid daartoe zich voordeed. Maar Cécile was het helemaal niet met hem eens. „Maar wat wil je dan, Jean, wanneer je niet meer naar je werk moet?" Jean Baptiste haalde zijn schouders op en antwoordde: „Er valt hier in huis genoeg voor mij te doen. En ik mag af en toe wel een beetje rust nemen." Cécile schudde haar hoofd. „Ik geloof niet, dat je hier genoeg te doen zult hebben, Jean. Je hebt nu zo lang gewerkt, dat het nietsdoen je erg lastig en ontevreden zou maken." Jean Baptiste lachte om de toekomst, die zijn vrouw hem voorspiegelde, maar plotseling werd hij weer ernstig: „Weet je Cécile, ik heb er over ge dacht, dat wij nu misschien een boer derij zouden kunnen kopen." Het gezicht van zijn vrouw klaarde op: „Ja, dat zouden wij kunnen. En de gedachte hield hen lange tijd bezig. Maar het zakenleven onderging plotseling een ongekende opleving en Jean Baptiste, met alle drift die karak teristiek was voor zijn ras. kon zijn kans om nog méér te sparen niet on benut voorbij laten gaan. Het gehele gesprek van die avond werd dus ver geten en Jean Baptiste dacht er niet meer aan zich uit de zaken terug te trekken. Doch toen hij op zekere dag in zijn kantoor zat, scheen zijn hart verkiezingscampagne Jean Baptiste sprak verder nooit over plotseling op te houden met kloppen deze kwestie en buiten dit politieke en hij vermoedde, dat de dagen van zijn meningsverschil was er vrijwel niets, dat de harmonie van het gezinsleven kwam verstoren. De beide ouders ver stonden de kunst op beminnelijke en verstandige wijze oud te worden. Cécile bleef het grootste deel van haar tijd thuis. Jean Baptiste was meer een raadsman in zijn aannemersbedrijf dan een actief medewerker. Hij had een ge deelte van de aandelen verkocht en werk hier waren geteld. Alles werd zwart voor zijn ogen en enkele ogen blikken kon hij geen adem halen. Het was binnen een minuut voorbij, maar toen hij 's avonds naar huis ging, liep hij even bij zijn dokter aan. Die stelde hem in zekere zin gerust: (Wordt vervolgd). Nee, ik heb, na de ganse lintjes-pagina met spanning te hebben doorgelezen, zelfs niet het geringste onder- scheidinkje voor mij kun nen vinden. Wél voor al lerlei nietswaardige kennis sen. Die wél. heb ik bitter gedacht, en ik niet. Hij offi cier en ik zelfs geen héél klein riddertje; hij een groot kruis en ik niet eens een blikken medaille. Toen viel mijn oog ineens op die advertentie van „Kop op. Steek een sigaar op". En dat heb ik toen maar gedaan. Vandaag viert prof F. J. J. Buytendijk zijn 65ste verjaardag, In zijn geval be tekent zulks, dat hij nog in de kracht van zijn leven is en onverdroten zal voortgaan met zijn hoogleraarsopdrach ten te Utrecht, Nijmegen en Leuven, alsmede met zijn wetenschappelijke arbeid, die hem niet alleen, zoals eens van hem geschreven is. tot een van de zes origineelste geleerden van Nederland heeft gemaakt, maar hem ook interna tionale faam heeft bezorgd. Aanvankelijk is de belangstelling van prof. Buytendijk op de biologische weten schappelijke studie gericht geweest; zijn eerste hoogleraarszetels waren die in de biologie en de physiologie te Am sterdam en Groningen. Sinds 1946 even wel is hij hoogleraar in de psychologie. Allengs had zijn studie zich vooral ge richt op de philosophisch-speculatieve beschouwing. Kenmerkend voor zijn wetenschappe lijk werk is niet alleen de grote rijk dom aan nieuwe ideeën, die er uit op bloeit; het tekent hem tevens als een harmonisch mens, die waarneemt met zijn geest èn zijn hart, geleid door een wel gefundeerd wijsgerig inzicht. Daar in liggen al opgesloten de karaktertrek- De productie van boter is dit jaar tot dusverre ongeveer 25 procent lager i geweest dan in de overeenkomstige pe- riode van het vorige jaar. Eensdeels j was dit een gevolg van de lagere melk- productie. Daarnaast heeft een hogere productie van de andere zuivelproduc ten een rol gespeeld. Hierin is thans een wijziging ont staan. Vooral door de gunstige weers omstandigheden gedurende de laatste weken en de intrede van het nieuwe weideseizoen, kon belangrijk meer bo ter worden geproduceerd, hetgeen heeft geleid tot verlaging van de boterprijs. Deze verlaging bedraagt circa 50 cent per kg. of tenminste 12 cent per half- pondspakje. Bij een gevecht in de omgeving van de Desa Blado (25 kilometer ten zuid oosten van Penkalongan) tussen militai ren en een gewapende bende zijn vorige week vijftig doden gevallen aldus be richt Aneta te Semarang. De omvang van de bende wordt geschat op tweehon derd man. De militairen verloren twintig man. de politie drie en de bende vieren twintig. Voorts vielen drie slachtoffers onder de bevolking. ken, die hem als mens sieren: zijn een voud en zijn hartelijkheid, gekruid door zijn gevoel voor humor, en daarbij zijn bescheidenheid, die hem niet slechts van het openbare leven terughoudt, maar bovendien zijn wetenschappelijke instel ling sterk beïnvloedt: „Het geheim van te kunnen werken, een blik te kunnen slaan op de samenhang der dingen be staat op de eerste plaats uit een eer biedige houding tegenover de werkelijk heid en die verkrijgt men alleen in stille, tijdloze, vrijwillige, geconcentreer de arbeid" heeft hij geschreven. D» samenhang der dingen, daarop heeft prof. Buytendijk wel altijd het oog ge richt; hij ziet voor het onderdeel nooit het geheel voorbij, maar is ontvankelijk voor de veelvormige rijkdom van het levende en blijft altijd op zoek naar de volheid ervan. ras-automobielen 300O Alleen vertegenwoordiging Haarlem en omgeving voor RENAULT, SIMCA en JAGUAR: 12138

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 3