Vijf en zeventig inzendingen voor prijsvraag
I
Laatste
Adventszondag
Het Humanisme krijgt zijn
kans in de kazernes
EEN WEREED OM KERSTMIS IN TE VIEREN
Dickens weer eens ONTDEK T
Optimisme
in de mist
rDe eenzame
v.
Reizig
er
Bezorgdheid in confessionele kringen
Kerstboodschap
van Prins Bernhard
Ned emigranten
in Brazilië
„Steentjesactie"
van de E.H.B.O.
J
KERSTDINER
„FLEISSIG"?
Aanmelding pensioen
en spaarfondsen
Werkgroepen KVP over
de belastingen
Vragen aan de minister
Huis voor Bodegraven
is klaar
Voor de medische faculteit
Voormalige Nederlandse
militairen in Indonesië
LITERAIRE KRONIEK
ZATERDAG 20 DECEMBER 1952
PAGINA 3
Nieuwjaarsreceptie Comm.
der Koningin
Verpleegstersexamen op
21-jarige leeftijd
Eigendom mag niet uitgehold
worden
Italiaanse onderscheidingen
voor Nederlanders
„Van algehele uitwijzing
niets bekend"
Kerstpakkettenactie
Ambonezen
Wie aandachtig de liturgie van
deze laatste Zondag van de Ad
vent in zich opneemt, moet zich
ivei diep getroffen voelen door het
geestdriftige, ongeduldige, men zou bij-
ha zeggen onbeheerste verlangen naar
de Verlosser waaraar de Kerk in haar
gezangen, lezingen en gebeden uiting
geeft Het is alsof zij niet langer meer
kan wachten en de hemel geweld wil
aandoen om toch eindelijk de zolang
verbeide Zaligmaker op aarde te doen
heerdalen. „Hemelen, dauwt uit de
hoge; wolken, regent de Gerechte uit;
aarde, open uw schoot, doe toch de Ver
losser ontspruiten". Onverschillig waar
^andaan Hij moet komen uit de
hemel, de wolken of uit de aarde
1 s Hij maar komt!
Al de teksten die ontleend zijn aan
het Oude Testament, zijn levende wer
kelijkheid geweest voor de tijdgenoten
Jjan degene, die ze heeft opgeschreven-
En niet voor hen alleen, ook voor al
hün nakomelingen. Sinds de dag, dat
hij de uitdrijving van Adam en Eva uit
het aards paradijs d.. Verlosser werd
beloofd i-, het Joodse volk de drager
gebleven van deze Messiasbelofte. Naar
gelang de tiid verstreek, werd die be
lofte door de verschillende profeten
«te.eds duidelijker geformuleerd. Lang
zamerhand steeg de nood zo hoog, dat
het bidden om de Verlosser. Die komen
moest, zoals de Heilige Boeken vertel
den. bü elke generatie toenam in vurig-
Tdd. Men was er van overtuigd gewor-
j.eh, dat alleen Zijn komst nog redding
v°h brengen voor het geknechte Joodse
°'k.
üeze verwachting van de Redder der
Jbhnsheipl beleeft de Kerk. sinds Zijn
werkelijke komst, ieuer jaar opnieuw
'h geestelijke zin- En terecht! Want
mor alle tijden en alle mense is Zijn
hederdaling op aarde van evenveel ge
wicht als ten tijde der Joden. En wij
•hogen wel zonder overdrijving zeggen,
?at, vooral voor onze tijd. de herden-
klljg van Christus' geboorte meer dan
boit van levensbelang is voor de hele
JJ'ensheid. Het mag nu wel algemeen
bekend wórden geacht, dat wij in een
njd leven, die zich hoe langer hoe ver
der van God verwiidert. De ontkerke
lijking, de ontkerstening groeit met de
hSg. Zelfs d_ openlijke strijd tegen God
heemt een omvang aan. die men eigen-
l'.'k nooit voor mogelijk zou hebben ge
houden. Het is daarom niet mind°r een
Jeit! Lenin heeft eens gezegd, dat de
*ijd zou komen, dat alleen nog maar
het communisme tegenover het Chris
tendom zou staan. Alle andere wereld
beschouwingen zonden dan hebben op
gehouden te bestaan of van geen be-
'ang meer zijn. En dan zou 'e grote
strijd worden uitgevochten voor of
tegen God. Die tijd is nu aange
broken! Het communisme beweert
^eker te zijn van zi.in overwinning, om-
h®t, zoals men zegt, he* Christendom
■het al'een ziin kansen heeft laten
yoorbijgaan zonder ze te benutten,
•haar ook. omdat het de wereld van nu
Jticts meer te bieden heeft, dat in staat
s haar uit dt chaos te bevrijden.
Zn st'an wij on h"t ogenblik midden
Jh de grootste omwenteling aller tijden,
ftat het Christendom niets van zijn wc-
m ld red den de kramt heeft ingeboet, is
y®or ons een onloochenbaar feit, wat
hien daarover ook move denken. Even
*eer ziin wij er van overtuigd, dat. als
bf redding voor de Wereld mogelijk is.
h®ze alléén en uitsluitend van een
ghincipiële en algemene beleving van
esus' leer kan worden verwacht.
Het 1 gt natuurlijk voor dt hand,
uat wij, Christenen, hier zullen
moeten voorgaan. En d;t is nu
■bist de moeilijkheid! Dat dit een
Jhoeilijkheid is. moet zonder meer voor
~hs allen beschamend worden genoemd-
„el, dat er ergens een groep mensen
zo ge wilt, één enkele, in beslist
.-bensgevaar verkeért. Eén persoon,
onverschillig wie, maar iemand, die in
Se buurt is. beschikt over de kennis en
macht om die mens te redden. Nie
mand twiifelt er aan. dat die persoon
wn verplicht is onmiddellijk te helpen
h hij zèl het ook doen!
v Nu verkeert de hele mensheid in le-
fnsgevaar, niet alleen in tijdelijk,
^aar ook in bovennrtuurlijk levensge
ur. Alleen de Christenen beschikken
k[er de nodige kennis èn de macht om
w?.r de heloende hand te bieden. Dat
v'1 dat verplicht zijn" te doen, is geen
a eg Maar doen wij het?
ik kan men wel opwerpen: hoe zal
3'als enkeling, de wereld kunnen red-
dat1'- ^aren we maar al eens zo ver.
jjj ieder zich uit eerlijke bekommer
ds voor de geestelij' en zedelijke
st-,borde waarin wij leven, die vraag
On E>an waren ve zeker al een eind
bp jJeeh- Dan zou ook het antwoord
ehtw'e vraaK nie* z0 moeilijk ziin. Dat
danord immers kan geen ander ziin
ee bidden, bidden, bidden, en zelf
Au„ °Y-rtuigd christelijk leven le:den!
is genade! Zonder Gods hulp is
dep redding! En die hulp moet wor-
iiderafpebeden zonder ophouden, door
datl door allen samen. En wanneer
beEmt°°h nog ons leven aan onze leer
V'ag vmordt. dan zal niemand meer
kor,jA.het. Christendom van ontoerei-
0hZe a1 beschuldigen. Omdat dan
h°t t c'Pn het overtuigend bewijs van
D meendeel leveren!
Van r3ee„00rtc van Christus, de komst
dg j e 'erlnsser der wereld staat voor
nu de laatste dagen
bgg0n brhereidina in. Toen de Advenf
di« tiia bpn velen zieh voorgenomen
Jd zo goed mogelijk door te bren-
Manadag 15 December sloot de inzendingstermijn van de prijsvraag, welke
de Stichting „Honderd Jaar Kromstaf" heeft uitgeschreven ter verkrijging
van een ontwerp voor een op te richten Kruisbeeld. Deze prijsvraag is
een groot succes geworden, want niet minder dan 75 beeldhouwers zonden
ontwerpen in. Thans is het personeel van het Stedelijk Museum te Am
sterdam bezig de inzendingen uit te pakken. Maandag zal de jury, be
staande uit Mari Andriessen, mr. J. Derks, Jan Engelman, prof. U. P.
Esser, prof. Jespers en ir. C. Pouderoyen, bijeen komen om haar niet ge
ringe taak aan te vgtten. Op 16 Januari, na de uitspraak van de jury,
zullen de ontwerpen in het Stedelijk Museum tentoongesteld worden.
De minister van Oorlog heeft mede
gedeeld dat voor het volgen van bij
eenkomsten van het Humanistisch
Thuisfront vier dagen uitzonderings
verlof aan militairen kan worden ge
geven en dat bovendien een gulden
extra per dag wegens gemis aan levens
middelen kan worden uitbetaald. Deze
mededeling is toegezonden aan de com
mandanten van de garnizoenen Middel
burg, Wezep, Oldebroek. Nunspeet, Er-
melo, Havelte, Amersfoort, Assen, Oir-
schot en Wittenberg. Tegelijk met de
mededeling van de minister is een
schrijven van het Humanistisch Thuis
front aangeplakt, waarin tevens een ge
deeltelijke reiskostenvergoeding in uit
zicht wordt gesteld.
Deze maatregelen van het ministerie
van Oorlog, aldus verneemt het K.N.P.
van alleszins bevoegde zijde, wekken
alom in den lande bij confessionele
militaire kringen grote ontstemming en
ongerustheid. Men acht het een gevaar,
dat bij een voor het merendeel Christe
lijk leger publiciteit en faciliteiten
worden gegeven voor een a-godsdien-
stige, of zelfs, zoals vaak van humanis
tische zijde is medegedeeld, anti-gods
dienstige vorming. Men vraagt zich af
hoe dit te rijmen is met de verant
woordelijkheid van de minister om te
trachten voor de Christelijke jeugd de
Christelijke levenswaarden niet het
minste gevaar te laten lopen. Het be
zwaar. dat bij vele ouders uit moreel
oogpunt aan "de dienstvervulling vast
zit. wordt daardoor onnodig vergroot.
Bovendien vraagt men zich af of deze
maatregelen verenigbaar zijn met arti
kel la van het reglement op de Krijgs
tucht, waarin eenieder bij de krijgs
stand wordt verplicht tot het hoog hou
den van de godsdienst als de bron van
alle geluk en ware moed.
Naar het K.N.P. verder verneemt
heeft de minister van Oorlog laten
Advertentie
Heeft U de traditie van Uw ouders
overgenomen en een
gereserveerd bij
WARMOESSTRAAT 123—129
AMSTERDAM - Tel. 45972 - 45977
gen, er een tijd van boete en gebed van
te maken. Hoe staat het nu met dat
voornemen? Hebben wij het uitge
voerd? Of zijn wij stilaan weer in onze
oude sleur vervallen, zoda' alle bewust
zijn van in een bijzondere genadetijd te
leven is vervaagd? Ja, op deze manier
slagen wij er natuurlijk niet in de zaak
van God goed te behartigen. Half
heid bereikt in dit opzicht niets- Het
is nu eenmaal zó, dat Christus, Die
voor de wereld alles heeft over ge
had, ook van de wereld alles terug
vraagt. In haar eigen belang en voor
deel! Zolang ons Christendom beperkt
blijft tot de korte tijd, die wij 's Zon
dags in de kerk doorbrengen en dan
moeten we nog niet vragen: hoe?
kunnen wij niet verwachten daarmee
iets goeds voor de mensheid +e berei
ken. Pas wanneer wij anders, heel
anders zijn dan „de wereld"; wan
neer ons hele leven op de liefde en de
rechtvaardigheid is gebaseerd; wan
neer wij wéten en ook daarnaar han
delen dat wij met allen samen
één groot gezin vormen, waarvan alle
leden voor elkander verantwoor
de lijk zijn dan pas begint de mense
lijke samenleving een beetje te lijken
op Gods bedoeling. En nu is het zó,
dat alleen de verwezenlijking van deze
goddelijke bedoeling de enige voor
waarde is voor vrede, rust, orde, geluk.
Er bestaat geen andere mogelijkheid!
Deze waarheid is een onuitputtelijk
onderwerp voor overweging Het ide
aal zou zijn hee1 de wereld over enige
dagen in aanbidding rondom de kribbe
geknield te zien. Zo moest het zijn!
Oe werkelijkheid is helaas heel anders!
Maar ook dit staat vast: wij. Katholie
ken, hebben de nlicht er voor te zor
gen. dat tenminste zoveel moge-
1 ij k mensen zich om de Verlosser ver
dringen. Want de werkelijk rechtvaar
digen hebben een grote macht bij God!
Die tevens een grote verantwoordelijk
heid inhoudt!
Mn«e t laatste vooral in deze laat
ste dagen van voorbereiding uit ons
gedrag duidelijk blijken!
L'
weten, dat het Humanistisch Thuis
front voor een dergelijke vorming
nog dit jaar over een bedrag van
f 3-500 zal kunnen beschikken. Bo
vendien is toegezegc., dat voor het
volgend jaar ook de Marine voor
deze cursus in Humanistische vor
ming ir aanmerking zal kunnen ko
men. Voor 1954 is de subsidie nu
reeds op f 7.500 gesteld. Verder wordt
ons medegedeeld, dat in het kamp
Nunspeet elke avond op last van de
comma- dant twee legertrucks ter be
schikking staan om de militairen in
de gelegenheid te stellen Humanisti
sche cursussen te volgen.
Van katholieke zijde wordt aan de
katholieke militairen het bezoek aan
humanistische vormingscursussen in de
sterkste mate ontraden-
In het Decembernummer van de „Le-
gerkoerier", het officiële orgaan van de
Koninklijke Landmacht, is een Kerst
boodschap van Prins Bernhard afge
drukt.
In deze boodschap zegt hij o.m. het
volgende:
Wij wensen allen vrede, maar om de
ze te bereiken, te bewaren of zo nodig
te verdedigen, moet men te allen tijde
paraat blijven.
Aan de vervulling van deze wens
kunnen wij naast Gods hulp echter ook
zelf het nodige bijdragen. Wij moeten
ons bewust zijn van ons eigen vader
land, doch m de grote omlijsting van
de Westerse beschaving. Wij moeten
ieder op eigen terrein ons kunnen en
onze geoefendheid opvoeren tot dat
peil, waardoor zij, die de vrede in ge.
vaar zouden willen brengen, hierdoor
bi.i voorbaat weerhouden worden.
Speciaal gaan dan mijn gedachten
naar hen, die momenteel ver van hun
gezin en huiselijke haard, buiten onze
landsgrens of in vele gevallen
buiten Europa niet alleen hun plicht
doen, maar zoals in Korea reeds hun
leven inzetten om ons de vrede te
waarborgen.
Zoals bekend is 1 December de Pen
sioen- en spaarfondswet afgekondigd.
Enkele bepalingen van deze wet treden
1 Januari in werking. Zo zullen pen
sioen- en spaarfondsen en werkgevers
die een andere pensioenvoorziening voor
hun personeel hebben getroffen, zich
dan moeten aanmelden bij het ministerie
van Sociale Zaken en Volksgezondheid,
dat daartoe op verzoek formulieren toe
zendt. Deze aanmeldingsplicht houdt niet
in, dat de pensioenvoorzieningen reeds
aan de wettelijke bepalingen moeten zijn
aangepast. Het ligt n.l. in de bedoeling
de overige bepalingen van de wet eerst
over één jaar, 1 Januari 1954, in werking
te doen treden. Belanghebbenden heb
ben derhalve nog geruime tijd voor aan
passing van hun voorzieningen aan deze
bepalingen.
De Commissaris der Koningin in de
provincie Noord-Holland en baronesse
de Vos van Steenwijkvan Royen zijn
voornemens een Nieuwjaarsreceptie te
houden op Zaterdag 10 Januari 1953 des
namiddags van 3-5 uur ten Provinciehui
ze te Haarlem (ingang Paviljoenslaan).
De Staatscourant van Vrijdag bevat
een wijziging in het bepaalde in art. 13
van de beschikking ter uitvoering van
de wet tot wettelijke bescherming van
het diploma voor ziekenverpleging.
Hier wordt als volgt gelezen:
„De candidaat kan reeds op 21-jarige
leeftijd tot het examen worden toegela
ten, indien als bewijs hiervan een uit
treksel, als vorenbedoeld, wordt over
gelegd, vergezeld van een verklaring
van de leerling-verplegende, dat tot het
bereiken van de 22-jarige leeftijd In
het laatste opleidingsziekenhuis of in
een als opleidingsinrichting erkend sa
natorium voor lijders aan tuberculose
zal worden gewerkt of dat reeds wordt
overgegaan tot de studie voor de aan
tekening kraam- of kinderverpleging of
diploma B."
De werkgroepen in de Katholieke
Volkspartij hebben aan de leden van
het partijbestuur en de partijraad der
K.V.P. verslag uitgebracht over hun
werkzaamheden in de periode 1 Sep
tember tot 15 December. Daarin wordt
met betrekking tot de belastingen o.m
het volgende gezegd:
Alhoewel de overheid momenteel voor
grote financiële moeilijkheden is ge
plaatst, dient de ondernemer toch niet
zodanig belast te worden, dat zijn ini
tiatief wordt geremd. Enige beducht
heid werd ten deze uitgesproken. Boven
dien dient de inning van de belasting
zodanig te geschieden, dat de liquidi
teitspositie niet wordt aangetast.
Met het oog op het gelijkheidsbegin
sel drong men aan op zoveel mogelijk
terugdringen van de indirecte belastin
gen, De weeldebelasting moet beperkt
blijven tot werkelijk luxe goederen.
De belastingpolitiek mag de eigen
dom niet uithollen. Naar de mening
van enige werkgroepen is de tendenz
van de huidige belastingpolitiek. dat
door middel van de hoge tarieven so
cialisatie in de hand wordt gewerkt.
Het Eerste-Kamerlid Rip (AR) heeft
de minister van Sociale Zaken en Volks
gezondheid in verband met de toestand
van de Nederlandse emigranten in de
kolonie Ribeirao in Brazilië gevraagd of
de indertijd door de minister aangestelde
commissaris niet in zijn opdracht is ge
slaagd? Is de minister bereid, zo vraagt
het Kamerlid, mede te delen, of de com
missie van advies en bijstand haar werk
zaamheden reeds is begonnen, en zo ja,
of deze commissie in een behoefte blijkt
te voorzien?
Met een korte plechtigheid is heden
middag half drie in de NCRV-studio
de woning, welke de Verenigde Vak
bonden op bouwgebied voor het Ko
ningin Wilhelminafonds voor de Kan
kerbestrijding hebben gemaakt, offi
cieel aangeboden. Zoals bekend, is het
huis ter bewoning beschikbaar gesteld
aan de heer Johan Bodegraven, die als
succesvolle leider van de Haak-in-ac-
tie bijna drie millioen gulden voor dit
goede doel bijeen bracht. De woning
staat aan de Sterrelaan te Hilversum
en is inmiddels door de heer Bodegra
ven. die nog steeds geen woning in Hil
versum had, betrokken. Na afloop van
de plechtigheid hebben de vele autori
teiten een kijkje genomen in de wo
ning.
S0VAL' VISf: H.TT; ftlf f(U .4. N A A SM
?H :j Tm P<"V\C!-: c? ti-s
i?'" - f- ööiïf
Ongeveer tweehonderd Amerikanen, die
zich in April van dit jaar op buiten
gewone wijze hebben ingespannen om
Icet bezoek van Koningin Juliana en
Prins Bernhard aan de V. S. tot een
succes te maken, zullen van H. M. de
Koningin als blijvende herinnering aan
ho.ar bezoek een tegel ontvangen, die bij
de Porceleyne Fles te Delft werden ver
vaardigd. Het is een cloisonné tegel, van
ongeveer 15 cm in het vierkant, gesierd
met het Nederlandse wapen tegen een
blauwe achtergrond.
De Italiaanse gezant te Den Haag, de
heer Casto Caruso, heeft tijdens een
lunch de voorzitter van het Neder-
landsche Roode Kruis, ir. F. C. C. baron
van Tuyll van Zuylen, als dank van de
Italiaanse regering voor de Nederland
se hulp aan de door watersnood ge
troffen Povlakte, gedecoreerd met de
orde „Stella della Solidarita Itailana",
de ster van de Italianse solidariteit der
eerste klasse. De directeur van het
Roode Kruis, de heer A. van Embden,
ontving de ster der tweede klasse van
deze orde, evenals ir. Th. C. J. M. Rijs-
senbeek. directeur van het Veeteeltwe
zen, en S. G. M. baron van Voorst tot
Voorst, voormalig chef van de directie
Europa bij het ministerie van Buiten
landse Zaken en thans permanent ver-
tegenwordiger bij de Raad van Europa.
De heer J. P. van der Stoel, voorzit
ter van de centrale organisatie van de
veehandel, ontving de ster der derde
klasse in genoemde orde.
Eén van de goede dingen van de nieuwe complete vertaling van Dickens is,
behalve dat de mensen hem weer eens gaan lezen, dat er weer wat oude en
nieuwe meningen over hem loskomen. Hij komt weer eens in discussie en
dat is een goed ding. Al te lang is er over hem gezwegen, zoals er allengs dieper
over Sir Walter Scott ft 1832), Thackeray ft 1863), George Eliot ft 1880) en Gals
worthy ft 1933) gezwegen wordt. De gezusters Brontë, Charlotte ft 1855), maar
vooral Emily ft 1848; „Woeste Hoogten", één jaar voor haar dood verschenen),
zijn sinds kort weer uit het stof der historie opgediept; terecht, zeggen wij, anno
1952, maar hoe betrekkelijk is ons oordeel en hoe veranderlijk de geldende
smaak!
Chesterton, die in 1906
een bewonderend boekje
aan Dickens wijdde, zet ter
loops alle grote roman
auteurs der Victoriaanse
A Eeuw op een rijtje; maar
'Aj Emily, die wij de gróótste
vinden, blijft ongenoemd.
Haar eenzame ster, het ge
niale in haar demonische
mystiek, werd nog niet on
derkend.
Het gebeurt niet vaak,
maar toch vaker dan men
zich voor kan stellen, dat
een talent pas vele tiental
len jaren na zijn dood de
gemoederen in beweging
brengt.
- Om bij onze Groot-Britse
voorbeelden te blijven: tot
1947 was het onbekend, dat
de Schotse schaapherder
James Hogg, die tijdens zijn leven, van
1770 tot 1835, enige bekendheid genoot
als romantisch balladendichter, de ach
teraf meest verbijsterende roman op
zijn naam heeft staan, welke het tijd
perk van de internationale Romantiek
heeft opgeleverd! Die roman, „Confes
sions of a Fanatic", was sinds zijn ver
schijnen, in 1824, eenvoudig onopge
merkt gebleven. Allerlei oorzaken zijn
hiervoor aan te geven, maar feit blijft,
dat het boek pas meer -dan een eeuw na
Hogg's dood aan een herdruk en een
eerste woord van waardering kon toe
komen; een waardering, die toen ook
ineens overweldigend was. De roman
werd hier in '50 vertaald onder de titel
„De versierde dwaling, zijnde de ge
heime mémoires en bekentenissen van
een gerechtvaardigd zondaar" (Parel
snoerreeks)
Populair en grool
Met het gevoel „ontdekkingen" te
doen, verdiepen zich heden ten dage
maar weinig mensen meer in de wereld
van Dickens. Verlichte geesten hebben
hun hoofd geschud, toen die nieuwe
vertaling op stapel werd gezet. Wie
heeft er in deze tijd nu behoefte aan
Dickens?! Hij was populaür en hij was
groot beide kwaliteiten zal men hem
niet gaarne bestrijden maar zijn
psychologie is hopeloos verouderd. Hp
was een nationaal Engels instituut, dat
zijn eigen roem in stand hield zolang
het bestond, d.w.z. zolang Dickens
leefde, dat was tot 1870.
Zulk een instituut ten .eigen bate was
ook Shaw, maar zie eens, hoe snel zijn
glorie taant, nu reeds, nu hij amper
twee jaar dood is!
De Engelse literatuurhistorie wordt
wèl geschraagd door wonderlijke he
roën! Hoeveel jaren zullen er nodig
zijn vooraleer men George Bernard
Shaw, G. B. S., ontdaan van al zijn
anecdotes, rustig kan gaan herontdek
ken? Hoeveel jaren waren of zijn nog
Op verzoek van de Stichting 1853
1953 „Honderd jaar Kromstaf"
heeft de leiding van de Katholieke Na
tionale Bond voor Eerste Hulp Bij On
gelukken besloten, volledige medewer
king te verlenen bij de inzamelingsacties,
die door het gehele land parochieel zul
len worden gehouden. In de plaatsen
waar dit werk een afdeling heeft, zullen
de eventueel door de Stichting 1853
1953 gevestigde parochiële comité's ver
sterking ontvangen en in de parochies
waar geen comité werd opgericht, zal
dit door de eventueel aanwezige afde
ling E.H.B.O. geschieden.
Los van deze, door de Stichting 1853
1953 georganiseerde geldinzameling, be
reidt de leiding van de Katholieke Na
tionale Bond E.H.B.O. een grote attrac
tieve actie voor, welke een variant zal
zijn op de alom bekende pleister-actie
van Augustus. In plaats van een pleis
ter-actie zal een steentjes-actie worden
georganiseerd, waardoor het voor iedere
Katholiek op Zondag 15 Maart mogelijk
zal zijn het ideaal, hetgeen de leiding
van de Katholieke Nationale Bond voor
E.H.B.O. zich ten doel stelt, te verwe
zenlijken, n.l. op figuurlijke en letterlijke
wijze mede te bouwen aan de voltooiing
van de medische faculteit van de R. K.
Universiteit te Nijmegen via. het door de
Stichting 18531953 aan te bieden hulde
blijk. De Katholieke Radio Omroep en
de Katholieke Radio Gids hebben vol
ledige medewerking aangeboden.
Het hoofd van het militaire schiftings
bureau in Djakarta, de tweede luit. J. C.
Prinsen, heeft met het oog op de berich
ten betreffende uitwijzing van voorma
lige K.N.I.L.- en K.L-militairen de vol
gende verklaring uitgegeven: „Van een
algehele uitwijzing van voormalige K.L.-
en K.N.I.L.-leden is het militaire schif
tingsbureau niets bekend. De betrokke
nen behoren tot een groep van onge
veer vierduizend voormalige militairen,
die voor en na de souvereiniteitsover-
dracht op voor Indonesië onaanvaard
bare wijze zijn gedemobiliseerd. Aange
zien de datum, waarop de toen uitge
reikte toelatingskaarten aflopen, met
rasse schreden nadert, betekent dit auto
matisch het einde van een bijzonder
groot aantal van de destijds door de Ne
derlands-Indische regering uitgereikte
toelatingskaarten. Het militaire schif
tingsbureau gaat daarom normaal voort
met zijn werkzaamheden, namelijk het
al dan niet toekennen/uitreiken van toe
latingskaarten op basis van de algemene
en' militaire veiligheid", aldus de me
dedeling van tweede luit. Prinsen.
Op de oproep van „Door de eeuwen
trouw" voer deelneming aan een Kerst
pakkettenactie voor de Ambonezen zijn
momenteel giro- en postwisselstortingen
voor een totaal bedrag van f 12.898.60
binnengekomen.
nodig vooraleer de critiek Dickens als
verbeeldgr lós zal zien van de Engelse
„middle class", wier belangen hij ver
tegenwoordigde? Zijn populariteit bij
alle kleine luiden is hem bijna onmid
dellijk na zijn dood aangewreven als
bewijs van zijn artistieke benepenheid
Dat bewijs doet nog altijd opgeld, hoe-
wel telkens weer een toegewijd lezer
hem „ontdekt" als middelpunt van een
wereld die uniek is.
Chesterlon over Dickens
In 1906 heeft Chesterton die ontdek
king gedaan. Gilbert Keith Chesterten.
of G. K. C. zoals men hem institutio
neel wel stelt tegenover G. B. S„ ge
droeg zich volgens de verhalen van
zijn geboorte af als het geïncarneerd»
gezonde verstand.
Sinds 1936 is deze scherpzinnige
Londenaar dood, maar zijn legendari
sche figuur is nog altijd onsterfelirk,
en, wat méér zegt, die' legendarisch®
grootheid belemmert ons uitzicht niet
op zijn ware grootheid; zij vormt geen
beletsel hem te lezen.
Deze Chesterton dan is momenteel
dé man om Dickens te introduceren:
Charles Dickens als Europeaan en als
authentiek Engelsman, als fantast en
als onverbeterlijk werkelijkheidswaar
nemer, als man van het grote en als
man van het kleine, in één uitdruk
king: als schepper van die heel eigen
wereld, die behaaglijk schuil gaat in
de ergste Londense mist, die men zich
denken kan.
Zo'n dikke mist, als een paar weken
geleden over West-Europa hing, is no
dig om zich voor te stellen wat Dickens
te betekenen heeft. Wanneer men op
„klaarlichte" dag nergens de overkant
van de straat kan zien, dan zijn voor
een ogenblik Haarlem en Amsterdam,
Delft en Apeldoorn, gelijkelijk de at
mosfeer van old foggy London rijk.
Een mist, die men kan snijden, zegt
Dickens; .als een koek, zegt Ches
terton. Dickens hield van de mist op
een bijzonder appetijtelijke manier. In
het eerste van zijn kerstverhalen, het
populaire „Kerstlied ifi proza", typeer
de hij het meest wezenlijke van de
mist in één vergelijking, toen hij sprak
over de dikke lucht alsof de „Natuur
op grote schaal aan het brouwen was".
Dit aanvoelen van die dikke atmosfeer
als iets dat je kimt eten of drinken, iets
dat niet alleen stevig, maar ook aange
naam is, kan misschien bijna krank
zinnig lijken, maar het is geen overdrij
ving van de emotie van Dickens. Ér
bestaat een doorlopend vooroordeel te
gen mist en Dickens is misschien zijn
enige dichter, aldus Chesterton. De
mist is in zijn romans een vorm van
uitwendige druk, die het leven tot be
haaglijkheid comprimeert.
Mist maakt de wereld klein in de
zelfde zin als de gewone uitroep:
„wat is de wereld toch klein", be
doelt te zeggen, dat de wereld vol
vrienden is.
Mysterie der menselijke warmte
Dickens zat in het zomerse, zonnige
Italië, toen hij zijn buiselijkste en meest
mistige Engelse kerstverhalen schreef.
Hij miste daar de mist. Hij miste daar
de goede geest van het Kerstfeest, waar
van hij niet zozeer de godsdienstige in
tentie waardeerde als wel het mysterie
van de menselijke warmte, waarin
iedereen eind December baadt.
Bijna geen roman van Dickens, of
tenminste één hoofdstuk er in is gewijd
aan Christmas. Dit feest staat centraal :n
zijn wereld, die een wereld vol vrienden
is. Zelfs de felste anti-Kerstmis-karak-
ters, zoals de beruch
te Scrooge Mar-
ley, die geen penny
voor een kalkoen
of een pudding over
hebben, maakt hij
tot vrienden. Van
meet af aan rekenen
wij op hun „beke
ring". Zij zijn het
dan ook niet die be
keerd worden; wij
zijn het! Geen mens,
die uit de wereld
van Dickens terug-
stapt in onze we
reld met een on
vriendelijk gezicht
NICO VERHOEVEN
in de Prisma
reeks van Het Spec
trum te Utrecht ver
schijnt de complete
Dickens in 32 deel
tjes. Momenteel is
hij voor een derde
uit. Zo juist ver
scheen het deeltje
„Kerstverhalen",
verlucht met de
ocirspronkelij ke
prenten. In de Pris
mareeks verscheen
onlangs ook het
boekje „Chesterton
over Dickens".
door ANTONIA WHITE
Vertaald
door
J. W. HOFSTRA
89
Als Clara uit de gunst was en ze za
ten met z'n drieën voor de haard in de
leskamer als Charles uit bad was en
en nog niet in bed. dan placht ze de
slaperige Charles op haar schoot te
trekken en te fluisteren: „Hij is Nan
nie's jongen, Nannie's eigen kleine
hondje." Ze keek dan naar Clara met
een uitdrukking van triomf en medelij
den op haar gezicht. Maar als de situa
tie omgekeerd was, kon het spannen
tussen haar.
Op zekere avond toen Clara op het
punt stond naar bed te gaan en zich
reeds was uitgekleed en haar haren
losgemaakt, hoorde ze een angstig
roepen in Charles' slaapkamer.
„JofferJoffer!" Het gesnik ont
aardde in gillen.
C'ara aarzelde. Toen herinnerde ze
zich. dat Nan verkouden was en niet
bij Charles sliep. Ze schoot vlug in
haar kimono en holde de gang op. Toen
ze het licht aandraaide, zag ze Charles
met een van angst vertrokken gezicht
in zijn bed zitten. Zijn ogen waren wijd
opengesperd, maar ze begreep, dat hij
nog vast in slaap was en last had van
een nachtmerrie. Ze sloeg haar armen
om hem heen en suste hem, terwijl hij
maar door bleef gillen. Toen hij uit
zijn boze droom ontwaakte, klampt»
hij zich heftig aan haar vast en wilde
haar niet laten gaan. Tenslotte kreeg
ze hem zover, dat hij beloofde te pro
beren te slapen op voorwaarde, dat zij
bij hem bleef. Zij draaide het licht uit,
zodat er geen ander licht was dan van
het stervende haardvuur afstraalde en
van het lampje voor het beeld van
Onze Lieve Vrouw, Ze nam zijn warme
handje in de hare en begon zachtjes
tegen hem te praten. Hij had toch een
engelbewaarder, misschien was het St.
Michael zelf met ziin zwaard en zijn
harnas. Ze vertelde hem oude legenden
van de H. Maagd, die ze van de nonnen
had gehoord. Net toen zijn ogen weer
waren dichtgevallen en zijn hand uit
de hare gleed, kwam Nan met een
kaars binnen. Ze was ook in kimono en
twee rode vlechten vielen langs haar
witte gezicht,
„Wat voert U hier uit. Juffrouw
Batchelor? U houdt de jongen maar
uit zijn slaap. Het is al over elven!"
„Charles had een nachtmerrie," zei
Clara haar woede inhoudend. „Hij gilde
zo hard, dat ik ben gaan kijken wat er
aan de hand was."
„Ik geloof er geen steek van." fluis
terde Nan „Je bent, hier natuurlijk naar
binnen geslopen zo gauw ik mijn rug
gekeerd had en hebt hem met Uw zotte
verhalen de stuipen op het lijf gejaagd.
U moest wijzer wezen op Uw leeftijd."
„Stil toch. Nan," fluisterde Clara- „Ik
heb hem weer in slaap."
Maar Charles was weer wakker ge
worden van hun gefluister.
„Ga weg. Nan," riep hij. „Ik had een
lelijke droom en heb om Joffer geroe
pen. Ik heb haar geroepen en jou niet.
Ik wil Joffer bij me hebben."
Nan's bleke gelaat werd nog spook-
achtiger. De kandelaar sidderde in haar
hand en de schaduwen van de vlam
trilden over haar van haat vertrokken
gezicht.
„Best, jongeheer Charles," zei ze met
een zeer diepe stem. „Ik ga al. Ik ga
weg, maar dan kom ik nooit meer
terug."
Charles keek zo geschrokken, dat
Clara gauw zei: „Hij beseft niet wat
hij zegt. Je bedoelt het niet zo, hè
Charles?"
„Ik meende het wel," zei hij uitda
gend om zijn angst niet te laten blij
ken.
„Ik moet weer naar bed. En jij moet
weer gaan slapen."
Maar hij hield haar vast.
„Blijf bij me Joffer. Stuur Nan weg,
dat nare spook"
„Weet wat je doet, jongeheer
Charles en U ook, Juffrouw Batchelor.
Ik zal een hartig woordje over U spre
ken morgenochtend met mevrouw."
Nan's ogen schitterden van haat.
,,'t Is misdadig zoals U zich hier inge
drongen heeft. U speculeert op het
goede hart van dit schaap. U moest zich
doodschamen, 't is een schande. U bent
niet geschikt. U heeft het recht niet
Ze tierde maar door tegen Clara. Haar
stem werd iedere zin luider.
Charles zag verschrikt en geboeid
toe. Clara beefde van het hoofd tot de
voeten, maar had genoeg zelfbeheersing
om haar mond te houden. Tot haar op
luchting ging de deur open en trad
Lady Cressett binnen. Het grijzende
bruine haar loshangend en gehuld in
een blauwe peignoir geleek ze een
Vlaamse Madonna. Nan verstomde toen
ze haar in het oog kreeg.
„Wat is hier aan de hand? Is Charles
niet goed...?
Nan en Clara gaven geen van beiden
antwoord. Ze ging op Charles toe, die
alles omstandig ging uitleggen.
„Ik begrijp het schat." zei ze rustig.
„Ga jij maar naar je kamer. Nan en jij
ook Clara. Ik blijf nog wel even bij
Charles."
Nan en Clara gingen alle twee door
een andere deur de slaapkamer uit.
Weer terug in haar kamer, was Clara
te veel van streek om direct in bed te
gaan of om zich verder voor de nacht
gereed te maken. Als een zielig hoopje
ellende zat ze in elkaar in een stoel,
zich vernederd voelend, maar toch
ook met iets van triomf. De gekste ge
dachten raasden door haar hoofd. Het
ene ogenblik stelde ze zich voor dat
Nan op staande voet ontslagen zou wor
den dat Lady Cressett haar zou sme
ken voorgoed haar intrek op Maryhall
te nemen, en het volgende ogenblik
nam ze zich voor de volgende dag stil
letjes te vertrekken en begon al een
ontslagbrief op te stellen. Toen er
zacht op haar deur geklopt werd. schrok
ze schuldbewust op. Het was Lady
Cressett.
„Ik zag dat er nog licht bij je
brandde. Mag ik even binnenkomen?"
Alstublieft!" ze sprong op en l*od
Lady Cressett haar stoel aan.
„Nee. ik zal niet gaan zitten, Clara,
je ziet er uit of je ziek bent." Ze
legde haar hand onder Clara's kin
hief haar hoofd op. „Je moet je niet zo
van streek laten maken. Je trekt je
alles veel te veel aan."
„Ach," zei Clara ongelukkig.
„Morgen is ze weer bijgetrokken, dat
weet ik zeker. Je ziet toch wel ia^et
ze alleen maar zo doet, omdat ze Z8»®ci
van Charles houdt?"
„O ja."
„Zal je haar lelijke woorden ver
geven?"
(Wordt vervolgd).