1 WIE IS „THE BEST MAN"? Een kruidenier die meer dollars wil drukken Het opinie-onderzoek MEN VER-GALLUP-EERT 1948, GEEN TWEEDE en ZICH, KEER de verkiezing NA Eindphase van een verbitterde strijd Standpunten De Republikeinen en bet communisme Ook zij willen in het Witte Huis lAinsdag 4 November a.s. gaan de Amerikaanse burgers mei uitzondering van de inwoners van Washington, die geen stemrecht bezitten, omdat er onder hen zoveel regeringsdienaren zijn van wie men geen onafhankelijke uitspraak mag verwachten naar de stembus om zich o.m. een nieuwe president ie kiezen. Onder meer, want het gaai bij deze verkiezingen, waarop meer dan ooit te voren de aandacht van hei Amerikaanse volk niet alleen, maar ook die van de gehele wereld, en in het bijzonder van Europa, geconcentreerd is, óók om de aanwijzing van 531 kiesmannen, die volgens een historische fictie de eigen lijke vertrouwensmannen van het Amerikaanse volk zijn en in zijn naam de president aanwijzen. Het gaai boven dien om de aanwijzing van 32 senatoren en 435 leden van het Huis van Afgevaardigden, om de verkiezing van tien duizend afgevaardigden, rechters en functionarissen in de verschillende staten, om die van 54.000 regionale func tionarissen, 60.000 leden van gemeenteraden en gemeente lijke lichamen en naar schatting driekwart millioen andere functionarissen op de meest uiteenlopende posten. Een klein millioen mensen is dus zowel passief als actief bij deze stembusstrijd beirokken. Hoeveel er alleen actief aan deel zullen nemen valt niet bij benadering ie zeggen, want sen van de paradoxen van de Amerikaanse democratie is, dat meestal een groot percentage van hen aan de stembus verstek laai gaan. „Binnen negen minuten geen communisme meer" VRIJDAG 31 OCTOBER 1952 - KV® WW it» ;:- o >-->• I - H15H I IWEl WWIM 1 w «is; met het accent van een grote persoon lijkheid, maar dat hij misschien ook wel de belichaming is van sommige kwalitei ten, die in een groot Amerikaans staatsman moeten worden veronder steld." Stevenson heeft aanvankelijk even min als Eisenhower de candidatuur voor het presidentschap gezocht. Zij is hem min of meer opgedrongen, maar niemand kan in twijfel trekken, dat de Democratische partij geen be tere keus had kunnen doen. Als ie mand in staat mag worden geacht de Democratische partij opnieuw naar de overwinning te leiden, ondanks het in de V.S. wijdverspreide gevoel, dat Zulks ondanks het feit, dat de presi dentsverkiezingen in de V.S. gepaard Plegen te gaan met een in Europese ogen ongelooflijke hoeveelheid tam-tam, cir- cus-achtige reclame en humbug. Ameri kaanse verkiezingen zijn vol van een soort lawaai, kinderlijke en soms kin derachtige „fun", luidruchtige en spec taculaire reclame-optochten, die alle maal sterk appelleren aan de hevige emotionaliteit van tiet vaak ten onrechte als alleen maar hard en zakelijk en be rekenend afgeschilderd Amerikaanse Publiek. Maar het merkwaardige is, dat, terwijl vrijwel iedere Amerikaan zijn deel krijgt van de algemene en openbare vermakelijkheid, die Europese politici waarschijnlijk in strijd met de ernst van hun functie en de waardigheid van hun persoon zouden achten, zeer velen van hen op de dag van de stemming thuis blijven. Men spreekt al van een zeer grote opkomst van het kiezerscorps, wanneer er niet meer dan 40% van de kiezers absent blijven. In 1944 b.v. werd er druk gestemd. Maar dat betekende toen toch niettemin, dat ruim veertig millioen van de 88V2 millioen kiezers niet in de stembureaux waren komen opdagen. En bij een zeker niet geringer aantal stemgerechtigden in 1946 daalde het aantal uitgebrachte stemmen toen tot rond zeven en twintig en een half millioen. Dat is een van de redenen, waarom er zo weinig peil valt te trek ken op de uitslag van de presidentsver kiezingen in de Verenigde Staten. Grote opkomst verwacht Ditmaal wordt op 4 November a.s. een grote opkomst van de kiezers verwacht. Gezien de felheid en de verbittering. Waarmee gedurende de laatste maanden zowel van Republikeinse als van Demo cratische zijde de strijd is gevoerd en de hartstochtelijkheid waarmede van weers zijden een beroep is gedaan op het scheidsgerecht van de kiezers, mag men dan ook veronderstellen, dat er in totaal meer stemmen zullen worden uitge - bracht dan de 48.833.680, die in 1948 ge teld zijn, toen president Truman zijn verrassende zegepraal heeft behaald op zijn Republikeinse rivaal, Dewey, die zich reeds zeker waande van de over winning. Maar ook in dat geval kan met stelligheid worden voorspeld, dat de niet-stemmers een beslissende in vloed zullen uitoefenen op de uitslag. Voor het overige neemt men in het algemeen aan, dat een grote opkomst van het electoraat gunstig is voor de Democratische partij, die haar aanhang Voor een belangrijk deel recruteerton der de leden van massa-organisaties, zo als die van de Amerikaanse arbeiders. Daar staat echter tegenover, dat de massa gemakkelijk in de ban kan ge raken van een sterke persoonlijkheid, die t.ot haar verbeelding spreekt en haar °P die manier voor zich vermag te win- hen. De grote vraag van het ogenblik is of generaal Dwight Eisenhower, wiens Persoonlijke populariteit ongetwijfeld dog stèeds enorm is, al heeft zij in de verkiezingsperiode waarschijnlijk enkele deuken opgelopen, in staat zal blijken die ommekeer bij een groot deel van de Amerikaanse kiezers te bewerkstelligen, die de voorwaarde is voor een Republi keinse overwinning. Eisenhower's kansen Wil men zich een goed denkbeeld vor men van generaal Eisenhower's positie in deze politieke race, waarvan het Wit te Huis in Washington de finish is, dan dient men te beseffen, dat de Republi keinse partij hem op haar conventie te Chicago in Juli j.l. candidaat heeft ge steld minder omdat de Republikeinse Politici met zijn persoon en zijn denk beelden sympathiseren de partijlei ding zou wat dat betreft veeleer de voorkeur hebben gegeven aan senator Robert Taft dan omdat zij hem be schouwen als de man, die in staat is de Republikeinse partij te verlossen uit de oppositionele positie, waarmee zij zich Slnds twintig jaar heeft moeten verge legen. pit verklaart waarom men in Juli j.J. enigszins voorbarig de overwinning van "et vooruitstrevende element in de Re publikeinse partij op het conservatieve gehele verkiezingscampagne heeft be wezen, dat dit te vroeg gejuicht was. De strijd om de macht in de Republikeinse partij zelf duurt voort én Eisenhower heeft zich keer op keer genoodzaakt ge zien concessies aan de z.g. oude garde te doen om op die manier zeker te zijn van de steun van heel zijn directe poli tieke aanhang. Doch in de mate. waarin hij zich tot deze concessies heeft geleend waarbij het overigens goed is te bedenken, dat verkiezingsbeloften in Amerika evenmin bindend zijn als elders ter wereld heeft Eisenhower verzaakt aan de rol, die zijn vrienden voor hem gereserveerd hadden, t.w. die van de staatsman, die het in politicis verdeelde Amerikaanse volk rond zijn persoon zou kunnen her enigen. De Republikeinse partij is n.l. essentieel een minderheidspartij. Zij kan slechts op een overwinning hopen wan neer zij behalve haar eigen trouwe vol gelingen, ook een flink deel van de kie zers zonder bepaalde voorkeur en zelfs van hen. die gewoonlijk op de Democra tische lijst stemmen, voor zich weet te winnen. Eisenhower had de candidaat kunnen zijn van de eenheid van het Amerikaanse volk. Zijn politieke onbedrevenheid, de adviezen van zijn naaste omgeving en de omstandigheden van een verkiezings strijd, die soms het karakter heeft aan genomen van een ruwe boksmatch, waarin de tegenstanders er niet voor terugschrikken elkaar onder de gordel te treffen, hebben hem gemaakt tot de candidaat van een in zich zelf verdeelde De ezel, symbool van de democratische partij, bespeelt een Taft" B opschrift draagt: „Ike is de gevangene van „Waar blijven de anderen nu?" roept Stevenson vertwijfeld uit. Het bordje naast hem draagt het opschrift: „Ver kiezingscampagne 1952: Op hoog ni veau". („The Washington Post"). partij en hem gedwongen ter wille van althans de uiterlijke eensgezindheid daarvan, een zo scherp mogelijke toon aan te slaan tegen de Democratische partij. Het zal moeten blijken of de een heid van het Amerikaanse volk geba seerd kan worden op een program, dat als eerste punt vermeldt de plechtige en verontwaardigde verzaking aan Har ry Truman c.s. en al hun werken. Het lijdt geen twijfel, dat Eisenhower in deze verkiezingscampagne ziin aan vankelijke tegenstanders in de Republi keinse gelederen meer vreugde heeft bereid dan zijn vrienden, wier grote verwachtingen hij min of meer heeft be schaamd. zozeer zelfs dat sommigen, die hem hebben overgehaald zich candidaat te stellen, zich inmiddels van hem heb ben afgewend en verklaard, dat zij op Stevenson zullen stemmen. Dat betekent niet, dat Eisenhower's verkiezingskansen bedorven zijn; het betekent wèl, dat de zekerheid van een door hem te behalen overwinning verdwenen is. En ook, dat als Eisenhower de volgende week ge kozen zou worden tot president van de V.S.. de strijd in de Republikeinse partij eerst recht zal ontbranden over de vraag welk deel van deze partij de daden zal besturen van de president, die geacht wordt het land te besturen. Adlai Stevenson „the best man" „And may the best man win" is een van die vrome, onpartijdige verkiezings wensen, die de taak van de Amerikaanse kiezers nu niet bepaald zullen verge makkelijken. Want wie van de twee voornaamste candidaten is eigenlijk „the best man"? Het pleit zeker voor de Amerikaanse democratie, dat zij het haar kiezers zo moeilijk maakt een keuze te doen tussen twee persoonlijkheden, die behalve een onaanaastbare persoonlijke integriteit, een onmiskenbare begaafd heid bezitten om op staatkundig gebied in grote verhoudingen te denken en te handelen. Dat Adlai Steven son, de gouverneur van de staat Illi nois, zulk een per soonlijkheid is, wordt ook door zijn tegenstanders niet bestreden. Integen deel, zijn staat van dienst, zijn breed en diep inzicht in de gecompliceerde problemen waar voor het wereldlei derschap de Vere nigde Staten plaatst en de intelligente, bijkans aristocrati sche wijze waarop hij van zijn kant de verkiezings strijd heeft ge voerd, hebben ge leid tot wat Walter Lippmann, zelf een aanhanger van Eisenhower, in de N. Y. Herald Tribu ne heeft genoemd „het groeiende ver moeden van het land, dat Stevenson niet slechts spreekt De buitenlandse politiek is het voornaamste onderwerp geweest van de debatten in de verkiezingsstrijd. Ten dele hebben de beide candidaten overeenkomstige opvattingen over die volitiek, ten dele wijken hun meningen sterk af. Eisenhower en Stevenson zijn het onder meer eens over: De strijd voor de vrede Eisenhower: „Wij moeten elk volk er van doordringen dat het ons ernst is met onze toewijding aan de vre de". Stevenson: „Wij moeten de wereld bewijzen dat wij, als het er op aan komt. voor de vrede zullen vechten. Wij willen geen München meer." De betekenis van de V.N. Eisenhower; „De Verenigde Naties vormen een levensvatbaar en werk zaam geheel". Stevenson: „De Verenigde Naties blijven de hoeksteen van onze poli tiek vormen". Eisenhower en Stevenson zijn het onder méér oneens over: De bedwingingspolitiek Eisenhower; „ik geloof dat er al leen maar een hechte wereldorde kan worden gevestigd op waarach tige samenwerking tussen souverei- ne naties". Stevenson: „In de voortzetting van onze naoorlogse politiek, die gericht is op verzet tegen de Russische J1? enige hoop op nationale veiligheid en vrede". De oorlog in Korea Eisenhower: „Als ik gekozen wordt, zal ik eerst trachten een einde te maken aan de Koreaanse oorlog. Dat vereist een reis naar Korea. Ik zal die reis maken. Ik zal zelf naar Korea gaan". „Wij kunnen de trai ning en de bewapening van de Zuid- Koreaanse strijdkrachten doen toe nemen. Wij moeten hen zoveel mo gelijk in staat stellen zelf hun gren zen te verdedigen". Stevenson: „Het denkbeeld dat wij ons op een vlugge en handige manier aan de Koreaanse oorlog zouden kunnen onttrekken is vals". „Als wij bij de communistische aanvallers de indruk wekken dat wij de Zuid-Koreanen zelf de hele strijd voor de idealen van de V.N. willen laten voeren dan geven wij het oor spronkelijke doel van het collectief optreden in Korea prijs". Eisenhower: „Wat zal ik zeggen Stevenson: „Wat zal ik zeggen?" Eisenhower: „Wat heb ik nu weer gezegd?" Stevenson: „Wat heb ik nu weer gezegd?" er verandering moet komen in Wash ington, dan is hij het. Anders dan Ei senhower heeft hij geweigerd zich vast te leggen op gemakkelijke ver kiezingsbeloften, waarvan niemand kan zeggen in hoeverre zij gehono reerd zullen kunnen of moeten wor den. Dat siert de man, maar is op zichzelf geen waarborg voor electo raal succes, voor zover dit van de gunst en de luim der kiezers afhangt. In Amerika zijn succesrijke candida ten soms zeer middelmatige presidenten gebleken, terwijl mensen, die door ka rakter, kennis en bekwaamheid uitste kende presidenten hadden kunnen zijn, de kans nooit hebben gekregen omdat zij als candidaat niet voldoende aan trekkingskracht konden ontwikkelen. Hoe de verkiezingsuitslag ook zal zijn en dit jaar ontbreken de voorspellin gen daaromtrent geheel en al, mede uit vrees voor een herhaling van de ge beurtenissen van 1948 toen alle politie ke profeten behalve president Truman door de kiezers beschaamd zijn het is duidelijk, dat er in de Amerikaanse politiek grote veranderingen op til zijn. Talrijke urgente vraagstukken van eco nomische, financiële en buitenlands-po litieke aard wachten op de nieuwe be woner van het Witte Huis. En het is, wanneer men alle smakelijke en on smakelijke verkiezingsrhetoriek laat voor wat zij is, gebleken, dat Eisenho wer's en Stevenson's opvattingen hier over niet zo heel ver uiteenlopen. Nochtans maakt het een groot verschil of Eisenhower dan wel Stevenson presi dent zal worden. Want de eerste zal, wanneer hij zich niet vereenzelvigt met de zeer conservatieve oude garde der Republikeinse partij, kunnen rekenen op Democratische steun in het Congress. Doch een overwinning van Stevenson zou de Republikeinse fracties in Huis en Senaat geheel in de ban plaatsen van Taft c.s., waardoor de tweepartijen-po litiek ook in de volgende regeringspe riode een illusie zou worden en de De mocratische president mogelijk sterk gehandicapt zou worden. Eisenhower en Stevenson zijn /n 1948 heeft de verrassende uitslag van de verkiezingen niet alleen bij de Re publikeinen, maar ook bij de politieke journalisten en vooral bij de instituten voor opinie-onderzoek, grote verslagenheid gewekt. Want de voorspellers had den, met Dewey, een nederlaag geleden. Vrijwel unaniem hadden zij diens over winning aangekondigd. Dat is een harde les geweest en de Amerikaanse pers is nu dan ook heel wat voorzichtiger geworden. Zulke stellige uitspraken als vier jaar geleden werden gedaan treft men er niet meer in aan. Daar komt nog bij, dat ditmaal een ongewoon groot aantal kiesgerechtigden maar niet kan be sluiten wat te doen. Het is voor velen dan ook een uitzonderlijk moeilijke keuze. De Amerikanen spreken in dit verband van een aanzienlijke „floating vote." Enige jaren geleden heeft de grote man van het moderne opinie-onderzoek, Dr. Gallup, een inmiddels gepubliceer- de rede gehouden over de „Nauwkeurig st heeft geproclameerd. Eisenhower's heid van moderne peiltechnieken bij het -e« historische foto uit 1948. Truman toont met welgevallen een voorbarige krant, die Dewey al president gemaakt had. doen van verkiezingsvoorspellingen". Gallup onderscheidt daarin acht factoren die bij het inrichten van een opinie-on derzoek overwogen moeten worden. 1) Wat de omvang van de groep onder vraagden aangaat: Het percentage van het totaal aantal kiezers behoeft niet groot te zijn. 2) Het aantal personen dat op zal komen is, vooral in de V.S. waar het stemmen niet verplicht is, moeilijk te bepalen. 3) De te raadplegen proef personen moeten tot verschillende be volkingsgroepen behoren. 4) De metl^p- de van ondervragen is van het grootste belang. Die-methode is in de loop van de jaren geperfectionneerd. 5) Het tijd stip van het laatste onderzoek moet zo dicht mogelijk voor de verkiezing lig gen. Soms kan vlak voor de stemdag nog een belangrijke nieuwe factor in het spel komen; zoals in 1946 in Fran- rijk gebeurd is, toen de H. Vader aan de vooravond van de stemming duide lijk te kennen gaf dat de M.R.P. moest worden gesteund. 6) Corruptie bij de stembureaux komt in Amerika vrijwel niet voor. (Bij het voorspellen van Ita liaanse verkiezingsuitslagen houdt men er echter ernstig rekening mee.) 7) Het weer kan vooral de kiezers op het plat teland weerhouden naar de stembus te gaan. 8) De techniek van het stemmen levert in Amerika bij onontwikkelde kiezers soms moeilijkheden op. Ook al zijn al deze factoren nog zo grondig bestudeerd, toch kan de voor spelling nog wel eens aanzienlijk van de uitslag afwijken. Een groot succes stemmen onder vijf partijen werd met een fout van slechts 3% geraden. In 1935 is Dr. Gallup met zijn on derzoek begonnen. En een jaar later wierp hij zich voor het eerst op een presidentsverkiezing. Ook het tijd schrift „Literary Digest" deed een poging de uitslag te voorspellen. Het systeem dat door dit blad toegepast werd bleek echter niet te voldoen. Het tijdschrift koos namelijk uit telefoon boeken ongeveer twee millioen wille keurige proefpersonen en zond deze mensen een formulier met het ver zoek dit ingevuld terug te sturen. Hier werd de grote fout gemaakt, dat de groep met het laagste inkomen en de minste ontwikkeling, de mensen die geen telefoon hebben en zij die niet zo vaardig met de pen zijn, zich niet had kunnen uiten. Gallup daarentegen nam een aantal onderzoekers in dienst die, goed geïnstrueerd, de men sen persoonlijk afgingen. Het bleek dat men met een veel geringer aantal proefpersonen, mits deze zorgvuldig gekozen werden, kon volstaan. Er werden dan ook slechts 3000 Amerika nen ondervraagd. In één slag was de naam van Gallup gemaakt, want zijn succes was opmerkelijk. Roosevelt kreeg 60% van de stemmen. Gallup, die hem als winnaar had aangeduid, had hem 53,8% voorspeld. De „Lite rary Digest", die op de andere candi daat, Landon, had gewed, was er met 42,6% voor Roosevelt nog al ver naast. Al werd de proef van Gallup zeer ge roemd, toch was zijn fout toen, in 1936, nog vrij groot. Maarhij had de juiste man aangewezen. De vermaarde leider van het Ameri kaanse Instituut voor Opinie-onderzoek, ln ieder geval mag men nief bewe. dr. Gallup (rechts), wordt hier, door ren dat de mislukte voorspelling van een radio-reporter, zelf naar zijn me ning gevraagd. in Engeland gemiddeld 7 tegen 2 ge wed dat de Conservatieven aan het be wind zouden blijven en zelfs de leiders van Labour hadden tot het laatste ogen blik weinig hoop. Het Britse Gallup- instituut hield echter vol dat het La gerhuis „om" zou gaan. De fout van vol- 1948 bewijst dat het opinie-onderzoek waardeloos is. Tenslotte is toen slechts een geringe fout gemaakt, en bovendien kan iemand als Gallup ook op tal van successen wijzen. Maandag j.l. heeft Dr. Gallup ver klaard dat zijn laatste opinie-onderzoek had aangetoond dat Eisenhower en Ste venson tot voor kort vrijwel gelijk ston den. De geleerde opinie-onderzoeker is natuurlijk weer hoogst gewetensvol te Gallup was slechts 1%! Niet zo maakt, maar toch nog zeer goed, waren werk gegaan bij zijn steekproeven. Maar heeft Dr. Gallup in 1945 geboekt bij de de resultaten bij de Zweedse verkiezin- hij had geen veiliger uitspraak kunnen Britse parlementsverkiezingen. Er werd gen van 1944. De verdeling van de doen over de toekomstige winnaar. de enige twee candidaten die kans maken president van de Verenigde Staten te worden maar zij zijn lang niet de enige deelnemers aan de wedloop naar het Witte Huis. On der die andere ge gadigden bevinden zich tal van won derlijke figuren. De strijd tussen de Grote Twee ver toont al heel wat vermakelijke aspec ten, maar de riva- andere „would be"- Amerika is wel bij zonder potsierlijk. Vier November moet er beslist worden over een hoogst be langrijke zaak, een zaak die niet alleen de Amerikanen maar de bewoners van de hele wereld aangaat. De manier waarop, meer dan een jaar lang, voor bereidingen voor die gewichtige dag ge troffen worden doet evenwel soms aan een geweldige kermis denken. Een ker mis waarop de candidaten, figuurlijk gesproken, als vuurvreters, koorddan sers en krachtpatsers en (ook letterlijk) Stuart Hamblen. liteit tussen •taatshoofden de van als clowns plegen op te treden. Bijzon der verbazingwekkend zijn alle verha len over de Amerikaanse verkiezings strijd voor ons Nedei landers. Want een grotere tegenstelling dan die welke er tussen een Amerikaanse en Nederlandse campagne bestaat kan men zich moei lijk indenken. Een der merkwaardigste candidaten- op-het-tweede-plan is ongetwijfeld Stuart Hamblen. Stuart Hamblen is namelijk een 43-jarige cowboy, liedjeszanger en bekeerd alcoholicus, wiens verkiezings- Danier aan ook met de blauwe knoop gesierd is. De man wil namelijk zijn land weer „droog leggen".en dat is eigen lijk zijn hele programma. evrouw Ellen Linea W. Jensen, een vijftigjarige grootmoeder uit de staat Miami, vraagt zich af. waarom een vrouw geen president zou kunnen worden. Mevrouw Jensen is, volgens het Amerikaanse weekblad „Time", een astrologe. Zij beweert, op occulte wijze, nu en dan gesprekken te voeren met de oud-president George Washington. Mevrouw Jensen schijnt dan ook over grote capaciteiten te be-« schikken: Volgens haar eigen woorden zal zij „binnen negen minuten na haar inauguratie een einde maken aan het communisme". Wat wij niet begrijpen: Waarom is het maximaal benodigde aantal minuten nu juist 9. Maar tenslotte is mevrouw Ellen sterrenwichelaarster. En die mensen zijn soms wat eigenaardig. Haar horoscoop schijnt haar een goede kans te geven. Dat Amerika gered kan worden, wan neer de mensen maar geen vlees meer zouden eten. is de vaste overtuiging van Herbert C. Holdridge, een zestigjarige gepensionneerde generaal. Het verkie zingsprogramma van deze man zou de 1 Amerikanen dus tot vegetariërs willen maken. Er is ook een „toekomstig president", die een tijd in de gevangenis heeft geze ten, en wei wegens belediging van de Justitie. Het is Vincent Hallinan, een schatrijke jurist uit San Francisco, die een heel eenvoudige oplossing aan de hand doet voor de moeilijkheden in de wereldpolitiek: Alle landen moeten ont wapenen en Amerika moet samenwerken met Rusland. Nee, daar had Truman nog nooit aan gedacht. Die Hallinan toch Fred C. Proehl, een 72-jarige kruide nier uit Seattle, heeft ook zo'n lumineu ze inval gehad. Hij beweegt zich, zoals men dat van een kruidenier niet anders zou verwachten, meer op economisch dan op politiek gebied. De heer Proehl vindt, dat als er geld te kort is meer dollarbiljetten gedrukt moeten worden. Hij zegt dat nog wel niet in zoveel •■^Stesfc woorden, maar zijn j theorie komt er „i. 1 toch op neer. Tenslotte is ook MacArthur daat, en wel voor B twee partijen, maar flSB^|§§i(%gug ff de eerlijkheid go- HHVhK#.: biedt er bij te ver- tellen, dat dit tegen de wil van de gene- j raai gebeurd is. jQSHHHEkj Ook op het ge- yMQHHnrajl bied van verkie- li# zingen is Amerika jfjl het land van de on- begrensde moge lijkheden. Ellen W. Jensen, „Men kent het verhaal van de drie mannen van verschillende nationaliteit, die een boek moesten schrijven over olifanten. Het boek van de Pool had tot titel „De olifant en de Poolse kwestie", dat van de Engelsman „How to Shoot an Elephant" en dat van de Fransman: ,,L' Eléphant et L' Amour". De geschie denis maakt geen melding van een Amerikaaxse auteur, maar als die er ook bij geweest was, zou de man zijn werk ongetwijfeld „The Elephant and Communism" genoemd hebben. Want de olifant is het symbool van de Republi keinse partij, en er is geen onderwerp waarover de leden van die partij zo veel praten als over het communisme, ter wijl er ook weinig onderwerpen zijn waarvan zij zó weinig afweten." „In het begin van de verkiezingscam pagne werd door de Republikeinen in alle ernst beweerd, dat Stevenson geen president mocht worden, omdat, toen hij indertijd tegelijk met de wegens spion- nage veroordeelde Alger Hiss in het State Department werkte, niet onmid dellijk gemerkt had dat de man een verrader was. Een soortgelijk verwijt zou Churchill gemaakt kunnen worden, als hij naar het presidentschap van de V. S. zou solliciteren, omdat Churchill immers premier was toen de spion Fuchs in Britse dienst kwam." (Uit het vooraanstaande Brits® weekblad „The Economist"). Amerika kiest zijn president

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 11