KELDERMANS, een Mechelse bouwmeestersfamilie IT- V" i] Op zoek naar de bron van de levensrivier VERZORGING VAN KAMERPLANTEN Tot Haarlem en Alkmaar strekte haar bedrijvigheid zich uit Op reis door Spanje ,.De Andere Namen" Brabantse gothiek in beide Nederlanden Zelfverloochening Friese burgemeesters waarschuwen tegen overdrijving De Ficuspandurata LITERAIRE KRONIEK m ZATERDAG 26 JULI 1952 PAGINA 3 1 EMIGRANTEN! Pastoor A. van den Berg 50 jaar priester Keuring dienstplichtigen lichting 1954 Congolees bisschop ia Nederland Kapitein-ter-zee Muller onderscheiden Audiëntie ,JFriese taal wordt te veel opgedrongen" Oorspronkelijk Wie was detective-verhaal door F. J. de de in te :V vAdvertentie y°or Australië, Canada en Nw. Zee land levert JARINO-RODEN de beste koningen. Huisvestiging kan worden Verstrekt. Modelwoning voor Canada ^altzerweg 195, Den Dolder, v. Austra- j^/Nw.Zeeland bij fabriek Leek (Gron.) le bezichtigen. inl. JARINO - RODEN (Dr.) Hit meest verbazingwekkende in de leer van Christus was voor de hei- dense wereld wel het beeld, dat van God gaf. In de geldende opvat- Prig was de godheid een ongenaakbaar ^ezen. dat men vreesde, wiens toorn •hen door offers moest afwenden. Chris es leerde God zien als ons aller liefde volle vader, wiens kinderen wij zijn. jbdat er een strikt persoonlijke verhou- ?nS ontstaat van ieder mens tot God, h'e wij tot het uiterste moeten ontwik- ist«n. Dit allernauwste contact met God f0 oedoeld als het voornaamste middel Go, Onze heiliging, de eerste taak die tl ons oplegt. Ons levensdoel is een NüWigdurend geluk in God. Dit is de ^temming van elke mens. Daarom ^°eten wii ook al onze krachten m- Snnen om God zijn plan met ons te .Pen bereiken. ant zó staan de zaken: wij zijn wel ,.,.nder onze medewerking verlost, maar t'-' zullen niet zonder onze blijvende edewerking zalig worden. Een van de 0rnaamste dingen, die wij daarvoor (j °eten doen is, blijkens Christus leer. u zelfverloochening „Wie na Mij wil Ijfbjen, verloochene zich zelf, neme zijn Uls op en volge Mij." Iwhristus, en Sint Paulus na Hem, heb- 0 steeds met nadruk gewezen op de teu°dzaak van een voortdurende strijd ee?ep alles, wat ons kan afhouden van bep a'leen op God gericht leven. Het lij?riP sterven en dood ligt zeer duide- ®hr( grondslag aan de leer van het steVS ndom- Eerst moet de graankorrel Eer ten vóór zij vrucht kan dragen, gen ,ïl°cten wij los staan van alle din- baa' die met Gods heiligheid onverenig- on, 2iin. voor wij de weg naar Hem Wj-ersPerd vinden. En die weg moeten ég gsan, willen wij uit ons leven niet •Pet 8f°te mislukking maken. God is niet g?L halfheid tevreden. Hij verlangt ons en onverdeeld. Omdat Hij zich- Schen°ktk gCheel en onverdeeld aan ons i^ristus is met recht radicaal We Jn eisen. Zijn wezen is liefde. Zijn tiet Zijn daden hebben als enig mo- is he allerhoogste liefde. Ware liefde Zicuerst dan echt. als zij alles geeft en Schenkt°nder beperking geheel weg kop' verwacht Christus van ons: vol daan"1 Vo1 ziJn van Hem, geheel open bi0„ ,y°°r Zijn genade. En dat is alleen 8®hari i als W'J elk beletsel voor die ja Pe"'nwerking bij ons wegnemen. deZg genoeg leven wij meestal aan Zietl Srote werkelijkheid voorbij. Wij tealito? eeuwigheid niet als de enige Zeer jh't die telt. De aarde heeft ons te te (jp,' "aar ban, om nog een klare blik lijbe houden voor' het enig noodzake- dacht \0cb 's het dwaas zo'n grote aan- dat L„ schenken aan het voorbijgaande, tverk v°or de enige, onvergankelijke °Ver uikheid nauwelijks een gedachte door pe j en- Zó bereiken wij het ons OnZp gestelde doel zeker niet! den, orN°Qtnaamste taak is heilig wor- haai. .haat wij voor alle eeuwigheid Iedevp allerheiligste God toe moeten, u" hoe j g van ons leven, die niet steed n °°'c aan dit doel wordt ^dltie is voor altijd verloren, zonder Desteecj n ook aan dit doel wordt huttie ,'-„ls ,y°°r altijd verloren, zonder Puttelor>„sultaat- Hoe meer dagen aldus Sef va VOorbij gaan, hoe meer ons Ir^akt unze eei'ste levenstaak ver ben. e verder wij van God af- ■Ol |Ue*„rd' wal eens gezegd, dat ons dat aiipP a manier saai wordt, Jh. Maar i Prettige dingen verboden diet! r ls dit ook waar? Zeer zeker Als Ch doS, hehecrsnif Xa? ons verlangt, dat wij „f'houdeu ria Y1É?i-in geboden on- 1p °m one j h waarachtig w>h, maareen drukkende last op te i izen r)3„ xrWe^ om ons de weg te °P aarde"1 eni°,°K °m ons to> Wam 7-° gelukkig mogelijk te lei ^hverW-K eeboden en de eis ee«g0 kenni? 8 zijn de, met vol- dene?en midr'of" z en door Hem aan" daouVah onl Ien T niet «laaf te wor de Zijn vf'vfCVa natuur,,die, on- vL^rke "rde °SSlng' blijft trachten ons <he bewiL t!.g °p te drijven. De er- een een zin, °uwens, dat een mens, Goh v,Zeer °nmfe^en zi? d°et. al gauw «esdpïleeft Zü„mePSWaardtg leven leidt, ook ®en il r,Sc; Üpping in °nze dienst hordi!"01 vonr -z1 daarvan kan dan Npr.nK' mot vP„h in v°lgelingen, een perk?°ds schennf6n -Toegang dragen! kt voor ieHeppipg 's geheel en on- eder toegankelijk. Als wij Ee bedrijvigheid van de bouwmeesters- Ihiiilie Keldermans heeft zich oo/c in yoord-Nederland veelvuldig gemanifes- teerd. Zo 'is hun naam o.a. verbonden aan het stadhuis van Veere. Eveneens haddeA zij hun aandeel in de bouw van de Grote Kerk te Alkmaar. De foto hierboven toont een deel van het exterieur van de kooromgang. (Van onze Belgische correspondent) De Aartsbisschoppelijke stad Meche- len heeft zojuist de 500ste verjaar dag van de eerste steenlegging van haar St. Romboutstoren herdacht. Zjj deed dat door middel van een aan tal feestelijkheden, waaronder een his torische optocht en een al even histo risch openluchtspel. Maar naast dit alles heeft de stad er ook prijs op gesteld de geschiedenis van zijn to ren te doen herleven door een tentoon stelling, die onder de benaming „Toren en Keldermans" is uitgegroeid tot een manifestatie van Iaat middeleeuwse bouwkunst, zoals die beoefend werd door de uitgebreide bouwmeestersfa milie Keldermans. En hier schuilt dan tevens het belang van deze gebeurtenis voor Nederland, omdat de Kelderman- sen niet alleen hun medewerking heb ben verleend aan tal van specimina van bouwkunst in de Zuidelijke Neder landen, doch zich evenzeer op zeer grote schaal hebben laten gelden in het Noorden. Een uitgebreide bouwmeestersfamilie voorwaar, want. sinds de oude documen ten voor de eerste maal in 1377 het op treden van Jan Keldermans vermelden, tot de dood van de laatste bouwmeester van dit geslacht, Marcel, in 1557, telt men niet minder dan nog dertien meesters van dezelfde stam. Zij beho ren zonder twijfel tot een der beroemd ste bouwmeestersfainilies uit de Late Middeleeuwen. Hoewel van Brusselse afkomst, hebben zij een belangrijk deel van hun bedrijvigheid van Mechelen uit uitgeoefend. En al is er geen vol strekt bewijs te vinden, dat één van hen het plan van de St- Romboutstoren heeft ontworpen, het staat in ieder ge val vast, dat zij, van vader op zoon, de bouwwerken er van hebben geleid. Doch waar dit slechts een gering onderdeel van hun bedrijvigheid vormt en de uitstraling van de Bra bantse Gothiek over de Nederlanden in ruime mate op hun actief staat, moest deze tentoonstelling wel uit groeien iot een documentair beeld van de Gothische bouwkunst in de Ne derlanden. geïllustreerd aan de hand van dc bedrijvigheid van dit bepaald geslacht bouwmeesters. Treft men zelfs een spoor van hun werkzaamheid aan te Burburg in Frankrijk, hun voornaamste activiteit speelde zich nochtans af in het Noor den van België en in een groot deel van Nederland. Speciaal kan men. voor wat België betreft. hun bedrijvigheid weervinden in de provincie Antwerpen. Te Mechelen was het niet alleen de St. Romboutstoren, doch ook het Paleis van Margaretha van Oostenrijk en het Paleis van de Grote Raad, naast kerken en stadspoorten. In Antwerpen werk ten zij mee aan de O.L. Vrouwekerk en de St. Jacobs, evenals aan het welbe kende Steen en de vroegere Beurs. Hoogstraten. Turnhout, Lier en Ton°er- loo (de abdij), waren enkele andere plaatsen van hu.i optreden in deze provincie. In Brabant waren zij werk zaam aan het Broodhuis op de Grote Markt van Brussel, te Leuven aan het stadhuis en de St. Pieter, in- de hoofd plaats van Oost-Vlaanderen tenslotte, te Gent, aan het stadhuis. Deze lijst is verre van compleet, zij bevat slechts enkele van de meest bekende bouw werken, die ook de gewone toerist zich wel zal herinneren. In de Noordelijke Nederlanden is de bedrijvigheid van de Keldermans-famuie nog groter. Het stadhuis van Middelburg, de kerk en het stadhuis van Veere. de O. L. Vrouwekerk van Breda, evenals hét kasteel, tegenwoordig Koninklijke Militaire Academie, de St.. Geertrui, het Markiezenhof en de vestingwerken van Bernen on Zoom, de St. Janskapel van de kathedraal te 's-Hertogenbosch. de Bavokerk te Haarlem, de Grote Kerk van Alkmaar, de Oude en de Nieuwe Kerk te Delft, het Paleis aan de Kneu terdijk te 's-Gravenhage, Ae St. Pieters te Leiden, het Vredenhrug, de St. Ka- therijne en de Dom. te Utrecht, het stad huis van Gouda en nog talriike vesting werken. o.a. in Limburg, ziedaar de pro- te en toch weer zeer onvolledige or>-'om- ming der bouwwerken, waartoe zij ten onzent in m!n of meer belangrijke ma te hebben bijgedragen. - De tentoonstelling, die met goede smaak werd georganiseerd door de stads archivaris en waaraan door archieven en musea uit beide landen in, ruime mate medewerking werd verleend, toont naast oude documenten, waaruit het optreden van de verschillende Keldermansen his torisch kan worden bewezen, aan de hand van plattegronden, foto's, etsen en schilderijen en visueel overzicht van hun omvangrijk oeuvre. Onder de schil- A l eerder heb- /I ben wij, aan de hand van enige foto's, ge schreven over de expositie van beeld houwwerkendie in het Arnhemse park „Sonsbeek" wordt gehouden. Hiernaast vindt u een reproductie van de Tronende Madonnaeen groot beeld in gips, dat op Sonsbeek te zien is. Marius van Beek >s er de ver vaardiger van. Het beeld munt uit door religieuze be zieldheid en eerbie dige geslotenheid van expressie. Het is stellig niet mo dern in de zin van ongewoon of extra vagant, maar wel in zover het niet zoetelijk is of sen timenteel, waardoor het onmiddellijk het godsdienstig ge voel aanspreekt van wie daarvan een afkeer heeft. Nog een andere kerk, in welker bouw de Keldermansen de hand hebben ge had: de Grote of Nieuwe Kerk te Delft. derijen zijn er van Bosboom en Saenre- dam. Wie zich niet enkel tot het illustra tiemateriaal beperkt maar ook de ar chiefstukken onderzoekt, zal zien hoe moeizaam zelfs de geschiedenis van een vooraanstaande middeleeuwse familie als van deze alom bekende bouwmeesters door de historici moet worden opgedo ken uit meestal uiterst summiere aan duidingen in stads- en kerkrekeningen, processtukken, grafstenen en cijnsboe ken. Een enkele maal zal daarbij ook de menselijke kant aan het licht komen, wanneer men bijvoorbeeld in een stuk van het gemeente-archief van Culem- borg leest omtrent de geleverde stads- kannen wijn aan „Meyster Rombault" in 1525. of in het rijksarchief van Arnhem stukken tegenkomt aangaande moeilijk heden over de nalatenschap van Marce- lis Keldermans, die directeur was van de fortificatiën van het land van Gelre. Deze tentoonstelling, die met recht zo wel wetenschapsmensen als de gewone toerist verma» te interesseren, blijft nog open tot 17 Augustus. Oriuds wij hier op 6 October van het vorig jaar over „Het Boek Ik" van Bert Schierbeek schreven, heeft de auteur niet stilgezeten Een nieuwe roman De Andere Namen" is zojuist verschenen, een novelle ..De Derde Persoon" is ter perse, en een journalistiek werkje „Op reis door Spanje" heeft eveneens kortelings het licht gezien. rugkomst, waarin duidelijk wordt dat Ofri een andere naam is voor de ver loren geliefde, wier beeld voortdurend in het aanschijn van de levensstroom opduikt. Dit beeld is hem een spiegelbeeld v^oor al wat er aan lief en leed in deze wereld omgaat. „Het leven op aarde" zou men deze Andere Namen kunnen noemen, indien Slauerhoff Schierbeek niet was voorge- weest met deze titel voor een roman die nog altijd tot de toppunten van onze letterkunde behoort. In de geest zijn beide schrijver verwant. In zijn beroemd verhaal „Larrios" (te vinden in zijn bundel „Schuim en Asch heeft Slauerhoff eenzelfde krankzinnige pa? sic beleden als Schierbeek belijdt in zijn vlucht achter Ofri aan. „Een keer zal ik brandend in de. sterren hangen als onverlaat van een wereld maar mij spiegelen en beeld geven aan de rivier die mij stroomt waarin het beeld voor altijd zal wonen die mij dit pad gaf en mij als een onverschillige liet staan in de schreeuwende eenheden van mijn huid. Ik vraag mij af: hoort zij mijn stem nog?" Laatstgenoemd uitgaafje is een aar dige bron van inlichtingen voor tou- risten, die een kennismaking met het Iberische Schiereiland op hun verlang lijstje hebben staan. Daarnaast is het werkje van belang om ten eerste te bewijzen, dat Schierbeek ook gewoon- vlot kan schrijven en om ten tweede een gerede verklaring aan de hand te doen voor de Spaanse tongval van „De Andere Namen." Immers, ook „De An dere Namen" is bet verslag van een zwerftocht door Spanje. Alleen, het gaat thans niet om een opsomming van touristische attracties. Aan het eind van zijn journalistieke reisgids schrijft Schierbeek: „Ik heb mijn bewondering voor de gepassionneerde levenshouding dei- Spanjaarden niet onder stoelen of banken gestoken, omdat deze een oase en verademing is in een steeds meer vercommercialiseerde wereld en zij ons daardoor weer de bron van leven en cultuur ton voorbeeld stelt die- onze beschaving vaak zo deerlijk vergeten schijnt." Aan deze bron laaft Schierbeek zich in „De Andere Namen". De bron stroomt rijkelijk en wordt tenslotte een rivier, een levensstroom, die hij Ofri noemt en die „hem het leven aan- en uittrekt." Zo gezien gaat het uiteraard niet meer over Spanje, dit werk. Wat wij ervaren, is, dat de „ik" uit zijn land wegtrekt om elders „een koe le woonark te bouwen op de dubbele voet van dit leven." Voor het gemak kan men in deze ro man drie fasen onderscheiden. Achter eenvolgens beleeft de aandachtige lezer a. een afscheid van alles wat de emi grant in zijn land van herkomst lief was (partir c'est mourir un peu!), b. een vreemde wereldreis die culmineert in de ontdekking van Ofri, en c. een te- fn dit stukje „esoteriek" zijn rivier, beeld en vrouw in de toverformule Ofri saamgeklonken. Slechts uit de wijde context blijkt, hoe dit geschieden kon en hoe deze „roman" tot het genre „liefdesdrama" behoort. Méér dan „Hef Boek Ik" is dit nieuwe werk een speur tocht naar het wezen van de vrouw. Johanna de Waanzinnige Ook waar Schierbeek in de historie van Spanje grasduint, speurt hij naar het vrouwelijk vruchtbeginsel. In zeker opzicht kan men zelfs zeggen, dat „De Andere Namen" als geschieddrama is 15 Augustus viert de zeereerw. heer A. C. van den Berg, pastoor te Spier dijk zijn gouden priesterfeest. Pastoor van den Berg is geboren in 1876. Hij werd in 1902 door mgr. Bottemanne priester gewijd. Achtereenvolgens was hij kapelaan te Kwadendamme, Velsen- Driehuis, Noordwijk. Maassluis en Lan- geraar 15 Me 1919 werd hij pastoor te Hellevoetsluis. daarna te Nieuw-Ven- nep. Van 1936 af is de jubilaris pastoor te Spierdijk. Pastoor Van den Berg heeft immer allerhartelijkst medeleven betoond met de vele priesterzonen en priesterstu denten van de parochie. Hij is een spe ciale kindervriend en een vereerder van de H. Pastoor ven Ars. Twee van zijn broers zijn ook pastoor in het bisdom Haarlem' A. van den Berg te Akersloot en W. van den Berg te Hoofddorp. 28 Augustus zal de keuring van de In geschrevenen voor de dienstplicht, lich ting 1954, beginnen. De keuring wordt in twee gedeelten gehouden, n.l. tot en met 31 Januari 1953 de ingeschrevenen, die geboren zijn vóór 1 Augustus 1934. en van 1 Februari 1953 af degenen, die geboren zijn in het tijdvak van 1 Augus tus tot en met 31 December 1934. De keuring ,zal als regel slechts één dag in beslag nemen. Zondag zal Mgr. Bigirumwami, apos tolisch vicaris van Nyundo en de eer ste Congolees die het bisschopsambt bekleedt, een pontificale H. Mis opdra gen in de parochiekerk van Afferden in Gelderland. Het hoofd van de Nederlandse ver- bindingsafdeling bij de geallieerde le gerleiding te Tokio, kapitein-ter-zee J. A. L. Muller, heeft Dinsdag als uiting van waardering voor zijn werkzaamhe den, het insigne van de Amerikaanse orde van verdienste („legion of merit") ontvangen. Kapitein-ter-zee Muller komt uit Maastricht. Hij woont thans met zijn gezin te Tokio. De aartsbisschop-coadjutor van Utrecht, Z. H. Exc. mgr. dr. B. J. Al- frink, zal in de komende week geen audiëntie verlenen. In de Merwehaven te Rotterdam arriveerde Vrijdag het Amerikaanse s.s. American Judge", komende van New York. Bij de lading bevonden zich 22 Sher- mantanks en 5 trucks van elk 2li ton. De tanks zijn van het middelzware tyve, dat. ook in Korea in gebruik is, en bestemd voor de Nederlandse strijdkrachten opgetrokken aan de figuur van Johanaa de Waanzinnige. Over haar deelt hij zijn reisbeschrijving slechts mee: „Er is nog nooit een vrouw zo waanzinnig van liefde en ja- louzie ge wees t". Gelukkig relati veert hij deze al te kordate kenschets van de aard der koningin door voor bij zonderheden te verwijzen naar „het prachtige boek van Johan Brouwer: Johanna de Waanzinnige". In zijn ro man intussen speelt zij haar rol van duistere Ofri ten voeten uit. Hier te citeren acht ik een te hache lijke onderneming. Al te gemakkelijk immers krijgt de lezer zo een belachelijke of .zelfs een hem kwetsende indruk van dit hoek, dat ik echter beschouw als een buitenge woon kunstwerk. Spontane taal Veel zuiverder dan Schierbeek's eer ste experimentele roman is -De Andere Namen" „an outburst of spontaneous language". Spontane taal, geschapen om er een wereld in deze wereld mee te maken, een' brandend heden, een erts voor de toekomst. Sr blijft inzake deze spontane taal nog altijd een misverstand op te helde ren, 'n noodlottige vergissing, waarvan vooral onze literatuurhistorici wel eens de dupe zijn geworden. Deze plachten op te merken, dat Schierbeek als woord kunstenaar experimentele voorgangers heeft gehad in Lodewijk van Deyssel en Arij Prins. Dit is echter niét waar, om de eenvoudige reden dat Schierbeek (eindelijk in onze literatuur) nu eens géén schoonschrijver is. Zijn taal is geen woordkunst: „Laat de letter het woord niet ken nen en het woord de zin niet, opdat het vlees kan worden", schreef Schierbeek ergens in „Het Boek Ik Dit werk is niet, wat men gemeend heeft, de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie. Inte gendeelhet is de zo direct en alge meen mogelijke uiting van wat 'n mens kan voelen, waaneer hij deze wereld beleeft in al haar verschijningsvormen. In de mooie woorden zit het wonder der taal niet, ook niet in de gekke, de uitheemse of de archaïsche. Waar Schier beek een enkele maal „woordkunst" in de zin der Tachtigers bedrijft, is hij juist het minst aansprekelijk en dreigt zijn spontane schrijfwijze een nieuwe „literaire truc" te worden. Men kan echter moeilijk, dunkt me. de ontroe ringskracht ontkennen van bijvoorbeeld de volgende spontane taaluiting, opdui kend uit een warreling van beelden: „ik ken een meisje dat mij schreef dat het leven in haar zo moe was ge worden en haar de ogen vaak sloot en het lichaam uit legde zodat zij was een platgeslagen krant op straat waar in alle mensen hun voeten lieten le zen tot iets in haar opstond en mij schreef: een brief gewoon uit de buurt van Gennep aan de Maas: u heeft de vermoeidheid van deze wereld en de mens in zijn chaos zo goed getroffen zei zij. ik loop met het lot van antenne door alle sferen van alle steden waar ik geweest ben daar hoor ik alles van waar ik niet geweest ben. „De sfameJ van allen" Enkele weken geleden hebben de Provinciale Staten van Friesland een uitspraak gedaan ten aanzien van de Friese kwestie en daarbij o-m. vastge steld dat de overheid een beleid moet voeren dat bewust gericht is op behoud en versterking van de Friese taal en cultuur. Nu hebben twee Friese burge meesters gewaarschuwd tegen overdrij ving. Burgemeester mr. W. Hoekstra van Haskcrland deed dat in een raadsverga dering naar aanleiding van het feit dat twee onderwijzers, die mar Drente en Gelderland hadden gesolliciteerd, wa ren afgewezen omdat zjj uit Friesland kwamen er voor separatisten werden versleten. Burgemeester mr. G. A. Bon tekoe van Ooststellingwerf waar schuwde in een interview met een plaatselijk blad. Hij was het niet eens met de uit spraak dat het overheidsbeleid gericht moet zijn op behoud en versterking van taal en cultuur. Hij zei tegen het Fries als voertaal op de schoien te zijn, om dat het de vestiging van mensen en in dustrieën van buiten de provincie af breuk doet en hij was voorts tegen Friese straatnamen en aanduidingen van plaatsnamen in het Fries- Volge s uurgemeester Boniekoe doet het stre ven van de Friese pewegmg nu al scha de aan de provinciale belangen en hij wijst in verband met het Friese onder wijs ook op het feit dat in een aantaJ Friese gemeenten bijna geen Fries ge sproken wordt en men daar dus net Fries als voertaal op de schoien opge drongen zal krijgen. Naai aanleiding niervan is burgemeester Bontekoe door de neer Fedde Scnurer, hoofdredacteur van de Friese Koerier, uitgenodigd tot een openoaar debat, een uitnodiging die hij niet heeft aangenomen. Wat zal de criticus tenslotte opmerken over de zin van heel deze experimentele romankunst? „De Andere Namen is voor mij feitelijk al geen experiment meer. Het is een bereiktheid, een bin nen de huidige mogelijkheden volmaakt kunstwerk. Deze TAAL, wanneer men haar hardop leest, is een levensstroom, ..de stamel van allen". „Ik ben aank- baar deze ofri in het beeld", aldus het einde van „De Andere Namen". Wan neer de lezer een open hart heeft en niet laatdunkend wil zijn, zal hij erva ren hoe vervoerend de stem van dit kun stenaarschap is. En, in laatste instantie, hoe diep religieus! Daarvoor is in heel onze romankunst geen vergelijking. Daar voor moet men zijn bij de grote mystici. nico verhoeVEN „Op reis door Spanje", met teke ningen van Lotte Ruting. Uitg. De Be- zige Bij, Amsterdam 1952. ,,De Andere Namen", Uitg. idem. er maar een goed gebruik van ma ken! Hier ligt voor de meesten de grote fout. Alles, wat wij doen en wensen moet ondergeschikt zijn aan ons levens doel. Wat het bereiken hiervan in de weg staat, is verkeerd. Niet om zich zelf, maar omdat wij het mis bruiken. Vooreerst betreft dat onze eigen per soon met al zijn strevingen, neigingen en verlangens. Hier krijgt de zelfver loochening het eerste woord. Wij zitten nu eenmaal met een aangeboren neiging naar de verkeerde kant. Die moet recht- gebogen worden. Slagen wij er in ons lichaam gehoorzaam te maken aan ae leiding van het door de genade voorge lichte verstand, dan ontstaan in ons le ven die orde en vrede, welke alleen een waarachtig geluk waarborgen. Zo'n mens is in staat een zuivere vreugde te scheppen in alle geschapen dingen, omdat hij ze benadert overeenkomstig Gods bedoeling. Waar het om gaat is dus: alles op te ruimen wat ons afhoudt van God. Dat is de bedoelde zelfverloochening. Hoe weinig wij daaraan doen toont ons een eerlijk gewetensonderzoek. Wii hoeven heus geen bijzondere dingen te doen. Op het gewone, dagelijkse terrein van het leven liggen de gelegenheden tot oefening voor het grijpen De naas tenliefde in onze omgang met anderen, rechtvaardigheid in zaken, waarachtig heid in woorden en daden.... meer hoeft niet gezegd te worden. Hier is nog alles te doen voordat Christus op dit gebied het eerste en laatste woord heeft. En daar moet net naar toe! Ook uit welbegrepen eigenbe lang! De daartoe nodige offervaardigheid schenkt als loon een zuiver geluk en maakt ons tot nieuwe, waarlijk goede mensen, die reeds enkel door het feil van hun aanwezigheid, op volmaaKte wijze Christus' gebod: anderen een voor beeld te zijn, in praktijk brengen. L. nu trachten wat te slapen. '3D Zij namen afscheid, en verlieten het Met uw welnemen, dokter, zei mj vertrek De geziChten van beide man vervolgens, —nog één belangrij'ke vraag nen stonden zeer ernstig. zou ik mrs. Benson willen stellen. Het heeft haar natuurlijk aange- De dokter knikte. Hij vermoedde, wat grepen ze; dr_ Froud, toen zij eenmaal er nu zou komen. Mrs. Benson lag thans buiten waren. Maar. het had toch stil, met het hoofd op het kussen, maar onmoge]ijk Veel verschil kunnen ma in haar ogen was een uitdrukking van j_en De 0pWjnding van de laatste da- verwachting. gen gevoegd bij een oude kwaal, deed Mrs. Benson, zei de detective zacht- ergSje verwachten. jes, het is maar al te begrijpelijk dat -jj wjlt mij misschien wel op de u tot nu toe gezwegen hebt. U hebt hoogte houden, dokter? verzocht de daarmee veel leed gebracht, en niet det€Ctive over u zelf alleen. Het is niet anders Dat' zal ik doenj antwoordde dr. dan te prijzen, dat u zich thans niet Eroud wilt beiasten met het verzwijgen van XII een moord. Ik heb het grootste deel gutcr van uw verklaringen op schrift ge- bracht en heb drie namen ingevuld Onderwijl mr. Fielding langzaam naar van de mannen, die in deze zaak be- Roxy-House terugging overlegde hij bij trokken zijn Om wille van de gerech- zichzelf, welke stap hu nu het eerst tieheid is het gewenst, dat u die aan- moest doen. Het onderhoud met mrs. vullingen bekrachtigt. Benson had hem nog versterkt in zijn Hii reikte het papier eerst aan de overtuiging, dat hij met een uiterst ge- dokter en vervolgens aan mrs. Benson, slepen misdadiger te doen had. Welis- De dokter vertrok geen spier van zijn waar beschikte hij nu over voldoende gezicht mrs. Benson slaakte een lichte materiaal, om de man wegens moord - hreet of aanstichting tot moord te doen 'jjoe bent u daar achter gekomen- veroordelen. Maar, zo overdacht hij bracht zij uit. spijtig, inzake de valse wissel was hij Bent u bereid, te tekenen, mrs. nog niet veel verder gekomen. Er wa- Benson? vroeg Fielding eenvoudig. ren aanwijzingen, zeker, maar er was Zij knikte Hij reikte haar zijn pen, en hield zijn schrijfboek onder het pa pier; en zich over de verklaring heen geen enkel overtuigend bewijs. Kon hij nu maar een middel vinden, om de man te overtroeven. Er moest toch hier of buigend, krabbelde mrs. Benson haar daar een zwakke plek zijn. Geen enkele naam De dokter en de detective te- misdaad was volkomen kenden eveneens. Fielding bleef eensklaps staan. Een Het wordt nu tijd, dat mrs. Ben- zwakke plek? Ja, die was er! O ja, die son weer wat rusten gaat, zei dr. Froud was er. Maar dan moest hij nu onmid- tot Fielding. Mrs. Benson, zei hij. zich dellijk handelen. En dan moest hij bo- tot de zieke wendend. ik kom zo vendien zorgen, dat niet de een de ander spoedig mogelijk bij u terug. U moet waarschuwde. De schemering was reeds ingevallen. Fielding keek op zijn horloge. Vijf mi nuten over vier. Hij maakte rechtsom keert en sloeg de weg naar het station in. Toen hij bij het postkantoor kwam, stapte hij even naar binnen, en belde Stanley op. Inspecteur Stanley daar? Ja, Stan ley, met Fielding. Stanley, wil je on middellijk mr. Johnson in Birmingham opbellen, namens mij, dat hij mr. Harry Slater direct terugroept. Hij moet dan maar als reden opgeven, dat hij het alléén niet meer afkan. Heb je dat? Je laat de man natuurlijk ook verder vol gen, dat hij ons niet ontsnapt. Nu punt twee. Heeft de Yard je soms het adres van Fred. Slater doorgegeven? In Lon den;- jaGoed, ik wacht wel even Ja, zeg het maarHoe zeg je? Straw- berrystreet 17. Mooi. dank je.' Ja. wat is er, Stanley? Een nieuwe gast aangeko men? W i e zeg je? Goede genade, wat komt d i e hier doen? Zeg. Stanley, zei Fielding haastig, je begrijpt na tuurlijk óók wel, dat je niet vrijuit kunt spreken over alles, wat we tot dusver hebben uitgeplozen, vóór we de hele kwestie hebben opgelost. Ook te genover hém niet. Zoals de zaken nü staan, zou ik dat beslist onprettig vin den. Als je meent, dat je hem wat zeg gen moet, zeg dan maar, dat we nog altijd bezig zijn met het verleden van die mr. Lonsdale uit te zoeken wat ook inderdaad het geval is. Begrijp je goed? Tot straks. Mr. Fielding zat in de werkkamer van Fred Slater, instrumentmaker. Hij had een nog betrekkelijk jonge man aange troffen, met een schuwe blik in de don kere ogen. Geen onaangenaam mens. Eerder een zwakkeling. Een man, met wie men alles kon doen, als hii meen de, dat hij om een of andere reden ver plichting had. Een geschikt werktuig voor iemand als Archie. Maar ook een man, die vuur en vlam zou worden, als hij begreep, dat men hem bedrogen had. Daar was het nu niet ver van af. Fiel ding voelde het. (Wordt vervolgd). Is de Ficus elastica decora of „Rub- berplant" genaamd een zeer sterke kamerplant en zijn de andere Ficus soorten, die voor de huiskamer geschikt zijn niet minder sterk, de hierbij afge beelde Ficus is evenwel niet zo sterk. Het is de Ficus pandurata. een zeld zaam decoratieve plant met bladeren zo groot als wij dat maar zelden zien Dij kamerplanten. De bladeren zijn leerachtig en don kergroen van kleur en de lichte blad nerven tekenen zich hiertegen scherp af. De vorm van het blad is ook zeer afwijkend en doet ons enigszins denken aan een viool; vanaf het midden van het blad wordt het model rond en bre der en krijgt zodoende een typische vorm die direct opvalt. Het is een buitengewoon sierlijke plant, die in een moderne omgeving een waar pronkstuk vormt. In een grote hall komt zij ook goed tot haar recht en ware het niet dat zij zulke hoge eisen stel^ aan de warmtegraad van haar om geving, dan zouden wij u aanraden „koopt allen deze plant." Maar wij moeten voorzichtig zijn en u alleen aanraden die planten waarvan wij weten dat zij bij een goede verzor ging uv ook tevreden stellen. De grootste moeilijkheid bij de ver zorging van deze Ficus ondervinden wij gedurende de wintermaanden, want dan is het practisch onmogelijk de vereiste verwarming aan te brengen in het in terieur, zodat de temperatuur constant op minstens 70 gr. Fah. blijft. Indien de temperatuur 's nachts wordt teruggebracht op 60 gr. of lager, dan zal de plant hierop spoedig reageren en dan vallen de bladeren geleidelijk af, zodat er na enige tijd niets meer dan een kale stam overblijft. Wie aan bovengenoemde wensen niet kan voldoen, moet dan ook wijse lijk besluiten niet tot aanschaffing over te gaan. Gedurende de zomermaanden zal de Ficus pandurata zich normaal ontwik kelen als wij haar in het directe licht plaatsen en haar desnoods van het zwakke ochtend- of avondzonnetje la ten genieten. De felle zonnestralen in het middaguur zijn erg schadelijk voor de plant, want hierdoor ontstaan brui ne brandvlekken op de bladeren. Regel het water geven naargelang het verbruik; zijn de dagen erg warm, zodat het aangebrachte vocht spoedig verdampt, dan kunnen wij normaal water geven. Zo gauw de dagen koeler worden, moeten wij zeer voorzichtig zijn met het overvloedig toedienen van vocht, want de plant houdt helemaal niet van een koud r z .-ssgrigsasai voetbad; het vocht gehalte moet dan precies geregeld worden naar het verbruik van één dag. Houden wij hiermede geen re kening, dan laat de plant het en® blad na het ande re vallen. Als ds verwarming brandt en de temperatuur wordt constant op 70 gr. Fah. gehou den, dan zal d® hoeveelheid vocht weer wat royaler kunnen zijn, want de verdamping er van geschiedt dan ook met een be paalde regelmaat. Geef bij voor keur water op ka mertemperatuur zowel in de zomer als in de winter.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 3