Tekenstift schept vriendschap Het mysterie van Israël Solidariteit der ingewijden Muzikaal proces in Wenen op™ Hulp aan gerepatrieerden eenzame Reizig er ftr rDe v. Kinderen over de gehele wereld wisselen hun tekeningen uit Mgr. dr. J. Damen „Het onuitwisbaar merkteken" Wijziging van Garantiewet bij Unie zaken in voorbereiding Plastic hartklep LITERAIRE KRONIEK KREOFLAVON J ZATERDAG 11 OCTOBER 1952 PAGINA 3 - If Rector Pauselijk Nederl College te Rome Verzetsster „Oost-Azië" voor kapitein J. Gulden Nieuw gebouw voor het Indonesisch H.C. 6S3 Hilversum „100 jaar Kromstaf" Historische tentoonstel ling in Utrecht STICHTING MGR. DR. ERASFONDS Aan kolendampvergiftiging overleden ig V si;!:ïi!!:;: 5 „Meisje uit Pun jab", aquarel van V. S. Vimata, 4e klas, 13 jaar. „Circus", aquarel van een 14-jarige jongen. Het Evangelie van de 19e Zondag na Pinksteren bevat de bekende gelijkenis van de bruiloft van de koningszoon. In het eerste deel ver haalt Christus ons van de vele genodig den, die allerlei voorwendsels wisten aan te halen om niet deel te behoeven hemen aan het feestmaal. En dan wordt <?T1Sverteld, hoe de dienaren van de koning wjj moeten hieronder de VerS e*en en c'e geloofsverkondigers den n uitgaan, om goeden en kwa- 0J m.a.w. de heidenen waar zij hen ,"K. maar vinden, uit te nodigen tot de bruiloft B °e betekenis tiiervan is duidelijk: het yhspronkeliik-uitverkoren volk. de Jo- °en, heeft, als volk in zijn geheel, de P?°dschap Van het Evangelie hf.rdnek- 5'S afgewezen, en in zijn plaats kwamen heidenen, die toen wegens hun be- ifidheid Jesus' leer te aanvaarden door ^°ds barmhartigheid werden gered, ■p r°t zover is deze passage van het evangelie wel voo- ieder duidelijk. In ~.°ds heilsplan hebben de heidenen de Plaats ingenomen van de Joden, die. Pegen Jesus' uitdrukkelijke leer in, hun gerechtigheid bleven zoeken dooi werken van de wet. Maar pas als verder eaan nadenken over het lol y.an het Joodse -volk, nadat het de Mes- fjas verworpen had. komen de moel- bjkheden. En die zijn des te groter. ?Par eeuwen lang de mensheid geleefd "eeft in het vaste geloof, dat het Jood je volk door God definitief verworpen I? als straf voor de moord op Jesus Christus. n welnu, niets is minder waar. daar meer van wll_ weten, moot maar eens het negende, tiende en elfde hoofdstuk lezen uit de brief van Sint aulus aan de Romeinen. Niet dat hij Pah een helder inzicht heeft in dit prt>- 1 leem, maar zoveel zal hij er toch uit iffen. dat de gangbare onvatting niet oudb'aar blijkt te zijn. Wij staan hief P-I- voor een groot mysterie, voor een peheim. dat wij voorlopig zeker nog niet S®grijpen. De theologen zijn over heel j® Wereld bezig door nauwgezette studie dieper door te dringen in de vele jaadsels, die met deze vraag samen v®Pgen. Ook geschiedkundigen trachten ®ter inzicht te krijgen in het Jodeu- °bleem in de loop der geschiedenis, tel Wordt er vanuit verschillende pun- a p naar een oplossing gezocht, waai IjP juist in onze oecumenisch gerichte zozeer behoefte is. De hele wereld Wo naar eenheid. In de christelijke j^vfeld is dat al heel duidelijk. Daar ls öatn ook tot de overtuiging gekomen, kn,v, t streven naar eenheid niet vol- ihp«e,n is> zolana d- Joden daarbij niet C^'oten worden. De Joden aan wie de daalstpnen hun Verlosser danken. Van- Sabi» ?e belangstelling voor alles, wat raS] Pbangt met het mysterie van Is- trSint 7®«ft Paulus zegt kort en bondig: ver„ God Zijn volk soms verstoten" te r® vandaar! Zijn zi1 gestruikeld om (f, bliiVpn liggen? Zeer zeker niet' Van'w 111 en 11.11.1. Maar in vers 25 Van He hoofdstuk zegt hij: een deel dar ^raël is verhard totdat de massa Zal e'denen is binnengegaan, en dan laatP®el Israël worden gered" Hoe dit ls nl Precies,moet verstaan worden het V niet duidelijk. Wel staat vast. dat einri„v?dse volk zeker niet van de uit- Zepv e redding is uitgesloten. En Piet vVaarschijnljjk ook. dat wij daarop der ,even te wachten tot aan bet einde VolWaaruit, dan onmiddellijk Voorn, wij. Christenen, onder géén laten arc*e' °°b maar iets mogen na tot d«Van wat terugkeer der Joden Vooral Ware godsdienst kan besnoedigen. niet een voortdurend gebed. \A/ anneer wij overdenken wat nu V Precies dient verstaan te wor mvsto ^en onder de uitdrukking: het Voorn e van fsraël, dan betekent dat in «"W. de plaats, die het Joodse volk heiin?11?, P Pot heilsplan van God. Gods Niom j1S. zonder beperking universeel. Zonal®11 ',s, daarvan uitgesloten. Wij Joden"nS w? zeggen: heel zeker de rpn volk? h^ar®n Z-ij niet het uitverko- Weigering 1 J1|n.21) nog! Ondanks hun derf f1 -g Messias te erkennen! Maar lende cehrTuf h™ heel wat el- Jodpn „Ij e verstrooiing van de ®en feit ivr dood van Christus, is derliii- ^aar.iuist. dat feit is zó won- - i Weini S in nuproone+ovtrt Kï-i i ra rt dan het voortbestaan der Joden een mysterie te noemen. Op geen enkele menselijke manier immers is dit te ver klaren. Hier moeten eenvoudig b o v e nmenselijke krachten aan het werk zijn. Een anti-Joodse mentaliteit heeft zo goed als altijd geheerst. Waarom pre cies? Het is niet gemakkelijk hiervan een bevredigende verklaring te geven. Ondanks gruwelijke, zeer onrechtvaar dige vervolgingen en uiterst onvriende lijke maatregelen is dat volk toch blij ven bestaan, heeft het steeds middelen gevonden om zich te handhaven. Er heerst onder hen een saamhorigheidsgevoel, dat bij andere volkeren ver te zoeken is. Ondanks het gemis aan staatkundige eenheid, ondanks hun zeer groot aan passingsvermogen zijn de Joden toch al tijd Jood gebleven en hebben zij tenslot te het verbazingwekkende werk tot stand gebracht van een eigen staat. En dit juist in een tijd, die onmiddellijk volgde op de gruwelijkste vervolging van hun hele geschiedenis. Nogmaals: dit is niet met bekende wetenschappe lijke methoden te verklaren! Anti-semitisme is niet te verantwoor den. Het is nooit te verantwoorden ge weest, zodat de geschiedenis een zeer ernstige blaam werpt op de Christen heid, die zo lange eeuwen een Jodenver volging heeft geduld. Wij willen hier niet ingaan op de vele redenen, die men" meent te hebben om de Joden onvriendelijk gezind te zijn. Laat men eerst maar eens de hand in eigen boe zem steken voor men anderen beschul digt. Maar vooral: zelfs al zouden er re denen zijn om minder vriendelijk over deze of die Jood te denken, dan heelt men nog geen recht rot generaliseren: terwijl boven alles de wet van God geldt, dat alle mensen, onverschillig van welk ras of natie, gelijk zijn. Daar mee hebben wij op de eerste plaats te maken: alle mensen zijn onze naasten, onze broeders. Dus ook de Joden. Voor ons volgt daaruit een dubbelp plicht Vooreerst dienen wij eens en voor goed af te rekenen met de onver antwoordelijke gewoonte onvriendelijk en onwelwillend over de Joden te pra ten en te schrijven. Dat gebeurt nog veel en veel te veel en houdt een stemming levend, die de ware eenheid onder de mensen onmogeliik maakt. Maar vooral moeten wij, als Christenen, veel voor de Joden bidden. Wij moeten hen. als ware Aoostelen van Christus, een vaste plaats geven in de intenties van ons ge bed. Opdat Gods genade hun de ogen onene voor het licht van Ziin waarheid. Wanneer wij het missiewerk steunen, voor onze missionarissen bidden en daarbii de Joden uitsluiten, dan is er iets scheef in onze opvattingen. Wij kunnen hier nu niet verder on in gaan! Wii hebben alleen naar aanlei ding van het Evangelie van morgen de aandacht eens willen vestigen op dit grote probleem en er dp hoofdliinen van willen aangeven Bij gelegenheid komen wij er weer eens op terug. Voor deze keer zij het voldoende eron gewezen te hebben, dat alle anti-serr.itisma onver antwoordelijk is. omdat het tegen de wil van God indruist. L. (Van onze speciale verslaggever) "Tfinderen uit meer dan dertig landen ter wereld, onder /V wie die van Nederland, gaan trachten de vrede te winnen- Zij doen dit niet in een spontaan besluit om de machtigen van de wereld wat meer wijsheid te leren, tenminste niet bewust. Zij doen het eenvoudig door te blij ven wat zij zijn. Maar zij gaan hun tekeningen versturen. Duizenden tekeningen van kinderen in de leeftijd van zes tot achttien jaar uit Nederland, Australië, België, Ceylon, China, Finland en vele andere landen gaan naar het Inter nationaal Hoofdkwartier van het „Art for World Friend ship Committee" in de Verenigde Staten. Vandaar uit be ginnen zij te circuleren over de gehele wereld. Deze inter nationale uitwisseling stelt de kinderen van verschillende volkeren in staat met elkaar te spreken in een taal, die zij verstaan. Het is een manier om vriendschap en verdraag zaamheid. aan te kweken tussen de jonge vertegenwoordi gers van verschillende culturen, zonder tussenkomst van volwassenen. Het kind denkt nog niet aan macht en is nog zonder vooroordeel. Door de nadruk te leggen op de overeenkomst en niet op een oppervlakkig verschil tussen mensen, wordt het besef bijge bracht voor de broederschap der mens heid, vóórdat redenen van politieke of economische aard zich kunnen doen gelden. Niets mag tenslotte worden na gelaten om de vrede te bemachtigen. Alle medewerkende scholen krijgen tekeningen toegezonden om ten toon te stellen, waarna de kinderen, die de tentoonstelling bezoeken, een tekening mogen meenemen op voorwaarde, dat zij de maker er van zullen schrijven. Op die manier kunnen kinderen uit alle landen merken, dat zij in hun land niet anders zijn dan waar elders ook, en leren %ij andere delen van de wereld in een verhelderd licht te zien. Zoals gezegd, ook Nederland doet mee. Men zal zich herinneren, dat tijdens de reis van Koningin Juliana en Prins Bernhard. naar Amerika een collectie van ruim vierhonderd Nederlandse kindertekeningen naar de nieuwe we reld is gezonden. Dit was een keur van zeer fraaie resultaten van kinderlijke fantasie, die grote belangstelling heeft gewekt en dit nog steeds doet. De Ne derlandse ambassade in de V. S. heeft nu uit erkentelijkheid hiervoor een bij zondere verzameling Amerikaanse kin dertekeningen terug ontvangen, die binnenkort in verschillende Neder landse steden zullen worden ten toon gesteld. Utrecht heeft hiervan de pri meur. In deze plaatsen zal gelijktijdig worden geëxposeerd een inzending van scholen uit de gemeente, waarin dc tentoonstelling gehouden wordt. Deze locale Nederlandse collectie wordt na sluiting van iedere tentoonstelling di rect doorgezonden naar het hoofdkwar tier van de !A. W. F., vanwaar zij haar tocht over de wereld begint. Wij hebben reeds de gelegenheid ge had een groot deel van de komende expositie, die over enkele weken in Utrecht zal worden geopend, te zien. Hiervan komt een groot deel uit de Verenigde Staten, een klein aantal uit India. Een inzending uit Alaska is onderweg. De kennismaking is opzien barend, zowel om het hoge peil, waarop de tekeningen staan, als om de con frontatie met een wereld, die, hoewel door een volwassen mens reeds afge sloten, toch met een zekere vreugde wordt herkend. „Nu ik als volwassene in mijn geboorteplaats terug keer", schrijft de psycholoog dr. R. Müller Freienfels ergens, „kom ik tot de erva ring, dat deze stad, die voor mij eens was „de stad" zonder meer, de stad als absolute ruimte, slechts een plaats is als vele andere in de omgeving, een stip op de landkaart, die daarop mis schien niet eens valt aan te geven, omdat zij te klein is. Ik hoorde mensen spreken; hun taal, die eens voor mij „de taal" was zonder meer, klinkt mij nu in de oren als een geestig en ge moedelijk dialect. Het gebergte, waar voor wij als kind geen bepaalde namen hadden, is nu vyor mij een deel van het leisteen-gebergte, en eigenlijk zie ik het nu meer als een klein teken van vriendelijke zacht glooiende heuvels Kinderen leven in het absolute, en het is, om het niet sterker te zeggen, wel wat waard om als groot mens eens te merken, hoe goed het is zich te hechten aan een absoluut ideaal. In de tekeningen, die nu in Utrecht worden opgehangen, valt veel te zien. Het kind tekent zijn wezen en zijn omstandighe den zonder grote remmingen. Het kiest zijn kleuren, sombere en zware als het in moeilijkheden zit, stralende als het niets mankeert en het leven prachtig vindt. De onderwerpen spreken boek delen. Het kind tekent wat het be- MetYelni§ in overeenstemming ïh mil. van aj?dere volkeren, die hebben ofi„ 9?g"nstige omstandigheden e°&en geleefd, dat men niet anders kan Z. Em. Kardinaal Pizzardo heeft benoemd tot rector van het Pauselijk Nederlands College te Rome, als opvol ger van Mgr. dr. B. Eras, Mgr. dr. J. W. Damen. Mgr. Damen was sedert 1946 als vice-rector aan het College ver bonden. Vrijdagmiddag is de kapitein-vlieger waarnemer J. A. Gulden van de Jacht- vliegschool van de vliegbasis Twente onderscheiden met de verzetsster Oost- Azië 1942—1945. Kapitein Gulden heeft zich in de Japanse bezettingstijd op bij zondere wijze onderscheiden door moed, geestkracht, vastberadenheid en gemeen schapszin. Advertentie Mzelf Made from "sun-kissed"iobaccos leeft. Het is de vraag of vele volwas senen nog wel beseffen hoeveel dat is aan innerlijke emoties, aan gloednieu we ontdekkingen, aan grenzenloze fanta sieën. Heeft het voor de ouders van een tekenend kind geen waarde om aange vuld te zien wat zij reeds weten? Maakt het, in ernst, geen verschil of een creatieve geest van hoe geringe licha melijke afmetingen ook, een schilde ring maakt van een „groot kasteel" of een „gekke man"? In de Utrechtse verzameling zien wij kinderen in soorten: de uitbundigen, al bijna klaar voor het volle leven (nét fanfares!), de nadenkers, met voorkeur voor avondlijke tuinen, de fijnzinni- gen, met exotische bouquetten, de hui- verigen, met rare heksen en boze gees ten, de machtigen, met wolkenkrab bers, zeekastelen en reusachtige totem palen. Het is een goed ding, denkt men, als men dit allemaal ziet, dat men hen in hun verbeeldingen met rust kan la ten. Het moderne tekenonderwijs krijgt, als wij goed zijn ingelicht, steeds meer deze tendenz, ook in ons land. De laatste stroming in het teken onderwijs, na de zgn. impressionistische (die de kinderen vrij wilde laten uit tekenen wat zij waarnamen) en na de expressionistische (die de kinderen aanspoort datgene te tekenen wat er in hen omgaat), is die, welke de beide laatstgenoemde stromingen tracht te verbinden. Dit is de richting in het te kenonderwijs, die het geduld aanprijst. Waarom? Mevr. Ozinga, de organisatrice van de Nederlandse afdeling van Art for World Friendship, noemt dit het rekening houden met de ontwikkelings- phase van het kinderlijke beeldende vermogen. De aan te bieden leerstof, evenals de mate en de aard van de cor rectie, dient te worden bepaald dooi de ontwikkelingsperiode waarin de leer ling zich bevindt. De Utrechste tekeningen, die aan de buitenlandse verzameling worden toe gevoegd, lijken een sterk argument voor de juistheid van dit inzicht! Het Hoge Commissariaat van Indone sië, dat thans zijn hoofdzetel heeft aan de Rutger Jan Schimmelpennincklaan en voorts kantoren heeft in bijna twintig over Den Haag verspreide gebouwen, zoekt sinds lange tijd naar een gebouw, waarin zo niet alle, dan toch de meeste onder het H. C. ressorterende diensten kunnen worden geconcentreerd. Het lijkt er thans op, dat dit streven zal kunnen worden verwezenlijkt: in het voorjaar van 1953 hoopt mr. Susanto Tirtoprodjo met de ambtenaren van het H. C. het pand Prinsessegracht 21 in Den Haag te betrekken. Het personeel van het departement van O., K. en W., dat thans in dit gebouw werkt, zal na het gereed komen van het nieuwe ge deelte van dat departement aan de Kanonstraat, daarheen verhuizen. DE GENADE als DRAAD VAN ARIADNE A riadne redde haar minnaar Theseus uit het labyrint door middel van een AA kluwen garen. Theseus hoefde de lange haast onzichtbare draad van Ariadne, waaraan hij zich in zijn nood gebonden voelde, maar op de tast te volgen om de weg terug te vinden. Deze mythologische, spreekwoorde lijk geworden „draad" interpreteert Elisabeth Langgasser als zinnebeeld van de goddelijke genade in ons. In haar roman „Het onuitwis baar merkteken"*) zijn alle hoofd figuren, met name de heer Lazarus Belfon*aine, verdwaalde schepsels in de doolhof van hun bestaan. Elisabeth Langgasser laat zien, hoe zij, door de draad van de hun toebedeelde genade te volgen, de weg naar hun oor sprong terug kunnen vinden. Die oor sprong is God. En de genade, waar het hier om gaat, wordt ons door het heihg doopsel ingegoten. Het is de heiligma- kende genade, welke aan onze ziel „das unauslösliche Siegel „het onuitwisbare merkteken" meegeeft, op al onze levens wegen. Daar komt nog iets bij. Door de ban den van het heilig doopsel zijn alle ge lovigen ook onderling verbonden. Zij hebben bij het terugvinden van de weg naar hun oorsprong belang bij elkaar. Zij moeten en kunnen niet anders dan solidair met elkaar zijn. In het goede zowel als in het kwade. In het kwade zijn zij dit door de erf zonde. In het goede door de heiligma- kende genade. De manier, waarop Elisabeth Lang gasser deze solidariteit der ingewijden oproept, pleit voor haar moderniteit als kunstenares. De grond van ons be staan is een bewustzijn, dat wij ge meenschappelijk moeten verwerkelij ken, en daarbij draagt de een in zijn doen en laten verantwoording voor de ander, omdat wij om te slagen allen van elkaar afhankelijk zijn. Dit is he den om zo te zeggen de literaire neer slag van het denken over de mens. Godsdienstig, katholiek gesproken, be vestigt Elisabeth Langgasser's visie de realiteit van de gemeenschap van alle heiligen, waarin wij geloven. Niet voor niets spelen de evocaties van de H. The- resia van Lisieux. Jozef Benedictus Labre en Bernadette een rol. Onvergete lijk is het meditatieve gebed, dat Elisa beth Langgasser de kleine heilige The- resia in de mond legt. In haar roman hebben zowel de strijdende, de lijdende als de zegevierende kerk een reëel aan- del in de opbouw van het menselijk be staan. Ook het mystiek Lichaam, waar ever wij spreken, integreert dit bestaan. Het is in onze geloofsbelijdenis allemaal vanzelfsprekend, maar hoe weinig door dringt de werkelijkheid er van onze levenspraetijk. En, in literaire zin, hoe zelden bestaat een kunstenaar het deze werkelijkheid zichtbaar te maken in het leven, dat hij verbeeldt. Op de romanliteratuur van onze eeuw wordt door katholieken een belang rijk stempel gedrukt. Frangois Mauriac, Advertentie KgP Buisje voorkomt en geneest Wellicht voor de eerste keer in de muziekgeschiedenis heeft een operazan ger zijn reputatie moeten verdedigen door aria's ten beste te geven voor een rechtbank. Dit ge beurde deze week in Wenen, waar de Joegoslavische ba riton Jovan Gligor zijn eis tot schade vergoeding, inge steld tegen de Weense Staatsope- ra, moest verdedi gen. Gligor zegt, dat de Staatsopera zijn reputatie heeft geschaad door zijn contract na de eer ste twee uitvdkrin- gen te annuleren. Hij eist nu 100.000 schilling (rond 13 000 gulden) scha devergoeding. De rechtbank wilde nu zelf wel eens ho ren, hoe het met de zangkunst van Gli gor gesteld u>as, over wie intussen door sommige des kundigen zeer prij zende getuigenissen waren afgelegd Daarom verhuisde de rechtbank naar het Weense Con certgebouw en aan de piano begeleid door de president van de rechtbank Butterfly". Hierbij dr. Karl Lahr zong Gligor aria's uit .A'ida" en Madame dient vermeld te worden, dat dr. Lahr vroeger leraar is geweest aan de operaklas van de Weense muziekacademie. De rechtbank beraaai zich thans nog op haar oordeel. ELISABETH LANGdSSER Georges Bernanos e.a, in Frankrijk. Graham Greene, Evelyn Waugh in En geland. Franz Werfel, Stefan Andres, Gertrud von Le Fort en Elisabeth Lang gasser in Duitsland. Als dramatische dichters moeten daarnaast genoemd wor den T. S. Eliot en vooral Paul Claudel. Zij geven ons allen te verstaan, dat wij leven in een spanning tussen natuur en bovennatuur, en dat de strijd, waarvan alpijd opnieuw weer sprake is, over ons hoofd heen of in onze ziel, woedt tussen God en Satan. „De strijd zal er tot op de jongste dag slecht voor God en goed voor Sa tan voorstaan", zegt de koster tot de officier in Langgasser's roman. Ze staan op de toren van de kathedraal van Senlis en aan hun voeten ligt het stadje als een „poppentheater, waarin de marionetten aan talloze draden wor den bewogen en geleid zonder dat ze het weten." ..En wie houdt de draden in zijn han den?" vraagt de officier. De „draden"; Elisabeth Langgasser speelt met haar symboliek van draad en genade, blinde leiding en voorzienig heid, determinatie en vrije wil, een adembenemend équilibristisch spel. Zij speelt het klaar een dynamisch even wicht te bewerkstelligen. Haar dyna miek ligt verankerd in het geloof. Voor de duidelijkheid kan men misschien ook zeggen: in de theologie. De theologie is voor haar geen theo retisch houvast, en evenmin een han dicap voor het vrije kunstenaarschap. Wat zij ziet. waarneemt, waar-maakt, krijgt in het theologische weten reliëf, achtergrond, bewijsbaarheid. Haar in spiratie steunt op een ontzaglijke ken nis, niet alleen van de godsdienstleer, maar ook van de mythologie en de we reldhistorie, die als arsenalen van beeldspraak voor haar openstaan. Zij sleept haar figuren door alle tijdper ken der geschiedenis heen en is onver moeibaar in het vinden van nieuwe si tuaties voor haar uitbeelding van de zij nsproblematiek. Ceesiverwant aan Claudel Dit alles bleek reeds uit haar „Mar- kische Argonautenfahrt". vertaald onder de titel „Op weg naar het gulden vlies"; hier door ons besproken op 17 Nov. 1951. „Op weg naar het gulden vlies" is in feite haar laatste roman. De Duitse uitgave ervan verscheen in 1950 te Ham burg, kort nadat de schrijfster op 25 Ju li 1950 tengevolge van een zenuwver lamming te Rheinzabem in de Palts was overleden. Aanvankelijk trad zij op als dichteres („Die Tierkreisgeschichte", 1937; „Der Landmann und die Rose", 1947). In '47 verscheen ook „Das unauslösliche Sie gel", waarmee ze in eigen land nogal aandacht trok. omdat de inhoud sterk sprak tot de ontredderde Duitse geest. Internationaal opgemerkt als katholiek kunstenares van de hoogste rang werd zij echter pas na of naar aanleiding van het bericht van haar dood. Over de betekenis van haar werk is het laatste woord zeker nog niet gezegd. In hoeverre zij geestverwant is aan Claudel, in hoeverre zij bij hem school- loopt en in hoeverre zij met haar werk alleen staat in onze tijd, de2e drie voudige vraag vergt nader onderzoek. Voorlopig blijft het moeilijk haar met geestverwante auteurs te vergelijken. Men dient uit de internationale katho lieke romanproductie van onze tijd een soort grootste gemene deler van pro bleemstellingen los te maken, teneinde daar het bijzondere van Elisabeth Lang gasser's werk aan af te meten. NICO VERHOEVEN Elisabeth Langgasser: „Het onuitwis baar merkteken". Uit het Duits door J. Roeland Vermeer. Uitg. Elsevier, Amster damBrussel '51. Het ligt naar het K.N.P. verneemt in de Hjn der verwachting, dat de regering spoedig enige verlichting zal brengen in de situatie, waarin de uit Indonesië teruggekeerde ambtenaren verkeren. Gunstiger regelingen ook voor de nog 6.000 in Indonesië ver kerende Nederlandse ambtenaren wor den verwacht. Een ontwerp van wet tot wijziging van de Garantiewet voor Nederlandse ambtenaren in Indonesië ligt bij het ministerie voor Uniezaken zo goed als gereed, waarin wordt tege moetgekomen aan de drie eisen, door de betrokkenen gesteld: uitbreiding van de garantie tot categorieën ambtenaren, die er tot op heden ten onrechte van verstoken waren; verlenging van de garantietermijn van v«f jaar; betere af- vloeiingsvoorwaarden voor kortverban- ders. De federatie van katholieke Neder landse ambtenaren en werknemers in Indonesië heeft zich nog tijdens haar jaarvergadering op 25 Augustus met een motie tot de regering gewend en haar attent gemaakt op het urgentieprogram der federatie. De heer J. B. Haring, voorzitter der federatie, verklaarde aan het K.N.P. nog niet op de hoogte te zijn van de concrete voornemens der regering; hij zou verlenging der Garan tiewet zeer toejuichen. Met nadruk wees de heer Haring er echter op, dat met wijziging der Ga rantiewet hoe noodzakelijk en urgent die ook was het veelzijdige probleem der uit Indonesië teruggekeerde Neder landse ambtenaren niet is opgelost. Er zijn nog andere, minstens even belang rijke aspecten aan dit probleem zo verklaarde hij verder die ook nog geregeld moeten worden. Nog altijd wachten deze Nederlanders tevergeefs op een redelijke schadevergoeding voor Advertentie R Geslaagd dank zij... (Bekende Schriftelijke Cursus) door ANTONIA WHITE Vertaald door J. W. HOFSTRA 30 Helemaal ingepakt in die dikke zwar te jas, zonder haarlint en haar haar m slierten over haar gezicht had het geen zin meer om een zekere waardigheid op te houden. Hij vond haar maar wat leuk, net als vroeger wanneer ze een scheur in haar jurk had gekregen of haar schoen verloren had bij onderzoe kingstochten op de boerderij. Blaze, wat moet ik toch doen?" „Je vader was harder tegen je dan hij eigenlijk bedoelde," zei hij sussend. Hij is vandaag zichzelf niet en dat is ook geen wonder." „Dat weet ik wel," klaagde ze. „Trek het je niet aan. Je weet im mers hoeveel hij van je houdt. En hij is heus zo trots als een aap op je. Ik geloof eigenlijk dat hij het ergste vond dat je je niet kon beheersen in het bij zijn van die vent. Hij kan het niet ver dragen als iemand iets op je te zeggen heeft. Mijn moeder heeft dat net zo. Ze gaat veel harder tegen ons tekeer dan wie ook." Maar ik zei al die dingen toch alleen maar omdat hij zo afschuwelijk tegen Pap was." ,,'t Was zijn eigen schuld. Denk er maar niet meer over na, Clara. Het komt vanzelf wel weer in orde." „Vind jii dat ik naar binnen moet gaan en om excuus vragen „Daar heb ik niet over te oordelen. Maar het zou wel het makkelijkste zijn om de boel weer in orde te krijgen." „Het heeft geen zin om er over te praten. Blaze. Ik kan het eenvoudig niet. Ik heb er niets geen spijt van." „Je moet zelf weten wat je doet. Va- der en ik geven moeder altijd maar haar zin terwille van de lieve vrede. Zij is soms een beetje onredeliik Over je vader kan ik eigenlijk niet oordelen. Hij is uit zijn doen. Ik heb hem nooit andeis dan vriendelijk gezien tegen iedereen." „Nou. maar hij kan anders niet voor de poes zijn. Blaze. Je kent hem niet." „Hij kan op jou beslist niet lang boos blijven. Niemand zou dat kunnen." Hij keek haar stralend aan. „Waarom zeg je dat, Blaze?" Hij keek naar zijn zware zwarte schoenen. Het spreken kostte hem kennelijk moeite. „Zie je, Clara, toen je nog maar een peuter was vond ik je verschrikkelijk lief. En knap ook En nu is die peuter verdwenen en plotseling een aardig jong meisje geworden. En. weet je, ik denk nog precies zo over je. Dat is het." Clara wist niet wat ze zeggen moest Ze waren beiden blij toen vlak bij hen een konijn te voorschijn sprong en zich uit de voeten maakte naar het land achter de boomgaard. „Kijk, Blaze!" „Had ik nou mijn gewfer maar bij de hand. Hij heeft vast en zeker aan de kool van tante Sophie gezeten." „Maar goed dat je het niet hebt. Ik vind het naar om dieren dood te ma ken." „Ik maakte ze ook niet dood om ze dood te maken. Maar een boer moet zorgen dat er niet te veel konijnen ko men. Ze richten ontzettend veel schade aan." „Dat is natuurlijk zo. En je schiet reu ze goed." „Dat gaatnogal. Ik maak trouwens altijd dat ze gauw dood zijn. Ik weet nog goed hoe van streek je was, toen we er eens een vonden die zijn rug ge broken had" Clara rilde. „Dat heb ik nooit vergeten. En ook niet het slachten van Jerry, het var ken." „Een heleboel dingen die bij het boerenbedrijf horen zou je niet pret tig vinden, al had je nog zoveel praat jes binnen daarstraks." „Misschien wel. Maar als ik zeg dat ik van Throcking houd dan meen ik dat echt." „Dat kan wel. Kinderen vinden het meestal wel leuk om op een boerderij te spelen." Hij keek haar veelbeteke nend aan. „Denk je werkelijk dat het je bevredigen zou heel je leven lang op Throcking of een andere hofstede te moeten leven?" „Hoe kan ik dat nou zeggen? Boven dien zal dat wel nooit gebeuren ook, denk ik. Maar soms. ja, dan denk ik heus dat ik het heerlijk zou vinden. Blaze." „Hm. Wist ik dat maar zeker." Zijn klare ogen onder de rode oogleden ble ven onderzoekend op haar gelaat ge richt. „Waarom kijk je me toch zo vreemd aan?" „O, nergens om." Hij keek weer naar de neuzen van zijn schoenen. „Je rilt, Blaze. Hier neem je jas te rug. Ik ben weer heerlijk warm." „Houd 'm maar aan. Ik zie je er graag in," stamelde hij. „Ik zie er natuurlijk bespottelijk uit," giechelde ze. Hij hief zijn ogen op. „Weet je wel dat dit de eerste keer is dat ik je vandaag hoor lachen." Ze werd ineens weer triest. „Hemeltje, ik had het helemaal ver geten. Ik heb helemaal geen reden om te lachen op het ogenblik." „Ik vind het vreselijk als ik je zo bedroefd zie, Clara. Ik wou dat ik iets kon verzinnen om je wat op te vrolij ken. Maar ik ben net mijn vader. ïk schijn altijd een soort knoop in mijn tong te hebben. Maar het is gek, als je er niet bent, kan ik je altijd ontzettend goed van alles vertellen." Dat gevoel ken ik ook," zei Clara met een flauw lachje. Onverwacht deed hij een stap naar voren en voor ze zich kon bewegen sloeg hij zijn armen om haar heen en kuste haar. „Daar," zei hij toen hij weer achter uit stapte. „Ik weet dat ik dit niet had moeten doen, maar ik kon het niet la ten." Clara wist niet of ze het prettig of akelig vond. Het was de eerste maal dat een jongeman haar gekust had. Ze kon niets anders doen dan hem onthust aanstaren. Blaze nam allebei haar han den in de zijne en hield die stevig vast. „Zeg dat je niet kwaad op me bent, Clara. Ik had niet het recht om dit te doen en zal het nooit hebben ook. Ik heb nachten wakker gelegen en mezelf voorgehouden dat ik niet zo'n idioot moest zijn. Ik dacht dat ik me beter zou kunnen beheersen. Denk er maar niet meer aan." Maar hij liet haar handen nog niet los. Hii hief ze ap en drukte ze tegen zich aan. Ze stond daar een beetje ongelukkig, maar wilde niet terugtrek ken. Zo had ze zich haar eerste kus helemaal niet voorgesteld Ze was on der de indruk, maar tegelijkertijd een beetje beledigd. Hij zag er wat belache lijk uit in zijn bretels en met dat half geplakte haar, de rest stond rechtover eind boven op zijn rode kop. Maar iets in zijn gelaatsuitdrukking was helemaal niet om te lachen. (Wordt vervolgd). hun grote materiële verliezen in en door de oorlog en op uitbetaling van hun tijdens de oorlog gederfd inkomen. Ook wachten zij vergeefs op enige schadevergoeding voor de na de oorlog en na de souvereiniteitsoverdracht ge leden materiële verliezen. Hun géldbe- zit is tot op 1/6 van de waarde terug gebracht! De hulp. welke de gerepa trieerde Nederlanders hier te lande voor huisvesting, huisraad en een nieu we werkkring krijgen, is gering. De federatie vraagt zich af. of langs de weg van emigratie, herscholing en opneming in het Nederlandse ambtelijk bestel niet meer te bereiken zou zijn. Het verkrijgen van een nieuw redelijk bestaan wordt zelfs ernstig afgeremd door een te rigoreuze anti-cumulatie regeling. Uit het ziekenhuis van de Georgetown Universiteit te Washington is een vrouw ontslagen, wier hartklep, die door een rheu- matische hartaandoening ernstig was be schadigd, is \rervangen door een plastic buisje van 2cm. In het buisje is een bal letje met een doorsnede van 1 cm. aange bracht, dat door het bloed uit het hart wordt opgelicht en na iedere hartslag terugvalt en het buisje afsluit, waardoor het bloed niet kan terugstromen. Dit zou de eerste maal in de medische geschiedenis zijn. dat een hartklep door een dergelijk plastic ventiel is vervangen. Tijdens de feestelijkheden, welke vol gend jaar Mei ter gelegenheid van de herdenking van de „100 jaar Kromstaf" in Utrecht zullen plaatsvinden, zal in de gebouwen van het aartsbisschoppelijk museum een historische tentoonstelling worden gêhouden. Voor deze tentoonstelling heeft zich een werkcomité gevormd, bestaande uit de heren prof. dr. L. J. Rogier, Nijmegen, prof. dr. L. G. J. Verbeme, Breda, prof. dr. W. J. M. A. Asselbergs, Nijmegen, mr. dr. J. J. Loeff, Den Bosch en M. P. van Buytenen, Leeuwarden. Op deze tentoonstelling zal op aan trekkelijke en moderne wijze een over zicht worden gegeven van alle werk zaamheden der Katholieken op het ge bied van de zielzorg en het sociale, politieke en culturele leven in Neder land gedurende de laatste 100 jaar. Veler lei documenten en afbeeldingen van be langrijke figuren uit deze periode zullen de expositie completeren. Ten overstaan van notaris Rits te Den Bosch is de stichtingsactie verleden van het Mgr. dr. Bernard Joseph Erasfonds. Aanwezig waren hierbij J. Ridder de van der Schueren, dr. J.J. Loeff en drs L. de Gruyter. Het doel van het fonds is bevordering van de studie van Neder landse priesterstudenten aan het Neder lands college te Rome. De gelden, die voor het fonds zijn bijeengebracht, be dragen ongeveer 160.000. Mgr. dr. B. J. Eras, die 11 Augustus jL te Arnhem stierf, is, zoals bekend, de oprichter en eerste rector van het Ne derlands college te Rome. Dit college, waarvan hij de bouw geheel uit eigen middelen bekostigde, werd in Mei 1931 geopend. Sindsdien hebben er meer dan vijftig Nederlandse priesters gewoond en gestudeerd. Gisteren omstreeks het middaguur is in het St. Antonius-ziekenhuis te IJmuiden- Oost overleden de 65-jarige heer C. J. V. uit Santpoort. Tesamen met zijn 63-jarige echtgenote werd hij Woensdag in bewus teloze toestand in het ziekenhuis opgeno men, nadat zij door kolendampvergiftiging bedwelmd in hun woning aan de Bruno Klauwersstraat waren aangetroffen. De toestand van de vrouw heeft zich gun stig ontwikkeld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 3