Strekking van de instructie
der bisschoppen
Algemeen belang
en groepsbelang
TONEEL en DICHTKUNST naderen elkaar weer
Mars
Regionale cultuurbeleving
Prof. Buytendijk op originele
wijze gehuldigd
Spaanse missie in Egypte
De familie I
Sociale organisaties en de politiek
Artikel van prof.
dr. A. Ariëns
Gedachteniskerk
aan de Grebbe
Olifant biedt 60-jarige gelukwensen aan
EuripidesShakespeare en Lorca in
gloedvolle vertalingen
ag&dk&k
dubbel so lekker
dubbel zo zwaar
\f~door Jacques Ducharme
CHOCOLADE
LITERAIRE KRONIEK
ZATERDAG 3 MEI 1952
f AGINA 3
Nt
Oproep tot nabestaanden
van oorlogsslachtoffers
300 middenstanders
naar Rome
Bedevaart naar Lourdes
Interessante lezing van
B. Verhoeven
N.R.U. wenst geen
gramofoonplaten
Tweede T.H. nog niet
in de Kamer
Liturgische weekkalender
het officieel orgaan van
flr 4 yv middenstandsbond, wijdt prof.
lolitic, ens een beschouwing aan de
ln de sociale organisaties.
kin„J gaat daarin na, wat de strek -
tie van de bisschoppelijke instruc
tor, aarin het als de uitdrukkelijke
C«S van rfo
n°emdVan de bisscl:l?PPen wordt ge-
i„ „dat de sociale nrcrnniKntif»K
t alge
steeds zullen houden buiten hun
Ui hP? V 31 ae so<
actie L algemeen de
s°Clale werkzaamheid".
organisaties
zuiver politieke
"""tstonw "zV-lver politieke actie" is reeds
c>eek'ls lri 1918 verstaan het recht-
"sa(je optreden van de sociale orga-
tr. 4r;..°P staatkundig terrein, schrijft
Von6^1 en hü somt de manieren op,
5,ichtJt han gescnieden: door het
Van een eWen Partij, door het
kath ?ïaar georganiseerde invloed in
inoefen eenheidspartij, door het
ePaa/ri 1 Van druk op de regering om
°'erhpjrf "fluiten af te dwingen, die de
kiften 'llet zonder meer bereid is te
tisatjp' tooët dan. dat de sociale orga-
van e Zlch reeds krachtens hun aard
'"loten11 derSelijke politieke activiteit
iriapt0nthouden; zij zijn organen van
ibtlairl8. aPPij' n'Gt van de staat; haar
■fit) e taak is het door zelfwerkzaam-
haatseh^ weizUn van de verschillende
-n j. laPpelijke groepen te verzorgen
0"-I1
Bit!
;a'sch,
eiada .P^reenstemming met het subsi
r°9at.»L beginsel door zelfdoen hui
hun
,Jtfèno?aPpij-hervormende taak uit te
"Cien -ut
NitiJ?' ^chr- wijst op de gevaren, die
"Wevpr activiteit voor deze taak zou
ren en zegt dan;
I^^erreweg de voornaamste beweeg-
instr e?hter, die tot de bisschoppelijke
^id heeft geleid, is de bezorgd
st geweest voor het behoud van de
Iti j dodige eenheid der katholieken".
het2at verband herinnert hij aan het
ft0„ rhjk schrijven van 1948, waarin
eeuh e-etls werd aangespoord „om de
te k ld °P staatkundig gebied hecht
oewaren".
?r<je hun eenheid schrijft prof. Ariëns
is de kracht van de katholie-
hr staatkundig gebied gelegen"
,J rr, i hoemt daar argumenten voor.
V°lfloe St hij °P het ontbreken van een
h'sati contact tussen de sociale orga-
i'°esnS' waardoor zich dingen hebben
e'd 'd. die nu de staatkundige een-
U'C de kaholieken in gevaar bren-
-k? klopt iets niet in onze katho-
AL s°ciale beweging". schrijft hij.
llid jS wijst er op, dat het de hoogste
s voor een serieus gewetensonder-
„lveh door alle partijen".
katholieke eenheidspartij" zo
vervolgt hij dan „is de beste waarborg
voor het beantwoorden aan de zending,
die wij als Christenen op het critieke
moment van onze beschavingsgeschiede
nis te vervullen hebben: de bevestiging
van een Chirstelijke maatschappij tegen
over het in alle landen opdringende
socialisme".
Schr. herinnert aan het voorbeeld van
de katholieke arbeiders, die, toen zich
voor de oorlog een dissidente partij
afscheidde aan de linkerzijde, het lid
maatschap van de K.A.B. onverenig
baar verklaarden met het deelnemen aan
deze groepering. „Van de katholieke
middenstand mag meii verwachten, dat
hij, gezien zijn traditie in de katholieke
gemeenschap op dit ogenblik eveneens
die zelfbeheersing toont, nu zich een
dissidentie voordoet naar de andere zij
de, en dat hij het beginsel van de
katholieke eenheid hoog zal houden".
Is dus de zorg voor de katholieke
staatkundige eenheid aanleiding geweest
tot de bisschoppelijke instructie, dat
houdt nog niet in, dat de katholieke
sociale organisaties zich in geen enkel
opzicht en in geen enkele vorm met po
litiek dienen in te laten, voorzover al
thans deze raakpunten biedt met de be
langen van de groep, die zij vertegen
woordigen, schrijft prof Ariëns, en hij
verduidelijkt: aangelegenheden, die geen
verband houden met de doelstellingen
der sociale organisaties zoals "de Bel
gische koningskwestie, de Indonesische
politiek liggen buiten haar bevoegd
heid. Daarentegen ligt het voor de
hand, dat het niet in de bedoeling van
de bisschoppelijke instructie heeft gele
gen, de sociale organisaties te verhin
deren, op te komen voor haar belangen,
die verband houden met de politiek.
Haar leden kunnen in de kiesver
enigingen pleiten voor aangelegenhe
den van sociale politiek; zij kunnen
candidaten voordragen voor de verte
genwoordigende lichamen bij wie,
naast het algemeen welzijn, ook de
standsbelangen veilig zijn; zij kunnen
door vertegenwoordigers in partij-be
stuur of partijraad vor haar speciale
groepsbelangen opkomen; zij kunnen
permanente of incidentele contacten
beleggen met de partij; zij kunnen
zich in eigen kring beraden over de
gevoerde of te voeren politiek, voor
zover die niet alleen rechtstreeks
maar ook zijdelings verband houdt
met de door haar vertegenwoordigde
belangen; in haar kringen kunnen
partijfunctionarissen voorlichting ge
ven over het gevoerde beleid en inT
zicht geven in de in overweging ge
nomen beweegredenen daarvoor; zij
kunnen om soortgelijke redenen con
tact opnemen met de regering zelf.
De bisschoppelijke instructie, zo zegt
prof. Ariëns tenslotte, doet slechts een
beroep om zich te onthouden van die
een bijzondere medewerker)
Jftv Katholieke Volkspartij is een
welke open staat voor alle
Sw nders en ten doel heeft het al-
welzijn in het Koninkrijk der
i'^lit door deelneming aan het
v at nd'£ leven te bevorderen. Zij
'»ti d P de grondslag van de beginselen
Iijj? Natuurlijke zedenwet en de God-
Openbaring, waarbij zij de uit-
vaard^an het Kerkelijke Leergezag
wijze worden in het algemeen
ah 'Ndig program het wezen en doel
v-rip e K-V.P. omschreven. De bevor-
v've an h£t algemeen welzijn is der-
j,*lzjj °°fdstreven. Onder algemeen
vt w "ebben wij te verstaan, zoals
l'Jk °rd zelf dit al aanduidt, zo rede-
jËe'ijke levensvoorwaarden zowel
'Ure; elijke, als in de geestelijke en
v"s [a orde, voor alle bewoners van
vizgj, Oeze algemene regel betekent
sPrekend niet dat deze voor-
,'Ti voor allen dezelfde zijn. Het is
X k ge gedachte die door velen
flensen, waarop bovenstaande
,berust. tevens een natuurlijke
vust, soms onbewust bevorderd
a. dat de zedelijke gelijkheid tus-
i'
t A
aa'd zou insluiten. Zoals de na-
t.s mooi is omdat er verschil be-
th de tfSen het verborgen mosplantje
naiesteitelijke eik, zo ook is de
J' w0 gar"eenschap eerst schoon door
;?Useil "erlijke variabiliteit tussen de
lt .'•'"Od heeft de standen gewild",
Q-t va sIandpunt, waarin wij katholie-
SQak worden aangevallen, vooral
Uig^'^hstcn, maar er is welhaast in
e'Jkep ohappelijke orde geen belang-
n mooier waarheid. Slechts in-
et. hieraan de uitleg zou geven,
"dg »mindere" en „betere" mensen
zal men ons als bestrijder
D hot'6 ui«eg vinden. Niet derhalve
.f W0o atandpunt zelve. Vervangt men
^a?er" en ..minder en „beter" door
hr do „hoger" dan verdedigen wij
^bg. en uitleg. Nu is er het toe-
in hpstreven waarneembaar om
wion ji-mgere" naar het „hogere" te
(,'r: be'tp e meer dit wordt bevorderd
i ''ksie r het is. Dit toch is een van de
h6. Pj'ikkels voor de vooruitgang
de a,lgemeen welvaartspeil- Indien
ts" kans wordt geboden om zijn
Nl>D,'jka talenten en eigenschappen
v...dei„„ °'en met in zich geoorloofde
tv/zijp zonder dat hij het algemeen
frwik bpB, adt' dan zal het maatschap-
'rs de j het meest overeenstemmen
«w Past°ur ^od gewilde orde- In deze
t-scheirf0t derhalve, het bestaan van
2 te bpt«n maatschappelijke groe-
Ze kPerkp„ ndiëen en te verdedigen.
im.Pela„ h Wij ons voor vandaag tot de
Snti ,e groep, die in het Neder-
dt a aakgebruik met middenstand
j5Het ^hgeduid.
nip^fTdeoordeel over deze groep
lij,,W,'ddenstandskringen aan het
-pi. t door wordt niet alleen on-
IJl3elijk 'n aan een hel3ngrijke maat-
S a>meengr°ep' maar bovendien aan
[s <jaPl'achtfn .maatschappelijk beeld-
"Vj? zij - ge immers van deze groep
V? de N het mozaïek onzer samen-
'k ,Qhd 'id fris blijvende kleur
p?iu?stanri? de aparte tekening. Het is
't k dejfj 'gheid, die de verantwoor-
i,%?hdt ,Prikkeit, de menselijke geest
?°r\rai"enri i persoonlijk initiatief
Ng, aarden bevordert. Dit zijn de
>?Wp,h w0M die aan elke vooruitgang
- n gesteld Het is daarom
v de i Van
""helders- als van andere
?t khdin „Pen en meer dan dat, on-
estaa' en politiek te steunen, die
v? ihfd in Van een zelfstandige mid-
gp'e ressanfeVaar zou brengen. Het
'tej,a.hadden de geschiedenis van
s ter1 andsgezinnen eens drie
ug te bekijken. Hoe velen
komen dan niet terecht in een werk
plaats, op een kantoortje, in een win
kel, waar grootvader in loondienst een
karige boterham verdiende, maar door
een juiste aanwending en ontwikkeling
van zijn talenten zich tot aanvankelijk
kleine zelfstandige wist op te werken.
Hoe vaak niet was dit ook het begin
van ondernemingen van wereldformaat-
Het is daarom van zo grote betekenis
dat het K V.P.-werkprogram 1952 een
ruime plaats heeft gereserveerd voor
wat men onder no. 30 van dat program
noemt; „Middenstandspolitiek"-
De vakraad van de N. R. K£\M.,
die op 3 April j.l. te Utrecht ver
gaderde, leverde interessant ver
gelijkingsmateriaal tussen de wensen,
die in middenstandskringen leven en
het streven van de K. V. P. terzake de
zelfde maatschappelijke groep. De
K. V. P. gaat zelfs nog iets verder en
zegt toe te zullen streven naar een
„Voortzetting en volledige ontplooiing,
onder leiding van een afzonderlijke
minister, van het interdepartementaal
orgaan voor aangelegenheden van de
middenstand in zijn volle omvang, met
name ook op het gebied van de wo
ningbouw en van het vervoer". Indien
wij de wensen van de middenstand (in
heel deze beschouwing dient men het
woord „wens" vaak als „noodzakelijkheid"
te lezen) en het werkplan t. d. a. van de
K. V. P. hier ook maar gedeeltelijk
zouden opnemen en van enig commen
taar voorzien, zou de uitgifte van een
extra nummer van ons blad reeds wor
den vereist. Wij volstaan daarom met
de constatering, dat er een harmonie
tussen beide bestaat, die een grote mate
van vertrouwen van de middenstanders
in het K. V. P.-beleid rechtvaardigt.
Mitsen hier moeten wij nu de per
sonen politiek er in betrekken, mits aan
twee voorwaarden wordt voldaan. Voor
eerst is noodzakelijk, dat het wezenlijk
belang van het bestaan van een ge
zonde middenstand een stuk levens
overtuiging is bij elke K. V. P.-verte-
genwoordiger in de Tweede Kamer,
daarnaast, dat voor de accentuering
van de meer gedetailleerde midden-
standsbelangen voldoende krachten
deel uitmaken van de K.V.P.-fractie.
Dit is nodig, omdat mensen, die niet
dag in dag uit met middenstand cn
middenstandsproblemen te maken
hebben, vaak een ontstellend gemis aan
inzicht vertonen in de moeilijkheden,
waarmee deze groep te kampen heeft.
Wie onzer, niet-middenstaAder zijnde,
denkt bij wijze van voorbeeld aan het
feit, dat een middenstander feitelijk te
vens een soort belastingambtenaar is.
die van ons kopers de omzetbelasting
incasseert, deze gelden een periode be
waart en dan via een tamelijk omvang
rijke administratie doorgeeft aan
's lands schatkist? Om deze en soortge
lijke moeilijkheden te kennen, moet
men „er in" zitten. Velen van ons heb
ben de neiging om de vertegenwoordi
ging in de Kamer van de diverse groe
pen in haar waarde te beoordelen naar
haar omvang, en deze dan te vergelij
ken met de omvang der betrokken
groep. Op deze wijze zouden b.v. uit
werknemerskringen (we spreken hier
met opzet niet van arbeiderskringen)
zeker 75 pet. van onze volksvertegen
woordigers moetpn komen. Wij achten
het volkomen gerechtvaardigd, dat vijf
„vaklieden" aanstonds hopelijk deel
van de katholieke Tweede-Kamerfrac
tie zullen uitmaken, die geacht kunnen
worden uitgesproken representanten te
zijn van de werkgevende middenstand.
Zelfs indien hierdoor de procentuele
verhouding met het aantal werknemers
afgevaardigden enigszins scheef zou
schijnen getrokken, omdat vraagstuk
ken van arbeidsrecht en arbeidsver
houdingen geheel anders liggen en le
ven in de Nederlandse denkwereld.
Hierover m een volgende beschouwing-
activiteiten, die de katholieke staatkun
dige eenheid in gevaar kunnen brengen.
Daaruit trekt hij de conclusie, dat poli
tieke contacten slechts bij de katholieke
eenheidspartij gezocht kunnen worden.
Op grond van deze conclusie heeft het
Bondsbestuur van de Ned. Kath. Mid
denstand zich op het standpunt gesteld,
dat het aanvaarden van een candidatuur
van en het actiet propaganda voeren
voor een politieke partij, die de eenheid
van de katholieken op staatkundig ge
bied afbreuk doet, onverenigbaar is met
het bestuurslidmaatschap van haar or
ganisatie. Daaruit vloeit ook voort, dat
het ontoelaatbaar is voor propaganda
doeleinden ledenlijsten of ander mate
riaal te verschaffen aan dergelijke groe
peringen. Met de instructie is niet in
strijd, op vergaderingen van de kath.
middenstandsbeweging voorlichting te
doen geven door functionarissen of lei
dende figuren van de katholieke staat
kundige organisatie, die bij traditie het
katholieke volksdeel in al zijn geledin
gen omvat, Critiek op het gevoerde be
leid is geenszins in strijd met de voor
schriften, doch zij mag niet leiden tot
propaganda voor groeperingen, die aan
de katholieke eenheid afbreuk doen.
Tenslotte doet prof. Ariëns een drin
gend beroep op de katholieke midden
standers om achterwege te laten, wat
de eenheid zou kunnen schaden.
Blijkens een elders in dit blad ge
plaatste „oproep" nodigt het Uitvoerend
Comité van het Bouwfonds van de Ge
dachteniskerk aan de Grebbe de nabe
staanden van alle Nederlandse Katho
lieken, die in de oorlogsjaren 19891945
waar ter wereld ook door oorlogshande
lingen om het leven zijn gekomen, uit.
de namen van deze slachtoffers an het
secretariaat van het Bouwfonds Heren
straat 95, Rhenen, schriftelijk op te
geven. Het verzoek geldt eveneens de
gesneuvelden van de strijd in Indonesië
en van de worsteling in Korea en de
Nederlanders, die elders bij de uitoefe
ning van hun militaire dienst zijn omge
komen.
Het comité stelt zich voor, binnenkort
per circulaire nadere gegevens aan de
verwanten te vragen, zodat de eerste
opgave beperkt kan blijven tot naam en
voornamen van de omgekomenen en het
adres van de naaste nabestaanden, die
de opgaaf doen.
Wij vernemen nog, dat het de bedoe
ling is, te zijner tijd de namen van de
Nederlandse Katholieke oorlogsslacht
offers op een of andere wijze in de te
bouwen Gedachteniskerk te vereeuwi
gen.
(Van onze speciale verslaggever)
De psychologenclub „Exoalitur" van
de Nijmeegse Universiteit heeft gisteren
op originele wijze hulde gebracht aan
prof. Buytendijk, bij gelegenheid van
diens 60ste verjaardag. Zoals de psycho
logen betaamt hadden de leden van
„Excalitur" de mogelijkheden voor een
dergelijke huldiging op het juiste mo
ment uitgebuit. Daar was allereerst de
promotie cum laude van drs. K. v. d.
Loo, waarbij prof. Buytendijk aanwezig
was, en tweedens was er de tegenwoor
digheid in Nijmegen' van het circus
Mullens-Bouglione, welke aanleiding
gaf tot een spectaculaire vertoning.
„Excalitur" meende er namelijk
goed aan te doen een circus-olifant
aan te laten rukken en deze logge ko
los de jubilerende professor te laten
feliciteren. Men deed dit om zoals
de praeses, de heer H. Kuyer, het uit
drukte dit grootste op dat moment
in Nijmegen aanwezige dier symbo
lisch te doen zijn voor de grootheid
van prof. Buytendijk's geest.
Prof. Buytendijk antwoordde op deze
zonderlinge en originele hulde dat hij
haar zeer op prijs stelde, maar dat de
Nijmeegse studenten geestelijke groot
heid toch niet in de kwantiteit maar
eerder in de kwaliteit moesten zoeken.
Het gaat in het leven waarlijk niet al
leen om de uitzonderlijk heel grote, om
vangrijke dingen.
Zondag vertrekken driehonderd mid
denstanders uit het bisdom 's-Hertogen-
bosch naar Rome. Deze reis geschiedt
in verband met het onlangs gevierde
vijftigjarig bestaan van de R K. Bossche
Diocesane Middenstandsbond.
De groep zal door Z.H. de Paus in een
speciale audiëntie worden ontvongen.
Het programma vermeldt tevens een
officiële ontvangst door de Nederland
se gezant te Rome, jhrC. van Weede.
Ongetwijfeld begreep Hany, de oli
fant, die een lompheid van 3 000 kg.
met zich droeg, van dit woordenspel
geen zier. Zij stond er in een weinig
bevallige houding bij en lichtte gehoor
zaam haar slurf en voorpoot op wanneer
een der bewakers dit vroeg. Zij weiger
de beslist het „feestgeschenk", een kruik
oude klare, aan prof. Buytendijk over
te reiken. Dit werd overgelaten aan
een der bewakers.
Van 24 Juli tot 1 Augustus wordt de
52ste nationale bedevaart naar Lourdes
gehouden. Voor uitvoerige bijzonder
heden verwijzen wij naar de adverten
tie in dit nummer.
inds kort naderen toneel en dichtkunst elkaar weer op verheugende wijze.
De drie mysteriespelen van M. Nijhoff zijn er een eerste vaderlands bewijs
van. Dezer dagen las Kei. Hoornik in het kunstzaaltje Le Canard in de
Spuistraat te Amsterdam voor uit zijn zo juist gereed gekomen stuk „De Bezoe
ker": eveneens een spel in verzen.
Nu was het vroeger (tussen de twee wereldoorlogen in) met drama's in
verzen zo, dat zij vrijwel uitsluitend waarde hadden als leesstuk. Heden
slaat weer de speelbaarheid voorop. Men schrijft voor het toneel,
maar tracht aan de dialoog en de handeling een nieuwe, innerlijke, met symbo
liek geladen stem te verlenen, hetwelk slechts mogelijk schijnt te zijn door
middel van de dichtkunst.
Alle grote toneelschrijvers uit vroeger tijden, van Euripides tot Shakespeare,
waren in wezen dichters. Over het algemeen wordt het drama als de oudste
uiting der poëzie beschouwd. Drama is handeling, bezwering, bevrijdend ge-
baar, ritueel. D'it wordt heden, nu het naturalisme ons niet meer bevredigt, weer
ingezien of aangevoeld. En zo is dan de heropbloei van wat men „klassiek
toneel" kan noemen, zéér in het kort te verklaren.
In Engeland zijn het de dichters T. S.
Eliot en Christopher Fry, die het dra
ma in verzen nieuw leven hebben inge
blazen. Hun werken werden hier ge
speeld in uitstekende vertalingen van
M. Nijhoff, Michel van der Plas en Bert
Voeten. Óns land is momenteel enige
dichters rijk, die in staat zijn de oor
spronkelijke taal van het klassieke to
neel in levende Nederlandse dichtvorm
over te brengen. Denken wij eerst aan
Shakespeare, dan zien wij, dat allengs
de verouderde vertalingen van dr. L.
A J. Burgersdijk door meer eigentijdse
worden vervangen. Niettemin is toch
weer een nieuwe uitgave in 12 deeltjes
(formaat pocketbook) in de oude ver
taling, bewerkt door prof. dr. Frans de
Backer en dr. G. A. Dudok, aan het
verschijnen. Als eerste deeltjes zagen
het licht „Een Midzomernachtdroom"
„Driekoningenavond" en „Othello, de
Moor van Venetië" 1). Men verwerpe
ze niet zonder meer, ook al loopt de
tekst wat stroef. Burgersdijk was over
het algemeen een correct translateur. en
de aantekeningen achter in de boekjes
mogen wat schools aandoen men
mist ze toch met spijt in de meer gloed
volle bewerkingen van onze dagen. Zo
herdichtte A. Roland Holst „Koning
Lear", Gerard den Brabander „Leer om
Leer", Bert Voeten „De Koopman van
Venetië" en M. Nijhoff „De Storm
Laatstgenoemde vertaling spant voor
mijn gevoel wel de kroon. „The Tem
pest" is Shakespeare's laatste werk; min
of meer bedoeld als zijn afscheid van
het toneel, hetgeen men heeft menen
op te maken uit de epiloog van het
stuk:
Toverij heeft afgedaan,
weerloos kom ik voor u staan
Spreekt Shakespeare hier bij monde
van Prospero, de verbannen magiër, of
Een Spaanse goodwill-missie onder leiding van de minister van Buitenlandse
Zaken Alberto Artajo brengt op het ogenblik een vriendschapsbezoek aan de Ara
bische landen. Koningin Narriman van Egypte heeft dezer dagen de vrouwelijke
leden van het gezelschap ontvangen. Men ziet de koningin (midden) met rechts
de markiezin van Villaverde, een dochter van Franco, en links mevr. Artajo.
Advertentie
De Nederlandse vertaling door Gabriel Smit is verschenen bij de
UITGEVERIJ HET SPECTRUM
„Jij was dus niet veel goedkoper uit. na,
Maar enfin, wij hebben allebei heerlijke wel zeggen, dat ik nnj meer voel aan-
dagen gehad en nu moeten wij achteraf getrokken tot haar dan tot iemand an-
niet tobben over ons geld. Ik zal er ders."
nooit spijt van hebben en ik geloof, dat Zijn moeder zweeg. In haar verbeel-
jij het nooit zou hebben uitgegeven voor ding waren zij al verloofd maar zij
iets anders dan wat je er voor genoten sprak die gedachte netuit Naarmate
t zij ouder werd had zij soms het gevoel
u over een zesde zintuig te beschikken.
Op dit ogenblik kwam hun moeder, was méér dan de intuïtie, waarover
die hen had horen praten, uit haar ka- moderne vrouwen zo graag praten. Het
mer. Ze glimlachte tegen Pierre en stejde ^aar jn staat zich voor te berei-
vroeg: den op dingen die zij feitelijk niet graag
„Heb je een prettige avond genaa l gebeuren zag. Dat was de straf voor
„Ja, moeder. Slaapt vader nog? haar helderziendheid, het van tevoren
„Ja, de dokter heeft hem er poeders gevoeien van ongeluk, en Cécile zou er
voor gegeven, geloof ik. Hij is niet wak- zonder twijfel blij mee geweest zijn,
ker geweest sinds acht uur. Dat is een wanneer z]j maar geweten had hoe zij
goed ding." zich naar deze sombere waarschuwin-
Zij ging naar de keuken en Marie gen moest gedragen. Maér zij kon zich
ging naar haar kamer. Pierre had nog alleen instellen op geluk. Zij zaten zo
geen zin om naar bed te gaan. Hij stopte een poosje stil bij elkaar. Pierre rookte
zijn pijp en besloot nog wat te blijven zijn pijp en las de krant, zijn moeder
lezen. Even later kwam zijn moeder in zat in haar stoel tegenover hem met haar
koortsachtig en rusteloos.
„Cécile".
Hij keek naar zijn vrouw, die op zij
van het bed stond, en vervolgens naar
Pierre, die aan het voeteneinde stond.
„Pierre, haal de dokter". Zijn stem
was zwak, Pierre kon het nauwelijks
verstaan.
Hij zag de lippen van zijn vader be
wegen en eindelijk hoorde hij een twee
de, nog dringender verzoek: „Haal een
priester".
Nu zijn vader's tijd gekomen was,
ik zal zien Maar ik wil voelde Pierre zich vreemd genoeg
enfin, ik zal zien. Maar ik wu e[.g kalm Dadelijk pakte hij zijn hoed
en een ogenblik later stond hij in da
de huiskamer naar hem toe.
„Pierre."
„Ja, moeó'er."
„Ben je van plan met Anne te trou
wen?"
Pierre keek zijn moeder in opperste
verbazing aan.
„Waarom vraagt u dat, moeder?"
„Dat weet ik niet. Ik heb vaak over
haar nagedacht. Ik heb haar een paar
keer ontmoet en toen praatte zij over
rozenkrans. De kralen schoven snel
door haar vingers: zij bad voor haar
man, want zij voelde dat hij niet lang
meer leven zou. Lang bleef het stil, maar
plotseling schrokken zij beiden op van
een gekreun uit de ziekenkamer en het
geroep:
„Cécile".
Het was Jean Baptiste. Zijn stem
klonk niet als die van een gezond man
en Pierre ontstelde ervan. Cécile was
niemand anders dan over jou. Daarom onmiddellijk naar de kamer gegaan en
vond ik het vanzelfsprekend, dat jullie
verkering hadden."
„Nee, moeder. Daar heb ik nooit over
gesproken. U weet, dat ze over een
paar dagen weer naar het College gaat,
het volgend jaar voor het laatst. Daar-
Pierre volgde haar. Hij zag het gezicht
van zijn vader met scherpe lijnen, fel
getekend tegen het wit van de kussens
en nog witter onder zijn nog steeds
donkere haar. Zweetdruppels parelden
op zijn voorhoofd en zijn ogen stonden
straat. Gelukkig was de kerk vlakbij.
Bij de pastorie belde hij hard aan. Toch
scheen het een eeuw te duren vóór de
deur geopend werd en de pastoor op de
drempel stond, half gekleed. Pierre her
kende hem.
Pastoor Farrel, mijn vader is sterven
de. Jean Baptiste Delusson. Kunt u da
delijk komen?"
„Binnen vijf minuten", verzekerde de
pastoor hem.
Dadelijk snelde Pierre naar het huis
van de dokter, enige straten verder. De
dokter had blijkbaar op zijn komst ge
rekend en hij zei Pierre, dat hij onmid
dellijk komen zou.
Thuis hadden Marie. Adelaide en Wil
frid het geroep gehoord, zij waren op
gestaan en hadden zich vlug aangekleed.
Zij zaten allen rondom het bed te wach
ten op de pastoor en de dokter, en hoop
ten dat die op tijd zouden zijn. Zij voel
den, dat dit het einde was, want toen zij
allen in de kamer waren, zei Jean Bap
tiste:
„Ik wou dat Léopold hier was. Nu zal
ik hem nooit meer zien Het leek
een eindeloze marteling minutenlang
niets te doen dan te wachten, maar zij
konden niets anders. Het was voor het
eerst sinds vele jaren, dat de dood hun
huis bezocht en de kinderen wisten het
alleen van horen-zeggen. Hun moeder
wist hoe fel hij toesloeg, want hij had
twee van haar kinderen geroofd. Nu
was de dood er weer en hij strekte zijn
arm uit naar hem, die voor hen allen
het gehele gezin betekende.
(Wordt vervolgd).
De dichter M. Nijhoff.
is deze epiloog, die werkelijk een zeei
uitzonderlijke formulering is van het
einde van een scheppend kunstenaai,
het werk van een ander, die er Sha
kespeare mee wilde kenschetsen:
Wanhoop wordt hetgeen mij wacht,
vindt niet mijn gebed de kracht
dat het de genade treft
die van alle schuld ontheft.
Op vergeving hoopt ook gij:
laat mij door uw mildheid vrij.
Met de interpretatie van deze regels
uit Shakespeare's afscheidssymfonie
mogen tekstcritici zich bezig houden.
Wij kunnen hier slechts Nijhoff's her
schepping van „The Tempest" signale
ren als een bijzonder waardevol werk,
dat niet alleen op het toneel, maar ook
in de huiskamersfeer tot onze verbeel
ding spreekt. De uitgave 2) is erg aan
trekkelijk.
„Ifigeneia in Taurië
Nijhoff vertaalde nog meer, dat hier
genoemd moet worden: „Ifigeneia in
Taurië", van de Griekse treurspeldich
ter Euripides, die leefde van 480 tot 406
vóór Christus. Hier staan wij bij de
bakermat van ons theater, het amphi
theater, waar men speelde met maskers
voor en met orchestra van koren achter
zich. Wie de opvoering vorig jaar tij
dens het Holland Festival in Carré te
Amsterdam of in het Circus te Scheve-
ningen heeft gezien, heeft Euripides èn
Nijhoff in zich opgenomen. Zó richt
Ifigeneia zich tot haar koor:
O vrouwen, ik ben niet bij machte
een lied te maken van mijn klachten;
geen Muze staat mijn stem terzijde,
de lier weigert te begeleiden.
Zo schieten mij slechts woorden, pover
als ik zelf ben geworden, over
Dit is de Nijhoff van „Het Uur U",
maar het is tevens de omfloerste stem
van de oude Helleen, die klaagt, omdat
hij zijn lot niet doorziet:
Nooit is men voorbereid.
Men kent het noodlot aan zijn
[onherkenbaarheid.
De Griekin Ifigeneia, dochter van j
Agamemnon en Klutaimnestra, werd j
door haar vader „om Heiena's eer" aan
de godin Artemis ten. offer gebracht.
Maar Artemis „redde" haar van de dood
en voerde haar naar een barbaars I
eiland, waar zij sindsdien als priesteres
werkzaam moet zijn bij het brengen j
van mensenoffers. Tot klagen dus re- i
den te over voor deze van afkomst zeer j
fijnbesnaarde vrouw:
In plaats van 't volkslied te vernemen,
in plaats van goddelijke emblemen,
helden en dansende figuren
in tint'lend linnen te borduren
verneem ik bij een bioedbespoten
altaar gekerm van landgenoten,
kreten om mededogen smekend,
tranen uit brekende ogen lekend
Wanneer haar broer Orestes, met een
goddelijke opdracht belast, op een dag
voet aan wal zet, wordt ook hij ge-
vangen genomen, tezamen met zijn
vriend Pylades. Het koor zingt:
Besprenkeld worden en geslacht
is de bestemming die u wacht.
Uw bitter lot beklagen wij.
Voor het altaar herkennen broer en
zuster elkaar; gedrieën slagen zij er in t
door list te ontkomen aan de barbarie,
waarvan dit eiland vol is. En zo kan I
dit oude treurspel toch nog eindigen
met een aftochtslied, dat de bevrijding
der ziel uit de kluisters van het nood- I
lot bezingt:
O grote, heilige en verheven
Overwinning, beziel het leven
en blijf ons de bekroning geven.
Ook deze buitengewoon elegante I
vertaling van Nijhoff is als apart uit-
gaafje verkrijgbaar, weshalve wij er
hier de aandacht op vestigen. 3).
„De bloedbruiloft"
In het Aprilnummer van De Gids 4) f
kan men de prestaties lezen van J. W. j
F. Werumeus Buning, dfe daar zijn
vertaling publiceert van „De Bloed-
bruiloft", een tragedie in drie bedrijven j
van de moderne Spaanse dichter Garcia
Lorca; hij werd in de burgeroorlog van
1937 gefusilleerd. Zijn spel is bijzonder i
poëtisch. Het heeft een aantal treffende
accenten, die vooral tot uitdrukking ko
men in het onheilsmotief, dat door het
volgende slaapliedje heen schemert;
het wordt in een beurtzang gezegd door
de moeder en de grootmoeder van het
kindje:
Slaap anjer rood en zwart
het paardje wil niet drinken gaan
het water is te zwart.
Slaap dan mijn rozeknop.
't Staat met in ieder oog een traan
En een gebogen kop.
De schenen vol wonden
De manen geschonden
En tussen de ogen
Een dolk, wit van maan.
Wat stroomt naar het water?
Wat stroomt uit die wonden?
Nog sneller dan water
Kan donker bloed gaan....
Dit wordt een spel van jalouzie, pas-
sie en bloedwraak, dit voelt men. Óp de
bruiloft gaat de bruid er van door met f
haar vroegere minnaar. Een driehoeks
verhouding van de simpelste soort ligt I
aan dit Spaanse volksdrama ten grond
slag. Donker als bloed kan zijn is deze
poëzie. Hoe zeer men ook bezwaar kan ji
maken tegen publicatie van vertaalde
toneelstukken in Nederlandse literaire
tijdschriften (oorspronkelijk werk moet
voorgaan), toch kan men niet anders ij
zeggen, dan dat de redactie van De Gids I
met deze gloedvolle herschepping een jj
bijzonder goed nummer heeft weten te j|
brengen.
NICO VERHOEVEN
A. W. Sijthoff's Uitg. Mij., Leicfen 1952.
Em. Querido's Uitg. Mij., A'dam 1952.
Idem 1951.
Uitg. Mij. W. de Haan, Utreeht.
Het Tweede-Kamerlid Bern. Verhoe
ven hield Vrijdagmiddag tijdens de te
Zwolle gehouden jaarvergadering van de
Prov. Overijselse Stichting voor Sociaal
en Sociaal-Cultureel Werk een zeer in
teressante verhandeling over de moge
lijkheden om dc regionale cultuurbele
ving te beïnvloeden. Hij begon met ziin
voldoening erover uit te spreken, dat het
regionaal besef de laatste decennia bui
tengewoon is verlevendigd en dat men
steeds meer waarde gaat toekennen aan
de cultuur als een levensbelang. Daarna
kwam hij met concrete cijfers, die scherp
in het licht stelden dat de provinciale
overheid van Overijsel in vergelijking
met andere provincies ver ten achter
staat in het verlenen van steun aan het
kunst- en cultuurleven.
Groningen b.v. draagt 14 cent per in
woner bij, de gezamenlijke gemeenten
45 cent per inwoner.- en per jaar. Voor
de overige provincies zijn deze cijfers
Friesland 33 en 28, Drente 9 en 31. Over
ijsel 5 en 45, Gelderland 9 en 31, Utrecht
25 en 83, Noord-Holland 20 en 115, Zuid-
Holland 8 en 143, Zeeland 16 en 21,
Noord-Brabant 10 en 50, Limburg 15 en
60
In de rij van Overijselse steden gaat
Deventer voorop met 120 ct. per inwo
ner, gevold door Enschede met 91 et
Zwolle met 71 ct„ Almelo 48, Hengelo 29
en de overige gemeente 20 ct. In een
onderdeel van het cultuurleven staat
Overijsel aan de spits n.l. de boekerij en
bibliotheek.
Dank zij de homogene levensbe
schouwelijke en culturele structuur
van Limburg en Friesland, hebben
deze een belangrijke voorsprong op de
andere randgewesten, zoals b.v. Gel
derland en Overijsel met hun hetero
gene structuur. In deze laatste provin
cies dient de overheidssteun iuist het
grootst te wezen. Het bestaan van
cultuurcentrum kan van grote beteke-
Reeds geruime tijd worden er geen
gramofoonopnamen, bestemd voor de
handel, van het Radio Philharmonisch
Orkest noch van het Metropole Orkest
vervaardigd. Het bestuur van de N.R.U.
heeft een bedrag per opname geëist voor
het gebruik van de naam Radio Philhar
monisch Orkest of Metropole Orkest.
Het bestuur stelt zich op het standpunt,
dat enige remming op een eventuele
exploitatie van deze orkesten door de
gramofoonplatenindustrie zeer gewenst
zou zijn. Een bespreking tussen verte
genwoordigers van de N.R.U. en Decca
heeft tot geen resultaat geleid. Mede
gezien het feit, dat in de C.A.O. voor het
Omroeppersoneel (musici) is vastgelegd,
dat de N.R.U. zelf geen handelsgramo-
-foonplaten mag doen vervaardigen, kan
men aannemen, dat nieuwe platen van
dc beide orkesten niet meer op de markt
zullen verschijnen.
nis wezen voor heel het culturele
leven in een gewest. Zo is het een
moedige daad van Overijsel geweest
toen het trachtte een aandeel te krij
gen in het muziekleven. Het is van
groot belang dat het Overijseis Sym
phonic Orkest zich handhaaft en weet
door te drukken, want zulk een orkest
zal het lokale muziekleven in dat ge
west bevruchten. Een tweede kunst
centrum in Overijsel is de Kunstnij
verheidsschool te Enschede, die in
deze hartstreek van techniek een zeer
belangrijke taak heeft.
In het welbegrepen belang van het
cultuurleven in het Oosten van het land
dienen Gelderland en Overijsel tot een
gezamenlijke cultuurpolitiek te komen.
Hierbij kan gedacht worden aan een
eigen toneelgezelschap voor het Oosten
van het land en ook aan gezamenlijke
activiteiten op andere gebieden Men
bedenke wel, dat de cultuur zonder col
lectief verweer steeds in ernstig gevaar
verkeert.
De voordracht werd gevolgd door een
vruchtbare bespreking.
Naar het A.N.P. ter ore komt, zou de
kans niet groot zijn dat de Tweede Kamer
nog vóór de verkiezingen in behandeling
zal nemen de thans aanhangige wijziging
der begroting va Onderwijs. Kunsten en
Wetenschappen, welke behelst de kosten
van voorbereidingen voor een tweede in
stituut voor Technisch Hoger Onderwijs.
ZONDAG 4 Mei: 3de Zondag na Pasen;
Mis v. d. dag; 2 H. Monica; 3 octaaf H.
Joseph; (Haarlem: 3 octaaf Kerkwijding;
4 octaaf H. Joseph); Credo; Paasprefatie;
wit.
MAANDAG: H. Pius V, Paus, belijder;
Mis Si diligis; 2 octaaf H. Joseph; (Haar
lem. 2 octaaf Kerkwijding; 3 octaaf H.
Joseph; Credo; prefatie v. d. Apostelen;
wit. K
DINSDAG: H. Joannes voor de Latijnse
poort; eigen Mis; 2 octaaf H. Joseph;
(Haarlem: 2 octaaf Kerkwijding; 3 octaaf
H. Joseph); Credo; prefatie v. d. Aposte
len; rood.
WOENSDAG: Octaafdag v. h. Bescherm-
feest v. ct. H. Joseph; Mis v. h. feest: 2
H. Stanislaus; (Haarlem: 3 octaaf Kerk
wijding); Credo: prefatie v. d. H. Jo
seph; wit. Breda, Roermond: 2 H. Do-
mitianus; 3 H. Stanislaus.
DONDERDAG: Verschijning v. d. H.
Aartsengel Michaël; eigen Mis; (Haarlem:
2 octaaf Kerkwijding); Credo; Paasprefa
tie: wit.
VRIJDAG: H. Gregorius v. Nazianze,
bisschop, belijder, kerkleraar: Mis In me
dio; Credo; Paasprefatie; wit, Haarlem:
Octaafdag v. Kerkwijding; Mis Terribilis:
2 H. Gregorius; Credo; Paasprefatie;
wit.
ZATERDAG: H. Antoninus, bisschop, be
lijder; Mis Statuit; 2 H.H. Gordianus en
Epimachus; Paasprefatie; wit, Haarlem:
Overbrenging v d. H. Bavo: Mis Gau-
deamus; 2 H. Antoninus; 3 H.H. Gor
dianus en Epimachus; Paasprefatie; wit.
ZONDAG 11 Mei; 4de Zondag na Pasen;
Mis v. d. dag; (Utrecht: 2 H. Aufridus;
Haarlem: 2 H. Gangulphus: Den Bosch: 2
H. Wiro: Breda: 2 H Maagd; 3 voor Kerk
of Paus; Roermond; 2 H.H. Wiro en Aufri
dus); Credo; Paasprefatie; wit.