Vluchtelingenvraagstuk krijgt permanent karakter I Gerechtigheid s Werelds grootste bedelaar Het paard, dat de herberg Een wereld voor kinderen Gerijmd of ongerijmd, dat is de kwestie binnenstapte LEIDSEMEESTERS in de 3 October-optocht Intern, verkeerstechnische leergang in ons land rDe l eenzame Reizig er EIND OCTOBER WORDT BEROEP OP NEDERLAND GEDAAN Afgestudeerden naar Z.-Afrika V- it 83 Na Pasen 1953 te Den Haag opqeweVa Sanapinn. LITERAIRE KRONIEK J ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1952 PAGINA 3 Nederl. duikboten naar Schotland A.V.O. in vijf en twintig jaar 10.000 minder-validen aan werk geliolpen Positie militaire oorlogs slachtoffers Besprekingen met dr. Drees en ir. Staf qeionde door ANTONIA WHITE Woningverbetering en -splitsing Subsidie voor het gewone burgerwerk Mr. Rooy over de rede van Gen. Eisenhower Ziekenhuis te Semarang bestaat 25 jaar Actie voor jubileumgeschen van oud-patiënten Ingeleid, door de heer L. Neher, voorzitter van de Nationale Commissie voor Vluchtelingenhulp, die aankondigde, dat er eind October een beroep op de medewerking van het Nederlandse volk zal worden gedaan, heeft voor het Con tact-Centrum te Den Haag gisteren gesproken mr. G. J. van Heuven Goedhart Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de U. N. O. De heer Van Heuven Goedhart heeft veel interessante gegevens medegedeeld over de werkwijze van zijn Hoge Commissariaat en hij heeft veel cijfers laten horen betreffende de aantallen vluchtelingen, maar hij heeft bovenal duidelijk gemaakt, dat er geld en veel geld nodig is om de nood van deze mensen te lenigen. De huidige organisatie, aan welke de behandeling van het vluchtelingenpro bleem is toegewezen, heeft twee voor gangsters gehad, de UNRRA en de IRO. De UNNRA heeft vlak na de oorlog acht a ngen millioen mensen gerepa trieerd, de IRO heeft getracht de over gebleven Displaced Persons, die om be grijpelijke redenen niet terug wilden naar hun eigen land, een nieuw vader land te geven. Zij was op een gegeven moment de grootste reder ter wereld, zij liet talloze treinen lopen naar Bremer- hafen en Zuid-Italië en zij had enorme charter-contracten met vliegtuigmaat schappijen De IRO heeft indrukwek kende prestaties geleverd, zij het dat die dan ook fantastisch veel geld hebben gekost. Mr. van Heuven Goedhart had echter op één punt critiek op de IRO: zij heeft de vluchtelingen doen geloven, dat zij het gehele vraagstuk zou oplossen en omstreeks 19491950 begon wel duide lijk te worden, dat er een soort ver zadigingspunt bij de immigratielanden naderde. Men ziet thans, dat het pro bleem een doorlopend karakter krijgt. Het aantal vluchtelingen neemt nog steeds toe. Zelfs als men Oost-Duits- land niet meerekent, dan komen er nog jaarlijks 30 tot 40 duizend vluch telingen uit de Oost-Europese landen bij. Van de andere kant blijkt, dat de opneemlanden tegen de inflatie aan zitten; hun programma van publieke werken heeft geen gelijke tred gehou den met de immigratie. Het resultaat is, dat de toelating van vluchtelingen beperkt wordt. Daar komt nog bij, dat het ontvan gende land meer gesteld is op mensen met een nationaliteit dan op vluchte lingen. De eersten kan men bij moei lijkheden altijd nog terugsturen, de tweede categorie moet men echter, hoe dan ook, houden. Het programma, waar de Hoge Com missaris mee werkt, omvat drie punten: migratie van vluchtelingen, waar zulks nog mogelijk is, assimilatie en tenslotte het helpen van de zwakken, de ouden van dagen, degenen, die voor arbeid on geschikt zijn geworden, kortom de stum- perds. Wat de assimilatie betreft, er is bij- Advert en tie Geniet ~Q'~ vandaag van sun-Jc issed Advertentie 3 krachtig» genassmiddellen in elk tablet ter bestrijding van kou, griep en pijnen. Een artikel met wereldnaam. Beschermd in 26 staten. Koker 25 tabletten 45 ct. 50 tabletten 80 ct. De hele christelijke zedenle'er komt er feitelijk op neer, dat wij ons best doen ons vrij te houden van zonden en Gods geboden onderhou den, waarbij de liefde steeds op de eerste plaats staat. De misliturgie van de Zon dagen na Pinksteren herinnert ons telkens aan een of ander voornaam punt uit de leer van Christus. Als wij ons nu afvragen, wat de ze ventiende Zondag ons voorhoudt, dan dringt zich, bij een beschouwing van de verschillende gebeden en lezingen, on middellijk de gedachte aan een alge mene samenvatting van Jezus' prediking aan ons op. De H. Kerk wil ons daarmee nog eens duidelijk op het hart drukken, dat Christus heiligheid van ons eist. En de voorwaarde daartoe is een voudig het vermijden van het kwaad en het naleven van Gods wet. Omdat wij deze opdracht onmogelijk naar behoren kunnen vervullen zonder de steun van Gods genade, wordt deze telkens weer van God afgesmeekt. De Collecte vraagt om de kracht de duivel te weerstaan en God alleen te volgen; Offertorium en Secreta smeken opnieuw om hulp van boven, waarbij dan de Postcommunio de toespeling op het H. Sacrament uit de Secreta weer opneemt en de daarvan verwachte steun nog sterker onderstreept. Dit alles om vat het negatieve deel van het werk onzer hediging: het nalaten van het kwaad. Daar+""enover wijzen Eoistel. Evangelie en Communio het positie- v e deel aan: het onderhouden van Gods geboden, de liefde voorop. Eén dergelijke levenswijze, geheel af gestemd op het doel van ons leven, overeenkomstig Gods wil, waarborgt het ware geluk (Introïtus en Graduale) en ieder, die eerlijk en edelmoedig zijn best doet, zal steeds ondervinden, dat. God zich nooit in edelmoedigheid laat overtreffen. Met Ziin hulp en steun, die wij met zekerheid mogen verwachten, als wij Hem trouw zijn. zullen wij sterk staan tegenover alles, wat ons eeuwig heil in- gevaar kan brengen. Dit is in algemene trekken de leer Van de Misliturgie van morgen, die goed beschouwd ons hele leven om vat Maar er is nog meer, al past dit ook veikomen in het aangegeven thema. In het Evangelie staat een vraag van •Tesus aan de Farizeeërs opsteken1-! die van de allergrootste betekenis Is, een vraag, die voor ieder mens be slissend is voor zijn eeuwig leven en tegenover welke iedereen, zonder uit zondering. in geweten verplicht is kleur te bekennen, zodra hij ook maar even daarmee in aanraking komt. „Wat dunkt U van de Christus?" Het gewicht van deze vraag kan onmoge lijk overschat worden. De bevestiging van Christus' godheid sluit het geloof m de tweede schepping in, het geloof in de verlossing van eeuwige verwer ping als gevolg van de erfzonde, het geloof in het bovennatuurlijk leven der genade en in een eeuwig gelukkig leven m de hemel, wanneer ons bestaan hier CP aarde in overeenstemming is ge feest met dat geloof en de daaruit voortvloeiende plichten. Door het ver- - 'even en lijden van Christus mmers is in de volle zin van het woord voorbeeld door een Belgisch deskundige een studie gemaakt van deze kwestie ten aanzien van een kwart millioen men sen in Oostenrijk. De kosten aan uit voering van het opgestelde plan ver bonden, bedragen .184 millioen dollar. Mr. van Heuven Goedhart is in onder handeling voor de financiering van dit project met de World Bank for De velopment te Washington. Met ruime credieten zou er o.a. in Oostenrijk zeer constructief werk verricht kunnen wor den. Er is in het land een trek naar de steden met als gevolg verlaten hofste den. Onder de enorme groepen vluchte lingen schuilen minstens 120.000 uitste kende boeren. De conclusie ligt voor de hand. Maar hoe deze mensen op de ver laten boerderijen te plaatsen zonder geld voor werktuigen, voor kunstmest, voor zaden? De mogelijkheid moet onbenut blijven liggen en het zou een goede mo gelijkheid zijn, want Oostenrijk moet thans veel agrarische producten impor teren. Op tal van terreinen is het Hoge Com missariaat werkzaam. Vanuit Hongkong krijgen 1800 van de 7000 vluchtelingen in Shanghai volledige onderstand en verzorging. Dat kost dit jaar zeshon derdduizend dollar. Een groepje Poolse vluchtelingen zwerft, slechter gevoed dan hier de honden, door de Libanon de vluchtelingenorganisatie moet bij springen. Uit een kamp in Griekenland komt als primaire wens: ontluizing. Een vertegenwoordiger van mr. van Heuven Goedhart is gisteren in Karachi aange komen om daar een regeling te treffen voor het afvoeren van zesduizend Tur ken, die uit China naar Pakistan zijn gevlucht. Bulgarije wijst 150.000 mensen uit van Turkse origine en er komen er nog 100.000. Van de Fordstichting in de Ver. Staten heeft men 2,9 millioen dollar voor een groot assimilatieproject, waar mee men eens wil laten zien hoe er ge werkt zou kunnen worden met voldoen- Ter illustratie van het vluchtelingenprobleem heeft mr. Van Heuven Goedhart bij zijn gisteren te Den Haag gehouden uiteenzetting over zijn werk als Hoge Commissaris van de U. N. O. het historische verhaal ver teld van een gezin in Oostenrijk, dat hij nu maar eens als de familie Meijer aanduidde. De familie Meijer is een vluchtelingengezin, bestaande uit man, vrouw, twee kinderen en een oude moeder. Zij wonen anno 1952 in het ZESDE deel van een schoollokaal in Wenen. Dit gedeelte is door touwen, waar dekens over hangen, afgescheiden van de rest van het lokaal, waar nog vijf andere gedinnen wonen, slapen, wassen, koken, eten enz. De Meijers wilden natuurlijk zg spoedig mogelijk weg uit dit mise rabele milieu zij zouden emigreren. Maar toen de Canadese selectie commissie kwam, kon Meijer zelf met vrouw en kinderen geaccepteerd worden, doch de oude moeder, neen, dat ging niet. Men ontdekte name lijk op haar linker long een donkere vlek; zij had t- b. c. gehad.... De familie Meijer was een goede familie: zij kon er niet toe komen de orde moeder daar achter te laten en besloot, ondanks alle narigheid, te blij ven. Later kwam er een Australische selectiecommissie en de Meijers wer den gesteld voor dezelfde moeilijke keuze, waar zij hetzelfde antwoord op gaven. Er is nog een Amerikaanse en een Braziliaanse commissie geweest en toen gaf Meijer het op. Het was kennelijk voor hem niet weg gelegd om uit Wenen weg te komen. Meijer moet nu aan het werk. Hij is een uitstekend timmerman. Als deze man maar eenmaal een timmerwerkplaats heeft, dan ktm hij er wel weer boven op komen. Maar Meijer heeft geen geld om te beginnen. Daarom zit hij nu nog in het zesde deel van een klaslokaal van een school te Wenen. En daarom is er geld nodig om de „assimilatie" van deze vluchteling te financieren. Er zijn twintig a dertig duizend Meijers, die geholpen moeten wor den. Voor hen gaat mr. Van Heuven Goedhart als ,,'s werelds grootste bedelaar" rond om geld bijeen te krijgen. Mr. G. J. van Heuven Goedhart (rechts) 'in gesprek met Jacob Malik. de middelen. In Italië is het eerste pro bleem, dat men de baas moet worden, de registratie van 25.000 vluchtelingen, die ronddwalen naast de 15.000, die in kampen leven. Men vind de ongeregi- streerden alleen maar terug in de crimi nele statistiekenEn zo kon men verder gaan met een schier eindeloze opsomming van menselijke ellende en daartegenover een veel te bescheiden lijst van hetgeen er gedaan wordt om daarin verlichting te brengen. Het apparaat van de Hoge Commissa ris is zeer klein. In Rome een functiona ris plus een typiste, in Bonn vijf men sen inclusief de typiste men kan er niet eens eenmaal per jaar alle kampen bezoeken in Wenen drie krachten en dat tegen de uiterst gecompliceerde ad ministratieve problemen van verschil lende bezettingsautoriteiten met ver schillende systemen.... Neen, zegt mr. van Heuven Goedhart, het geld blijft niet aan de strijkstok hangen en hij vraagt geld, veel, veel geld. Twee Nederlandse duikboten, de Zwaardvis en de Zeehond, zullen deel nemen aan de Britse duikbootoefening „Zomeroorlog", die de volgende week ter hoogte van Noord-Schotland wordt gehouden. De Nederlandse vereniging sociale zorg ^voor minder-validen „A V.O." hield gisteren in het Grand-hotel te Scheveningen de algemene ledenverga dering. Onder de aanwezigen in de ochtendbijeenkomst waren de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, de heer J. G. Suurhoff, en de heer J. C. Sillevis, vertegenwoordiger van de com missaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland. Prof. dr. Van der Horst hield de her denkingsrede, waarin hij er aan herin nerde, dat het 31 Augustus 25 jaar ge leden was, dat de vereniging destijds genaamd „arbeid voor onvolwaardigen" werd opgericht. Uitvoerig ging hij in op de waarde van 't zinvol bezig zijn, hetgeen voor het werk ten behoeve van minder-validen van grote betekenis is. Spr. constateer de o.m, een gelukkige samenwerking tussen de overheid en hetgeen door particulier initiatief is tot stand ge bracht. In dit verband werd de arbeid ten behoeve van oorlogsslachtoffers ge memoreerd. Bij een opsomming van al wat de A.V.O. in haar zegenrijk werk heeft ge daan zei spr. o.m., dat in de tijd van haar bestaan de vereniging meer dan 10.000 minder-validen aan arbeid heeft geholpen. De minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, de heer J. G. Suur hoff, sprak vervolgens een gelukwens, daarbij getuigend van de grote waarde ring der regering voor het werk der A.V.O. Hij merkte op steeds enig inner lijk verzet te hebben gevoeld tegen de oude naam der vereniging: arbeid voor onvolwaardigen, een naam die thans is losgelaten. Als mens immers zijn de minder-validen evenwaardig aan de va liden. Bij de Stichting Landverhuizing Ne derland is een verzoek binnengekomen om Nederlandse afgestudeerden voor een aanzienlijk aantal specialistische vaca tures bij het departement van Landbouw van de Unie van Zuid-Afrika. De vacatures zijn op het gebied van de biochemie, de landbouw-chemie, het na tuurkundig bodemonderzoek, bodem- microbiologie, spectografie, plantenphy- siologie, phyto-pathologie, entomologie, genetica en dierphysiologie. Ook worden er werktuigbouwkundige en civiel-inge- nieurs gevraagd. Van de candidaten wordt verwacht, dat zij bereid zijn zich voorgoed in de Unie te vestigen. In November a.s. zullen Zuid-Afri kaanse autoriteiten hier te lande de sollicitanten, die zich voor deze vacatu res aanmelden, ontvangen. Ook het Zuidafrikaanse departement van Bos bouw heeft Nederlandse academici ge vraagd, wier sollicitatie reeds deze maand werd ingewacht. A Tiet zo vaak gebeurt het, dat een kinderboek een literaire beschouwing l\ uitlokt. „Pippi Langstrump", een geesteskind van de Zweedse schrijfster Astrid Lindgren, doet dit op grond van zijn eigenaardige humor, die vol maakt in de kinderlijke verbeeldingswereld aanslaat en tevens uitdrukking geeft aan een typisch hedendaags gevoel voor het absurde, waarvoor zowel kinderen als volwassenen openstaan. Zonder dit gevoel zouden een bepaald soort moppen van de laatste tijd niet zo'n opgang hebben gemaakt. Ik denk bijv. aan de fameuze „paardenmoppen", waarvan het kcmische door onze voor ouders beslist niet zou zijn gesmaakt. Men kent het verhaal van het paard, dat de herberg binnenstapt, tegen de muur opklimt, langs het plafond wandelt om tenslotte bij de tapkast een glas donker biër te bestellen. Het paard drinkt zijn glas leeg, rekent af en verlaat, wederom langs zijn vreemde weg, de gelagkamer. Men voelt het krankzinnige der situatie en men hóórt, hoe in de stilte, die te midden der gasten gevallen is, deze si tuatie om een ontwapenende formulering vraagt. „Daar begrijp ik niets van!" laat een der aanwezigen zich ontvallen. „Ik ook niet", antwoordt dan de her bergier. „Anders bestelt-ie altijd licht bier." Wat wil hiermee gezegd zijn? Het onmogelijke van de situatie wordt door de antwoordgever gewoonweg gene geerd. Het ongerijmde wordt als een re gelmatige gang van zaken voorgesteld. Als afwijking van de regel wordt enkel te berde gebracht het feit, dat de klant iets anders bestelde dan hij placht te bestellen. Een „wereld" is waar, inzoverre ie mand haar als gerijmd kan aanvaarden. Een „wereld" leeft, inzoverre iemand haar in zichzelf ontdekt. Een ongerijmde wereld wordt waar gemaakt en tot leven gewekt door de verteller van dit sterke paardenverhaal. Door zijn pointe geeft hij aan iets onge rijmds de schijn van gerijmdheid. Hij dwingt ons tot aanvaarding van het ab surde, door al onze verwondering af te leiden naar een onnozel détail van het verhaal: het feit dat er donker ge dronken wordt in plaats van licht. Gerijmd en ongerijmd doordringen elkaar wanneer wij ons in onze verbeel ding laten gaan. Denken wij er echter even logisch bij na, dan onderscheiden wij scherp het een van het ander. Een kind maakt dit onderscheid nog niet. Het stelt ook geen droom tegen over werkelijkheid. Het denkt nog pri mitief, nog prae-logisch. Het kent bij voorbeeld geen verschil in rangorde tussen mens en dier. Een diér, dat in een verhaal sprekend en handelend als een mens optreedt, heeft niets onge woons. Wij, volwassenen, zijn het, die dan aan een sprookje of een fabel den ken, aan een dom verzinsel of een verhaal met een moraal. Wij miskennen dan echter het kind-in-ons; het kind dat wij waren en ergens, heel diep weg, blijven. Trek van de jongste tijd Ergens willen wij, dat al die vreemde onderscheiden, ons door het logisch denken afgedwongen, te niet worden gedaan. In feite geschiedt dit in het sprookje, het echte volkssorookje, over welks wijsheid enorm veel te vertellen zou zijn. Maar wij hebben geleerd, niet meer in sprookjes te geloven. Voor de prae-logische wereld van het kind en zijn verhalen voelen wij ons te groot. Maar aan de pointe van een grap, waar in het absurde logisch bezegeld wordt, kunnen wij ons even bevrijd overgeven. De behoefte, aan het gerijmde .iets ongerijmds en omgekeerd aan het onge rijmde iets gerijmds te verlenen, is een h-ek van de jongste tijd. Men signaleert de trek in de moderne letteren en wijsbegeerte, waar het ab surde in alle ernst zijn naam verbonden heeft aan die van de Franse auteur Albert Camus. Men signaleert de trek in de humor van nieuw-modische aardig heden en in de zin-voor-onzin, die men her en der in heel en half intellectuele schertsgesprekken kan waarnemen. En nu ontdekt men zelfs, hoe die trek het karakter van een rechtschapen kinder boek aangeeft. Astrid Lindgren heeft met haar crea tie van Pippi Langstrump het aanzijn gegeven aan een kind, dat, in „absurde" omstandigheden levend, een uiterst scherpe werkelijkheidszin bewaart. Die werkelijkheidszin doet dan vaak absur der aan dan de omstandigheden, die men als vanzelfsprekend leert aanvaarden. Het effect is enorm, zowel op kinderen als volwassenen. Kinderen vinden er hun eigen wereld in. Hun eigen dromen weerspiegeld in de „denkprestaties'' van een ander. En volwassenen kunnen er voor hun bestaan een heerlijk bewijs uil het ongerijmde in vinden. NICO VERHOEVEN. Astrid Lindgren: „Pippi Langkous" (Oorspronkelijke titel: „Pippi Lang strump"). Uit het Zweeds vertaald dooi Lisbeth Borgesius-Wildschut. Uitg. Born N.V., Assen 1952. Pippi Langkous redt twee kinderen u'it een brandend huis: Illustratie van J. Huizinga. een nieuwe wereld geschapen, de we reld van het bovennatuurlijke leven. Door de ontkenning echter van Zijn godheid wijzen wij Hem af als de Ver losser en Zaligmaker van het mensdom en de wereld, weigeren wij deel te hebben aan de vruchten van Zijn lij den, sluiten wij onszelf welbewust bui ten Zijn eeuwig rijk en maken wij ons het bereiken van onze eindbestemming die naar Gods bedoeling voor ieder mens dezelfde is geheel en al onmo gelijk. Aan de vraag over de godheid van Christus kan geen mens vrijwillig zon der de grootste schuld voorbijgaan Wetens en willens hiertegenover een neutrale of onverschillige houding aannemen is absoluut onmogelijk. Christus heeft dit bovendien zelf uit drukkelijk vastgesteld: als wij ons niet voor Hem verklaren, zijn wij nood zakelijk tegen Hem. Een derde mo gelijkheid bestaat niet. Dit is trouwens ook goed begrijpelijk. Als God in Ziin oneindige goedheid, zonder enige ver plichting daartoe, besloot ons te ver lossen van onze zelfveroorzaakte ver werping en tot welk een prijs! dan kan Hij niet toelaten, dat wij ons daar van niets aantrekken. Dan moeten wij ons uitspreken of wij Zijn onschatbare weldaad willen aanvaarden of niet. Wij zen wij Hem evenwel af, dan zijn alle gevolgen voor eigen rekening. Zo is deze vraag van Christus aan de Farizeeërs de allergewichtigste, die een mens in zijn leven ooit te beant woorden krijgt. Voor ons, die het nooit genoeg te waarderen geluk geschon ken is het ware geloof te bezitten, en die dus feitelijk het juiste antwoord op deze vraag al hebben gegeven, is de praktische kant ervan van het al lereerste belang. Als wij Christus als God erkennen, dan moeten wij ons afvragen, of ons leven ook met deze erkenning overeenstemt. Het ligt toch voor de hand, dat God on der geen enkele voorwaarde ermee te vreden kan zijn alléén, „met de lippen te worden geëerd". God, Schepper van he mel en aarde, van alles wat leeft en be staat, heeft het volste recht ieder schep sel Zijn wet op te leggen. Hij heeft dat gedaan en eist dan ook, dat ieder wezen naar zijn eigen aard zijn eigen bestem ming bereikt. De bestemming van de mens is het, in trouw aan Christus' voor schriften de heiligheid te bereiken door het benaderen der gelijkvormigheid met God. Deze heiligheid is gelijkbetekenend met de gerechtigheid, die het doel is van de christelijke zedenleer. Wij kunnen en mogen ons daaraan niet onttrekken. Dat is onze voornaamste taak hier op aarde. Deze waarheid wil de H. Mis van mor gen ons nog eens diep in het hart pren ten. Die les is een grote genade van God' Ze ligt voor ons voor het grijpen. Niemand kan de omvang van de gees telijke schade beseffen, die wij lijden als wij onverschillig daaraan voorbijgaan. Het kan immers de laatste kans op red ding voor ons betekenen! L. De minister-president, dr. diDrees en de minister van Defensie, ir. C. Staf. hebben zich bereid verklaard Woensdag a.s. een delegatie uit het hoofdbestuur van de bond van Nederlandse militaire oorlogsslachtoffers te ontvangen. Onder leiding van zijn voorzitter, de heer W. Ch. J. M. van Lanschot, zal deze delega tie eerst met minister Staf en vervolgens met dr. Drees de thans bestaande en de door de bond gewenste positie van de militaire oorlogsslachtoffers bespreken Dit zal geschieden aan de hand van het rapport over deze aangelegenheid, dat werd opgesteld door een commissie van vooraanstaande deskundigen onder lei ding van de heer E. Kupers. Kort na Pasen 1953 zal een interna tionale verkeerstechnische leergang in Nederland, waarschijnlijk te Den Haag, worden gehouden. Dit werd. besloten tijdens een conferentie van afgevaar digden van gedelegeerden van West- Europese regeringen te Den Haag. De organisatie van deze leergang, die vier dagen duren zal, is opgedragen aan de Kon. Ned. Toeristenbond, A.N.W.B. Bij deze leergang zullen problemen rond de verkeerstechniek en de ver keersveiligheid ter sprake komen. Men zou deze leergang een inleiding kunnen noemen tot pogingen om een centrale opleiding voor verkeerskunde in West- Europa te stichten, zulks ter navolging van de Amerikaanse opleidingen. die zich de Yale-universiteit tot centrum hebben gekozen. De wereldorganisatie voor toerisme en automobilisme O.T.A. heeft speciaal de A.N.W.B. voor de leiding van de internationale leergang uitgezocht, om dat de nationale leergang te Delft van dit jaar een groot succes was en vrucht baar werkte. Te Zürich en Londen zijn in navolging van Nederland eveneens verkeerstechnische leergangen gehou den. Het streven om te komen tot een cen trale opleiding van verkeersdeskundi- gen is reeds uitgesproken in de econo mische commissie voor Europa van de Ver. Naties. In diverse landen, zo ook in Nederland, wordt aan deze opleiding een sterke behoefte gevoeld. De ge dachten gaan uit naar een West-Euro pees opleidingsinstituut. De aanstaande leergang, die vier da gen zal duren, zal, naar men verwacht, een honderdtal practijkmensen uit West-Europa bijeen brengen. Hier zul len zij gebrek aan feitelijke kennis kun nen aanvullen en verworven kennis kunnen overdragen. Dergelijke leergan gen zullen kunnen leiden tot een cen traal opleidingsinstituut, dat nu nog niet verwezenlijkt kan worden, omdat leerkrachten nog niet te vinden zijn en de feitelijke kennis over verkeerstech niek nog te zeer is verspreid. (Van onze correspondent) Eerder dan andere jaren het geval was, is Leiden thans reeds in 3 Octo- berstemming. Vele winkels pronken met feestelijk versierde etalages, waarin een reproductie van een schilderij de ere plaats gekregen heeft. Het zijn alle re producties van Leidse meesters en het is de bedoeling, dat het publiek raadt wie de schilder is en hoe dat schilderij heet. Om het niet te moeilijk te maken wordt er in De Lakenhal thans een ten toonstelling van Leidse Meesters ge houden, zodat het publiek zich kan oriënteren. Dit alles dient om de Lei- denaren vertrouwd te maken met de schone erfenissen der Leidse meesters, aan wie de historische optocht van 3 October gewijd zal zijn. In opzet over treft deze cortège alles wat Leiden de laatste jaren gezien heeft; er zijn meer dan 130 paarden voor nodig, 450 per sonen en 500 muzikanten. Het historische gedeelte van de op tocht wordt geopend door Cornelis En- gebrechtsz, vermoedelijk de eerste Leid se schilder, die olieverf gebruikte. Daar na komt Lucas van Leyden, de beroem de schilder van het drieluik in de La kenhal. gevolgd door de leermeester van Rembrandt. Izaac Nicolaas van Swanenburgh, Pieter van Veen, Joris van Schooten en het St. Lucasgilde. De ereplaats is voor Rembrandt van Rijn, waarvan het huwelijk met Saskia wordt uitgebeeld, evenals enige figuren van de Nachtwacht, de Staalmeesters en verschillende Oosterse figuren, die Rem brandt tot model gediend hebben. Het bestuur van de 3 October-vereni- ging streeft er ieder jaar naar de tra ditionele programma-nummers af te wisselen met iets nieuws. Als zodanig mag genoemd worden de grote lucht vaarttentoonstelling van de Marine Luchtvaartdienst op het Pieterskerk- plein. Van de vaste nummers baart de Advertentie Vertaald door J. W. HOFSTRA 18 Zou hij haar enkel op hebben laten blijven om over dit oude onderwerp, haar houding tegenover haar moeder, te praten. Opgelucht zei ze gemeend: „Ik zal proberen om aardiger te zijn". „Dan is er nog iets, Clara. Je groot moeder. Ze zal nu een moeilijk leven krijgen." zei ze: Zonder er verder bij na te denken ,.U bedoelt zeker door moeder?" Hij fronste. „Dat bedoelde ik helemaal niet Schaam je". „Neemt U mij niet kwalijk." „Oma heeft nooit veel geluk in haar leven gekend. Nu ze weduwe gewor den is, heeft ze practisch niets meer om voor te leven. Ze is zo roerend dankbaar voor ieder ogenblik dat je bij haar bent." Clara begon meer dan ooit naar de dag te verlangen dat ze terug naar school zou kunnen gaan. Hoewel de dis cipline er streng was en elk ogenblik van haar tijd uitgestippeld was en on der controle stond, voelde ze zich daar vrij. In de tijden dat er stilte moest heersen in het klooster, kon het ge heimzinnige wezen ademhalen en groeien. Thuis betekende stil zijn dat je zat te mokken. Hoe vol of leeg iemands gedachten ook waren, er werd van je verwacht dat je altijd maar be reid was een gesprek te voeren. Ze vergat een ogenblik alles om zich heen en zei hardop: ,,'t Moet soms een zegen zijn doof te zijn." Hij staarde haar aan. u beste geval zou dit nog een erg brutale opmerking zijn. Maar nu mijn vader hier dood ligt „O," viel ze hem in de rede, „ik was helemaal vergeten dat grootvader ook doof was. Ik dacht echt niet aan opa. Trouwens aan Oma ook niet." Claude's neusvleugels trilden van er gernis. „Nee, dat is duidelijk. En aan niets wat ik je vanavond heb gezegd heb je enige aandacht besteed. Je schijnt aan niets anders dan jezelf te kunnen den ken." „Heus, Pap, zo bedoel ik het echt niet." „Ga maar naar bed, Clara. Neem me niet kwalijk dat ik je opgehouden heb." Ze probeerde wat te zeggen, maar ze kon haar trillende lippen niet in be dwang houden. Ze begon onverhoeds en plotseling luid kinderlijk te snikken. Ze snikte een tijdje zo hevig dat ze niet bemerkte dat hij op haar toe kwam en zijn hand op haar haar legde. „Clara, kindje." zei hij zachtjes en wat verlegen, „Clara, liefje." Ze liet zich door Hem troosten, maar wilde niet tegen zijn schouder leunen. Ze hield zich stijf en frommelde met haar zakdoek, evenzeer op haar hoede als een dier dat zich uit vrees aan lief kozingen onderwerpt. „Huil Tnaar niet meer." Hij lachte flauw. Misschien moet ik wel zeggen dat je eens uit moet huilen. Ze zeggen dat dat helpt." Ze snoot heftig haar neus èn wreet met haar vuist over haar ogen. Haar voorhoofd zat vol rode vlekken en haar oogleden waren gezwollen alsof ze door wespen gestoken waren. Clara had nooit anders dan zo onhandig en met plotse linge hevigheid kunnen huilen. Ze hapte naar adem en zei: ,Ik vind huilen afschuwelijk." „Je moet niet beschaamd zijn voor je gevoelens, kind. Ze zijn niet misplaatst en heel natuurlijk. Je hield immers erg veel van hem?" Ze kreunde inwendig. Dacht hij nu werkelijk dat ze om haar grootvader huilde? Er zat niet anders op dan te knikken en te mompelen: „Reuze veel." Hij ging weer aan zijn bureau zitten. Hij nam een van de drie pennen uit de houder voor hem en stak die telkens weer in gedachten tussen de loden ko geltjes. „Hij was geen gewone man," zei hij zacht. Hij was in alles veel te verfijnd voor het leven waarvoor hij eigenlijk bestemd was. Toen ik klein was zag ik altijd een vermomde prins in hem." Clara had haar tranen nu in be dwang. Ze wist dat ze nu niet meer zou beginnen te snikken. Maar ze voelde zich geslagen en kon verder alleen maar haar best doen om genade te krij gen. „Ik heb maar één keer een prins ge zien. Dat was de vader van Hedwig van Eisensnach. Ik was vreselijk teleurge steld. Hij was klein en dik. Een prins moet er uitzien als grootvader." Ze was gemeen, zei ze tegen zichzelf, toen ze haar vaders gezicht zag verhelderen. Ze had niets gezegd over de ondefi nieerbare eigenschap van die kleine dikke man in vergelijking waarmede haar grootvaders knapheid en zijn be faamde goede manieren toch alleen maar prullerig aandeden. „Het idee, dat jij met een echte prin ses op school was, vond hij zo heerlijk," zei Claude. „Ik kan het vaak zelf nau welijks geloven, als ik aan mijn eigen jeugd denk." „Ze was heus helemaal niets bijzon ders. O ja, ik weet wel wat u bedoelt. Ik vind het zelf ook wel gek. Iedereen is wel vreselijk aardig tegen me, maar ik voel dat ik er toch eigenlijk niet bij hoor." Ze keek benauwd naar hem terwijl ze zich afvroeg of ze misschien weer iets verkeerds gezegd had. „Misschien was ik ook wel mis," zei hij. Misschien had' ik je beter niet op een school kunnen doen met kinderen die uit een zoveel beter milieu komen. Vanaf het moment dat we katholiek werden, was het mijn ideaal je naar Mount Hilary te sturen. Maar of het wel verantwoord was? Ik zou geen raad weten als je op z ij n familie ging neerkijken, of op die van je grootmoe der." „Ik ben dol op de tantes en op oom John Hoadley. En op Blaze. O. op een heleboel van hen," zei ze ontwijkend. „Ik reken er op dat ie je zó aardig en natuurlijk mogelijk zal gedragen Donderdag. Tegen iedereen, zelfs tegen tante Louise en neef Horace. Ik geef toe dat ik die twee zelf ook niet zo verschrikkelijk graag mag." „Doe ik dan altijd zo onaardig tegen ze?" vroeg Clara met een zucht ter neergedrukt bij het idee dat ze zó aar dig en natuurlijk mogelijk zou moeten zijn. Ze wist nooit precies hoe dat eigen lijk was. „Nee, natuurlijk niet. Ik wou alleen maar vragen of je dit keer eens bijzon der je best wou doenvoor 'hem. Donderdag zal een heel erg moeilijke dag voor je moeder zijn. Je kent haar gevoeligheid. Ze is erg kwetsbaar." „Ik begrijp het," zei ze, zich realise rend dat hij een beroep 0p haar deed. Ik zal mijn beste beentje voorzetten." In weerwil van alles kon ze een geeuw niet onderdrukken. (Wordt vervolgd). uitdeling van haring en wittebrood he bestuur dit jaar grote zorgen, zowé organisatorisch als financieel, omdat he overweldigende aantal van 13.000 Lei' denaars zich heeft laten inschrijver voor deze traditionele 3 October-gave Verleden jaar werd met bijna 8.000 eer nieuw record gevestigd, dat a.s. Vrijdaj grandioos gebroken dreigt te worden. (Eigen bericht) De eiyaring. welke de regering in di afgelopen winter heeft opgedaan me subsidiëring van schilderwerk, waar door de winterwerkloosheid in die tal van bedrijf aanmerkelijk lager blee dan anders het geval geweest zou zijn heeft de ministers van Sociale Zakei en van Wederopbouw en Volkshuisves ting aanleiding gegeven in de ko mende winter ook aan het gewone bur gerwerk een stimulans te geven doo toekenning van een subsidie. Deze sub sidie is gekoppeld aan woningverbete ring en woningsplitsing. Behalve de daarvoor geldende subsi dieregelihgen (resp. Terlingen-fonds ei Rijksregeling) zal in de komende maan den een zesde deel van de totale kostei van woningverbetering of woningsplit sing als subsidie kunnen worden toe gekend. De hoofdredacteur van de „Nieuwe Rot terdamse Courant", Mr. M. Rooy heeft i een rede te Providence in de Verenigd Staten verklaard, dat vele Europeane „ontsteld" zijn over de toespraak va generaal Eisenhower voor het Amerikaar se Legioen. Eisenhower hield in deze toe spraak een pleidooi voor militaire actie ter bevrijding van Oost-Europa. „Vele Eurc peanen", aldus Mr. Rooy, „beschouwen de) gelijke uitlatingen als provocatief. E Amerikanen moeten beseffen, dat Euror bij een komend wereldconflict op de a lereerste plaats gevaar loopt en dat et Russische verovering het einde van c Europese beschaving kan betekenen. Zc als men zijn militaire geheimen niet prij< geeft, moet men ook zorgen, dat onze vej klaringen inzake buitenlandse politiek ni< een boomerang worden", zei Mr. Roo „De Russen denken alleen in hun eigt systeem en menen, dat iedere openba) verklaring in dit land ook noodzakelijk c goedkeuring der regering wegdraagt. Daa: om geven dergelijke verklaringen als d van Eisenhower en Dulles ons zorg" ve klaarde de Rotterdamse hoofdredactei tot slot van zijn rede, die werd uitg sproken tijdens een lunch van de Ra* voor Wereldzaken van Rhode Island. 18 October zal het St. Elisabeth-zi' kenhuis te Semarang 25 jaar bestaa Gedurende de jaren 19451951 zijn ve honderden Nederlandse militairen dit ziekenhuis verpleegd. Uit de rijf der oud-militairen en van oud-inwone van Semarang, die thans in Nederlar verblijven, is een comité gevormd, d het ziekenhuis ter gelegenheid van h jubileum een blijvende herinnering v. aanbieden. De opzet is, een röntgen-b stralingstoestel aan te schaffen, waa aan grote behoefte is. Uit de resultatf van de actie zal evenwel moeten bl ken. of dit doel te verwerkelijken In het actiecomité hebben o.a. zittii genomen dr. J. K. W. Neuberger, on geneesheer-directeur van het zieke huis, maj.-aalmoezenier P. C. Groene dijk en de heer J. Blom te Baarn, ou patiënt, die als secretaris-penningmee ter optreedt. (Girorekening van Ned. Handelsmij. agentschap Baarn, r 183963, ten gunste van J. Blom, Laa straat 28, Baarn). Ere-voorzitter van het actie-comité J generaal-majoor B. D. D. R. A. vi. Langen, oud-chef generale staf Indonj sië en oud-commandant T-brigac Voorts is er een comité van aanbev ling gevormd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 3