inister Mansholt bereid sanering visserijvloot op gang te helpen Bedrijf sal self het initiatief moeten nemen moeilijke kwestie r t Eric de Noorman: Hef land der duisternis Nederlandse koeien produceren deviezen Heftige critiek van Kamer op regeringsbeleid Conclusies van OMO-enquête Katholieke Ver. van Maatschappeli jke Werkers houdt studiedagen Mensen op reis F Melkpoeder, condens en kaas in coöperatief verband Kan modern maatschappelijk werk geïntegreerd worden in charitas? ZATERDAG 34 MEI 1952 PAGINA 5 a V 9,f 'venhuis H Jhi - J KM ktA ost ;?^d^.kunn V isserij 'instituut Millioenen liters melk worden verstoven Nederlands Belieersinstituut Verslag Rekenkamer is juist Huisvrouwen zeggen haar mening e£» u 1 Vr e(/ öfi I nö-4.00 **SbH 's *n „Diligentia" in Den Haag de vijfde jaarlijkse Visserijdag- gehouden, »!L0'a- Prof. dr. J. Tinbergen heeft gesproken over het werk van de naar '"Minis' mde commissie ter sanering van de zeevisserij en het rapport van deze 'ittèf ySle' op dezelfde dag openbaar werd gemaakt. Tevoren had de voor- PatoM de Stilting van de Nederlandse Visserij, mr. J. H. Kiewiet de Jonge t® OiiUj Van stichting gegeven aanvoer en afzet van 100 millioen gulden op k Sulden te brengen. En nadat de heren H. W. Tilanus als lid van de "Oïty a,ner en H. D. Louwes als voorzitter van de Stichting voor de land- >°°rd v>sserij ook behartigenswaardige dingen hadden gezegd, werd het slot- 6xc oSProken door de minister van Visserij, Landbouw en Voedselvoorziening, t'anrt Mansholt, waarin hij begon met te zeggen, dat in zijn titel de vis- ^•Üstee af> ^an maar eens voorop stond, al was het voor hem de vraag of een van Landbouw ook wel voldoende voor de visserij kan zijn. Jg glisterWas te verwachten heeft de rler het geen 00rdeel willen uitspreken raPport van de commissie-Tin- de 6,1 daarin vervatte adviezen -d y; rogering^ Het zou een vooroor- ^Sde, zei de bewindsman, die toe- A ge?a* het rapport een onderwerp 2 fege®gen studie en veel overleg in zal vormen. Het rapport een uitgangspunt aan de waaraan verder gewerkt zal kun- A dit n' hfet het tot stand komen L6rk enraPPort begint het eigenlijke ,"lg dat zal in nauwe samenwer- en overheid dienen S Zal men, aldus de minister, "hïieo t ee' hooi op zijn vork moeten *t m de eerste plaats is het rap- vorschillende delen te splitsen: ?ehs" «voeden" en natuurlijk „de t rpiV, °ewe 1 het woord saneren bij .:,'k'r,k.lsAr gedachten wekte aan een was ook de bewindsman van de noodzakelijkheid tot al geloofde hij niet te mogen van een ziek bedrijf. Voor de van de vloot zijn in het rap- h ï>e ar,grijke gegevens verzameld. J dg rgelijking van de overheidstaak i A k nanciering met de gang van M 'J het in exploitatie brengen van polders in de voormalige ?e>. kon de minister volledig (jdp Pfijven. Daar werd tijdelijke A Xn en met duurzame gevolgen. Va dpn "^e minister zich verenigen .M d6 gedachte, dat er steun komt f Vjs °Verheid om de hervorming van Aijvloot op gang te helpen, t lïWw ibitiatief zal uit het hedriif v ^hoi? n komen, zoals initiatief zal uit het bedrijf ook bij de het geval was- Wie niet „.Vjfh'et wint, aldus de minister, die 0vertuigd zeide te zijn, dat dit uit het bedrijf zal komen. A 'h de sector afzet staat men voor hiemen. Wil men komen tot verhoudingen in het ge- dan zal er een betere moeten komen. Het is maar daarvoor kan VST* meer die tijd nemen, die de er voor heeft gehad. Het vis- in Nederland is nog te laag, IV T w Ut Ptoblemen. .^ciale (Vervolg van pag. t) aar nu moeten de arbeiders aan stonds ruim 2% van hun loon Op ^ten staan als premie voor de Oee w-verzekering. Bovendien moet ti'.oj, gerekend worden, dat de hogere Aijjjhet bedrijfsleven niet onwaar- O 1^5 de kosten van levensonder- al Zal doen oplopen. Men rekent "kl,'Soivigemenc stijging der kosten van 'k. tie fhoud met pl.m. 1%. Nu heb- Vakcentrales gedecideerd ver- Jt <j inkomstendaling, accoord, vjep J1 °ok geen cent meer er af. 1 ri6 arheiders zelf de premie gaan Pile Sh betekent dat uiteindelijk ■%i?6hv a,rheidersgezinnen weer een in- ho„6r aSing van meer dan f 1.per L ongeacht dus de kostenstijging. Sii dat r,nlet' zeggen de vakcentrales en 'Vrs j y en we niet. Zeker, voor de ar- dn verheugend, dat de werk- !C' ei- Vstandpunt deelden: U hebt ?V af. t hij de arbeiders niets gisch kwam toen de vraag aerszijde: kunt gij, werkgevers, ''0 hem,, Scheie last voor uw reke- SVd Bi' het bestuderen van het "Oh.: °P deze vraag bleek, dat een 'l .slev g9d'eclte van het Nederlandse Zijn cn hiertoe inderdaad in staat h 'naar dat het overgrote deel ij. r,,knnk01,x'cn geplaatst voor practisch Vs egj, ehjke moeilijkheden. En. zegt Md de ,f,0,1?nniniqué in de pers: „Toen ^Verkgevers als de werknemers h'et y e®ngezet. dat zij de nieuwe ?|j v(, y uuu oi| uv. nn,u»v> li),' hebk0or hun rekening kunnen ne- i'tp,6 ovo he werkgevers hij het ge een beroeD gedaan on de Ji v0or s De werkgevers verzochten V beri„-^n verzoek aan de regering ,"t A rUfslasten te verlichten." Hier we bedoelden: eerst was >,%kPeirf®rinp' die een beroep deed op VA trs' thans zijn het de werk- hs in anzelfsprekend is het verre eze constatering enig leed- dSp hiet niengen. Integendeel, we .Voldoening vast, dat het on- de „?nige tijd geleden zo ern- i 'iiiT" tb - ,aris scheel van de haan V 'M b"n' Uit deze situatie spreekt l,djn oezeer de maatschappelijke K n verbeterd ziin. off woord aan de regering, voor werkgevers en 'A Ier mers van de regering ge- aPn6r 1 \00?"homing van loonsverla- 1% khlilli a-s- is volgens de pers btopf, n Per 3aar- Men heeft naar l1"hiZoU t?n Se wezen, waaruit dit be- naanisA?nen worden geput. De fj'y.S h e f f Pr°n zou zijn de vereve- üüta.S, di 11.?- een algemeen gehate tijdens de oorlog door de ;en aan- voor al- Stichting van de Arbeid i gstnon^ïg.?voer<l teneinde een „'sOe;„i 'hheid te hebben voc v'\'Sopi°ïu'Kneid te neppen voor ai- t °te j,6'^ doeleinden. Een soort onvoorzien" dus. Aan \ra - ue r. nen we ons voorstel- V9in t\v®sering geschrokken is van 'Aihh.l. v kanten komende verzoek, v0h ?.en of andere wijze toch cp. jyj mt bedrag moeten worden lA r. ep "rü?-s.a'ng voor de moeilijkheid Mm® 'irbpia Rczien komt de zaak WChf^ende^ op een eel"kki8- voor aar van de andere kant: er Ct a cn S?.ssmp k ,?c ar^htiek v^atd jip nrinisters uiterst moeilijk, („pi zou toch wel een heel de fl£uur zijn als enige da- "n Cp^Cfs, d;verkiezingen de P. v. d. a6i'ii kker« jZ0 nauw bij deze zaak VH Va. de arbeiders een loons- hs ©v I*i dit mee.r dan 2% zouden be- 6b 5f npzicht moeten we maar ^hip.paar n' waarnaar is verwe- l'h z0n6rkin„ °hze stellige mening niet ■'o, hw hw tjh.lkens enkele puhlica- Ï'MS al MindHi'..ook gedacht hebben •'H da' z0u jru'lslagvereveningsfonds. h-jp"" rV;f,wdaar nog enig oa.'pr^rhnt dpaueeri i x naar onze diepe over rV^a- hood, worden aangewend Nakijk '"eedp 'ke verbeteringen 'i .'«a .houdp Zo.lang wordt uitgezien /-l: C-'e kat.hnliplrp-n \r> 'n dif6p katholieken 'in het opzicht, heel stevig voet maar dat is in de hele wereld zo en daarin ligt dus de mogelijkheid voor een grotere productie. Ook hier is niet veel tijd te verliezen, wil men nog een deel van de markt kunnen veroveren. Daarbij zal bijzondere aandacht besteed worden aan de distributie en de kwa liteit. De vis moet bij de consument ge bracht worden. Onderwijs en voorlichting zijn even eens belangrijk en ook hier heeft Ne derland een achterstand in te halen. De voorbereidende plannen voor een Cen traal Visserij Instituut in IJmuiden zijn practiscb klaar en men hQopt hierover binnen 2 tot 3 jaar te kunnen beschik ken. De vele vraagstukken in de visserij overziende, kwam de minister tot de slotsom, dat er in de komende jaren veel werk verricht zal moeten worden. Dit zal niet tegelijk kunnen geschieden, maar wel in onderling verband- Niet in de eerste plaats is dit een zaak voor de overheid, maar voor de visserij. Uit eigen kring zal de stimulans moeten ko men en dan pas de steun van de over heid. Sprekende over het loongeschil in de haringvisserij, dat nu tot een oplossing is gekomen, sprak minister Mansholt de wens uit, dat 't mogelijk zal zijn hier-" uit lering te trekken, de lering, dat het 1 noodzakelijk is tot een oplossing te ko men. Slechts door nauwe samenwerking kan men bereiken wat men wenst. Wat aan boord noodzakelijk is, is nodig voor het hele visserijbedrijf Daarom wenste de bewindsman, dat de teamgeest aan boord der schepen door het conflict niet geleden zal hebben en dat deze teamgeest in het hele bedrijf het mo gelijk zal maken nu aan de slag te gaan. „Door samenwerking tussen be drijf en overheid zal een nieuwe vis serij zijn weg vinden over zee". Een korte samenvatting van de rede voeringen van de heren mr. J. H. Kie wiet de Jonge, voorzitter van de Stich ting van de Nederlandse Visserij en prof. dr. J. Tinbergen, voorzitter van de Commissie Sanering Zeevisserij, ga ven wij reeds in onze editie van Vrij dag. De heer H. W. Tilanus heeft de aanwezigen verklaard dat er bij de Staten-Gèneraal wel degelijk belang stelling voor de visserij bestaat. Hij noemde de opbouw van de visserij een nationale zaak. Nederland heeft op deze „saeck" te letten en de mensen uit de visserij zijn daarbij de eerstgeroepenen. Maar ook de overheid heeft een taak en de kapitaals-investeringen zijn zo belangrijk, dat men het bezwaarlijk zonder overheidshulp of overheidssteun aan kan. De heer H. D. Louwes heeft, evenals tijdens de visserijdagen in de volks hogeschool te Bergen, de landbouw aan de visserij ten voorbeeld gesteld. De coöperatieve gedachte werd door hem sterk gepropageerd en hij zegde de vis serij graag alle steun en voorlichting van de landbouw toe. Een krachtige or ganisatie vond bij hem ook om andere redenen bestaansrecht. In het parle ment zijn zeer toegewijde vertegen woordigers van de visserijbelangen, maar wat de agrarische afgevaardigden wel hebben, namelijk de achtergrond van een in georganiseerd verband op gebouwd landbouwbeleid, dat missen deze visserijdeskundigen te veel. Zij moeten daardoor te vaak afgaan op op merkingen en inlichtingen, die zij van enkele direct betrokkenen ontvangen. Dikwijls blijkt, dat deze inlichtingen te beperkt zijn, te weinig het gehele ter rein overziend, waardoor de regering in het debat gemakkelijk blijft leiden. 102. Een ogenblik heerst er stilte rond het kampvuur, na Zanai's laatste woorden. De Noorman laat zijn ogen onderzoekend over het gezicht van de oude vrouw glijden. „Ge spreekt met grote stelligheid", zegt hij eindelijk. „Ik hoop, dat ge gelijk hebt en dat Scorr ons hier niet overvalt. Doch ik heb geleerd in dit land iedere beweging van de Priesters van de Beer te wantrouwen". „Hoe lang zijt ge reeds in deze streekNoorman?" Eric staart in het vuur. „Het schijnt lang geleden dat ik aankwam, met Orm en Halfra en mijn trouwe dwerg Pum-Pum. Toch kan het niet meer dan eert maand geleden zijn sinds Scorr hen gevangen nam. Slechts Orm kon ontsnappen!" Even blijft zijn blik rusten op de roerganger, die hoofdschuddend naast hem zit. „En wat gebeurde er met uw andere vrienden?'' „Zij werden door Scorr gegrepen samen met een jong opperhoofd, wiens naam Togir luidt. Scorr zond hen door naar de Verboden Stad. Ik heb gezworen dat ik hen tal bevrijden' „De Verboden Stad...." Er glijdt een krampachtige uitdrukking over het gelaat van de oude vrouw. „Daaruit is geen ontkomen mogelijk...." Hij werpt haar een onderzoekende blik toe. „Vertel mij over de Verboden Stad, Zanaizegt de Noorman dan zacht. Zij aarzelt even. „Het is de hoofdstad van de Priesters van de Beer, o man van het Noorden. Niemand kan deze plaats ongemerkt naderen. Zware wallen rijzen aan alle zijaen op. Daar heerst de wreedheid...." En terwijl de Noorman naar haar woorden luistert, weet hij niet dat zijn vrienden door een troep krijgers de poort van de Verboden! Stad zijn binnen geleid op dezelfde dag. Uitgeput door de lange tocht strompelen zij tussen hun wachters, die hen soms met de schachten van hun speren voor zich uitdrij ven. „Bij de helm van mijn vader, die een edelman was", tiert Halfra's stem gesmoord na een nieuwe slag. „Dit zal u berouwen, gespuis. Nog nimmer is een mijner trotse voorvaderen: op zo gruwzame wijze behandeld. Dit krijst om wraak!" Doch het enige antwoord dat hij krijgt is een wrede glimlach .en een gesist bevel.. Nederlandse kaas draagt het merk van zijn afkomst over de wereld. Verschenen is het voorlopig verslag van de Tweede Kamer over het wetsont werp regeling tot het aannemen door de Algemene Rekenkamer van ontvang sten en uitgaven van het Nederlandse Beheersinstituut tot en met 1949 in de al gemene rekening. Bij de overweging van dit wetsontwerp in de afdelingen werd door alle leden ernstige critiek geuit met betrekking tot de door de regering in deze materie gevolgde gedragslijn. Slechts zelden ziet de Kamer zich genoodzaakt van haar gevoelens te doen blij ken op een wijze als zij dit in verband met het regelen, van de ontvangsten en uitgaven van het zo sterk becritiseerde Beheersinstituut heeft gemeend te moe ten doen. De bij de Kamer bestaande ontstemming is door de toelichting bij dit ontwerp eerder toe- dan afgenomen. Vele leden wezen er op, dat, toen de Algemene Rekenkamer de ver evening weigerde, een regeling bij de wet binnen zeer korte tijd tot stand had moeten komen. Daarin is echter een vertraging van jaren ontstaan, vooral door verzet van de zijde der regering tegen de inzich ten en voorstellen van de Algemene Rekenkamer, alsmede tegen het aan dringen tot spoedige afwerking van de zijde der Tweede Kamer. Deze leden hadden met verbazing in de Memorie van Toelichting de beschrij ving gelezen van hetgeen er in de loop van enige jaren is voorafgegaan aan de indiening van dit wetsontwerp. Die be schrijving geeft een onjuiste indruk van de gebeurtenissen. In werkelijkheid heeft de Tweede Kamer herhaaldelijk in duidelijke bewoordingen uitgesproken, dat zij zich niet kon verenigen met de wijze, waarop de regering deze aange legenheid wenste te behandelen. Deze leden zouden gaarne vernemen waaraan deze weinig bevredigende hou ding van de regering, resp. van de mi nister van Justitie toegeschreven moet worden. Deze houding heeft er toe ge leid, dat slechts stap voor stap, met milale bonden" getuigt, die kasteelheer grote vertraging en dan nog slechts ten dele voldaan is aan de wensen der Ka mer. Kennisneming van de gebeurtenis sen vestigt de indruk, dat men aan het departement van Justitie niet gediend is geweest van de rol der Algemene Reken kamer. Indien deze indruk juist is, dan zou zulks een zeer ongewenste houding zijn geweest van het departement. De Algemene Rekenkamer is in deze aangelegenheid steeds opgetreden als het orgaan, dat aan de Tweede Kamer de onmisbare voorlichting verschaft bij de vervulling van haar taak. Verzet tegen de Rekenkamer, in lijdelijke of in andere vorm, komt daarom goeddeels overeen met verzet tegen de Tweede Kamer in de uitoefening van haar grondwettelijke rechten. Naar de me ning dezer leden is dit een zéér ernstige zaak en het had hen ten zeerste verwon derd, dat de minister deze zijde van de handelwijze van zijn departement niet heeft onderkend, en blijkbaar de geest, waarin de gebeurtenissen in de Memorie van Toelichting beschreven worden, in overeenstemming acht met de werke lijke gang van zaken. Deze leden verklaarden voorts, dat de inhoud van bet verslag, dat de Algeme ne Rekenkamer bij brief van 1 Mei 1951 aan de Tweede Kamer heeft toegezon den, hen bijzonder onaangenaam had getroffen. In dit verslag immers worden talrijke gebreken vermeld in het beheer van het N.B.I.; tevens blijkt uit het ver slag de onwelwillende houding, welke van de zijde der regering aangenomen is tegen de Algemene Rekenkamer, wan neer deze laatste het nodige wenste te doen om verbetering te verkrijgen. Ge zien de positie van de Algemene Reken kamer in ons Staatsbestel hadden deze leden ernstig bezwaar tegen die houding. Ook de onenigheid over de betekenis van het woord beheer in artikel 8 van het besluit E 100 had hen onaangenaam getroffen. De Tweede Kamer heeft bij vorige gelegenheden te kennen gegeven, dat zij bezwaren had tegen de hoogte van heffingen en beheerders- of be stuurders-honoraria, alsmede tegen ver schillende andere aspecten van het be heer der vermogens. Dit had er toe die nen bij te dragen, dat de regering niet zolang mogelijk dat beheer buiten de controle der Rekenkamer trachtte te houden, doch dat zij veeleer haar volle medewerking tot die controle verleende. Het is aan de Tweede Kamer uit erva ring bekend, dat de Algemene Reken kamer haar arbeid steeds nauwkeurig en met grote deskundigheid, grondig heid en accuratesse verricht. De rappor ten, welke zij van dat hoge college van Staat ontvangt, zijn steeds juist en goed doordacht. Op grond van deze ervaring meenden deze leden het verslag der Re kenkamer van 1 Mei 1951 als juist te mogen aanvaarden; zij hechtten daarom een slechts zeer betrekkelijke waarde aan de tegenspraak der Memorie van Toelichting tegen enkele punten van dat verslag. Vele andere leden verklaarden goed deels met het hiervoor opgemerkte in te stemmen. Ook zij zouden gaarne zien vastgesteld, wie de verantwoordelijkheid draagt voor de trage gang van zaken met betrekking tot de verantwoording van het N.B.I. Geheel automatisch worden de blikjes voor de Ne derlandse condensmelk gevuld en van een deksel voorztien. Advertentie OMO-Nieuwsdienst) 24 Mei Een nauwgezette, welover wogen enquête, ingesteld bij een groot aantal huisvrouwen, vertegenwoordigen de alle lagen der bevolking, heeft het opzienbarende succes van het nieuwe wasmiddel OMO onomstotelijk bewezen. Reeds na de' eerste wasbehandeling met OMO gaf meer dan de helft dezer huisvrouwen met woorden als „erg te vreden", „heel goed" en „uitstekend" uiting aan haar grote waardering, ter wijl anderen de loftrompet staken met opgetogen verklaringen als „heerlijk", „reusachtig", „wat een schuim" enz. In enkele gevallën werd vastgesteld dat de resultaten tegenvielen. Geen wonder: deze huisvrouwen hadden de fout gemaakt zeep toe te voegen of vui le plekken met zeep aan te smeren. OMO en zeep zijn doodsvijanden! Ande ren hebben te veel wasgoed in de ketel gedaan. Zij hebben deze twee fouten niet voor de tweede maal* gemaakt. Het karakter van deze OMO-enquête waarborgt de zekerheid dat het oordeel van al deze huisvrouwen representatief is voor dat van de Nederlandse huis vrouw in het algemeen. Daarmee is bewezen, dat de Neder landse huisvrouw niet heeft geaarzeld het voorbeeld van de huisvrouwen in Amerika en Engeland te volgen en dat in de kortst mogelijke tijd ook aan haar het geheim van de fantastische werking van dit nieuwe utra-moderne product is geopenbaard. O. 21 Misschien gouden wij, als wij enige tijd geleden toe vallig eens in Siam waren gekomen, daar een blikje gecondenseerde melk hebben gekocht. De wonderlijke, voor onze Europese ogen onontcijferbare let tertekens op het blik zouden er ons van hebben overtuigd, dat wij met een inlands product te maken hadden en vermoedelijk zouden wij tot de conclusie zijn gekomen, dat de Siamese zuivelindustrie op aardig hoog peil staat. Nu wij echter onder de goede leiding van de Konink lijke Nederlandse Zuivelbond een tocht hebben mogen maken langs een groot aantal Nederlandse Coöperatieve Zuivelbedrijven zullen wij er ons wel voor wachten, als het toeval ons nog eens naar Siam voert, vandaar een blikje gecondenseerde melk als souvenir mee te voeren. Wij weten nu, dat wij een redelijk goede kans zouden ma ken om thuis te komen met een honderd procent Neder lands product. Datzelfde geldt trouwens ook voor souve nirs van die aard uit Afrika, Griekenland, de Arabische landen, India, Pakistan en de Philippijnen, om maar een greep te doen. Drink daar gerust condensmelk wij kun nen het u van harte aanbevelen maar verbeeldt u niet een exotische drank te genieten. Hoogstwaarschijnlijk zal immers deze voortreffelijke melk een zeer klein deel zijn van de 5.670 millioen kilo melk, die de I der coöperatie heeft Friesland zich zulk Nederlandse koeien per jaar produceren een vooraanstaande positie als zuivel- en die van ons land uit hun weg vinden over de gehele wereld. „Een zuivelbedrijf is voor de meeste mensen nog altijd een inrichting, waar de melk in flessen wordt gedaan", zei een van onze collega's op deze tocht. Misschien is het een gevolg van de al te grote bescheidenheid der boeren en boerenorganisaties, dat het grootste deel van Nederland nog altijd geen idee heeft van wat er omgaat in een tak van industrie, die in het afgelopen jaar 9VS pet. van onze totale export voor zijn re kening nam. In de Nederlandse zuivel bedrijven wordt niet alleen melk in flessen gedaan en boter gekarnd, er worden ook millioenen kilo's melkpoe der, gecondenseerde melk en kaas ge maakt. En dit gebeurt, dank zij een uit stekende samenwerking van boeren en zuivelfabrieken, op een zo voortreffe lijke en rationele wijze, dat menige an dere bedrijfstak er een voorbeeld aan zou kunnen nemen. Dank zij dit begrip (Van onze verslaggeefster) Op de vandaag beëindigde studiebijeenkomst van de Kath. Ver. van Maat schappelijke Werkers, Dr. Ar'iëns, waarvoor een 150-t.al maatschappelijke werk sters en enkele mannen uit het „vak", vanuit het gehele land te Bouvigne wa ren samengekomen onder leiding van de voorzitter Dr. P. van Eek, hield Mr. Dr. J. J. Loeff gisteren een zeer verhelderende voordracht over de vraag: „Waarom katholiek maatschappelijk werk?" Welke vraag de spreker herleidde tot de kern der kwestie, nl. of het maatschappelijk werk, zoals het zich thans ontwikkelt, geïntegreerd kan worden in de christelijke charitas, zonder dat deze haar eigen karakter gaat verliezen. „La charité est d'une autre ordre que la ser vice sociale." Het antwoord ligt in de historisch ge groeide verhouding tussen de charitas, waarbij het accent op de helper valt, die op de eerste plaats een God wel gevallig werk wil verrichten, en het maatschappelijk werk dat tot object heeft de mens >n nood en dat in zijn moderne vorm een natuurlijk uitvloei sel is van de structuurwijziging der sa menleving en van de veranderde so ciologische denkwijze in de laatste hal ve eeuw. De natuurlijke samenleving heeft zich van groeps-gemeenschap via de doel-gemeenschap ontwikkeld tot een personen-gemeenschap, die de hoge geestelijke waarde van de menselijke per soon heeft ontdekt en zo volledig mo gelijke vrijheid van de mens als ideaal nastreeft. In deze nieuwe gemeenschap met intermenselijke verhoudingen, waar in de mensen elkaar als morele wezens aanvaarden, heeft naast organisatie en techniek de liefde een plaats. Zij is de constituerende kracht van dit gemeen schapsleven. Wanneer men nu het moderne maat schappelijke werk dat de menselijke nood juist ziet in de omstandigheid dat de getroffene zijn plaats niet heeft kunnen vinden in het gemeenschaps leven, en dat bij het hulp bieden voor opstelt het respect voor de menselijke persoon, hetgeen zijn uiting vindt in het moderne case-work, wanneer men dit maatschappelijke werk confron teert met de objectieve charitas, dan is de conclusie dat de bestaande cha ritas zich zeer wel kan ontwikkelen in de richting van het moderne maat schappelijk werk. Dit laatste immers is een antwoord van de gemeenschap aan de mens in nood. En dit sociale aspect behoort tot het wezen der christelijke charitas, in het perspec tief van het evangelisch ideaal. Bij het helpen „aanpassen" aan het maatschappelijk milieu, een karakte ristiek aspect van het moderne maat schappelijke werk, kan de katholieke maatsch. werk (st) er in de ontmoeting met de evenmens, op het geestelijk plan de religie betrekken. En in de nieuwe „gesprekstechniek" van het maatsch. werk, neerslag van de eerbied voor de vrije menselijke persoonlijkheia, kan de charitas op haar beurt vanuit het maat schappelijk werk een verrijking onder gaan. In het verleden heeft W' helpende ziin persoonlijke waard" wel eens te veel opgedrongen aan de hulp-behoe vende. In het ..gesprek" biedt de ge loofsgemeenschap een garantie van echtheid, welke van feen „techniek" verwacht kan worden. Integratie van de char'tas in het maatsch. werk is niet slechts mogelijk, maar de dioritas biedt het ware klimudi om het maatschappe lijk werk volledig tot zijn recht te doen komen. Het is te hopen, dat deze be langwekkende voordracht in brochure vorm zal verschijnen. De bijeenkomst werd gedeeltelijk bij gewoond doer mr. H. S-U'k, kortgeleden benoemd in de nieuwe functie van In spector N. O. voor de scholen van maatscn. wok. en door enkele verte genwoordigers van betreffende depar tementen. Tijdens de ledenvergadering werd besloten om bij de nog jonge ver eniging, die reeds het respectabele aan tal van circa V leden telt, ook de leer lingen van de scholen voor m.w. als as pirant-leden op te nemen. Vandaag sprak Prof. Mag. Dr. G. Friethoff O.P. over het beroepsgeheim van de maatsch. werker en Prof. Dr. F. van de Ven over de wet op de onder nemingsraden. land veroverd. Maar ook dank zij deze samenwerking treft men op het ogen blik in Brabant, Limburg en Drenthe zuivelfabrieken aan, waar wij met recht trots op mogen zijn. Het is nu ongeveer tachtig jaar ge leden, dat enige Limburgse boeren naar het voorbeeld van België en eni ge Friese boeren, geïnspireerd door de Denen, begonnen hun melk teza men te verwerken. In het Zuiden startte men met z.g. handkrachtbe- drijven, de meer welgestelde Friezen werkten reeds dadelijk met stoom. Dit werd het begin van de fabrieksmatige zuivelverwerking. Op het ogenblik heeft ons land ongeveer 600 zuivel fabrieken, waarvan 420 coöperatieve. De coöperatie groeide en zette zich zelfs voort in de tweede graad. Want ook tal van coöperatieve zuivelfabrie ken hebben zich weer in nieuwe ver enigingen en coöperaties verbonden, voornamelijk om de overmelk der verschillende bedrijven op de meest rationele manier te kunnen verwer ken. Acht gewestelijke coöperatieve zuivel- bonden vormen thans tezamen de Ko ninklijke Nederlandse Zuivelbond. Bij ieder van deze bonden zijn een groot aantal verenigingen en fabrieken aange sloten. Dank zij deze samenwerking en het vertrouwen dat de boeren stelden in de adviseurs van hun bonden, kon de Zuid-Nederlandse Zuivelbond na de oorlog worden omgezet in de Coöpera tieve Zuivelvereniging „Zuid Neder landse Zuivelbond" G.A., welke de twee melkproductenfabrieken te Bergeyk en Veghel kon overnemen en uitbreiden om er de gehele hoeveelheid overmelk van haar gebied op moderne wijze te verwerken tot gecondenseerde melk, melkpoeder, caseïne, melksuiker, melk- eiwitten, koffiemelk, chocolademelk enz Deze zelfde samenwerking zorgde er voor. dat Arnhem zich thans kan be roemen op een zuivelinrichting, die in hygiënisch en technisch opzicht tot de beste ter wereld behoort. De Coöpera tieve Arnhemse Melkinrichting en Zui velfabriek (C.A.M.I.Z.) immers beperkt zich niet tot het verwerken van de door haar leden aangevoerde melk. Zij werkt ook mee aan de kwaliteitsverbetering door het zenden van staladviseurs en door het geven van goede raad via een eigen tijdschrift. De boeren, die allang hebben geleerd, dat het opvolgen van dergelijke adviezen alleszins lonend is. trekken daarvan gaarne profijt. De Gelders-Overyselse Bond vond een goede oplossing voor een aantal fabrie ken door hen in belangengemeenschap pen te verenigen. Zo sluit een melk inrichting met een tekort aan eigen melk een contract met een nabijgelegen Ioterfabriek, die zich verplicht de ont brekende melk te leveren. Een zeer goed voorbeeld van samenwerking vormt de vereniging „IJsseldal", waarbij drie fa brieken een topcoöperatie hebben geslo- etn. De fabriek te Wesepe is speciaal ingericht voor consumptiemelkbereiding Onze trouwe, vier jaar oude, Volkswagen stuift de Belgische grens tegemoet. Wij verwon deren ons over de enorme vracht auto-treinen, die grote ladingen Bel gische bloemkool ons land binnen rij den. „We schijnen soms. toch nog wel ar tikelen te importeren, die we zelf ook in voldoende mate hebben", verwon dert zich onze collega. „Heb jij francs bij je?" „Nee, laten wij maar wat kopen." Achter een trits vrachtwagens gaat een klein wisselkantoor schuil. Daar kopen wij 100 Belgische franken en betalen de nota ad f 8.40. In Wuustwezel laten de Belgen ons direct door en een half uur later rij den wij door Antwerpen. Wij praten een paar uur met een relatie, die ons voor de lunch uitnodigt. Wij genieten op een Antwerps terrasje nog even van een „filtertje koffie" en het drink- woelige verkeer, waarna wij als de gelijke Ollaanders weer terug rijden naar het vaderland. Onderweg maken wij de balans op van de resultaten. En ontdekken, dat de twee kopjes koffie ons alleen geld gekost hebben: 20 francs. Terug in Wernhout bij de Neder landse grens ruilen wij als goed bur ger de overgebleven 80 Belgische franken weer in. Weer een handteke ning, weer een paar stempels en wij ontvangen terug 5.94. De twee filtertjes hebben ops dus f 2.46 gekost! „Dat nooit weer!" bekent onze col lega, „één koffie voor f 1.23, dank zij ons geliefde deviezenstelselTwintig franken voor f 2.46? Bijna dertien cent voor één frank? O, gebenedijde Bene lux Altijd hebben wij gedacht, dat het drinken van kopjes koffie een ver broederende en goede uitwerking had. Nu weten wij beter: langs offi ciële weg een Belgisch filterke drin ken wekt moordlust en smokkelaars neigingen op en voorziet het gehele gebied der vereni- gting daarvan. Bathmens fabriek kreeg ten hypermoderne installatie voor de kaasbereiding en Colmschate werd voor melkpoederfabricage ingericht. Het eertijds arme Drenthe staat in niets achter bij de rest van Nederland, wat de zuivelindustrie betreft. Het cen trale melkproductenbedrijf „Domo" over treft zelfs in vele opzichten andere be drijven van die aard in Nederland en daarbuiten. De „Domo" te Beilen ver werkt per week 125.000.000 liter melk tot melkpoeder. Nadat de melk, in eigen tankwagens met een inhoud van 165.000 liter is aangevoerd, wordt zij gepasteu riseerd en ingedampt. De verwerking tot poeder geschiedt in een spray-instal latie. een toren, waarin door middel van verhitte lucht de ingedikte melk tot poeder wordt verstoven. De melkpoeder- toren van de ..Domo", die 20 meter hoog is en een doorsnee heeft van 8 meter, is ,de grootste van de gehele wereld. Daarnaast produceert de „Domo" ook melkpoeder volgens het Hatmakersys- teem, waarbij het vocht aan de inge dikte melk wordt onttrokken door ze in een zeer dun laagje over twee verhitte, tegen elkaar indraaiende walsen te voeren, zodat de melk in de vorm van een uiterst dun vel weer te voorschijn komt. Het hatmakerpoeder is echter minder goed oplosbaar dan het spraj- poeder. De Domo produceert per dag 20.000 kilo melkpoeder, waarvan 90 pCt. voor de export is bestemd. Vijftig procent gaat naar de dollargebieden. De Condensfabriek „Friesland" te Leeuwarden is de centrale fabriek voor de fabricage van gesuikerde en onge suikerde gecondenseerde melk van ruim 70 Friese fabrieken. Al deze fabrieken hebben zich verplicht 15% van haar melk aan de Condensfabriek te leveren. Per week verlaten ongeveer 2.000.000 blikjes melk deze fabriek. Ook de fabricage van dit verpakkingsmateriaal geschiedt vrij wel volautomatisch in de fabriek zelf. Het vullen en sluiten gaat eveneens automatisch, waardoor de hygiëne zeer wordt bevorderd. En nu hebben wij nog niet gesproken over kaas. Kaas wordt tegenwoordig vrijwel overal in Neder land geproduceerd, maar toch 'beroemt Holland er zich op, dat de kaas, die daar wordt gemaakt gemiddeld nog altijd een iets hogere prijs opbrengt dan die welke uit andere provincies komt. Kaas heb ben wij op onze tocht gezien in hoeveel heden. waar wi.i zelfs nooit van ge droomd hadden. Stel u eens voor een pakhuis met 800.000 kilo kaas! Tiendui zend kazen in onafzienbare rijen naast, boven en onder elkaar. Tienduizenden kazen, die om de twee dagen moeten worden gekeerd en om de vier dagen schoongemaakt en geolied. En bedenk dan dat pakhuis, dat u st.il heeft gemaakt door zijn imposante inhoud, slechts een klein gedeelte is van de Nederlandse kaasproductie, die in 1951 bijna 120 mil lioen kilo bedroeg. Als wij dit overwe gen, kunnen we ons begrijpen, waarom een boer zich mei hand en tand verzet, wanneer men hem zijn weide en akkers wil ontnemen ten behoeve van de zich uitbreidende industrie. Want mogelijk zal dat nieuwe fabriekje zijn aandeel leveren in de versterking van Neder lands deviezenpositie, maar dat doet ze ker ook de Nederlandse koe, die haar kwalitatief zeer hoogstaand product levert ten voordele van onze deviezen pot en menigmaal tot welzijn van de volksgezondheid in minder rijkbedeelde landen dan het onze.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 5