Douane Boemde komiek
Sticcleitovvmanifiei^ekeim. van
Het kind sonde
Vijf en twintig jaar
voorlichting in
beroepskeuze-
Haarlem
w
Hoe ridder Reinoud kluizenaar werd
Haarlemse Kath. Studenten
vereniging „Sanctus Bavo"
O
IN GEMATIGDE VORM
uc
Film van Jean Delannoy
in Cinema Palace
Mgr. J. P. Huibers drukt er het
officiële stempel op
De hut in het Overveense duin
HERINGA WUTHRICH
ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1952
PAGINA 9
Minerva
VALUÏAKONTROü
Luxor
Lido
INStat t attf kvctor
AVONDLYCEUM
Frans Hals
City
Spaarne
TRESLONG QOK IN '53
GESUBSIDIEERD
<mk
HAARLEM
CENTRALE VERWARMING
JOHNSON OLIEBRANDERS
VELSEN-hUuRE
De vierde pont uit de
vaart en vertrokken
RONDOM EN IN DE STAD AAN HET SPAARNE
Vader Bruno's boete
ZILVEREN BEDRIJFS-
CHEF
De heer C. J. Wanders
gehuldigd
Beidt Uw Tijd
Xn een van de burelen der Zweedse
douane staat het bureau van hoofdcom
mies Fabian Boem. En achter een enor
me hoeveelheid stempels en formulieren
keurig in volgorde voor zijn neus neer
gezet, zit de ambtenaar, die duidelijk een
te plichtmatig man is. Fabian Boem kan
geen stap verzetten, geen gesprek voe
ren, of er hoor een finvulformulier en
een stempelkussen bij. Zelfs thuis, waar
hij de schepter zwaait over zijn zuster
en haar vijf vaderloze zoontjes, gaat
alles gepaard met staten, lijsten, rap
porten en gestempelde symptomen van
het huiselijk leven. Nils Poppe, de
Zweedse komiek uit twee voorafgaande
,.Boem-films", zet in zijn creatie van
de hoofdcommies de bureaucratie
overtuigend in haar ambtelijk hemd.
Dit is wel overduidelijk de bedoeling
van zijn nieuwste film, die we zeker
niet zonder meer als een comedie mo
gen betitelen. Er is dus iets veranderd
met Nils Poppe. Hij gebruikt zijn ta
lent niet langer om Charley Chaplin-
achtige „lach"-lims te vervaardigen
waar verder weinig eer aan te beha
len is.
Overigens valt het te betwijfelen, of
We Poppe zelf voor deze ommekeer
„aansprakelijk" kunnen stellen. De
vrijheden, die bijvoorbeeld Chaplin
kreeg, zijn wat de Boem-vertolker be
treft ditmaal gereduceerd tot een aan
deel in het scenario, waaraan ook Per
Schytte gewerkt heeft. En uit het re
sultaat is af te leiden, dat regisseur
Lars-Eric Kjellgren zich allerminst ge
leend heeft tot het maken van een film
tot meerdere eer en glorie van het
komische middelpunt. Het is we
willen niet zeggen: daarom een ge
slaagd werkstuk geworden, waarin en
de gezonde verhoudingen èn de moge
lijkheden van Nils Poppe èn het talent
Van de regisseur tot uiting komen.
Lieden boven de veertien kunnen zien
In Rembrandt om „Douane Boem ver
maken voor al te ambtenaarlijke amb
tenaren kan een bezoek ook geen
kwaad
spools te verwachten was. is de film
„Klokslag Twaalf" geprolongeerd. Veer
tien f -s TLr 'T
De film F va", we'ke in Lido draait,
is door de K F.C. afeekeurd.
Gisteravond had, in tegenwoordigheid
van de leraren, enkele leden van het
curatorium en leeiTihgen de installatie
plaats van de rector-van het avondly
ceum te Haarlem. De heer J. D. v. Dijck.
die als zodanig de heer Appeldoorn on
volst, is leraar Frans aan de Rijks H.B.S.
te Velsen.
Dr. A. M. Eveleyn, president van het
curatorium, richtte Woorden van wijze
raad aan het adres van de heer Van
Dijck, wie geen gemakkelijke taak op
zijn schouders is gelegd, „doch", zo sprak
de nieuwe rector in zijn dankwoord, „na
vele overwegingen heb ik mij beschik
baar gesteld, omdat het belang van een
uitstekend avondlyceum mij na aan het
hart ligt". Hierna gaven enkele oud-leer
lingen uiting aan hun dankbaarheid door
aan de heer Appeldoorn een stoffelijke
gave in de vorm van een globe aan te
bieden.
Advertentie
BOVEN: Douane Boem (midden;) ont
ziet bij zijn visitatieplannen niemand.
ONDER: De verstekeling Boem maakt
zich verdienstelijk-
Dit theater presenteert deze dagen een
komische operette met opgewekte zang en
gracieuze balletten. „De gesluierde Maja"
is een nachtclub, waar Helga (Maria Litto)
haar taak als danseres op uitmuntende
wijze vervult. Zij is de dochter van een
eerzaam burger, die door omstandigheden
in financiële moeilijkheden verkeert. Bui
ten medeweten van haar vader, die in de
mening verkeert dat zijin de kliniek van
dokter Kirtsch als verpleegster werkzaam
is, oefent zij dit beroep uit, teneinde de
financiële nood in het gezin te verlichten.
Haar moeder belandt eveneens in de nacht
club, waar zij in de vestiaire dienst doet.
Door persoonsverwisseling komt Helga s
vader in contact met de dokter en leert
van deze uiteindelijk het ware beroep van
zijn dochter kennen. Dansen, sketches en
waterballetten gaan de ontknoping vooraf
en vormen met het verhaal een attractief
schouwspel. Alle leeftijden.
In het jaar 1673 werd de hardvoch
tige heerser van een Engels graafschap
vogelvrij verklaard, omdat hij de wet
ten van de koning niet nakwam. De
boerenbevolking bleef echter van be
scherming tegen de terreur van de op
standige graaf verstoken en kwam zelf
tot verzet. Regisseur Phil Karlson heeft
dit boekverhaal gebruikt om er een
schilderachtige film van te maken,
waarin heldhaftigheid en romantiek
naast fraaie fotografie het volle pc nd
krijgen. „Burcht van de haat" is een
boeiende geschiedenis, waarbij men zich
niet zal vervelen.
Wanneer de kruitdamp is ogetrokken,
is de toeschouwer getuige van het
plechtig huwelijk van de bandieten-
koningin en een bandietenkoning. Dat
klinkt allemaal nogal vreemd, maar het
verhaal, dat er aan vooral gaat niet
zonder spnning en met veel blavour
brengt de strijd van de oude Spanjaar
den in Californië tegen de plunderende
Amerikanen omstreeks de helft van de
vorige eeuw. De Spanjaarden hebben
terecht uw sympathie en dat huwelijk
vindt u welverdiend. Veertienjarigen
kunnen de „Bandietenkoningin" gaan
zien.
Ze zullen zich dan meteen vermaken
met de dolle klucht „Geef acht", een
kostelijk verhaaltje uit het soldaten
leven, waarin de man met een onfeil
baar geheugen vor de nodige hilariteit
zorgt.
Hier draait deze week „Het graf van
Djenghis Khan"' een rolprent in een
prachtige technicolor. Velen zullen
vroeger al eens hebben kennis gemaakt
met deze figuur van grote faam, wiens
heldhaftige daden alom bekend- zijn.
David Farrar speelt de hoofdrol,
v/elke hij magnifiek weet te vertolken.
Zij, die reeds eerder de daden van
deze grote dappere aanvoerder hebben
gezien, mogen zeker deze keer niet
wegblijven. 14 jaar.
32. „Kara!" zegt Eric grimmig. Geruisloos zijri rondom hem zwaar bewapende
krijgers op het duintopje verschenen en even later treden ook de slotvrouwe en
haar onafscheidelijke reus binnen de lichtcirkel.
Ontmaskerdnietwaarzegt zij met een onheilspellend lachje, terwijl zij met
de soepele gratie van een roofkat op de Noorman toetreedt.
Orm slaakt een gesmoorde gil en tracht zijn omvangrijk lichaam vergeefs achter
Eric te verstoppen. Ontmaskerdknikt Eric, met een koude glinstering in zijn
ogen de blikken van de vrouw beantwoordend. „En ge zult hier rekenschap van
gevenGij en uw mannen!"
„Och kom?" zegt Kara slepend. „Gij wilt van mij rekenschap vragen?" Veelbe
tekenend glijden haar blikken langs de kring piraten en er speelt een schrikaanja
gend lachje om haar mond als zij verder gaat: „Hoe denkt gij dat te doen? Ge zijt
in mijn macht, heer koning Eén woord van mij en twintig zwaarden klinken
Een niet te miskennen gebaar maakt haar zin af. Eric's spieren spannen zich en
hij bijt haar toe: „Gij zijt ongehoord brutaal, Kara! Ge hebt mijn schip in een
hinderlaag gelokt, mijn mannen gedood. En de hemel mag weten, hoeveel ongelukkige
schepelingen hen voorgegaan zijn. Mijn lading goud geroofd en thans wilt gij u
vergrijpen aan de koning zelf!"
Een geamuseerd lachje klatert op. „O, maar gij begrijpt mij stellig verkeerd!"
zegt ze. „Nimmer heb ik een schepeling nodeloos gedood! Dat is moord, nietwaar
Bovendien, ik zou het niet kunnen Stel u gerust, het merendeel van uw mannen
is nog in leven Nog wel Daar kunt gij u binnenkort van overtuigen!"
Een kort gebaar van de slanke hand en een aantal bandieten stelt zich zwijgend
rond Eric en de kleine zeeman op.
„Pak zijn zwaard en bindt hem!" beveelt de vrouw koud.
Eric beseft dat het weinig zin heeft, zich tegen dit stel nietsontziende rovers te
weer te stellen en met een verbeten gezicht laat hij zich door een paar ongure
kerels de handen op de rug binden.
„Naar de burcht!" klinkt het volgende bevel en onder het toonloze gejammer van
Orm zet de troep zich in beweging
Blijkens een veslag van de Hoofdbe
stuursvergadering der Algemene Vereni
ging voor Bloembollencultuur In het
„Weekblad" heeft de Commissie Onper
soonlijke Reclame van het C.B.C. voorge
steld de jaarlijkse bijdrage aan de de-
monstratietuin in Treslong te Hillegom
aanzienlijk te verlagen, omdat deze niet
meer als zodanig van groot belang zou
kunnen worden geacht.
De bedoeling was daarbij over enige tijd
geen subsidie meer voor de tuin te ver
lenen. Het Hoofdbestuur der Algemene Ver
eniging is het daar in het geheel niet mee
eens en stelt vast, dat de tuin thans van
groter belang is dan in de afgelopen jaren,
daar er behalve publiek, veel meer vakge
noten komen door de aanwezigheid van het
Beursgebouw en Restaurant. Voor jonge rei
zigers acht het Hoofdbestuur de demonstra-
detuin bovendien een goede gelegenheid om
de nodige soortenkennis op te doen. Beslo
ten werd in het C.B C voor behoud van de
tuin te pleiten.
Het voorstel om de subsidie van f 10.000
tot f 5000 te verminderen werd in C. B. C.
na enige discussie niet aanvaard, zodat Hil-
legon in 1953 gerust kan zijn.
Wegens de grote belangstelling, die de
Kathedrale Basiliek van St. Bavo geniet,
zal Zondag 28 Sept. om 3 uur wederom
gelegenheid gegeven worden om de Ka
thedraal te bezichtigen onder leiding van
Joh. Beijk. Ingang Westergracht.
Indien men uit ons artikel over het
jagen in de Kennemerduinen 'mocht ge
lezen hebben, dat er „gestrikt" wordt,
dan diene men daarvoor te lezen:
„klemmen".
Opname uit
de film
zonde".
„Het kind der
SNELLE AFLEVERING
GRÖIE HOUTSTRAAT S* - Ttl 10771
Jean Delannoy, die we kennen als
regisseur van een paar films, waarvoor
Cocteau publiekelijk heeft getekend,
maar die ook „Dieu a besoin des hom
mes" op zijn naam heeft staan, is de
maker van „Le gartjon sauvage", die
onder de Nederlandse en ietwat sen
sationele titel „Het kind der zonde"
wordt vertoond.
De „helden" van het verhaal zijn een
publieke vrouw, haar zoontje en haar
„vriend", die in de sloppen van Mar
seille met elkaar in conflict komen, uit
welk conflict alleen het knaapje gaaf te
voorschijn komt. De kleine Simon is de
eerste tien jaren van zijn eenzaam be
staan opgegroeid bij een oud-zeeman, die
eenzaam op een boerderijtje in de ber
gen woont. Daar komt zijn moeder hem
halen omdat zij de jongen nu voortaan
bij zich wil hebben. Ze beseft in haar
betrekkelijke argeloosheid niet, dat zij
met de jongeman een hachelijk avontuur
tegemoet gaat. De kleine op zijn beurt
heeft geen besef van het klimaat, waarin
de moeder haar bedrijf uitoefent. Maar
hij begint er toch zoveel van te begrij
pen, dat hij hevig jaloers wordt op de
mannen, die hem beletten, zijn moeder
de genegenheid te betonen, die hij voor
haar voelt. Hij duldt niemand naast zich,
vooral niet dat louche individu, op wie
de moeder verslingerd is en die haar
uitbuit en hem tiranniseert
Tot tweemaal toe pleegt de jongen
een aanslag op de ploert. Zonder suc
ces helaas; tenslotte sneeft de ellen
deling onder de kogels van zijn mede
bandieten, die hij verraden heeft. Dat
gebeurt op het ogenblik dat de vrouw
gereed staat om met hem uit de stad
te verdwijnen, hetgeen haar overigens
niet gelukt zou zijn, aangezien hij in
haar plaats een ander liefje had uit
gekozen. De jongen is intussen terecht
gekomen bij een scheepskapitein, die
hem ai eens uit de haven had opge
vist en hem nu maar voor goed zal
meenemen, de frisse zeewind tegemoet.
De moeder blijft achter, gebroken, niet
begrijpend, gebonden aan haar bestaan
met nu en dan toch een vaag besef van
de kansen die haar met het vertrek van
haar kind ontvallen.
Een dezer dagen heeft mgr. J. P.
Huibers, bisschop van Haarlem, Zijn
goedkeuring gehecht aan de statuten
van de Haarlemse Katholieke Studen
tenvereniging Sanctus Bavo, het voor
malig Haarlems Katholiek Studenten
contact, Daardoor heeft deze vereniging
in het zesde jaar van haar bestaan een
nieuwe status gekregen. Tot moderator
van de jonge vereniging heeft de bis
schop willen benoemen dr Modestus
van Straaten OESA, rector van het
Triniteitslyceuin, die in de eerste vijf
Jaren een zo groot aandeel heeft gehad
in het werk van het Haarlems Katho-
"ek Studentencontact.
Sanctus Bavo is een organisatie van
m Haarlem en omstreken woonachtige
studenten aan de Universiteiten van
Leiden en Amsterdam en aan de Delft-
fe Hogeschool. Een groot deel van de
reden is werkstudent. De vereniging
lit zich ten doel een zo goed moge-
ijke compensatie te geven, vooral op
gieus en cultureel gebied, voor het
ft®ïïls van een volledig universitair
studentenleven. Hieruit blijkt duidelijk,
£et ni®t in de bedoeling van Sanc
tie a^° °m te concurreren met
kathniiff Universiteitssteden bestaande
Sebruikmf studentenverenigingen. De
ken van de jonge vereniging zul
len noodzakelijk een geheel eigen ka
rakter dragen. Als het getij verloopt
verzet men de bakens.
Eenmaal in de drie weken draagt
pater van Straaten bij de Zusters Fran
ciscanessen in het Florapark een H.
Mis voor de studenten op. Er zijn voor
drachten over religieuze en culturele
onderwerpen en voorkomende gelegen-
beden worden feestelijk gevierd. Tevens
zijn er in de vereniging een aantal
bloeiende dispuutgezelschappen. Het
karakter van de vereniging eist dat de
financiële verplichtingen, die het lid
maatschap met zich meebrengt, tot het
minimum beperkt worden. Het bestuur
stelt daarnaast alles in het werk om de
leden het bijwonen van culturele eve
nementen hier ter stede te vergemak
kelijken. Er werd een aanmerkelijke
reductie verkregen voor de cursussen
van Geloof en Wetenschap, terwijl de
leden gedurende het winterseizoen 50%
reductie genieten op de voorstellingen
in de Stadsschouwburg.
Alle studenten uit Haarlem en om
streken kunnen van Sanctus Bavo lid
worden. De kennismakingstiid begint
op 5 October. Ieder die inlichtingen
verlangt of zich voor het lidmaatschap
wil opgeven wende zich tot het ab-
actiaat: Mentawistraat 46, Haarlem.
oensdag 1 October is voor Haar
lem een gedenkwaardige dag,
want dan staat het Gemeentelijk
Bureau voor Beroepskeuze in het zil
ver. Wie de naam van dit Bureau noemt,
zegt „meneer Jansen", want hij is de
gene, die sinds de oprichting jaar en
dag de omvangrijke bezigheden, van het
beroepskeuze-werk voor een groot
deel alleen heeft verricht.
Toen 25 jaar geleden een afdeling be
roepskeuze aan het Arbeidsbureau ver
bonden werd, schaarde Haarlem zich
daarmee onder het betrekkelijk kleine
aantal gemeenten, die reeds vóór de
oorlog daadwerkelijke belangstelling
voor dit belangrijke probleem aan de
day legden.
In het begin ging alles nog maar
„matiejes" en de heer Jansen, „hoofd
en ledematen, tegelijk" van het Bureau,
had heel wat vooroordelen er. moeilijk
heden te overwinnen. Het belang van
een goede voorlichting bij de keuze van
een beroep een belang zowel voor
de betreffende persoon als voor de ge
meenschap werd nog slechts hier en
daar ingezien.
Dit was overigens niet alleen in Haar
lem het geval. Op vele plaatsen elders
in den lande werd reeds sinds het be
gin dezer eeuw aan het probleem ge
dokterd. Reeds sinds die tijd hebben
verschillende personen en instellingen
zich met het vraagstuk der beroepskeu
ze bezig gehouden, ieder onder eigen
gezichtshoek en het valt niet uit te ma
ken, welke instantie op dit gebied de
oudste rechten zou kunnen opeisen.
In de loop der jaren is er menige
strijdvraag naar voren gekomen o.a.
over de organisatie en de werkmetno-
de bij de voorlichting en niet het minst
over de vraag, bij welke instantie de
taak der voorlichting behoorde te be
rusten. Dit werd van des te meer be
lang, naarmate men beter ging inzien,
hoe verstrekkend de invloed is van het
beroep (en dus ook de keuze daarvan)
op een mensenleven. Men ging begrij
pen, dat het beroep en de keuze daar
van de gehele mens raken, omdat
zij voor een belangrijk deel de richting
bepalen, welke zijn leven zal nemen. De
invloed op de keuze van een beroep
werd duidelijk als een belangrijke fac
tor in de opvoeding en in vele gevallen
als een doorslaggevend sluitstuk daarvan.
Vooral katholieken en christelijk pre
testanten, die zich ook pioniers op dit
werkterrein mochten noemen, best-e
den de veel verkondigde opvatting, dat
beroepskeuzevoorlichting alleen een
taak van de overheid zou zijn. Zij gin
gen terecht van het standpunt uit, dat
het onderzoek en de voorlichting, zo
nauw verband houdend met de opvoe
ding, dienen te geschieden op basis van
de levensbeschouwing van de ouders.
Het advies bij de beroepskeuze is im
mers een t o t a a 1-menselijke aangele
genheid, die men alleen bevredigend
kan behartigen wanneer men een veel
heid van aspecten psychologische,
medische, economische en niet het
minst levensbeschouwelijke, paedagogi-
sche en sociologische in rekening
brengt. Men kan deze aspecten van el
kaar onderscheiden, maar niet schei
den. In het uitgebrachte advies moe
ten zij een eenheid vormen. Alleen
wanneer het advies onder elk van deze
opzichten verantwoord is, is het in
werkelijkheid een goed advies. Een
advies, dat onder één van de genoemde
opzichten foutief is, is in zijn geheel
verkeerd.
De voorstanders van het particulier
initiatief op net terrein van de be
roepskeuze ontmoetten voorshands nog
weinig begrip, vooral wanneer deze
instanties aanspraak op overheids-sub-
sidies maakten.
Pas rond 1925 begon men in bredere
kring de houding van de katholieken
en christelijke protestanten te begrij
pen, wat niet betekent, dat de subsi
dies in ruime mate begonnen toe te
vloeien. Men aanvaardde alleen de fei
telijk gegroeide situatie, dat er naast
de neutrale Vereniging tot Bevordering
der Voorlichting bij Beroepskeuze,
waarin o.a. verschillende gemeente bu
reaux zich verenigd hadden, ook con
fessionele instanties zich op dit terrein
bewogen. Sindsdien werken de ver
schillende instanties, dikwijls organi
satorisch gewijzigd en in hun activiteit
belemmerd door moeilijke omstandig
heden, zoals de voor-oorlogse crisis en
de abnormale verhoudingen in de be
zettingsjaren, ieder op eigen wijze in
den lande aan de uitoefening en ver
volmaking van hun belangrijke taak.
p initiatief van Deken Kuilman
kwam op 1 November 1947 ook
in onze stad een katholiek be
roepskeuze-bureau tot stand voor
Haarlem en omgeving. Het was een
zelfstandig bureau, dat voor de tech
nische uitvoering der werkzaamheden
gelieerd was met het R.K. Bureau voor
Advertentie
Delannoy heeft dit verhaal realistisch
genoeg verteld om de atmosfeer, waarin
het zich afspeelt, te laden met verlaten
heid en verwording, die jiu en dan door
broken worden door de reacties van
onschuld, kinderlijkheid en jalouzie van
het kereltje, dat door zijn intuïtie tegen
bezoedeling wordt beschermd.
Terwijl men intussen wel wil geloven
in de door Delannoy in treffende beel
den en met juist gebruik van licht en
donker geschilderde realiteit en terwijl
men zelfs de jongen wil aanvaarden,
ontkomt men toch niet aan de tegen
stelling tussen de oorspronkelijke titel
en het beeld van de jongen. Hij is name
lijk verre van een gargon sauvage en
veeleer een uiterst gevoelig ventje met
nette maniertjes en een ontwapenend
gezichtje, een manneke, dat men van
harte alle goeds gunt, maar dat aller
minst is geprojecteerd als een ontem
bare, ja zelfs voorbestemd schijnt te zijn
om in de misère ten onder te gaan.
Dat het anders uitkomt, is alleszins
verheugend, maar de vreugde is ge
mengd met verbazing. Daarentegen
zijn de vrouw en de schobbejak vol
ledig geslaagd: de vrouw als het type
dat „geleefd wordt" maar haar moe
derlijk instinct niet helemaal verdrin
gen kan, de man als de volkomen ver
dorven lafbek, die de hemel bewaren
zal.
Delannoy is er in geslaagd, de vulgaire
kanten van een vulgaire wereld te om
zeilen of door tragische accenten te
milderen, zodat aan het eind een totaal
beeld overblijft, dat goed en kwaad dui
delijk stelt en aan het .gevoel voor recht
bij de toeschouwers tegemoet komt. De
algemene strekking is dus alleszins te
verdedigen en van misbruik van de
situatie kan men niet spreken. Dat de
K F.C. de film voor volwassenen toe
laatbaar acht, lijkt ons een juiste ziens
wijze. Zij draait in Cinema Palace.
Gisteravond half acht is de vierde
pont, die hier vanaf 1 Juli heeft dienst
gedaan,voor dit jaar uit de vaart ge
nomen en direct naar Buitenhuizen ver
trokken, daar de hier gestationneerde
pont hoognodig in reparatie moet.
Men had eerst de verwachting dat hij
voorlopig hier zou blijven, daar alle
ponten eveneens nagezien moeten wor
den, maar voorlopig zullen zij hun taak
hier nog gedrieën moeten blijven ver
vullen. Wat het verkeer betreft was er
volgens de gezagvoerders, nog alle aan
leiding de dienst met vier ponten te
handhaven.
De herfstavond is mild en stemmig in de schijn van het lamplicht. Buiten
raast de wind, rukt aan de vensters. Regen tikt onophoudelijk. Behaaglijk
is' de warmte van de kachel. Dan komen de verhalen los. Verhalen, die
leven in stad en streek of die, lang vergeten, worden opgediept uit het boek, de
intieme vriend van herfst- en winteravonden. De sfeer van deze avonden bevalt
ons. Waarom dan niet even de streng-historische lijn losgelaten om onder te
cluiken in de sfeer van legenden, die vrij van de fantasie, altijd een kern van
waarheid inhouden en daardoor geheel passen in het kader van deze te hooi en
te gras bijeengegaarde historische notities, die meer nog dan kennis van eigen
stad en streek beogen de liefde op te wekken voor de plaats, waar wij wonen, met
zoveel banden aan het verleden gebonden. Wat is prettiger op de herfstavond,
dan nog eens te luisteren naar het hoefgestamp der rossen, het geschal van de
jachthoorns, de zoete toon van het minnelied, 't gebed van de bedrukten en de
jubelkreet van de overwinnaars, om de geliefkoosde uitdrukkingen te gebruiken
van onze romantiekers van de negentiende eeuw.
Toch is het niet onze bedoeling deze
negentiende eeuwers te volgen op hun
romantische tochten. We zouden de
waarheid wat al te zeer geweld aandoen
en, terecht, de toorn oproepen van de
degelijke historici, die de werken van
Hofdijk, v. d. Bergh c.s. reeds lang naar
de brandstapel verwezen. Stel u voor.
Hofdijk zou ons laten schrijven: „Ik
nader u met eerbied, rustig blank duin,
makend een bedevaart naar de plaats
gewijd door de voetstappen van een der
edelste mannen onze historie". En dan
zouden we u op de vroege morgen van
de 26e April moeten meenemen naar
het strand van Zandvoort, waar de vis
sers uit zee zien rijzen een kloeke, breed
geschouderde gestalte, zonder blazoen,
met gouden sporen; op zijn schoon en
manlijk gelaat een onbeschrijflijke uit
drukking van hoogheid en adel. Ge
vraagd wie hij was, zou hij antwoorden
„Ik ben Witte, was des graven Floris'
kind". Neen, de verhalen van onze ro
mantiekers smaken ons niet meer. Ver
beeldt u. Die Witte Floriszoon zou ons
nog taferelen laten zien op gezag van
Hofdijk, waarin we de Vlamingen
de strijd op het Manpad in Zandvoort
beschrijft hij zien tuimelen, doorregen
van lansen, doorhouwen van de strijd
bijl, doorkerfd van het zwaard, gekneusd
en gepletterd door de knots. Verlaten
we gauw de slagerswinkel om te zien
of we ook echte legenden aantreffen,
die in de sfeer van de herfstavond aan
genaam zijn om ernaar te luisteren. En
nu we toch eenmaal door Hofdijk er toe
zijn gebracht ons buiten de stadsgrenzen
te begeven, blijven we nog wat in de
omgeving dolen. We stuiten in het duin
van Overveen op de hut van een klui
zenaar, Vader Bruno. Er zijn meer der
gelijke ervaringen op te doen, tot in
Velserbeek toe, waar de kluis nog trouw
bewaard wordt op een klein eiland.
Maar het verhaal van Vader Bruno is
toch wel heel bijzonder. Het vraagt van
ons de Middeleeuwse eenvoud van ge
loof. Vader Bruno, een roep van hei
ligheid ging van hem uit was de
raadsman van vele Haarlemmers en van
de bewoners van de dorpen in de wijde
omtrek, die allen met hun moeilijkheden
naar hem kwamen. Over zijn verdeden
sprak hij nooit. Men wist niet wie hij
was, vanwaar hij kwam. Men interes
seerde zich daar ook niet voor.
Maar eens, toen drie jonge edellieden
hem kwamen raadplegen over hun toe
komst, lichtte hij de sluier op en vertel
de.
Eens was hij een geducht edelman, die
een lichtzinnige vrouw trouwde en met
haar zijn dagen sleet bij drinkgelagen
en ruwe spelen: ridder Reinoud heette
hij. Het spel was zijn hartstocht. Hij
ging er geheel in op, verloor meer en
meer. Zijn hele vermogen raakte hij
kwijt, hij stak zich in de schulden, en
ging de totale ondergang tegemoet. Mei
angst en vrees zag zijn enige dochter
Laura, een engelachtige verschijning, di'
alles gebeuren. Erger nog moest haai'
overkomen. Haar moeder even licht
zinnig als haar vaderdanste zich een
dodelijke bloedspuwing.
Ridder Reinoud vertelde het verhaal
met diepe ontroering. Het was een vre
selijke schuldbekentenis. Toen zijn
vrouw gestorven was en de schulden zo
hoog liepen, dat er geen uitkomen meer
aan was, verzon hij een duivels middel
om zich geld te verschaffen. Hij ver
kocht Laura ten huwelijk aan een oude.
rijke wellusteling, die zijn dochter gretig
nam en twee jaren kwelde. Ridder Rei
noud kon weer leven in overdaad.
Na twee jaar stierf de oude gek. Laura
liet alle bezittingen aan haar vader, die
mooi weer bleef spelen en trok zich zelf
in een klooster terug.
Reinoud, met de Satan in het hart,
stoorde zich aan niets, tot de ommekeer
in zijn leven kwam. Dat was na een
tournooi in Gelre's hoofdstad. Hij stond
tegenover de geduchte Evert van Essen,
wist hem een eerzucht verteerde hem
op oneerlijke wijze te verslaan, maar
werd getroffen door de wraak van de
edelman. Deze belegerde zijn slot, drong
binnen, stak alles in brandReinoud
wist. gekleed als een eenvoudige knecht,
te ontkomen. Beroofd en berooid stond
hij. Toen kwam het berouw. Hij hoorde
van de gewone lieden, die hem in zijn
vermomming niet herkenden, hoezeer
hij gehaat werd, het sloeg hem met ont
zetting te horen hoe men over hem
dacht. Maar al te zeer met reden.
In een schuur bracht hij de nacht door
Daar verscheen hem in zijn droom zijn
edele moeder, wijzend op Laura, die met
een kruisbeeld achter haar stond. Rei
noud, schreiend van berouw, vroeg wat
hij kon doen om zijn schuld uit te boe
ten. Het werd hem duidelijk gemaakt.
Met de bebloede wapenrok, prijs van
het tournooi in Gelre's hoofdstad, ge
selde hij zich tot bloedens toe. Dan
pelgrimeerde hij naar Keulen, waar hij
zijn zonden beleed en Laura in haar
kiooster om vergiffenis ging smeken.
Barrevoets keerde hij weer, betrok een
eenzame kluis in de duinen om heel zijn
verder leven boete te doen. Na dit ver
haal keek hij de drie jonge edellieden
recht in de ogen en verzekerde hun, dat
hij alleen deze raad kon geven: alles te
beschouwen als ijdelheid, behalve God
te dienen.
En dit is dan de legende van Vader
Bruno, de kluizenaar van Overveen, in
1857 geschreven door kapelaan J. J, van
der Horst. Een legende, in het kort
hier weergegeven, maar berustend op
authentieke gegevens. Kapelaan v. d.
Horst weet zelfs te melden, dat Vader
Bruno op 8 Juli 1402 in zijn kluis is
overleden. De maat van zijn boetedoe
ning was vol: zijn gelouterde ziel ging
naar het eeuwige leven bij God,
Jan B.
School- en Beroepskeuze te Amster
dam, hetwelk reeds jaren met groot
succes aldaar werkte, onder leiding
van de heer J. Sluijters.
Het bureau vond een passend onder
dak in het K.A.J.-gebouw. Prinsen Bol
werk no. 1, waar sindsdien elke Don
derdagavond van 7 tot 8 uur spreek
uur gehouden wordt. Het Secretariaat
werd gevestigd Maraisstraat 15.
Bleven deze adressen tot nu toe nog
steeds ongewijzigd, organisatorisch
werd er nog al iets veranderd, want in
onzetijd gaat de psycho-techniek met
rasse schreden voort.
In 1948 n.l. werd door de K.A.B. van
het bisdom Haarlem een beroepskeuze
adviesbureau geopend in Den Haag-
Spoedig gevoelde men de behoefte in
verschillende plaatsen een dépendance
te vestigen en met grote voortvarend
heid werd in het voorjaar van 1949 een
net van 12 regionale beroepskeuze-
bureaux over het bisdom verspreid.
Van die tijd af werd het geheel gedra
gen door de gezamenlijke katholieke
standsorganisaties, welke elkaar on dit
punt gevonden hadden.
Op 17 Maart 1949 sloot het katholieke
Haarlemse beroepskeuze-bureau zich bij
de stichting aan en draagt sindsdien de
naam van Regionaal Bureau van de Ka
tholieke Paedagogische Beroepskeuze-
bureaux in het bisdom Haarlem. Deze
aansluiting bood meerdere voordelen.
De candiaaten konden nu tegen lagere
tarieven geholpen worden, daar de
standsorganisaties de nieuwe stichting
krachtig steunden. Bovendien was een
meer deskundige behandeling mogelijk,
daar de bureaux onder wetenschappe
lijke leiding staan van prof. dr. A. Cho
rus te Leiden, terwijl drie psycho-tech-
nici op bet Prinsen Bolwerk de dage
lijkse werkzaamheden verrichten.
Zo heeft ook in Haarlem het particu
lier initiatief de juiste plaats gekregen
naast de overheidsbemoeiing. Het ge
tuigt van een brede blik en een juiste
opvatting van zijn taak, dat de heer
Jansen in de afgelopen jaren meerdere
candidaten naar het Prinsen Bolwerk
verwees, als ze daar thuis hoorden. In
1951 werd hef bestaansrecht van het ka
tholiek bureau nog onderstreept door het
gelukkige feit. dat de gemeente Haarlem
en andere gemeenten uit het rayon met
subsidieverlening begonnen.
Mogen ook de ouders steeds meer
gaan inzien, dat de beroepskeuze-bu-
reaux krachtige hulpinstanties zijn bij
hun opvoedende taak. De medicus
„helpt" in de lichamelijke opvoeding,
wanneer de kennis van de ouders ie
kort schiet. Zo „helpt" de onderwijzer
in de verstandelijke vorming. Op onge
veer gelijke wijze „helpt" de beroevs-
keuze-adviseur de ouders en het kind
bij het vinden van een levensweg. Eerst
wanneer de ouders dat voldoende begrij
pen, da,n zullen beide instanties, zowel
het gemeentelijk als het katholiek bu
reau ieder op hun eigen terrein
hun zegenrijke taak ten volle kunnen
verrichten.
Donderdagavond was de grote zaal van
café-restaurant „Duifzicht" nagenoeg ge
heel gevuld met het personeel van de
N.V. Fa. Carels en Hus en talrijke ge
nodigden om de heer C. J. Wanders, die
zijn 25 jarig jubileum vierde als be-
drijfschef bij deze firma, te huldigen.
Als eerste sprak de heer A. Pel-
terman, één der directeuren van
de N. V. Hus de jubilaris toe De
ze schetste het werk van de heer
Wanders, die in het bedrijf wel de
juiste man met het nodige organisatie
vermogen is. Spreker overhandigde de
jubilaris een gouden horloge,'tevens een
diploma met een zilveren inlegmedaille,
waarop een ouderwetse bakker met
schieter staat afgebeeld.
Voorts spraken dé heren P. <je Ruy-
ter, commissaris van de N.V Hus èn
Carels, J. Geerlings, voorzitter van de
personeelsvereniging afd. Haarlem en J.
v. Weeren, hoofdboekhouder. Ook ver
schillende afgevaardigden uit Den Haag
en Amsterdam lieten van hun belang
stelling blijken Van de diverse delega
ties ontving de jubilaris vele geschen
ken waaronder een actentas, een kistje
sigaren, herenhandschoenen, een pracht
stel gramofoonplaten en een asbak. Van
de Haarlemse directie ontving de heer
Wanders een enveloppe met inhoud.
De echtgenote van de jubilaris mocht
enkele prachtige bloemstukken in ont
vangst nemen.
Na het officiële gedeelte werd er nog
tot laat in de nacht feest gevierd.
De jubilaris dankte hierna allen har
telijk voor de hulde, hem gebracht.
Hierbij traden op het Haarlems Ti-
roler kapel „De Alpenjagers" en de con
ferencier, de heer H. Bouman, die be
nevens enige aardige liedjes en humor
ook een kwartiertje de feestvierenden
vermaakte met zijn goocheltoeren.
Het algemeen bestuur der Haarlemse mu
ziek- en amusementsvereniging „De Melo-
distén" deelt mede. dat zij voor het grote
jubileumfestival, dat plaats zal vinden op
Zaterdagavond 1 November a.s. in het
Haarlems Concertgebouw, geen deelnemers
meer kan plaatsen.
Zij, die zich als deelnemer hebben opge
geven, en helaas teleurgesteld moesten
worden, zullen bij een volgend muziek
festival voorrang verkrijgen bij het afleg
gen van de vaardigheidsproef.