Het meisje met de grote voeten
Salvatore heeft lak aan de kalkoenen
Amerikaanse militairen vieren Kerstmis
„thuis" in Nederland
Boerenbusjes voor de
N.O.-polder
Vrouwenkrans breit voor
Koninklijk gezin
Nieuw De la Mar-theater in
Amsterdam in gebruik
PAUSELIJKE GIFT
KERSTVERTELLING
DOOR
JAN ELEMANS
P.T.T. volgt Amerikaans
voorbeeld.
Voor Kath. vacantiehuizen
en jeugdherbergen in
Nederland
WOENSDAG 24 DECEMBER 1952
PAGINA 4
twaalf slagen vallen door het dakven
ster naar binnen; keurig, een voor een
tuimelen ze over de stoel met mijn
Zondagse kleren de slaapkamer binnen.
Ik ren het bed uit en steek mijn hoofd
buiten de pannen. Als een droomland
schap ligt ue witte polder voor me in
een overvloed van helder maanlicht. En
daar zijn ze Gelijk twee enorme meeu
wen komen ze laag over de boomgaard
recht op me aanvliegen. Zoevend strij
ken ze langs me heen om op ingehouden
vleugels langs de hooiberg heen te
draaien en tussen de canadasseii te ver
dwijnen. Ze zijn de hoek al om, als de
Gloria-banderolle nog achteraan komt
en de hemel is vol bazuingeluid en
prachtig gezang. Ze komen niet meer
terug en ik ga de trap af- De koeien
staan eerbiedig overeind- Er is er niet
één bij die durft te herkauwen. Als ik
over het muurtje kijk, zit het varken
op zijn achterste in het stro. Na zoveel
emoties heefi het zich niet meer voor
de volle honderd procent kunnen ver
heffen. De voorpoten gestrekt, staart
het vol ontzag de oneindigheid in: de
zelfde waarin het eerstdaags als een
soort Stephanus zal verdwijnen.
ijskoud water overspoelt me. Ik ga ten
onder. Er is geen rib meer of ze doet
me pijn. Als een strobos door een dors
machine, zo wordt ik geradbraakt door
de rooie knuisten van de stoepmeid. De
bamboeschuier is een folterwerktuig.
Niets méér. Niets minder. Ze hanteert
'm bijzonder hardhandig, 'nu ze merkt
dat ik 't verdom om te schreeuwen. Ik
kan 't zo koud niet hebben, of diep in
me brandt een weldadig, warm gevoel.
Het is lets van een triomf. „Hesje",
schreeuwt Sien opeens, „trek je hemd
aan, want zoveel fraais is het niet, dat
je kunt laten zien". Ik reb Hesje wel
duizend keer voor haar hemdje zien
staan en ik moet Sien toegeven dat er
interessanter dingen zijn. Ze zegt het
evenwel op zo'n snerpende toon, dat
mijn aandacht onmiddellijk is getrok
ken. Ik heb mijn ogen echter
nog niet open, of ik word door
de groene zeep als door een venij
nig soort zoutzuur overvallen. „Hulp,
Hulp!" en ik spartel en draai en
ga te keer alsof ik door 'n zwerm hor
zels word aangevallen. „Hulp, moeder,
moeder, ik wordt blind!" In al die
ellende, zo weerloos als ik maar kan
zijn, krijg ïk het zwaarste pak slaag dat
ooit aan iemand is toegediend. „Vlegel",
hijgt Sien. „Dan denk je met kinderen
te maken te hebben en daar zit me zo'n
aap op de vigilie van Kerstmis notabene
en terwijl je 'm in handen hebt, door
je vingers te gluren. Sta je aan zo'n
smeerlap al je dure zeep te ver „eren!"
Ik ben geradbraakt, als ik weer op
den droge kom. Als een nieuwe aard
appel verlaat ik de kuip. De vellen han
gen er bij.
Tegen een uur -of vier in de ochtend
gaan overal in de polder de lampen
branden achter de bevroren raampjes
in de her en der verspreid liggende
boerderijen. De honden beginnen te
blaffen en de maan hangt nu aan de
andere kant van het dorp en veel lager
dan gisteravond. Maar ze is vriende
lijker dan ooit en boordevol. De glas-in-
lood-ramen van de kerk staan hoog en
helder in de nacht. Als de klokken
kleppen, stapt de familie Ploeg in de
Voor voltallig uit een zijdeurtje in de
hoge sneeuw. Het gebaande pad is
maar smal. Het dwing* ons in een gan-
zenrijtje. Pa voorop. Dan moeder. De
rest ten naaste bij in de volgorde van
het trouwboekje. Om de weg te bekor
ten stappen we bij het duikertje over
op de wetering. Het loopt prettig over
het ijs. Het geeft het idee van iets
slims, iets menswaardigs. Midden in de
nacht over ijs, dat is wel het gevaar
lijkste wat er is. Maar het is zo veilig
ais wat. .achter pa, met het maanlicht
in zijn gele klompen. Achter moeder.
Een witte kerstglans staat om haar reus
achtige witte poffer. Plotseling springt
met enorm gekraak een onzichtbare
scheur voor pa uit. „Kraakijs is geen
braakijs", .zeg ik, want ik ben bang.
Mijn woorden zijn nog niet koud, of pa
staat tot zijn oksels in het water. Als
Ewardje puur van de zenuwen begint
te lachen, valt pa zo heftig uit, dat de
kerkgangers in de buurt ook wel ge
dacht zullen hebben: moet je die Ploeg
in de Voor daar horen! „Vloek toch
niet zo", zegt moeder, „en dat nóg wel
in de Kerstnacht!" „Verdomme",
schreeuwt pa, ..ik vloek niet". En tot
Fien: „Ik wou dat jij met je liturgie en
worstebroodjes hier stond. Ik zet van
m'n leven geen klomp meer in de
kerk!" En tegen ma tenslotte weerr
„Geef me maar een hand, dan kom ik
er uit!" Ze gaat naar hem toe. Het be
gint opnieuw te kraken. Met z'n allen
nemen we een duik naar moeders rok
ken en in een wip de hele familie
van element veranderd- Een keisthemel
is gehorig en kinderstemmen dragen
ver. De mensen in het dorp zullen zich
wel afgevraagd hebben: Is het nu
Kerstmis of Onnozele Kinderen? Het
kleine grut wordt inderhaast van een
wisse dood gered. Er wordt geen woord
gesproken op de terugweg en vóór we
thuis zijn. heeft moeder ons al wel
driemaal overgeteld.
Van een Zalig Kerstfeest komt weinig
Een Italiaanse Minderbroeder
heeft in de dertiende eeuw in een
visioen gezien, wat er in de Kerst
nacht in de stal van Bethlehem is
gebeurd. Een medebroeder heeft
dat opgetekend en er zelf nog bij
zonderheden aan toegevoegd. Som
mige détails uit het verhaal vindt
men terug tot in de schilderkunst
van de achttiende eeuw. Zo ver
telde de Minderbroeder, dat Maria
leunde tegen een zuil, welke zich
daar bevond, en dat de H. Jozef
hooi uit de kribbe nam en dat aan
de voeten van de H. Maagd neer
legde. De Nederlandse kunstschil
der Hugo van der Goes, die tegen
het einde van de vijftiende eeuw
in Italië werkte, schilderde de zuil,
op bovenstaande reproductie te
zien, het eerst. Op de voorgrond
ligt nog het busseltje hooi. Jozef is
een wel hulpeloze oude man in de
Middeleeuwse voorstelling. Enge
len en herders omringen de H.
Maagd, die haar Goddelijk Kind
aanbidt.
meer terecht. Sien is een en al bereid
willigheid. Ze straalt van vrede. Het is
beklemmend stil aan het ontbijt. Fien
durft met haar rode linten en worste
broodjes niet voor de dag te komen.
Met pa is geen iand te bezeilen. Hij
gaat om. zo te zeggen waar we met
z'n allen bijzitten op deze hoogtij
dag niet eens naar de kerk. Hij ver
domt het. Ais moeder aandringt, verrekt
ie'het zelfs. Dan zeg je maar niets
meer. Dan laat je hem maar zitten. En
gezeten heeft hij! Als een blok. Uit pro
test in de slechtste werkplunje die hij
heeft kunnen vinden.
Fien is een minder gemakkelijk
slachtoffer. Drie maanden nonnenschool
hebben haar een vreemd taaltje in de
mond gelegd. Van September af heb
ben we haar niet meer gezien. Nu is ze
terug, op een wonderlijke manier zelf
standig. Waai ze al geen critiek op
heeft! Ze schermt mei vreemde theo
rieën over huiselijkheid en gezelligheid
en 't is niet liturgisch, als de helft van
't gezin in bed blijft, wanneer de nacht
mis begint. Ja, wat weten eenvoudige
boerenmensen ook van zulke moeilijke
dingen? Tot nog toe ging óf vader óf
moeder. Zohder kinderen, want dat was
zo'n gesleep door het donker. Van een
duidelijk Kerstmaal was al evenmin
sprake geweest. De gewone Zondagse
pot 's middags en verder het zelfgebak
ken brood met als toegift, de man een
snee krentenmik. Jaren en jaren is zo
bij oïls in de streek Kerstmis gevierd.
Nu is na drie maanden afwezigheid
ons Fien weer thuis. Ze heeft het
over gezelligheid en liturgie en heel *t
gezin moet en zal morgen om vijf uur
naar de nachtmis. Daarna gezamenlijk
ontbijt met rode linten over een kraak
helder tafellaken en in nlaats van een
onnozele snee krentenmik worstebrood
jes, een hele schaal vol, warm en dam
pend en iedereen zoveelhij blieft. Ze
heeft 't recept meege"kregen en als ze
alles vanavond klaar maakt, is 't nog
maar een kwestie van even in de oven
zetten morgenochtend. „Het gebeurt
niet", beslist Sien. Pa is niet geïnteres
seerd. Hij schiet in zijn klompen en gaat
het dorp in. Even naar de pastojr en de
barbier. Moeder zegt nooit veel. Ze
houdt van stilte en rust- Maar ze is de
hele dag al zó trots op Fien. Wijs eens
één deernke aan in heel het dorp dat
zo bijdehand is? Ze weet van alles.
Zelfs hoe je bloemen in een pot moet
zetten. Nooit een even aantal, dat is
verkeerd. Wie weet dat in 't dorp, be
halve Fien? Niemand! En waarom het
kind dat allemaal voor duur geld laten
leren, als ze 't niet in practijk mag
brengen?
Met name in Amerika kent men voor
de postbestelling op het platteland,
waar boerderijen vaak een eind van de
weg af gelegen zijn. postbussen langs
de weg, in welke de postbode zijn te
bezorgen stukken deponeert, die dan
door degene, voor wie ze bestemd zijn,
daar worden weggehaald. Tezelfdertijd
benutten de belanghebbenden deze
postboxen om daarin hetgeen zij aan
de post mee te geven hebben, neer te
leggen; de P.T.T.-besteiler neemt deze
stukken dan meteen mee.
Reeds enige tjjd is bij de P.T.T. In
ons land In studie of dit systeem voor
het platteland te onzent kan worden
nagevolgd. Dit onderzoek heeft er toe
geleid, dat binnenkort als proef in de
Noord-Oost-poIder waar men juist
ook veel te maken heef. met boerde
rijen die niet direct aan de weg liggen
soortgelijke postbussen, als in de
Verenigde Staten in gebruik zijn, zul
len worden geplaatst.
Eind Februari van het volgend Jaar
zullen deze eerste „boerenbusjes", zoals
men ze in de wandeling noemt, worden
opgeleverd. Ze- worden zo gemaakt, dat
ze gebruikt kunnen worden voor
keer in tw'ee richtingen".
Wanneer deze boerenbusjes in het ge
bruik blijken te voldoen, ligt net' in de
bedoeling ze ook elders ten plattelande
in te voeren.
Als hij tegen een uur of zes een half
pond krultabak vernietigd heeft, stuurt
hij ons om een onbenullig vergrijp „en
masse" naar bed. Moeder is maar een
klein, tenger vrouwtje, wanneer ze
haar poffer niet op heeft. Ik zie dat
plotseling als ze nog even bovenkomt
en ons onder de dekens nog ^en Opge
warmd worstebroodje in de hand stopt.
Het aroom is er af. Eén voor één vallen
de broertjes en zusjes in slaap. Op den
duur houdt ook Fien op met huilen.
Beneden rinkelen- de borden af en toe
op tafel. Dat zijn pa en ma. Er staat
vanavond geen maan in het dakraam.
Pa heeft de hele dag niks gezegd, an
ders had ik kunnen weten dat er sinds
vanmiddag sneeuw in de lucht zit. Het
laatst wat ik hoor zijn een paar vries
ganzen, in het donker op doortocht naar
een beter lana. Er zijn geen sterren. De
hemel boven onze polder zit potdicht.
De vrouwenkrans van Niersen op de
Veluwe wordt ieder jaar met geschen
ken van de Koningin verrast. Als tegen
prestatie heeft de krans dit jaar voor
de Prins een paar grijze handschoenen
gebreid, voor de Koningin een paar
„aanpakkers" gehaakt en voor de prin
sesjes schortjes en slofjes gemaakt.
Op het Kerstfeest, dat de Koninklijke
familie Dinsdag op Het Loo heeft ge
houden, heeft de Koningin persoonlijk
mevrouw M. Mannessenvan Gortel, de
voorzitster van de krans, voor deze
Zodra Sien 't pleit venoren heeft,
smijt ze da deur met een smak achter
zich dicht. Ze is naar bed, voor wie 't
nog niet weten. Ze slaap net boven de
keuken. Bons, bons, dreunen even later
haar kousevpeten. Een uur na datum
nog draait ze zich zó driftig om onder
haar.dekens, dat het matras kraakt, als
of niet ,-,ien, maar een boze nijlpaard
moeder zich boven onze hoofden naar
droomland wentelt. Onderwijl zitten
wij met z'n allen-vol bevonde± g de
werkzaamheden van Fien te volgen.
Bloedrode vleeslijfjes wikkelt ze in
witte dekentjes van deeg en zo ontstaat
uit haar nijvere handen het ene worste
broodje na het andere. Als jonge biggen
komen ze keurig naast elkaar in een
rijtje op de bakplaat te liggen- Het ver
tedert ons zo, dat we ons op het eerste
teken gewillig naar bed laten brengen.
De oude Spieghel-school in de Mar-
nixstraat is al enkele jaren geleden tot
schouwburg verbouwd, maar hij wilde
toen toch niet erg in trek komen. Hij
heeft lang ongebruikt gestaan, en ei-
zijn plannen geweest om er een bios
coop van te maken, maar twee bioscoop
directeuren en Wim Sonneveld hebben
er per slot van rekening toch weer een
nieuw schouwburgje in onder gebracht,
met meer zwier en kleur ingericht dan
vermoedelijk indertijd, kort na de oor
log, mogelijk is geweest. Gisteravond is
het met enige feestelijkheid geopend
zoveel avondtoilet hebben we in lange
tijd! in geen Amsterdamse schouwburg
bijeen gezien en met twee gongsla
gen van de burgemeester, mr. Arn. J.
d'Ailly, die daaraan een speech met aar
dige kwinkslagen vooraf had doen gaan.
Terwijl dat alles aan het gebeuren was
had men dan al overvloedig de gele
genheid om waar te nemen, dat men nu
inderdaad in een schouwburgzaal zat,
van geen weidse afmetingen weliswaar,
maar met niettemin een plezierige ruim
te, de wanden in grote, door sierlijke
lijnen van elkaar gescheiden rode en
groene vlakken, een licht plafond en
intieme zitjes onder het nieuwe, speels
aangebrachte balcon; een zaal, waar
voor men een goede combinatie gevon
den heeft van de zwier van de roman
tiek met de soberder smaak van de he
dendaagse tijd, en dat schept een sfeer,
waarin de schouwburgbezoeker zich
thuis voelt.
Wel is gisteravond gebleken, dat de
ruimte buiten de zaal bij een uitver
kocht huis te kort schiet om het bezoek
binnen een redelijke tijd in het bezit
van de koffie te brengen en in de eigen
lijke koffiekamer staan een paar zuilen,
die men op een merkwaardige, maar
niet bepaald fraaie manier heeft opge
sierd.
Intussen was men daar dan ook bij
een om het gezelschap van Wim Son
neveld zyn nieuwe domein te zien in
wijden, waartoe „Het meisje met de
grote .voeten" diende. Dat gezelschap is.
na zijn laatste optreden in het Leidse-
pleintheater, uitgebreid, zonder dat het
zijn oude, vertrouwde gezicht heeft te
rug gekregen. Met deze samenstelling
■zou men ook het vroegere genre wel
licht niet meer helemaal aan kunnen,
maar het genre van nu ligt in ieder ge
val op een lager niveau. Het is vooral
zwak in zijn teksten die van Annie
M. G. Schmidt doorgaas niet te na ge
sproken en daar lijdt ook Wim Son
neveld zelf onder; het is ook dikwijls
zwak, of althans weinig beheerst in zijn
spel. Een scène als in het begin „Het
Havenkwartier" is een nare, tamelijk
banale vertoning, gespeend van humor.
Conny Stuart kan in de parodie op
„Butterfly" bijvoorbeeld verbazend
gek doen, en men lacht daar ook onbe
daarlijk mee, maar het laakt zo gemak
kelijk los van alle inhoud en dan ver
dient het de naam kleinkunst niet meer.
Soms niettemin flitste er weer iets van
de oude, welbeheerste dwaasheid van de
uitgekiende zotternij dóór het gezel
schap heen bij Emmy Arbous, bij Di-
ny de Neeff, bij Wim Sonneveld, bij de
plaatsvervanger van Albert Mol, en de
fantastische danser Roy Carr is een
goede aanwinst, zodat men, nu de be-
slommerende voorbereidingen voor de
opening achter de rug zijn, vermoede
lijk weer naar betere dingen uit kan
zien.
De directie stelt zich trouwens voor
om in het theater niet alleen de klein
kunst aan het woord te laten, zo kwam
Wim Sonneveld aan het slot van de
avond nog verklaren. Hij zelf kreeg van
zijn gezelschap twee schilderijtjes ca
deau, vergezeld van twee zoenen van
Emmy Arbous, die daar het woord bil
had te voeren. R
Een van de best geslaagde scènes nil
Sonneveld's cabaret „Het meisje met de
grote voeten" is de parodie op de mO0
deshows.
Ais moeder weg is, lig ik nog een
hele poos wakker in het donker.
Met wijd opengesperde cgen tus
sen Ewardje en Machuutje, die al slie
pen toen de lamp nog niet uit was. De
maan staat in het dakvenster en ik heb
maar één doel, voor ogen: wakker blij
ven tot twaalf uur. Om de twee enge
len te zien en de Gloria en de bazuin
te horen, lussen acht en negen val ik
in slaap. Maar in mijn droom hoor en
zie ik duidelijker dar ik wakker ooit
gekund zou hebben. De eerste van de
Een nalf uur iater roept Sien de
blagen van links en rechts bijeen.
Van al mijn overmoed is niets
meer over. We zullen gewassen
worden in net water dat voor het var
ken tevergeefs werd neet gestookt.
Drie, vier emmers kletst ze in de grote
zinken teil. Als een zielig troepje staan
we in de bijkeuken al bij voorbaat te
rillen. De bloemen fonkelen op de ra
men. Brrr! Hesje vraagt of het niet in
de warme keuken kan gebeuren. Dat
kan ze net denken! Die Is nog geen uur
geleden geschrobd en ze zou er opnieuw
een zwijnenstal van willen maken?
„Niet teuten", zegt Sien. „Of moet ik
soms een handje helpen?" Liever niet.
..Moet Fien niet?", bibbert Hesje weer.
Die is bij de zusters in het bad ge
weest. Sien schenkt nog een emmer
koud water bij. Overdadige hitte is
maar verwennerij. Het is een schamel
troepje Ploeg in de ^ooi' dat op de
mat staat te huiveren. Er is er niet één
bij die Sien nu niet haat. Wat er echter
ook op haar is aan te merken, niet dat
ze, éls ze iets onder nandén neemt, dit
'niet grondig doet. Liesbetje en Hesje
gillen tegen elkaar op. Ewardje en
Machuutje kun je ook tot ver voorbij
Bastenburg horen. Ik hide morele
steun van Looi'achter me. Ik geef geen
kik. Ook niet als ik haar natte, harde
handen in mijn nek voel. Het water is
niet bepaald helder meer. „Ogen dicht",
zegt Sien en in minder dan geen tijd
zit ik van onder tot boven in een laag
groene zeep. Een operatietafel kan geen
groter verschrikking zijn- Een zee van
men voor wildvreemden de
deur wagenwijd openzet en
zelfs tot onze niet geringe
verbazing op de Neder
landse steden zelf. De Ame
rikaanse autoriteiten kunnen
echter natuurlijk niet iedere
militair deze gelegenheid
geven. Via de Amerikaanse
veldpredikers, aalmoezeniers
en de militaire commandan
ten vindt daarom een zekere
selectie plaats en hoe streng
die is blijkt wel uit het feit,
dat van Salvatore's vierde
divisie, ongeveer duizend
man sterk, slechts zes mili
tairen in aanmerking kwa
men.
Van de andere kant bele
ven ook de Nederlandse ge
zinnen veel plezier van hun
gasten. Dit niet in het minst
dank zij allerlei amusante er
varingen zoals die van een
twee en twintig jarige Am
sterdamse, die voorzien van
het afgesproken herken
ningsteken aan de trein de
gast van de familie opwacht
te en toen tot haar niet ge
ringe verbazing een breeduit
glimlachende neger op zich
af zag stappen.
Zonder enige propaganda
heeft zich het aantal gasthe
ren dan ook gaandeweg en
ongemerkt uitgebreid en zon
der al te veel moeite kan de
toeloop daardoor nog steeds
worden opgevangen. Nieuwe
vrijwilligers in en rond de
hoofdstad zijn echter zeker
niet onwelkom. „Adressen?
Hoe meer hoe liever", vindt
aalmoezenier Cools, die men
in de Haarlemmer Houttuinen
49, in Amsterdam schriftelijk
bereiken kan.
genheid te stellen weer eens
iets van de huiselijke intimi
teit te laten proeven. Het
Amsterdamse gemeenteraads
lid mr. C. van Rij, die gere
geld in aanraking kwam met
Amerikaanse legercomman
danten in Duitsland, nam in
ons land contact op met
legeraalmoezenier P. H. A.
Cools C.S.Sp. en vertegen
woordigers van alle protes
tantse kerkgenootschappen en
gaandeweg ontstond toen een
zich steeds verder ontwikke
lende organisatie, die in het
afgelopen jaar aan een kleine
tweehonderd Amerikaanse
militairen een weergaloos
verlof heeft bereid.
Het Amsterdamse initiatief
is met een bijzonder groot
enthousiasme door de solda
ten ontvangen. „Iedereen zou
er wel gebruik van willen
maken", zo verzekerde Sal
vatore. „Het Nederlandse ge
zinsleven heeft een zeer gro
te aantrekkingskracht op ons,
want „Holland is the closest
to home", (Holland heeft het
meeste weg van „thuis").
Waarom dat zo is kunnen de
Amerikaanse militairen niet
zo een twee drie onder woor
den brengen, maar het slaat
op alles, niet alleen op de
„friendly people", maar ook
op de sfeer in de gezinnen,
de hartelijkheid waarmee
had aan de kalkoenen. Oók
aan alle lichtsteden, die zich
dit jaar in nog groter getale
aan de feestlustige „Kerst
toeristen" opdringen, voegde
hij er met stelligheid aan
toe. Met grote gretigheid had
hij gebruik gemaakt van de
gelegenheid om deze Kerst
mis, de eerste die hij niet
bij zijn familie zal doorbren-
(Van onze speciale
verslaggever)
Twee maal per jaar eet de
Amerikaanse militair
kalkoen: met „Thanks-
givingday" èn morgen, met
Kerstmis. Lang voor de vijf
en twintigste December wor
den met de bekende Ameri
kaanse grondigheid grote
hoeveelheden kalkoen-m-blik
naar zelfs de meest afgelegen
posten vervoerd. En daardoor
heeft iedere Amerikaanse
soldaat van Korea tot Texas
en van Thule tot Noord-Afri-
ka steeds een perfecte Kerst
mis, althans wat de kalkoen
betreft.... Huiselijke gezel
ligheid is nu eenmaal iets dat
zelfs de Amerikanen niet in
blik kunnen leveren.
En dat ook de G.I.'s die
hun twee jaar militaire dienst
in Europa moeten doorbren
gen op de dagen rond Kerst
mis een sterke hunkering
naar de intimiteit van het
gezinsleven hebben, daarvan
heeft óns een klein groepje,
dat deze week vol enthousi
asme uit de Amerikaanse be
zettingszone op het hoofd
stedelijk Centraal Station
arriveerde, ten volle over
tuigd.
Een van hen, Salvatore
Croce, een en twintig jaar
en afkomstig uit New York,
verzekerde ons dat hij lak
Palazzo Pio. dat buiten Vaticaanstad aan
de Via della Conciliazione is gelegen,
in tegenwoordigheid van de H. Vader een
uitvoering zal worden gegeven van wer
ken van Perosi. Door Zijn aanwezigheid
wil de H. Vader niet alleen een vroom
priester en een groot musicus eren, maar
tevens een oude jeugdvriend, met wie
Hij een halve eeuw geleden de concer
ten van Rome bezocht
De Kath. Vacantiehuizen- en Jeugd
herbergencentrale te Utrecht, die na de
bevrijding is gereorganiseerd en uitge
breid, hoopt in 1953 naar eerste lustrum
te vieren. Het bestuur van de Kath.
Jeugdraad voor Nederland ontving dezer
dagen van de Aartsbisschop-Coadjutor
mgr. dr. B. J. Alfrink bericht, dat Z. H.
Paus Pius XII 'n gift van f 5000 heeft be
schikbaar gesteld voorde Kath. Vacantie
huizen- en Jeugdherbergencentrale. Dit
is niet alleen een belangrijke bijdrage
voor deze Nederlandse instelling, maar
bovendien te beschouwen als een waar
dering en morele steun van de Heilige
Vader voor het katholieke jeugdherber-
:enwerk in Nederland.
gen, „thuis" in Holland te
gaan vieren. En het was een
„mighty good thing" dat een
Nederlands gezin hem daar
toe in staat stelde, verzeker
de hij ons verder. Hij was er
vast van overtuigd, dat iedere
Amerikaanse soldaat in Duits
land hem deze uitverkiezing,
zoals hij het noemde, zou be
nijden.
Salvatore, die deze wellui
dende voornaam van zijn
Italiaanse ouders heeft mee
gekregen, dankt zijn „uitver
kiezing" overigens aan een
nijver groepje inwoners van
de hoofdstad, dat ongeveer
een jaar geleden begonnen is
Amerikaanse militairen bij
Nederlandse families te intro
duceren, om hén in de gele-