Ondernemers driegen aan op mildering
van bedrijfsbelastingen
Zelffinanciering wordt ernstig
bemoeilijkt
H
Kanttekeningen bij Lectuur-repertorium
De stad HAARLEM
TECHNIEK op een
doodgewone fiets
TEKEN
rSr,
VELE VARKENS
maken de spoeling dun
Z 0 m*
I SCHEEPVAART BERICHTEN
Het kompas
FIN ANCIEN EN ECONOMIE
II No. 51
Hoe HUBERTUS bekeerd werd
w
Opbrengst omzetbelasting wederom
op lager niveau
JOSSO wil ook
leren bidden
VRIJDAG 31 OCTOBER 1952
PAGINA 15
Deze week:
Financieringsproblemen
RIJKSMIDDELEN IN SEPTEMBER
Ontvangsten uit kohierbelastingen gedaald
ik Vn ande Maart 1952 mocht
Medisch sfandpunt
CURSUS
De klacht van het bedrijfsleven over
de toenemende moeilijkheden t:a.v:
het aantrekken van de noodzake
lijke kapitalen voor de instandhouding
en de uitbreiding van het industriële
apparaat neemt de laatste tijd snel in
bracht toe. In vele publicaties van de
sijde van de werkgevers wordt de rege
ring in steeds klemmender bewoordingen
Reappelleerd. Een hoogtepunt vonden
deze klachten in enkele redevoeringen
voor de verleden week gehouden leden
vergadering van het Verbond van Neder
landse werkgevers, waarbij vooral de
redevoeringen van de voorzitter de heef
T J. Twijnstra en de voorzitter van de
naad van Bestuur der Philips Gloeilam
penfabrieken ir. .Otten sterk de aandacht
hebben getrokken.
Men mag deze financieringsmoeilijk
heden niet gering tellen. Het bedrijfs
leven immers kent drie voorname facto
ren, n.l. kapitaal, arbeid en onderne
mingszin. Men kan van deze beschouwing
uiteraard niet verwachten, dat hier een
theoretische uiteenzetting zal worden
gegeven van de betekenis van deze drie
factoren. Men zal ook zonder een derge
lijke uiteenzetting begrijpen, dat deze
drie factoren onverbrekelijk aan elkaar
verbonden zijn, m.a.w. het ontbreken of
het niet voldoende aanwezig zijn van een
dezer factoren maakt het bestaan van
een industrie onmogelijk dan wel be
perkt het in zijn mogelijkheden. Hieruit
vloeit voort, dat het scheppen van een
gunstig klimaat, waarin al deze factoren
tot voldoende ontwikkeling kunnen ko
men, een noodzakelijke vereiste is voor
de welvaart van het land en dus van de
bevolking.
Een van de zwaarwichtigste proble
men, die hier een voorname rol spelen,
is uiteraard de werkgelegenheid. Ver
ruiming van de werkgelegenheid toch
is een taak van de gemeenschap als
geheel, waartoe alle onderdelen van deze
gemeenschap hun inspanningen moeten
leveren, zowel de overheid, de werkge
vers als de (werknemers. Een taak bo
vendien, die klemmender wordt naarmate
de bevolking in omvang toeneemt. Het
is reeds uitentreuren herhaald, dat een
verdere uitbouw van het industriële
apnaraat in Nederland de voornaamste
pijler zal dienen te zijn, waarop men de
noodzakelijke werkverruiming zal die
nen te bouwen. De landbouw biedt n.l.
vrijwel geen mogelijkheden meer, terwijl
emigratie slechts beperkt verlichting zal
kunnen brengen. Wat dit laatste betreft
wees ir. Otten in zijn jongste redevoe
ring er zeer terecht op, dat bij emigratie
doorgaans de meest actieve personen en
de best geschoolde vaklieden het land
Verlaten, die in feite de ruggesteun zou
den moeten zijn voor de te vergroten
industrie.
Een ander niet te loochenen belang
Voor de groei van ons productie-appa
raat is uiteraard ook de behoeftebevre
diging van onze toenemende bevolking.
v Het is duidelijk, dat men nog een hele
poos zou kunnen doorgaan met het op
sommen van belangen, die gediend zyn
bij een bloeiende industriële productie,
centrum als het toch in feite is van de
economische welvaart van ieder volk..
In deze beschouwing willen wij eclner
de nadruk leggen op de factor financie
ring. Als men nu de met deze factor
Verbandhoudende huidige moeilijkheden
Wil onderzoeken, moet men de historie
van de financiering van ons bedrijfs
leven kennen.
Deze is nu kort gezegd er een ge
weest van zelffinanciering, althans voor
namelijk. Voor de jongste wereldoorlog
waren de familievennootschappen verre
in de meerderheid, terwijl ook de z.g.
open N.V.'s oorspronkelijk tot ontwikke
ling zijn gekomen door zelffinanciering.
De belangrijkste industriële expansie
heeft, dit staat wel vast, plaatsgevonden
uit het opnieuw investeren van in het
bedrijfsleven gehouden winsten. De
tweede wereldoorlog en vooral de pe
riode daarna heeft hierin een grondige
wijziging gebracht. In dier voege al
thans, dat zelffinanciering weliswaar
nog "steeds de belangrijkste basis is
Waarop de industriële uitbouw berust,
maar dat deze wijze van financieren
uitermate gehinderd wordt door de
hoogte, waarop de fiscus de bedrijfs
winsten thans belast. Voor de oorlog
waren N.V.'s slechts belasting verschul
digd over de uitgekeerde winsten. Thans
moet belasting worden betaald over de
gehele netto-winst, terwijl bovendien de
vervangingswaarde nauwelijks nog in
aanmerking wordt genomen.
et kan niet ontkend worden, dat
de fiscale ingreep in de eerste
jaren na de oorlog, gezien de
enorme verarming, die ons land door de
oorlog had ondergaan, noodzakelijker
wijs drastisch moest zijn. De forse
winsten van de industrie in deze jaren
hebben deze fiscale afroming in het
algemeen ook wel kunnen opvangen en
daarnaast nog voldoende middelen over
gelaten om de' industrieën te kunnen
moderniseren en vergroten. De talrijke
jaarverslagen uit deze jaren getuigen
hiérvan. Talrijk zijn echter reeds de
maatschappijen, die na de oorlog hun
aandelen ter beurze moesten introduce
ren, die voordien grotendeels gesloten
waren. Gelijkertijd kon men constateren,
dat de industrie in toenemende mate
een beroep moest doen op bankcredieten.
Weliswaar waren deze introducties en
bankcredieten voor een deel bestemd
voor financiering van de voorraden en
niet uitsluitend voor expansie, doch toen
al begon duidelijk te worden dat bij
een dalende conjunctuur de ingehouden
winsten in de toekomst niet meer vol
doende zouden zijn voor vergroting van
het industriële apparaat tot de gewenste
omvang. Thans nu de zelffinancierings
moeilijkheden acuut dreigen te worden
hoort men dan ook van ondernemers
zijde meer en meer de aandrang tot mil-
déring van de fiscale druk op de onder
nemingen.
Dat de klachten uit het bedrijfsleven
niet ongemerkt aan de regering voorbij
gaan, mocht blijken uit de Donderdag
uitgebrachte M. v. A. op de Rijksbegro
ting 1953, waarin minister v. d. Kieft
opmerkte, dat met het oog op verrui
ming van de werkgelegenheid en pro
ductie-opvoering de mogelijkheid tot be
lastingverlaging zal worden bezien.
Welke deze evt. belastingverlagingen
zijn wordt uiteraard nog niet medege
deeld. Maar een kleine aanwijzing in
welke richting deze belastingfaciliteiten
moeten worden gezocht, kan, dunkt ons,
gevonden worden in recente uitlatingen
van professor Tinbergen, dat in rege
ringskringen o.m. overwogen wordt het
vrijlaten van een primair dividend; het
toestaan van het calculeren van de ver
vangingswaarde en het openen van de
mogelijkheid over vrij lange termijn eer
der geleden verliezen te compenseren
door later gemaakte winsten.
De minister merkt in zijn antwoord
nog terloops op, dat hij de mening niet
onderschrijft, dat onder de huidige om
standigheden de druk van de belastin
gen op het bedrijfsleven te zwaar, in de
zin van onnodig of onredelijk hoog, zou
zijn. Het ligt er in dit verband maar aan,
welke omstandigheden men in aanmer
king neemt. Beziet men het vanuit 't oog
punt van de defensie-inspanningen, dan
kan men de minister wellicht gelijk ge
ven, doch bezien vanuit het standpunt
van verruiming van werkgelegenheid en
gunstige industrialisatiemogelijkheden,
dan zal men beslist een ander standpunt
innemen. Een standpunt overigens dat
ook door de minister zelf wordt ge
deeld, gezien zijn eerdere uitlatingen,
dat hij de mogelijkheid tot belastingver
laging zal moeten bezien.
Een andere kwestie is.in hoeverre de
ze belastingverlaging zal moeten wor
den gegeven. Men zal begrip moeten to
nen voor het feit dat enerzijds de defen
sie-inspanningen, die nu eenmaal helaas
noodzakelijk zijn, zeer aanzienlijke be
dragen zullen eisen, terwijl anderzijds
de werkgelegenheid, export en betalings
balans inkrimping van de belastingbron
nen zal vragen. De evt. belastingverla
gingen zullen hierdoor ongetwijfeld
slechts het karakter krijgen van een al
leruiterst compromis, dat het bedrijfsle
ven niet geheel zal kunnen bevredigen.
Doch niet alleen de zelffinanciering
wordt thans bemoeilijkt. Ook de kapi
taalmarkt heeft in sterke mate de in
vloed van de gewijzigde naoorlogse om
standigheden ondergaan. De uit diverse
bronnen bespaarde gelden besparin
gen. die ook in de particuliere sector in
sterke mate door de hoge fiscale eisen
belemmerd worden bereiken de ka
pitaalmarkt in afnemende mate als
risicodragend kapitaal, doch worden
meer en meer geleid via institutionele
beleggers (verzekeringmaatschappijen
e.d.). Het zou aanbeveling verdienen,
indien een weg zou kunnen worden ge
vonden, waardoor deze kapitalen voor
een deel het industriële bedrijfsleven
zouden kunnen bereiken, desnoods met
garantie van een te stichten officiële
instelling.
De 3de November vieren we
het feest van de Heilige Hu-
bertus, een der grote en ijve
rige bisschoppen van Maas
tricht.
Een vrome en mooie legende
verhaalt, hoe Hubertus als
jongeling tot een vroom en
waardig christen bekeerd
werd.
Hubertus was een vurig ja
ger. Voor het jachtgenot ver
gat hij zelfs zijn christen
plichten. Zo gebeurde het, dat
hij zelfs op Goede Vrijdag, als
ieder goed christen zich in
het lijden van Jezus verdiept,
toch op jacht ging met enkele
vrienden, die al even laks in
de godsdienst waren als hij.
Tot ergernis van velen trok
de luidruchtige jachtstoet de
bossen in.
Hubertus natuurlijk voorop-
Plots ontdekt hij een groot,
prachtig hert! Dat wil hij be
machtigen. Hij geeft zijn paard
de sporen en vervolgt het
hert. ver voor de andere ja
gers uit, tot in het diepst van
het bos. Maar plotseling blijft
het hert stilstaan. Hubertus
meent zich reeds zeker van
deze prachtige jachtbuit. Hij
doet zijn paard ook stilstaan
en maakt zich gereed de eer
ste pijl af te schieten. Maar
als hij zijn ogen strak op het
stilstaande hert gericht heeft,
verschrikt hij. Tussen het ge
wei van het hert ontdekt hij
een kruis! Dat gezicht treft de
lichtzinnige jager, hij valt op
de knieën en durft niet meer
op te zien. Dan klinkt een
stem: „Hubertus, hoe lang zal
je zo nog voortgaan? Verander
je levenswijze Hubertus, want
H. Hubertus tijdens de jacht
anders zul je voor eeuwig
verloren zijn!"
Hubertus erkent zijn schuld
en zegt: „Heer, wat wilt ge,
dat ik doen zal!"
„Ga naar Lambertus, de bis
schop, en hij zal je verder de
weg wijzen!"
Dit is de legende, die de be
kering van Hubertus vertelt.
Zeker is, dat Hubertus een
ijverige leerling van bisschop
Lambertus geworden is en
wel zo goed, dat hij later diens
opvolger werd ais bisschop
van Maastricht.
In de maand September werd uit
hoofde van de gezamenlijke kohierbe
lastingen in totaal f 330.6 min. aan
aanslagen opgelegd, tegenover in de
voorgaande maand f 275.3 min. De ont
vangsten uit hoofde hiervan beliepen in
September f 265,1 tegenover in Augus
tus f 286.0 min. De teruggang wordt
veroorzaakt door geringere ontvangsten
aan vennootschapsbelasting. Daar de
ontvangsten in September het in die
maand opgelegde bedrag met f 34.5 min.
overtreffen, daalde het nog in te vor
deren bedrag aan kohierbelastingen tot
f 1.293.3 min.
De ontvangsten uit hoofde van de
ten bate van het Rijk geheven ko
hierbelastingen, n.l. de inkomsten-,
de vermogens- en de vennootschaps
belasting, hebben in de eerste negen
maanden van dit jaar f 1.905 min.
bedragen. Daarmede is het totaal der
ramingen dezer belastingen voor het
dienstjaar 1952 ad f 1.783 min. over
schreden.
Ter vermijding van misverstand zij
er ep gewezen, aldus het Min. van Fi
nanciën, dat deze overschrijding niet
als een indicatie mag worden gezien als
zouden de ramingen te laag zijn ge
steld. Deze laatste immers betreffen
niet de ontvangsten in een kalender
jaar, doch voor de inkomsten- en ver
mogensbelasting de opbrengst van het
belastingjaar 1952 en voor de vennoot
schapsbelasting de opbrengst van de
boekjaren 1951 en 1950/51. Omtrent de
uiteindelijke opbrengsten dezer belas
ting- resp. boekjaren is thans nog
niets bekend. De ontvangsten, welke
betrekking hebben op diverse veel
al oudere belasting- resp. boekjaren,
staan onder invloed van het inhalen
van belastingachterstand.
De opbrengst van de met-kohierbe
lastingen beliep in September f 218.1
min. Aan loonbelasting en vereve
ningsheffing werd in het afgelopen
kwartaal resp. f 167.4 en f 68.0 min.
ontvangen tegenover in het voorgaan
de kwartaal resp. f 153.4 en f 63.6 min.
Daarentegen lag het aan omzetbelas
ting geïnde bedrag opnieuw op een la
ger niveau. In de eerste drie kwarta
len van dit jaar is uit hoofde van dit
middel achtereenvolgens f 287.9, f 273.0
en f 260.5 min. geïnd. De opbrengst
van de omzetbelasting in de eerste ne
gen maanden van 1952 ligt daarmede
op jaarbasis ongeveer f 55 min. bene
den de, verlaagde, jaarraming.
Het aan invoerrechten geïnde be
drag beliep in September f 30.7 min.
tegenover in de voorgaande maand
f 29.2 min.
Aan accijns op suiker werd ook in de
afgelopen maand een aanzienlijk be
drag geïnd en wel f 10.7 min. Men moet
teruggaan tot December 1949 om een
dergelijke hoge opbrengst aan te tref
fen. Ter gedeeltelijke verklaring die-
ne, dat in de afgelopen maand 5 cre-
diettermijnen vervielen. Dé opbrengst
van de accijns op tabak was eveneens
bevredigend en beliep f 29.4 min.
Slechts in Januari van dit jaar werd
een hoger bedrag ontvangen, nl. f 31.4
min.
(Van onze medische
medewerker)
Een goed geredigeerde
encyclopaedic is altijd
en voor iedereen een
Waardevol bezit, evenals een
Woordenboek. Zij is een
trouwe huisvriend, altijd
aanwezig op het eigen plaats
je in de kast, behalve tijdens
de grote schoonmaak of wan-
aeer de kinderen de banden
van de plank hebben ge
sleept om er een fort mee te
bouwen. Of het nu de „Pe
tite Larousse" is of de uit
gebreide Winkler-Prins, de
kleine of de grote Katho
lieke Encyclopaedic, men
v°elt zich nooit hulpeloos.
Want allicht geeft deze
W'aagbaak een aannemelijke
lossing voor het plotseling
Opgetreden probleem en voor
het dreigende twistpunt.
Ten behoeve van weetgie-
ngen op cultureel en weten
schappelijk gebied versche-
hen inmiddels verscheidene
Jhcyelopaedisehe werken.
~6n betrouwbare vraagbaak
oor hen, die weten willen
voor een figuur de
chnjver is van het boek dat
j.® zojuist hebben gelezen,
hij eruit ziet en wat hij
~g hieer geschreven heeft,
on!lrgeliik handboek, tot
epiio ^9. bijgewerkt, dat te-
tin •Ikertyd een veilige rich-
er]igaanwijzer is, bestond
hip?ei?:'ajnden geleden nog
cat: ze rubriek de publi-
rimÜ van het lectuur-reperto-
in .aankondigen, een werk
fens n' waarin gege-
23 onn pgenomen zijn van
90 non ?urs en van circa
Nederi a eriandse of in het
vn derlands vertaalde boeken,
ren+n m - onder leiding van
h. 1 Joris Baers vanaf het
V/fii V?n de twintigste eeuw.
de I j Krote waarden en
een j agogische kracht van
dergelijke uitgave zijn,
heb ik destijds reeds uiteen
gezet.
Inmiddels ligt het eerste
deel voor ons, degelijk afge
werkt en van kloek formaat.
Het is ondoenlijk met U na
te gaan in hoeverre de biblio
grafische gegevens omtrent
de vele schrijvers en schrijf
sters en de morele waarde
ringen van de opgesomde li
teraire producten naar mijn
mening juist of onjuist zijn.
Trouwens, welk gewicht zou
de mening van één critische
lezer in de schaal leggen
naast de qualificaties van zo-
vele andere critici? Het is
slechts mijn bedoeling enige
kanttekeningen te maken bij
enkele in dit deel van het
Repertorium behandelde psy
chologen, die ook in „Medisch
Standpunt" herhaaldelijk ter
sprake kwamen.
Herinnert u zich nog wat
ik schreef over de in
Wenen geboren paè-
dagoog en psychiater Alfred
Adler? „Legde zich vooral
toe op de studie der Indi-
vidual-Psychologie, waarvan
hij de grondlegger is en die
zowat tegenover Freud's Psy
cho-analyse mag worden ge
steld; waar Freud de „libido"
alles laat beheersen, erkent
Adler als voornaamste drijf
veer het „streven naar
macht", aldus het Reperto
rium. „Zowat" klinkt vaag
en in elk geval onweten
schappelijk. Bovendien mag
delndividual-Psychologie niet
zowat tegenover de Psycho
analyse van Freud worden
gesteld, net zo min als de libi
do (sexuele drift) tegenhan
ger is van het streven naar
macht (machtsdrift of gel
dingsdrang). Adler viel zijn
leermeester Freud af en stel
de zich tegenover hem.
Hun leerstellingen bestaan
naast elkaar, en bevatten
waarachtigheden, die elkaar
eerder aanvullen dan uitslui
ten.
Van Prof dr. F. J. J.
Buytendijk staat, behalve
zijn levensloop in functies en
jaartallen, slechts vermeld,
dat hij zich in 1938 tot het
katholicisme bekeerde en dat
hij een internationale faam
als dierenpsycholoog geniet.
Is het niet minstens zo be
langrijk om van Buytendijk
te zeggen, dat zijn latere
werken beheerst worden door
een anthropologische-, pheno-
menologische- en existentia
listische denkwijze en dat
zijn wetenschappelijk jargon
ook voor insiders vrijwel on
begrijpelijk is?
Prof. dr. Etienne de
G r e e f f wordt door het Re
pertorium als volgt geken
schetst: „Bovendien schrijft
hij op grond van de diepte
psychologie, knappe studies
waarvan de uitkomsten
deels betwistbaar blijken
alsmede een zielkundige ro
man, waarin de elementen
vrij opzettelijk schijnen sa
mengevoegd en die geken
merkt is door een blijkbaar
niet onbevooroordeelde visie
op sommige uitingen van
geestelijk leven". De betwist
baarheid van De Greeff's
conclusies is mijns inziens
niet evidenter dan die
van andere dieptepsycholo
gen, integendeel! Uit de dis-
qualificatie van die zielkun
dige roman (bedoeld wordt:
„riet duister is mijn licht")
b 1 ij k t het Belgische element
in de samenstellers van het
Lectuur-Repertorium. De
Greeff hekelt in dit boek na
melijk enige Belgische wan
toestanden, waardoor hij zich
in bepaalde clericale kringen
onmogelijk maakte.
Aangaande de psychoana
lyse van Prof. Dr. Sig-
mund Freud wordt geno
teerd: „Hoewel als weten
schappelijk stelsel thans vrij
wel verworpen, toch heeft
het Freudisme enkele waar
devolle elementen naar vo
ren gebracht, o.m. in ver
band met de kinderpsycho
logie". En even verder: „Een
diepgaande critiek op zijn
leer gaf Rudolf Allers". Dat
deze eerste notitie een boos
aardig aandoende vérgaande
overdrijving is, betoogde ik
reeds in „Romeinse hersen
schimmen en Freudiaanse
spoken" n.a.v. een dergelijke
uitlating van Mgr. Felici.
Wat betreft de critiek van
Rudolf Allers (in „Het succes
van een dwaling"): deze ging
zó dramatisch-diep. dat Allers
het intussen nodig oordeelde
zichzelf te rehabiliteren en
belangrijke passages uit zijn
„diepgaande critiek" te her
roepen. Ik wil Freud niet met
alle geweld opgenomen zien
in de rijk verzorgde portret
tengalerij van het Lectuur-
Repertorium, een reeks van
3000 fraaie fotocopieën, maar
beschouw zijn beeltenis toch
als belangwekkender dan die
van bijvoorbeeld de tweede
hands „psycholoog" Owen
Francis Dudley.
Bovengeschreven kantteke
ningen zijn uitvloeiselen van
mijn persoonlijke mening en
doen weinig of niets af aan
de onschatbare waarde van
het Lectuur-repertorium. Zij
mogen echter bewerkstelli
gen, dat de gegevens betref
fende psychologische auteurs
(o.a. Homey, Jung, Künkel,
Maeder, Sheen) in de twee
nog volgende delen zuiverder
en wetenschappelijker wor
den geformuleerd
J. M.
x) 1045 blz., Uitgave van
het Algem. Secretariaat voor
Katholieke Boekerijen,
Vlaamse Boekcentrale, Ant
werpen, Nederland's Boek
huis, Tilburg.
SSSSSSSSSSSSSSSSSSS88SSSSSSSSSSgSSSSS2SSSSSSSSS88SS2SSSS8SSSSSS2SSSSSSSSSSSSSSS£S£
Over oceanen en woestijnen
of boven een onafzienbaar
wolkendek vinden de moderne
luchtreuzen hun weg naar het
vliegveld van bestemming, dat
slechts een speldenprik lijkt in
de grote ruimte, die in korte
tijd wordt overbrugd. Bestuur
ders en navigators hebben
prachtige hulpmiddelen om
hun vliegtuig naar het doel te
voeren: radiopeilingen maken
het mogelijk om binnen één
minuut de juiste positie te
bepalen, de koersaanwijzer
helpt een technisch handje en
dan is daar behalve een duide
lijk kaartensysteem, het kom
pas. Dit kompas, nog altijd een
van de belangrijkste vliegtuig
instrumenten, heeft in de loop
van een dertigtal jaren een
volkqrjien ander aanzien ge
kregen: van het eenvoudige
vloeistofkompas uit de begin
jaren der burgerluchtvaart tot
de electrische of afstandskom
passen van heden, ware won
deren van vernuft.
In de tijd, dat 's werelds
S2SSSSSSSSSSSSSSSS888SSSSSSSSSSSS£SSS2SSSSSSSSSSSSSSSSgS8SSSS2SS8SSSS2S2SSSSSSSSSS
oudste luchtvaartmaatschappij,
de K.L.M., voor het eerst van
Amsterdam naar Londen vloog,
was het kompas voor de
schokbreking opgehangen m
een bakje met paardehaar.
Ondanks deze voorzorgsmaat
regel was het vertrouwen van
de vlieger in dit instrument
niet zo bar groot, want als de
oversteek over het Kanaal
werd gemaakt, deed hij dit in
het verlengde van de pier van
Calais. Boven zee keek hij af
en toe nog eens om, of hij wel
de juiste koers had.
De huidige electrische kom
passen hebben het grote voor
deel, dat men het zgn. kompas-
gevoelige element hiervan kan
opstellen op een plaats, waar
men weinig hinder onder
vindt van het storende vlieg-
tuigmagnetisme, dus van de
vele metalen onderdelen en
leidingen. Daarom zijn ze
meestal in de vleugel of in de
staart ingebouwd. De over
brenging van de magnetische
richting, opgewekt in dit kom-
pasgevoelige element, geschiedt
electrisch naar de hoofdaan
wijzer, die in de stuurhut is l
gemonteerd ten behoeve van
de bestuurders.
over grote bekwame bouw
meesters, b.v. Lieven de Key,
de stadstimmerman en metse
laar, die de Vleeshal en de
Waag bouwde. Ook Jacob van
Kampen, een geboren Haar
lemse schilder en metselaar,
heeft het zijne er toe bijgedra
gen aan de verfraaiing van zijn
geboortestad, n.l. een stuk van
het stadhuis.
Een bekende Haarlemse
schilder was Frans Hals.
Reeds in de Franse tijd be
gon de stadsuitbreiding en in
de tegenwoordige tijd werden
Vleeshal te Haarlem
grachten gedempt en thans
wordt alles meer en meer mo
derner. Nu is Haarlem de vijf
de stad van Nederland en met
recht!
(Ingezonden door
Jan Koelemeyer. Haarlem).
Voorzien van alle technische
snufjes die mogelijkerwijze op
een fiets kunnen worden aan
gebracht, is dit wel iets wat
een jongetje in hoge mate in
teresseert. De man die dit al
lemaal op een normaal rijwiel
monteerde is de heer Peter
Palton uit Londen. De vol
gende technische snufjes heeft
hij verzameld: dubbele achter
lichten, verlichte nummer
plaat, automatisch stoplichtje
dat ook vanaf het „dash
board" bediend kan worden,
twee dyamo's voor een accu
die electriciteit levert voor alle
apparaten, dubbele richting
aanwijzer, een brandblusap-
paraat, een radio voor lange
en korte golf, een oliekompas,
klok, snelheidsmeter, berm
lampen, een lamp ter verlich
ting van een wegenkaart, drie
versnellingen, electrische bel,
hoorn, koplamp en twee mist
lampen, en een hulpmotortje.
En als men een opkikkertje
nodig mocht hebben van de
inspanning om al deze appara
ten te bedienen, kan men een
heet kopje thee drinken uit
een thermosfles, die aan de
stang is bevestigd.
Technische snufjes op een
gewone fiets
C*G*0»0»0»C»0»'
Wij zullen nu gedurende een
paar weken enkele bladvor-
(Slot)
Haarlem was al bij het be
gin van de 13e eeuw omwald.
De eigenlijke verheffing tot
stad was in 1245 door Willem
II tot stand gekomen. Haarlem
Beeldje van Laurens Jansz. Coster
bestond echter al als een ge
hucht in 920.
Toen Haarlem stadsrecht
verwierf had de plaats 1000
inwoners. In de veertiende
eeuw, toen het al een aanzien
lijke stad geworden was, al
5000.
De belangrijkste industrie
was toen de scheepsbouw. In
1426 werd de stad door Vrou
we Jacoba belegerd. Ook toen
al deden de vrouwen mee (la
ter in 1572 Kenau Simonsd.
Hasselaer). Zij doofden name
lijk de brandende pijlen, die in
de stad werden geschoten.
Door een gelukkig toeval kwam
Haarlem van deze belege
ring af.
Rondom 1440 heeft Laurensz
Jansz. Coster de boekdruk
kunst uitgevonden, hetgeen
Haarlem een hele naam gaf.
In 1500 telde de stad al
20.000 inwoners. Zij was toen
met Gouda de grootste stad van
Holland.
Toen kwamen godsdienst
twisten. In 1572 werd de grote
kerk door Ripperda en zijn
mannen ontdaan van alles wat
katholiek was en geopend
voor de Christelijk Gerefor
meerde Religie godsdienst).
Door het vroegtijdig ingrij
pen van Ripperda werd de
stad in 1572 niet meteen inge
nomen, maar ze hield nog
zeven maanden stand. Het
Spaanse leger o.lv. Don Fre
derick met een legermacht
van 30.000 man kwam te staan
tegen de schamele verdediging
van Haarlem van 4000 knech
ten, wat boogschutters en ge
huurde schansgravers. Tijdens
dat beleg zijn er vele opoffe
ringen en heldendaden ge
weest. Eén voorbeeld is Ke
nau Simonsd. Hasselaer en
haar mede-burgeressen.
Ze was een weduwe van 46
jaar uit een aanzienlijke Haar
lemse familie. Zij had mede
leiding over een korps van
driehonderd vrouwen.
De stad werd dus na zeven
maanden en twee dagen geno
men; er werd echter de bur
gerij niets gedaan, alleen de
wacht werd vermoord. Nu
werd Haarlem een industrieel
middelpunt.
De Haarlemmers hebben het
voorrecht gehad in de jaren
van grote groei van hun stad
(1600) te kunnen beschikken
men gaan tekenen. Vanzelf
sprekend kunnen we niet alle
D*o»o»o»o»o»o#D*o»o»o»o*o*o«o*o#o»c*o»o»G*o»o»oio*D«o*o«o«o»o»o»o«o«o»o»o«o«o«G»oi
Hebben jullie wel eens van
Afrika gehoord? Dat is een
heel groot land, hier heel ver
vandaan. In dat land wonen
mensen, die helemaal zwart zijn.
Al wassen ze zich nog zo vaak,
dat zwarte gaat niet weg. Die
mensen noemen we negers!
Josso was een klein negertje,
van onder tot boven zwart. Al
leen zijn tanden waren wit. Dat
kon je dadelijk zien, als Josso
lachte. En dat deed hij dikwijls,
want Josso was een leuk kerel
tje. In het dorp waar Josso met
zijn vader en moeder leefde,
was ook een school! En in die
school kwam iedere dag een
zuster met een heel wit gezicht
en witte handen. Die kwam
daar voor de negerkinderen, om
hun van alles te leren.
Josso ging ook iedere dag
naar die school. Hij vond het
maar wat fijn, om naar de ver
halen van de zuster te luisteren.
Net als de andere negerkinde
ren kreeg hij ook een lei, om
daar met een griffel cijfertjes
en lettertjes op neer te schrij
ven.
Josso was niet dom.
Toen hij twee jaar op school
was, kon hij al aardig lezen,
schrijven en rekenen. Toch was
onze kleine Josso niet helemaal
tevreden. Hij had de zuster iets
te vragen, maar hij durfde het
niet goed. Eindelijk, op een
morgen, daar ging het zwart»
vingertje omhoog.
„Zuster.ik zou zo graag
ook leren bidden!"
„Maar dat is fijn, Josso!" zei
de zuster dadelijk. „Als je dat
wilt, dan mag je bij de kindereu
in de andere klas zitten. Die
leren allemaal bidden. Dan
moet je dat straks maar even
aan je vader en moeder vragen,
of die dat goed vinden. En dan
zal ik je gauw mooi leren bid
den".
(Wordt vervolgd)
5SSSS8^SS88?S*2SSS£?SSS5SS8SSSSg»SSSSSSSSSS8SS8SSS8g8S3S2S2'
bladsoorten behandelen, want
er zijn er duizenden. Doch de
meest typische vormen gaan
we wel tekenen. Zie je kans
echte bladeren te vinden in
park of bos, des "ïe beter, maar
plukt ze niet af, want dat mag
nooit. Je vindt er genoeg op
de grond
De bovenste bladvorm is van
de Gouden Regen en bestaat
uit pen drieledig blad; het zijn
eigenlijk drie blaadjes. De pun
ten a, b en c vormen een drie
hoek en a, b, e, d een schuin
vierkant.
De onderste, het bekende
klimopblad, vormt een vijf
hoek. Je moet echter voor het
gemak eerst een driehoek 1. 2,
3, 6 en 1, 4, 5, 7 tekenen, dan
heb je een grondbegin. Het
midden van het blad ligt on
geveer op de lijn 3 tot 5. Let
daar vooral op. Maak voorts
een lange steel. De nerven lo
pen natuurlijk naar de punt
van het blad.
^S38888SSSSSSS3^SSSSS8SSSSSS8888^Safe8SSSSSSSSSSSSSSSS^SSSSSSSS8SSi
Hoe komen we daar nu aan?
Varkens en spoeling? Wat
varkens zijn weten we. Het
zijn, zoals we dat dierkundig
uitdrukken: veelhoevige die
ren. Een paard, dat op een
teen loopt, is een eenhoevig
dier, een koe en schaap een
tweehoevig en zo is het var
ken, omdat het op vier tenen
steunt, een veelhoevig dier.
Paarden en koeien stellen
zich tevreden hoofdzakelijk
met gras; het zijn dus plan-
teneters. Maar het varken eet
letterlijk van alles. Kijk maar
eens, wat er al zo op een
schillenkar ligt. Allemaal be
stemd voor de varkens. Boven
dien wroeten ze met hun
ronde harde snuit de bodem
om en halen daar wormen en
allerlei insecten uit. Een var
ken is een echte alleseter. Dat
kun je ook aan zijn gebit zien.
Daar vind je alle soorten tan
den. Zes grote snijtanden,
krachtige hoektanden, die bij
wilde varkens tot slagtanden
uitgroeien en tenslotte een
stelletje kiezen, waarvan de
voorste puntig en de achterste
knobbelig zijn. Zo'n varken
wordt wel eens vies genoemd.
Maar dat is het eigenlijk toch
niet. Het beest zoekt afkoeling.
De dikke speklaag onder de
huid maakt het beest warm.
Daarom zoekt het 't water op.
Of er nu in dat water ook wat
modder zit. kan hem niet
schelen. Ais de mensen bakken
met helder water klaar zetten,
kruipt hij daar nog veel lie
ver in.
Ziezo, dat is het varken. Nu
de spoeling nog even. De spoe
ling is een papperige vloei
stof, die in de branderijen
overblijft, als daar uit tarwe
jenever gestookt is. In die
spoeling zit heel wat voedsel
dat de varkens graag lusten.
Maar ja, als er wat veel var
kens zijn, moet de boer wel
eens wat meer water bij de
spoeling doen en dan wordt
die natuurlijk dunner.
Als wij met veel liefhebben
een kleine hoeveelheid lekken
moeten delen, dan krijgen we
niet zo veel en zeggen we: Ve
le varkens maken de spoeling
dun.
Is dit geen leuk varkensportret t
AKKRUMDIJK 31 te Amsterdam.
ALAMAK 30 te Bahrein.
ALBLASSERD, 31 van Havre 1 te Antw.
ALDABI p. 31 nm. Recife n. Rio J.
ALGENIB p. 31 Finisterre n. Antw.
ALIOTH p. 31 Fern. Nor.'ha n. Rott.
ALNATI 31 nm. te Rio Janeiro.
ALPHACCA p. 30 Maceio n. N. Y.
ALTAIR 31 te Bahia.
ALWAKI 31 te Montevideo.
AMSTELVEEN 30 te Fremantle.
ANDIJK 31 te Hamburg.
ARENDSKERK 31 te Rotterdam.
ARMILLA p. 31 Kp. Varella n. Lienchin.
AXELDIJK p. 31 Wight n. New Orl.
BARENDRECHT 3 te Curasao verw.
BILLITON p. 30 Marianen n. Manilla.
BLITAR p. 31 Kp. Dondra n. Fremantle.
BONAIRE 31 te Paramaribo.
CALLISTO p. 31 Dungeness n. Norfolk.
CALTEX LEIDEN 1 Nov. te Rott.
CALTEX HAGUE 5 te Sidon vrw
CLAVELLA 31 te Port Said.
CONGOSTR. 30 van Abidjan n. Freet.
CORYDA 30 nm. te Miri.
DELFSHAV. p. 31 Kp. Frio n. Laspalmas.
DIDO p. 31 Finisterre n. Amsterd.
DRACO 31 te Botterdam.
DUIVENDRECHT 31 nm. te Matadi.
EDAM 31 te Antwerpen.
ELMINA 30 nm. te Accra.
ENA 31 te Singapore.
ENGGANO p. 31 Dover 1 te Antwp.
ERINNA 30 van Miri 2 te Singap.
ESSO HAAG 1 Nov. te Rotterdam,
ESSO ROTT. p. 30 Azoren n. Aruba.
ETREMA p. 31 Kp. Race n. Reykjavik.
FARMSUM 30 te Narvik, 1 n. Amst.
FLEVO 30 van Vigo n. Amst.
FRIESL. SSM p. 31 Finist. n. Amst.
GADILA 31 nm.—1 te Stanlow, verb.
GOOILAND 30 te Recife.
GOOTE 30 van Casablanca n. R'dam.
GOUWE p. 31 Holtenau n. Ornskjoldsvik.
GROOTE BEER 1 Nov. te Halifax.
GROOTEKERK 30 te Mombasa.
HAULERWIJK p. 31 Messina n. Perzië.
HECTOR 31 te Amsterdam.
HEESKERK p. 31 Guardafui, 1 te Aden.
HELICON 31 te Cartagena.
HERA 30 van Cristob. 1—2 te Curag.
HERCULES 30 van Palermo n. Gibr.
HESTIA p. 31—1 Azoren n. Barbados.
JAGERSFONTEIN 31 te Port Elizabeth.
JAPARA p. 31 Kreta, 2 te Beiroet.
KARSIK 31 te Semarang.
KEDOE 31 te Antwerpen.
KOTA AGOENG 31 te Tandj. Pandang.
LAAGKERK p. 31 Ouessant n. Melbourne.
LAERTES p. 31 Massakah, 4 te Suez.
LEERDAM 30 te Newport News.
LEKHAVEN 31 te Antwerpen.
LEKKERKERK 31 nm.—1 te Pt Sudan.
LEUVEKERK p. 30 Koria Muria n. Kar.
LIMBURG 31 van Pt. Said n. Rott
LISETA 31 te Billiton.
LOOSDR. p. 31 Rasalhadd n. Dubai.
LOPPERSUM 3 te R'dam verw.
LÜTTERKERK p. 30 Koria Moria n. Suez.
MAASHAVEN 31 te Lagos.
MADOERA 31 te Belawan.
MALEA p. 31—1 Azoren n. Pta. Cardon.
MALVINA 31 te Ras Tanura.
MANOERAN p. 31 Finist. 3 Nov. te A'd.
MAPI A p. 30 Guardafui n. Penang.
MARKEN 1 nm.—2 te Aden.
MATARAM 30 van Bombay n. Calcutta.
MENTOR 31 nm. te Piraeus.
MERWEDE p. 1 Bermuda's n. Chariest.
MODJOKEHTO 31 te Djeddah.
MOLENKERK p. 31 Ouessant n. Mars.
MUIDERKERK 31 van Calvutta n. R'dam.
MURENA 30 van Singap. n. Mena Ahm.
NIEUW HOLLAND 31 te Balikpapan.
NOORDAM p. 2 Lizard1; 3 te Rotterd.
ONDINA p. 31 Kreta n. Curasao.
ORANJE p. 31 nm. Finisterre n. Priok.
ORESTES 31 nm.—1 te Curasao.
OVERIJSEL 31 te Priok.
PAPENDRECHT 30 nm. te Havre.
PARKHAVEN 1 van Las Palmas n. Antw
PERN A 29 van Balikpp. 3 te Singap.
PLANCIUS 30 van Priok n. Surabaja.
PLATO p. 31 Kp. St. Vine. n. Amst
POELAU LAUT 31 te Belawan.
POLYDORUS 31 te Cochin.
POLYPHEMUS 30 van Belawan, p. 31 Sa-
bang n. Columbo.
PR FRED. WILL. 30 te MontreaL
PR MAURITS p. 31 Belle-isle n. Rott.
PRINS WILLEM II 31 te Rotterdam.
FR WILL. V p. 31 Belle Isle n. Montr.
RADJA 31 nog te Koweit.
REMPANG 30 van Singap., 5 te Sorong V.
ROEBIAH 30 van Manilla n. Claveria.
ROTTI p. 31 Kreta n. A'dam.
RUIJS 31 te Hongkong.
RIJNDAM p. 31 nam. Scillys n. N. Yoi*.
SALAWATI 31 te Vizagapatam.
SAMARINDA 31 te Nasipit.
SAPAROEA p. 31 Finisterre n. Amst
SARANGAN 30 van Momb.'a n. Bomb.
SAROENA 31 te Tarakan.
SCHERPENDR. 30 van Trinid. n. Texaso
SCHIE 31 te Tel Aviv.
SLAMAT 31 te Surabaja.
STAD ARNHEM 1 Nov. te Rotterdam.
ST. DORDR, p. 31 Gebr. n. Vlaard.
ST. MAASSLUIS p. 30 Rost n. Rott.
STAD SCHIEDAM 30 nm. te Lulea.
ST. VLAARDINGEN 31 te Wabana.
ST. LEIDEN 30 van Curasao n. Vancout
STR. MACASS. p. 31 Sabang n. Maurit.
STR. SOENDA 31 van Belaw. 3 te Priok.
SUNETTA p. 30 Kp. San Roque n. Santo».
SWARTENHONDT 31 te Menado.
TABIAN p 31 Z. Ceylon n. Surabaja.
TEIRESIAS p. 31 Kp. Gata, 6 te Lond.
TEUCER 30 van Gdynia, 1 te Kopenhagen.
TIBIA p. 31 Cairns n. Sydney.
TJ1BADAK 31 te Melbourne.
TJÏMENTENG p. 31 Mozamb. n. Lor. Marq.
TJIPONDOK p. 31 Formosa n. Macassar.
TJITJALENGKA 31 te Kaapstad.
TOMINI 31 te Curasao.
TOS ART p. 31 Sabang n. R'dam.
TRITON p. 31 Bahama's n. Philadelphia.
UTRECHT 29 te Singapore.
VAN RIEBEECK 31 m». te Singapore.
VEENDAM 31 nm. te R'dam.
WATERMAN 30 van Papeete n. Wellmgt
WESTERDAM p. 1 Cp. Race, 4 te N. Y.
WESTLAND p. 31 Palma (Az.) n. B. Aire».
WILLEMSTAD p. 1 Dover n. Cristobal.
WINSUM p. 31 Dungen. n. Civ. Veechia.
WINTERSWIJK 31 te Baltimore.
WOENSDR. 30 van Djedda n. Mena Ahm.
WONOSARI 31 van Aden n. Damman.
1 ZUTDERKR. p. 1 Finisterre n. Kpst.