Douane Boemde komiek Sticcleitovvmanifiei^ekeim. van Het kind sonde Vijf en twintig jaar voorlichting in beroepskeuze- Haarlem w Hoe ridder Reinoud kluizenaar werd Haarlemse Kath. Studenten vereniging „Sanctus Bavo" O IN GEMATIGDE VORM uc Film van Jean Delannoy in Cinema Palace Mgr. J. P. Huibers drukt er het officiële stempel op De hut in het Overveense duin HERINGA WUTHRICH ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1952 PAGINA 9 Minerva VALUÏAKONTROü Luxor Lido INStat t attf kvctor AVONDLYCEUM Frans Hals City Spaarne TRESLONG QOK IN '53 GESUBSIDIEERD <mk HAARLEM CENTRALE VERWARMING JOHNSON OLIEBRANDERS VELSEN-hUuRE De vierde pont uit de vaart en vertrokken RONDOM EN IN DE STAD AAN HET SPAARNE Vader Bruno's boete ZILVEREN BEDRIJFS- CHEF De heer C. J. Wanders gehuldigd Beidt Uw Tijd Xn een van de burelen der Zweedse douane staat het bureau van hoofdcom mies Fabian Boem. En achter een enor me hoeveelheid stempels en formulieren keurig in volgorde voor zijn neus neer gezet, zit de ambtenaar, die duidelijk een te plichtmatig man is. Fabian Boem kan geen stap verzetten, geen gesprek voe ren, of er hoor een finvulformulier en een stempelkussen bij. Zelfs thuis, waar hij de schepter zwaait over zijn zuster en haar vijf vaderloze zoontjes, gaat alles gepaard met staten, lijsten, rap porten en gestempelde symptomen van het huiselijk leven. Nils Poppe, de Zweedse komiek uit twee voorafgaande ,.Boem-films", zet in zijn creatie van de hoofdcommies de bureaucratie overtuigend in haar ambtelijk hemd. Dit is wel overduidelijk de bedoeling van zijn nieuwste film, die we zeker niet zonder meer als een comedie mo gen betitelen. Er is dus iets veranderd met Nils Poppe. Hij gebruikt zijn ta lent niet langer om Charley Chaplin- achtige „lach"-lims te vervaardigen waar verder weinig eer aan te beha len is. Overigens valt het te betwijfelen, of We Poppe zelf voor deze ommekeer „aansprakelijk" kunnen stellen. De vrijheden, die bijvoorbeeld Chaplin kreeg, zijn wat de Boem-vertolker be treft ditmaal gereduceerd tot een aan deel in het scenario, waaraan ook Per Schytte gewerkt heeft. En uit het re sultaat is af te leiden, dat regisseur Lars-Eric Kjellgren zich allerminst ge leend heeft tot het maken van een film tot meerdere eer en glorie van het komische middelpunt. Het is we willen niet zeggen: daarom een ge slaagd werkstuk geworden, waarin en de gezonde verhoudingen èn de moge lijkheden van Nils Poppe èn het talent Van de regisseur tot uiting komen. Lieden boven de veertien kunnen zien In Rembrandt om „Douane Boem ver maken voor al te ambtenaarlijke amb tenaren kan een bezoek ook geen kwaad spools te verwachten was. is de film „Klokslag Twaalf" geprolongeerd. Veer tien f -s TLr 'T De film F va", we'ke in Lido draait, is door de K F.C. afeekeurd. Gisteravond had, in tegenwoordigheid van de leraren, enkele leden van het curatorium en leeiTihgen de installatie plaats van de rector-van het avondly ceum te Haarlem. De heer J. D. v. Dijck. die als zodanig de heer Appeldoorn on volst, is leraar Frans aan de Rijks H.B.S. te Velsen. Dr. A. M. Eveleyn, president van het curatorium, richtte Woorden van wijze raad aan het adres van de heer Van Dijck, wie geen gemakkelijke taak op zijn schouders is gelegd, „doch", zo sprak de nieuwe rector in zijn dankwoord, „na vele overwegingen heb ik mij beschik baar gesteld, omdat het belang van een uitstekend avondlyceum mij na aan het hart ligt". Hierna gaven enkele oud-leer lingen uiting aan hun dankbaarheid door aan de heer Appeldoorn een stoffelijke gave in de vorm van een globe aan te bieden. Advertentie BOVEN: Douane Boem (midden;) ont ziet bij zijn visitatieplannen niemand. ONDER: De verstekeling Boem maakt zich verdienstelijk- Dit theater presenteert deze dagen een komische operette met opgewekte zang en gracieuze balletten. „De gesluierde Maja" is een nachtclub, waar Helga (Maria Litto) haar taak als danseres op uitmuntende wijze vervult. Zij is de dochter van een eerzaam burger, die door omstandigheden in financiële moeilijkheden verkeert. Bui ten medeweten van haar vader, die in de mening verkeert dat zijin de kliniek van dokter Kirtsch als verpleegster werkzaam is, oefent zij dit beroep uit, teneinde de financiële nood in het gezin te verlichten. Haar moeder belandt eveneens in de nacht club, waar zij in de vestiaire dienst doet. Door persoonsverwisseling komt Helga s vader in contact met de dokter en leert van deze uiteindelijk het ware beroep van zijn dochter kennen. Dansen, sketches en waterballetten gaan de ontknoping vooraf en vormen met het verhaal een attractief schouwspel. Alle leeftijden. In het jaar 1673 werd de hardvoch tige heerser van een Engels graafschap vogelvrij verklaard, omdat hij de wet ten van de koning niet nakwam. De boerenbevolking bleef echter van be scherming tegen de terreur van de op standige graaf verstoken en kwam zelf tot verzet. Regisseur Phil Karlson heeft dit boekverhaal gebruikt om er een schilderachtige film van te maken, waarin heldhaftigheid en romantiek naast fraaie fotografie het volle pc nd krijgen. „Burcht van de haat" is een boeiende geschiedenis, waarbij men zich niet zal vervelen. Wanneer de kruitdamp is ogetrokken, is de toeschouwer getuige van het plechtig huwelijk van de bandieten- koningin en een bandietenkoning. Dat klinkt allemaal nogal vreemd, maar het verhaal, dat er aan vooral gaat niet zonder spnning en met veel blavour brengt de strijd van de oude Spanjaar den in Californië tegen de plunderende Amerikanen omstreeks de helft van de vorige eeuw. De Spanjaarden hebben terecht uw sympathie en dat huwelijk vindt u welverdiend. Veertienjarigen kunnen de „Bandietenkoningin" gaan zien. Ze zullen zich dan meteen vermaken met de dolle klucht „Geef acht", een kostelijk verhaaltje uit het soldaten leven, waarin de man met een onfeil baar geheugen vor de nodige hilariteit zorgt. Hier draait deze week „Het graf van Djenghis Khan"' een rolprent in een prachtige technicolor. Velen zullen vroeger al eens hebben kennis gemaakt met deze figuur van grote faam, wiens heldhaftige daden alom bekend- zijn. David Farrar speelt de hoofdrol, v/elke hij magnifiek weet te vertolken. Zij, die reeds eerder de daden van deze grote dappere aanvoerder hebben gezien, mogen zeker deze keer niet wegblijven. 14 jaar. 32. „Kara!" zegt Eric grimmig. Geruisloos zijri rondom hem zwaar bewapende krijgers op het duintopje verschenen en even later treden ook de slotvrouwe en haar onafscheidelijke reus binnen de lichtcirkel. Ontmaskerdnietwaarzegt zij met een onheilspellend lachje, terwijl zij met de soepele gratie van een roofkat op de Noorman toetreedt. Orm slaakt een gesmoorde gil en tracht zijn omvangrijk lichaam vergeefs achter Eric te verstoppen. Ontmaskerdknikt Eric, met een koude glinstering in zijn ogen de blikken van de vrouw beantwoordend. „En ge zult hier rekenschap van gevenGij en uw mannen!" „Och kom?" zegt Kara slepend. „Gij wilt van mij rekenschap vragen?" Veelbe tekenend glijden haar blikken langs de kring piraten en er speelt een schrikaanja gend lachje om haar mond als zij verder gaat: „Hoe denkt gij dat te doen? Ge zijt in mijn macht, heer koning Eén woord van mij en twintig zwaarden klinken Een niet te miskennen gebaar maakt haar zin af. Eric's spieren spannen zich en hij bijt haar toe: „Gij zijt ongehoord brutaal, Kara! Ge hebt mijn schip in een hinderlaag gelokt, mijn mannen gedood. En de hemel mag weten, hoeveel ongelukkige schepelingen hen voorgegaan zijn. Mijn lading goud geroofd en thans wilt gij u vergrijpen aan de koning zelf!" Een geamuseerd lachje klatert op. „O, maar gij begrijpt mij stellig verkeerd!" zegt ze. „Nimmer heb ik een schepeling nodeloos gedood! Dat is moord, nietwaar Bovendien, ik zou het niet kunnen Stel u gerust, het merendeel van uw mannen is nog in leven Nog wel Daar kunt gij u binnenkort van overtuigen!" Een kort gebaar van de slanke hand en een aantal bandieten stelt zich zwijgend rond Eric en de kleine zeeman op. „Pak zijn zwaard en bindt hem!" beveelt de vrouw koud. Eric beseft dat het weinig zin heeft, zich tegen dit stel nietsontziende rovers te weer te stellen en met een verbeten gezicht laat hij zich door een paar ongure kerels de handen op de rug binden. „Naar de burcht!" klinkt het volgende bevel en onder het toonloze gejammer van Orm zet de troep zich in beweging Blijkens een veslag van de Hoofdbe stuursvergadering der Algemene Vereni ging voor Bloembollencultuur In het „Weekblad" heeft de Commissie Onper soonlijke Reclame van het C.B.C. voorge steld de jaarlijkse bijdrage aan de de- monstratietuin in Treslong te Hillegom aanzienlijk te verlagen, omdat deze niet meer als zodanig van groot belang zou kunnen worden geacht. De bedoeling was daarbij over enige tijd geen subsidie meer voor de tuin te ver lenen. Het Hoofdbestuur der Algemene Ver eniging is het daar in het geheel niet mee eens en stelt vast, dat de tuin thans van groter belang is dan in de afgelopen jaren, daar er behalve publiek, veel meer vakge noten komen door de aanwezigheid van het Beursgebouw en Restaurant. Voor jonge rei zigers acht het Hoofdbestuur de demonstra- detuin bovendien een goede gelegenheid om de nodige soortenkennis op te doen. Beslo ten werd in het C.B C voor behoud van de tuin te pleiten. Het voorstel om de subsidie van f 10.000 tot f 5000 te verminderen werd in C. B. C. na enige discussie niet aanvaard, zodat Hil- legon in 1953 gerust kan zijn. Wegens de grote belangstelling, die de Kathedrale Basiliek van St. Bavo geniet, zal Zondag 28 Sept. om 3 uur wederom gelegenheid gegeven worden om de Ka thedraal te bezichtigen onder leiding van Joh. Beijk. Ingang Westergracht. Indien men uit ons artikel over het jagen in de Kennemerduinen 'mocht ge lezen hebben, dat er „gestrikt" wordt, dan diene men daarvoor te lezen: „klemmen". Opname uit de film zonde". „Het kind der SNELLE AFLEVERING GRÖIE HOUTSTRAAT S* - Ttl 10771 Jean Delannoy, die we kennen als regisseur van een paar films, waarvoor Cocteau publiekelijk heeft getekend, maar die ook „Dieu a besoin des hom mes" op zijn naam heeft staan, is de maker van „Le gartjon sauvage", die onder de Nederlandse en ietwat sen sationele titel „Het kind der zonde" wordt vertoond. De „helden" van het verhaal zijn een publieke vrouw, haar zoontje en haar „vriend", die in de sloppen van Mar seille met elkaar in conflict komen, uit welk conflict alleen het knaapje gaaf te voorschijn komt. De kleine Simon is de eerste tien jaren van zijn eenzaam be staan opgegroeid bij een oud-zeeman, die eenzaam op een boerderijtje in de ber gen woont. Daar komt zijn moeder hem halen omdat zij de jongen nu voortaan bij zich wil hebben. Ze beseft in haar betrekkelijke argeloosheid niet, dat zij met de jongeman een hachelijk avontuur tegemoet gaat. De kleine op zijn beurt heeft geen besef van het klimaat, waarin de moeder haar bedrijf uitoefent. Maar hij begint er toch zoveel van te begrij pen, dat hij hevig jaloers wordt op de mannen, die hem beletten, zijn moeder de genegenheid te betonen, die hij voor haar voelt. Hij duldt niemand naast zich, vooral niet dat louche individu, op wie de moeder verslingerd is en die haar uitbuit en hem tiranniseert Tot tweemaal toe pleegt de jongen een aanslag op de ploert. Zonder suc ces helaas; tenslotte sneeft de ellen deling onder de kogels van zijn mede bandieten, die hij verraden heeft. Dat gebeurt op het ogenblik dat de vrouw gereed staat om met hem uit de stad te verdwijnen, hetgeen haar overigens niet gelukt zou zijn, aangezien hij in haar plaats een ander liefje had uit gekozen. De jongen is intussen terecht gekomen bij een scheepskapitein, die hem ai eens uit de haven had opge vist en hem nu maar voor goed zal meenemen, de frisse zeewind tegemoet. De moeder blijft achter, gebroken, niet begrijpend, gebonden aan haar bestaan met nu en dan toch een vaag besef van de kansen die haar met het vertrek van haar kind ontvallen. Een dezer dagen heeft mgr. J. P. Huibers, bisschop van Haarlem, Zijn goedkeuring gehecht aan de statuten van de Haarlemse Katholieke Studen tenvereniging Sanctus Bavo, het voor malig Haarlems Katholiek Studenten contact, Daardoor heeft deze vereniging in het zesde jaar van haar bestaan een nieuwe status gekregen. Tot moderator van de jonge vereniging heeft de bis schop willen benoemen dr Modestus van Straaten OESA, rector van het Triniteitslyceuin, die in de eerste vijf Jaren een zo groot aandeel heeft gehad in het werk van het Haarlems Katho- "ek Studentencontact. Sanctus Bavo is een organisatie van m Haarlem en omstreken woonachtige studenten aan de Universiteiten van Leiden en Amsterdam en aan de Delft- fe Hogeschool. Een groot deel van de reden is werkstudent. De vereniging lit zich ten doel een zo goed moge- ijke compensatie te geven, vooral op gieus en cultureel gebied, voor het ft®ïïls van een volledig universitair studentenleven. Hieruit blijkt duidelijk, £et ni®t in de bedoeling van Sanc tie a^° °m te concurreren met kathniiff Universiteitssteden bestaande Sebruikmf studentenverenigingen. De ken van de jonge vereniging zul len noodzakelijk een geheel eigen ka rakter dragen. Als het getij verloopt verzet men de bakens. Eenmaal in de drie weken draagt pater van Straaten bij de Zusters Fran ciscanessen in het Florapark een H. Mis voor de studenten op. Er zijn voor drachten over religieuze en culturele onderwerpen en voorkomende gelegen- beden worden feestelijk gevierd. Tevens zijn er in de vereniging een aantal bloeiende dispuutgezelschappen. Het karakter van de vereniging eist dat de financiële verplichtingen, die het lid maatschap met zich meebrengt, tot het minimum beperkt worden. Het bestuur stelt daarnaast alles in het werk om de leden het bijwonen van culturele eve nementen hier ter stede te vergemak kelijken. Er werd een aanmerkelijke reductie verkregen voor de cursussen van Geloof en Wetenschap, terwijl de leden gedurende het winterseizoen 50% reductie genieten op de voorstellingen in de Stadsschouwburg. Alle studenten uit Haarlem en om streken kunnen van Sanctus Bavo lid worden. De kennismakingstiid begint op 5 October. Ieder die inlichtingen verlangt of zich voor het lidmaatschap wil opgeven wende zich tot het ab- actiaat: Mentawistraat 46, Haarlem. oensdag 1 October is voor Haar lem een gedenkwaardige dag, want dan staat het Gemeentelijk Bureau voor Beroepskeuze in het zil ver. Wie de naam van dit Bureau noemt, zegt „meneer Jansen", want hij is de gene, die sinds de oprichting jaar en dag de omvangrijke bezigheden, van het beroepskeuze-werk voor een groot deel alleen heeft verricht. Toen 25 jaar geleden een afdeling be roepskeuze aan het Arbeidsbureau ver bonden werd, schaarde Haarlem zich daarmee onder het betrekkelijk kleine aantal gemeenten, die reeds vóór de oorlog daadwerkelijke belangstelling voor dit belangrijke probleem aan de day legden. In het begin ging alles nog maar „matiejes" en de heer Jansen, „hoofd en ledematen, tegelijk" van het Bureau, had heel wat vooroordelen er. moeilijk heden te overwinnen. Het belang van een goede voorlichting bij de keuze van een beroep een belang zowel voor de betreffende persoon als voor de ge meenschap werd nog slechts hier en daar ingezien. Dit was overigens niet alleen in Haar lem het geval. Op vele plaatsen elders in den lande werd reeds sinds het be gin dezer eeuw aan het probleem ge dokterd. Reeds sinds die tijd hebben verschillende personen en instellingen zich met het vraagstuk der beroepskeu ze bezig gehouden, ieder onder eigen gezichtshoek en het valt niet uit te ma ken, welke instantie op dit gebied de oudste rechten zou kunnen opeisen. In de loop der jaren is er menige strijdvraag naar voren gekomen o.a. over de organisatie en de werkmetno- de bij de voorlichting en niet het minst over de vraag, bij welke instantie de taak der voorlichting behoorde te be rusten. Dit werd van des te meer be lang, naarmate men beter ging inzien, hoe verstrekkend de invloed is van het beroep (en dus ook de keuze daarvan) op een mensenleven. Men ging begrij pen, dat het beroep en de keuze daar van de gehele mens raken, omdat zij voor een belangrijk deel de richting bepalen, welke zijn leven zal nemen. De invloed op de keuze van een beroep werd duidelijk als een belangrijke fac tor in de opvoeding en in vele gevallen als een doorslaggevend sluitstuk daarvan. Vooral katholieken en christelijk pre testanten, die zich ook pioniers op dit werkterrein mochten noemen, best-e den de veel verkondigde opvatting, dat beroepskeuzevoorlichting alleen een taak van de overheid zou zijn. Zij gin gen terecht van het standpunt uit, dat het onderzoek en de voorlichting, zo nauw verband houdend met de opvoe ding, dienen te geschieden op basis van de levensbeschouwing van de ouders. Het advies bij de beroepskeuze is im mers een t o t a a 1-menselijke aangele genheid, die men alleen bevredigend kan behartigen wanneer men een veel heid van aspecten psychologische, medische, economische en niet het minst levensbeschouwelijke, paedagogi- sche en sociologische in rekening brengt. Men kan deze aspecten van el kaar onderscheiden, maar niet schei den. In het uitgebrachte advies moe ten zij een eenheid vormen. Alleen wanneer het advies onder elk van deze opzichten verantwoord is, is het in werkelijkheid een goed advies. Een advies, dat onder één van de genoemde opzichten foutief is, is in zijn geheel verkeerd. De voorstanders van het particulier initiatief op net terrein van de be roepskeuze ontmoetten voorshands nog weinig begrip, vooral wanneer deze instanties aanspraak op overheids-sub- sidies maakten. Pas rond 1925 begon men in bredere kring de houding van de katholieken en christelijke protestanten te begrij pen, wat niet betekent, dat de subsi dies in ruime mate begonnen toe te vloeien. Men aanvaardde alleen de fei telijk gegroeide situatie, dat er naast de neutrale Vereniging tot Bevordering der Voorlichting bij Beroepskeuze, waarin o.a. verschillende gemeente bu reaux zich verenigd hadden, ook con fessionele instanties zich op dit terrein bewogen. Sindsdien werken de ver schillende instanties, dikwijls organi satorisch gewijzigd en in hun activiteit belemmerd door moeilijke omstandig heden, zoals de voor-oorlogse crisis en de abnormale verhoudingen in de be zettingsjaren, ieder op eigen wijze in den lande aan de uitoefening en ver volmaking van hun belangrijke taak. p initiatief van Deken Kuilman kwam op 1 November 1947 ook in onze stad een katholiek be roepskeuze-bureau tot stand voor Haarlem en omgeving. Het was een zelfstandig bureau, dat voor de tech nische uitvoering der werkzaamheden gelieerd was met het R.K. Bureau voor Advertentie Delannoy heeft dit verhaal realistisch genoeg verteld om de atmosfeer, waarin het zich afspeelt, te laden met verlaten heid en verwording, die jiu en dan door broken worden door de reacties van onschuld, kinderlijkheid en jalouzie van het kereltje, dat door zijn intuïtie tegen bezoedeling wordt beschermd. Terwijl men intussen wel wil geloven in de door Delannoy in treffende beel den en met juist gebruik van licht en donker geschilderde realiteit en terwijl men zelfs de jongen wil aanvaarden, ontkomt men toch niet aan de tegen stelling tussen de oorspronkelijke titel en het beeld van de jongen. Hij is name lijk verre van een gargon sauvage en veeleer een uiterst gevoelig ventje met nette maniertjes en een ontwapenend gezichtje, een manneke, dat men van harte alle goeds gunt, maar dat aller minst is geprojecteerd als een ontem bare, ja zelfs voorbestemd schijnt te zijn om in de misère ten onder te gaan. Dat het anders uitkomt, is alleszins verheugend, maar de vreugde is ge mengd met verbazing. Daarentegen zijn de vrouw en de schobbejak vol ledig geslaagd: de vrouw als het type dat „geleefd wordt" maar haar moe derlijk instinct niet helemaal verdrin gen kan, de man als de volkomen ver dorven lafbek, die de hemel bewaren zal. Delannoy is er in geslaagd, de vulgaire kanten van een vulgaire wereld te om zeilen of door tragische accenten te milderen, zodat aan het eind een totaal beeld overblijft, dat goed en kwaad dui delijk stelt en aan het .gevoel voor recht bij de toeschouwers tegemoet komt. De algemene strekking is dus alleszins te verdedigen en van misbruik van de situatie kan men niet spreken. Dat de K F.C. de film voor volwassenen toe laatbaar acht, lijkt ons een juiste ziens wijze. Zij draait in Cinema Palace. Gisteravond half acht is de vierde pont, die hier vanaf 1 Juli heeft dienst gedaan,voor dit jaar uit de vaart ge nomen en direct naar Buitenhuizen ver trokken, daar de hier gestationneerde pont hoognodig in reparatie moet. Men had eerst de verwachting dat hij voorlopig hier zou blijven, daar alle ponten eveneens nagezien moeten wor den, maar voorlopig zullen zij hun taak hier nog gedrieën moeten blijven ver vullen. Wat het verkeer betreft was er volgens de gezagvoerders, nog alle aan leiding de dienst met vier ponten te handhaven. De herfstavond is mild en stemmig in de schijn van het lamplicht. Buiten raast de wind, rukt aan de vensters. Regen tikt onophoudelijk. Behaaglijk is' de warmte van de kachel. Dan komen de verhalen los. Verhalen, die leven in stad en streek of die, lang vergeten, worden opgediept uit het boek, de intieme vriend van herfst- en winteravonden. De sfeer van deze avonden bevalt ons. Waarom dan niet even de streng-historische lijn losgelaten om onder te cluiken in de sfeer van legenden, die vrij van de fantasie, altijd een kern van waarheid inhouden en daardoor geheel passen in het kader van deze te hooi en te gras bijeengegaarde historische notities, die meer nog dan kennis van eigen stad en streek beogen de liefde op te wekken voor de plaats, waar wij wonen, met zoveel banden aan het verleden gebonden. Wat is prettiger op de herfstavond, dan nog eens te luisteren naar het hoefgestamp der rossen, het geschal van de jachthoorns, de zoete toon van het minnelied, 't gebed van de bedrukten en de jubelkreet van de overwinnaars, om de geliefkoosde uitdrukkingen te gebruiken van onze romantiekers van de negentiende eeuw. Toch is het niet onze bedoeling deze negentiende eeuwers te volgen op hun romantische tochten. We zouden de waarheid wat al te zeer geweld aandoen en, terecht, de toorn oproepen van de degelijke historici, die de werken van Hofdijk, v. d. Bergh c.s. reeds lang naar de brandstapel verwezen. Stel u voor. Hofdijk zou ons laten schrijven: „Ik nader u met eerbied, rustig blank duin, makend een bedevaart naar de plaats gewijd door de voetstappen van een der edelste mannen onze historie". En dan zouden we u op de vroege morgen van de 26e April moeten meenemen naar het strand van Zandvoort, waar de vis sers uit zee zien rijzen een kloeke, breed geschouderde gestalte, zonder blazoen, met gouden sporen; op zijn schoon en manlijk gelaat een onbeschrijflijke uit drukking van hoogheid en adel. Ge vraagd wie hij was, zou hij antwoorden „Ik ben Witte, was des graven Floris' kind". Neen, de verhalen van onze ro mantiekers smaken ons niet meer. Ver beeldt u. Die Witte Floriszoon zou ons nog taferelen laten zien op gezag van Hofdijk, waarin we de Vlamingen de strijd op het Manpad in Zandvoort beschrijft hij zien tuimelen, doorregen van lansen, doorhouwen van de strijd bijl, doorkerfd van het zwaard, gekneusd en gepletterd door de knots. Verlaten we gauw de slagerswinkel om te zien of we ook echte legenden aantreffen, die in de sfeer van de herfstavond aan genaam zijn om ernaar te luisteren. En nu we toch eenmaal door Hofdijk er toe zijn gebracht ons buiten de stadsgrenzen te begeven, blijven we nog wat in de omgeving dolen. We stuiten in het duin van Overveen op de hut van een klui zenaar, Vader Bruno. Er zijn meer der gelijke ervaringen op te doen, tot in Velserbeek toe, waar de kluis nog trouw bewaard wordt op een klein eiland. Maar het verhaal van Vader Bruno is toch wel heel bijzonder. Het vraagt van ons de Middeleeuwse eenvoud van ge loof. Vader Bruno, een roep van hei ligheid ging van hem uit was de raadsman van vele Haarlemmers en van de bewoners van de dorpen in de wijde omtrek, die allen met hun moeilijkheden naar hem kwamen. Over zijn verdeden sprak hij nooit. Men wist niet wie hij was, vanwaar hij kwam. Men interes seerde zich daar ook niet voor. Maar eens, toen drie jonge edellieden hem kwamen raadplegen over hun toe komst, lichtte hij de sluier op en vertel de. Eens was hij een geducht edelman, die een lichtzinnige vrouw trouwde en met haar zijn dagen sleet bij drinkgelagen en ruwe spelen: ridder Reinoud heette hij. Het spel was zijn hartstocht. Hij ging er geheel in op, verloor meer en meer. Zijn hele vermogen raakte hij kwijt, hij stak zich in de schulden, en ging de totale ondergang tegemoet. Mei angst en vrees zag zijn enige dochter Laura, een engelachtige verschijning, di' alles gebeuren. Erger nog moest haai' overkomen. Haar moeder even licht zinnig als haar vaderdanste zich een dodelijke bloedspuwing. Ridder Reinoud vertelde het verhaal met diepe ontroering. Het was een vre selijke schuldbekentenis. Toen zijn vrouw gestorven was en de schulden zo hoog liepen, dat er geen uitkomen meer aan was, verzon hij een duivels middel om zich geld te verschaffen. Hij ver kocht Laura ten huwelijk aan een oude. rijke wellusteling, die zijn dochter gretig nam en twee jaren kwelde. Ridder Rei noud kon weer leven in overdaad. Na twee jaar stierf de oude gek. Laura liet alle bezittingen aan haar vader, die mooi weer bleef spelen en trok zich zelf in een klooster terug. Reinoud, met de Satan in het hart, stoorde zich aan niets, tot de ommekeer in zijn leven kwam. Dat was na een tournooi in Gelre's hoofdstad. Hij stond tegenover de geduchte Evert van Essen, wist hem een eerzucht verteerde hem op oneerlijke wijze te verslaan, maar werd getroffen door de wraak van de edelman. Deze belegerde zijn slot, drong binnen, stak alles in brandReinoud wist. gekleed als een eenvoudige knecht, te ontkomen. Beroofd en berooid stond hij. Toen kwam het berouw. Hij hoorde van de gewone lieden, die hem in zijn vermomming niet herkenden, hoezeer hij gehaat werd, het sloeg hem met ont zetting te horen hoe men over hem dacht. Maar al te zeer met reden. In een schuur bracht hij de nacht door Daar verscheen hem in zijn droom zijn edele moeder, wijzend op Laura, die met een kruisbeeld achter haar stond. Rei noud, schreiend van berouw, vroeg wat hij kon doen om zijn schuld uit te boe ten. Het werd hem duidelijk gemaakt. Met de bebloede wapenrok, prijs van het tournooi in Gelre's hoofdstad, ge selde hij zich tot bloedens toe. Dan pelgrimeerde hij naar Keulen, waar hij zijn zonden beleed en Laura in haar kiooster om vergiffenis ging smeken. Barrevoets keerde hij weer, betrok een eenzame kluis in de duinen om heel zijn verder leven boete te doen. Na dit ver haal keek hij de drie jonge edellieden recht in de ogen en verzekerde hun, dat hij alleen deze raad kon geven: alles te beschouwen als ijdelheid, behalve God te dienen. En dit is dan de legende van Vader Bruno, de kluizenaar van Overveen, in 1857 geschreven door kapelaan J. J, van der Horst. Een legende, in het kort hier weergegeven, maar berustend op authentieke gegevens. Kapelaan v. d. Horst weet zelfs te melden, dat Vader Bruno op 8 Juli 1402 in zijn kluis is overleden. De maat van zijn boetedoe ning was vol: zijn gelouterde ziel ging naar het eeuwige leven bij God, Jan B. School- en Beroepskeuze te Amster dam, hetwelk reeds jaren met groot succes aldaar werkte, onder leiding van de heer J. Sluijters. Het bureau vond een passend onder dak in het K.A.J.-gebouw. Prinsen Bol werk no. 1, waar sindsdien elke Don derdagavond van 7 tot 8 uur spreek uur gehouden wordt. Het Secretariaat werd gevestigd Maraisstraat 15. Bleven deze adressen tot nu toe nog steeds ongewijzigd, organisatorisch werd er nog al iets veranderd, want in onzetijd gaat de psycho-techniek met rasse schreden voort. In 1948 n.l. werd door de K.A.B. van het bisdom Haarlem een beroepskeuze adviesbureau geopend in Den Haag- Spoedig gevoelde men de behoefte in verschillende plaatsen een dépendance te vestigen en met grote voortvarend heid werd in het voorjaar van 1949 een net van 12 regionale beroepskeuze- bureaux over het bisdom verspreid. Van die tijd af werd het geheel gedra gen door de gezamenlijke katholieke standsorganisaties, welke elkaar on dit punt gevonden hadden. Op 17 Maart 1949 sloot het katholieke Haarlemse beroepskeuze-bureau zich bij de stichting aan en draagt sindsdien de naam van Regionaal Bureau van de Ka tholieke Paedagogische Beroepskeuze- bureaux in het bisdom Haarlem. Deze aansluiting bood meerdere voordelen. De candiaaten konden nu tegen lagere tarieven geholpen worden, daar de standsorganisaties de nieuwe stichting krachtig steunden. Bovendien was een meer deskundige behandeling mogelijk, daar de bureaux onder wetenschappe lijke leiding staan van prof. dr. A. Cho rus te Leiden, terwijl drie psycho-tech- nici op bet Prinsen Bolwerk de dage lijkse werkzaamheden verrichten. Zo heeft ook in Haarlem het particu lier initiatief de juiste plaats gekregen naast de overheidsbemoeiing. Het ge tuigt van een brede blik en een juiste opvatting van zijn taak, dat de heer Jansen in de afgelopen jaren meerdere candidaten naar het Prinsen Bolwerk verwees, als ze daar thuis hoorden. In 1951 werd hef bestaansrecht van het ka tholiek bureau nog onderstreept door het gelukkige feit. dat de gemeente Haarlem en andere gemeenten uit het rayon met subsidieverlening begonnen. Mogen ook de ouders steeds meer gaan inzien, dat de beroepskeuze-bu- reaux krachtige hulpinstanties zijn bij hun opvoedende taak. De medicus „helpt" in de lichamelijke opvoeding, wanneer de kennis van de ouders ie kort schiet. Zo „helpt" de onderwijzer in de verstandelijke vorming. Op onge veer gelijke wijze „helpt" de beroevs- keuze-adviseur de ouders en het kind bij het vinden van een levensweg. Eerst wanneer de ouders dat voldoende begrij pen, da,n zullen beide instanties, zowel het gemeentelijk als het katholiek bu reau ieder op hun eigen terrein hun zegenrijke taak ten volle kunnen verrichten. Donderdagavond was de grote zaal van café-restaurant „Duifzicht" nagenoeg ge heel gevuld met het personeel van de N.V. Fa. Carels en Hus en talrijke ge nodigden om de heer C. J. Wanders, die zijn 25 jarig jubileum vierde als be- drijfschef bij deze firma, te huldigen. Als eerste sprak de heer A. Pel- terman, één der directeuren van de N. V. Hus de jubilaris toe De ze schetste het werk van de heer Wanders, die in het bedrijf wel de juiste man met het nodige organisatie vermogen is. Spreker overhandigde de jubilaris een gouden horloge,'tevens een diploma met een zilveren inlegmedaille, waarop een ouderwetse bakker met schieter staat afgebeeld. Voorts spraken dé heren P. <je Ruy- ter, commissaris van de N.V Hus èn Carels, J. Geerlings, voorzitter van de personeelsvereniging afd. Haarlem en J. v. Weeren, hoofdboekhouder. Ook ver schillende afgevaardigden uit Den Haag en Amsterdam lieten van hun belang stelling blijken Van de diverse delega ties ontving de jubilaris vele geschen ken waaronder een actentas, een kistje sigaren, herenhandschoenen, een pracht stel gramofoonplaten en een asbak. Van de Haarlemse directie ontving de heer Wanders een enveloppe met inhoud. De echtgenote van de jubilaris mocht enkele prachtige bloemstukken in ont vangst nemen. Na het officiële gedeelte werd er nog tot laat in de nacht feest gevierd. De jubilaris dankte hierna allen har telijk voor de hulde, hem gebracht. Hierbij traden op het Haarlems Ti- roler kapel „De Alpenjagers" en de con ferencier, de heer H. Bouman, die be nevens enige aardige liedjes en humor ook een kwartiertje de feestvierenden vermaakte met zijn goocheltoeren. Het algemeen bestuur der Haarlemse mu ziek- en amusementsvereniging „De Melo- distén" deelt mede. dat zij voor het grote jubileumfestival, dat plaats zal vinden op Zaterdagavond 1 November a.s. in het Haarlems Concertgebouw, geen deelnemers meer kan plaatsen. Zij, die zich als deelnemer hebben opge geven, en helaas teleurgesteld moesten worden, zullen bij een volgend muziek festival voorrang verkrijgen bij het afleg gen van de vaardigheidsproef.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 9