Ondernemers driegen aan op mildering van bedrijfsbelastingen Zelffinanciering wordt ernstig bemoeilijkt H Kanttekeningen bij Lectuur-repertorium De stad HAARLEM TECHNIEK op een doodgewone fiets TEKEN rSr, VELE VARKENS maken de spoeling dun Z 0 m* I SCHEEPVAART BERICHTEN Het kompas FIN ANCIEN EN ECONOMIE II No. 51 Hoe HUBERTUS bekeerd werd w Opbrengst omzetbelasting wederom op lager niveau JOSSO wil ook leren bidden VRIJDAG 31 OCTOBER 1952 PAGINA 15 Deze week: Financieringsproblemen RIJKSMIDDELEN IN SEPTEMBER Ontvangsten uit kohierbelastingen gedaald ik Vn ande Maart 1952 mocht Medisch sfandpunt CURSUS De klacht van het bedrijfsleven over de toenemende moeilijkheden t:a.v: het aantrekken van de noodzake lijke kapitalen voor de instandhouding en de uitbreiding van het industriële apparaat neemt de laatste tijd snel in bracht toe. In vele publicaties van de sijde van de werkgevers wordt de rege ring in steeds klemmender bewoordingen Reappelleerd. Een hoogtepunt vonden deze klachten in enkele redevoeringen voor de verleden week gehouden leden vergadering van het Verbond van Neder landse werkgevers, waarbij vooral de redevoeringen van de voorzitter de heef T J. Twijnstra en de voorzitter van de naad van Bestuur der Philips Gloeilam penfabrieken ir. .Otten sterk de aandacht hebben getrokken. Men mag deze financieringsmoeilijk heden niet gering tellen. Het bedrijfs leven immers kent drie voorname facto ren, n.l. kapitaal, arbeid en onderne mingszin. Men kan van deze beschouwing uiteraard niet verwachten, dat hier een theoretische uiteenzetting zal worden gegeven van de betekenis van deze drie factoren. Men zal ook zonder een derge lijke uiteenzetting begrijpen, dat deze drie factoren onverbrekelijk aan elkaar verbonden zijn, m.a.w. het ontbreken of het niet voldoende aanwezig zijn van een dezer factoren maakt het bestaan van een industrie onmogelijk dan wel be perkt het in zijn mogelijkheden. Hieruit vloeit voort, dat het scheppen van een gunstig klimaat, waarin al deze factoren tot voldoende ontwikkeling kunnen ko men, een noodzakelijke vereiste is voor de welvaart van het land en dus van de bevolking. Een van de zwaarwichtigste proble men, die hier een voorname rol spelen, is uiteraard de werkgelegenheid. Ver ruiming van de werkgelegenheid toch is een taak van de gemeenschap als geheel, waartoe alle onderdelen van deze gemeenschap hun inspanningen moeten leveren, zowel de overheid, de werkge vers als de (werknemers. Een taak bo vendien, die klemmender wordt naarmate de bevolking in omvang toeneemt. Het is reeds uitentreuren herhaald, dat een verdere uitbouw van het industriële apnaraat in Nederland de voornaamste pijler zal dienen te zijn, waarop men de noodzakelijke werkverruiming zal die nen te bouwen. De landbouw biedt n.l. vrijwel geen mogelijkheden meer, terwijl emigratie slechts beperkt verlichting zal kunnen brengen. Wat dit laatste betreft wees ir. Otten in zijn jongste redevoe ring er zeer terecht op, dat bij emigratie doorgaans de meest actieve personen en de best geschoolde vaklieden het land Verlaten, die in feite de ruggesteun zou den moeten zijn voor de te vergroten industrie. Een ander niet te loochenen belang Voor de groei van ons productie-appa raat is uiteraard ook de behoeftebevre diging van onze toenemende bevolking. v Het is duidelijk, dat men nog een hele poos zou kunnen doorgaan met het op sommen van belangen, die gediend zyn bij een bloeiende industriële productie, centrum als het toch in feite is van de economische welvaart van ieder volk.. In deze beschouwing willen wij eclner de nadruk leggen op de factor financie ring. Als men nu de met deze factor Verbandhoudende huidige moeilijkheden Wil onderzoeken, moet men de historie van de financiering van ons bedrijfs leven kennen. Deze is nu kort gezegd er een ge weest van zelffinanciering, althans voor namelijk. Voor de jongste wereldoorlog waren de familievennootschappen verre in de meerderheid, terwijl ook de z.g. open N.V.'s oorspronkelijk tot ontwikke ling zijn gekomen door zelffinanciering. De belangrijkste industriële expansie heeft, dit staat wel vast, plaatsgevonden uit het opnieuw investeren van in het bedrijfsleven gehouden winsten. De tweede wereldoorlog en vooral de pe riode daarna heeft hierin een grondige wijziging gebracht. In dier voege al thans, dat zelffinanciering weliswaar nog "steeds de belangrijkste basis is Waarop de industriële uitbouw berust, maar dat deze wijze van financieren uitermate gehinderd wordt door de hoogte, waarop de fiscus de bedrijfs winsten thans belast. Voor de oorlog waren N.V.'s slechts belasting verschul digd over de uitgekeerde winsten. Thans moet belasting worden betaald over de gehele netto-winst, terwijl bovendien de vervangingswaarde nauwelijks nog in aanmerking wordt genomen. et kan niet ontkend worden, dat de fiscale ingreep in de eerste jaren na de oorlog, gezien de enorme verarming, die ons land door de oorlog had ondergaan, noodzakelijker wijs drastisch moest zijn. De forse winsten van de industrie in deze jaren hebben deze fiscale afroming in het algemeen ook wel kunnen opvangen en daarnaast nog voldoende middelen over gelaten om de' industrieën te kunnen moderniseren en vergroten. De talrijke jaarverslagen uit deze jaren getuigen hiérvan. Talrijk zijn echter reeds de maatschappijen, die na de oorlog hun aandelen ter beurze moesten introduce ren, die voordien grotendeels gesloten waren. Gelijkertijd kon men constateren, dat de industrie in toenemende mate een beroep moest doen op bankcredieten. Weliswaar waren deze introducties en bankcredieten voor een deel bestemd voor financiering van de voorraden en niet uitsluitend voor expansie, doch toen al begon duidelijk te worden dat bij een dalende conjunctuur de ingehouden winsten in de toekomst niet meer vol doende zouden zijn voor vergroting van het industriële apparaat tot de gewenste omvang. Thans nu de zelffinancierings moeilijkheden acuut dreigen te worden hoort men dan ook van ondernemers zijde meer en meer de aandrang tot mil- déring van de fiscale druk op de onder nemingen. Dat de klachten uit het bedrijfsleven niet ongemerkt aan de regering voorbij gaan, mocht blijken uit de Donderdag uitgebrachte M. v. A. op de Rijksbegro ting 1953, waarin minister v. d. Kieft opmerkte, dat met het oog op verrui ming van de werkgelegenheid en pro ductie-opvoering de mogelijkheid tot be lastingverlaging zal worden bezien. Welke deze evt. belastingverlagingen zijn wordt uiteraard nog niet medege deeld. Maar een kleine aanwijzing in welke richting deze belastingfaciliteiten moeten worden gezocht, kan, dunkt ons, gevonden worden in recente uitlatingen van professor Tinbergen, dat in rege ringskringen o.m. overwogen wordt het vrijlaten van een primair dividend; het toestaan van het calculeren van de ver vangingswaarde en het openen van de mogelijkheid over vrij lange termijn eer der geleden verliezen te compenseren door later gemaakte winsten. De minister merkt in zijn antwoord nog terloops op, dat hij de mening niet onderschrijft, dat onder de huidige om standigheden de druk van de belastin gen op het bedrijfsleven te zwaar, in de zin van onnodig of onredelijk hoog, zou zijn. Het ligt er in dit verband maar aan, welke omstandigheden men in aanmer king neemt. Beziet men het vanuit 't oog punt van de defensie-inspanningen, dan kan men de minister wellicht gelijk ge ven, doch bezien vanuit het standpunt van verruiming van werkgelegenheid en gunstige industrialisatiemogelijkheden, dan zal men beslist een ander standpunt innemen. Een standpunt overigens dat ook door de minister zelf wordt ge deeld, gezien zijn eerdere uitlatingen, dat hij de mogelijkheid tot belastingver laging zal moeten bezien. Een andere kwestie is.in hoeverre de ze belastingverlaging zal moeten wor den gegeven. Men zal begrip moeten to nen voor het feit dat enerzijds de defen sie-inspanningen, die nu eenmaal helaas noodzakelijk zijn, zeer aanzienlijke be dragen zullen eisen, terwijl anderzijds de werkgelegenheid, export en betalings balans inkrimping van de belastingbron nen zal vragen. De evt. belastingverla gingen zullen hierdoor ongetwijfeld slechts het karakter krijgen van een al leruiterst compromis, dat het bedrijfsle ven niet geheel zal kunnen bevredigen. Doch niet alleen de zelffinanciering wordt thans bemoeilijkt. Ook de kapi taalmarkt heeft in sterke mate de in vloed van de gewijzigde naoorlogse om standigheden ondergaan. De uit diverse bronnen bespaarde gelden besparin gen. die ook in de particuliere sector in sterke mate door de hoge fiscale eisen belemmerd worden bereiken de ka pitaalmarkt in afnemende mate als risicodragend kapitaal, doch worden meer en meer geleid via institutionele beleggers (verzekeringmaatschappijen e.d.). Het zou aanbeveling verdienen, indien een weg zou kunnen worden ge vonden, waardoor deze kapitalen voor een deel het industriële bedrijfsleven zouden kunnen bereiken, desnoods met garantie van een te stichten officiële instelling. De 3de November vieren we het feest van de Heilige Hu- bertus, een der grote en ijve rige bisschoppen van Maas tricht. Een vrome en mooie legende verhaalt, hoe Hubertus als jongeling tot een vroom en waardig christen bekeerd werd. Hubertus was een vurig ja ger. Voor het jachtgenot ver gat hij zelfs zijn christen plichten. Zo gebeurde het, dat hij zelfs op Goede Vrijdag, als ieder goed christen zich in het lijden van Jezus verdiept, toch op jacht ging met enkele vrienden, die al even laks in de godsdienst waren als hij. Tot ergernis van velen trok de luidruchtige jachtstoet de bossen in. Hubertus natuurlijk voorop- Plots ontdekt hij een groot, prachtig hert! Dat wil hij be machtigen. Hij geeft zijn paard de sporen en vervolgt het hert. ver voor de andere ja gers uit, tot in het diepst van het bos. Maar plotseling blijft het hert stilstaan. Hubertus meent zich reeds zeker van deze prachtige jachtbuit. Hij doet zijn paard ook stilstaan en maakt zich gereed de eer ste pijl af te schieten. Maar als hij zijn ogen strak op het stilstaande hert gericht heeft, verschrikt hij. Tussen het ge wei van het hert ontdekt hij een kruis! Dat gezicht treft de lichtzinnige jager, hij valt op de knieën en durft niet meer op te zien. Dan klinkt een stem: „Hubertus, hoe lang zal je zo nog voortgaan? Verander je levenswijze Hubertus, want H. Hubertus tijdens de jacht anders zul je voor eeuwig verloren zijn!" Hubertus erkent zijn schuld en zegt: „Heer, wat wilt ge, dat ik doen zal!" „Ga naar Lambertus, de bis schop, en hij zal je verder de weg wijzen!" Dit is de legende, die de be kering van Hubertus vertelt. Zeker is, dat Hubertus een ijverige leerling van bisschop Lambertus geworden is en wel zo goed, dat hij later diens opvolger werd ais bisschop van Maastricht. In de maand September werd uit hoofde van de gezamenlijke kohierbe lastingen in totaal f 330.6 min. aan aanslagen opgelegd, tegenover in de voorgaande maand f 275.3 min. De ont vangsten uit hoofde hiervan beliepen in September f 265,1 tegenover in Augus tus f 286.0 min. De teruggang wordt veroorzaakt door geringere ontvangsten aan vennootschapsbelasting. Daar de ontvangsten in September het in die maand opgelegde bedrag met f 34.5 min. overtreffen, daalde het nog in te vor deren bedrag aan kohierbelastingen tot f 1.293.3 min. De ontvangsten uit hoofde van de ten bate van het Rijk geheven ko hierbelastingen, n.l. de inkomsten-, de vermogens- en de vennootschaps belasting, hebben in de eerste negen maanden van dit jaar f 1.905 min. bedragen. Daarmede is het totaal der ramingen dezer belastingen voor het dienstjaar 1952 ad f 1.783 min. over schreden. Ter vermijding van misverstand zij er ep gewezen, aldus het Min. van Fi nanciën, dat deze overschrijding niet als een indicatie mag worden gezien als zouden de ramingen te laag zijn ge steld. Deze laatste immers betreffen niet de ontvangsten in een kalender jaar, doch voor de inkomsten- en ver mogensbelasting de opbrengst van het belastingjaar 1952 en voor de vennoot schapsbelasting de opbrengst van de boekjaren 1951 en 1950/51. Omtrent de uiteindelijke opbrengsten dezer belas ting- resp. boekjaren is thans nog niets bekend. De ontvangsten, welke betrekking hebben op diverse veel al oudere belasting- resp. boekjaren, staan onder invloed van het inhalen van belastingachterstand. De opbrengst van de met-kohierbe lastingen beliep in September f 218.1 min. Aan loonbelasting en vereve ningsheffing werd in het afgelopen kwartaal resp. f 167.4 en f 68.0 min. ontvangen tegenover in het voorgaan de kwartaal resp. f 153.4 en f 63.6 min. Daarentegen lag het aan omzetbelas ting geïnde bedrag opnieuw op een la ger niveau. In de eerste drie kwarta len van dit jaar is uit hoofde van dit middel achtereenvolgens f 287.9, f 273.0 en f 260.5 min. geïnd. De opbrengst van de omzetbelasting in de eerste ne gen maanden van 1952 ligt daarmede op jaarbasis ongeveer f 55 min. bene den de, verlaagde, jaarraming. Het aan invoerrechten geïnde be drag beliep in September f 30.7 min. tegenover in de voorgaande maand f 29.2 min. Aan accijns op suiker werd ook in de afgelopen maand een aanzienlijk be drag geïnd en wel f 10.7 min. Men moet teruggaan tot December 1949 om een dergelijke hoge opbrengst aan te tref fen. Ter gedeeltelijke verklaring die- ne, dat in de afgelopen maand 5 cre- diettermijnen vervielen. Dé opbrengst van de accijns op tabak was eveneens bevredigend en beliep f 29.4 min. Slechts in Januari van dit jaar werd een hoger bedrag ontvangen, nl. f 31.4 min. (Van onze medische medewerker) Een goed geredigeerde encyclopaedic is altijd en voor iedereen een Waardevol bezit, evenals een Woordenboek. Zij is een trouwe huisvriend, altijd aanwezig op het eigen plaats je in de kast, behalve tijdens de grote schoonmaak of wan- aeer de kinderen de banden van de plank hebben ge sleept om er een fort mee te bouwen. Of het nu de „Pe tite Larousse" is of de uit gebreide Winkler-Prins, de kleine of de grote Katho lieke Encyclopaedic, men v°elt zich nooit hulpeloos. Want allicht geeft deze W'aagbaak een aannemelijke lossing voor het plotseling Opgetreden probleem en voor het dreigende twistpunt. Ten behoeve van weetgie- ngen op cultureel en weten schappelijk gebied versche- hen inmiddels verscheidene Jhcyelopaedisehe werken. ~6n betrouwbare vraagbaak oor hen, die weten willen voor een figuur de chnjver is van het boek dat j.® zojuist hebben gelezen, hij eruit ziet en wat hij ~g hieer geschreven heeft, on!lrgeliik handboek, tot epiio ^9. bijgewerkt, dat te- tin •Ikertyd een veilige rich- er]igaanwijzer is, bestond hip?ei?:'ajnden geleden nog cat: ze rubriek de publi- rimÜ van het lectuur-reperto- in .aankondigen, een werk fens n' waarin gege- 23 onn pgenomen zijn van 90 non ?urs en van circa Nederi a eriandse of in het vn derlands vertaalde boeken, ren+n m - onder leiding van h. 1 Joris Baers vanaf het V/fii V?n de twintigste eeuw. de I j Krote waarden en een j agogische kracht van dergelijke uitgave zijn, heb ik destijds reeds uiteen gezet. Inmiddels ligt het eerste deel voor ons, degelijk afge werkt en van kloek formaat. Het is ondoenlijk met U na te gaan in hoeverre de biblio grafische gegevens omtrent de vele schrijvers en schrijf sters en de morele waarde ringen van de opgesomde li teraire producten naar mijn mening juist of onjuist zijn. Trouwens, welk gewicht zou de mening van één critische lezer in de schaal leggen naast de qualificaties van zo- vele andere critici? Het is slechts mijn bedoeling enige kanttekeningen te maken bij enkele in dit deel van het Repertorium behandelde psy chologen, die ook in „Medisch Standpunt" herhaaldelijk ter sprake kwamen. Herinnert u zich nog wat ik schreef over de in Wenen geboren paè- dagoog en psychiater Alfred Adler? „Legde zich vooral toe op de studie der Indi- vidual-Psychologie, waarvan hij de grondlegger is en die zowat tegenover Freud's Psy cho-analyse mag worden ge steld; waar Freud de „libido" alles laat beheersen, erkent Adler als voornaamste drijf veer het „streven naar macht", aldus het Reperto rium. „Zowat" klinkt vaag en in elk geval onweten schappelijk. Bovendien mag delndividual-Psychologie niet zowat tegenover de Psycho analyse van Freud worden gesteld, net zo min als de libi do (sexuele drift) tegenhan ger is van het streven naar macht (machtsdrift of gel dingsdrang). Adler viel zijn leermeester Freud af en stel de zich tegenover hem. Hun leerstellingen bestaan naast elkaar, en bevatten waarachtigheden, die elkaar eerder aanvullen dan uitslui ten. Van Prof dr. F. J. J. Buytendijk staat, behalve zijn levensloop in functies en jaartallen, slechts vermeld, dat hij zich in 1938 tot het katholicisme bekeerde en dat hij een internationale faam als dierenpsycholoog geniet. Is het niet minstens zo be langrijk om van Buytendijk te zeggen, dat zijn latere werken beheerst worden door een anthropologische-, pheno- menologische- en existentia listische denkwijze en dat zijn wetenschappelijk jargon ook voor insiders vrijwel on begrijpelijk is? Prof. dr. Etienne de G r e e f f wordt door het Re pertorium als volgt geken schetst: „Bovendien schrijft hij op grond van de diepte psychologie, knappe studies waarvan de uitkomsten deels betwistbaar blijken alsmede een zielkundige ro man, waarin de elementen vrij opzettelijk schijnen sa mengevoegd en die geken merkt is door een blijkbaar niet onbevooroordeelde visie op sommige uitingen van geestelijk leven". De betwist baarheid van De Greeff's conclusies is mijns inziens niet evidenter dan die van andere dieptepsycholo gen, integendeel! Uit de dis- qualificatie van die zielkun dige roman (bedoeld wordt: „riet duister is mijn licht") b 1 ij k t het Belgische element in de samenstellers van het Lectuur-Repertorium. De Greeff hekelt in dit boek na melijk enige Belgische wan toestanden, waardoor hij zich in bepaalde clericale kringen onmogelijk maakte. Aangaande de psychoana lyse van Prof. Dr. Sig- mund Freud wordt geno teerd: „Hoewel als weten schappelijk stelsel thans vrij wel verworpen, toch heeft het Freudisme enkele waar devolle elementen naar vo ren gebracht, o.m. in ver band met de kinderpsycho logie". En even verder: „Een diepgaande critiek op zijn leer gaf Rudolf Allers". Dat deze eerste notitie een boos aardig aandoende vérgaande overdrijving is, betoogde ik reeds in „Romeinse hersen schimmen en Freudiaanse spoken" n.a.v. een dergelijke uitlating van Mgr. Felici. Wat betreft de critiek van Rudolf Allers (in „Het succes van een dwaling"): deze ging zó dramatisch-diep. dat Allers het intussen nodig oordeelde zichzelf te rehabiliteren en belangrijke passages uit zijn „diepgaande critiek" te her roepen. Ik wil Freud niet met alle geweld opgenomen zien in de rijk verzorgde portret tengalerij van het Lectuur- Repertorium, een reeks van 3000 fraaie fotocopieën, maar beschouw zijn beeltenis toch als belangwekkender dan die van bijvoorbeeld de tweede hands „psycholoog" Owen Francis Dudley. Bovengeschreven kantteke ningen zijn uitvloeiselen van mijn persoonlijke mening en doen weinig of niets af aan de onschatbare waarde van het Lectuur-repertorium. Zij mogen echter bewerkstelli gen, dat de gegevens betref fende psychologische auteurs (o.a. Homey, Jung, Künkel, Maeder, Sheen) in de twee nog volgende delen zuiverder en wetenschappelijker wor den geformuleerd J. M. x) 1045 blz., Uitgave van het Algem. Secretariaat voor Katholieke Boekerijen, Vlaamse Boekcentrale, Ant werpen, Nederland's Boek huis, Tilburg. SSSSSSSSSSSSSSSSSSS88SSSSSSSSSSgSSSSS2SSSSSSSSS88SS2SSSS8SSSSSS2SSSSSSSSSSSSSSS£S£ Over oceanen en woestijnen of boven een onafzienbaar wolkendek vinden de moderne luchtreuzen hun weg naar het vliegveld van bestemming, dat slechts een speldenprik lijkt in de grote ruimte, die in korte tijd wordt overbrugd. Bestuur ders en navigators hebben prachtige hulpmiddelen om hun vliegtuig naar het doel te voeren: radiopeilingen maken het mogelijk om binnen één minuut de juiste positie te bepalen, de koersaanwijzer helpt een technisch handje en dan is daar behalve een duide lijk kaartensysteem, het kom pas. Dit kompas, nog altijd een van de belangrijkste vliegtuig instrumenten, heeft in de loop van een dertigtal jaren een volkqrjien ander aanzien ge kregen: van het eenvoudige vloeistofkompas uit de begin jaren der burgerluchtvaart tot de electrische of afstandskom passen van heden, ware won deren van vernuft. In de tijd, dat 's werelds S2SSSSSSSSSSSSSSSS888SSSSSSSSSSSS£SSS2SSSSSSSSSSSSSSSSgS8SSSS2SS8SSSS2S2SSSSSSSSSS oudste luchtvaartmaatschappij, de K.L.M., voor het eerst van Amsterdam naar Londen vloog, was het kompas voor de schokbreking opgehangen m een bakje met paardehaar. Ondanks deze voorzorgsmaat regel was het vertrouwen van de vlieger in dit instrument niet zo bar groot, want als de oversteek over het Kanaal werd gemaakt, deed hij dit in het verlengde van de pier van Calais. Boven zee keek hij af en toe nog eens om, of hij wel de juiste koers had. De huidige electrische kom passen hebben het grote voor deel, dat men het zgn. kompas- gevoelige element hiervan kan opstellen op een plaats, waar men weinig hinder onder vindt van het storende vlieg- tuigmagnetisme, dus van de vele metalen onderdelen en leidingen. Daarom zijn ze meestal in de vleugel of in de staart ingebouwd. De over brenging van de magnetische richting, opgewekt in dit kom- pasgevoelige element, geschiedt electrisch naar de hoofdaan wijzer, die in de stuurhut is l gemonteerd ten behoeve van de bestuurders. over grote bekwame bouw meesters, b.v. Lieven de Key, de stadstimmerman en metse laar, die de Vleeshal en de Waag bouwde. Ook Jacob van Kampen, een geboren Haar lemse schilder en metselaar, heeft het zijne er toe bijgedra gen aan de verfraaiing van zijn geboortestad, n.l. een stuk van het stadhuis. Een bekende Haarlemse schilder was Frans Hals. Reeds in de Franse tijd be gon de stadsuitbreiding en in de tegenwoordige tijd werden Vleeshal te Haarlem grachten gedempt en thans wordt alles meer en meer mo derner. Nu is Haarlem de vijf de stad van Nederland en met recht! (Ingezonden door Jan Koelemeyer. Haarlem). Voorzien van alle technische snufjes die mogelijkerwijze op een fiets kunnen worden aan gebracht, is dit wel iets wat een jongetje in hoge mate in teresseert. De man die dit al lemaal op een normaal rijwiel monteerde is de heer Peter Palton uit Londen. De vol gende technische snufjes heeft hij verzameld: dubbele achter lichten, verlichte nummer plaat, automatisch stoplichtje dat ook vanaf het „dash board" bediend kan worden, twee dyamo's voor een accu die electriciteit levert voor alle apparaten, dubbele richting aanwijzer, een brandblusap- paraat, een radio voor lange en korte golf, een oliekompas, klok, snelheidsmeter, berm lampen, een lamp ter verlich ting van een wegenkaart, drie versnellingen, electrische bel, hoorn, koplamp en twee mist lampen, en een hulpmotortje. En als men een opkikkertje nodig mocht hebben van de inspanning om al deze appara ten te bedienen, kan men een heet kopje thee drinken uit een thermosfles, die aan de stang is bevestigd. Technische snufjes op een gewone fiets C*G*0»0»0»C»0»' Wij zullen nu gedurende een paar weken enkele bladvor- (Slot) Haarlem was al bij het be gin van de 13e eeuw omwald. De eigenlijke verheffing tot stad was in 1245 door Willem II tot stand gekomen. Haarlem Beeldje van Laurens Jansz. Coster bestond echter al als een ge hucht in 920. Toen Haarlem stadsrecht verwierf had de plaats 1000 inwoners. In de veertiende eeuw, toen het al een aanzien lijke stad geworden was, al 5000. De belangrijkste industrie was toen de scheepsbouw. In 1426 werd de stad door Vrou we Jacoba belegerd. Ook toen al deden de vrouwen mee (la ter in 1572 Kenau Simonsd. Hasselaer). Zij doofden name lijk de brandende pijlen, die in de stad werden geschoten. Door een gelukkig toeval kwam Haarlem van deze belege ring af. Rondom 1440 heeft Laurensz Jansz. Coster de boekdruk kunst uitgevonden, hetgeen Haarlem een hele naam gaf. In 1500 telde de stad al 20.000 inwoners. Zij was toen met Gouda de grootste stad van Holland. Toen kwamen godsdienst twisten. In 1572 werd de grote kerk door Ripperda en zijn mannen ontdaan van alles wat katholiek was en geopend voor de Christelijk Gerefor meerde Religie godsdienst). Door het vroegtijdig ingrij pen van Ripperda werd de stad in 1572 niet meteen inge nomen, maar ze hield nog zeven maanden stand. Het Spaanse leger o.lv. Don Fre derick met een legermacht van 30.000 man kwam te staan tegen de schamele verdediging van Haarlem van 4000 knech ten, wat boogschutters en ge huurde schansgravers. Tijdens dat beleg zijn er vele opoffe ringen en heldendaden ge weest. Eén voorbeeld is Ke nau Simonsd. Hasselaer en haar mede-burgeressen. Ze was een weduwe van 46 jaar uit een aanzienlijke Haar lemse familie. Zij had mede leiding over een korps van driehonderd vrouwen. De stad werd dus na zeven maanden en twee dagen geno men; er werd echter de bur gerij niets gedaan, alleen de wacht werd vermoord. Nu werd Haarlem een industrieel middelpunt. De Haarlemmers hebben het voorrecht gehad in de jaren van grote groei van hun stad (1600) te kunnen beschikken men gaan tekenen. Vanzelf sprekend kunnen we niet alle D*o»o»o»o»o»o#D*o»o»o»o*o*o«o*o#o»c*o»o»G*o»o»oio*D«o*o«o«o»o»o»o«o«o»o»o«o«o«G»oi Hebben jullie wel eens van Afrika gehoord? Dat is een heel groot land, hier heel ver vandaan. In dat land wonen mensen, die helemaal zwart zijn. Al wassen ze zich nog zo vaak, dat zwarte gaat niet weg. Die mensen noemen we negers! Josso was een klein negertje, van onder tot boven zwart. Al leen zijn tanden waren wit. Dat kon je dadelijk zien, als Josso lachte. En dat deed hij dikwijls, want Josso was een leuk kerel tje. In het dorp waar Josso met zijn vader en moeder leefde, was ook een school! En in die school kwam iedere dag een zuster met een heel wit gezicht en witte handen. Die kwam daar voor de negerkinderen, om hun van alles te leren. Josso ging ook iedere dag naar die school. Hij vond het maar wat fijn, om naar de ver halen van de zuster te luisteren. Net als de andere negerkinde ren kreeg hij ook een lei, om daar met een griffel cijfertjes en lettertjes op neer te schrij ven. Josso was niet dom. Toen hij twee jaar op school was, kon hij al aardig lezen, schrijven en rekenen. Toch was onze kleine Josso niet helemaal tevreden. Hij had de zuster iets te vragen, maar hij durfde het niet goed. Eindelijk, op een morgen, daar ging het zwart» vingertje omhoog. „Zuster.ik zou zo graag ook leren bidden!" „Maar dat is fijn, Josso!" zei de zuster dadelijk. „Als je dat wilt, dan mag je bij de kindereu in de andere klas zitten. Die leren allemaal bidden. Dan moet je dat straks maar even aan je vader en moeder vragen, of die dat goed vinden. En dan zal ik je gauw mooi leren bid den". (Wordt vervolgd) 5SSSS8^SS88?S*2SSS£?SSS5SS8SSSSg»SSSSSSSSSS8SS8SSS8g8S3S2S2' bladsoorten behandelen, want er zijn er duizenden. Doch de meest typische vormen gaan we wel tekenen. Zie je kans echte bladeren te vinden in park of bos, des "ïe beter, maar plukt ze niet af, want dat mag nooit. Je vindt er genoeg op de grond De bovenste bladvorm is van de Gouden Regen en bestaat uit pen drieledig blad; het zijn eigenlijk drie blaadjes. De pun ten a, b en c vormen een drie hoek en a, b, e, d een schuin vierkant. De onderste, het bekende klimopblad, vormt een vijf hoek. Je moet echter voor het gemak eerst een driehoek 1. 2, 3, 6 en 1, 4, 5, 7 tekenen, dan heb je een grondbegin. Het midden van het blad ligt on geveer op de lijn 3 tot 5. Let daar vooral op. Maak voorts een lange steel. De nerven lo pen natuurlijk naar de punt van het blad. ^S38888SSSSSSS3^SSSSS8SSSSSS8888^Safe8SSSSSSSSSSSSSSSS^SSSSSSSS8SSi Hoe komen we daar nu aan? Varkens en spoeling? Wat varkens zijn weten we. Het zijn, zoals we dat dierkundig uitdrukken: veelhoevige die ren. Een paard, dat op een teen loopt, is een eenhoevig dier, een koe en schaap een tweehoevig en zo is het var ken, omdat het op vier tenen steunt, een veelhoevig dier. Paarden en koeien stellen zich tevreden hoofdzakelijk met gras; het zijn dus plan- teneters. Maar het varken eet letterlijk van alles. Kijk maar eens, wat er al zo op een schillenkar ligt. Allemaal be stemd voor de varkens. Boven dien wroeten ze met hun ronde harde snuit de bodem om en halen daar wormen en allerlei insecten uit. Een var ken is een echte alleseter. Dat kun je ook aan zijn gebit zien. Daar vind je alle soorten tan den. Zes grote snijtanden, krachtige hoektanden, die bij wilde varkens tot slagtanden uitgroeien en tenslotte een stelletje kiezen, waarvan de voorste puntig en de achterste knobbelig zijn. Zo'n varken wordt wel eens vies genoemd. Maar dat is het eigenlijk toch niet. Het beest zoekt afkoeling. De dikke speklaag onder de huid maakt het beest warm. Daarom zoekt het 't water op. Of er nu in dat water ook wat modder zit. kan hem niet schelen. Ais de mensen bakken met helder water klaar zetten, kruipt hij daar nog veel lie ver in. Ziezo, dat is het varken. Nu de spoeling nog even. De spoe ling is een papperige vloei stof, die in de branderijen overblijft, als daar uit tarwe jenever gestookt is. In die spoeling zit heel wat voedsel dat de varkens graag lusten. Maar ja, als er wat veel var kens zijn, moet de boer wel eens wat meer water bij de spoeling doen en dan wordt die natuurlijk dunner. Als wij met veel liefhebben een kleine hoeveelheid lekken moeten delen, dan krijgen we niet zo veel en zeggen we: Ve le varkens maken de spoeling dun. Is dit geen leuk varkensportret t AKKRUMDIJK 31 te Amsterdam. ALAMAK 30 te Bahrein. ALBLASSERD, 31 van Havre 1 te Antw. ALDABI p. 31 nm. Recife n. Rio J. ALGENIB p. 31 Finisterre n. Antw. ALIOTH p. 31 Fern. Nor.'ha n. Rott. ALNATI 31 nm. te Rio Janeiro. ALPHACCA p. 30 Maceio n. N. Y. ALTAIR 31 te Bahia. ALWAKI 31 te Montevideo. AMSTELVEEN 30 te Fremantle. ANDIJK 31 te Hamburg. ARENDSKERK 31 te Rotterdam. ARMILLA p. 31 Kp. Varella n. Lienchin. AXELDIJK p. 31 Wight n. New Orl. BARENDRECHT 3 te Curasao verw. BILLITON p. 30 Marianen n. Manilla. BLITAR p. 31 Kp. Dondra n. Fremantle. BONAIRE 31 te Paramaribo. CALLISTO p. 31 Dungeness n. Norfolk. CALTEX LEIDEN 1 Nov. te Rott. CALTEX HAGUE 5 te Sidon vrw CLAVELLA 31 te Port Said. CONGOSTR. 30 van Abidjan n. Freet. CORYDA 30 nm. te Miri. DELFSHAV. p. 31 Kp. Frio n. Laspalmas. DIDO p. 31 Finisterre n. Amsterd. DRACO 31 te Botterdam. DUIVENDRECHT 31 nm. te Matadi. EDAM 31 te Antwerpen. ELMINA 30 nm. te Accra. ENA 31 te Singapore. ENGGANO p. 31 Dover 1 te Antwp. ERINNA 30 van Miri 2 te Singap. ESSO HAAG 1 Nov. te Rotterdam, ESSO ROTT. p. 30 Azoren n. Aruba. ETREMA p. 31 Kp. Race n. Reykjavik. FARMSUM 30 te Narvik, 1 n. Amst. FLEVO 30 van Vigo n. Amst. FRIESL. SSM p. 31 Finist. n. Amst. GADILA 31 nm.—1 te Stanlow, verb. GOOILAND 30 te Recife. GOOTE 30 van Casablanca n. R'dam. GOUWE p. 31 Holtenau n. Ornskjoldsvik. GROOTE BEER 1 Nov. te Halifax. GROOTEKERK 30 te Mombasa. HAULERWIJK p. 31 Messina n. Perzië. HECTOR 31 te Amsterdam. HEESKERK p. 31 Guardafui, 1 te Aden. HELICON 31 te Cartagena. HERA 30 van Cristob. 1—2 te Curag. HERCULES 30 van Palermo n. Gibr. HESTIA p. 31—1 Azoren n. Barbados. JAGERSFONTEIN 31 te Port Elizabeth. JAPARA p. 31 Kreta, 2 te Beiroet. KARSIK 31 te Semarang. KEDOE 31 te Antwerpen. KOTA AGOENG 31 te Tandj. Pandang. LAAGKERK p. 31 Ouessant n. Melbourne. LAERTES p. 31 Massakah, 4 te Suez. LEERDAM 30 te Newport News. LEKHAVEN 31 te Antwerpen. LEKKERKERK 31 nm.—1 te Pt Sudan. LEUVEKERK p. 30 Koria Muria n. Kar. LIMBURG 31 van Pt. Said n. Rott LISETA 31 te Billiton. LOOSDR. p. 31 Rasalhadd n. Dubai. LOPPERSUM 3 te R'dam verw. LÜTTERKERK p. 30 Koria Moria n. Suez. MAASHAVEN 31 te Lagos. MADOERA 31 te Belawan. MALEA p. 31—1 Azoren n. Pta. Cardon. MALVINA 31 te Ras Tanura. MANOERAN p. 31 Finist. 3 Nov. te A'd. MAPI A p. 30 Guardafui n. Penang. MARKEN 1 nm.—2 te Aden. MATARAM 30 van Bombay n. Calcutta. MENTOR 31 nm. te Piraeus. MERWEDE p. 1 Bermuda's n. Chariest. MODJOKEHTO 31 te Djeddah. MOLENKERK p. 31 Ouessant n. Mars. MUIDERKERK 31 van Calvutta n. R'dam. MURENA 30 van Singap. n. Mena Ahm. NIEUW HOLLAND 31 te Balikpapan. NOORDAM p. 2 Lizard1; 3 te Rotterd. ONDINA p. 31 Kreta n. Curasao. ORANJE p. 31 nm. Finisterre n. Priok. ORESTES 31 nm.—1 te Curasao. OVERIJSEL 31 te Priok. PAPENDRECHT 30 nm. te Havre. PARKHAVEN 1 van Las Palmas n. Antw PERN A 29 van Balikpp. 3 te Singap. PLANCIUS 30 van Priok n. Surabaja. PLATO p. 31 Kp. St. Vine. n. Amst POELAU LAUT 31 te Belawan. POLYDORUS 31 te Cochin. POLYPHEMUS 30 van Belawan, p. 31 Sa- bang n. Columbo. PR FRED. WILL. 30 te MontreaL PR MAURITS p. 31 Belle-isle n. Rott. PRINS WILLEM II 31 te Rotterdam. FR WILL. V p. 31 Belle Isle n. Montr. RADJA 31 nog te Koweit. REMPANG 30 van Singap., 5 te Sorong V. ROEBIAH 30 van Manilla n. Claveria. ROTTI p. 31 Kreta n. A'dam. RUIJS 31 te Hongkong. RIJNDAM p. 31 nam. Scillys n. N. Yoi*. SALAWATI 31 te Vizagapatam. SAMARINDA 31 te Nasipit. SAPAROEA p. 31 Finisterre n. Amst SARANGAN 30 van Momb.'a n. Bomb. SAROENA 31 te Tarakan. SCHERPENDR. 30 van Trinid. n. Texaso SCHIE 31 te Tel Aviv. SLAMAT 31 te Surabaja. STAD ARNHEM 1 Nov. te Rotterdam. ST. DORDR, p. 31 Gebr. n. Vlaard. ST. MAASSLUIS p. 30 Rost n. Rott. STAD SCHIEDAM 30 nm. te Lulea. ST. VLAARDINGEN 31 te Wabana. ST. LEIDEN 30 van Curasao n. Vancout STR. MACASS. p. 31 Sabang n. Maurit. STR. SOENDA 31 van Belaw. 3 te Priok. SUNETTA p. 30 Kp. San Roque n. Santo». SWARTENHONDT 31 te Menado. TABIAN p 31 Z. Ceylon n. Surabaja. TEIRESIAS p. 31 Kp. Gata, 6 te Lond. TEUCER 30 van Gdynia, 1 te Kopenhagen. TIBIA p. 31 Cairns n. Sydney. TJ1BADAK 31 te Melbourne. TJÏMENTENG p. 31 Mozamb. n. Lor. Marq. TJIPONDOK p. 31 Formosa n. Macassar. TJITJALENGKA 31 te Kaapstad. TOMINI 31 te Curasao. TOS ART p. 31 Sabang n. R'dam. TRITON p. 31 Bahama's n. Philadelphia. UTRECHT 29 te Singapore. VAN RIEBEECK 31 m». te Singapore. VEENDAM 31 nm. te R'dam. WATERMAN 30 van Papeete n. Wellmgt WESTERDAM p. 1 Cp. Race, 4 te N. Y. WESTLAND p. 31 Palma (Az.) n. B. Aire». WILLEMSTAD p. 1 Dover n. Cristobal. WINSUM p. 31 Dungen. n. Civ. Veechia. WINTERSWIJK 31 te Baltimore. WOENSDR. 30 van Djedda n. Mena Ahm. WONOSARI 31 van Aden n. Damman. 1 ZUTDERKR. p. 1 Finisterre n. Kpst.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 15