Tekenstift schept vriendschap
Het mysterie van Israël
Solidariteit der ingewijden
Muzikaal proces in Wenen
op™
Hulp aan gerepatrieerden
eenzame
Reizig
er
ftr
rDe
v.
Kinderen over de gehele
wereld wisselen hun
tekeningen uit
Mgr. dr. J. Damen
„Het onuitwisbaar merkteken"
Wijziging van Garantiewet bij Unie
zaken in voorbereiding
Plastic hartklep
LITERAIRE KRONIEK
KREOFLAVON
J
ZATERDAG 11 OCTOBER 1952
PAGINA 3
-
If
Rector Pauselijk Nederl
College te Rome
Verzetsster „Oost-Azië"
voor kapitein J. Gulden
Nieuw gebouw voor het
Indonesisch H.C.
6S3 Hilversum
„100 jaar Kromstaf"
Historische tentoonstel
ling in Utrecht
STICHTING MGR. DR.
ERASFONDS
Aan kolendampvergiftiging
overleden
ig V si;!:ïi!!:;: 5
„Meisje uit Pun
jab", aquarel van
V. S. Vimata, 4e
klas, 13 jaar.
„Circus", aquarel van een 14-jarige jongen.
Het Evangelie van de 19e Zondag
na Pinksteren bevat de bekende
gelijkenis van de bruiloft van
de koningszoon. In het eerste deel ver
haalt Christus ons van de vele genodig
den, die allerlei voorwendsels wisten
aan te halen om niet deel te behoeven
hemen aan het feestmaal. En dan wordt
<?T1Sverteld, hoe de dienaren van de
koning wjj moeten hieronder de
VerS e*en en c'e geloofsverkondigers
den n uitgaan, om goeden en kwa-
0J m.a.w. de heidenen waar zij hen
,"K. maar vinden, uit te nodigen tot de
bruiloft
B °e betekenis tiiervan is duidelijk: het
yhspronkeliik-uitverkoren volk. de Jo-
°en, heeft, als volk in zijn geheel, de
P?°dschap Van het Evangelie hf.rdnek-
5'S afgewezen, en in zijn plaats kwamen
heidenen, die toen wegens hun be-
ifidheid Jesus' leer te aanvaarden door
^°ds barmhartigheid werden gered,
■p r°t zover is deze passage van het
evangelie wel voo- ieder duidelijk. In
~.°ds heilsplan hebben de heidenen de
Plaats ingenomen van de Joden, die.
Pegen Jesus' uitdrukkelijke leer in,
hun gerechtigheid bleven zoeken dooi
werken van de wet. Maar pas als
verder eaan nadenken over het lol
y.an het Joodse -volk, nadat het de Mes-
fjas verworpen had. komen de moel-
bjkheden. En die zijn des te groter.
?Par eeuwen lang de mensheid geleefd
"eeft in het vaste geloof, dat het Jood
je volk door God definitief verworpen
I? als straf voor de moord op Jesus
Christus.
n welnu, niets is minder waar.
daar meer van wll_ weten, moot
maar eens het negende, tiende en elfde
hoofdstuk lezen uit de brief van Sint
aulus aan de Romeinen. Niet dat hij
Pah een helder inzicht heeft in dit prt>-
1 leem, maar zoveel zal hij er toch uit
iffen. dat de gangbare onvatting niet
oudb'aar blijkt te zijn. Wij staan hief
P-I- voor een groot mysterie, voor een
peheim. dat wij voorlopig zeker nog niet
S®grijpen. De theologen zijn over heel
j® Wereld bezig door nauwgezette studie
dieper door te dringen in de vele
jaadsels, die met deze vraag samen
v®Pgen. Ook geschiedkundigen trachten
®ter inzicht te krijgen in het Jodeu-
°bleem in de loop der geschiedenis,
tel Wordt er vanuit verschillende pun-
a p naar een oplossing gezocht, waai
IjP juist in onze oecumenisch gerichte
zozeer behoefte is. De hele wereld
Wo naar eenheid. In de christelijke
j^vfeld is dat al heel duidelijk. Daar ls
öatn ook tot de overtuiging gekomen,
kn,v, t streven naar eenheid niet vol-
ihp«e,n is> zolana d- Joden daarbij niet
C^'oten worden. De Joden aan wie de
daalstpnen hun Verlosser danken. Van-
Sabi» ?e belangstelling voor alles, wat
raS] Pbangt met het mysterie van Is-
trSint
7®«ft
Paulus zegt kort en bondig:
ver„ God Zijn volk soms verstoten"
te r® vandaar! Zijn zi1 gestruikeld om
(f, bliiVpn liggen? Zeer zeker niet'
Van'w 111 en 11.11.1. Maar in vers 25
Van He hoofdstuk zegt hij: een deel
dar ^raël is verhard totdat de massa
Zal e'denen is binnengegaan, en dan
laatP®el Israël worden gered" Hoe dit
ls nl Precies,moet verstaan worden
het V niet duidelijk. Wel staat vast. dat
einri„v?dse volk zeker niet van de uit-
Zepv e redding is uitgesloten. En
Piet vVaarschijnljjk ook. dat wij daarop
der ,even te wachten tot aan bet einde
VolWaaruit, dan onmiddellijk
Voorn, wij. Christenen, onder géén
laten arc*e' °°b maar iets mogen na
tot d«Van wat terugkeer der Joden
Vooral Ware godsdienst kan besnoedigen.
niet een voortdurend gebed.
\A/ anneer wij overdenken wat nu
V Precies dient verstaan te wor
mvsto ^en onder de uitdrukking: het
Voorn e van fsraël, dan betekent dat
in «"W. de plaats, die het Joodse volk
heiin?11?, P Pot heilsplan van God. Gods
Niom j1S. zonder beperking universeel.
Zonal®11 ',s, daarvan uitgesloten. Wij
Joden"nS w? zeggen: heel zeker de
rpn volk? h^ar®n Z-ij niet het uitverko-
Weigering 1 J1|n.21) nog! Ondanks hun
derf f1 -g Messias te erkennen! Maar
lende cehrTuf h™ heel wat el-
Jodpn „Ij e verstrooiing van de
®en feit ivr dood van Christus, is
derliii- ^aar.iuist. dat feit is zó won-
- i Weini S in nuproone+ovtrt Kï-i i ra rt
dan het voortbestaan der Joden een
mysterie te noemen. Op geen enkele
menselijke manier immers is dit te ver
klaren. Hier moeten eenvoudig b o
v e nmenselijke krachten aan het werk
zijn.
Een anti-Joodse mentaliteit heeft zo
goed als altijd geheerst. Waarom pre
cies? Het is niet gemakkelijk hiervan
een bevredigende verklaring te geven.
Ondanks gruwelijke, zeer onrechtvaar
dige vervolgingen en uiterst onvriende
lijke maatregelen is dat volk toch blij
ven bestaan, heeft het steeds middelen
gevonden om zich te handhaven. Er heerst
onder hen een saamhorigheidsgevoel,
dat bij andere volkeren ver te zoeken
is. Ondanks het gemis aan staatkundige
eenheid, ondanks hun zeer groot aan
passingsvermogen zijn de Joden toch al
tijd Jood gebleven en hebben zij tenslot
te het verbazingwekkende werk tot
stand gebracht van een eigen staat. En
dit juist in een tijd, die onmiddellijk
volgde op de gruwelijkste vervolging
van hun hele geschiedenis. Nogmaals:
dit is niet met bekende wetenschappe
lijke methoden te verklaren!
Anti-semitisme is niet te verantwoor
den. Het is nooit te verantwoorden ge
weest, zodat de geschiedenis een zeer
ernstige blaam werpt op de Christen
heid, die zo lange eeuwen een Jodenver
volging heeft geduld. Wij willen hier
niet ingaan op de vele redenen, die
men" meent te hebben om de Joden
onvriendelijk gezind te zijn. Laat men
eerst maar eens de hand in eigen boe
zem steken voor men anderen beschul
digt. Maar vooral: zelfs al zouden er re
denen zijn om minder vriendelijk over
deze of die Jood te denken, dan heelt
men nog geen recht rot generaliseren:
terwijl boven alles de wet van God
geldt, dat alle mensen, onverschillig
van welk ras of natie, gelijk zijn. Daar
mee hebben wij op de eerste plaats te
maken: alle mensen zijn onze naasten,
onze broeders. Dus ook de Joden.
Voor ons volgt daaruit een dubbelp
plicht Vooreerst dienen wij eens en
voor goed af te rekenen met de onver
antwoordelijke gewoonte onvriendelijk
en onwelwillend over de Joden te pra
ten en te schrijven. Dat gebeurt nog veel
en veel te veel en houdt een stemming
levend, die de ware eenheid onder de
mensen onmogeliik maakt. Maar vooral
moeten wij, als Christenen, veel voor de
Joden bidden. Wij moeten hen. als ware
Aoostelen van Christus, een vaste
plaats geven in de intenties van ons ge
bed. Opdat Gods genade hun de ogen
onene voor het licht van Ziin waarheid.
Wanneer wij het missiewerk steunen,
voor onze missionarissen bidden en
daarbii de Joden uitsluiten, dan is er
iets scheef in onze opvattingen.
Wij kunnen hier nu niet verder on in
gaan! Wii hebben alleen naar aanlei
ding van het Evangelie van morgen de
aandacht eens willen vestigen op dit
grote probleem en er dp hoofdliinen van
willen aangeven Bij gelegenheid komen
wij er weer eens op terug. Voor deze
keer zij het voldoende eron gewezen te
hebben, dat alle anti-serr.itisma onver
antwoordelijk is. omdat het tegen de
wil van God indruist. L.
(Van onze speciale verslaggever)
"Tfinderen uit meer dan dertig landen ter wereld, onder
/V wie die van Nederland, gaan trachten de vrede te
winnen- Zij doen dit niet in een spontaan besluit om
de machtigen van de wereld wat meer wijsheid te leren,
tenminste niet bewust. Zij doen het eenvoudig door te blij
ven wat zij zijn. Maar zij gaan hun tekeningen versturen.
Duizenden tekeningen van kinderen in de leeftijd van zes
tot achttien jaar uit Nederland, Australië, België, Ceylon,
China, Finland en vele andere landen gaan naar het Inter
nationaal Hoofdkwartier van het „Art for World Friend
ship Committee" in de Verenigde Staten. Vandaar uit be
ginnen zij te circuleren over de gehele wereld. Deze inter
nationale uitwisseling stelt de kinderen van verschillende
volkeren in staat met elkaar te spreken in een taal, die zij
verstaan. Het is een manier om vriendschap en verdraag
zaamheid. aan te kweken tussen de jonge vertegenwoordi
gers van verschillende culturen, zonder tussenkomst van
volwassenen.
Het kind denkt nog niet aan macht
en is nog zonder vooroordeel. Door de
nadruk te leggen op de overeenkomst
en niet op een oppervlakkig verschil
tussen mensen, wordt het besef bijge
bracht voor de broederschap der mens
heid, vóórdat redenen van politieke of
economische aard zich kunnen doen
gelden. Niets mag tenslotte worden na
gelaten om de vrede te bemachtigen.
Alle medewerkende scholen krijgen
tekeningen toegezonden om ten toon te
stellen, waarna de kinderen, die de
tentoonstelling bezoeken, een tekening
mogen meenemen op voorwaarde, dat
zij de maker er van zullen schrijven.
Op die manier kunnen kinderen uit alle
landen merken, dat zij in hun land niet
anders zijn dan waar elders ook, en
leren %ij andere delen van de wereld
in een verhelderd licht te zien. Zoals
gezegd, ook Nederland doet mee.
Men zal zich herinneren, dat tijdens
de reis van Koningin Juliana en Prins
Bernhard. naar Amerika een collectie
van ruim vierhonderd Nederlandse
kindertekeningen naar de nieuwe we
reld is gezonden. Dit was een keur van
zeer fraaie resultaten van kinderlijke
fantasie, die grote belangstelling heeft
gewekt en dit nog steeds doet. De Ne
derlandse ambassade in de V. S. heeft
nu uit erkentelijkheid hiervoor een bij
zondere verzameling Amerikaanse kin
dertekeningen terug ontvangen, die
binnenkort in verschillende Neder
landse steden zullen worden ten toon
gesteld. Utrecht heeft hiervan de pri
meur. In deze plaatsen zal gelijktijdig
worden geëxposeerd een inzending van
scholen uit de gemeente, waarin dc
tentoonstelling gehouden wordt. Deze
locale Nederlandse collectie wordt na
sluiting van iedere tentoonstelling di
rect doorgezonden naar het hoofdkwar
tier van de !A. W. F., vanwaar zij haar
tocht over de wereld begint.
Wij hebben reeds de gelegenheid ge
had een groot deel van de komende
expositie, die over enkele weken in
Utrecht zal worden geopend, te zien.
Hiervan komt een groot deel uit de
Verenigde Staten, een klein aantal uit
India. Een inzending uit Alaska is
onderweg. De kennismaking is opzien
barend, zowel om het hoge peil, waarop
de tekeningen staan, als om de con
frontatie met een wereld, die, hoewel
door een volwassen mens reeds afge
sloten, toch met een zekere vreugde
wordt herkend. „Nu ik als volwassene
in mijn geboorteplaats terug keer",
schrijft de psycholoog dr. R. Müller
Freienfels ergens, „kom ik tot de erva
ring, dat deze stad, die voor mij eens
was „de stad" zonder meer, de stad
als absolute ruimte, slechts een plaats
is als vele andere in de omgeving, een
stip op de landkaart, die daarop mis
schien niet eens valt aan te geven,
omdat zij te klein is. Ik hoorde mensen
spreken; hun taal, die eens voor mij
„de taal" was zonder meer, klinkt mij
nu in de oren als een geestig en ge
moedelijk dialect. Het gebergte, waar
voor wij als kind geen bepaalde namen
hadden, is nu vyor mij een deel van
het leisteen-gebergte, en eigenlijk zie
ik het nu meer als een klein teken van
vriendelijke zacht glooiende heuvels
Kinderen leven in het absolute, en
het is, om het niet sterker te zeggen,
wel wat waard om als groot mens eens
te merken, hoe goed het is zich te
hechten aan een absoluut ideaal. In de
tekeningen, die nu in Utrecht worden
opgehangen, valt veel te zien. Het kind
tekent zijn wezen en zijn omstandighe
den zonder grote remmingen. Het kiest
zijn kleuren, sombere en zware als het
in moeilijkheden zit, stralende als het
niets mankeert en het leven prachtig
vindt. De onderwerpen spreken boek
delen. Het kind tekent wat het be-
MetYelni§ in overeenstemming
ïh mil. van aj?dere volkeren, die
hebben ofi„ 9?g"nstige omstandigheden
e°&en geleefd, dat men niet anders kan
Z. Em. Kardinaal Pizzardo heeft
benoemd tot rector van het Pauselijk
Nederlands College te Rome, als opvol
ger van Mgr. dr. B. Eras, Mgr. dr. J.
W. Damen. Mgr. Damen was sedert
1946 als vice-rector aan het College ver
bonden.
Vrijdagmiddag is de kapitein-vlieger
waarnemer J. A. Gulden van de Jacht-
vliegschool van de vliegbasis Twente
onderscheiden met de verzetsster Oost-
Azië 1942—1945. Kapitein Gulden heeft
zich in de Japanse bezettingstijd op bij
zondere wijze onderscheiden door moed,
geestkracht, vastberadenheid en gemeen
schapszin.
Advertentie
Mzelf
Made from
"sun-kissed"iobaccos
leeft. Het is de vraag of vele volwas
senen nog wel beseffen hoeveel dat is
aan innerlijke emoties, aan gloednieu
we ontdekkingen, aan grenzenloze fanta
sieën. Heeft het voor de ouders van een
tekenend kind geen waarde om aange
vuld te zien wat zij reeds weten?
Maakt het, in ernst, geen verschil of een
creatieve geest van hoe geringe licha
melijke afmetingen ook, een schilde
ring maakt van een „groot kasteel" of
een „gekke man"?
In de Utrechtse verzameling zien wij
kinderen in soorten: de uitbundigen, al
bijna klaar voor het volle leven (nét
fanfares!), de nadenkers, met voorkeur
voor avondlijke tuinen, de fijnzinni-
gen, met exotische bouquetten, de hui-
verigen, met rare heksen en boze gees
ten, de machtigen, met wolkenkrab
bers, zeekastelen en reusachtige totem
palen. Het is een goed ding, denkt men,
als men dit allemaal ziet, dat men hen
in hun verbeeldingen met rust kan la
ten. Het moderne tekenonderwijs
krijgt, als wij goed zijn ingelicht, steeds
meer deze tendenz, ook in ons land.
De laatste stroming in het teken
onderwijs, na de zgn. impressionistische
(die de kinderen vrij wilde laten uit
tekenen wat zij waarnamen) en na de
expressionistische (die de kinderen
aanspoort datgene te tekenen wat er in
hen omgaat), is die, welke de beide
laatstgenoemde stromingen tracht te
verbinden. Dit is de richting in het te
kenonderwijs, die het geduld aanprijst.
Waarom? Mevr. Ozinga, de organisatrice
van de Nederlandse afdeling van Art
for World Friendship, noemt dit het
rekening houden met de ontwikkelings-
phase van het kinderlijke beeldende
vermogen. De aan te bieden leerstof,
evenals de mate en de aard van de cor
rectie, dient te worden bepaald dooi
de ontwikkelingsperiode waarin de leer
ling zich bevindt.
De Utrechste tekeningen, die aan de
buitenlandse verzameling worden toe
gevoegd, lijken een sterk argument
voor de juistheid van dit inzicht!
Het Hoge Commissariaat van Indone
sië, dat thans zijn hoofdzetel heeft aan
de Rutger Jan Schimmelpennincklaan en
voorts kantoren heeft in bijna twintig
over Den Haag verspreide gebouwen,
zoekt sinds lange tijd naar een gebouw,
waarin zo niet alle, dan toch de meeste
onder het H. C. ressorterende diensten
kunnen worden geconcentreerd.
Het lijkt er thans op, dat dit streven
zal kunnen worden verwezenlijkt: in het
voorjaar van 1953 hoopt mr. Susanto
Tirtoprodjo met de ambtenaren van het
H. C. het pand Prinsessegracht 21 in
Den Haag te betrekken. Het personeel
van het departement van O., K. en W.,
dat thans in dit gebouw werkt, zal na
het gereed komen van het nieuwe ge
deelte van dat departement aan de
Kanonstraat, daarheen verhuizen.
DE GENADE als DRAAD VAN ARIADNE
A riadne redde haar minnaar Theseus uit het labyrint door middel van een
AA kluwen garen. Theseus hoefde de lange haast onzichtbare draad van
Ariadne, waaraan hij zich in zijn nood gebonden voelde, maar op de
tast te volgen om de weg terug te vinden. Deze mythologische, spreekwoorde
lijk geworden „draad" interpreteert Elisabeth Langgasser als zinnebeeld van
de goddelijke genade in ons.
In haar roman „Het onuitwis
baar merkteken"*) zijn alle hoofd
figuren, met name de heer Lazarus
Belfon*aine, verdwaalde schepsels in de
doolhof van hun bestaan.
Elisabeth Langgasser laat zien, hoe zij,
door de draad van de hun toebedeelde
genade te volgen, de weg naar hun oor
sprong terug kunnen vinden. Die oor
sprong is God. En de genade, waar het
hier om gaat, wordt ons door het heihg
doopsel ingegoten. Het is de heiligma-
kende genade, welke aan onze ziel „das
unauslösliche Siegel „het onuitwisbare
merkteken" meegeeft, op al onze levens
wegen.
Daar komt nog iets bij. Door de ban
den van het heilig doopsel zijn alle ge
lovigen ook onderling verbonden.
Zij hebben bij het terugvinden van de
weg naar hun oorsprong belang bij
elkaar. Zij moeten en kunnen niet
anders dan solidair met elkaar zijn. In
het goede zowel als in het kwade.
In het kwade zijn zij dit door de erf
zonde. In het goede door de heiligma-
kende genade.
De manier, waarop Elisabeth Lang
gasser deze solidariteit der ingewijden
oproept, pleit voor haar moderniteit
als kunstenares. De grond van ons be
staan is een bewustzijn, dat wij ge
meenschappelijk moeten verwerkelij
ken, en daarbij draagt de een in zijn
doen en laten verantwoording voor de
ander, omdat wij om te slagen allen
van elkaar afhankelijk zijn. Dit is he
den om zo te zeggen de literaire neer
slag van het denken over de mens.
Godsdienstig, katholiek gesproken, be
vestigt Elisabeth Langgasser's visie de
realiteit van de gemeenschap van alle
heiligen, waarin wij geloven. Niet voor
niets spelen de evocaties van de H. The-
resia van Lisieux. Jozef Benedictus
Labre en Bernadette een rol. Onvergete
lijk is het meditatieve gebed, dat Elisa
beth Langgasser de kleine heilige The-
resia in de mond legt. In haar roman
hebben zowel de strijdende, de lijdende
als de zegevierende kerk een reëel aan-
del in de opbouw van het menselijk be
staan. Ook het mystiek Lichaam, waar
ever wij spreken, integreert dit bestaan.
Het is in onze geloofsbelijdenis allemaal
vanzelfsprekend, maar hoe weinig door
dringt de werkelijkheid er van onze
levenspraetijk. En, in literaire zin, hoe
zelden bestaat een kunstenaar het deze
werkelijkheid zichtbaar te maken in het
leven, dat hij verbeeldt.
Op de romanliteratuur van onze eeuw
wordt door katholieken een belang
rijk stempel gedrukt. Frangois Mauriac,
Advertentie
KgP Buisje
voorkomt
en geneest
Wellicht voor de
eerste keer in de
muziekgeschiedenis
heeft een operazan
ger zijn reputatie
moeten verdedigen
door aria's ten beste
te geven voor een
rechtbank. Dit ge
beurde deze week in
Wenen, waar de
Joegoslavische ba
riton Jovan Gligor
zijn eis tot schade
vergoeding, inge
steld tegen de
Weense Staatsope-
ra, moest verdedi
gen. Gligor zegt,
dat de Staatsopera
zijn reputatie heeft
geschaad door zijn
contract na de eer
ste twee uitvdkrin-
gen te annuleren.
Hij eist nu 100.000
schilling (rond
13 000 gulden) scha
devergoeding. De
rechtbank wilde nu
zelf wel eens ho
ren, hoe het met de
zangkunst van Gli
gor gesteld u>as,
over wie intussen
door sommige des
kundigen zeer prij
zende getuigenissen
waren afgelegd
Daarom verhuisde
de rechtbank naar
het Weense Con
certgebouw en aan
de piano begeleid
door de president
van de rechtbank
Butterfly". Hierbij
dr. Karl Lahr zong Gligor aria's uit .A'ida" en Madame
dient vermeld te worden, dat dr. Lahr vroeger leraar is
geweest aan de operaklas van de Weense muziekacademie. De rechtbank beraaai
zich thans nog op haar oordeel.
ELISABETH LANGdSSER
Georges Bernanos e.a, in Frankrijk.
Graham Greene, Evelyn Waugh in En
geland. Franz Werfel, Stefan Andres,
Gertrud von Le Fort en Elisabeth Lang
gasser in Duitsland. Als dramatische
dichters moeten daarnaast genoemd wor
den T. S. Eliot en vooral Paul Claudel.
Zij geven ons allen te verstaan, dat wij
leven in een spanning tussen natuur en
bovennatuur, en dat de strijd, waarvan
alpijd opnieuw weer sprake is, over
ons hoofd heen of in onze ziel, woedt
tussen God en Satan.
„De strijd zal er tot op de jongste
dag slecht voor God en goed voor Sa
tan voorstaan", zegt de koster tot de
officier in Langgasser's roman. Ze
staan op de toren van de kathedraal
van Senlis en aan hun voeten ligt het
stadje als een „poppentheater, waarin
de marionetten aan talloze draden wor
den bewogen en geleid zonder dat ze
het weten."
..En wie houdt de draden in zijn han
den?" vraagt de officier.
De „draden"; Elisabeth Langgasser
speelt met haar symboliek van draad en
genade, blinde leiding en voorzienig
heid, determinatie en vrije wil, een
adembenemend équilibristisch spel. Zij
speelt het klaar een dynamisch even
wicht te bewerkstelligen. Haar dyna
miek ligt verankerd in het geloof. Voor
de duidelijkheid kan men misschien
ook zeggen: in de theologie.
De theologie is voor haar geen theo
retisch houvast, en evenmin een han
dicap voor het vrije kunstenaarschap.
Wat zij ziet. waarneemt, waar-maakt,
krijgt in het theologische weten reliëf,
achtergrond, bewijsbaarheid. Haar in
spiratie steunt op een ontzaglijke ken
nis, niet alleen van de godsdienstleer,
maar ook van de mythologie en de we
reldhistorie, die als arsenalen van
beeldspraak voor haar openstaan. Zij
sleept haar figuren door alle tijdper
ken der geschiedenis heen en is onver
moeibaar in het vinden van nieuwe si
tuaties voor haar uitbeelding van de
zij nsproblematiek.
Ceesiverwant aan Claudel
Dit alles bleek reeds uit haar „Mar-
kische Argonautenfahrt". vertaald onder
de titel „Op weg naar het gulden vlies";
hier door ons besproken op 17 Nov. 1951.
„Op weg naar het gulden vlies" is in
feite haar laatste roman. De Duitse
uitgave ervan verscheen in 1950 te Ham
burg, kort nadat de schrijfster op 25 Ju
li 1950 tengevolge van een zenuwver
lamming te Rheinzabem in de Palts
was overleden.
Aanvankelijk trad zij op als dichteres
(„Die Tierkreisgeschichte", 1937; „Der
Landmann und die Rose", 1947). In '47
verscheen ook „Das unauslösliche Sie
gel", waarmee ze in eigen land nogal
aandacht trok. omdat de inhoud sterk
sprak tot de ontredderde Duitse geest.
Internationaal opgemerkt als katholiek
kunstenares van de hoogste rang werd
zij echter pas na of naar aanleiding van
het bericht van haar dood.
Over de betekenis van haar werk is
het laatste woord zeker nog niet gezegd.
In hoeverre zij geestverwant is aan
Claudel, in hoeverre zij bij hem school-
loopt en in hoeverre zij met haar werk
alleen staat in onze tijd, de2e drie
voudige vraag vergt nader onderzoek.
Voorlopig blijft het moeilijk haar met
geestverwante auteurs te vergelijken.
Men dient uit de internationale katho
lieke romanproductie van onze tijd een
soort grootste gemene deler van pro
bleemstellingen los te maken, teneinde
daar het bijzondere van Elisabeth Lang
gasser's werk aan af te meten.
NICO VERHOEVEN
Elisabeth Langgasser: „Het onuitwis
baar merkteken". Uit het Duits door J.
Roeland Vermeer. Uitg. Elsevier, Amster
damBrussel '51.
Het ligt naar het K.N.P. verneemt
in de Hjn der verwachting, dat de
regering spoedig enige verlichting zal
brengen in de situatie, waarin de uit
Indonesië teruggekeerde ambtenaren
verkeren. Gunstiger regelingen ook
voor de nog 6.000 in Indonesië ver
kerende Nederlandse ambtenaren wor
den verwacht. Een ontwerp van wet
tot wijziging van de Garantiewet voor
Nederlandse ambtenaren in Indonesië
ligt bij het ministerie voor Uniezaken
zo goed als gereed, waarin wordt tege
moetgekomen aan de drie eisen, door
de betrokkenen gesteld: uitbreiding van
de garantie tot categorieën ambtenaren,
die er tot op heden ten onrechte van
verstoken waren; verlenging van de
garantietermijn van v«f jaar; betere af-
vloeiingsvoorwaarden voor kortverban-
ders.
De federatie van katholieke Neder
landse ambtenaren en werknemers in
Indonesië heeft zich nog tijdens haar
jaarvergadering op 25 Augustus met een
motie tot de regering gewend en haar
attent gemaakt op het urgentieprogram
der federatie. De heer J. B. Haring,
voorzitter der federatie, verklaarde aan
het K.N.P. nog niet op de hoogte te
zijn van de concrete voornemens der
regering; hij zou verlenging der Garan
tiewet zeer toejuichen.
Met nadruk wees de heer Haring er
echter op, dat met wijziging der Ga
rantiewet hoe noodzakelijk en urgent
die ook was het veelzijdige probleem
der uit Indonesië teruggekeerde Neder
landse ambtenaren niet is opgelost. Er
zijn nog andere, minstens even belang
rijke aspecten aan dit probleem zo
verklaarde hij verder die ook nog
geregeld moeten worden. Nog altijd
wachten deze Nederlanders tevergeefs
op een redelijke schadevergoeding voor
Advertentie
R Geslaagd dank zij...
(Bekende Schriftelijke Cursus)
door ANTONIA WHITE
Vertaald
door
J. W. HOFSTRA
30
Helemaal ingepakt in die dikke zwar
te jas, zonder haarlint en haar haar m
slierten over haar gezicht had het geen
zin meer om een zekere waardigheid
op te houden. Hij vond haar maar wat
leuk, net als vroeger wanneer ze een
scheur in haar jurk had gekregen of
haar schoen verloren had bij onderzoe
kingstochten op de boerderij.
Blaze, wat moet ik toch doen?"
„Je vader was harder tegen je dan
hij eigenlijk bedoelde," zei hij sussend.
Hij is vandaag zichzelf niet en dat is
ook geen wonder."
„Dat weet ik wel," klaagde ze.
„Trek het je niet aan. Je weet im
mers hoeveel hij van je houdt. En hij
is heus zo trots als een aap op je. Ik
geloof eigenlijk dat hij het ergste vond
dat je je niet kon beheersen in het bij
zijn van die vent. Hij kan het niet ver
dragen als iemand iets op je te zeggen
heeft. Mijn moeder heeft dat net zo.
Ze gaat veel harder tegen ons tekeer
dan wie ook."
Maar ik zei al die dingen toch alleen
maar omdat hij zo afschuwelijk tegen
Pap was."
,,'t Was zijn eigen schuld. Denk er
maar niet meer over na, Clara. Het
komt vanzelf wel weer in orde."
„Vind jii dat ik naar binnen moet
gaan en om excuus vragen
„Daar heb ik niet over te oordelen.
Maar het zou wel het makkelijkste zijn
om de boel weer in orde te krijgen."
„Het heeft geen zin om er over te
praten. Blaze. Ik kan het eenvoudig
niet. Ik heb er niets geen spijt van."
„Je moet zelf weten wat je doet. Va-
der en ik geven moeder altijd maar
haar zin terwille van de lieve vrede.
Zij is soms een beetje onredeliik Over
je vader kan ik eigenlijk niet oordelen.
Hij is uit zijn doen. Ik heb hem nooit
andeis dan vriendelijk gezien tegen
iedereen."
„Nou. maar hij kan anders niet voor
de poes zijn. Blaze. Je kent hem niet."
„Hij kan op jou beslist niet lang boos
blijven. Niemand zou dat kunnen." Hij
keek haar stralend aan.
„Waarom zeg je dat, Blaze?" Hij keek
naar zijn zware zwarte schoenen. Het
spreken kostte hem kennelijk moeite.
„Zie je, Clara, toen je nog maar een
peuter was vond ik je verschrikkelijk
lief. En knap ook En nu is die peuter
verdwenen en plotseling een aardig jong
meisje geworden. En. weet je, ik denk
nog precies zo over je. Dat is het."
Clara wist niet wat ze zeggen moest
Ze waren beiden blij toen vlak bij hen
een konijn te voorschijn sprong en zich
uit de voeten maakte naar het land
achter de boomgaard.
„Kijk, Blaze!"
„Had ik nou mijn gewfer maar bij de
hand. Hij heeft vast en zeker aan de
kool van tante Sophie gezeten."
„Maar goed dat je het niet hebt. Ik
vind het naar om dieren dood te ma
ken."
„Ik maakte ze ook niet dood om ze
dood te maken. Maar een boer moet
zorgen dat er niet te veel konijnen ko
men. Ze richten ontzettend veel schade
aan."
„Dat is natuurlijk zo. En je schiet reu
ze goed."
„Dat gaatnogal. Ik maak trouwens
altijd dat ze gauw dood zijn. Ik weet
nog goed hoe van streek je was, toen
we er eens een vonden die zijn rug ge
broken had"
Clara rilde.
„Dat heb ik nooit vergeten. En ook
niet het slachten van Jerry, het var
ken."
„Een heleboel dingen die bij het
boerenbedrijf horen zou je niet pret
tig vinden, al had je nog zoveel praat
jes binnen daarstraks."
„Misschien wel. Maar als ik zeg dat
ik van Throcking houd dan meen ik
dat echt."
„Dat kan wel. Kinderen vinden het
meestal wel leuk om op een boerderij
te spelen." Hij keek haar veelbeteke
nend aan. „Denk je werkelijk dat het
je bevredigen zou heel je leven lang op
Throcking of een andere hofstede te
moeten leven?"
„Hoe kan ik dat nou zeggen? Boven
dien zal dat wel nooit gebeuren ook,
denk ik. Maar soms. ja, dan denk ik
heus dat ik het heerlijk zou vinden.
Blaze."
„Hm. Wist ik dat maar zeker." Zijn
klare ogen onder de rode oogleden ble
ven onderzoekend op haar gelaat ge
richt.
„Waarom kijk je me toch zo vreemd
aan?"
„O, nergens om." Hij keek weer naar
de neuzen van zijn schoenen.
„Je rilt, Blaze. Hier neem je jas te
rug. Ik ben weer heerlijk warm."
„Houd 'm maar aan. Ik zie je er graag
in," stamelde hij.
„Ik zie er natuurlijk bespottelijk uit,"
giechelde ze.
Hij hief zijn ogen op.
„Weet je wel dat dit de eerste keer
is dat ik je vandaag hoor lachen."
Ze werd ineens weer triest.
„Hemeltje, ik had het helemaal ver
geten. Ik heb helemaal geen reden om
te lachen op het ogenblik."
„Ik vind het vreselijk als ik je zo
bedroefd zie, Clara. Ik wou dat ik iets
kon verzinnen om je wat op te vrolij
ken. Maar ik ben net mijn vader. ïk
schijn altijd een soort knoop in mijn
tong te hebben. Maar het is gek, als je
er niet bent, kan ik je altijd ontzettend
goed van alles vertellen."
Dat gevoel ken ik ook," zei Clara
met een flauw lachje.
Onverwacht deed hij een stap naar
voren en voor ze zich kon bewegen
sloeg hij zijn armen om haar heen en
kuste haar.
„Daar," zei hij toen hij weer achter
uit stapte. „Ik weet dat ik dit niet had
moeten doen, maar ik kon het niet la
ten."
Clara wist niet of ze het prettig of
akelig vond. Het was de eerste maal
dat een jongeman haar gekust had. Ze
kon niets anders doen dan hem onthust
aanstaren. Blaze nam allebei haar han
den in de zijne en hield die stevig vast.
„Zeg dat je niet kwaad op me bent,
Clara. Ik had niet het recht om dit te
doen en zal het nooit hebben ook. Ik
heb nachten wakker gelegen en mezelf
voorgehouden dat ik niet zo'n idioot
moest zijn. Ik dacht dat ik me beter
zou kunnen beheersen. Denk er maar
niet meer aan."
Maar hij liet haar handen nog niet
los. Hii hief ze ap en drukte ze tegen
zich aan. Ze stond daar een beetje
ongelukkig, maar wilde niet terugtrek
ken. Zo had ze zich haar eerste kus
helemaal niet voorgesteld Ze was on
der de indruk, maar tegelijkertijd een
beetje beledigd. Hij zag er wat belache
lijk uit in zijn bretels en met dat half
geplakte haar, de rest stond rechtover
eind boven op zijn rode kop. Maar iets
in zijn gelaatsuitdrukking was helemaal
niet om te lachen.
(Wordt vervolgd).
hun grote materiële verliezen in en
door de oorlog en op uitbetaling van
hun tijdens de oorlog gederfd inkomen.
Ook wachten zij vergeefs op enige
schadevergoeding voor de na de oorlog
en na de souvereiniteitsoverdracht ge
leden materiële verliezen. Hun géldbe-
zit is tot op 1/6 van de waarde terug
gebracht! De hulp. welke de gerepa
trieerde Nederlanders hier te lande
voor huisvesting, huisraad en een nieu
we werkkring krijgen, is gering.
De federatie vraagt zich af. of langs
de weg van emigratie, herscholing en
opneming in het Nederlandse ambtelijk
bestel niet meer te bereiken zou zijn.
Het verkrijgen van een nieuw redelijk
bestaan wordt zelfs ernstig afgeremd
door een te rigoreuze anti-cumulatie
regeling.
Uit het ziekenhuis van de Georgetown
Universiteit te Washington is een vrouw
ontslagen, wier hartklep, die door een rheu-
matische hartaandoening ernstig was be
schadigd, is \rervangen door een plastic
buisje van 2cm. In het buisje is een bal
letje met een doorsnede van 1 cm. aange
bracht, dat door het bloed uit het hart
wordt opgelicht en na iedere hartslag
terugvalt en het buisje afsluit, waardoor
het bloed niet kan terugstromen. Dit zou de
eerste maal in de medische geschiedenis
zijn. dat een hartklep door een dergelijk
plastic ventiel is vervangen.
Tijdens de feestelijkheden, welke vol
gend jaar Mei ter gelegenheid van de
herdenking van de „100 jaar Kromstaf"
in Utrecht zullen plaatsvinden, zal in de
gebouwen van het aartsbisschoppelijk
museum een historische tentoonstelling
worden gêhouden.
Voor deze tentoonstelling heeft zich
een werkcomité gevormd, bestaande uit
de heren prof. dr. L. J. Rogier, Nijmegen,
prof. dr. L. G. J. Verbeme, Breda, prof.
dr. W. J. M. A. Asselbergs, Nijmegen,
mr. dr. J. J. Loeff, Den Bosch en M. P.
van Buytenen, Leeuwarden.
Op deze tentoonstelling zal op aan
trekkelijke en moderne wijze een over
zicht worden gegeven van alle werk
zaamheden der Katholieken op het ge
bied van de zielzorg en het sociale,
politieke en culturele leven in Neder
land gedurende de laatste 100 jaar. Veler
lei documenten en afbeeldingen van be
langrijke figuren uit deze periode zullen
de expositie completeren.
Ten overstaan van notaris Rits te Den
Bosch is de stichtingsactie verleden van
het Mgr. dr. Bernard Joseph Erasfonds.
Aanwezig waren hierbij J. Ridder de
van der Schueren, dr. J.J. Loeff en drs
L. de Gruyter. Het doel van het fonds
is bevordering van de studie van Neder
landse priesterstudenten aan het Neder
lands college te Rome. De gelden, die
voor het fonds zijn bijeengebracht, be
dragen ongeveer 160.000.
Mgr. dr. B. J. Eras, die 11 Augustus jL
te Arnhem stierf, is, zoals bekend, de
oprichter en eerste rector van het Ne
derlands college te Rome. Dit college,
waarvan hij de bouw geheel uit eigen
middelen bekostigde, werd in Mei 1931
geopend. Sindsdien hebben er meer dan
vijftig Nederlandse priesters gewoond en
gestudeerd.
Gisteren omstreeks het middaguur is in
het St. Antonius-ziekenhuis te IJmuiden-
Oost overleden de 65-jarige heer C. J. V.
uit Santpoort. Tesamen met zijn 63-jarige
echtgenote werd hij Woensdag in bewus
teloze toestand in het ziekenhuis opgeno
men, nadat zij door kolendampvergiftiging
bedwelmd in hun woning aan de Bruno
Klauwersstraat waren aangetroffen. De
toestand van de vrouw heeft zich gun
stig ontwikkeld.