„Hé daar, we hebben U zo juist we getorpedeerd W H Nederlandse speelclub in Baarle-Hertog gestart Is de opzet van Bretton Woods mislukt? Introductie van de dier-psychiater =7 w dat Alles voor het ogenblik vadertje rollen gaat" Fiscale adder onder het gras Wensen bij een lustrum E Wereldbank strijkt met de eer I' D Vijf dagen onder de Dannebrog Toch het plan- Speidel? ■rar FINANCIËN EN ECONOMIE 666 ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1952 PAGINA 5 Liturgische weekkalender De „Sibajak" naar Nieuw-Zeeland Met 952 emigranten MW MW ML, J 6566 6666 5665 6c3 Medisch standpunt Deze week: Int. Mon. Fonds spreekt voor dovemansoren Audiëntie 55 (Van ónze speciale verslaggever) Nee, Dannebrogs zijn geen volksstam ergens aan de Jammerbocht. De Dan nebrog is de Deense vlag, de rode vlag met het liggende witte kruis van het oudste en kleinste Koninkrijk van Europa, de vlag, welke Koning Waldemar, de legendarische held, in het heetst van de strijd uit de hemel kreeg aangereikt. Die vlag is vijf dagen lang ónze vlag geweest tijdens de slolphase van de N.A.T.O.-oefening „Main Brace" in de Noorse en Deense wateren. Spitse geesten hebben dat Main Brace vertaald door Grote Bras, maar dat is natuurlijk zinloos bij een codewoord. Is ooit iemand op het idee gekomen, de Operatie „Overlord" tijdens de tweede wereldoorlog aan te duiden als Operatie Boven meester? Onze Dannebrog zat doorgaans opgeborgen in een tasje van zeildoek onder aan de vlaggestok op het hek van Hans Dankse Majestats Potskib „Aegir", aan boord waarvan wij de gast zijn g'eweest, maar werd ontplooid tijdens het oponthoud in de fjord voor Bergen en Stavanger en later te Frederikshaven in Noord-Jutland, waar wij tenslotte van boord zijn gegaan. Tijdens de vaart woei er een klein Dannebrogje onder de oorlogswimpel hoog van de mast, welke laatste op een marineschip van onze tijd, met alles wat er aan en op zit, draait en roteert, veel weg heeft van een surrealistische kerstboom of de totempaal van de een of andere technisch-reli gieuze secte. ••'"A ■V.vV V-'"v Naar die mast van de „Aegir" hebben Wij in de vijf dagen, dat wij flaneerden over het zonnige dek, vaak omhoog ge blikt, naar heel de apparatuur van radio en radar, in onze dagen de voelhorens en ogen, niet alleen voor navigatie, maar van de oorlogvoerng ter zee wel heel in het bijzonder. Daarvan moest het komen wisten wij, het nieuws van deze operatie, onze ervaringen, het avontuur, en dat is tenslotte gebeurd ook. Laat op een avond viel daar de vriendelijke mededeling binnen: „Hé daar Aegir, wij hebben u zo juist getorpe deerd". Zo ongeveer als het aanklampen onderweg door een straatfotograaf: Wij hebben u zo juist gefotografeerd. Het laatste is dan niet waar, de man wil het alleen doen als u daarmee instemt, hij zegt het maar om u met de idee vertrouwd te maken. De mededeling van de onzichtbare duikboot, die naar later bleek tussen ons en ons escorte, ens scherm van begeleidende fregatten, was ingeslopen, bleek evenmin juist, ook maar bij wijze van spreken. Nie mand aan boord die er iets van geweten had, behalve de radiotelegrafist, die de mededeling ontving, en „de brug", aan wie hij haar had doorgegeven. Wij, in de avondlijke messroom, gingen rustig voort met pokeren of namen argeloos r.og een stukje smorrebrod of een an dere lekkernij uit de altoos gulle keu ken van Moeder „Aegir". Toch waren wij wel degelijk getor pedeerd: een groot gat in de boeg, be sliste het hoofdkwartier te Oslo. En wij moesten netjes vaart minderen en tenslotte ons van ons convooi losma ken, rechtsomkeert naar Stavanger om te „repareren." De rest ging door be houdens één Noors fregat, dat in onze huurt bleef als de herdershond bij een ongelukkig, geblesseerd schaap. Later kwamen wij aan de weet hoe het die Oranje-duikboot was gelukt ons zo prompt te vinden, varende als wij nog waren op dat ogenblik tussen de veilige eilanden voor de kust. Zij moet rustig het Blauwe hoofdkwartier hebben opgebeld, waar men haar op haar verzoek alle inlichtingen gaf om trent de route, welke ons convooi vol gen zou. Een flauwe grap, zult U zeg gen, maar zulke dingen komen bij manoeuvres voor en misschien ook wel in werkelijkheid, in welk laatste ge val men spreekt van intelligence ser vice. Kust als een Trilogie In elk geval, ze hadden ons te pakken, en dat is de enige gebeurtenis gebleven, de moeite van het boekstaven waard, tijdens heel de vijfdaagse vaart, ook al kwam Captain Linde, onze comman dant, de grote, grijze zeekijker onaf scheidelijk voor de borst, en om te zien een wonderlijke kruising tussen Willy Walden en Simon Vestdijk, elke mor gen een langdurige uiteenzetting geven in de messroom voor de Deense en Noorse collega's aan boord en voor ons, die er geen syllabe van verstonden. Verder zaten wij aan de smorrebrod- tafel en aten zeer uitgebreid, daalden af om te slapen in °ns Egyptisch ko ningsgraf. telkens de wachters wek kend, die lagen te dommelen op de hermetisch gesloten luiken, welke zij dan haastig voor ons openden, of wij zaten in de zon aan dek en keken naar de eindeloze Noorse kust in het verschiet, een echte Godenschemering-, Nibelungen-, Macbeth-kust, een kust als de Trilogie van Gulbransson, rotsen en bergen en bergen en rotsen en de winden maar waaien zonder end. Wij werden er vakerig van als een dui zendjarige Troll, geeuwend --in zijn eeuwig zingend bos. Maar mooi was het toch wèl. zoals de zee prachtig was, staalblauw, een schuimende deining, plonzend en bruisend langs boord, of van het teerste watergroen, dat wij voor onze kust niet kennen, onder wol- ke.ischaduwen verkleurend tof paars en violet. Maar verder is zo'n vloot-ma- noeuvre eigenlijk doodvervelend. Er gebeurt niets. Geen paffen en knallen, geen mondingsvuur of rookgordijn. Wanneer zich al eens een vliegtuig vertoont, beginnen de Fra Diavolo-trompjes van het lucht doelgeschut nerveus te zwichten en te zwenken, maar alles stom en geluidloos, onwezenlijk, niet echt. ZONDAG 28 September: 17de Zondag na Pinksteren; Mis v. d. dag; 2 H. Wenceslaus; 2 tot alle heiligen; Credo: prefatie v. d. H. Drievuldigheid; groen. MAANDAG: Kerkwiidingsfeest v. d. H. Michael; eigen Mis; Credo; gewone pre fatie: wit. DINSDAG: H. Hieronymus, belijder, kerk leraar: Mis In medio; Credo; gewone pre fatie; wit. WOENSDAG: H. Remigius, bisschop, be lijder; Mis Statuit; 2 tot alle heiligen: 3 naar keuze; gewone prefatie; wit. Haar lem: H. Bavo, belijder: eigen Mis; Credo: gewone prefatie; wit. DONDERDAG: H.H. Engelbewaarders: eigen Mis; (Haarlem: 2 H. Bavo); Credo; gewone prefatie; wit. VRIJDAG: H. Theresia v. h. Kindje Jezus; maagd; eigen Mis; (Haarlem: 2 H. Bavo; Credo); gewone prefatie; wit. Ook: Eer ste Vrijdag v. d. maand: Plechtige votief- mis ter ere van het H. Hart; Mis Cogita- tiones; Credo; prefatie v. h. H. Hart; wit. ZATERDAG: H. Franciscus, belijder; eigen •Mis; (Haarlem: 2 H. Bavo; Credogewone prefatie; wit. ZONDAG 5 October: 18de Zondag na Pinksteren. Mis v. d. dag. 2 H.H. Placidus n gezellen 3 tot alle heiligen; Credo; pre trial V' ij'»11!, Drievuldigheid; groen, lellen 01 3 H'H' placIdus en ge- De enige afleiding bleef het tiere lieren van de bootsmansfluitjes, gevolgd door voor ons onbegrijpe lijke commando's in de scheepsra- dio, en dan natuurlijk het ver trouwde hoornsignaal voor het Het duikboot-moederschip „Aegir", de grootste eenheid van de Deense vloot, aan boord waarvan wij aan de NATO-oeferting „Main Brace" hebben deelgenomen. De „Aegir" is een naamgenote van de Gro ningse studentenroeivereniging, die het schip onlangs tot erelid heeft benoemd- In de hut van de commandant, captain Linde, prijkt een Nederlandse vlag, hem bij die gelegenheid door een deputatie van Groningse studenten aangeboden. Het Ceres-monument van de beeldhouwer Mogens Böggild in de Deense stad Aarhus, bedoeld als verheerlijking van de vruchtbaarheid. schaften, dat ons altijd weer welge moed ter messroom deed snellen om te zien wat die Deense scheeps kok nu weer voor liflafjes had ver zonnen. De eerste avond aan boord riep de dokter ons bij zich en over handigde ons in zijn hut ons rant soen: een grote fles whiskey, een dito sherry en tweehonderd siga retten, alles belastingvrij voor een koopje. Maar, zei hij er nadrukke lijk bij, dat moesten wij allemaal opdrinken en oproken vóór wij terug aan wal gingen, want de Deense douane was daar scherp op. Het is het enige doktersbevel in ons leven geweest, dat wij niet hebben opge volgd. Integendeel, wij hebben hem tot zijn niet geringe verbazing de flessen maar weer teruggegeven. Later echter, in uren van verve ling, hebben wij begrepen waarom onze Skandinavische collega's zich zo dikwijls in hun hut plachten te rug te trekken. Hoe dan ook, wij hebben het niet slecht gehad, aan boord van het Deense oorlogs schip. De Chief-Officer, Jan Bonek, kwam van Amager, en beroemde er zich op van Nederlandse afstamming te zijn, op Amager bij Kopenhagen immers bevond zich de ne derzetting van Hollandse warmoezeniers tij dens Christiaan de Tweede in de zestiende eeuw. Deze Koning van Denemarken, Noor- wégen en Zweden is herhaaldelijk in ons land geweest. Pompejus Occo te Amsterdam was hier zijn factor en bankier. De weg naar de toen reeds machitge koopstad aan het IJ werd hem gewezen door Sigbritta, moeder van 's Konings geliefde, die als Sy- brecht Willemsd. doodarm in Amsterdam was geboren en later in haar onderhoud voorzag door fruit langs de huizen te ven ten. Aan het Deense Hof wist deze avon tuurlijke vrouw grote invloed op de Koning te krijgen, welke zij ook na de plotselinge dood van haar dochter Duifje, die als Du- veke het hart des konings gestolen had, be houden zou. Door haar toedoen werden Am- aterdamse kooplieden verzocht naar Dene marken te komen, met wier kennis en vele handelsbetrekkingen de koning heeft getracht de invloed der Hanze in zijn rijk te breken. In het bijzonder heeft de voor name Pompejus Occo, die de Koning meer dan eens in zijn huis „Het Paradijs" aan de Kalverstraat ontving, in hoog aanzien bij hem gestaan. Hij voorzag niet alleen in de nodige geldmiddelen van de vorst, maar in elke voorkomende behoefte, van de leve ring van buskruit, klinkers en kaas tot een minnemoer toe voor 's konings jonggeborene. Kleine strubbelingen Toen de „Aegir" na haar Noorse avon- tuur tenslotte in Frederikshaven aan- kwam, afgelopen Zor.dag, de dag dus voor de grote landing op Jutland, meer de zij naast de Nederlandse mijnenveger „Oosterschelde". Daar hebben wij na on ze ontscheping onmiddellijk een bezoek gebracht, gastvrij ontvangen door de commandant, de luitenant ter zee tweede klasse J. H. Mendels. Na akvavit en Tu- borg-bier proefden wij hier weer choco mel en het deed ons toch goed na al dat getak tak, ikke en og van de Deense conversatie de zacht rollende r's te ho ren uit de mond van de Indische „Hof", uit wiens kombuis de Zondagse geur van nasi goreng weldadig tot ons door drong; de eigen, vertrouwde wereld. De „Oosterschelde" behoorde tot het flottil- le Nederlandse mijnenvegers (officieel 121e squadron) dat had deelgenomen aan het operationeel mijnenvegen in het watergebied voor de kust bij Kaap Ska- gen, waar tenslotte Maandagmiddag de landing is uitgevoerd. Eerst hadden de Amerikanen hier hun eigen mijnen vegers heen gezonden, die echter met Duitsers waren bemand, hetgeen men te Frederikshaven „niet nam". Er zat toen niets anders op dan deze mijnenvegers terug te zenden en door Nederlandse en Engelse te vervangen. Dit was zo een van die kleine strubbelingen in de N.A. T.O.-gemeenschap, zoals ook op de Lo- foden moeilijkheden zijn ontstaan, waar gelande Canadese eenheden slaande ru zie hebben gekregen met de weinig toe gankelijke eilandbevolking. Overigens schijnt alles wel in de beste harmonie te zijn verlopen. In Deense kringen hebben wij de me ning beluisterd, dat liier wel degelijk sprake is geweest van uitvoering van het zgn. Plan Speidel, ontworpen door de voormalige stafchef van maarschalk Rommel, thans militair adviseur van Adenauer. Het plan dus, dat in tegenstelling tot het Franse, dat aaneengesloten linies verdedigen wil de tegenaanval organiseert vanuit enkele bastions, zoals Jut land, Zuid-Beieren en de vesting Holland. De landingsoperatie op Jut land zou hier de bevestiging van zijn. Wij willen ons niet in strategi sche beschouwingen begeven; slechts één ding is echter opmerkelijk, ook weer bij deze oefening; de openlijk heid, waarmee dit alles tegen Rus land is gericht, de met 100 pet. zeker heid aanvaarde vijand, iets wat bij manoeuvres in de goede oude tijd wel heilig verzwegen placht te wor den. Alles wat nu ondernomen wordt, is uitsluitend gericht op het moment, wanneer „Vadertje rollen gaat", het ogenblik dus, dat deze tot zijn bloedrode legioenen zeggen zal: „Jongens, het most nou maar eens weze". De landing van de „ledernekken", de Amerikaanse élite-troepen, in het Noord- Oosten van Jutland, is. overigens wel de meest indrukwekkende manoeuvre ge weest, die wij ooit hebben aanschouwd, ondanks het feit, dat ook hier al het extra spectaculaire werd vermeden en zelfs het verwachte element van massale luchtactiviteit ontbrak. Wij hebben er Jutland bij leren kennen, de streek tus sen Jammerbocht en Skagen, later de Limfjord, Aalborg, Aarhus, Fredericia. Ooit hebben wij,tijdens de kostschool studie, veel kostbare tijd verdroomd op onze atlas, ook op de kaart van Jutland. Daar zijn wjj vaak door Paters-surveil- lanten streng om berispt, maar nu had den wij er voordeel van: terwijl bij de meesten om ons heen Jutland een schim mig begrip bleek, waren voor ons zijn details en contouren visuele realiteit. Snuifje Denemarken Dat snuifje Denemarken is weer leerzaam geweest. Een marine, on danks Tordenskjold, zonder traditie, een volk, dat de gedachte aan vechten sinds de Düppeler Schansen van 1864 volkomen is ontwend. De hele levens atmosfeer heeft er trouwens iets eigen aardig weeks, ondanks de hang naar monumentaliteit in de vele, vele standbeelden en monumenten, alom in de grote en kleine steden. Een week golvend landschap overal, dakenrood en witgekalkte muren juist iets te lief lijk, zonder de romantische schoonheid van b.v. Zuid-Limburg en nergens weerbarstig, heroïsch. En dat zijn ook de mensen, ondanks al hun charme, dat is er de keuken, dat is haast alles in de samenleving; een beetje week, vermaterialiseerd. Daar zullen ook wij ons voor moeten hoeden, gekortwiekt Rijk, dat wij geworden zijn, wanneer wij al te veel aan Vader Drees zouden gaan doen. Bovendien ontstellend ver- heidenst, dit land, en met één blik in de couranten-kiosken, zonder behoefte aan statistische details: met bitter wei nig scrupules meer. Niet daarom alleen was het, dat men in de vroege ochtend, vanuit de vensters van de Nord-West Express, het eigen land weer met blijdschap begroet: wat is het licht hier toch anders dan waar ook, met welk een innig welbehagen geniet men het landschap, de ruigte van de Veluwe zo goed als de ruimte van de polder van een gans eigen, frisse schoon heid, de hemel in het water en het gras zo groen als nergens wellicht ter wereld. FRED THOMAS De juridische puzzle, die het probleem van de Belgische enclave in Nederland al zo vaak gebleken is, heeft de leden van de voormalige speelclub „Aristo" geïnspireerd tot het vestigen van een vereniging voor liefhebbers van het kansspel in het Belgische Baarle-Hertog aldaar. Sinds gisteravond prijkt op het café „Monty" een zwart marmeren bordje, waarop met gouden letters ge schreven staat „Cercle privé Arcadia", strikt besloten club. Hiermee ij dus de lijst van juridische vraagstukken op dit gebied weer met één uitgebreid. In Nederland zijn de zogenaamde speelclubs verboden, van Belgische zijde heeft men zich niet verzet tegen de vestiging van' een Nederlandse speel club, wier leden uitsluitend Nederlan ders zijn op Belgisch territorium. Bel gen mogen niet in de vereniging wor den opgenomen en in België woonach tige Nederlanders slechts als zij tenmin ste dertig kilometer van Baarle-Hertog afwonen. België eist echter wel een be lasting van de vereniging en hier schuilt waarschijnlijk het gevaarlijkste addertje onder het glibberige gras van deze speelclubgeschiedenis. Nederlan ders immers gaan op Belgisch grondge bied, maar zonder officieel de Neder landse grens overschreden te hebben, baccarat en roulette spelen. Zij winnen of verliezen dus geld van en aan land genoten, maar moeten voor dit genoe gen in België belasting betalen. En nu luidt de vraag: hoe is dit mogelijk zon der in strijd te komen met de Neder landse deviezen-bepalingen, want het is niet aan te nemen, d de Nederlandse regering officieel verlof geeft voor deze betalingen. Tegen het spelen als zoda nig zal strafrechtelijk vermoedelijk niets te doen zijn. Juridisch heeft Ne derland in de Belgische enclaves geen enkele zeggenschap. Fiscaal zal België wel geen enkel bezwaar maken zolang de verschuldigde belastingen, die 3,85 pet. van de inzetten voor baccarat en 2,2 pet. van die voor roulette bedragen, betaald worden. Men zoekt op het ogenblik nog, aldus de secretaris van de nieuwe club, de heer L'Escalier, naar een legale oplos sing van dit vraagstuk- In afwachting van het vinden van deze weg is de club gisteravond echter maar vast gestart, al wandelt men dan ook volgens de eigen woorden van het bestuur langs de rand van de afgrond. Naar schatting een 25-tal leden van de club. allen ex- leden van het voormalige „Aristo" uit Den Haag, waren gisteren naar Baarle gekomen om hun kanj te wagen. Om te beginnen, aldus weer de secretaris, heeft men uitsluitend ex-leden van „Aristo" aangetrokken- Voor nieuwe leden geldt een ballotage-voorschrift, want men wil ten eerste dat de club een zekere standing behoudt en ten tweede dat de leden personen zijn die spelen van hun weelde, niet van hun armoede. Hierop wordt een zekere con trole uitgeoefend, verzekerde de heer L'Escalier aan de pers, die in groten getale aanwezig was. Voorlopig wordt uitsluitend gespeeld op Vrijdag. Zater dag en Zondag. De opbrengst zal, aldus het bestuur, gedeeltelijk ten goede ko men aan liefdadige instellingen. In het afgelopen jaar heeft „Aristo" zevendui zend gulden afgestaan ten behoeve van charitatieve instellingen. Het ligt zeker in de bedoeling, zo zeide de heer L'Es calier, zo mogelijk ook Belgische lief dadige instellingen van de winst te laten profiteren. Vrijdagmiddag is uit Rotterdam het m.s. „Sibajak" van de Koninklijke Rot- terdamsche Lloyd vertrokken. Het schip zal via Curagao en het Panamakanaal 952 emigranten, onder wie zestig kinde ren, naar Nieuw-Zeeland brengen. De geestelijke verzorging gedurende deze reis berust bij pater P. C. Mul uit Oister- wijk, die Wellington als standplaats zal krijgen. Met dit schip reist o.m. mee ir. H. de Bruijn, de Nederlandse emigratie-attaché in Nieuw-Zeeland, die naar zijn stand plaats terugkeert,, waar hij tevens als landbouw-attaché zal optreden. Hij deel de mede, dat het aantal Nederlandse emigranten voor Nieuw-Zeeland voor het volgend jaar tot drieduizend is te ruggebracht. De voorkeur gaat uit naar geschoolde handarbeiders in de metaal industrie, ongehuwde meisjes en, zoals hij het uitdrukte, „bona-fide landbou wers". -1 r ELKE OAG GAAN ONGEVEER 235.000 MENSEN UIT; Z'J BESTEDEN DAARVOOR DAGEL'JKS ONGEVEER EL. 185.000! AANTAL BE20EKEBT 0 0.S0 VOO 1.5B 2.00 SPORT 5.157 TONCEC «301 MUS EER ELABTSBEW. BESTEED BEOMC 30.141,?» 15.939,6*. (Vervolg van pag. 1) Indien men, indien de katholieke jeugdraad erin slaagt de sportbeoefe ning in de meest brede zin van dit woord te maken tot een van de belang rijkste middelen in de katholieke jeugdopvoeding dan zal zij daarmede niet alleen aan Katholiek Nederland maar aan heel ons Nederlandse volk een dienst hebben bewezen van onver gankelijke waarde. Wij zijn ervan overtuigd aan de jube- laresse een voortreffelijk geschenk te bieden, indien wij zouden kunnen be reiken, dat katholieke sportverenigin gen, dat vele katholieke ouders, dat vele die in de opvoeding onzer jeugd op welke wijze dan ook verantwoorde lijkheid dragen, zouden tonen in te stemmen met deze conclusies, en ze daardoor dichter bij een verwerkelijking zouden brengen. en tweede wens onzerzijds kunnen wij helaas nog niet gronden oo beschouwingen of stellingen in dit DUX-nummer of op andere uitin gen tot nog toe in de Katholieke Jeugd raad waargenomen. Wel de fundamen tele gedachte. De beschouwing van drs Zwijenberg getuigt waarlijk van een brede en diepe visie op het probleem van jeugd en stand. Het is jammer dat drs Zwijenberg niet evenals aalmoeze nier Jansen tot een aantal concrete con clusies is gekomen, die ons confronteren met de feitelijke situatie. Hij stelt het probleem van de overgang van de school naar leven, maar kan kennelijk nog niet met zich zelf tot klaarheid ko men wat er nu precies moet gebeuren. Wij kunnen met schrijver instemmen, wanneer hij een plaatsing van deze jeugdigen in de jeugdstandsorganisatie voortijdig acht. Niettemin achten wij het noodzakelijk, dat een beschermende en hulpbiedende instantie wordt ge- crëerd die de felle schokken van deze overgang kan opvangen. Een andere conclusie, die wij node in dit betoog missen is het feit. dat het arbeidende meisje te veel aan haar lot wordt overgelaten. De fundamentele gronden van zorg voor deze groep geeft drs Zwijenberg grondig aan. maar fei telijk is de situatie deze. dat met name in de Bisdommen Haarlem en Utrecht er zo weinig gebeurt, dat het geer. naam mag hebben Kwantitatief is de betekenis van het werk in de Zuidelij ke Bisdommen eveneens zeer betrekke lijk. Tevergeefs hebben wij in het arti kel van mejuffrouw Vendrik naar iets meer gezocht in dit opzicht dan de ver melding van het feit, dat er plannen liggen voor aanvullende vorming van hen. die te vroeg de school verlieten, terwijl de beïnvloeding van het werk milieu eveneens een punt van het pro gram is. Wij vrezen dat competentiekwesties een onevenredig grote rol spelen. De zaak lijkt ons al te belangrijk dan dat zij door iets dergelijks zou mogen wor den vertroebeld of vertraagd. Gaarne zeggen wij de Katholieke Jeugdraad dank voor 't coördinerende vertegenwoordigende en stuwende werk in deze eerste bestaansperiode verricht. Gaarne wensen wij de Jeugdraad toe een completering van program en uit voering daarvan, maar bovenal een bre de en diepe sympathie van allen die verantwoordelijkheid dragen voor de opvoeding van onze jeugd. n de meest bevoegde Amerikaanse kringen vleit men zich nu met de hoop, dat onder leiding van Engeland en nadat de inwisselbaarheid van het pond sterling met eventuele financiële steun van de V.S. een voldongen feit zal zijn geworden, het vrijmaken van het goederen- en betalingsverkeer van West-Europa in de loop van 1953 einde lijk een veelbelovende start zal maken. Men vergeet maar al te zeer, dat reeds acht jaar geleden de overeenkomst van Bretton Woods op eenzelfde gang van zaken met klem had aangedrongen. Heeft zij dan in haar taak gefaald en indien het antwoord bevestigend moet luiden, e vacantie zal voor de meesten onder u al weer achter de rug zijn. Met een tevreden ge voel kijkt u terug op de da gen, die u elders doorbracht, aan zee, op de Veluwe, bij familie, in den vreemde. De herinnering is in de tal rijkste gevallen goed en zoet, in sommige gevallen toch overschaduwd door bij- zakelijke ongenoegens, want nerveuze diarrhoea, frequen te urinelozing, slechte eet lust, prikkelbaarheid, zelfs heimwee. Kan een huis dier dan ook neuro tisch reageren? Inder daad, en dat verwondert ons niet, want we schreven des tijds reeds, dat ook 't dier een psyche heeft, geen ziel maar een psyche, m.a.w.: een tota liteit vam zinvolle biologi sche reacties. Raakt de dier lijke psyche in verwarring, dan zou men kunnen spre ken van een „neurose". De heer Portielje, directeur van als ze ook maar in de verte een kat zag lopen in paniek raakte? Naar alle waar schijnlijkheid heeft genoem de Duitse herder in zijn jeugd ruzie gehad met een klein zwart hondje, evenals die jonge vrouw als zuige ling in de wieg geschrokken is van een over haar heen springende poes. Dat neurotische afwijkin gen bij dieren geen heden daagse ontdekkingen zijn, blijkt uit de proeven, die in 1913 werden genomen in het laboratorium van de Russi er zijn mensen, die zich thuis, bij de eigen haard, omringd door de dingen, die helemaal eigen zijn, het beste voelen. Een door velen opgemerkt verschijnsel is bijvoorbeeld, dat zij gedu rende de eerste dagen bui tenshuis last hebben van verstoppingen of diarrhoea, hetgeen dan wordt toege schreven aan ander drink water, andere lucht of af wijkingen van het gebruike lijke menu. Deze verklaring is wetenschappelijk onaan vaardbaar. In werkelijkheid moeten de darmstoornissen worden gezien als een licha melijk gevolg van onwen nigheid, als een neurotisch getinte reactie op een veran dering van omgeving, en over één kam worden ge schoren met het gebrek aan eetlust (of de vraatzucht) aan een tafel met onbekende disgenoten, een niet-alle- daagse hartelijkheid (of juist prikkelbaarheid) ten toongespreid in de eerste ontmoeting met totaal vreemde mensen en derge lijke overgangs-, respectie velijk aanpassingsreacties. Het zal hun, die nooit ge ruime tijd gehuisd hebben met katten en honden, vreemd in de oren klinken, dat huisdieren ongeveer de zelfde reacties vertonen als mensen- Als men een hond meeneemt op vacantie, als het dier „verhuist", als het een andere baas krijgt of al leen maar in een hem onbe kende mensenkring verzeild raakt, loopt het kans tijdelijk gehinderd te worden door Artis, vertelde eens, hoe een pauw, vernederd door het plukken van zijn staartve ren, wegkroop achter de schuur en zich blijkbaar minderwaardig voelde. De trotse vogel was gefrustreerd in zijn geldingsdrang. Doet dit verhaal u niet denken aan de vrouw, die niet te voorschijn wil komen, om dat ze krulspelden in heur haar heeft of haar make up nog niet heeft voltooid? Een van mijn kennissen deelde mij onlangs mede, dat zijn grote herdershond altijd door een panische schrik bevangen wordt bij het zien van kleine zwarte hondjes. Moet u nu niet even terugdenken aan wat ik een jaar geleden in deze rubriek schreef over die jonge moeder, die elke keer sche onderzoeker Pawlow. Een hond werd herhaalde malen gevoederd na het zien van een lichtende cirkel- Vervolgens kreeg hij af en toe een lichtende ellips te zien zonder dat hij te eten kreeg. Het dier wende er na enige tijd aan, dat zijn honger ge stild werd als het de cir kel had ontwaard, en dat hij geen voer ontving, als de ellips binnen zijn ge zichtskring was gekomen. Hierop bracht men het dier in moeilijkheden door de vorm van de ellips meer en meer tot die van een cirkel te doen naderen. Het bleek, dat zodra de straal van de ellips zich tot die van de cirkel verhield als 9:8, het dier de ellips niet goed meer wist te onderscheiden van de cirkel. Het werd hierdoor onrustig, begon te huilen en aan zijn tuig te trekken. Zijn normale gedrag ging geheel verloren en in de plaats daar van traden uitingen op, die in alle opzichten aan neuro tische gedragingen deden denken. In dit verband sprak Pawlow van experi mentele neurosen. Ook op andere wijze werden dieren in conflictsituaties ge bracht en zij reageerden hier op met vluchtneigingen dwanghandelingen en der gelijke verschijnselen, die eveneens bij neurotische mensen voorkomen. De Amerikaan Masser- man vond, dat katten, die „neurotisch" zijn, liefst melk drinken, waarin wat alcohol is gemengd. De beesten krij gen iets van de mentaliteit van de alcoholist Bezitters van huisdieren vinden in het bovenstaande enkele theoretische aankno pingspunten van de sympto men, die zij opmerken bij honden en katten, die „ver wend" zijn, zich „aanstellen" of zich op enigerlei wijze vreemd gedragen. Tenslotte een sterk ver haal uit de mond van mijn vriemd de dierenarts, een ware gebeurtenis uit zijn practijk. Hij had eens bij een hond een ziek oog verwij derd. Twee dagen na de ope ratie begon de patiënt te ril len en mijn vriend werd er opnieuw bijgeroepen. De hond had echter geen koorts en de wond etterde in het geheel niet. De oplossing van het raadsel lag op een ander gebied. De bezorgde mensen hadden het dier na de in greep vertroeteld en in de watten gelegd. Zij hadden het als het ware ziek ge praat, het was „gevlucht in de ziekte". De dierenarts kende de zwakke plek van de hond. „Poes-poes", riep hij, „waar is hij dan, zoek hem maar...." De hond vloog de kamer uit, vergat te rillen, en was definitief genezen. Hoe lang zal het nog du ren voordat de dieren-psy- chiater officieel zijn intrede heeft gedaan in de moderne maatschappij? J. M. zijn dan nu de voorwaarden aanwezig om op bovengenoemde ontwikkeling met meer kans van slagen te durven re kenen? Het Internationaal Monetair Fonds werd in 1944 met de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling (Wereld bank) krachtens de overeenkomst van Bretton Woods opgericht. Het werd ge sticht met twee doelstellingen: Op de eerste plaats om te voorkomen, dat de wereldhandel zou wegkwijnen door de onvoldoende deviezenvoorraden van lan den, die tijdelijk moeilijkheden onder vonden met hun betalingsbalans, op de tweede plaats om als internationaal in stituut een druk uit te oefenen, mis schien zelfs wel om als een soort van Hoge Autoriteit op te treden, teneinde een vrij goederen- en betalingsverkeer in de wereld te doen herleven. Van het begin af heeft het I.M.F. niet over de middelen beschikt om het eerste grootscheepse doel te bereiken. Van veel meer belang echter is de vraag of de lovenswaardige beginselen van Bretton Woods in staat waren om een blijvende en doeltreffende rol te spelen bij het op bouwen van een eensluidend economisch stelsel voor de na-oorlogse in haar fun damenten aangetaste wereld. Landen, die hun vrijheid van bewe ging wensten te behouden ten opzichte van hun valutakoers konden geen aan spraak maken op de faciliteiten, die bij het I.M.F. voor andere landen openston den. De enige uitweg was dan het toe passen van invoercontingenten, het me ten met twee maten, om de uitwisseling van goederen in bepaalde kunstmatige banen te leiden. In plaats van de we reldhandel uit te breiden heeft daarom het I.M.F. tegen zijn eigen bedoeling in bijgedragen tot het inkrimpen ervan. eliswaar zouden de betalings moeilijkheden zich niet in een zo voortdurende en sterke mate hebben voorgedaan, indien alle landen 'e door het I.M.F. aanbevolen anti-inflatie- politiek doelbewust hadden toegepast. Maar wilde men de beginselen van Bret ton Woods een enigszins betekenisvolle rol doen spelen bij de door de wereld handel te volgen richtlijnen, dan hadden de regelen van het spel op een meer soe pele grondslag moéten worden vastge legd dan in 1944 het geval is geweest. Intussen heeft de Europese Betalings Unie met haar meer beperkt arbeids veld getracht de theoretische taak van het I.M.F. in de praktijk over te nemen, maar ook zij heeft het te lang in stand houden van kunstmatige valutakoersen gehuldigd en daarmede het bereiken van een vrij goederen- en betalingsverkeer eerder nog vertraagd dan verhaast. Uit de oprichting van de E.B.U. bleek in elk geval, dat het I.M.F. te veel hooi op zijn vork had genomen. Japan, West- Duitsland en Indonesië maken nu ook deel uit van de 54 aangesloten landen. Met een zo uitgebreid programma, dat zich uitstrekt over werelddelen en lan den met zo wijd uiteenlopende econo mieën kan men nauwelijks een doel matig toezicht ol een daadwerkelijke in vloed van het I. M. F. verwachten. Zijn rol bepaalt zich dan ook tot raadgevin gen, die een louter academisch karakter dragen, en niet vermogen aan de inter nationale deviezenpolitiek op doelmati ge wijze leiding te geven. Daarentegen is de Wereldbank bij het uitoefenen van haar functie nooit bloot gesteld geweest aan de belemmeringen, die het I.M.F. voortdurend ondervond uit hoofde van zovele tegenstrijdige na tionale belangen en wensen. Zij heeft een tastbaar resultaat bereikt door niet minder dan 1412 millioen uit te lenen aan zeven en twintig verschillende lan- den in de wereld. Op deze leningen is reeds $876 millioen terugbetaald. Zij heeft een belangrijke rol gespeeld om dat zij de alomheersende dollarschaarste in niet geringe mate heeft verlicht en bovendien door haar programma van technische hulp het begrip van zelfstan dige inspanning heeft bijgebracht in de gesteunde landen. Deze hebben meer in zicht gekregen hoe hun eigen hulpmid delen kunnen worden aangewend. De Wereldbank wenst de te ver strekken leningen niet alleen in dollars, maar ook in andere va luta s te doen geschieden. Dit geldt voor bijna 15 pet. van haar gegeven voor schotten. Zij neemt zich voor ook bij te dragen tot het financieren van de Steen kool- en staalgemeenschap (Schuman- plan) en zal overgaan tot het oprichten van een Internationale Financiepings Maatschappij (International Finance Corporation) Laatstgenoemde, instelling is bestemd om op internationaal peil het beleggen van particuliere gelden in het bedrijfs leven van de gehele wereld te bevorde ren. Dit kan uiteraard in ruime mate bijdragen tot de verdere economische ontwikkeling van alle ledenlanden van Bretton Woods, dus ook van Nederland. In tegenstelling met het I.M.F. blijkt de Wereldbank zich dus rekenschap te geven van de noodzaak van aanpassing aan de veelbewogen tijden, waarin wij leven. Maar het is natuurlijk veel ge makkelijker voor de Wereldbank en zij speelt een veel dankbaarder rol door in dit moderne, maar verarmde en ont wrichte tijdperk Amerikaanse dollars en andere deviezen uit te lenen dan voor het I.M.F., dat aan buitenlandse mogendheden de les moet lezen ten op zichte van wat zij wè] en niet moeten doen om gezonde inwisselbare munten te verkrijgen. Immers is gebleken, dat de meeste landen maar al te gaarne dollars in ont vangst nemen, maar met tegenzin luiste ren naar instructies, die er op neerko men, dat zij van hun populaire stok paardjes zouden moeten afklimmen. Zij hebben plannen ontworpen en min of meer autoritaire stelsels in het leven geroepen. Machtsposities zijn opgebouwd die niet licht meer kunnen worden afge broken, hoezeer zij ook indruisen tegen de grondbeginselen van Bretton Woods, het vrijmaken van goederen- en beta lingsverkeer, waartoe de ledenlanden en hun parlementen zich elk voor zich en gemeenschappelijk als ondertekenaren van het accoord van Bretton Woods plechtig hadden verplicht. Dit is mogelijk geweest, omdat ener zijds de twee instellingen van Bretton Woods innerlijk verdeeld waren, want de Wereldbank financiert stelsels, die met de resoluties van de I.M.F. niet overeenstemmen en hiermede houdt zij deze stelsels in stand. Heeft het Euro pese Herstel Programma hetzelfde niet op veel groter schaal gedaan, getrouw aan de Amerikaanse belofte om zich van elke inmenging in de binnenlandse poli tiek van de Westeuropese landen angst vallig te onthouden? De Aartsbisschop-Coadjutor v< j Utrecht, Z. H. Exc. mgr. dr. B. J. A frink, zal in de komende week gee audiëntie verlenen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 5