Groots feest in de wijde Haarlemmermeer Openluchtspel trok meer dan tien duizend bezoekers Belangstelling van min. Mansholt en burgemeester d'Ailly Nat. adviescommissie voor Eur. land- bouwintegratie geïnstalleerd „Er mag geen tijd verloren gaan HONDERD JAAR NA DE DROOGMAKING Posthume liulde voor mr. Amersfoordt Hoog bezoek uit V.S. aan Den Haag Opvolger Pater Stein Koninklijke bijdrage voor soldaat 2 DONDERDAG 17 JULI 1952 Onthulling gedenksteen Onder een grijsblauwe hemel, waartegen de telkens overvliegende K.JL.JW.- vogels zwart afstaken, werden de feestelijkheden ter gelegenheid van het 100-jarig bestaan van de droogmaking van de Haarlemmermeer ingezet. Aan dit feest, dat, georganiseerd was door de landbouworganisaties, die hiertoe van het ge meente- en polderbestuur een subsidie van f 5504.hadden gekregen, namen ongeveer 1000 personen deel; allen bewoners van de polder, die op schier legen darische wijze aan het water in 1853 werd onttrokken. Deze feestelijkheden zullen niet de enige blijven in de geschiedenis, want in 1955 doen gemeente- en polderbesturen het nog eens dunnetjes over, omdat het dan precies honderd jaar geleden ral zijn, dat deze instituten voor het eerst hun werkzaamheden begonnen zijn. Wellicht zou men vermoeden, dat hier sprake van wanklank en onbegrip zou heersen tussen de organisaties onderling, doordat afzonderlijk feest gevierd wordt, doch dijkgraaf mr. J. K. G. baron van Hardenbroek van Berg ambacht getuigde in zijn rede, dat dit eventuele verschil van mening op de meest vriendschappelijke wijze is opgelost. gebeeld. Massaal en groots van opzet ruim vierhonderd medewerkenden, zo als het programma vermeldde. Te vens onderstreepte ook het vele mate riaal, zoals de tilbury's, de dorsmachi nes het geweldig omvangrijke van dit voor zijn doel zeer aanvaardbare spel. Een declamator las de tekst, terwijl verschillende zangkoren de verbindin gen legden tussen de bedrijven. Na deze manifestatie was er een schitterend vuurwerk, dat deze dag op feestelijke wijze besloot. Tijdens de pauze arriveerden mi nister Mansholt en de burgemeester van Amsterdam, mr. A. d'Ailly, die het gehele avondprogramma met hun aanwezigheid hebben opgeluisterd. Tijdens het diner in de „Landbouw" sprak minister Mansholt enige woor den van dankbaarheid aan het adres van de landbouworganisaties, terwijl hij tevens de vergelijking bezigde Haarlemmermeer-Wieringermeer en zei, dat de opbrengst van de produc ten uit de Meer het grootste zijn dan die in enig ander deel van de wereld. De middag werd geopend door een korte inleiding van de heer P. K. Kis- tomaker, voorzitter van het feestcomité, die de aanwezigen de grote verdienste van mr. J. P. Amersfoordt in herinne ring riep. Met diepe eerbied, zo zei hij, en met waarderend ontzag moeten wij allen herdenken, die de Haarlemmer meer hebben groot gemaakt. Hierna nam het rijk gevarieerde pro gramma een aanvang. Het zou te ver voeren alle punten onder de pen te neme» en deze in dit verslag op te te kenen. Wij mogen daarom volstaan met de meest attractieve, die vooral een uiting waren van de specifieke geest, waarin de bewoners van de Haarlem mermeer leven. Het ringsteken met tractoren toonde wel de vaardigheid, waarmede de chauffeurs deze „auto's zonder kap" bedienden. Charmante jonge meisjes bedienden soms met voor treffelijke vaardigheid de lans, waar mee de ringen moesten worden afge rukt, die bevestigd waren aan grote ma chine-sleutels. Een van deze was o.a. Jacoba van Beieren. Tijdens de feestelijke keten van at tracties, waarvan het publiek het volle pond kreeg, hield de heer M. v. Rup- pei't, voorzitter van het Christelijk Na tionaal Vakverbond, een toespraak, waarin hij zei. dat de geschiedenis van de Haarlemmermeer niet in alle opzich ten een schoon verhaal is. Hij schetste in grove trekken de a-sociale toestanden, waarin de toenmalige bevolking ver keerde. Het zijn de boeren- en land bouworganisaties geweest, die bijgedra gen hebben tot sociale verbeteringen en die uiteindelijk het streven naar een collectief arbeidscontract hebben ge realiseerd. De belangrijkheid van de Haarlem mermeer, zo sprak ir. G. P. F. Royackers, algemeen secretaris van de Stichting van de Landbouw, wordt wel liet best gedemonstreerd door het feit, dat Nederland zonder de opbrengsten uit deze polder gedegradeerd zou wor den naar een armzalige plaats in de rij van de landbouwgebieden. Bijzonder spectaculair was na de pauze het mas sale sport-defilé, waaraan door 450 gymnasten van verschillende gymnas tiekverenigingen werd deelgenomen. Begeleid door twee tamboercorpsen marcheerden de deelnemers van twee kanten het veld op. In gesloten forma tie zetten zij het groene tapijt in een feestelijke tooi. Een hartelijk applaus Was dan ook zeker verdiend. Ter af wisseling van het avondprogramma, dat door circa 10.000 mensen werd bijge woond, zong het Hoofddorps Mannen koor „Zang en Vriendschap" op ver dienstelijke wijze onder leiding van zijn dirigent, de heer G. de Barbanson, enige meerstemmige liederen, waarvan het Soldatenkoor uit „Faust" van Ch. Chounod wel het meest geslaagde was. Pikant en technisch goed verzorgd was het caroussel-rijden van de lande lijke rijverenigingen. In vlotte stijl cn met vaardig manoeuvreren werden de „krakelingen" gedraafd, waarbij de paardenflanken en -hoeven in het geel achtige schijnsel van de schijnwerpers glanzend oplichtten. Het was een lust voor het oog de zwarte silhouetten van de viervoeters en de berijders, die met hun dieren schenen vergroeid te zijn, te zien rondrijden, daarbij de ingewik kelde figuren in een smetteloos tempo makend. De grootste attractie van deze heug lijke dag was ongetwijfeld het open luchtspel „Een eeuw Haarlemmer meerleven", een spel geschreven door de heer P. K. Kistemaker, waarin door acht zgn. „tableaux vivants" de ge schi'edenis van de polder werd uit- Tijdens de feestelijke herdenking van het 100-jarig bestaan van de Haarlem mermeerpolder was een der hoogte punten het défilé van de landbouw- tractoren. Woensdagmiddag om half één werd op de nieuwe algemene begraafplaats aan de Hoofdweg hoek Vijfhuizei-weg nabij Hoofddorp een gedenksteen onthuld ter nagedachtenis van mr. J. F. Amers foordt en diens echtgenote Hermine Maria Dijk. Onder de aanwezigen bevonden zich het voltallig polder- en gemeentebe stuur, de beeldhouwer J. J. Beljon, als mede de dijkgraaf mr. K. J. G. Baron van Hardenbroek. De burgemeester J. F. Jansonius hield een rede, waarin hij o.m. zei: „wij zijn dankbaar gestemd tegenover de heer Anton van der Vet, de schrijver van het boek „De Vergeten Voorman", waar in mr. J. P. Amersfoordt opnieuw herleeft. De late hulde is te danken aan enige journalisten en de bevolking van Badhoevedorp, die aan twee nieuwe la nen de namen gaf van mr. Amers foordt en diens echtgenote. Dit is de aanleiding geweest voor het gemeentebestuur van ae Haarlemmer meer om uiting te geven aan de erken telijkheid van het nageslacht voor het baanbrekende werk van mr. Amers foordt, dat in de vergetelheid dreigde te raken. De adj.-directeur van gemeentewer ken C. W. de Geus ontwierp de wa pens en de opschriften voor het monu ment, met medewerking van de beeld houwer J. J. Beljon. Het monument bestaat uit natuur steen, het zgn. Portlandsteen, en als metselsteen werd dezelfde soort geko zen, welke werd gebruikt voor de bouw van de mr. Amersfoordt-school te Badhoevedorp. Dijkgraaf mr. K. J. G. Baron yan Hardenbroek en de vertegenwoordiger van de landbouworganisaties de beer C. Immink, onthulden op verzoek van de burgemeester het gedenkteken. De inscriptie op het monument aan gebracht luidt: „Het nageslacht erkent dankbaar het baanbrekende werk, dat mr. Amersfoordt op schier elk ge bied verricht heeft voor de zedelijke en stoffelijke verheffing van de bevol king". Boven deze inscriptie staan de wapens van de polder en de gemeente Haarlem mermeer. Na de onthulling werden door verte genwoordigers van verschillende orga nisaties kransen gelegd. Tenslotte gaf de burgemeester nog een historisch overzicht van de persoon en het werk van de pionier. Kransen worden gelegd op het zo juist onthulde monument ter ere van mr. J. P. Amersfoordt, inleven burgemeester van Hoofddorp. In een bijeenkomst te Den Haag is gisteren de nationale adviescommis sie voor de Europese landbouwintegra- tie geïnstalleerd. Tot de taak van deze uit vijftig leden bestaande commissie zal het behoren de regering te advise ren inzaken aangelegenheden met be trekking tot de agrarische integratie in West-Europa. De minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, de heer S. L. Mansholt, zei in zijn installatierede o.m., dat het er in de komende jaren op aan zal komen voor de landen van West- Europa, en ook voor Nederland, of men de vraagstukken waarvoor zij staan zal kunnen oplossen. De landbouwvraag stukken zullen daarbij ook betrokken zijn. Het is een harde noodzaak, die er toe dwingt, dat in West-Europa een nau were samenwerking tot stand komt. Het is een onverbiddelijke eis. Is er hier en daar aarzeling en zelfs verzet, ander zijds kan worden geconstateerd, dat de Europese gedachte wint. Niet-meedoen aan de integratie be staat niet voor Nederland, zo betoogde de minister. Dit kan zelfs een groot ge vaar voor ons betekenen. Er mag geen tijo verloren gaan om ons erop te be zinnen. waar we op het sociale en eco nomisch vlak komen te staan. Ten aanzien van de landbouw kunnen we daarbij niet achterblijven. De voorzitter van de nieuwe commis sie, dr. ir. S. L. Louwes, heeft in een rede gezegd dat het uiteindelijke doel van de landbouwintegratie is de verho ging van ons aller welvaart, die van Nederland zowel als van West-Europa. Een land kan niet welvarend zijn aki zijn buurstaten met armoede kampen en als dit voor een land geldt, dan is dat wel voor Nederland, vanouds zo ge heel ingesteld op zijn verbindingen met het buitenland en zo afhankelijk van zijn internationale handel. De commissie zal zich steeds dit ge meenschappelijk belang voor ogen moe ten houden. Zij zal zich voorts moeten baseren op het inzicht dat hier en daar onvermijdelijk een direct offer zal moe ten worden gebracht ter verkrijging van grotere winst in de toekomst. Slechts een grote mate van objectiviteit zal in een dergelijk geval de commissie kun nen brengen tot een bezonken oordeel. Er wordt moed, fantasie en vasthou dendheid van allen gevraagd, die mede bouwen aan een onderdeel van het gro te Europese huis der integratie. Het is naar spr's mening zeer terecht, dat bij de landbouwgemeenschap wordt ge dacht aan een ruime overgangstijd. Toch moet deze tijdsfactor ons niet op een dwaalspoor brengen. Wij leven niet in een onbedreigd gebied, en spr. ge looft, dat wij met voortvarendheid zul len moeten werken om te voorkomen, dat wij innerlijk verdeeld en zwak, on der de voet worden gelopen. Wij allen, Nederlanders, Engelsen, Fransen en andere Europeanen, zitten met duizend wortels gehecht aan de oeroude grond van onze tradities, onze nationale points d'honneur, onze economie of sociale in stellingen, en het is ook niet mogelijk noch nodig ons van dit alles los te scheuren, doch wij, en vooral ook de volgende generaties, zullen moeten le ren de betrekkelijkheid ervan in te zien en veel ervan ondergeschikt te ma ken aan de grotere Europese belangen. Vrijdag zullen twee hoge functiona rissen van het Amerikaanse ministerie van Defensie voor besprekingen in Den Haag aankomen. Het zijn de generaal-majoor George Olmstedt, directeur van de dienst voor militaire hulp, en Frank Nash, gedele geerde voor de internationale veilig heid bij het ministerie. Tot opvolger van pater dr. Stein S.J. is als directeur van de Vaticaanse Ster renwacht in Rome pater O'Connell be noemd. Koningin Elizabeth heeft vijf pond bijgedragen om een Britse soldaat, die accordeon speelt, in de gelegenheid te stellen naar een wereld-muziekconcours in Nederland te reizen. Zij had deze soldaat, de vliegtuigmonteur James Sexton, in Februari in Nairobi (Kenya) zijn accordeon horen bespelen en her innerde zich dat toen zij vernam, dat hij ongeveer 70 pond nodig had om in September voor het wereldsolokam- pioenschap accordeon naar Nederland te reizen. Zij zond haar chèque als „een per soonlijke bijdrage."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 3