Het meisje met de grote voeten Salvatore heeft lak aan de kalkoenen Amerikaanse militairen vieren Kerstmis „thuis" in Nederland Boerenbusjes voor de N.O.-polder Vrouwenkrans breit voor Koninklijk gezin Nieuw De la Mar-theater in Amsterdam in gebruik PAUSELIJKE GIFT KERSTVERTELLING DOOR JAN ELEMANS P.T.T. volgt Amerikaans voorbeeld. Voor Kath. vacantiehuizen en jeugdherbergen in Nederland WOENSDAG 24 DECEMBER 1952 PAGINA 4 twaalf slagen vallen door het dakven ster naar binnen; keurig, een voor een tuimelen ze over de stoel met mijn Zondagse kleren de slaapkamer binnen. Ik ren het bed uit en steek mijn hoofd buiten de pannen. Als een droomland schap ligt ue witte polder voor me in een overvloed van helder maanlicht. En daar zijn ze Gelijk twee enorme meeu wen komen ze laag over de boomgaard recht op me aanvliegen. Zoevend strij ken ze langs me heen om op ingehouden vleugels langs de hooiberg heen te draaien en tussen de canadasseii te ver dwijnen. Ze zijn de hoek al om, als de Gloria-banderolle nog achteraan komt en de hemel is vol bazuingeluid en prachtig gezang. Ze komen niet meer terug en ik ga de trap af- De koeien staan eerbiedig overeind- Er is er niet één bij die durft te herkauwen. Als ik over het muurtje kijk, zit het varken op zijn achterste in het stro. Na zoveel emoties heefi het zich niet meer voor de volle honderd procent kunnen ver heffen. De voorpoten gestrekt, staart het vol ontzag de oneindigheid in: de zelfde waarin het eerstdaags als een soort Stephanus zal verdwijnen. ijskoud water overspoelt me. Ik ga ten onder. Er is geen rib meer of ze doet me pijn. Als een strobos door een dors machine, zo wordt ik geradbraakt door de rooie knuisten van de stoepmeid. De bamboeschuier is een folterwerktuig. Niets méér. Niets minder. Ze hanteert 'm bijzonder hardhandig, 'nu ze merkt dat ik 't verdom om te schreeuwen. Ik kan 't zo koud niet hebben, of diep in me brandt een weldadig, warm gevoel. Het is lets van een triomf. „Hesje", schreeuwt Sien opeens, „trek je hemd aan, want zoveel fraais is het niet, dat je kunt laten zien". Ik reb Hesje wel duizend keer voor haar hemdje zien staan en ik moet Sien toegeven dat er interessanter dingen zijn. Ze zegt het evenwel op zo'n snerpende toon, dat mijn aandacht onmiddellijk is getrok ken. Ik heb mijn ogen echter nog niet open, of ik word door de groene zeep als door een venij nig soort zoutzuur overvallen. „Hulp, Hulp!" en ik spartel en draai en ga te keer alsof ik door 'n zwerm hor zels word aangevallen. „Hulp, moeder, moeder, ik wordt blind!" In al die ellende, zo weerloos als ik maar kan zijn, krijg ïk het zwaarste pak slaag dat ooit aan iemand is toegediend. „Vlegel", hijgt Sien. „Dan denk je met kinderen te maken te hebben en daar zit me zo'n aap op de vigilie van Kerstmis notabene en terwijl je 'm in handen hebt, door je vingers te gluren. Sta je aan zo'n smeerlap al je dure zeep te ver „eren!" Ik ben geradbraakt, als ik weer op den droge kom. Als een nieuwe aard appel verlaat ik de kuip. De vellen han gen er bij. Tegen een uur -of vier in de ochtend gaan overal in de polder de lampen branden achter de bevroren raampjes in de her en der verspreid liggende boerderijen. De honden beginnen te blaffen en de maan hangt nu aan de andere kant van het dorp en veel lager dan gisteravond. Maar ze is vriende lijker dan ooit en boordevol. De glas-in- lood-ramen van de kerk staan hoog en helder in de nacht. Als de klokken kleppen, stapt de familie Ploeg in de Voor voltallig uit een zijdeurtje in de hoge sneeuw. Het gebaande pad is maar smal. Het dwing* ons in een gan- zenrijtje. Pa voorop. Dan moeder. De rest ten naaste bij in de volgorde van het trouwboekje. Om de weg te bekor ten stappen we bij het duikertje over op de wetering. Het loopt prettig over het ijs. Het geeft het idee van iets slims, iets menswaardigs. Midden in de nacht over ijs, dat is wel het gevaar lijkste wat er is. Maar het is zo veilig ais wat. .achter pa, met het maanlicht in zijn gele klompen. Achter moeder. Een witte kerstglans staat om haar reus achtige witte poffer. Plotseling springt met enorm gekraak een onzichtbare scheur voor pa uit. „Kraakijs is geen braakijs", .zeg ik, want ik ben bang. Mijn woorden zijn nog niet koud, of pa staat tot zijn oksels in het water. Als Ewardje puur van de zenuwen begint te lachen, valt pa zo heftig uit, dat de kerkgangers in de buurt ook wel ge dacht zullen hebben: moet je die Ploeg in de Voor daar horen! „Vloek toch niet zo", zegt moeder, „en dat nóg wel in de Kerstnacht!" „Verdomme", schreeuwt pa, ..ik vloek niet". En tot Fien: „Ik wou dat jij met je liturgie en worstebroodjes hier stond. Ik zet van m'n leven geen klomp meer in de kerk!" En tegen ma tenslotte weerr „Geef me maar een hand, dan kom ik er uit!" Ze gaat naar hem toe. Het be gint opnieuw te kraken. Met z'n allen nemen we een duik naar moeders rok ken en in een wip de hele familie van element veranderd- Een keisthemel is gehorig en kinderstemmen dragen ver. De mensen in het dorp zullen zich wel afgevraagd hebben: Is het nu Kerstmis of Onnozele Kinderen? Het kleine grut wordt inderhaast van een wisse dood gered. Er wordt geen woord gesproken op de terugweg en vóór we thuis zijn. heeft moeder ons al wel driemaal overgeteld. Van een Zalig Kerstfeest komt weinig Een Italiaanse Minderbroeder heeft in de dertiende eeuw in een visioen gezien, wat er in de Kerst nacht in de stal van Bethlehem is gebeurd. Een medebroeder heeft dat opgetekend en er zelf nog bij zonderheden aan toegevoegd. Som mige détails uit het verhaal vindt men terug tot in de schilderkunst van de achttiende eeuw. Zo ver telde de Minderbroeder, dat Maria leunde tegen een zuil, welke zich daar bevond, en dat de H. Jozef hooi uit de kribbe nam en dat aan de voeten van de H. Maagd neer legde. De Nederlandse kunstschil der Hugo van der Goes, die tegen het einde van de vijftiende eeuw in Italië werkte, schilderde de zuil, op bovenstaande reproductie te zien, het eerst. Op de voorgrond ligt nog het busseltje hooi. Jozef is een wel hulpeloze oude man in de Middeleeuwse voorstelling. Enge len en herders omringen de H. Maagd, die haar Goddelijk Kind aanbidt. meer terecht. Sien is een en al bereid willigheid. Ze straalt van vrede. Het is beklemmend stil aan het ontbijt. Fien durft met haar rode linten en worste broodjes niet voor de dag te komen. Met pa is geen iand te bezeilen. Hij gaat om. zo te zeggen waar we met z'n allen bijzitten op deze hoogtij dag niet eens naar de kerk. Hij ver domt het. Ais moeder aandringt, verrekt ie'het zelfs. Dan zeg je maar niets meer. Dan laat je hem maar zitten. En gezeten heeft hij! Als een blok. Uit pro test in de slechtste werkplunje die hij heeft kunnen vinden. Fien is een minder gemakkelijk slachtoffer. Drie maanden nonnenschool hebben haar een vreemd taaltje in de mond gelegd. Van September af heb ben we haar niet meer gezien. Nu is ze terug, op een wonderlijke manier zelf standig. Waai ze al geen critiek op heeft! Ze schermt mei vreemde theo rieën over huiselijkheid en gezelligheid en 't is niet liturgisch, als de helft van 't gezin in bed blijft, wanneer de nacht mis begint. Ja, wat weten eenvoudige boerenmensen ook van zulke moeilijke dingen? Tot nog toe ging óf vader óf moeder. Zohder kinderen, want dat was zo'n gesleep door het donker. Van een duidelijk Kerstmaal was al evenmin sprake geweest. De gewone Zondagse pot 's middags en verder het zelfgebak ken brood met als toegift, de man een snee krentenmik. Jaren en jaren is zo bij oïls in de streek Kerstmis gevierd. Nu is na drie maanden afwezigheid ons Fien weer thuis. Ze heeft het over gezelligheid en liturgie en heel *t gezin moet en zal morgen om vijf uur naar de nachtmis. Daarna gezamenlijk ontbijt met rode linten over een kraak helder tafellaken en in nlaats van een onnozele snee krentenmik worstebrood jes, een hele schaal vol, warm en dam pend en iedereen zoveelhij blieft. Ze heeft 't recept meege"kregen en als ze alles vanavond klaar maakt, is 't nog maar een kwestie van even in de oven zetten morgenochtend. „Het gebeurt niet", beslist Sien. Pa is niet geïnteres seerd. Hij schiet in zijn klompen en gaat het dorp in. Even naar de pastojr en de barbier. Moeder zegt nooit veel. Ze houdt van stilte en rust- Maar ze is de hele dag al zó trots op Fien. Wijs eens één deernke aan in heel het dorp dat zo bijdehand is? Ze weet van alles. Zelfs hoe je bloemen in een pot moet zetten. Nooit een even aantal, dat is verkeerd. Wie weet dat in 't dorp, be halve Fien? Niemand! En waarom het kind dat allemaal voor duur geld laten leren, als ze 't niet in practijk mag brengen? Met name in Amerika kent men voor de postbestelling op het platteland, waar boerderijen vaak een eind van de weg af gelegen zijn. postbussen langs de weg, in welke de postbode zijn te bezorgen stukken deponeert, die dan door degene, voor wie ze bestemd zijn, daar worden weggehaald. Tezelfdertijd benutten de belanghebbenden deze postboxen om daarin hetgeen zij aan de post mee te geven hebben, neer te leggen; de P.T.T.-besteiler neemt deze stukken dan meteen mee. Reeds enige tjjd is bij de P.T.T. In ons land In studie of dit systeem voor het platteland te onzent kan worden nagevolgd. Dit onderzoek heeft er toe geleid, dat binnenkort als proef in de Noord-Oost-poIder waar men juist ook veel te maken heef. met boerde rijen die niet direct aan de weg liggen soortgelijke postbussen, als in de Verenigde Staten in gebruik zijn, zul len worden geplaatst. Eind Februari van het volgend Jaar zullen deze eerste „boerenbusjes", zoals men ze in de wandeling noemt, worden opgeleverd. Ze- worden zo gemaakt, dat ze gebruikt kunnen worden voor keer in tw'ee richtingen". Wanneer deze boerenbusjes in het ge bruik blijken te voldoen, ligt net' in de bedoeling ze ook elders ten plattelande in te voeren. Als hij tegen een uur of zes een half pond krultabak vernietigd heeft, stuurt hij ons om een onbenullig vergrijp „en masse" naar bed. Moeder is maar een klein, tenger vrouwtje, wanneer ze haar poffer niet op heeft. Ik zie dat plotseling als ze nog even bovenkomt en ons onder de dekens nog ^en Opge warmd worstebroodje in de hand stopt. Het aroom is er af. Eén voor één vallen de broertjes en zusjes in slaap. Op den duur houdt ook Fien op met huilen. Beneden rinkelen- de borden af en toe op tafel. Dat zijn pa en ma. Er staat vanavond geen maan in het dakraam. Pa heeft de hele dag niks gezegd, an ders had ik kunnen weten dat er sinds vanmiddag sneeuw in de lucht zit. Het laatst wat ik hoor zijn een paar vries ganzen, in het donker op doortocht naar een beter lana. Er zijn geen sterren. De hemel boven onze polder zit potdicht. De vrouwenkrans van Niersen op de Veluwe wordt ieder jaar met geschen ken van de Koningin verrast. Als tegen prestatie heeft de krans dit jaar voor de Prins een paar grijze handschoenen gebreid, voor de Koningin een paar „aanpakkers" gehaakt en voor de prin sesjes schortjes en slofjes gemaakt. Op het Kerstfeest, dat de Koninklijke familie Dinsdag op Het Loo heeft ge houden, heeft de Koningin persoonlijk mevrouw M. Mannessenvan Gortel, de voorzitster van de krans, voor deze Zodra Sien 't pleit venoren heeft, smijt ze da deur met een smak achter zich dicht. Ze is naar bed, voor wie 't nog niet weten. Ze slaap net boven de keuken. Bons, bons, dreunen even later haar kousevpeten. Een uur na datum nog draait ze zich zó driftig om onder haar.dekens, dat het matras kraakt, als of niet ,-,ien, maar een boze nijlpaard moeder zich boven onze hoofden naar droomland wentelt. Onderwijl zitten wij met z'n allen-vol bevonde± g de werkzaamheden van Fien te volgen. Bloedrode vleeslijfjes wikkelt ze in witte dekentjes van deeg en zo ontstaat uit haar nijvere handen het ene worste broodje na het andere. Als jonge biggen komen ze keurig naast elkaar in een rijtje op de bakplaat te liggen- Het ver tedert ons zo, dat we ons op het eerste teken gewillig naar bed laten brengen. De oude Spieghel-school in de Mar- nixstraat is al enkele jaren geleden tot schouwburg verbouwd, maar hij wilde toen toch niet erg in trek komen. Hij heeft lang ongebruikt gestaan, en ei- zijn plannen geweest om er een bios coop van te maken, maar twee bioscoop directeuren en Wim Sonneveld hebben er per slot van rekening toch weer een nieuw schouwburgje in onder gebracht, met meer zwier en kleur ingericht dan vermoedelijk indertijd, kort na de oor log, mogelijk is geweest. Gisteravond is het met enige feestelijkheid geopend zoveel avondtoilet hebben we in lange tijd! in geen Amsterdamse schouwburg bijeen gezien en met twee gongsla gen van de burgemeester, mr. Arn. J. d'Ailly, die daaraan een speech met aar dige kwinkslagen vooraf had doen gaan. Terwijl dat alles aan het gebeuren was had men dan al overvloedig de gele genheid om waar te nemen, dat men nu inderdaad in een schouwburgzaal zat, van geen weidse afmetingen weliswaar, maar met niettemin een plezierige ruim te, de wanden in grote, door sierlijke lijnen van elkaar gescheiden rode en groene vlakken, een licht plafond en intieme zitjes onder het nieuwe, speels aangebrachte balcon; een zaal, waar voor men een goede combinatie gevon den heeft van de zwier van de roman tiek met de soberder smaak van de he dendaagse tijd, en dat schept een sfeer, waarin de schouwburgbezoeker zich thuis voelt. Wel is gisteravond gebleken, dat de ruimte buiten de zaal bij een uitver kocht huis te kort schiet om het bezoek binnen een redelijke tijd in het bezit van de koffie te brengen en in de eigen lijke koffiekamer staan een paar zuilen, die men op een merkwaardige, maar niet bepaald fraaie manier heeft opge sierd. Intussen was men daar dan ook bij een om het gezelschap van Wim Son neveld zyn nieuwe domein te zien in wijden, waartoe „Het meisje met de grote .voeten" diende. Dat gezelschap is. na zijn laatste optreden in het Leidse- pleintheater, uitgebreid, zonder dat het zijn oude, vertrouwde gezicht heeft te rug gekregen. Met deze samenstelling ■zou men ook het vroegere genre wel licht niet meer helemaal aan kunnen, maar het genre van nu ligt in ieder ge val op een lager niveau. Het is vooral zwak in zijn teksten die van Annie M. G. Schmidt doorgaas niet te na ge sproken en daar lijdt ook Wim Son neveld zelf onder; het is ook dikwijls zwak, of althans weinig beheerst in zijn spel. Een scène als in het begin „Het Havenkwartier" is een nare, tamelijk banale vertoning, gespeend van humor. Conny Stuart kan in de parodie op „Butterfly" bijvoorbeeld verbazend gek doen, en men lacht daar ook onbe daarlijk mee, maar het laakt zo gemak kelijk los van alle inhoud en dan ver dient het de naam kleinkunst niet meer. Soms niettemin flitste er weer iets van de oude, welbeheerste dwaasheid van de uitgekiende zotternij dóór het gezel schap heen bij Emmy Arbous, bij Di- ny de Neeff, bij Wim Sonneveld, bij de plaatsvervanger van Albert Mol, en de fantastische danser Roy Carr is een goede aanwinst, zodat men, nu de be- slommerende voorbereidingen voor de opening achter de rug zijn, vermoede lijk weer naar betere dingen uit kan zien. De directie stelt zich trouwens voor om in het theater niet alleen de klein kunst aan het woord te laten, zo kwam Wim Sonneveld aan het slot van de avond nog verklaren. Hij zelf kreeg van zijn gezelschap twee schilderijtjes ca deau, vergezeld van twee zoenen van Emmy Arbous, die daar het woord bil had te voeren. R Een van de best geslaagde scènes nil Sonneveld's cabaret „Het meisje met de grote voeten" is de parodie op de mO0 deshows. Ais moeder weg is, lig ik nog een hele poos wakker in het donker. Met wijd opengesperde cgen tus sen Ewardje en Machuutje, die al slie pen toen de lamp nog niet uit was. De maan staat in het dakvenster en ik heb maar één doel, voor ogen: wakker blij ven tot twaalf uur. Om de twee enge len te zien en de Gloria en de bazuin te horen, lussen acht en negen val ik in slaap. Maar in mijn droom hoor en zie ik duidelijker dar ik wakker ooit gekund zou hebben. De eerste van de Een nalf uur iater roept Sien de blagen van links en rechts bijeen. Van al mijn overmoed is niets meer over. We zullen gewassen worden in net water dat voor het var ken tevergeefs werd neet gestookt. Drie, vier emmers kletst ze in de grote zinken teil. Als een zielig troepje staan we in de bijkeuken al bij voorbaat te rillen. De bloemen fonkelen op de ra men. Brrr! Hesje vraagt of het niet in de warme keuken kan gebeuren. Dat kan ze net denken! Die Is nog geen uur geleden geschrobd en ze zou er opnieuw een zwijnenstal van willen maken? „Niet teuten", zegt Sien. „Of moet ik soms een handje helpen?" Liever niet. ..Moet Fien niet?", bibbert Hesje weer. Die is bij de zusters in het bad ge weest. Sien schenkt nog een emmer koud water bij. Overdadige hitte is maar verwennerij. Het is een schamel troepje Ploeg in de ^ooi' dat op de mat staat te huiveren. Er is er niet één bij die Sien nu niet haat. Wat er echter ook op haar is aan te merken, niet dat ze, éls ze iets onder nandén neemt, dit 'niet grondig doet. Liesbetje en Hesje gillen tegen elkaar op. Ewardje en Machuutje kun je ook tot ver voorbij Bastenburg horen. Ik hide morele steun van Looi'achter me. Ik geef geen kik. Ook niet als ik haar natte, harde handen in mijn nek voel. Het water is niet bepaald helder meer. „Ogen dicht", zegt Sien en in minder dan geen tijd zit ik van onder tot boven in een laag groene zeep. Een operatietafel kan geen groter verschrikking zijn- Een zee van men voor wildvreemden de deur wagenwijd openzet en zelfs tot onze niet geringe verbazing op de Neder landse steden zelf. De Ame rikaanse autoriteiten kunnen echter natuurlijk niet iedere militair deze gelegenheid geven. Via de Amerikaanse veldpredikers, aalmoezeniers en de militaire commandan ten vindt daarom een zekere selectie plaats en hoe streng die is blijkt wel uit het feit, dat van Salvatore's vierde divisie, ongeveer duizend man sterk, slechts zes mili tairen in aanmerking kwa men. Van de andere kant bele ven ook de Nederlandse ge zinnen veel plezier van hun gasten. Dit niet in het minst dank zij allerlei amusante er varingen zoals die van een twee en twintig jarige Am sterdamse, die voorzien van het afgesproken herken ningsteken aan de trein de gast van de familie opwacht te en toen tot haar niet ge ringe verbazing een breeduit glimlachende neger op zich af zag stappen. Zonder enige propaganda heeft zich het aantal gasthe ren dan ook gaandeweg en ongemerkt uitgebreid en zon der al te veel moeite kan de toeloop daardoor nog steeds worden opgevangen. Nieuwe vrijwilligers in en rond de hoofdstad zijn echter zeker niet onwelkom. „Adressen? Hoe meer hoe liever", vindt aalmoezenier Cools, die men in de Haarlemmer Houttuinen 49, in Amsterdam schriftelijk bereiken kan. genheid te stellen weer eens iets van de huiselijke intimi teit te laten proeven. Het Amsterdamse gemeenteraads lid mr. C. van Rij, die gere geld in aanraking kwam met Amerikaanse legercomman danten in Duitsland, nam in ons land contact op met legeraalmoezenier P. H. A. Cools C.S.Sp. en vertegen woordigers van alle protes tantse kerkgenootschappen en gaandeweg ontstond toen een zich steeds verder ontwikke lende organisatie, die in het afgelopen jaar aan een kleine tweehonderd Amerikaanse militairen een weergaloos verlof heeft bereid. Het Amsterdamse initiatief is met een bijzonder groot enthousiasme door de solda ten ontvangen. „Iedereen zou er wel gebruik van willen maken", zo verzekerde Sal vatore. „Het Nederlandse ge zinsleven heeft een zeer gro te aantrekkingskracht op ons, want „Holland is the closest to home", (Holland heeft het meeste weg van „thuis"). Waarom dat zo is kunnen de Amerikaanse militairen niet zo een twee drie onder woor den brengen, maar het slaat op alles, niet alleen op de „friendly people", maar ook op de sfeer in de gezinnen, de hartelijkheid waarmee had aan de kalkoenen. Oók aan alle lichtsteden, die zich dit jaar in nog groter getale aan de feestlustige „Kerst toeristen" opdringen, voegde hij er met stelligheid aan toe. Met grote gretigheid had hij gebruik gemaakt van de gelegenheid om deze Kerst mis, de eerste die hij niet bij zijn familie zal doorbren- (Van onze speciale verslaggever) Twee maal per jaar eet de Amerikaanse militair kalkoen: met „Thanks- givingday" èn morgen, met Kerstmis. Lang voor de vijf en twintigste December wor den met de bekende Ameri kaanse grondigheid grote hoeveelheden kalkoen-m-blik naar zelfs de meest afgelegen posten vervoerd. En daardoor heeft iedere Amerikaanse soldaat van Korea tot Texas en van Thule tot Noord-Afri- ka steeds een perfecte Kerst mis, althans wat de kalkoen betreft.... Huiselijke gezel ligheid is nu eenmaal iets dat zelfs de Amerikanen niet in blik kunnen leveren. En dat ook de G.I.'s die hun twee jaar militaire dienst in Europa moeten doorbren gen op de dagen rond Kerst mis een sterke hunkering naar de intimiteit van het gezinsleven hebben, daarvan heeft óns een klein groepje, dat deze week vol enthousi asme uit de Amerikaanse be zettingszone op het hoofd stedelijk Centraal Station arriveerde, ten volle over tuigd. Een van hen, Salvatore Croce, een en twintig jaar en afkomstig uit New York, verzekerde ons dat hij lak Palazzo Pio. dat buiten Vaticaanstad aan de Via della Conciliazione is gelegen, in tegenwoordigheid van de H. Vader een uitvoering zal worden gegeven van wer ken van Perosi. Door Zijn aanwezigheid wil de H. Vader niet alleen een vroom priester en een groot musicus eren, maar tevens een oude jeugdvriend, met wie Hij een halve eeuw geleden de concer ten van Rome bezocht De Kath. Vacantiehuizen- en Jeugd herbergencentrale te Utrecht, die na de bevrijding is gereorganiseerd en uitge breid, hoopt in 1953 naar eerste lustrum te vieren. Het bestuur van de Kath. Jeugdraad voor Nederland ontving dezer dagen van de Aartsbisschop-Coadjutor mgr. dr. B. J. Alfrink bericht, dat Z. H. Paus Pius XII 'n gift van f 5000 heeft be schikbaar gesteld voorde Kath. Vacantie huizen- en Jeugdherbergencentrale. Dit is niet alleen een belangrijke bijdrage voor deze Nederlandse instelling, maar bovendien te beschouwen als een waar dering en morele steun van de Heilige Vader voor het katholieke jeugdherber- :enwerk in Nederland. gen, „thuis" in Holland te gaan vieren. En het was een „mighty good thing" dat een Nederlands gezin hem daar toe in staat stelde, verzeker de hij ons verder. Hij was er vast van overtuigd, dat iedere Amerikaanse soldaat in Duits land hem deze uitverkiezing, zoals hij het noemde, zou be nijden. Salvatore, die deze wellui dende voornaam van zijn Italiaanse ouders heeft mee gekregen, dankt zijn „uitver kiezing" overigens aan een nijver groepje inwoners van de hoofdstad, dat ongeveer een jaar geleden begonnen is Amerikaanse militairen bij Nederlandse families te intro duceren, om hén in de gele-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 4