KELDERMANS, een Mechelse
bouwmeestersfamilie
IT- V" i]
Op zoek naar de bron van de levensrivier
VERZORGING VAN KAMERPLANTEN
Tot Haarlem en Alkmaar strekte
haar bedrijvigheid zich uit
Op reis door Spanje
,.De Andere Namen"
Brabantse gothiek in beide Nederlanden
Zelfverloochening
Friese burgemeesters waarschuwen
tegen overdrijving
De Ficuspandurata
LITERAIRE KRONIEK
m
ZATERDAG 26 JULI 1952
PAGINA 3
1
EMIGRANTEN!
Pastoor A. van den Berg
50 jaar priester
Keuring dienstplichtigen
lichting 1954
Congolees bisschop ia
Nederland
Kapitein-ter-zee Muller
onderscheiden
Audiëntie
,JFriese taal wordt te veel
opgedrongen"
Oorspronkelijk Wie was
detective-verhaal door F. J.
de
de
in
te
:V
vAdvertentie
y°or Australië, Canada en Nw. Zee
land levert JARINO-RODEN de beste
koningen. Huisvestiging kan worden
Verstrekt. Modelwoning voor Canada
^altzerweg 195, Den Dolder, v. Austra-
j^/Nw.Zeeland bij fabriek Leek (Gron.)
le bezichtigen.
inl. JARINO - RODEN (Dr.)
Hit meest verbazingwekkende in de
leer van Christus was voor de hei-
dense wereld wel het beeld, dat
van God gaf. In de geldende opvat-
Prig was de godheid een ongenaakbaar
^ezen. dat men vreesde, wiens toorn
•hen door offers moest afwenden. Chris
es leerde God zien als ons aller liefde
volle vader, wiens kinderen wij zijn.
jbdat er een strikt persoonlijke verhou-
?nS ontstaat van ieder mens tot God,
h'e wij tot het uiterste moeten ontwik-
ist«n. Dit allernauwste contact met God
f0 oedoeld als het voornaamste middel
Go,
Onze heiliging, de eerste taak die
tl ons oplegt. Ons levensdoel is een
NüWigdurend geluk in God. Dit is de
^temming van elke mens. Daarom
^°eten wii ook al onze krachten m-
Snnen om God zijn plan met ons te
.Pen bereiken.
ant zó staan de zaken: wij zijn wel
,.,.nder onze medewerking verlost, maar
t'-' zullen niet zonder onze blijvende
edewerking zalig worden. Een van de
0rnaamste dingen, die wij daarvoor
(j °eten doen is, blijkens Christus leer.
u zelfverloochening „Wie na Mij wil
Ijfbjen, verloochene zich zelf, neme zijn
Uls op en volge Mij."
Iwhristus, en Sint Paulus na Hem, heb-
0 steeds met nadruk gewezen op de
teu°dzaak van een voortdurende strijd
ee?ep alles, wat ons kan afhouden van
bep a'leen op God gericht leven. Het
lij?riP sterven en dood ligt zeer duide-
®hr( grondslag aan de leer van het
steVS ndom- Eerst moet de graankorrel
Eer ten vóór zij vrucht kan dragen,
gen ,ïl°cten wij los staan van alle din-
baa' die met Gods heiligheid onverenig-
on, 2iin. voor wij de weg naar Hem
Wj-ersPerd vinden. En die weg moeten
ég gsan, willen wij uit ons leven niet
•Pet 8f°te mislukking maken. God is niet
g?L halfheid tevreden. Hij verlangt ons
en onverdeeld. Omdat Hij zich-
Schen°ktk gCheel en onverdeeld aan ons
i^ristus is met recht radicaal
We Jn eisen. Zijn wezen is liefde. Zijn
tiet Zijn daden hebben als enig mo-
is he allerhoogste liefde. Ware liefde
Zicuerst dan echt. als zij alles geeft en
Schenkt°nder beperking geheel weg
kop' verwacht Christus van ons: vol
daan"1 Vo1 ziJn van Hem, geheel open
bi0„ ,y°°r Zijn genade. En dat is alleen
8®hari i als W'J elk beletsel voor die
ja Pe"'nwerking bij ons wegnemen.
deZg genoeg leven wij meestal aan
Zietl Srote werkelijkheid voorbij. Wij
tealito? eeuwigheid niet als de enige
Zeer jh't die telt. De aarde heeft ons te
te (jp,' "aar ban, om nog een klare blik
lijbe houden voor' het enig noodzake-
dacht \0cb 's het dwaas zo'n grote aan-
dat L„ schenken aan het voorbijgaande,
tverk v°or de enige, onvergankelijke
°Ver uikheid nauwelijks een gedachte
door pe j en- Zó bereiken wij het ons
OnZp gestelde doel zeker niet!
den, orN°Qtnaamste taak is heilig wor-
haai. .haat wij voor alle eeuwigheid
Iedevp allerheiligste God toe moeten,
u" hoe j g van ons leven, die niet
steed n °°'c aan dit doel wordt
^dltie is voor altijd verloren, zonder
Desteecj n ook aan dit doel wordt
huttie ,'-„ls ,y°°r altijd verloren, zonder
Puttelor>„sultaat- Hoe meer dagen aldus
Sef va VOorbij gaan, hoe meer ons
Ir^akt unze eei'ste levenstaak ver
ben. e verder wij van God af-
■Ol |Ue*„rd' wal eens gezegd, dat ons
dat aiipP a manier saai wordt,
Jh. Maar i Prettige dingen verboden
diet! r ls dit ook waar? Zeer zeker
Als Ch
doS, hehecrsnif Xa? ons verlangt, dat wij
„f'houdeu ria Y1É?i-in geboden on-
1p °m one j h waarachtig
w>h, maareen drukkende last op te
i izen r)3„ xrWe^ om ons de weg te
°P aarde"1 eni°,°K °m ons
to> Wam 7-° gelukkig mogelijk te
lei ^hverW-K eeboden en de eis
ee«g0 kenni? 8 zijn de, met vol-
dene?en midr'of" z en door Hem aan"
daouVah onl Ien T niet «laaf te wor
de Zijn vf'vfCVa natuur,,die, on-
vL^rke "rde °SSlng' blijft trachten ons
<he bewiL t!.g °p te drijven. De er-
een een zin, °uwens, dat een mens,
Goh v,Zeer °nmfe^en zi? d°et. al gauw
«esdpïleeft Zü„mePSWaardtg leven leidt,
ook ®en il r,Sc; Üpping in °nze dienst
hordi!"01 vonr -z1 daarvan kan dan
Npr.nK' mot vP„h in v°lgelingen, een
perk?°ds schennf6n -Toegang dragen!
kt voor ieHeppipg 's geheel en on-
eder toegankelijk. Als wij
Ee bedrijvigheid van de bouwmeesters-
Ihiiilie Keldermans heeft zich oo/c in
yoord-Nederland veelvuldig gemanifes-
teerd. Zo 'is hun naam o.a. verbonden
aan het stadhuis van Veere.
Eveneens haddeA zij hun aandeel in de
bouw van de Grote Kerk te Alkmaar.
De foto hierboven toont een deel van
het exterieur van de kooromgang.
(Van onze Belgische correspondent)
De Aartsbisschoppelijke stad Meche-
len heeft zojuist de 500ste verjaar
dag van de eerste steenlegging
van haar St. Romboutstoren herdacht.
Zjj deed dat door middel van een aan
tal feestelijkheden, waaronder een his
torische optocht en een al even histo
risch openluchtspel. Maar naast dit
alles heeft de stad er ook prijs
op gesteld de geschiedenis van zijn to
ren te doen herleven door een tentoon
stelling, die onder de benaming „Toren
en Keldermans" is uitgegroeid tot een
manifestatie van Iaat middeleeuwse
bouwkunst, zoals die beoefend werd
door de uitgebreide bouwmeestersfa
milie Keldermans. En hier schuilt dan
tevens het belang van deze gebeurtenis
voor Nederland, omdat de Kelderman-
sen niet alleen hun medewerking heb
ben verleend aan tal van specimina
van bouwkunst in de Zuidelijke Neder
landen, doch zich evenzeer op zeer
grote schaal hebben laten gelden in het
Noorden.
Een uitgebreide bouwmeestersfamilie
voorwaar, want. sinds de oude documen
ten voor de eerste maal in 1377 het op
treden van Jan Keldermans vermelden,
tot de dood van de laatste bouwmeester
van dit geslacht, Marcel, in 1557, telt
men niet minder dan nog dertien
meesters van dezelfde stam. Zij beho
ren zonder twijfel tot een der beroemd
ste bouwmeestersfainilies uit de Late
Middeleeuwen. Hoewel van Brusselse
afkomst, hebben zij een belangrijk deel
van hun bedrijvigheid van Mechelen
uit uitgeoefend. En al is er geen vol
strekt bewijs te vinden, dat één van
hen het plan van de St- Romboutstoren
heeft ontworpen, het staat in ieder ge
val vast, dat zij, van vader op zoon, de
bouwwerken er van hebben geleid.
Doch waar dit slechts een gering
onderdeel van hun bedrijvigheid
vormt en de uitstraling van de Bra
bantse Gothiek over de Nederlanden
in ruime mate op hun actief staat,
moest deze tentoonstelling wel uit
groeien iot een documentair beeld van
de Gothische bouwkunst in de Ne
derlanden. geïllustreerd aan de hand
van dc bedrijvigheid van dit bepaald
geslacht bouwmeesters.
Treft men zelfs een spoor van hun
werkzaamheid aan te Burburg in
Frankrijk, hun voornaamste activiteit
speelde zich nochtans af in het Noor
den van België en in een groot deel
van Nederland. Speciaal kan men. voor
wat België betreft. hun bedrijvigheid
weervinden in de provincie Antwerpen.
Te Mechelen was het niet alleen de St.
Romboutstoren, doch ook het Paleis
van Margaretha van Oostenrijk en het
Paleis van de Grote Raad, naast kerken
en stadspoorten. In Antwerpen werk
ten zij mee aan de O.L. Vrouwekerk en
de St. Jacobs, evenals aan het welbe
kende Steen en de vroegere Beurs.
Hoogstraten. Turnhout, Lier en Ton°er-
loo (de abdij), waren enkele andere
plaatsen van hu.i optreden in deze
provincie. In Brabant waren zij werk
zaam aan het Broodhuis op de Grote
Markt van Brussel, te Leuven aan het
stadhuis en de St. Pieter, in- de hoofd
plaats van Oost-Vlaanderen tenslotte,
te Gent, aan het stadhuis. Deze lijst is
verre van compleet, zij bevat slechts
enkele van de meest bekende bouw
werken, die ook de gewone toerist zich
wel zal herinneren.
In de Noordelijke Nederlanden is de
bedrijvigheid van de Keldermans-famuie
nog groter. Het stadhuis van Middelburg,
de kerk en het stadhuis van Veere. de
O. L. Vrouwekerk van Breda, evenals
hét kasteel, tegenwoordig Koninklijke
Militaire Academie, de St.. Geertrui, het
Markiezenhof en de vestingwerken van
Bernen on Zoom, de St. Janskapel van
de kathedraal te 's-Hertogenbosch. de
Bavokerk te Haarlem, de Grote Kerk
van Alkmaar, de Oude en de Nieuwe
Kerk te Delft, het Paleis aan de Kneu
terdijk te 's-Gravenhage, Ae St. Pieters
te Leiden, het Vredenhrug, de St. Ka-
therijne en de Dom. te Utrecht, het stad
huis van Gouda en nog talriike vesting
werken. o.a. in Limburg, ziedaar de pro-
te en toch weer zeer onvolledige or>-'om-
ming der bouwwerken, waartoe zij ten
onzent in m!n of meer belangrijke ma
te hebben bijgedragen. -
De tentoonstelling, die met goede
smaak werd georganiseerd door de stads
archivaris en waaraan door archieven en
musea uit beide landen in, ruime mate
medewerking werd verleend, toont naast
oude documenten, waaruit het optreden
van de verschillende Keldermansen his
torisch kan worden bewezen, aan de
hand van plattegronden, foto's, etsen en
schilderijen en visueel overzicht van
hun omvangrijk oeuvre. Onder de schil-
A l eerder heb-
/I ben wij, aan
de hand van
enige foto's, ge
schreven over de
expositie van beeld
houwwerkendie
in het Arnhemse
park „Sonsbeek"
wordt gehouden.
Hiernaast vindt u
een reproductie
van de Tronende
Madonnaeen groot
beeld in gips, dat
op Sonsbeek te
zien is. Marius van
Beek >s er de ver
vaardiger van. Het
beeld munt uit
door religieuze be
zieldheid en eerbie
dige geslotenheid
van expressie. Het
is stellig niet mo
dern in de zin van
ongewoon of extra
vagant, maar wel
in zover het niet
zoetelijk is of sen
timenteel, waardoor
het onmiddellijk
het godsdienstig ge
voel aanspreekt van
wie daarvan een
afkeer heeft.
Nog een andere kerk, in welker bouw
de Keldermansen de hand hebben ge
had: de Grote of Nieuwe Kerk te Delft.
derijen zijn er van Bosboom en Saenre-
dam. Wie zich niet enkel tot het illustra
tiemateriaal beperkt maar ook de ar
chiefstukken onderzoekt, zal zien hoe
moeizaam zelfs de geschiedenis van een
vooraanstaande middeleeuwse familie als
van deze alom bekende bouwmeesters
door de historici moet worden opgedo
ken uit meestal uiterst summiere aan
duidingen in stads- en kerkrekeningen,
processtukken, grafstenen en cijnsboe
ken. Een enkele maal zal daarbij ook de
menselijke kant aan het licht komen,
wanneer men bijvoorbeeld in een stuk
van het gemeente-archief van Culem-
borg leest omtrent de geleverde stads-
kannen wijn aan „Meyster Rombault" in
1525. of in het rijksarchief van Arnhem
stukken tegenkomt aangaande moeilijk
heden over de nalatenschap van Marce-
lis Keldermans, die directeur was van
de fortificatiën van het land van Gelre.
Deze tentoonstelling, die met recht zo
wel wetenschapsmensen als de gewone
toerist verma» te interesseren, blijft
nog open tot 17 Augustus.
Oriuds wij hier op 6 October van het vorig jaar over „Het Boek Ik" van Bert
Schierbeek schreven, heeft de auteur niet stilgezeten Een nieuwe roman De
Andere Namen" is zojuist verschenen, een novelle ..De Derde Persoon" is
ter perse, en een journalistiek werkje „Op reis door Spanje" heeft eveneens
kortelings het licht gezien.
rugkomst, waarin duidelijk wordt dat
Ofri een andere naam is voor de ver
loren geliefde, wier beeld voortdurend
in het aanschijn van de levensstroom
opduikt.
Dit beeld is hem een spiegelbeeld
v^oor al wat er aan lief en leed in deze
wereld omgaat.
„Het leven op aarde" zou men deze
Andere Namen kunnen noemen, indien
Slauerhoff Schierbeek niet was voorge-
weest met deze titel voor een roman
die nog altijd tot de toppunten van
onze letterkunde behoort. In de geest
zijn beide schrijver verwant. In zijn
beroemd verhaal „Larrios" (te vinden
in zijn bundel „Schuim en Asch heeft
Slauerhoff eenzelfde krankzinnige pa?
sic beleden als Schierbeek belijdt in
zijn vlucht achter Ofri aan.
„Een keer zal ik brandend in de.
sterren hangen als onverlaat van een
wereld maar mij spiegelen en beeld
geven aan de rivier die mij stroomt
waarin het beeld voor altijd zal
wonen die mij dit pad gaf en mij als
een onverschillige liet staan in de
schreeuwende eenheden van mijn
huid. Ik vraag mij af: hoort zij
mijn stem nog?"
Laatstgenoemd uitgaafje is een aar
dige bron van inlichtingen voor tou-
risten, die een kennismaking met het
Iberische Schiereiland op hun verlang
lijstje hebben staan. Daarnaast is het
werkje van belang om ten eerste te
bewijzen, dat Schierbeek ook gewoon-
vlot kan schrijven en om ten tweede
een gerede verklaring aan de hand te
doen voor de Spaanse tongval van „De
Andere Namen." Immers, ook „De An
dere Namen" is bet verslag van een
zwerftocht door Spanje. Alleen, het
gaat thans niet om een opsomming van
touristische attracties.
Aan het eind van zijn journalistieke
reisgids schrijft Schierbeek:
„Ik heb mijn bewondering voor de
gepassionneerde levenshouding dei-
Spanjaarden niet onder stoelen of
banken gestoken, omdat deze een
oase en verademing is in een steeds
meer vercommercialiseerde wereld en
zij ons daardoor weer de bron van
leven en cultuur ton voorbeeld stelt
die- onze beschaving vaak zo deerlijk
vergeten schijnt."
Aan deze bron laaft Schierbeek zich
in „De Andere Namen". De bron
stroomt rijkelijk en wordt tenslotte een
rivier, een levensstroom, die hij Ofri
noemt en die „hem het leven aan- en
uittrekt." Zo gezien gaat het uiteraard
niet meer over Spanje, dit werk.
Wat wij ervaren, is, dat de „ik" uit
zijn land wegtrekt om elders „een koe
le woonark te bouwen op de dubbele
voet van dit leven."
Voor het gemak kan men in deze ro
man drie fasen onderscheiden. Achter
eenvolgens beleeft de aandachtige lezer
a. een afscheid van alles wat de emi
grant in zijn land van herkomst lief
was (partir c'est mourir un peu!), b. een
vreemde wereldreis die culmineert in
de ontdekking van Ofri, en c. een te-
fn dit stukje „esoteriek" zijn rivier,
beeld en vrouw in de toverformule
Ofri saamgeklonken. Slechts uit de
wijde context blijkt, hoe dit geschieden
kon en hoe deze „roman" tot het genre
„liefdesdrama" behoort. Méér dan „Hef
Boek Ik" is dit nieuwe werk een speur
tocht naar het wezen van de vrouw.
Johanna de Waanzinnige
Ook waar Schierbeek in de historie
van Spanje grasduint, speurt hij naar
het vrouwelijk vruchtbeginsel. In zeker
opzicht kan men zelfs zeggen, dat „De
Andere Namen" als geschieddrama is
15 Augustus viert de zeereerw. heer
A. C. van den Berg, pastoor te Spier
dijk zijn gouden priesterfeest. Pastoor
van den Berg is geboren in 1876. Hij
werd in 1902 door mgr. Bottemanne
priester gewijd. Achtereenvolgens was
hij kapelaan te Kwadendamme, Velsen-
Driehuis, Noordwijk. Maassluis en Lan-
geraar 15 Me 1919 werd hij pastoor
te Hellevoetsluis. daarna te Nieuw-Ven-
nep. Van 1936 af is de jubilaris pastoor
te Spierdijk.
Pastoor Van den Berg heeft immer
allerhartelijkst medeleven betoond met
de vele priesterzonen en priesterstu
denten van de parochie. Hij is een spe
ciale kindervriend en een vereerder van
de H. Pastoor ven Ars.
Twee van zijn broers zijn ook pastoor
in het bisdom Haarlem' A. van den Berg
te Akersloot en W. van den Berg te
Hoofddorp.
28 Augustus zal de keuring van de In
geschrevenen voor de dienstplicht, lich
ting 1954, beginnen. De keuring wordt
in twee gedeelten gehouden, n.l. tot en
met 31 Januari 1953 de ingeschrevenen,
die geboren zijn vóór 1 Augustus 1934.
en van 1 Februari 1953 af degenen, die
geboren zijn in het tijdvak van 1 Augus
tus tot en met 31 December 1934. De
keuring ,zal als regel slechts één dag in
beslag nemen.
Zondag zal Mgr. Bigirumwami, apos
tolisch vicaris van Nyundo en de eer
ste Congolees die het bisschopsambt
bekleedt, een pontificale H. Mis opdra
gen in de parochiekerk van Afferden
in Gelderland.
Het hoofd van de Nederlandse ver-
bindingsafdeling bij de geallieerde le
gerleiding te Tokio, kapitein-ter-zee J.
A. L. Muller, heeft Dinsdag als uiting
van waardering voor zijn werkzaamhe
den, het insigne van de Amerikaanse
orde van verdienste („legion of merit")
ontvangen. Kapitein-ter-zee Muller
komt uit Maastricht. Hij woont thans
met zijn gezin te Tokio.
De aartsbisschop-coadjutor van
Utrecht, Z. H. Exc. mgr. dr. B. J. Al-
frink, zal in de komende week geen
audiëntie verlenen.
In de Merwehaven te Rotterdam arriveerde Vrijdag het Amerikaanse s.s.
American Judge", komende van New York. Bij de lading bevonden zich 22 Sher-
mantanks en 5 trucks van elk 2li ton. De tanks zijn van het middelzware tyve,
dat. ook in Korea in gebruik is, en bestemd voor de Nederlandse strijdkrachten
opgetrokken aan de figuur van Johanaa
de Waanzinnige. Over haar deelt hij
zijn reisbeschrijving slechts mee: „Er
is nog nooit een vrouw zo
waanzinnig van liefde en ja-
louzie ge wees t". Gelukkig relati
veert hij deze al te kordate kenschets
van de aard der koningin door voor bij
zonderheden te verwijzen naar „het
prachtige boek van Johan Brouwer:
Johanna de Waanzinnige". In zijn ro
man intussen speelt zij haar rol van
duistere Ofri ten voeten uit.
Hier te citeren acht ik een te hache
lijke onderneming.
Al te gemakkelijk immers krijgt de
lezer zo een belachelijke of .zelfs een
hem kwetsende indruk van dit hoek, dat
ik echter beschouw als een buitenge
woon kunstwerk.
Spontane taal
Veel zuiverder dan Schierbeek's eer
ste experimentele roman is -De Andere
Namen" „an outburst of spontaneous
language". Spontane taal, geschapen
om er een wereld in deze wereld mee
te maken, een' brandend heden, een erts
voor de toekomst.
Sr blijft inzake deze spontane taal
nog altijd een misverstand op te helde
ren, 'n noodlottige vergissing, waarvan
vooral onze literatuurhistorici wel eens
de dupe zijn geworden. Deze plachten
op te merken, dat Schierbeek als woord
kunstenaar experimentele voorgangers
heeft gehad in Lodewijk van Deyssel en
Arij Prins. Dit is echter niét waar, om
de eenvoudige reden dat Schierbeek
(eindelijk in onze literatuur) nu eens
géén schoonschrijver is. Zijn taal is
geen woordkunst:
„Laat de letter het woord niet ken
nen en het woord de zin niet, opdat
het vlees kan worden", schreef
Schierbeek ergens in „Het Boek Ik
Dit werk is niet, wat men gemeend
heeft, de allerindividueelste expressie
van de allerindividueelste emotie. Inte
gendeelhet is de zo direct en alge
meen mogelijke uiting van wat 'n mens
kan voelen, waaneer hij deze wereld
beleeft in al haar verschijningsvormen.
In de mooie woorden zit het wonder
der taal niet, ook niet in de gekke, de
uitheemse of de archaïsche. Waar Schier
beek een enkele maal „woordkunst" in
de zin der Tachtigers bedrijft, is hij
juist het minst aansprekelijk en dreigt
zijn spontane schrijfwijze een nieuwe
„literaire truc" te worden. Men kan
echter moeilijk, dunkt me. de ontroe
ringskracht ontkennen van bijvoorbeeld
de volgende spontane taaluiting, opdui
kend uit een warreling van beelden:
„ik ken een meisje dat mij schreef
dat het leven in haar zo moe was ge
worden en haar de ogen vaak sloot
en het lichaam uit legde zodat zij was
een platgeslagen krant op straat waar
in alle mensen hun voeten lieten le
zen tot iets in haar opstond en mij
schreef:
een brief gewoon uit de buurt van
Gennep aan de Maas:
u heeft de vermoeidheid van deze
wereld en de mens in zijn chaos zo
goed getroffen zei zij.
ik loop met het lot van antenne
door alle sferen van alle steden waar
ik geweest ben
daar hoor ik
alles
van waar ik niet geweest ben.
„De sfameJ van allen"
Enkele weken geleden hebben de
Provinciale Staten van Friesland een
uitspraak gedaan ten aanzien van de
Friese kwestie en daarbij o-m. vastge
steld dat de overheid een beleid moet
voeren dat bewust gericht is op behoud
en versterking van de Friese taal en
cultuur. Nu hebben twee Friese burge
meesters gewaarschuwd tegen overdrij
ving. Burgemeester mr. W. Hoekstra van
Haskcrland deed dat in een raadsverga
dering naar aanleiding van het feit dat
twee onderwijzers, die mar Drente en
Gelderland hadden gesolliciteerd, wa
ren afgewezen omdat zjj uit Friesland
kwamen er voor separatisten werden
versleten. Burgemeester mr. G. A. Bon
tekoe van Ooststellingwerf waar
schuwde in een interview met een
plaatselijk blad.
Hij was het niet eens met de uit
spraak dat het overheidsbeleid gericht
moet zijn op behoud en versterking van
taal en cultuur. Hij zei tegen het Fries
als voertaal op de schoien te zijn, om
dat het de vestiging van mensen en in
dustrieën van buiten de provincie af
breuk doet en hij was voorts tegen
Friese straatnamen en aanduidingen
van plaatsnamen in het Fries- Volge s
uurgemeester Boniekoe doet het stre
ven van de Friese pewegmg nu al scha
de aan de provinciale belangen en hij
wijst in verband met het Friese onder
wijs ook op het feit dat in een aantaJ
Friese gemeenten bijna geen Fries ge
sproken wordt en men daar dus net
Fries als voertaal op de schoien opge
drongen zal krijgen. Naai aanleiding
niervan is burgemeester Bontekoe door
de neer Fedde Scnurer, hoofdredacteur
van de Friese Koerier, uitgenodigd tot
een openoaar debat, een uitnodiging
die hij niet heeft aangenomen.
Wat zal de criticus tenslotte opmerken
over de zin van heel deze experimentele
romankunst? „De Andere Namen is
voor mij feitelijk al geen experiment
meer. Het is een bereiktheid, een bin
nen de huidige mogelijkheden volmaakt
kunstwerk. Deze TAAL, wanneer men
haar hardop leest, is een levensstroom,
..de stamel van allen". „Ik ben aank-
baar deze ofri in het beeld", aldus het
einde van „De Andere Namen". Wan
neer de lezer een open hart heeft en
niet laatdunkend wil zijn, zal hij erva
ren hoe vervoerend de stem van dit kun
stenaarschap is. En, in laatste instantie,
hoe diep religieus! Daarvoor is in heel
onze romankunst geen vergelijking. Daar
voor moet men zijn bij de grote
mystici. nico verhoeVEN
„Op reis door Spanje", met teke
ningen van Lotte Ruting. Uitg. De Be-
zige Bij, Amsterdam 1952.
,,De Andere Namen", Uitg. idem.
er maar een goed gebruik van ma
ken!
Hier ligt voor de meesten de grote
fout. Alles, wat wij doen en wensen
moet ondergeschikt zijn aan ons levens
doel. Wat het bereiken hiervan in de
weg staat, is verkeerd. Niet om
zich zelf, maar omdat wij het mis
bruiken.
Vooreerst betreft dat onze eigen per
soon met al zijn strevingen, neigingen
en verlangens. Hier krijgt de zelfver
loochening het eerste woord. Wij zitten
nu eenmaal met een aangeboren neiging
naar de verkeerde kant. Die moet recht-
gebogen worden. Slagen wij er in ons
lichaam gehoorzaam te maken aan ae
leiding van het door de genade voorge
lichte verstand, dan ontstaan in ons le
ven die orde en vrede, welke alleen
een waarachtig geluk waarborgen. Zo'n
mens is in staat een zuivere vreugde te
scheppen in alle geschapen dingen,
omdat hij ze benadert overeenkomstig
Gods bedoeling.
Waar het om gaat is dus: alles op te
ruimen wat ons afhoudt van God. Dat
is de bedoelde zelfverloochening.
Hoe weinig wij daaraan doen toont
ons een eerlijk gewetensonderzoek. Wii
hoeven heus geen bijzondere dingen te
doen. Op het gewone, dagelijkse terrein
van het leven liggen de gelegenheden
tot oefening voor het grijpen De naas
tenliefde in onze omgang met anderen,
rechtvaardigheid in zaken, waarachtig
heid in woorden en daden.... meer hoeft
niet gezegd te worden.
Hier is nog alles te doen voordat
Christus op dit gebied het eerste en
laatste woord heeft. En daar moet net
naar toe! Ook uit welbegrepen eigenbe
lang!
De daartoe nodige offervaardigheid
schenkt als loon een zuiver geluk en
maakt ons tot nieuwe, waarlijk goede
mensen, die reeds enkel door het feil
van hun aanwezigheid, op volmaaKte
wijze Christus' gebod: anderen een voor
beeld te zijn, in praktijk brengen. L.
nu trachten wat te slapen.
'3D Zij namen afscheid, en verlieten het
Met uw welnemen, dokter, zei mj vertrek De geziChten van beide man
vervolgens, —nog één belangrij'ke vraag nen stonden zeer ernstig.
zou ik mrs. Benson willen stellen. Het heeft haar natuurlijk aange-
De dokter knikte. Hij vermoedde, wat grepen ze; dr_ Froud, toen zij eenmaal
er nu zou komen. Mrs. Benson lag thans buiten waren. Maar. het had toch
stil, met het hoofd op het kussen, maar onmoge]ijk Veel verschil kunnen ma
in haar ogen was een uitdrukking van j_en De 0pWjnding van de laatste da-
verwachting. gen gevoegd bij een oude kwaal, deed
Mrs. Benson, zei de detective zacht- ergSje verwachten.
jes, het is maar al te begrijpelijk dat -jj wjlt mij misschien wel op de
u tot nu toe gezwegen hebt. U hebt hoogte houden, dokter? verzocht de
daarmee veel leed gebracht, en niet det€Ctive
over u zelf alleen. Het is niet anders Dat' zal ik doenj antwoordde dr.
dan te prijzen, dat u zich thans niet Eroud
wilt beiasten met het verzwijgen van XII
een moord. Ik heb het grootste deel gutcr
van uw verklaringen op schrift ge-
bracht en heb drie namen ingevuld Onderwijl mr. Fielding langzaam naar
van de mannen, die in deze zaak be- Roxy-House terugging overlegde hij bij
trokken zijn Om wille van de gerech- zichzelf, welke stap hu nu het eerst
tieheid is het gewenst, dat u die aan- moest doen. Het onderhoud met mrs.
vullingen bekrachtigt. Benson had hem nog versterkt in zijn
Hii reikte het papier eerst aan de overtuiging, dat hij met een uiterst ge-
dokter en vervolgens aan mrs. Benson, slepen misdadiger te doen had. Welis-
De dokter vertrok geen spier van zijn waar beschikte hij nu over voldoende
gezicht mrs. Benson slaakte een lichte materiaal, om de man wegens moord -
hreet of aanstichting tot moord te doen
'jjoe bent u daar achter gekomen- veroordelen. Maar, zo overdacht hij
bracht zij uit. spijtig, inzake de valse wissel was hij
Bent u bereid, te tekenen, mrs. nog niet veel verder gekomen. Er wa-
Benson? vroeg Fielding eenvoudig. ren aanwijzingen, zeker, maar er was
Zij knikte Hij reikte haar zijn pen,
en hield zijn schrijfboek onder het pa
pier; en zich over de verklaring heen
geen enkel overtuigend bewijs. Kon hij
nu maar een middel vinden, om de man
te overtroeven. Er moest toch hier of
buigend, krabbelde mrs. Benson haar daar een zwakke plek zijn. Geen enkele
naam De dokter en de detective te- misdaad was volkomen
kenden eveneens. Fielding bleef eensklaps staan. Een
Het wordt nu tijd, dat mrs. Ben- zwakke plek? Ja, die was er! O ja, die
son weer wat rusten gaat, zei dr. Froud was er. Maar dan moest hij nu onmid-
tot Fielding. Mrs. Benson, zei hij. zich dellijk handelen. En dan moest hij bo-
tot de zieke wendend. ik kom zo vendien zorgen, dat niet de een de ander
spoedig mogelijk bij u terug. U moet waarschuwde.
De schemering was reeds ingevallen.
Fielding keek op zijn horloge. Vijf mi
nuten over vier. Hij maakte rechtsom
keert en sloeg de weg naar het station
in. Toen hij bij het postkantoor kwam,
stapte hij even naar binnen, en belde
Stanley op.
Inspecteur Stanley daar? Ja, Stan
ley, met Fielding. Stanley, wil je on
middellijk mr. Johnson in Birmingham
opbellen, namens mij, dat hij mr. Harry
Slater direct terugroept. Hij moet dan
maar als reden opgeven, dat hij het
alléén niet meer afkan. Heb je dat? Je
laat de man natuurlijk ook verder vol
gen, dat hij ons niet ontsnapt. Nu punt
twee. Heeft de Yard je soms het adres
van Fred. Slater doorgegeven? In Lon
den;- jaGoed, ik wacht wel even
Ja, zeg het maarHoe zeg je? Straw-
berrystreet 17. Mooi. dank je.' Ja. wat is
er, Stanley? Een nieuwe gast aangeko
men? W i e zeg je? Goede genade, wat
komt d i e hier doen? Zeg. Stanley,
zei Fielding haastig, je begrijpt na
tuurlijk óók wel, dat je niet vrijuit
kunt spreken over alles, wat we tot
dusver hebben uitgeplozen, vóór we de
hele kwestie hebben opgelost. Ook te
genover hém niet. Zoals de zaken nü
staan, zou ik dat beslist onprettig vin
den. Als je meent, dat je hem wat zeg
gen moet, zeg dan maar, dat we nog
altijd bezig zijn met het verleden van
die mr. Lonsdale uit te zoeken wat
ook inderdaad het geval is. Begrijp je
goed? Tot straks.
Mr. Fielding zat in de werkkamer van
Fred Slater, instrumentmaker. Hij had
een nog betrekkelijk jonge man aange
troffen, met een schuwe blik in de don
kere ogen. Geen onaangenaam mens.
Eerder een zwakkeling. Een man, met
wie men alles kon doen, als hii meen
de, dat hij om een of andere reden ver
plichting had. Een geschikt werktuig
voor iemand als Archie. Maar ook een
man, die vuur en vlam zou worden, als
hij begreep, dat men hem bedrogen had.
Daar was het nu niet ver van af. Fiel
ding voelde het.
(Wordt vervolgd).
Is de Ficus elastica decora of „Rub-
berplant" genaamd een zeer sterke
kamerplant en zijn de andere Ficus
soorten, die voor de huiskamer geschikt
zijn niet minder sterk, de hierbij afge
beelde Ficus is evenwel niet zo sterk.
Het is de Ficus pandurata. een zeld
zaam decoratieve plant met bladeren zo
groot als wij dat maar zelden zien Dij
kamerplanten.
De bladeren zijn leerachtig en don
kergroen van kleur en de lichte blad
nerven tekenen zich hiertegen scherp af.
De vorm van het blad is ook zeer
afwijkend en doet ons enigszins denken
aan een viool; vanaf het midden van
het blad wordt het model rond en bre
der en krijgt zodoende een typische
vorm die direct opvalt.
Het is een buitengewoon sierlijke
plant, die in een moderne omgeving een
waar pronkstuk vormt. In een grote hall
komt zij ook goed tot haar recht en
ware het niet dat zij zulke hoge eisen
stel^ aan de warmtegraad van haar om
geving, dan zouden wij u aanraden
„koopt allen deze plant."
Maar wij moeten voorzichtig zijn en
u alleen aanraden die planten waarvan
wij weten dat zij bij een goede verzor
ging uv ook tevreden stellen.
De grootste moeilijkheid bij de ver
zorging van deze Ficus ondervinden wij
gedurende de wintermaanden, want dan
is het practisch onmogelijk de vereiste
verwarming aan te brengen in het in
terieur, zodat de temperatuur constant
op minstens 70 gr. Fah. blijft.
Indien de temperatuur 's nachts wordt
teruggebracht op 60 gr. of lager, dan
zal de plant hierop spoedig reageren
en dan vallen de bladeren geleidelijk
af, zodat er na enige tijd niets meer
dan een kale stam overblijft.
Wie aan bovengenoemde wensen
niet kan voldoen, moet dan ook wijse
lijk besluiten niet tot aanschaffing
over te gaan.
Gedurende de zomermaanden zal de
Ficus pandurata zich normaal ontwik
kelen als wij haar in het directe licht
plaatsen en haar desnoods van het
zwakke ochtend- of avondzonnetje la
ten genieten. De felle zonnestralen in
het middaguur zijn erg schadelijk voor
de plant, want hierdoor ontstaan brui
ne brandvlekken op de bladeren.
Regel het water geven naargelang
het verbruik; zijn de dagen erg warm,
zodat het aangebrachte vocht spoedig
verdampt, dan kunnen wij normaal
water geven. Zo gauw de dagen koeler
worden, moeten wij zeer voorzichtig
zijn met het overvloedig toedienen van
vocht, want de plant houdt helemaal
niet van een koud
r z .-ssgrigsasai voetbad; het vocht
gehalte moet dan
precies geregeld
worden naar het
verbruik van één
dag. Houden wij
hiermede geen re
kening, dan laat
de plant het en®
blad na het ande
re vallen. Als ds
verwarming brandt
en de temperatuur
wordt constant op
70 gr. Fah. gehou
den, dan zal d®
hoeveelheid vocht
weer wat royaler
kunnen zijn, want
de verdamping er
van geschiedt dan
ook met een be
paalde regelmaat.
Geef bij voor
keur water op ka
mertemperatuur
zowel in de zomer
als in de winter.