Verkiezingen in Columbia. waar nog een dictator regeert Nieuw parlement gewenst geacht D ^IET William Shakespeare öiaar Christopher Marlowe VREEMDELINGEN langs de grenzen De geschiedenis der Pausen Uniek boek in het Nederlands taalgebied E Geen vrijheid in Joegoslavië Toch steun uit het Westen Oorlog in Korea kwam goed van pas Theorie van Amerikaans criticus Waakzaamheid geboden BEVANIANEN DINGEN NAAR ZETELS IN HOOFDBESTUUR Strijd om 7plaatsen H lSfa WAT IS PRIMAIR, VRIJDAG 29 AUGUSTUS 1952 PAGINA 7 Perzische itler Wiet™™ N* 0p de H°n~ K Mr. Borst buitengewoon hoogleraar Vrije Universiteit Jaarvergadering van Labour Mutaties bij universiteiten Jaarsbeursrestaurant heropend geestelijke waarden of strategie hm BOGOTA, Augustus 1952 e laatste maanden zijn de Argentijnen hier het gesprek van de dag geweest. Niet zozeer uit politiek, dan wel uit sportief oogpunt. Want behalve dat on- Seveer 80% van alle Columbianen bij tijd en wijle naar een stierengevecht (i, "ijken, is men dol op voetbalwedstrijden. Het is niets bijzonders, als men V|jJ sulden voor een entree-kaartje neertelt en de beroepsspelers onder wie jj. a' de Argentijnen verdienen soms honderd dollar per dag! 'tan S'nt's enkele dagen is er een nieuw thema van gesprek: president dr. Lau- W° ®°mez' de dictator van dit land, heeft zich n.l. laten ontvallen, dat hij bin- w maand of drie verkiezingen wil laten uitschrijven en men is erg benieuwd, 'tin It.an °P,everen- Het lijkt velen onbegrijpelijk, dat dit land, met een zuiver 'iet ?cra''sche traditie van 60 jaren sinds Nov. 1949 in een tyrannie is veranderd. in 19<*8, toen een schijnbaar onbeduidend incident de gemoederen hoog het I ePie en tot een vrij bloedige revolutie in Bogeta leidde. Sinds die tijd heeft tif jan<i niet anders dan de staat van beleg gekend en hoewel uiterlijk alles rus- offe s' heeft een niet-officieel verklaarde burgeroorlog een groot aantal slacht en "bin6®'5*' Volgens een voorzichtige schatting zijn er in de afgelopen vier jaren "."OO levens verloren gegaan. tegenstelling met Venezuela, waar '"eest er zich van tie macht heeft Colli gemaakt> was de dictatuur in <Wi?bia. er oorspronkelijk een van de ;'aat Partij. Deze zag zich ge- na 'st tegenover twee geduchte tegen- Wr s: liberalen, die bijna twee til h ,0veel aanhangers als zij hebben leger, dat mede in verband grotendeels liberaal was. een ogenblik met aan democratie iii*.moet toegeven, dat Gómez en de op bijzonder handige wijze te 'en Ir uljn gegaan en w°nderlijk ge- 'aatst "e.eft de oorlog in Korea hun de ®ok laren nog in de kaart gespeeld w? de regering een stempel van tori te geven> achtte men het mg een nieuw congres samen te da/ Ee moeilijkheid hierbij was, at de verhoudingen in het ontbon- t n congres ongunstig voor de dicta- lale machthebbers lagen- Door de van beleg wist men de liberalen ^nter elke politieke actie te beletten. als resultaat dateen geheel congres uit de bus V am. Een ander dringend probleem ruide de politie. Men stelde haar "iet ?°nservatief echter onder contröle van het leger. Uit dit leger verwijderde men onwil lige officieren, maar wie mee wilde werken, werd beloond. De salarissen voor militairen werden verhoogd, er kwamen luxueuze clubs voor hen, promoties werden versneld (het aan tal generaals is ver-drie- of -viervou- digd!), de huisvesting werd verbe terd etc. Een laatste handigheid, om af te re kenen met liberale elementen in het leger was de oorlog in Korea. Colum bia behoorde tot de eerste landen, die vrijwilligers beschikbaar stelden en het contingent bedraagt op het ogenblik een maximum: 60.000 man! De meeste van deze soldaten hebben al enige tijd in het eigen land gediend; ze zijn voor een goed deel tot stoottroepen opge leid Nationalisatie De huidige regering is een voorstan der van overheidsbemoeiing met het bedrijfsleven. Zij pronkt met de suc cessen, die de nationalisatie van De Mares olieconcessie in het Magdale- nadal heeft opgeleverd. De eigenaar digheid van deze nationalisatie was echter, dat zij op volkomen normale wijze heeft plaats gehad. De Standard Oil had n.l. recht op de exploitatie tot 25 Augustus 1951 en op die datum werd het olieveld met all er bij behorende installaties waaronder ook een raf finaderij. die 25.000 vaten per dag raf fineert aan de staat overgedragen. De exploitatie van de olievelden is Mi «ercj; t i: Davoud Mon- ijw Zadeh, de 39- :/0e leider jaar is terugge- "c«m" oereincar- tj m in de persoon 'hi Perzische van i»-.; neo- j "ts. Dit heer tinü *n alle °P~ ,'hten de Fiihrer limiteren. In het pierland van het \MPnffal-socialisme tie hl ij indertijd bp., "lieuwe' orde" ti/'Meerd. De Per- Hitier heeft dagen ver in ard dat zijn land i(.?ezelfde situatie L*ert als Duits- fJ. 'n 1930. De h(J'Sche regering Vijl l' echter niet Ket'eri wachten tot S Weer „1933" Maandag- V is -Adolf de icJ"ede te Teheran khjesteerd, be- iln- tgd van aan- Legatie en \i'e communisti- e agentschap pen. tv n New Yorkse toneelcriticus is, na SitiA'Udie van 13 jaar, tot de overtui- Sekomeft, dat niet Shakespeare de ftg '"tukken geschreven heeft, die op Nlri arn staan> maar dat Christopher j ^e, een tijdgenoot van William, er r van 's- Hij hoopt binnen af- tijd in .staat te zijn daar het ■ij Uigend bewijs van te leveren, want or^® overtuiging toegedaan, dat hij r%^inele handschriften van die to- 'W ."ken zal terugvinden in Chisle- f toes\n Kent. Hij heeft in ieder geval stemming gevraagd om dan op ®ud landgoed opgravingen te "'^ün bericht de New York Herald t0®riticus, die Carlton Hoffman heet i?1tajV®elcritieken schrijft voor een en uit de voorsteden van New isÜ'ti v overigGns n'et de eerste, die de v a*tesnn Marlowe met de stukken van Peare in verband brengt, want fl'ti gjfth hebben anderen al een zestal ov akespeare's spelen om opvallen- inkomsten in de details toege- h %tir k?U) Plight in D. Eisenhower neemt vp 01}}vangst van de menigte v MS<~/}iinen op het spreekge- a °rk 'fdtson Square Garden te l?rïkn'„aar hij de Conventie van anse Legioen heeft toege sproken. schreven aan Marlowe. Hij is wel de eerste, die het hele oeuvre voor het werk van Marlowe houdt, maar zijn vi sie kan men ook zien als een variant op de theorie, die Francis Bacon als de eigenlijke schrijver van de stukken van Shakespeare beschouwd wil hebben. De aanhangers van deze theorie hebben overigens ook de stukken, die op naam van Marlowe staan, aan Bacon toege schreven. De „Tribune" omschrijft de theorie van Marlowe als volgt: Marlowe was van goddeloosheid beschuldigd, en dat was een gevaarlijke beschuldiging in zijn tijd. Hij werd niet bij een twist ge dood, zoals verondersteld, maar verbor gen op het landgoed van zijn bescher mers, de familie Walsingham van Chisle- hurst. Daar is hij tot het eind van zijn leven gebleven en heeft er zijn stuk ken geschreven. De Walsinghams sloten een overeenkomst met Shakespeare om die stukken voor de zijne te doen door gaan. Hoffman beschikt over verschillende aanwijzingen om zijn theorie te staven: de laatste heeft hij de vorige week ge vonden in een uiterste wilsbeschikking van een lid van de familie Walsingham. Hij heeft nu grote verwachtingen van zijn opgravingen in het familiegraf, dat mogelijk manuscripten bevat. Directeuren der Vrije Universiteit te Amsterdam hebben benoemd tot bui tengewoon hoogleraar in de economi sche faculteit voor het onderwijs in het privaatrecht mr. P. Borst te Amsterdam. Deze benoeming is nodig geworden, doordat prof. mr. N. Okma in de loop van 1951 om gezondheidsredenen ge noodzaakt was zijn werkzaamheden te beperken en daarom ontslag had ge vraagd als buitengewoon hoogleraar in de economische faculteit, om zich ten aanzien van het onderwijs geheel terug te trekken op de juridische faculteit. Mr. Borst zal de taak van prof. Okma in de economische faculteit overnemen, als ook een gedeelte van de taak, wel ke prof. mr. W. F. de Gaay Fortman bij het onderwijs in het privaatrecht in de economische faculteit vervulde. Sinds een jaar is de olieproductie van Columbia vanouds 's werelds tweede koffieproducent met spron gen omhoog gegaan en even plotse ling is Nederland een belangrijke afnemer éan die olie geworden. Nu dit uitgestrekte land in de kop van Z.-Ametika (Columbia is groter dan Nederland, België, Duitsland, Spanje en Portugal samen!) op grote schaal wordt opengelegdis het in de be langstelling gekomen van veel leve ranciers, die hieraan willen mede werken. Onder deze landen heeft Nederland een goede kans. Een bij zondere correspondent geeft in en kele aritkelen zijn visie op dit veel belovende, grotendeels nog onontgon nen gebied. sindsdien ononderbroken voortgegaan, met het verschil, dat in de leiding enkele vertrouwelingen van de rege ring hebben zitting gekregen. Overi gens dragen Amerikaanse technici er het hunne toe bij, dat de zaak naar wens blijft draaien.... Een ander propaganda-onderwerp is het Paz del Rio staalproject, dat de regering binnen enkele jaren vol tooid wil zien. Als de plannen naar wens uitvallen, zullen ze Columbia inderdaad een volledige staalindus trie geven. Tot nu toe drukt de post ijzer en staal nog zwaar op de im portbalans, zodat het de Columbianen b.v. niet mogelijk is, een bevredigend ruilverkeer tot stand te brengen met een land als Zweden. Aangespoord door de oliemaatschap pijen, die vaak voor uitstekende wegen hebben gezorgd, heeft de regering zich ook op het transport-probleem gewor pen. Dooi de uitlopers van de Andes is het land n.l. in een aantal dalen ver deeld en de bergachtige gesteldheid, gevoegd bij de dichte begroeiing, heb ben sinds eeuwen een normale ontwik keling in de weg gestaan, zodat het eigenlijk in vier delen uiteenvalt: de zeekpst,de valleien, van de Cauca- en Magdalenarivieren en de Llanos enor me vlakten, die zich naar het Oosten voortzetten tot aan de Orinoco, op de grens van Venezuela. Dol op taxi's Er zijn nog heel wat spoorlijntjes en spoorlijnen, maar de meeste sluiten niet op elkaar aan. Vroeger waren ze vooral een middel, om naar de rivieren te komen. De laatste jaren is men nu bezig, de spoorwegen te verbeteren en verder staat de bouw van nieuwe en de verbetering van oude wegen als punt 1 op het programma, want sinds 1946 is het 'aantal auto's verdriedubbeld (er zijn er nu 82.000). De auto wordt elke dag nog populairder in Columbia en wie er geen eigen wagen heeft, is dol op een taxiritje. Bovendien is het bon ton. Zo zal een jongeman, die met een meisje uitgaat, het niet in ziin hoofd halen, me.t de tram te gaan.Bij vopr- kéür'iaat-'Kij een taxi'Vodpen, wat hém niet eens veel geld kost, al moet hij niet vergeten, de chasseur een kleine beloning te geven! De laatste jaren is de fiets hier ook veel pODulairder ge worden. Vroeger was deze eigenlijk meer een amusement voor gegoede mensen, maar de spoorwegen hebben de stoot tot een grotere import gege ven, want zij zagen voordeel in het vervoer en gingen zelf als tussenper soon bij de invoer optreden. Het vorig jaar ging de universiteit zich er ook mee bemoeien en ineens had vrijwel elke student een fiets. Tot voor kort waren hier ook bromfietsen te krijgen voor de (ook in Nederlands geld) laee oriis van 180. Het bleek, dat Duitsland een goedkope leverancier voor beide groepen was. maar toen de Amerikanen dit merkten, gingen zij deze exporten uit het voormalige Derde Ri'k een beetje afremmen. In verschillende opzichten doet zich toch de invloed van Amerikanen en vooral ook van Amerikaanse toeristen, gelden. Vroeger gaf men in een hotel of restaurant nimmer een fooi, maar tegenwoordig wordt het meer en meer regel. Bogota heeft illustere amuse mentsgelegenheden en deze hebben op het punt van bediening een bijzonder origineel systeem ingevoerd. De bezoe ker wordt X0 pet. berekend, maar dit bedrag verdwijnt in de zak van de baas. Het personeel verwacht een extra fooi, die u zelf moogt bepalen! Een overzicht tijdens de besprekingen tussen India en Pakistan over de kwestie Kasjmir, welke te Genève worden gehouden onder leiding van de V.N.-bemid delaar, de Amerikaanse ex-senator Frank P. Graham. Aan de tafel links van dr. Graham generaal Dovers, zijn militair assistent, Sir Zufroolla Khan, de minister van Buitenlandse Zaken van Pakistan, generaal Sheikh en de heer Ayub, leden van de delegatie van Pakistan. Aan de rechterzijde van dr. Graham zijn secre taris, vervolgens Gopela wani Ayyangar, minister van de Defensie van India, de heer Dhar van de regering van Kasjmir, generaal Thymayya en de heren Shankar en Sharma, gedelegeerden van India. Industriecentra, die van de mijnen vooral, kenmerken Zich steeds door een vlottende bevolking. Kan men, door bestudering van verkiezingscijfers, iets opmaken omtrent de politieke overtuigingen van de eigenlijke ingezetenen, aan gaande de toestromende, zich voor langer of korter tijd vestigende vreemdelin gen is dit niet het geval. Het is natuurlijk zeker, dat zich onder de werkers van vreemde nationaliteit heel wat communisten bevinden, die, als de omstandig heden er toe leiden, hun plaats innemen in de vijfde colonne. Doch hoe kan men hun aantal schatten? Het vreemde element verdient dus onze bijzondere belang stelling, niet alleen dat wat zich binnen de landsgrenzen bevindt, doch evenzeer hetgeen zich in aangrenzende industriecentra heeft gevestigd. De industrie- en mijngebieden van Geleen, Kempen en Ruhr vormen prac- tisch één geheek terwijl op korte afstand daarvan dat van Luik zich uitstrekt. De steenbergen van dit laatste zijn vanaf onze heuvels even goed zichtbaar als die van het Belgisch-Limburgse kolen- revier. De Kempische mijnen hadden, even als die van ons en die van Luik, ook te kampen met een tekort aan arbeids krachten. Jonger dan ons kolenbekken volgt het Kempische ons mijngebied in ontwikkeling op de voet. Er is een tijd geweest dat onze oude en nieuwe mijnstreek „überfremdet" waren. Dat was in en nog even na de hoogcon junctuur van 19291930. In laatstge noemd jaar waren van de ruim 37.000 arbeiders in onze kolengroeVen niet minder dan bijna 32 pet. buitenlanders. Het aantal vreemdelingen in Limburg werd toen op 25 a 30 duizend geschat, overigens niet allen werkzaam bij de mijnen. In het Hasseltse dagblad „Belang van Limburg'' publiceerde Senator Hubert Leynen dezer dagen een beschouwing die ook onze aandacht verdient, omdat indirect Nederlandse belangen erbij be trokken zijn. Hij schat het aantal vreem delingen in Belgisch-Limburg, Neder lands-Limburgers inbegrepen, op bijna 36.000. In verhouding aanzienlijk meer dan bij ons, want dit andere Limburg heeft een aanmerkelijk lager zielental. Volgens een volkstelling van een paar jaren geleden bevinden zich onder hen 10.217 Italianen, 9522 Polen, 7054 Neder landers, 1976 Russen, 1938 Duitsers, 1295 Joegoslaven, 662 Tsjechen en nog een drieduizendtal mensen van andere of zonder nationaliteit. Het aantal Italianen, Polen en Duitsers neemt weer af, doch dat der Nederlanders stijgt met 100 a 150 per jaar. Twee derden van de vreemdelingen zijn mannen. Het aantal bij de Kempi sche mijnen ingeschreven arbeiders van vreemde, niet-Belgische nationaliteit be draagt 12.500, onder hen rekent men 1500 Nederlanders die in hun land bleven wonen. Dit zijn natuurlijk grotendeels Limburgers die met het werk in de ko- lenwinning vertrouwd zijn. Het aantal in Belgisch-Limburg wonende mijnwer kers van vreemde nationaliteit bedraagt dan 11.000, onder wie natuurlijk ook nog Nederlands-Limburgers. Senator Leynen acht hun aantal gering. Nu moet men bij beoordeling van het vreemdelingenprobleem, niet al te zeer de nationaliteit als maatstaf nemen. Naar mentaliteit vormen de Limburgers van Nederland met die van België een zekere eenheid. „Vreemdelingen" zijn ze we derkerig nauwelijks te noemen. Dit zelfde kan men echter ook weer zeggen van Rijnlanders uit de nabij onze Oos telijke grens gelegen dorpen van het Wurmbekken. omtrent wier politieke ge zindheid we evenwel weinig weten. We kunnen ook alleen maar gissen naar de politieke opvattingen der vreem delingen in het Kempische bekken. Hun groot aantal geeft reden tot waakzaam heid. In het Luikse schat men het aantal vreemdelingen, arbeiders in de industrie, vooral de mijnen, op 34.000, waarbij na tuurlijk nog duizenden vrouwen en kinderen buiten de bedrijven. Omtrent het aantal werkers van vreemde nationa liteit in het Akense mijn- en industrie gebied ontbreken ons momenteel gege vens. Het kunnen er niet zoveel meer v/ezen dan vóór de oorlog; het leven in de geteisterde gebieden van Duitsland is nu eenmaal niet aanlokkelijk. In 1945 waren van de 40.055 arbei ders in onze mijnen er 1612 van vreemde of geen nationaliteit; in 1951 zijn deze cijfers resp. 56.184 en 4018. (Van onze Londense correspondent) Op 28 Augustus, een maand voor het op 29 September te Morecambe begin nende jaarcongres van de Labourparty, publiceerde de partijleiding de agenda voor deze 51ste jaariykse bijeenkomst welke tot doel heeft het partpbeleid te bepalen voor het komende jaar en verkiezingen te houden voor het Nationaal Hoofdbestuur. Deze agenda is altijd weer opnieuw een pijnlijk document, want zij bevat de resoluties en amendementen welke binnen zijn ge komen van de kant van vakverenigingen en kiesdistricten, d.w.z. ze zijn groten deels afkomstig van politieke amateurs en uit groeperingen waar rancune en vooroordeel een sterke rol spelen en waar een wensdroom maar al te gemakke lijk wordt vereenzelvigd met politieke wijsheid. De ruim 600 resoluties en amen dementen op de agenda zullen niet alle in behandeling worden genomen. Een speciale commissie zal ze afzwakken door tactvolle elliptische versmelting met andere resoluties en amendementen die geacht kunnen worden op een zelfde on derwerp te slaan. Het hangt grotendeels van de samenstelling van de agenda commissie af uit hoeveel wespen de angels zullen worden verwijderd voordat ze losgelaten worden op de partijconferentie. Vandaar dat de Bevanfenen dit jaar twee uit hun kamp, de geslepen Bing en zijn medeparlementslid Davies, candidaat hebben gesteld voor de agendacommissie. Want Bevan en de zijnen hebben er het grootste belang bij een aantal van de talrijke Bevaniaanse resoluties en amendementen op de slotagenda te krij gen. Daar is bijvoorbeeld het amende ment van de kieskring South Worces tershire. De Nationale Mijnwerkers- bond had namelijk een resolutie inge diend van uitgesproken anti-Bevaniaan- se aard (zulks ondanks het feit dat Be- van ex-mijnwerker is en een mijnwer kersdistrict vertegenwoordigt in het La gerhuis). In dit amendement wordt voorgesteld dat de jaarvergadering uiting zal geven aan haar waardering voor het beleid dat de Labourpartij heeft gevoerd „onder het leiderschap van C. R. Attlee". South Worcestershire heeft nu op de agenda een amendement geplaatst waarin wordt voorgesteld aan deze resolutie een amendement toe te voegen waarin aan de waardering Met ingang van 1 November is aan mej. dr. J. Westerdijk op haar verzoek eervol ontslag verleend als buitenge woon hoogleraar aan de Rijksuniversi teit te Utrecht, met dankbetuiging voor de belangrijke in deze betrekking be wezen diensten; tot haar opvolgster is benoemd om onderwijs te geven in de phytopathologie, mej. dr. L. C. P. Ker- ling, wetenschappelijk ambtenaar aa,n de Landbouwhogeschool te Wageningen; m.i.v, 1 Januari 1953 is aan dr. C. D. de Langen op zijn verzoek eervol ont slag verleend als hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Utrecht; met dank betuiging voor de belangrijke in deze betrekking bewezen diensten. Tot afdelingsdirecteur bij de medische heelkunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht is dr. E. H. la Chapelle be noemd; tot wetenschappelijk hoofd ambtenaar bij de natuurkunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht is dr. P. M. Endt benoemd, thans wetenschappe lijk ambtenaar. (Van onze Utrechtse correspondent) Het Jaarbeursrestaurant te Utrecht, dat wegens ingrijpende interne verbou wing de afgelopen drie maanden geslo ten is geweest, is gisteren weer voor bezoekers opengesteld. Het inwendige van de grote cafézaal en het restaurant; heeft een rustig en voorhaam aanzien gekregen. De ventilatie is verbeterd en voor Attlee wordt gekoppeld een uiting van waardering voor de houding aan genomen door Aneurin Bevan inzake de herbewapeningspolitiek. (Het amen dement maakt niet duidelijk wélke van de twee houdingen van Bevan deze waardering verdient, zijn houding' als minister, toen hij in krachtige termen het herbewapeningsprogram van de Attleeregering verdedigde, of zijn hou ding als ex-minister toen hij dit zelfde en door hem als kabinetslid medebe- paalde program van' de hand wees.) Zoals altijd zijn de resoluties 'en amendementen afkomstig van de kies kringen het meest links, het vaagst, en getuigen zij. van het grootste gebrek aan werkelijkheidszin. Het zijn deze zelfde kieskringen' die bij monde van hun vertegenwoordigers te Morecambe hun stem zullen uitbrengen voor het ■kiezen van 7 lecten van het hoofdbe stuur. Dit hoofdbestuur heeft 11 zetels welke worden toegewezen door de stemmen van de vakverenigingen, 1 zetel toegewezen door de Coöperatieve Partij, 5 zetels gereserveerd voor vrou welijke partijleden, en, 7. zetels toege- wezén door de kieskringen. Op deze laatste zeven zetels concentreert zich de felste strijd. Sedert de oorlog heeft Aneurin Bevan jaar-in, jaar-uit een van deze zetels gewonnen en altijd met het hoogst aantal stemmen. Op het ogenblik wórden 3 zetels van deze 7 bezet door Bevanianen: Driberg, Mi- kardo en mevrouw Castle. De andere drie zetels worden bezet door Herbert Morrison en de ex-ministers Dalton en Griffiths. Dit jaar zullen de Bevani anen proberen 6 van de zetels te ver- veroveren. Harold Wilson, die tegelijk met Bevan ontslag nam uit de Attlee-regering en Richard Crossman „minister van Bui tenlandse Zaken in het Bevan-kabinet", zullen zich dit jaar eveneens candidaat 'stellen. Doch een machtig léger têgen- candidaten heeft zich in de strijd ge worpen voor de Attlee-vleugel. Mevrouw Braddock, fel links doch even fel anti- Bevaniaans, zal proberen mevr. Castle te wippen. Gaitskell, in wie velen een toe komstige premier zien en die het voor werp is van Beyans bitterste politieke haat, leidt samen met Shinwell en de jonge, doch uiterst bekwame Callaghan de groep van tegencandidaten. Men mag rekenen op een aanzienlijk succes voor Bevan, gezien het feit dat de kieskringen het minst verantwoordelijke deel vor men van de aanhang van Labour. Hoe groot ook het succes van de Bevanianen bij de stemming, ze kunnen blijven rekenen op het stoere verzet van de overgrote meerderheid der vakver- .enigingsleiders. Bevan kan geen meer derheid halen in hel Nationale hoofd bestuur, doch het zou Zijn positie aaiv- zienlflk verstéfken ïndien hij opnieuw de toegang tot het gebouw aanzienlijk I groot succes had bij de stemmingen voor verruimd. de kiesdistrictszetels. De strikt wetenschappelijke histori- rische methode, die de auteur bij het samenstellen van zijn werk heeft ge- De persoonlijke opstand van Tito tegen Stalin, waarvan men aan vankelijk een ideologische herzie ning van het Joegoslavische communis me heeft verwacht, is ondanks het tot nu toe uitblijven van deze koerswijzi ging door de Westerse mogendheden fi nancieel behoorlijk gehonoreerd. Tito speelt de troeven uit van de nood zaak van de Westerse verdediging. Ten gevolge van overmatige investeringen, in hoofdzaak in de bewapeningsindus trie, gaat Joegoslavië grote economische moeilijkheden tegemoet. Een tekort van 100 millioen dollar ligt 'in het verschiet. De regering rekent erop dit tekort te dekken door leningen, credieten en schenkingen uit het Westen. Er knmt derhalve binnenkort voor Joegoslavië en voor het Westen een be langrijke kwestie aan de orde. De vraag, die men zich langzamerhand gaat stellen, en in het bijzonder in Frankrijk en Engeland, beide financieel geïnteresseerd in het Tito-avontuur, is deze: moet men Joegoslavië maar blin delings helpen vanwege zijn belangrijke strategische positie of zijn de geestelijke waarden van het Westen, tot welker verdediging de strategie dient, primair? Uit berichten, die de laatste tijd uit Joegoslavië komen, maakt men op, dat het met de geestelijke vrijheid, deze kostbare pijler van de Westelijk cul tuur, in Joegoslavië van regeringswege niet zo nauw genomen wordt. Op last van de regering zijp onlangs de katho lieke theologische faculteiten van Zagreb en Ljubljana gesloten, evenals de ortho doxe faculteit van de universiteit van Belgrado. Drie Franse Kamerleden, drie ver schillende partijen vertegenwoordigend, n.l. de heren Léotard van de links repu blikeinse groep, Olmi van de boerenpar tij, en Dupont, onafhankelijke, zijn kor telings teruggekeerd van een officieuze zending naar Joegoslavië. Hun bevindin gen dragen een waarschuwend, zo geen alarmerend karakter. Een hunner, met wie ik een onderhoud had, vertelde het volgende: Tito verklaarde my in een ge sprek, dat de kerken in Joegoslavië be ter bezocht worden dan de kerken in Frankrijk. Inderdaad is de eredienst grondwettelijk vrij, maar de Staat of lie ver de communistische organisaties heb ben de hele opvoeding in handen. De Staat is atheïstisch. Daarom kan het of ficiële communistische dagblad Novo Macedonia schrijven: „De vrijheid van de eredienst is in de grondwet vastge legd, maar niets belet onze partij een ideologische en wetenschappelijke strijd te voeren tegen godsdienst en mysticis me. Onze partij moet de arbeiders be vrijden van de huichelachtige liefde voor de naaste, wanneer deze naaste een klasse-vijand is. Wij moeten hen bevrij den van een levensbeschouwing, die leert de ongerechtigheid en het kwade te dulden en te geloven in het leven hiernamaals." Deze strijd blijft niet be perkt tot de communistische partij. De hele pers heeft zij tot haar beschikking, want hoewel de pers in beginsel vrijheid heeft,'zijn drukkerijen en papierhandel genationaliseerd. De radio, eveneens in handen van de staat, heeft dagelijks uit zendingen aan de „ontkerstening" ge- wyd. Op alle openbare punten van het stads- en dorpsleven zijn van staatswege luidsprekers geplaatst, zodat een ieder de schandalen over het privéleven van de reactionnaire geestelijkheid kan aan horen. Er bestaan op het ogenblik alleen nog maar staatsscholen, die In hun program ma „ontkersteningslessen" hebben opge nomen. Als de schooltijd voorby is, komt de voor ieder verplichte militaire dienst en van de jongste grote werken, die de laatste tijd bij de zeer actieve uit geverij Romen Zonen te Roermond het licht hebben gezien, is de „Geschiedenis der Pausen", door dr. Gaston Castella, professor aan de Uniyeristeit van Freiburg in Zwitserland. Dit boek is een unicum in ons taal gebied; wij begroeten het dan ook als een rijke en welkome aanwinst der Katho lieke historiographie. Het grote belang van een dergelijk werk, wellicht juist voor onze tijd, behoeft nauwelijks nader betoog. Het beschrijft immers de geschie denis der Pausen, die, aan het hoofd der Katholieke Kerkt de eeuwen door, de grootste morele macht hebben vertegenwoordigd en een voortdurende invloed ten-goede uitgeoefend op de ontwikkeling van de beschaving. Professor Castella heeft zijn werk niet geschreven voor vakmensen; hij richt zich tot ieder, die over dit belangrijke onderwerp degelijke en betrouwbare voorlichting zoekt. Piel van Veen heeft met zijn vertaling een respectabele arbeid geleverd. Enkele oneffenheidjes, die wij noteerden, mogen tegenover het zeer vele uitstekende geen naam hebben. Alle waardering voor deze prestatie. Zo zijn wij dan een boek rijker geworden, dat men zelden of nooit onbevredigd roadpleegt volgd, garandeert de volkomen betrouw baarheid van zijn geschiedschrijving Slechts daar, waar hij zeker is van historisch vastgestelde feiten en hun samenhang, spreekt hij een oordeel uit, dat dan ook objectief mag heten. Eerlijk en openhartig behandelt hij de zwarte bladzijden uit de geschiedenis der Pau sen even zakelijk als de glorieuze ge beurtenissen. waarbij zijn milde wijs heid vele dingen in het juiste licht plaatst. De geschiedenis der Pausen evenals die der Kerk immers brengt in vergeiy- king met de profane historie een speciale moeilijkheid met zich mee. Waar de laatste alles bestudeert en beschouwt binnen zuiver-mensetyke grenzen, is bij de eerste het menselijke en goddeiyke dooreengevlochten. Het volledige begrip van het Pausdom en z«n activiteiten is dan ook in laatste instantie slechts te verwerven door een levend geloof. Wat intussen geenszins een zover mogeiyk doorgevoerde menselijke inspanning uit sluit. Integendeel. Menselijke studie, met gebruikmaking van alle erkende weten schappelijke methoden is en blijft eerste voorwaarde. Waar het geschapen ver stand echter te kort schiet, verschaft het geloof de gezochte zekerheid. Niet in die zin, dat het geloof een gereed antwoord geeft op vragen van histori sche aard, die met de eigen middelen der geschiedkundige studiën niet meer te achterhalen zijn, maar slechts daar, waar „het zijn en het werken van het pausdom" hun ontgaat. De geschiedenis der Pausen is het duidelijkste bewijs, dat „geschiedenis en. werkelijkheid niet altijd samenvallen". Het ligt dan ook voor de hand, dat de auteur er geen aanspraak op maakt „een beeld te geven van de gehele, godde lijke èn menseiyke werkelijkheid van het historische pausdom. In het bewust zijn van de grenzen der wetenschap heeft de schrijver zich er toe bepaald de grote lijnen van die werkelijkheid te tekenen, voor zover ze met behulp van de historische methode toegankelijk zijn". In deze opzet is hij o.i. volkomen geslaagd. Juist dit volgen van de grote lijn wekt bij de aandachtige lezer steeds sterker de vaste overtuiging, dat „het pausdom staat boven het zui ver menselijke en politieke gebeuren". Men moge hierover denken zoals men wil, het feit valt niet te loochenen, terwijl het evenmin op louter-mense- lijke gronden bevredigend te verkla ren is. Eerlijke wetenschappelijkheid eist, dat men zijn houding tegenover tyd, waarin de soldaat bewerkt wordt op het volgende thema: een soldaat moet moedig zijn, een moedig man kan niet gelovig zyn, dus een soldaat kan niet gelovig zijn Evenals in Rusland zijn de openbare functies slechts toegankelijk voor dege nen die lid zijn van de party of van het volksfront. Zo moet byvoorbeeld een candidaat voor de Kweekschool van Lju bljana een vrageniyst invullen. Vraag 8 luidt: Weet je wat priesters bedreven hebben in de politiek? Vraag 11: Vind je het gelukkig, dat de regering het re ligieuze onderwys op de scholen heeft uitgesloten? En vraag 15: Zul je trouw blijven aan je geloof, zelfs als de toe gang tot de school je ontzegd wordt? Er bestaan nog kerken in Joegoslavië, maar de dienaren van de Kerk kunnen niet meer leven, want met een beroep op de grote woningnood zyn hun pasto rieën en kloosters geconfiskeerd en ter bewoning of gedeelteiyke bewoning aan partijleden toevertrouwd. Collectes moe ten, als ze nog gehouden mogen worden, een groot gedeelte afstaan aan de Staat voor belastingen. Er zijn wel seminaries, maar de bezittingen van deze seminaries, gebouwen, tuinen en akkers, zijn gena tionaliseerd. Deze feiten en de persoonlijke ervarin gen van enige Franse Kamerleden naast elkander leggend, moet men wel tot de overtuiging komen dat 't Titoïsme, hoe zeer het ook poogt een sociale vooruit gang langs revolutionnaire weg tot stand te brengen, de vrijheid van de mens in haar practische uitoefening onderdrukt. De voornaamste slachtoffers daarvan zijn de christenen en een hogere solida riteit dan de strategische eist, deze si tuatie helder onder ogen te zien. Voor de strijd om de vrijheid, die het Westen voert tegen eventuele belagers daarvan, is het van het grootste belang, dat in eigen gelederen op dit punt van geeste lijke vrijheid eenheid van opvatting is Als Tito tot deze gelederen wil behoren, zal hij niet alleen vechtjas, maar ook mens moeten zijn. Van het eerste heb ben we de bewijzen, van het tweede dient hij ze nog te leveren. S. Prof. dr. Gaston Castella, hoogleraar aan de Universiteit van Freiburg (Zw.), schrijver van „Geschiedenis der Pau sen". dit feit bepale. Zo heeft dit grootse werk van prof. Castella in onze oecu menisch georiënteerde tijd een heel bijzondere betekenis. Wie om dogma tische redenen het pausdom' afwijst, zal zijn historische werkelijkheid en continuïteit moeten erkennen, en zich bijgevolg geconfronteerd zien met de vraag, l.oe dit mogelijk is zonder di recte en voortdurende goddelijke tus senkomst. Aanvaardt men deze, dan is een herziening der dogmatische rede nen van afwijzing dwingende plicht. Tenzij men het pausdom dogmatisch niet te verdedigen en historisch juist wegens de onloochenbare godde lijke bystand zeker acht! Een der gelijke tweeslachtigheid echter is we tenschappelijk ten enen male onver antwoord. Vooral de wijze, waarop de auteur de geschiedenis der Pausen in de eerste eeuwen behandelt, spreekt in dit ver band duidelijke taal. Evenals zijn uit eenzettingen over de Europese gemeen schap in de 13e eeuw, die, geleid door de Pausen, het ideaal van eenheid in rechtvaardigheid en vrije samenwerking zo goed als verwezenlijkte. Zeer verhel derend is eveneens de behandeling der sociale bekommernissen van het hoogste kerkelijk gezag, speciaal in de moderne tijd. Het moge dan al waar zijn, dat het boek hier en daar meer op een Kerkge schiedenis dan op een geschiedenis der Pausen lijkt, dat men mogelijk sommige onderdelen liever wat breder en andere iets minder uitvoerig behandeld had willen zien, dit alles doet, evenmin als enkele kleine onjuistheden, iets af aan de grote waarde van het geheel Wij bevelen dit voortreffelijke werk dan ook met alle nadruk en in volle overtuiging aan. De firma Romen en Zonen komt alle lof toe voor deze uiterst waarde volle en smaakvol geïllustreerde uitgave.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 7