;,Nw.-Gmnea niet op algemene vergadering V.N. ter sprake" Als een KAMERAAD tussen KAMERADEN Priesterarbeider: toonbeeld van solidariteit O Dit jaar minstens 50.000 woningen gereed Christus-Kon ing I Moderne missie Religieuze promoveert in de geneeskunde A rDe eenzame Reiziger w Goede vooruitzichten voor 1953 Zuster Speetjens eerste medische doctor in habijt J LITERAIRE KRONIEK Wilt Gij ONDERWIJZER worden? HILVERSUM (Bekende schriftelijke eu'nrs) ZATERDAG 25 OCTOBER 1952 PAGINA 3 jndon. minister van Buitenl. Zaken op Schiphol: Lachappelle Parket - Breda 'W GEMAKKELIJK IN ONDERHOUD Roepingen in ambtenaren- gezinnen Enquête door Soc. Kerk. Instituut Te veel koninklijke onderscheidingen MGR. H. VAN HUSSEN lieven s5h?tting te. Last van zenuwen? Victor van Vriesland 60 jaar Kerstpostzegels Voor de tuberculose bestrijding A. Hoekx overleden V. door ANTONIA WHITf (Van onze speciale verslaggever) Drie politieke figuren uit Indonesië zlJn gisteravond voor een kort bezoek ons land op Schiphol aangekomen. Yhnister van Buitenlandse Zaken Mu- karto, (je voorzitter van de P.N.I., de £eer Sidik Djojosukarto, en Sutan Moh ^asjid, hoofd van de politieke dienst an het Indonesische minnisterie van ^uitenlandse Zaken, hopen tijdens een "ïaedaags intermezzo van hun reis naar °e algemene vergadering van de Ver enigde Naties te New York kennis te kunnen maken met enkele nieuwe Ne- Q6!"landse ministers. Exc. Mukarto stond gisteren in •ntense belangstelling van de talrijke journalisten, die hem met vragen van "heenlopende aard overstelpten. Aller eerst kwam het geanimeerde gesprek J" de kwestie-Nieuw-Guinea. De heer hukarto gaf de verzekering, dat dit ^aagstuk in New York niet ter sprake worden gebracht. Wel achtte hij het hogelijk, dat Nieuw-Guinea in de vierde CoHmissie aan de orde komt. Advertentie Vanzelfsprekend waren de ongere geldheden, naar aanleiding van ontevre denheid over het parlement klippen, die tijdens de korte persconferentie niet omzeild konden worden. De minister volstond echter met de inmiddels reeds overvloedig bekende uiteenzetting over de wens tot spoedige verkiezingen te herhalen. „We hopen, dat ze in ieder geval gedurende de eerste helft van het volgend jaar gehouden kunnen worden," aldus minister Mukarto. Teneinde zich een beeld te vormen van het aantal roepingen voor priester schap en kloosterleven in de gezinnen der ambtenaren, wordt onder de leden van de A.R.K.A. door het Katholiek Sociaal-Kerkelijk Instituut een enquêie gehouden. Prof. Zeegers, de directeur van het instituut, stelt er veel prijs op om in samenwerking met drs. Dellepoort, een terzake kundige, deze enquête te hou den onder de ambtenaren. Men is van mening, dat de kans van slagen bij deze maatschappelijke groep het grootst is, omdat zij doorkneed is in de omgang met formulieren en geroutineerd in net invullen daarvan. Voor de enquête komen in aanmer king alle ARKA-leden, die gezinshoofd zijn en voor 1 Januari 1939 een huwe lijk hebben gesloten, dus ook de genen, die geen enkele roeping uit hun gezin hebben zien voortkomen. In het verslag van de commissie van rapporteurs uit de Tweede Kamer over de Rijksbegroting 1953 (hoge colleges van Staat en het kabinet der Koningin) stellen sommige leden de vraag, of er thans niet tè veel koninklijke onder scheidingen worden verleend. Zij mer ken op, dat bepaalde groepen van per sonen in het algemeen bepaalde onder scheidingen worden toegekend. Op voordracht van het Hoogwaardig Episcopaat zijn in de sub-commissie voor kerkelijke aangelegenheden van de centrale evacuatie-commissie en in de sub-commissie voor kerkelijke aan gelegenheden van de coördinatie-com missie Burgerlijke Bescherming als ver tegenwoordigers van de Katholieke Kerk door de regering benoemd Mgr. H. van Hussen te 's-Gravenhage en de wel- eerw. heer M. Lam te Helmond. Laatst genoemde heeft te dezer zake bijzonder de zorg voor de drie Zuidelijke bis dommen. Gilbert Cesbron, auteur van gaan naar de hel". Heiligen Het staat vrijwel vast, dat dit jaar de woningvoorraad met meer dan 50.00(1 stuks verrijkt zal worden. Ondanks ve le critische omstandigheden zal het ge lukken nog boven de laatste raming van 50.000 woningen uit te komen. Aan het begin van dit jaar werd over het alge meen de situatie zó somber ingezien, dat men op niet meer dan ruim 40.000 7n het Panorama Mesdag te 's-Gravenhage wordt tot 2 November een tentoonstelling gehouden van de vroeg-negentiende-eeuwse meester Wijnandus Nuyen 18131839), in wie de aanvang van onze vaderlandse ro- ntiek duidelijk te bespeuren valt. Gedurende de tweede reldoorlog is er een ware haussegeweest in romanti- tOg' meesters en figuren uit de 18e en het begin van de e eeuw. Onder die meesters is Nuyen een van de be- ®aiJdsten geweest, terecht blijft men hem waarderen ook het Panorama Mesdag. nu de tijd van in oorlogsprijzen uitgedrukte appreciatie ongeveer voorbij is. Nuyen is zeer jong gestorven, reeds op 26-jarige leeftijd, 10 maanden na zijn huwelijk met een dochter van zijn leer meester Schelfhout. Wellicht had, ware hij niet zo jong gestorven, zijn talent een belangwekkende evolutie doorge maakt. Hierboven het paneel „Spelevaren" op de tentoonstelling in Het feest van Christus-Koning da teert als zodanig van December v 1925. Paus Pius XI heeft toen i °rgeschreven, dat in het vervolg elk ihar op de laatste Zondag van October s hele Kerk plechtig Jezus' Koning- aP zou worden "gevierd. Tegelijk die bepaling publiceerde de Paus duidelijk de theologische onder- °nd van dit feest vastlegde, «v is, dunkt ons, van belang hierbij (e merken, dat daarmee eigenlijk Êphjaal niets nieuws werd ingevoerd. i0 H. Schrift en" de liturgie het ge A van de Kerk blijkt uit haar bid Cjj,: bewijzen onweerlegbaar, dat het 'us inderdaad in de volle zin van w woord Koning is, aan Wie alle toekomt in de hemel en op de h0t~.e- Denken wij maar eens aan Drie V;kgeri, Palmzondag, Pe senHemel- ty^ftsdag en het feest van het H. Hart. zou het kerkelijk gezag dan loof Waarheid, die altijd tot de ge schat van de Kerk heetf behoord ht^hog eens apart geformuleerd heb- fir, Omdat de geestelijke noden van ÏV-^ftste tijd dat noodzakelijk maken! Vn,? ftover oorsprong van alle gezag ontkent, Scha50or op elk gebied van het maat- stga PPelijk leven een wanorde is ont- z°als de mensheid nog niet heeft .ko, stelt de Kerk kort en bondig: ?itig ?Uemaal vals. Er is maar één Ko- ahkev^n Schepper, van wie alles af- i k.i k is. Kij heeft eens en voor i'a^kover de toenemende aanmatiging 'ijke de moderne geest, die de godde- ij 'y J v,n v Kjyji. "6 SCLlJn wetten gesteld, waaraan heel kfajj-p pping zich te houden heeft op Nu Van chaos en ondergang. 5®it, J ,aaö wij voor het onloochenbare m Zou e*ke vorm van staatsabsolutis- 1 als het hooggeprezen zelfbe- Ckioer ^srecht van de volkeren in de ?®bbeil ie. God en Zijn wet volkomen r'il v., uitgeschakeld. De samenleving '"kp n geheel en al verwereldlijken, j, rstenen! Oojl onloochenbaar is het feit, dat van de grote wanorde, die (Nbegj. °°rdig heel het openbare leven te zoeken is in de eicrenliik zepvi .zoeken is in de eigenlijk i/hie eri zielige poging om een vreed- Wen Boordende maatschappij op te It> zonder God! kfoJe '°°P d .'.kiovG loop der tijden hebben deze en dit hoogmoedige Öa0tltWarKCh zozeer toegespitst, dat "de i Sl'ii:! DQl'p VPrttnlrlrnl i r» non /li/-» kn flJit are verwikkelingen, die b],tlleh °?Vermijdelijk moesten voort- Of nt heKk6 woreld tot het tragisch nliet-zirf" gebracht, waar haar zijn Gr in °Pj het spel staat- O1 kun" ieder afzonderlijk mensen- »i-anredin wi-i vaststellen, dat elke iv 6 zichrSi/V?n door God bepaalde Vt,nWie ^zelf het meest afdoende straft. Diof T. Qiuucuuc atxaiw dat n wil ziin moet toege- ais 'ciCv hetzelfde te constateren Sa - hon1^6" ziet' hoezeer alle pogin- li.ik^blevin vastgelopen zijn om de te 00k maar enigszins draag- i ^seliii, ken met behulp van louter ke wijsheid. De harde waarheid is, dat de wereld voor een keuze staat: terugkeren tot God of volharden in haar godloosheid. Wat met andere woorden precies gelijk staat met de keuze tussen leven en ze kere ondergang. n de breedste zin van het woord mogen wij moeten wij zelfs Christus' Koningschap over de hele schepping algemeen en absoluut noemen. Jesus Christus is de Koning, aan Wie voor tijd en eeuwigheid een volstrekte macht geschonken is over al het gescha pene, zowel omdat Hij de Zoon van God is als vanwege het feit, dat Hij de enige Verlosser der wereld rqoet worden ge noemd. Als Koning komt Hem dan ook de wetgevende, de rechterlijke en de uit voerende macht toe in al haar volheid. Zijn hele leven op aarde toont overdui delijk aan, dat Hijzelf de wetgevende macht voor Zich opeist. Hij is het, Die de wet van het Nieuwe Verbond is komen afkondigen. Dat Hij eens ons aller Rechter zal zijn. getuigt Hijzelf: „De Vader oordeelt niemand, maar heeft alle oordeel aan Zijn Zoon overgelaten". De uitvoerende macht is daarvan niet te scheiden, daar beloning en straf de on misbare aanvulling vormen van het uit gesproken oordeel. Herhaaldelijk heeft Christus echter te verstaan gegeven, dat Hij Zijn heer schappij niet in aardse zin wil opgevat zien. Hij is weliswaar Koning met een volstrekte macht bij welker uitoefening geen beroep op een hogere instantie denkbaar is, omdat Zijn macht goddelijk is. Maar toch is Zijn rijk „niet van deze wereld". Hij wil alleen heersen in de geest, in de wil, in de harten der mensen, van wie Hij verwacht, dat zij zich in vol maakte liefde en volkomen vrijwillig uit overtuiging aan Hem onderwerpen. De aardse macht behoort echter voor lopig nog aan „de vorst dezer wereld". In Zijn mysterievolle wijsheid, waarvoor wij eerbiedig het hoofd hebben te bui gen, heeft God bepaald, dat de Satan en diens volgelingen voorlopig nog een grote macht is toegestaan, totdat Christus weerkomt in Zijn onoverwinnelijke ma jesteit. Tot dan toe is de wereld bij machte te verhinderen, dat Christus heerst, door menselijke middelen en menselijke doelstellingen de voorkeur te geven boven Zijn genade en wet. Tot dan toe kan en zal Christus alleen Ko ning zijn daar, waar de menselijke wil en de menselijke liefdé Hem als zoda nig aanvaarden. Een huiveringwekkend mysterie, dat ieders persoonlijke verantwoordelijkheid in een fel licht plaatst. De met goddelijk gezag voorspelde eindoverwinning van Christus echter moet ons overtuigen van het allergrootste belang de juiste keuze te doen tussen deze wereld en Jesus' algemeen Koningschap. Door het feest van Christus' Koning schap plaatst de Kerk ons voor de on ontkoombare noodzakelijkheid van dit partij-kiezen! Daarom is onze keuze niet alleen van wezenlijk gewicht voor ieder van ons persoonlijk, maar tevens hangt het heil van de van God vervreemde wereld af van onze liefdevolle trouw aan Koning-Christus. Advertentie Mi)nn*rdr*> Zen uw tablectea helpen U ei overheen. Op Maandag 27 October hoopt de be kende letterkundige Victor E. van Vriesland de leeftijd van 60 jaar te bereiken. In verband daarmee heeft vandaag in Amsterdam een huldiging plaats, voorbereid door een uitgebreid huldigingscomité, waarin alle overtui gingen en stromingen waren vertegen woordigd. Victor van Vriesland, die vruchtbaar der was als essayist dan als dichter, heeft onze cultuur grote diensten be wezen, mede als voorzitter van. het Nederlandse P.E.N.-centrum en vice- president van de Internationale P.E.N.- club. Een tijd lang is hij letterkundig medewerker geweest van de N. Rott. Crt„ nadien is hij verbonden geweest aan de Groene Amsterdammer. woningen voor 1952 durfde te rekenen, aldus verneemt het A.N.P. De vooruitzichten voor 1953 lijken over het algemeen genomen gunstig, in theorie is het mogelijk op grond van de positie van materialen en arbeidskrach ten tussen 55.000 en 65.000 woningen te bouwen. In de practijk echter moet eerst blijken of er kapitaal voldoende zal zijn en hoe voorts de premieregeling er zai uitzien. De kapitaalmarkt lijkt, voor wat institutionele beleggers betreft, op het ogenblik voor de woningbouw en vooral voor de volkswoningbouw, niet ongunstig. Zulks blijkt reeds uit het feit, dat de grote gemeenten en de Bank voor Nederlandse Gemeenten ruimschoots geld kunnen krijgen. In de particuliere woningbouw, ook in de grote steden, tekent zich enige ople ving af, al zal moeten worden afge wacht, hoe de resultaten daarvan zul len zijn. Dat het vraagstuk van het ko mende loon-, prijs- en huurbeleid voor de toekomst een voorname rol speelt, is duidelijk. Het pessimisme ten aanzien van de woningbouw van een jaar en minder geleden, heeft, ondanks onzekerheden, voor een voorzichtig optimisme plaats gemaakt. Verwacht kan worden, dat de seizoen-werkloosheid in de bouwvak ken in de winter van 1952-'53, voor wat de vaklieden betreft, lager zal zijn, dan in de vorige winter. Met ingang van heden zullen voor de vierde maal in successie ook in Neder land weer de Kerstzegels verkrijgbaar zijn ten bate van de tuberculosebestrij ding. De noodzaak van deze bestrijding heeft dr. J. van der Lee, directeur van het bureau voor bevolkingsonderzoek te 's-Gravenhage, tijdens een persconferen tie uiteengezet. Ondanks het enorm ge daalde sterftecijfer van t.b.c.-patiënten (van 8 per 10.000 inwoners tijdens de oorlog tot 1.4 in 1951) moetep ieder jaar opnieuw grote aantallen patiënten als lijdende aan t.b.c worden ingeschreven (1950: 16.108 en 1951 14.674). Het bureau voor bevolkingsonderzoek heeft de om vangrijke organisatie in handen van het onderzoek met Höntgen-cameratoestellen naar longtuberculose bij de Nederlandse bevolking, voornamelijk ter isolering van t.b.c.-lijders om besmetting tegen te gaan. Dit alles kost veel geld. Teneinde de kosten zo laag mogelijk te houden, is de zegel in twee kleuren uitgevoerd. Als afbeelding draagt zij de Kerstroos, benevens het dubbele Rode Kruis met de woorden „Kerstmis 1952" en „Nederland". De prijs zal evenals vorig jaar, toen de neto-opbrengst van de actie f 35.301,45 bedroeg, drie cent per zegel, in boekjes van honderd stuks, zijn. De heer A. F. J. Hoekx, voorheen di recteur en eigenaar der Texas Sigaren fabrieken, is in het Binnengasthuis te Eindhoven, alwaar hij sinds enige we ken werd verpleegd, overleden. p een heel bijzondere wijze staat de priester in het hart van de wereld. Dit wordt duidelijk wanneer we even ons oog laten gaan over de ka tholieke romanproductie van onze tijd. Daarin vormt de priester een brandpunt van geloofsleven; een uitdagend brandpunt, Hij is het kind Gods bij uitstek en daarnaast de meest kwetsbare gelovige, omdat door zijn gewijd heid tot priester heel de menselijke verhouding Schepperschepsel in hem een dwingende formulering heeft gekregen. „Terwijl ik toegeef, dat de priesterlijke ziel een mysterieus besloten gebied is, ben ik niettemin van mening, dat het priesterleven op een veel verwaar loosd terrein de romanschrijver werkelijk uitdaagtaldus Henry Morton Robert son in het voorwoord tot zijn bestseller „De kardinaal". Een schrijver als Ro bertson laat besloten wat besloten wil blijven. Hij bepaalt zich er toe de typisch menselijke kanten van de priesterlijke loopbaan in het licht te stellen. Zo geeft hij ons dan in genoemde roman de succesvolle carrière weer van een arbeiders jongen, die het tot Prins van de Kerk brengt. In onze kroniek over „The Cardinal", van 2 Decetaiber 1950, achtten wij de ge schiedenis van deze (echt Amerikaanse) carrière in wezen niet ongelijk aan die van de befaamde krantenboy, die het tot persmagnaat bracht; men denke aan Citizen Kane. De vraag is, of de manier, waarop een Robertson de schare zijne lezers meesleept, de meest geschikte is om die schare begrip bij te brengen voor het meer-dan-menselijke in de priester lijke gestalte. De priester een werker tussen werkers, inderdaad. In deze ver schijningsvorm heeft hij de meeste le zers iets reëels te zeggen. We zullen dit zo dadelijk zien in de roman van Gil bert Cesbron, „Heiligen gaan naar de hel", de roman van de anonieme pries- terarbeider in de hel van het proleta- riërsbestaan. Het is zijn solidariteit met „the undermost and outcast people", welke wij hier in de mens die priester is bewonderen. Deze solidariteit vindt ook haar uitdrukking in een priesterro man als „The power and the glory" („Het geschonden geweten") van Gra ham Greene. Hierin is de priester tevens, wat wij hierboven noemden „de meest kwetsbare gelovige". Zijn verantwoor ding is groter dan die van de leek. Zijn staat brengt met zich mee. dat hij eerder ergernis geeft dan iemand anders. In het menselijk falen van de priester treft ons bijzonder schrijnend de spanning tussen onze geneigdheid ten kwade en onze potentiële heiligheid. Zeer moeilijk is het in het portret van de moderne priester passende trek ken van heiligheid te leggentrekken, die met zijn moderniteit harmoniëren. De katholieke romancier van vandaag wekt in sommige kringen wrevel door de manier, waarop hij deze trekken aanbrengt. Ook wij voor ons kunnen niet altijd enthousiast zijn over de werkmethoden van portrettisten als Robertson en Bruce Marshall. Zij pro faneren en populariseren soms iets te veel ten koste van het bovennatuur lijke. Men zal echter toegeven, dat zij geen ogenblik de essentialia van de heiligheid door alle eeuwen heen aan tasten. Zij zoeken slechts naar een toonbeeld, dat niet detoneert in de om geving waarin wij heden leven: een toonbeeld, dat in de eerste plaats niet wereldvreemd is. De moderne levensparadox, of mis schien is het gewoon ons opgekweekt democratisch besef, wil, dat de onge woonheid van het heilige zich ais bui tengewone gewoonheid openbaart. Mi nisters, priesters, heiligen, zij zijn om te beginnen mensen uit de grote hoop. Hun positie dwingt respect af, naar mate wij voelen, dat ze in principe bij ons behoren; solidair met ons zijn. „Heiligen gaan naar de hel" Van dit beginsel is Gilbert Cesbron, in navolging van zijn Engelse collega Bruce Marshall, uitgegaan bij het ont werpen van „Heiligen gaan naar de hel"l). Cesbron, geboren in 1913, is een Parijzenaar. Zijn roman, die ook in Nederland een groot succes is gewor den, verhaalt van het leven van een priester, die als arbeider in de fabriek werkt. Evenals zijn kameraden ver dient hij zijn brood zuur. Hij loopt, precies zoals zij, in tweedehands kleren uit een dump. Hij spreekt hun taal en is deelgenoot in hun belangenstrijd. Niet zonder bedoeling laat Cesbron hem wonen op een kamertje in de rue Zola. Alles heeft deze schrijver in het werk gesteld om van zijn „heiligen" een solidair kameraad te maken. Père Pierre, die de jongens onder elkaar gewoon als Pierre kennen, is op ge heel eigentijdse wijze een arbeider in Carlo Coccioli, schrijver van en aarde". „Hemel de wijngaard des Heren. Hij is. en dit is belangrijk genoeg om nadrukkelijk te worden opgemerkt, werkzaam in de Mission de Paris, de Missie van Parijs. In het twintigste eeuwse Europa, in de hoofdstad van Frankrijk, die oudste dochter der Moederkerk, is deze pries ter weer werkzaam als primitief mis sionaris. Met zijn werkelijkheidszin, zijn beschavingsijver en zijn kameraad schappelijke gevoelens van lotsverbon denheid schrijft hij om zo te zeggen het jongste hoofdstuk van de geschie denis der missionneringsgedachte. „De missie in de litteratuur" Dr. M. J. Jochems C.M., die onlangs promoveerde op het proefschrift „De Missie in de litteratuur, van de Mid deleeuwen tot de Franse Revolutie" 2), zal in zijn vervolgboek niet aan het werk van Europese missionarissen als Père Pierre voorbij kunnen gaan. Terecht beperkt dr. Jochems in zijn reeds verschenen boek het begrip „missie" tot „bekeringswerk onder de heidenen", waarbij onze gedachten uit gaan naar het priesterlij k pionierswerk in verre landen onder kinderlijke vol ken. „Wat ons bezighoudt", aldus d« promovent, „is de kijk die de littera tuur van verschillende tijdperken geeft op de missionnering". Voor wat onze eigen tijd betreft, zullen het goeddeels priesterromans als die van Cesbron zijn, waardoor 'ge noemde „kijk" wordt bepaald. „Hemel en Aarde" Zien wij hier de priester als modern missionaris, als kameraad, als een van de onzen, van wiens „heiligheid" zich énkel de algemeen menselijke en socia le aspecten laten karakteriseren, er is in de katholieke romankunst van vandaag ook een trek waarneembaar, waarbij het echt te doen is om de in nerlijke problematiek die in de roe ping tot het priesterschap zijn weerslag vindt. Hierbij dringen wij door in de priesterlijke ziel; in wat Robertson noemt „een mysterieus besloten ge bied". Carlo Coccioli, een jeugdig Italiaans romancier, geboren in 1920, is een dier genen, voor wie dit gebied geen taboe is. Hij heeft een roman geschreven, die onlangs te onzent vertaald werd onder de titel ..Hemel en Aarde" 2). Dit boek behelst, het levensverhaal van Don Ar- dito Piccardi, een door en door tragisch- religieuze natuur. Zijn pastoraat in een geïsoleerd bergdorpje, daarna zijn aposto laat in een universiteitsstad en tenslotte zijn optreden in de Italiaanse verzetsbe weging tegen de Duitsers, eindigend met zijn heldendood voor het vuurpeleton, stempelen hem wederom tot zo'n typisch hedendaagse priestergestalte, die ons in menselijk opzicht vertrouwd en voor beeldig aandoet. Het „diepere" in Don ArcTito echter wordt bepaald door zijn re ligieuze strijd. Zijn roeping blijkt geboren te zijn in het tourment. Een in hem opgespaard besef van onwaardig-zijn maakt hem zijn roeping bijwijlen tot een kwelling. Daarbij wordt dan aan de orde gesteld het huivering wekkende probleem van verdoemd te wil len zijn tot meerdere eer van God en met de bedoeling om door dit eeuwigdurende offer enkele medemensen voor de hel te vrijwaren. Het probleem, naar het patho logische zwemend, is niet helemaal nieuw in de literatuur. Dat de onderhavige uit werking er van de meest geslaagde kant van Coccioli's roman uitmaakt, kan men moeilijk staande houden. Niettemin is zijn roman een priesterverhaal dat indruk maakt: maar dan toch meer vanwege de uiterlijke problemen van sociale en alge meen menselijke aard dan vanwege Coc cioli's visie op de persoonlijkheidsstruc tuur van zijn in geur van heiligheid ge storven held. NICO VERHOEVEN. 1) Gilbert Cesbron: „Heiligen gaan naar de hel" (Les saints vont en enfer). Vert. door André Noorbeek. Uitg. Het Parelsnoer, Voorhout. 2) Dr. M. J. Jochems C. M.: „De Mis sie in de litteratuur" Deel I: „Van de Mid deleeuwen tot de Franse Revolutie". Ver schenen als bijdrage van het Missiologiscb Instituut der R.K. Universiteit Nijmegen. Uitg. Paul Brand, Bussum 1952. 3) Carlo Coccioli: „Hemel en Aarde" (II Cielo e la Terra). Uit het Italiaans vert. door Frans Brunklaus. Uitg. De Fon tein, Utrecht. Advertentie Vraag dan zo spoedig mogelijk een prospectus aan bij Smds '"eer da* tO Jaar heeft onze „SchriftelijIce Kwee4c- tchool ongeëvenaarde successen, leder jaar slagen tientallen cursiste* voor het Staatsexamen voor Onderwijzer. Zeer goede opleidingen zijn ook: H.b.k» Staatsexamen Gymnasium en Mulo. anstaande Dinsdag zal de eerste religieuze promoveren tot Doctor in de medicijnen aan de Rijksuni versiteit te Utrecht. Zuster Para- clita Speetjens van de congregatie der Medische Missiezusters zal haar proef schrift over een gynaecologisch onder werp verdedigen, waarbij prof. Plate W. als haar promotor optreedt. De Medische Missiezusters, die haar moederhuis hebben te Imstenrade bij Heerlen, zgn in ons land de enige con gregatie, die onder haar leden artsen en vroedvrouwen heeft. Eerst sinds 1936 is het aan religieuzen toegestaan om de geneeskunde daadwerkelijk uit te oefe nen, juist met het oog op de noodzaak om in de missiegebieden vakkundige hulp te geven bij de gezondheidszorg, die er nog zo ver achter is. Zr. Speetjens, geboren in Tilburg, volgde een middelbare opleiding in Venlo, en begon haar studie in de me dicijnen te Amsterdam. Na haar candi- deatsexamen trad ze tijdens de oorlog in bij de congregatie der Medische Mis siezusters, om na haar professie in Utrecht af te studeren. In Utrecht v/oonde Zuster Paraclita in het prak- tiikhuis der congregatie aan de Nieu we Gracht, de statige „Balije", die de Maltezer Ridders voor dit doel in bruikleen hebben afgestaan. In de voor name kapittelzaal, waar gasten wor den ontvangen, zit Zuster Speetjens tegenover ons, in een der vorstelijke zetels, waarin ze veel ruimte overlaat. Ze is smalletjes van de inspanning der laatste maanden, maar aanstekelijk blij moedig en vol ingehouden ongeduld om te gaan werken. „Surakarta", zegt ze verheugd op de vraag waar ze als arts zal gaan werken. De Nederlandse Medische Missiezusters die in Nederland gestudeerd hebben, werken in Indonesië en Zuid-Afrika. De Vertaald door W. HOFSTRA 42 „Ik ben volkomen bereid aan geen leeftijden te denken, als jij het ook niet doet, Om eerlijk te zijn wil ik vanavond maar liefst alles vergeten. Laten we het •feit. dat ik maar een arme ondermees ter ben, gewoon maar negeren. Ik heb zin om alle verantwoordelijkheid over boord te gooien en vreselijk veel geld uit te geven". „Ik vind verantwoordelijkheid af schuwelijk," Clara was er helemaal in. Het was de eerste maal dat Clara Covent Garden van binnen zag. Vanaf hun plaatsen op de eerste rij stalles bood de zaal hun als het ware de aanblik van het binnenste van een geweldige rood en gouden schelp. De geweldige balcons, de massa's bloemen en de schitterende verlichting overtroffen haar stoutste verwachtingen. Elke loge scheen een klein felbelicbt toneeltje op zichzelf, ach ter de gordijnen waarvan verblindende schepsels uit een andere wereld te voor schijn traden. Dit alles boeide haar zo, dat ze bijna vergat dat ze gekomen was om de Tannhauser te horen. Haar pro gramma lag nog ongeopend op haar schoot. ,Ik wilde dat je de eerste keer een zo goed mogelijke indruk kreeg," zei hij, genietend van haar verblufte ver rukking. „Als ik alleen ga, zit ik vaak op het schellinkje. Maar je eerste Tann hauser moet altijd een bijzondere herin nering voor je blijven." Hij had zelfs een kijker meegebracht. Hij richtte die voor haar op de ene loge na de andere en noemde namen, waai ze ternauwernood naar luisterde. Het feit dat ze die schitterende poppetjes tot leven kon brengen, wanneer ze wilde, boeide haar genoeg. Het was fascinerend om een gezicht zo dicht bij je te halen dat je elke wisseling van gelaatsuitdruk king kon volgen en fantaseren wat een vrouw deed lachen of plotseling haar waaier openen. „Het is betoverend," zei ze „Het is net of er honderd boeken tegelijk tot leven komen." „Een vierde van al die lui is waar schijnlijk niet eens voor de muziek ge komen. Je zult eens zien hoeveel loges er leeg blijven na de eerste acte. Maar ik kijk er ook graag naar. De hemel verhoede dat Covent Garden ooit vol zal komen te zitten met Jaeger pakken en djibbahs." „Amen," zei Clara vurig. „Maar toch. als een hertogin geduren de de eerste maten van de ouverture haar mond niet hield, dan zou Ik haar met alle liefde van kant maken." Hij nam de kijker uit haar hand en keek de loges rond. „Kijk kind, dat mag je werkelijk niet missen. Ja. er is geen vergissing moge lijk, dat is 'r Lady Sybil Clavering de jongste dochter van de hertog van West Morland. Dat wit met goud daar, precies een godin. Een Griekse nymph, bepareld met Engelse dauw. Je zou een Meredith moeten zijn om haar te kun nen beschrijven. Clara nam de kijker aan en zocht gehoorzaam naar de befaamde schoon heid. „Derde logelinksze draagt iets wits en soepels, dat haar nauw om het figuur sluit, zoals romanschrijvers zouden zeggen. Nee, je kijkt naar de verkeerde loge." Ze kreeg Lady Sybil in het oog en zei oprecht: „Ja, het is werkelijk een schoonheid," maar al zoekende had ze iets gezien dat haar veel meer interes seerde. Zodra ze het fatsoenshalve doen kon, richtte ze de kijker weer op de verkeerde loge. „Pap, daar zit een meisje dat ik ken. Ik was er eerst niet zeker van. maar nu wel." „Heus? Wie dan?" „Nicole de Savigny „Die boezemvriendin van kostschool van je? Wat leuk! Mag ik eens kijken? Bepaald een opmerkelijk gezichtje, kind. Je zou het misschien niet knap kunnen noemen! bepaald p kant. zon der twijfel. Die dame, die er zo bijzon der gedistingeerd uitziet, is zeker haar moeder. Zei je niet, dat het de Comtesse de Savigny was?" Het zal wel Ik ken haar alleen maar van de spreekkamer, en dan had ze altijd een hoed op." „Heb je kennis gemaakt met de Com tesse?" „O nee, we spreken niet met de ouders van de andere meisjes, tenzij we ze van thuis kennen." Ze keek hem vluchtig aan. bang zijn gevoelens gekwetst te hebben. Door de binocle kon ze echter niet zien hoe hij keek. Ze wou dat hij hem maar liet zakken. Stel je voor dat Nicole zag, dat ze naar haar zaten te staren? „Ik meen me te herinneren, dat je me verteld hebt, dat de Comtesse de Savigny de vrouw van een gezant ge weest is. Daar ziet ze ook echt naar uit." Hij liet de kijker eindelijk zakken. „Als alle mensen van lage kom-af ben ik vreselijk nieuwsgierig naar alles wat de aristocratie betreft," zei hij. Clara hield te veel van hem van avond om zich te ergeren aan die op merking „Lieverd, ik wou dat ik een hertog van je kon maken." „Dan zou je mijn hobby bederven! Je bent nog te jong kind om smaak te kunnen bieden voor de bijzondere charme van ontevredenheid." Hij lachte. „Maar ik ben het met je eens, dat het een hertog zou moeten zijn. Ik heb geen figuur voor graaf. Hertogen heb ben vaak een gedrongen en boers uiter lijk" „U bent niet boers," zei ze veront waardigd „Blaze Hoadley is boers, als u wilt." Ze hield stil en kon haar tong wel afbijten. Nu had ze alles bedorven. Maar tot haar verwondering glimlachte hij enkel maar en zei: „O, je landelijke minnaar. Ik hoop op een knappe partner voor mijn dochter." Clara had geen tijd meer om nog na te denken over de onbegrijpelijkheid van ouders, want de lichten werden reeds gedoofd. Een ge-sst om stilte ging door de zaal. toen klonken de eerste zware akkoorden van de ouverture in het duister. Haar vader zuchtte van heerlijkheid en leunde met gesloten ogen achterover. Ze was herhaaldelijk gewaarschuwd, maar ze kon het toch niet helpen dat het haar tegenviel, omdat zowel Venus als Tannhauser zo oud en dik waren. Door de geur van parfums en stof. het schemeren van witte overhemden en de roomkleurige schouwers in de ge weldige, schemerachtig verlichte zaal en het gevoel van aanwezig zijn bij een uitzonderlijk ritueel, kwam ze echter al spoedig in vervoering. Ze vergat alles en liet zich meedrijven op de tonen van de zinnenstrelende, gemakkelijk in het gehoor liggende muziek. (Wordt vervolgd). Zuster Paraclita Speetjens. zusters die in Washington, waar ook een moederhuis is. zijn opgeleid, hebben haar werkkring vooral in India en Pa kistan. In Surakarta, in het missie gebied van de Javaanse bisschop mgr. Soegynopranata, hebben de Medische Missiezusters sinds enkele jaren een kraamvrouwenkliniek van ongeveer twaalf bedden, met als staf twee vroed vrouwen, vier verpleegsters, een ana- lyste, allen eigen leden van de medische congregatie. De overheid heeft nu ge vraagd om er een kinderafdeling bij te bouwen. Een dokter is er dus hard nodig. „Ik zal er van alles te doen krij gen", zegt Zuster Paraclita, „ook chirur gisch; ik heb dan ook op alle gebied zoveel mogelijk trachten op te steken." De laatste jaren heeft zij als chirur gisch en gynaecologisch assistente ge- telt, met de grootste welwillendheid is werkt in Venlo, waar zij, zoals ze ver- bejegend. Nu wisten de patiënten die zij als co-assistente behandelde, niet altijd dat ze met een religieuze te doen hadden, want de geest van deze congregatie is volkomen aangepast aan de tijd. Bij haar studie dragen de me dische zusters religieus kleed, noch kap en sluier. Maar het gebeur de wel eens, dat een eenvoudige van halt, die het toch wist, dankbaar voor haar behandeling, haar een geldstuk in de hand duwde, „voor de missie". Waar de Medische Missiezusters zich vooral richten op de Moederschapszorg, als het ware de basis van de gezond heidszorg, is het vanzelfsprekend dat de jnoge doctor een gynaecologisch onder werp heeft gekozen voor haar proef schrift. Zij acht het verrichten van dit brok wetenschappelijk werk van groot belang voor haar toekomstige practijk. „Ik wil de vaktijdschriften bijhouden", zegt ze, „en een zo volledig mogelijk in strumentarium- meenemen." In zeven en twintig jaar tijds is het gezelschap uitgegroeid tot een congre gatie van bijna vierhonderd leden, van wie een derde Nederlandsen. De vitale stichteres dr. Anna Dengel, een Tiroolse missie-arts. die momenteel voor een kort bezoek in Nederland is, zal vermoedelijk de promotie bijwonen. Voor het promotiediner in de ridderzaal van het Utrechtse zusterhuis, heeft zuster Speetjens ook haar promotor prof. Plate uitgenodigd. Is ook dat niet een novum in de geschiedenis der Ne derlandse religieuzen? A. BgL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 3