Vluchtelingenvraagstuk krijgt
permanent karakter
I
Gerechtigheid
s Werelds grootste bedelaar
Het paard, dat de herberg
Een wereld voor kinderen
Gerijmd of ongerijmd,
dat is de kwestie
binnenstapte
LEIDSEMEESTERS in de
3 October-optocht
Intern, verkeerstechnische
leergang in ons land
rDe
l
eenzame
Reizig
er
EIND OCTOBER WORDT BEROEP
OP NEDERLAND GEDAAN
Afgestudeerden
naar Z.-Afrika
V-
it
83
Na Pasen 1953 te
Den Haag
opqeweVa
Sanapinn.
LITERAIRE KRONIEK
J
ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1952
PAGINA 3
Nederl. duikboten naar
Schotland
A.V.O. in vijf en twintig jaar
10.000 minder-validen
aan werk geliolpen
Positie militaire oorlogs
slachtoffers
Besprekingen met dr. Drees
en ir. Staf
qeionde
door ANTONIA WHITE
Woningverbetering en
-splitsing
Subsidie voor het gewone
burgerwerk
Mr. Rooy over de rede
van Gen. Eisenhower
Ziekenhuis te Semarang
bestaat 25 jaar
Actie voor jubileumgeschen
van oud-patiënten
Ingeleid, door de heer L. Neher, voorzitter van de Nationale Commissie voor
Vluchtelingenhulp, die aankondigde, dat er eind October een beroep op de
medewerking van het Nederlandse volk zal worden gedaan, heeft voor het Con
tact-Centrum te Den Haag gisteren gesproken mr. G. J. van Heuven Goedhart
Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de U. N. O.
De heer Van Heuven Goedhart heeft veel interessante gegevens medegedeeld
over de werkwijze van zijn Hoge Commissariaat en hij heeft veel cijfers laten
horen betreffende de aantallen vluchtelingen, maar hij heeft bovenal duidelijk
gemaakt, dat er geld en veel geld nodig is om de nood van deze mensen te
lenigen.
De huidige organisatie, aan welke de
behandeling van het vluchtelingenpro
bleem is toegewezen, heeft twee voor
gangsters gehad, de UNRRA en de IRO.
De UNNRA heeft vlak na de oorlog
acht a ngen millioen mensen gerepa
trieerd, de IRO heeft getracht de over
gebleven Displaced Persons, die om be
grijpelijke redenen niet terug wilden
naar hun eigen land, een nieuw vader
land te geven. Zij was op een gegeven
moment de grootste reder ter wereld, zij
liet talloze treinen lopen naar Bremer-
hafen en Zuid-Italië en zij had enorme
charter-contracten met vliegtuigmaat
schappijen De IRO heeft indrukwek
kende prestaties geleverd, zij het dat
die dan ook fantastisch veel geld hebben
gekost.
Mr. van Heuven Goedhart had echter
op één punt critiek op de IRO: zij heeft
de vluchtelingen doen geloven, dat zij
het gehele vraagstuk zou oplossen en
omstreeks 19491950 begon wel duide
lijk te worden, dat er een soort ver
zadigingspunt bij de immigratielanden
naderde. Men ziet thans, dat het pro
bleem een doorlopend karakter krijgt.
Het aantal vluchtelingen neemt nog
steeds toe. Zelfs als men Oost-Duits-
land niet meerekent, dan komen er
nog jaarlijks 30 tot 40 duizend vluch
telingen uit de Oost-Europese landen
bij. Van de andere kant blijkt, dat de
opneemlanden tegen de inflatie aan
zitten; hun programma van publieke
werken heeft geen gelijke tred gehou
den met de immigratie. Het resultaat
is, dat de toelating van vluchtelingen
beperkt wordt.
Daar komt nog bij, dat het ontvan
gende land meer gesteld is op mensen
met een nationaliteit dan op vluchte
lingen. De eersten kan men bij moei
lijkheden altijd nog terugsturen, de
tweede categorie moet men echter, hoe
dan ook, houden.
Het programma, waar de Hoge Com
missaris mee werkt, omvat drie punten:
migratie van vluchtelingen, waar zulks
nog mogelijk is, assimilatie en tenslotte
het helpen van de zwakken, de ouden
van dagen, degenen, die voor arbeid on
geschikt zijn geworden, kortom de stum-
perds.
Wat de assimilatie betreft, er is bij-
Advert en tie
Geniet ~Q'~ vandaag van
sun-Jc issed
Advertentie
3 krachtig»
genassmiddellen
in elk tablet ter bestrijding van kou,
griep en pijnen. Een artikel met
wereldnaam. Beschermd in 26 staten.
Koker 25 tabletten 45 ct. 50 tabletten 80 ct.
De hele christelijke zedenle'er komt
er feitelijk op neer, dat wij
ons best doen ons vrij te houden
van zonden en Gods geboden onderhou
den, waarbij de liefde steeds op de eerste
plaats staat. De misliturgie van de Zon
dagen na Pinksteren herinnert ons
telkens aan een of ander voornaam punt
uit de leer van Christus.
Als wij ons nu afvragen, wat de ze
ventiende Zondag ons voorhoudt, dan
dringt zich, bij een beschouwing van de
verschillende gebeden en lezingen, on
middellijk de gedachte aan een alge
mene samenvatting van Jezus' prediking
aan ons op. De H. Kerk wil ons daarmee
nog eens duidelijk op het hart drukken,
dat Christus heiligheid van ons
eist. En de voorwaarde daartoe is een
voudig het vermijden van het kwaad en
het naleven van Gods wet.
Omdat wij deze opdracht onmogelijk
naar behoren kunnen vervullen zonder
de steun van Gods genade, wordt deze
telkens weer van God afgesmeekt.
De Collecte vraagt om de kracht de
duivel te weerstaan en God alleen te
volgen; Offertorium en Secreta smeken
opnieuw om hulp van boven, waarbij
dan de Postcommunio de toespeling op
het H. Sacrament uit de Secreta weer
opneemt en de daarvan verwachte steun
nog sterker onderstreept. Dit alles om
vat het negatieve deel van het werk
onzer hediging: het nalaten van het
kwaad. Daar+""enover wijzen Eoistel.
Evangelie en Communio het positie-
v e deel aan: het onderhouden van Gods
geboden, de liefde voorop.
Eén dergelijke levenswijze, geheel af
gestemd op het doel van ons leven,
overeenkomstig Gods wil, waarborgt
het ware geluk (Introïtus en Graduale)
en ieder, die eerlijk en edelmoedig zijn
best doet, zal steeds ondervinden, dat.
God zich nooit in edelmoedigheid laat
overtreffen.
Met Ziin hulp en steun, die wij met
zekerheid mogen verwachten, als wij
Hem trouw zijn. zullen wij sterk staan
tegenover alles, wat ons eeuwig heil in-
gevaar kan brengen.
Dit is in algemene trekken de leer
Van de Misliturgie van morgen, die
goed beschouwd ons hele leven om
vat
Maar er is nog meer, al past dit ook
veikomen in het aangegeven thema.
In het Evangelie staat een vraag van
•Tesus aan de Farizeeërs opsteken1-!
die van de allergrootste betekenis
Is, een vraag, die voor ieder mens be
slissend is voor zijn eeuwig leven en
tegenover welke iedereen, zonder uit
zondering. in geweten verplicht is kleur
te bekennen, zodra hij ook maar even
daarmee in aanraking komt.
„Wat dunkt U van de Christus?" Het
gewicht van deze vraag kan onmoge
lijk overschat worden. De bevestiging
van Christus' godheid sluit het geloof
m de tweede schepping in, het geloof
in de verlossing van eeuwige verwer
ping als gevolg van de erfzonde, het
geloof in het bovennatuurlijk leven der
genade en in een eeuwig gelukkig leven
m de hemel, wanneer ons bestaan hier
CP aarde in overeenstemming is ge
feest met dat geloof en de daaruit
voortvloeiende plichten. Door het ver-
- 'even en lijden van Christus
mmers is in de volle zin van het woord
voorbeeld door een Belgisch deskundige
een studie gemaakt van deze kwestie
ten aanzien van een kwart millioen men
sen in Oostenrijk. De kosten aan uit
voering van het opgestelde plan ver
bonden, bedragen .184 millioen dollar.
Mr. van Heuven Goedhart is in onder
handeling voor de financiering van dit
project met de World Bank for De
velopment te Washington. Met ruime
credieten zou er o.a. in Oostenrijk zeer
constructief werk verricht kunnen wor
den. Er is in het land een trek naar de
steden met als gevolg verlaten hofste
den. Onder de enorme groepen vluchte
lingen schuilen minstens 120.000 uitste
kende boeren. De conclusie ligt voor de
hand. Maar hoe deze mensen op de ver
laten boerderijen te plaatsen zonder geld
voor werktuigen, voor kunstmest, voor
zaden? De mogelijkheid moet onbenut
blijven liggen en het zou een goede mo
gelijkheid zijn, want Oostenrijk moet
thans veel agrarische producten impor
teren.
Op tal van terreinen is het Hoge Com
missariaat werkzaam. Vanuit Hongkong
krijgen 1800 van de 7000 vluchtelingen
in Shanghai volledige onderstand en
verzorging. Dat kost dit jaar zeshon
derdduizend dollar. Een groepje Poolse
vluchtelingen zwerft, slechter gevoed
dan hier de honden, door de Libanon
de vluchtelingenorganisatie moet bij
springen. Uit een kamp in Griekenland
komt als primaire wens: ontluizing. Een
vertegenwoordiger van mr. van Heuven
Goedhart is gisteren in Karachi aange
komen om daar een regeling te treffen
voor het afvoeren van zesduizend Tur
ken, die uit China naar Pakistan zijn
gevlucht. Bulgarije wijst 150.000 mensen
uit van Turkse origine en er komen er
nog 100.000. Van de Fordstichting in de
Ver. Staten heeft men 2,9 millioen dollar
voor een groot assimilatieproject, waar
mee men eens wil laten zien hoe er ge
werkt zou kunnen worden met voldoen-
Ter illustratie van het vluchtelingenprobleem heeft mr. Van Heuven
Goedhart bij zijn gisteren te Den Haag gehouden uiteenzetting over zijn
werk als Hoge Commissaris van de U. N. O. het historische verhaal ver
teld van een gezin in Oostenrijk, dat hij nu maar eens als de familie Meijer
aanduidde.
De familie Meijer is een vluchtelingengezin, bestaande uit man, vrouw,
twee kinderen en een oude moeder. Zij wonen anno 1952 in het ZESDE
deel van een schoollokaal in Wenen. Dit gedeelte is door touwen, waar
dekens over hangen, afgescheiden van de rest van het lokaal, waar nog
vijf andere gedinnen wonen, slapen, wassen, koken, eten enz.
De Meijers wilden natuurlijk zg spoedig mogelijk weg uit dit mise
rabele milieu zij zouden emigreren. Maar toen de Canadese selectie
commissie kwam, kon Meijer zelf met vrouw en kinderen geaccepteerd
worden, doch de oude moeder, neen, dat ging niet. Men ontdekte name
lijk op haar linker long een donkere vlek; zij had t- b. c. gehad.... De
familie Meijer was een goede familie: zij kon er niet toe komen de orde
moeder daar achter te laten en besloot, ondanks alle narigheid, te blij
ven.
Later kwam er een Australische selectiecommissie en de Meijers wer
den gesteld voor dezelfde moeilijke keuze, waar zij hetzelfde antwoord
op gaven. Er is nog een Amerikaanse en een Braziliaanse commissie
geweest en toen gaf Meijer het op. Het was kennelijk voor hem niet weg
gelegd om uit Wenen weg te komen.
Meijer moet nu aan het werk. Hij is een uitstekend timmerman. Als
deze man maar eenmaal een timmerwerkplaats heeft, dan ktm hij er
wel weer boven op komen. Maar Meijer heeft geen geld om te beginnen.
Daarom zit hij nu nog in het zesde deel van een klaslokaal van een
school te Wenen. En daarom is er geld nodig om de „assimilatie" van
deze vluchteling te financieren.
Er zijn twintig a dertig duizend Meijers, die geholpen moeten wor
den. Voor hen gaat mr. Van Heuven Goedhart als ,,'s werelds grootste
bedelaar" rond om geld bijeen te krijgen.
Mr. G. J. van Heuven Goedhart (rechts)
'in gesprek met Jacob Malik.
de middelen. In Italië is het eerste pro
bleem, dat men de baas moet worden,
de registratie van 25.000 vluchtelingen,
die ronddwalen naast de 15.000, die in
kampen leven. Men vind de ongeregi-
streerden alleen maar terug in de crimi
nele statistiekenEn zo kon men
verder gaan met een schier eindeloze
opsomming van menselijke ellende en
daartegenover een veel te bescheiden
lijst van hetgeen er gedaan wordt om
daarin verlichting te brengen.
Het apparaat van de Hoge Commissa
ris is zeer klein. In Rome een functiona
ris plus een typiste, in Bonn vijf men
sen inclusief de typiste men kan er
niet eens eenmaal per jaar alle kampen
bezoeken in Wenen drie krachten en
dat tegen de uiterst gecompliceerde ad
ministratieve problemen van verschil
lende bezettingsautoriteiten met ver
schillende systemen.... Neen, zegt mr.
van Heuven Goedhart, het geld blijft
niet aan de strijkstok hangen en hij
vraagt geld, veel, veel geld.
Twee Nederlandse duikboten, de
Zwaardvis en de Zeehond, zullen deel
nemen aan de Britse duikbootoefening
„Zomeroorlog", die de volgende week
ter hoogte van Noord-Schotland wordt
gehouden.
De Nederlandse vereniging sociale
zorg ^voor minder-validen „A V.O."
hield gisteren in het Grand-hotel te
Scheveningen de algemene ledenverga
dering. Onder de aanwezigen in de
ochtendbijeenkomst waren de minister
van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
de heer J. G. Suurhoff, en de heer J. C.
Sillevis, vertegenwoordiger van de com
missaris der Koningin in de provincie
Zuid-Holland.
Prof. dr. Van der Horst hield de her
denkingsrede, waarin hij er aan herin
nerde, dat het 31 Augustus 25 jaar ge
leden was, dat de vereniging destijds
genaamd „arbeid voor onvolwaardigen"
werd opgericht.
Uitvoerig ging hij in op de waarde
van 't zinvol bezig zijn, hetgeen voor het
werk ten behoeve van minder-validen
van grote betekenis is. Spr. constateer
de o.m, een gelukkige samenwerking
tussen de overheid en hetgeen door
particulier initiatief is tot stand ge
bracht. In dit verband werd de arbeid
ten behoeve van oorlogsslachtoffers ge
memoreerd.
Bij een opsomming van al wat de
A.V.O. in haar zegenrijk werk heeft ge
daan zei spr. o.m., dat in de tijd van
haar bestaan de vereniging meer dan
10.000 minder-validen aan arbeid heeft
geholpen.
De minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, de heer J. G. Suur
hoff, sprak vervolgens een gelukwens,
daarbij getuigend van de grote waarde
ring der regering voor het werk der
A.V.O. Hij merkte op steeds enig inner
lijk verzet te hebben gevoeld tegen de
oude naam der vereniging: arbeid voor
onvolwaardigen, een naam die thans is
losgelaten. Als mens immers zijn de
minder-validen evenwaardig aan de va
liden.
Bij de Stichting Landverhuizing Ne
derland is een verzoek binnengekomen
om Nederlandse afgestudeerden voor een
aanzienlijk aantal specialistische vaca
tures bij het departement van Landbouw
van de Unie van Zuid-Afrika.
De vacatures zijn op het gebied van de
biochemie, de landbouw-chemie, het na
tuurkundig bodemonderzoek, bodem-
microbiologie, spectografie, plantenphy-
siologie, phyto-pathologie, entomologie,
genetica en dierphysiologie. Ook worden
er werktuigbouwkundige en civiel-inge-
nieurs gevraagd. Van de candidaten
wordt verwacht, dat zij bereid zijn zich
voorgoed in de Unie te vestigen.
In November a.s. zullen Zuid-Afri
kaanse autoriteiten hier te lande de
sollicitanten, die zich voor deze vacatu
res aanmelden, ontvangen. Ook het
Zuidafrikaanse departement van Bos
bouw heeft Nederlandse academici ge
vraagd, wier sollicitatie reeds deze
maand werd ingewacht.
A Tiet zo vaak gebeurt het, dat een kinderboek een literaire beschouwing
l\ uitlokt. „Pippi Langstrump", een geesteskind van de Zweedse schrijfster
Astrid Lindgren, doet dit op grond van zijn eigenaardige humor, die vol
maakt in de kinderlijke verbeeldingswereld aanslaat en tevens uitdrukking
geeft aan een typisch hedendaags gevoel voor het absurde, waarvoor zowel
kinderen als volwassenen openstaan.
Zonder dit gevoel zouden een bepaald
soort moppen van de laatste tijd niet
zo'n opgang hebben gemaakt. Ik denk
bijv. aan de fameuze „paardenmoppen",
waarvan het kcmische door onze voor
ouders beslist niet zou zijn gesmaakt.
Men kent het verhaal van het paard, dat
de herberg binnenstapt, tegen de muur
opklimt, langs het plafond wandelt om
tenslotte bij de tapkast een glas donker
biër te bestellen. Het paard drinkt zijn
glas leeg, rekent af en verlaat, wederom
langs zijn vreemde weg, de gelagkamer.
Men voelt het krankzinnige der situatie
en men hóórt, hoe in de stilte, die te
midden der gasten gevallen is, deze si
tuatie om een ontwapenende formulering
vraagt.
„Daar begrijp ik niets van!" laat een
der aanwezigen zich ontvallen.
„Ik ook niet", antwoordt dan de her
bergier. „Anders bestelt-ie altijd licht
bier."
Wat wil hiermee gezegd zijn? Het
onmogelijke van de situatie wordt door
de antwoordgever gewoonweg gene
geerd. Het ongerijmde wordt als een re
gelmatige gang van zaken voorgesteld.
Als afwijking van de regel wordt enkel
te berde gebracht het feit, dat de klant
iets anders bestelde dan hij placht te
bestellen.
Een „wereld" is waar, inzoverre ie
mand haar als gerijmd kan aanvaarden.
Een „wereld" leeft, inzoverre iemand
haar in zichzelf ontdekt.
Een ongerijmde wereld wordt waar
gemaakt en tot leven gewekt door de
verteller van dit sterke paardenverhaal.
Door zijn pointe geeft hij aan iets onge
rijmds de schijn van gerijmdheid. Hij
dwingt ons tot aanvaarding van het ab
surde, door al onze verwondering af te
leiden naar een onnozel détail van het
verhaal: het feit dat er donker ge
dronken wordt in plaats van licht.
Gerijmd en ongerijmd doordringen
elkaar wanneer wij ons in onze verbeel
ding laten gaan. Denken wij er echter
even logisch bij na, dan onderscheiden
wij scherp het een van het ander.
Een kind maakt dit onderscheid nog
niet. Het stelt ook geen droom tegen
over werkelijkheid. Het denkt nog pri
mitief, nog prae-logisch. Het kent bij
voorbeeld geen verschil in rangorde
tussen mens en dier. Een diér, dat in
een verhaal sprekend en handelend als
een mens optreedt, heeft niets onge
woons. Wij, volwassenen, zijn het, die
dan aan een sprookje of een fabel den
ken, aan een dom verzinsel of een
verhaal met een moraal. Wij miskennen
dan echter het kind-in-ons; het kind dat
wij waren en ergens, heel diep weg,
blijven.
Trek van de jongste tijd
Ergens willen wij, dat al die vreemde
onderscheiden, ons door het logisch
denken afgedwongen, te niet worden
gedaan. In feite geschiedt dit in het
sprookje, het echte volkssorookje, over
welks wijsheid enorm veel te vertellen
zou zijn. Maar wij hebben geleerd, niet
meer in sprookjes te geloven. Voor de
prae-logische wereld van het kind en
zijn verhalen voelen wij ons te groot.
Maar aan de pointe van een grap, waar
in het absurde logisch bezegeld wordt,
kunnen wij ons even bevrijd overgeven.
De behoefte, aan het gerijmde .iets
ongerijmds en omgekeerd aan het onge
rijmde iets gerijmds te verlenen, is een
h-ek van de jongste tijd.
Men signaleert de trek in de moderne
letteren en wijsbegeerte, waar het ab
surde in alle ernst zijn naam verbonden
heeft aan die van de Franse auteur
Albert Camus. Men signaleert de trek in
de humor van nieuw-modische aardig
heden en in de zin-voor-onzin, die men
her en der in heel en half intellectuele
schertsgesprekken kan waarnemen. En
nu ontdekt men zelfs, hoe die trek het
karakter van een rechtschapen kinder
boek aangeeft.
Astrid Lindgren heeft met haar crea
tie van Pippi Langstrump het aanzijn
gegeven aan een kind, dat, in „absurde"
omstandigheden levend, een uiterst
scherpe werkelijkheidszin bewaart. Die
werkelijkheidszin doet dan vaak absur
der aan dan de omstandigheden, die men
als vanzelfsprekend leert aanvaarden.
Het effect is enorm, zowel op kinderen
als volwassenen. Kinderen vinden er hun
eigen wereld in. Hun eigen dromen
weerspiegeld in de „denkprestaties'' van
een ander. En volwassenen kunnen er
voor hun bestaan een heerlijk bewijs uil
het ongerijmde in vinden.
NICO VERHOEVEN.
Astrid Lindgren: „Pippi Langkous"
(Oorspronkelijke titel: „Pippi Lang
strump"). Uit het Zweeds vertaald dooi
Lisbeth Borgesius-Wildschut. Uitg. Born
N.V., Assen 1952.
Pippi Langkous
redt twee kinderen u'it een brandend huis:
Illustratie van J. Huizinga.
een nieuwe wereld geschapen, de we
reld van het bovennatuurlijke leven.
Door de ontkenning echter van Zijn
godheid wijzen wij Hem af als de Ver
losser en Zaligmaker van het mensdom
en de wereld, weigeren wij deel te
hebben aan de vruchten van Zijn lij
den, sluiten wij onszelf welbewust bui
ten Zijn eeuwig rijk en maken wij ons
het bereiken van onze eindbestemming
die naar Gods bedoeling voor ieder
mens dezelfde is geheel en al onmo
gelijk.
Aan de vraag over de godheid van
Christus kan geen mens vrijwillig zon
der de grootste schuld voorbijgaan
Wetens en willens hiertegenover een
neutrale of onverschillige houding
aannemen is absoluut onmogelijk.
Christus heeft dit bovendien zelf uit
drukkelijk vastgesteld: als wij ons niet
voor Hem verklaren, zijn wij nood
zakelijk tegen Hem. Een derde mo
gelijkheid bestaat niet. Dit is trouwens
ook goed begrijpelijk. Als God in Ziin
oneindige goedheid, zonder enige ver
plichting daartoe, besloot ons te ver
lossen van onze zelfveroorzaakte ver
werping en tot welk een prijs! dan
kan Hij niet toelaten, dat wij ons daar
van niets aantrekken. Dan moeten wij
ons uitspreken of wij Zijn onschatbare
weldaad willen aanvaarden of niet. Wij
zen wij Hem evenwel af, dan zijn alle
gevolgen voor eigen rekening.
Zo is deze vraag van Christus aan
de Farizeeërs de allergewichtigste, die
een mens in zijn leven ooit te beant
woorden krijgt. Voor ons, die het nooit
genoeg te waarderen geluk geschon
ken is het ware geloof te bezitten, en
die dus feitelijk het juiste antwoord op
deze vraag al hebben gegeven, is de
praktische kant ervan van het al
lereerste belang.
Als wij Christus als God erkennen, dan
moeten wij ons afvragen, of ons leven
ook met deze erkenning overeenstemt.
Het ligt toch voor de hand, dat God on
der geen enkele voorwaarde ermee te
vreden kan zijn alléén, „met de lippen te
worden geëerd". God, Schepper van he
mel en aarde, van alles wat leeft en be
staat, heeft het volste recht ieder schep
sel Zijn wet op te leggen. Hij heeft dat
gedaan en eist dan ook, dat ieder wezen
naar zijn eigen aard zijn eigen bestem
ming bereikt. De bestemming van de
mens is het, in trouw aan Christus' voor
schriften de heiligheid te bereiken door
het benaderen der gelijkvormigheid met
God. Deze heiligheid is gelijkbetekenend
met de gerechtigheid, die het doel is van
de christelijke zedenleer. Wij kunnen en
mogen ons daaraan niet onttrekken. Dat
is onze voornaamste taak hier op aarde.
Deze waarheid wil de H. Mis van mor
gen ons nog eens diep in het hart pren
ten. Die les is een grote genade van God'
Ze ligt voor ons voor het grijpen.
Niemand kan de omvang van de gees
telijke schade beseffen, die wij lijden als
wij onverschillig daaraan voorbijgaan.
Het kan immers de laatste kans op red
ding voor ons betekenen! L.
De minister-president, dr. diDrees en
de minister van Defensie, ir. C. Staf.
hebben zich bereid verklaard Woensdag
a.s. een delegatie uit het hoofdbestuur
van de bond van Nederlandse militaire
oorlogsslachtoffers te ontvangen. Onder
leiding van zijn voorzitter, de heer W.
Ch. J. M. van Lanschot, zal deze delega
tie eerst met minister Staf en vervolgens
met dr. Drees de thans bestaande en de
door de bond gewenste positie van de
militaire oorlogsslachtoffers bespreken
Dit zal geschieden aan de hand van het
rapport over deze aangelegenheid, dat
werd opgesteld door een commissie van
vooraanstaande deskundigen onder lei
ding van de heer E. Kupers.
Kort na Pasen 1953 zal een interna
tionale verkeerstechnische leergang in
Nederland, waarschijnlijk te Den Haag,
worden gehouden. Dit werd. besloten
tijdens een conferentie van afgevaar
digden van gedelegeerden van West-
Europese regeringen te Den Haag. De
organisatie van deze leergang, die vier
dagen duren zal, is opgedragen aan de
Kon. Ned. Toeristenbond, A.N.W.B.
Bij deze leergang zullen problemen
rond de verkeerstechniek en de ver
keersveiligheid ter sprake komen. Men
zou deze leergang een inleiding kunnen
noemen tot pogingen om een centrale
opleiding voor verkeerskunde in West-
Europa te stichten, zulks ter navolging
van de Amerikaanse opleidingen. die
zich de Yale-universiteit tot centrum
hebben gekozen.
De wereldorganisatie voor toerisme
en automobilisme O.T.A. heeft speciaal
de A.N.W.B. voor de leiding van de
internationale leergang uitgezocht, om
dat de nationale leergang te Delft van
dit jaar een groot succes was en vrucht
baar werkte. Te Zürich en Londen zijn
in navolging van Nederland eveneens
verkeerstechnische leergangen gehou
den.
Het streven om te komen tot een cen
trale opleiding van verkeersdeskundi-
gen is reeds uitgesproken in de econo
mische commissie voor Europa van de
Ver. Naties. In diverse landen, zo ook
in Nederland, wordt aan deze opleiding
een sterke behoefte gevoeld. De ge
dachten gaan uit naar een West-Euro
pees opleidingsinstituut.
De aanstaande leergang, die vier da
gen zal duren, zal, naar men verwacht,
een honderdtal practijkmensen uit
West-Europa bijeen brengen. Hier zul
len zij gebrek aan feitelijke kennis kun
nen aanvullen en verworven kennis
kunnen overdragen. Dergelijke leergan
gen zullen kunnen leiden tot een cen
traal opleidingsinstituut, dat nu nog
niet verwezenlijkt kan worden, omdat
leerkrachten nog niet te vinden zijn en
de feitelijke kennis over verkeerstech
niek nog te zeer is verspreid.
(Van onze correspondent)
Eerder dan andere jaren het geval
was, is Leiden thans reeds in 3 Octo-
berstemming. Vele winkels pronken met
feestelijk versierde etalages, waarin een
reproductie van een schilderij de ere
plaats gekregen heeft. Het zijn alle re
producties van Leidse meesters en het
is de bedoeling, dat het publiek raadt
wie de schilder is en hoe dat schilderij
heet. Om het niet te moeilijk te maken
wordt er in De Lakenhal thans een ten
toonstelling van Leidse Meesters ge
houden, zodat het publiek zich kan
oriënteren. Dit alles dient om de Lei-
denaren vertrouwd te maken met de
schone erfenissen der Leidse meesters,
aan wie de historische optocht van 3
October gewijd zal zijn. In opzet over
treft deze cortège alles wat Leiden de
laatste jaren gezien heeft; er zijn meer
dan 130 paarden voor nodig, 450 per
sonen en 500 muzikanten.
Het historische gedeelte van de op
tocht wordt geopend door Cornelis En-
gebrechtsz, vermoedelijk de eerste Leid
se schilder, die olieverf gebruikte. Daar
na komt Lucas van Leyden, de beroem
de schilder van het drieluik in de La
kenhal. gevolgd door de leermeester
van Rembrandt. Izaac Nicolaas van
Swanenburgh, Pieter van Veen, Joris
van Schooten en het St. Lucasgilde. De
ereplaats is voor Rembrandt van Rijn,
waarvan het huwelijk met Saskia wordt
uitgebeeld, evenals enige figuren van
de Nachtwacht, de Staalmeesters en
verschillende Oosterse figuren, die Rem
brandt tot model gediend hebben.
Het bestuur van de 3 October-vereni-
ging streeft er ieder jaar naar de tra
ditionele programma-nummers af te
wisselen met iets nieuws. Als zodanig
mag genoemd worden de grote lucht
vaarttentoonstelling van de Marine
Luchtvaartdienst op het Pieterskerk-
plein. Van de vaste nummers baart de
Advertentie
Vertaald
door
J. W. HOFSTRA
18
Zou hij haar enkel op hebben laten
blijven om over dit oude onderwerp,
haar houding tegenover haar moeder,
te praten. Opgelucht zei ze gemeend:
„Ik zal proberen om aardiger te zijn".
„Dan is er nog iets, Clara. Je groot
moeder. Ze zal nu een moeilijk leven
krijgen."
zei ze:
Zonder er verder bij na te denken
,.U bedoelt zeker door moeder?" Hij
fronste.
„Dat bedoelde ik helemaal niet
Schaam je".
„Neemt U mij niet kwalijk."
„Oma heeft nooit veel geluk in haar
leven gekend. Nu ze weduwe gewor
den is, heeft ze practisch niets meer
om voor te leven. Ze is zo roerend
dankbaar voor ieder ogenblik dat je
bij haar bent."
Clara begon meer dan ooit naar de
dag te verlangen dat ze terug naar
school zou kunnen gaan. Hoewel de dis
cipline er streng was en elk ogenblik
van haar tijd uitgestippeld was en on
der controle stond, voelde ze zich daar
vrij. In de tijden dat er stilte moest
heersen in het klooster, kon het ge
heimzinnige wezen ademhalen en
groeien. Thuis betekende stil zijn dat
je zat te mokken. Hoe vol of leeg
iemands gedachten ook waren, er werd
van je verwacht dat je altijd maar be
reid was een gesprek te voeren. Ze
vergat een ogenblik alles om zich heen
en zei hardop:
,,'t Moet soms een zegen zijn doof te
zijn."
Hij staarde haar aan.
u beste geval zou dit nog een
erg brutale opmerking zijn. Maar nu
mijn vader hier dood ligt
„O," viel ze hem in de rede, „ik was
helemaal vergeten dat grootvader ook
doof was. Ik dacht echt niet aan opa.
Trouwens aan Oma ook niet."
Claude's neusvleugels trilden van er
gernis.
„Nee, dat is duidelijk. En aan niets
wat ik je vanavond heb gezegd heb je
enige aandacht besteed. Je schijnt aan
niets anders dan jezelf te kunnen den
ken."
„Heus, Pap, zo bedoel ik het echt
niet."
„Ga maar naar bed, Clara. Neem me
niet kwalijk dat ik je opgehouden heb."
Ze probeerde wat te zeggen, maar ze
kon haar trillende lippen niet in be
dwang houden. Ze begon onverhoeds en
plotseling luid kinderlijk te snikken.
Ze snikte een tijdje zo hevig dat ze niet
bemerkte dat hij op haar toe kwam en
zijn hand op haar haar legde.
„Clara, kindje." zei hij zachtjes en
wat verlegen, „Clara, liefje."
Ze liet zich door Hem troosten, maar
wilde niet tegen zijn schouder leunen.
Ze hield zich stijf en frommelde met
haar zakdoek, evenzeer op haar hoede
als een dier dat zich uit vrees aan lief
kozingen onderwerpt.
„Huil Tnaar niet meer." Hij lachte
flauw. Misschien moet ik wel zeggen
dat je eens uit moet huilen. Ze zeggen
dat dat helpt."
Ze snoot heftig haar neus èn wreet
met haar vuist over haar ogen. Haar
voorhoofd zat vol rode vlekken en haar
oogleden waren gezwollen alsof ze door
wespen gestoken waren. Clara had nooit
anders dan zo onhandig en met plotse
linge hevigheid kunnen huilen.
Ze hapte naar adem en zei: ,Ik vind
huilen afschuwelijk."
„Je moet niet beschaamd zijn voor je
gevoelens, kind. Ze zijn niet misplaatst
en heel natuurlijk. Je hield immers erg
veel van hem?"
Ze kreunde inwendig. Dacht hij nu
werkelijk dat ze om haar grootvader
huilde? Er zat niet anders op dan te
knikken en te mompelen:
„Reuze veel."
Hij ging weer aan zijn bureau zitten.
Hij nam een van de drie pennen uit
de houder voor hem en stak die telkens
weer in gedachten tussen de loden ko
geltjes.
„Hij was geen gewone man," zei hij
zacht. Hij was in alles veel te verfijnd
voor het leven waarvoor hij eigenlijk
bestemd was. Toen ik klein was zag ik
altijd een vermomde prins in hem."
Clara had haar tranen nu in be
dwang. Ze wist dat ze nu niet meer zou
beginnen te snikken. Maar ze voelde
zich geslagen en kon verder alleen
maar haar best doen om genade te krij
gen.
„Ik heb maar één keer een prins ge
zien. Dat was de vader van Hedwig van
Eisensnach. Ik was vreselijk teleurge
steld. Hij was klein en dik. Een prins
moet er uitzien als grootvader." Ze was
gemeen, zei ze tegen zichzelf, toen ze
haar vaders gezicht zag verhelderen.
Ze had niets gezegd over de ondefi
nieerbare eigenschap van die kleine
dikke man in vergelijking waarmede
haar grootvaders knapheid en zijn be
faamde goede manieren toch alleen
maar prullerig aandeden.
„Het idee, dat jij met een echte prin
ses op school was, vond hij zo heerlijk,"
zei Claude. „Ik kan het vaak zelf nau
welijks geloven, als ik aan mijn eigen
jeugd denk."
„Ze was heus helemaal niets bijzon
ders. O ja, ik weet wel wat u bedoelt.
Ik vind het zelf ook wel gek. Iedereen
is wel vreselijk aardig tegen me, maar
ik voel dat ik er toch eigenlijk niet bij
hoor."
Ze keek benauwd naar hem terwijl
ze zich afvroeg of ze misschien weer
iets verkeerds gezegd had.
„Misschien was ik ook wel mis," zei
hij. Misschien had' ik je beter niet op
een school kunnen doen met kinderen
die uit een zoveel beter milieu komen.
Vanaf het moment dat we katholiek
werden, was het mijn ideaal je naar
Mount Hilary te sturen. Maar of het
wel verantwoord was? Ik zou geen
raad weten als je op z ij n familie ging
neerkijken, of op die van je grootmoe
der."
„Ik ben dol op de tantes en op oom
John Hoadley. En op Blaze. O. op een
heleboel van hen," zei ze ontwijkend.
„Ik reken er op dat ie je zó aardig
en natuurlijk mogelijk zal gedragen
Donderdag. Tegen iedereen, zelfs tegen
tante Louise en neef Horace. Ik geef
toe dat ik die twee zelf ook niet zo
verschrikkelijk graag mag."
„Doe ik dan altijd zo onaardig tegen
ze?" vroeg Clara met een zucht ter
neergedrukt bij het idee dat ze zó aar
dig en natuurlijk mogelijk zou moeten
zijn. Ze wist nooit precies hoe dat eigen
lijk was.
„Nee, natuurlijk niet. Ik wou alleen
maar vragen of je dit keer eens bijzon
der je best wou doenvoor 'hem.
Donderdag zal een heel erg moeilijke
dag voor je moeder zijn. Je kent haar
gevoeligheid. Ze is erg kwetsbaar."
„Ik begrijp het," zei ze, zich realise
rend dat hij een beroep 0p haar deed.
Ik zal mijn beste beentje voorzetten."
In weerwil van alles kon ze een
geeuw niet onderdrukken.
(Wordt vervolgd).
uitdeling van haring en wittebrood he
bestuur dit jaar grote zorgen, zowé
organisatorisch als financieel, omdat he
overweldigende aantal van 13.000 Lei'
denaars zich heeft laten inschrijver
voor deze traditionele 3 October-gave
Verleden jaar werd met bijna 8.000 eer
nieuw record gevestigd, dat a.s. Vrijdaj
grandioos gebroken dreigt te worden.
(Eigen bericht)
De eiyaring. welke de regering in di
afgelopen winter heeft opgedaan me
subsidiëring van schilderwerk, waar
door de winterwerkloosheid in die tal
van bedrijf aanmerkelijk lager blee
dan anders het geval geweest zou zijn
heeft de ministers van Sociale Zakei
en van Wederopbouw en Volkshuisves
ting aanleiding gegeven in de ko
mende winter ook aan het gewone bur
gerwerk een stimulans te geven doo
toekenning van een subsidie. Deze sub
sidie is gekoppeld aan woningverbete
ring en woningsplitsing.
Behalve de daarvoor geldende subsi
dieregelihgen (resp. Terlingen-fonds ei
Rijksregeling) zal in de komende maan
den een zesde deel van de totale kostei
van woningverbetering of woningsplit
sing als subsidie kunnen worden toe
gekend.
De hoofdredacteur van de „Nieuwe Rot
terdamse Courant", Mr. M. Rooy heeft i
een rede te Providence in de Verenigd
Staten verklaard, dat vele Europeane
„ontsteld" zijn over de toespraak va
generaal Eisenhower voor het Amerikaar
se Legioen. Eisenhower hield in deze toe
spraak een pleidooi voor militaire actie
ter bevrijding van Oost-Europa. „Vele Eurc
peanen", aldus Mr. Rooy, „beschouwen de)
gelijke uitlatingen als provocatief. E
Amerikanen moeten beseffen, dat Euror
bij een komend wereldconflict op de a
lereerste plaats gevaar loopt en dat et
Russische verovering het einde van c
Europese beschaving kan betekenen. Zc
als men zijn militaire geheimen niet prij<
geeft, moet men ook zorgen, dat onze vej
klaringen inzake buitenlandse politiek ni<
een boomerang worden", zei Mr. Roo
„De Russen denken alleen in hun eigt
systeem en menen, dat iedere openba)
verklaring in dit land ook noodzakelijk c
goedkeuring der regering wegdraagt. Daa:
om geven dergelijke verklaringen als d
van Eisenhower en Dulles ons zorg" ve
klaarde de Rotterdamse hoofdredactei
tot slot van zijn rede, die werd uitg
sproken tijdens een lunch van de Ra*
voor Wereldzaken van Rhode Island.
18 October zal het St. Elisabeth-zi'
kenhuis te Semarang 25 jaar bestaa
Gedurende de jaren 19451951 zijn ve
honderden Nederlandse militairen
dit ziekenhuis verpleegd. Uit de rijf
der oud-militairen en van oud-inwone
van Semarang, die thans in Nederlar
verblijven, is een comité gevormd, d
het ziekenhuis ter gelegenheid van h
jubileum een blijvende herinnering v.
aanbieden. De opzet is, een röntgen-b
stralingstoestel aan te schaffen, waa
aan grote behoefte is. Uit de resultatf
van de actie zal evenwel moeten bl
ken. of dit doel te verwerkelijken
In het actiecomité hebben o.a. zittii
genomen dr. J. K. W. Neuberger, on
geneesheer-directeur van het zieke
huis, maj.-aalmoezenier P. C. Groene
dijk en de heer J. Blom te Baarn, ou
patiënt, die als secretaris-penningmee
ter optreedt. (Girorekening van
Ned. Handelsmij. agentschap Baarn, r
183963, ten gunste van J. Blom, Laa
straat 28, Baarn).
Ere-voorzitter van het actie-comité J
generaal-majoor B. D. D. R. A. vi.
Langen, oud-chef generale staf Indonj
sië en oud-commandant T-brigac
Voorts is er een comité van aanbev
ling gevormd.