WONINGENDe polder moet inkrimpen, want Haarlem heeft de ruimte nodig IN 1952 KWAMEN 409 NIEUWE WONINGEN GEREED 632 STAAN ER NOG OP STAPEL Aan belangstelling heus geen gebrek V H Bouwprogramma omvat ruim 400 woningen Misschien nog een extraatje van ongeveer 160 M DE HUUROPHALER IN HAARLEM HEEFT GEEN RUMOERIGE PRACTIJK O Van de hel naar de hemel gjgi Wat brengt 1953 voor Haarlem? Onderhoud met wethouder 'AIM.Angenent De jaren van het „Kaas bolletje" zijn voorbij GELUKKIGE MENSEN IN EEN NIEUW HUIS Op bezoek bij één der Haarlemse uitverkorenen van 1952 Variatie aan de Vondelweg PAGINA H A A RLEMSE WONINGBOU W VERENIGINGEN Waar nu nog aan de Oosikani van Haar lem hel wonderlijk polderlandschap, als hel ware neergedrukt door een wisselend wolkendek, zich uiisireki, zullen binnen niel zo heel veel jaren nieuwe huizen zich aaneenrijen; siraien zullen splinternieuwe woningblokken rechtlijnig doorsnijden en tussen die opeenhoping van complexen kunnen de bewoners dan op adem komen in de plantsoenen, die oasen moeten zijn in de formidabele randstad-Oost. Zover is hei nog niet. De wandelaar, die vanuit de Julius Röntgen straal via een hoekige poort, gesteund door ijzig gladde pilaren, op de Prins Bern- hardlaan terecht komt, staat plotseling voor de oneindigheid van de polder. En hij betreurt het wellicht, dat de dagen van die oneindigheid geteld zijn en de rust zal moeien plaats maken voor hei gerucht van de stad. Maar er moei gebouwd worden,- woningen zijn er nodig, te veel gezinnen zitten nog te springen om betere huisves ting en te veel trouwlustige paartjes moeien hun trouwdag uitstellen, omdat er voor hen nog geen ruimte is. Daarom moet de polder hei ontgelden en moei hij steeds meer van zijn gebied afstaan om Haarlem de ruimte ie geven. De polder krimi in, iedere vierkante meier wordt uitgebuit. eizelfde is overigens ook hei geval in Noord, dat langzamerhand maar zeker wordt volgebouwd. Bij tiental len tegelijk worden de huizen opgeirokken, maar hier zal ten slotte toch spoedig de grens worden bereikt. De bewoners van hei uiterste Noorden spreken er zelf niet zonder humor over, dat zij niet in Haarlem, maar in Alkmaar-Zuid wonen. Intussen is hei maar gelukkig, dat Haarlem mei zoveel ijver werkt aan de woningbouw. Geen mogelijkheid wordt ongebruikt ge laten om woningen te bouwen. Tot nu toe is er steeds maar weer geschreven, hoeveel Haarlem nu feitelijk ie kort komt, hoeveel krepeergevallen de stad kent en hoe iedere nieuwe woning eigenlijk niet eens een druppel op de gloeiende plaat is. Ditmaal willen wij eens een ander beeld geven, namelijk in hoeverre Haarlem kans ziet nog goed voor de dag te komen, gezien tenminste alle beperkende omstandig heden. Aanwinsten R.K. Openbare Leeszaal HAARLEM-OOST Amsterdamse Buurt Huisvesting" in 1952 Aantal urgente gevallen nam met 85 toe Toch relatieve voor uitgang Verkooplokaal NOTARISHUIS Inboedelveiling 13/14 Jan. 1953 Zaterdag 27 December GESLOTEN De Eksterstraat, breed en royaal aangelegd, in een van de meest imposante straten in Haarlems nieuwbouw. rijwel alle Haarlemse woning bouwverenigingen zijn gestopt met de inschrijving van adspirant- leden:' Deze opmerking van de heer J. B. Veltman, voorzitter van de katholieke woningbouwvereniging „St. Bavo" (Noord) tekent wel de situatie, waarin deze verenigingen verkeren: aan belang stelling geen gebrek. Bij „St. Bavo" (Noord) was het op een gegeven ogen blik zelfs zo, dat het aantal werkelijke leden, diegenen dus, die een woning van deze vereniging bezetten, overtroffen werd door het getal der adspirant-leden, met name de mensen die zich lieten in schrijven om ter hunner tijd in aanmer- Die beperkende omstandigheden zijn helaas nog legio. Daarvan zijn wij nóg weer eens extra overtuigd geraakt tijdens een onderhoud, dat wij mochten hebben met de wethouder van Open bare Werken, de heer A. Angenent, on der wie ook de woningbouw in Haar lem ressorteert. Het is immers zo gemakkelijk om te zeggen: vaarom worden er niet meer woningen gebouwd? Maar dan wordt vergeten, dat er allerlei belemmerende factoren in het spel zijn, die een directe aanzuivering van het woningtekort verhinderen. Vele grondstoffen immers moeten uit het buitenland geïmpor teerd worden, er komen dus deviezen aan te pas, en de zorg om de betalings balans min of meer in evenwicht te houden, maakt het nu eenmaa' onmo gelijk om alles lukraak in te voeren. Daar komt anderzijds nog bij, dat de woningbouw ook gebonden blijft aan het aantal bouwvakarbeiders, dat Ne derland oplevert. Dat beperkte aantal houdt natuurlijk ook de bouw binnen bepaalde grenzen. Met deze en nog enkele andere pun ten moet de minister rekening houden, wanneer hij bepaalt, hoe groot het bouwvolume voor Nederland tijdens een zekere periode is, m.a.w. hoevee] woningen er in Nederland in die pe riode gebouwd kunnen worden. Iedere provincie krijgt een aantal toegewezen en de provinciale overheid berekent dan via een ingewikkelde formule, hoeveel iedere gemeente tot haar beschikking krijgt. Het gemeente bestuur van Haarlem is derhalve afhan kelijk van de toewijzing, welke het krijgt van het provincie-bestuur. Zo is het wel duidelijk, dat ook Haarlem jaarlijks aan een maximum gebonden is. Per jaar kan men het Haarlemse volume sedert de bevrij ding stellen op 300 en dat is nu een maal ontoereikend om het woning tekort binhen afzienbare tijd te eli mineren. Voor een opheffing van het bestaande tekort in tiert jaren zou, rekening houdend met de te ver wachten bevolkings-toename, een jaarlijks bouwvolume van rond 800 woningen noodzakelijk zijn. Daarom is het des te meer te loven, dat men er verschillende malen in geslaagd is extra-bouwvolume te verkrijgen, waardoor de nood weer iets meer ge lenigd kon worden. De gemeente heeft bij dat al uiter aard nog de nodige financiële besog nes, hoewel thans wel gezegd kan wor den, dat er op de markt steeds meer geld los komt, dat geleend kan worden. Dat neemt echter niet weg, dat er fco zuinig mogelijk mee moet worden omgesprongen, althans zo, dat de finan ciële lasten niet te zwaar op een huis drukken. De kosten van één huis zijn Immers al groot genoeg, zodat deze zelfs niet geheel in de huur kunnen Worden verdisconteerd. De overheid moet er in de meeste gevallen relf geld bijleggen. Voor de z.g. woningwetwoningen geeft de overheid een jaarlijkse bij drage- Zij bepaalt de gemiddelde huur, Welke zich enigermate moet verstaan tnet de draagkracht .van de bewoners en derhalve niet toereikend is voor een gezonde exploitatie. Het onrendabele gedeelte vormt dan de basis voor haar bijdrage. Deze is meestal ongeveer f 225 per woningwetwoning per jaar. Een ander genre is de premiewoning. Daarop geeft de overheid zonder meer een vaste premie, welke neerkomt op f 180 per woning per jaar. Ook kan er natuurlijk gebouwd worden zonder overheidssteun, in de z.g. vrije sector, blaar daartoe zijn alleen kapitaalkrach tigen in staat. Ten slotte kan de ge meente nog herbouwwoningen bouwen nis vergoeding voor de panden, die in de oorlog verwoest zijn. De schadeloosstel ling komt natuurlijk van 't Riik, maar dat geschiedt toch weer naar de waar de van 1940. Balans van 1952 Als we nu de balans opmaken van net afgelopen jaar. dan mag Haarlem ïeker niet ontevreden zijn. Rogier van Aerde (A. van Rijen) Passie. Hans Berghuis. Pleidooi voor een i°ndaar. Bordewijk. .De doopvont, ïna Boudier-Bakker. De wekker. Anthony van Kampen. Roes- Harry Mulisch. Archibald Stro halm. H. j. van Nijnatten-Doffegnies. De dwarskop. A. Rutgers van der Loeff-Basenau. In 1952 kwamen er totaal 409 wonin gen gereed, waarvan nog 29 onbewoond. Verdeeld ovei de verschillende groepen lulden de cijfers: 214 woningwetwonin gen, 108 premiewoningen, 66 woningen in de vrije sector en 11 herbouwwonin gen. Van 1946 tot en met 1952 werden in Haarlem 1849 woningen gebouwd, ter wijl er in 1953 nog 632 woningen ge reed zullen komen, welke thans nog in aanbouw zijn. Wij spraken reeds over het extra- bouwvolume, dat nog verkregen werd. Het was daardoor mogelijk geworden boven het aanvankelijk toegewezen vo lume voor 1951 tot en met 1953 een 120- tal woningen extra te bouwen. Mede daaraan mag het worden toegeschre ven, dat het woningtekort na 1950 niet verder is toegenomen, doch zelfs enigs zins verminderd. In ons onderhoud met de heer Angenent ..wamen vanzelfsprekend ook de Haarlemse woningbouwverenigingen ter sprake- Officieel telt Haarlem er maar liefst 26, waarvan 3 katholieke verenigingen- Het is begrijpelijk een heel probleem om al deze verenigingen bij de nieuwbouw in te schakelen, maar de wethouder kon getuigen, dat de verstandhouding met de verenigingen over het algemeen goed te noemen is. Het blijft altijd moeilijk het iedereen naar de zin tè maken, vooral wanneer men bedenkt, dat 40 pet. van de nieuwe woningen ter beschikking komt van de gemeente. Voor de verenigingen blijft er dus slechts 60 pet. ter verdeling over en dat moet wel met enig beleid ge schieden. En het Gemeentelijk Bureau van Huisvesting moet daaraan dan nog zijn goedkeuring hechten. Ten slotte is daar nog de kwestie van woningen voor grote gezinnen. Deze ligt namelijk niet zo eenvoudig als het op het eei'ste gezicht wel lijkt. Een grotere woning betekent ook een hogere huur en deze kan helaas niet altijd opge bracht worden. In Amsterdam is men b.v. tot een onbedoeld resultaat geko men. Daar werden woningen gebouwd voor grote gezinnen, maar de hoge huur was oorzaak, dat de huizen ten slotte bewoond werden door beter ge situeerde arbeiders met een niet te groot te ioemen gezin. De bouw van grote gezinswoningen vraagt derhalve ook in Haarlem een aparte politiek. Enkele jaren geleden werd op een persconferentie van Open bare Werken het enorme bouwproject besproken, dat bij ver wezenlijking een „randstad" zou opleveren aan de Zuid-Oost-kant van Haarlem. Tijdens die conferentie maakte een der autoriteiten de opmerking, dat deze uitgroeiende wijk van Haarlem nog steeds maar betiteld werd met „Haarlem-Oost", „Amsterdamse Buurt" of „Slachthuis-kwartier". Geen der drie benamingen achtte hij een gelukkige vondst en in die mening kreeg hij aller bijval. De suggestie werd toen gedaan om een betere naam te zoeken, maar blijk baar is het nog altijd bij dat zoeken gebleven. In Haarlem-Noord had men een soortgelijk geval, maar het wijkcc- mité aldaar heeft dit jaar een stap in de goede richting gezet door zich de naam te verwerven van „Oud- Schoten". Misschien dat uit de kringen van „Oost" een goede naam kan voort komen voor dit in ieder geval geen Amsterdamse Kwartier. Of zou deze benaming vooruitlopen op de annexatie van Amsterdam bij Haarlem? Je kon er bij ons thuis vroeger de klok op ge lijk zetten. Iedere Maan dag, half één 's middags, klonk de bel en dat wilde zeggen, dat de huurophaler contanten kwam innen. Dat mannetje is altijd in onze herinnering blijven voortle ven. Onder welke naam hij bij de Burgerlijke Stand stond ingeschreven, hebben wij nooit proberen te achter halen. Als ivij zeiden: daar gaat het Kaasbolletje, wist iedereen, dat, al liepen er honderd mannen met. een glanzend kaal hoofd, wij doel den op de huurophaler. Hij was er een van het oude slag, zo'n mannetje, dat on sterfelijk schijnt te zijn, met twee opvallende eigenschap pen: weer of geen weer, hij droeg nooit een hoed, en iedere Maandagmiddag om vijf uur een bezoek aan „De Klare Wijsheid", waar pure borrels geschonken werden, en voor weinig centen. Drankzuchtig was ons Kaasbolletje in ieder geval, niet zozeer vanwege de bor rels als wel terzake van tal loze kopjes koffie, die hij bü zijn „cliënten" kreeg voorge zet. Hij is echter reeds lang niet meer. Op een kwade Maandag liet hij verstek gaan en met hem moet de laatste van een oud geslacht huurophalers ten grave zijn gedragen: Want toen wij dezer v da gen op zoek gingen naar een huurophaler, die ook een klein beetje te vergelijken was met ons Kaasbolletje, bleek dat onbegonnen werk. Onze generatie kent alleen incasseerders, die vriendelijk met hun mensen kunnen om gaan, maar die nu eenmaal en gelukkig zakelijker zijn ingesteld dan hun fami liaire voorgangers. Zij komen per slot van zaken voor d,e huurpenningen en niet voor een kop koffie. Dat neemt overigens niet weg, dat de incasseerder met zijn mensen moet weten om te gaan; dat hij z'n verschil lende klanten dikwijls ver schillend moet behandelen en dat hij bovenal mens moet blijven. Daarvan 'werden wij nog eens extra overtuigd, toen wij een praatje maakten met de heer La Duk, die weke lijks ruim driehonderd keer het belletje laat gaan om penningen te vangen. Ruim driehonderd keer, indien ten minste iedere klant thuis is en iedereen ook betaalt. En dat zulks niet bepaald iedere week het geval is, wil elk een wel aannemen. Want hoe gaat het? Een gezin isplot seling voor grote kosten ko men te staan, en de huur schiet er bij in. „De huisbaas kan wel wachten", luidt dan het parool en met een tus sentijdse afbetaling moet de schuld aangezuiverd worden. Daar zijn natuurlijk mensen, die buiten hun schuld in de schuld raken, maar er is toch ook altijd een categorie, die daar bij wijze van spreken een sport van maakt. Maar de heer La Duk stelt toch gelukkig vast, dat deze laat ste groep een uiterst klein percentage bedraagt. Verre weg de meeste mensen reke nen zonder meer op de „huisbaas" en de huur wordt vlot betaald. Wel is het op vallend, hoe een bepaald sei zoen zijn weerslag kan heb ben op de betaling. De De- cember-maand b.v. met haar Sinterklaas- en Kerstfeest vraagt zelfs aan sommigen, die er niet zoveel aan „doen", nog wel zoveel, dat de huur er bij dreigt in te schieten. En vtanneer zoals dit jaar de winter zich extra doet gelden en de brandstof de ogen wij, gezien de nog steeds beperkte mogelijkheden, dus tevreden zijn over hetgeen in het afgelopen jaar in Haarlem aan wo ningen is gebouwd, zonder twijfel is dan de eerste vraag, wat het komende jaar de Haarlemmers zal opleveren. Er is de afgelopen maanden natuurlijk heel wat gepland, maar tenslotte is men er in ge slaagd een uitgebreid project vast te stellen, dat hopelijk in zijn geheel kan worden uitgevoerd. Uiteraard zal alles op alles worden gezet om het aantal woningen, dat volgens het toegestane bouwvolume mogelijk is, inderdaad te realiseren. Het ligt dan in de bedoeling om aan de Muiderslotweg 41 middenstandswo ningen op te trekken, welke zowel uit premie- als herbouwwoningen zullen bestaan. Aan de Vondelweg zullen 84 woningwetwoningen verrijzen en in Zuid-West aan de Leidsevaart is een plan ontworpen van 62 woningwetwo ningen. Aan de ouden van dagen wordt evenzeer gedacht, want aan de Orion- weg zullen voor deze groep 14 wonin gen worden gebouwd als uitbreiding van Delftweide. Op het programma staan voorts nog 10 premiewoningen. Het grootste object zal het volgend jaar echter worden uitgevoerd aan de Rijks straatweg, waar maar liefst 196 woning wetwoningen genoteerd staan. Als dus alles uitgevoerd is, zullen er in totaal 407 gezinnen in een nieuw huis onder dak gebracht kunnen worden. Maar er is waarschijnlijk nog meer. „oude" huurophaler is verdwenen; de incasseerder doet het minstens even vriendelijk. nodige tol opeist, dan moet bij .de enkeling de huur het ontgelden. De incasseerder moet dan veel tact aanwenden om al te grote moeilijkheden te voorkomen en over het alge meen kan wel gezegd wor den, dat hij daarin wonder wel slaagt. De penningen komen binnen! ^ens of wolf? v®- J. Vermeulen. Dagboek van een mens. De huur wordt met pleizier gebrachtl I verigens zullen de meeste Haarlemmers de incasseerder niet m,eer aan de deur krijgen. De heer La Duk int alleen de huren van huizen, die par ticulier eigendom zijn. De Haarlemse woningbouwver enigingen volgen echter over het algeifieen een ander sys teem. Bij sommige blokken wordt de huur meestal door een der bestuurders nog wel aan huis gehaald, maar de meest gangbare me thode is toch wel, dat de huurders het geld op een vastgesteld tijdstip zelf ko men afdragen aan het kan toortje der vereniging. Nu zou het voor de hand liggen, dat de betaling min der vlot geschiedt. Het is uiteraard veel gemakkelijker uitkomt, dan met een smoes de incasseerder van de deur te sturen. Blijkens informaties is dit zeker in Haarlem al lerminst het geval. Het breng- systeem blijkt goed te vol doen, en waar een „thuis blijver" al te veel van de ge legenheid gebruik maakt, gaat een van de bestuurders eens rustig praten en tenslot te komt het wel weer in orde. Wel merkt ook het be stuur van een woningbouw vereniging de invloed van een bepaald seizoen, maar zelfs als de betaling eens een keer stagneert, dan wordt 't evenwicht in de balans toch niet opvallend verstoord. Het blijkt namelijk, dat er ook mensen zijn, die vooruit betalen, en deze vooruitlo pende huren vormen een ge zond tegenwicht bij de ach terstallige! Over het algemeen gespro ken dus, is er zowel bij de woningbouwverenigingen als bij particuliere exploitatie geen ernstige reden tot kla gen. De tijden van het Kaasbol letje zijn gelukkig voorbij. Over de komende huurver hoging praten we nu maar niet. Daarvoor geeft het ko In de laatste vergadering van de Haar lemse gemeenteraad merkte een der raadsleden op, dat het gemeentelijk bu reau voor huisvesting misschien nog maar vijf of zes jaar voor de boeg heeft en dan gesloten kan worden. Wij kunnen zo'n groot optimisme niet delen, zelfs gezien de voortvarendheid, waarmee in Haarlem gebouwd wordt. Daarom zijn wij ook eens naar de Zijlstraat getrok ken. waar de „huisvesting" in het oude postkantoor nog steeds onderdak heeft. Via, de alziende Lingeman, die in zijn portiersloge naar het wat en waarom van iedere bezoeker moet vragen, konden wij de heren Hazevoet en Van Beek met de nodige vragen bestoken. Nu zijn deze heren niet pessimistisch van aard, maar inzake het woningprobleem konden zij toch niet met veel blijmoedigheid de toekomst tegemoet zien. Natuurlijk, er komt wel eens een eind aan al die narigheid, maar over zes jaar? De heer Hazevoet werkt niet alleen met dossiers, maar ook met cijfers en de laatsten spreken dikwijls nog de dui delijkste taal. Op 1 Januari van dit jaar stonden er 1786 urgente gevallen gere gistreerd. In genoemde maand kwamen er 72 bij en konden er 61 worden afge schreven. Februari bracht een toename van 57, een vermindering van 55. Maart was een slechte maand: 106 méér, 54 minder; April bleek rustiger:: 67 nieuwe gevallen, 52 werden afgeschreven. Mei gaf de burger moed: 69 bijgeschreven, 71 er af, Juni nog beter: 108 aan de lijst toegevoegd, 130 afgevoerd. Juli werd een dieptepunt met 145 nieuwe urgente gevallen tegen afvoering j van slechts 62. Augustus gaf eenzelfde beeld, plus 94, min 51 September. Oc tober en November herstelden het even wicht weer met resp.: -f- 88. 143; -f 103., 131; en 72, 86. In totaal werden er dus in 1952 (tot 1 December) 981 urgente gevallen In de lijst bijgeschreven tegen 896. die wegge streept konden worden. De lijst van 1 Januari, die een aantal te zien gaf van 1786. nam dit jaar derhalve toe met 85 en telde op 1 December 1871 urgente ge vallen; zo op het eerste gezicht nog geen vooruitgang, maar in vergelijking met vorige jaren, mag ditmaal toch wel van een relatieve vooruitgang gesproken worden. Er zal echter nog heel wat water door het Spaarne moeten gaan. eer het laatste urgente geval geschrapt wordt. Tot die tijd zal het huisvestingsbureau een van de drukst bezochte instellingen in Haarlem blijven. Wist u, dat er dit jaar 12253 brieven binnenkwamen en dat er 12758 verzon den werden? Er werden tevens maar liefst 12535 bezoekers geregistreerd. Deze cijfers spreken voor zichzelf! Onlangs heeft de nieuwe minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting, ir. Witte, een rede gehouden, waarin hij er van gewaagde, dat het totaal aantal te bouwen woningen in 1953 vrijwel ze ker zal worden opgevoerd. Deze uitla ting van de minister heeft ook bij het gemeentebestuur in Haarlem de stille verwachting gewekt, dat misschien dan ook voor Haarlem een extraatje kan ko men. Indien inderdaad enig bouwvolume extra zou afkomen, dan zijn er reeds of komen er binnenkort gereed plan nen voor de bouw van 26 woningwet woningen in Zuid-Oost, 58 woning wetwoningen in hetzelfde kwartier en tenslotte 76 woningen voor ouden van dagen (met verzorgingshuis) in *t Ramplaankwartier. Wanneer het Haarlem in 1953 dus een beetje mee zit, zou er gerekend kunnen worden op een totaal aantal nieuwe wonin gen van 567. Daarnaast kan dan ook nog rekening worden gehouden met de 632 woningen, waarvan de bouw dit jaar reeds be gonnen is, doch die pas in de loop van 1953 voltooid zullen zijn en betrokken kunnen worden. Al deze cijfers geven natuurlijk nog geen reden om in een hoera-stemming te geraken, maar wel vertellen zij ten duidelijkste, dat al het mogelijke wordt gedaan om de nood ten spoedigste te lenigen. king te komen voor een verenigingswo ning. Voor een buitenstaander aldus de heer Veltman lijkt het werk van een woningbouwverenigingsbestuur wellicht hopeloos, gezien de lijsten van liefheb bers die geholpen willen worden. Maar ik kan wel de verzekering geven, dat al die geduldig en ongeduldig wachtenden de animo van een bestuur prikkelen. En wanneer dan weer een groep mensen geholpen kan worden, geeft al dat passen en meten, dat de ver deling der huizen met zich meebrengt, des te groter voldoening. Dat „passen en meten" is geen frase. Daarvan zijn wij weer eens overtuigd geraakt tijdens het onderhoud met de heer Veltman. Bij de te bouwen woningen in Haarlem moeten per slot van zaken zoveel mo gelijk woningbouwverenigingen bij beurten aan bod komen. En dan is men er nog niet. Want als een vereniging een complex krijgt toegewezen, dan kan toch slechts 60% benut worden om ei gen leden te helpen. Die verdeling onder eigen leden vraagt uiteraard weer het nodige beleid, maar de heer Veltman prijst zich gelukkig, dat de candidaten, die door zijn bestuur aan het huisvestingsbureau worden voor gedragen, vrijwel nooit worden afge wezen. Dat wijst in ieder geval op grote nauwkeurigheid, waarmede een zekere selectie wordt toegepast. Nu kan het in het algemeen wel zo gesteld worden, dat de verhouding tus sen bet gemeentebestuur en de woning bouwverenigingen goed te noemen is. Dat moet als wij het goed begrepen hebben een belangrijke verbetering zijn in vergelijking met vroeger. Voor al bij Bouw- en Woningtoezicht vinden de besturen een aandachtig oor. Uit het onderhoud met de heer Veltman bleek ons wel duidelijk, dat de verenigingen veel moeite moeten doen om de finan ciële eindjes aan elkaar te knopen. Daar door zijn er helaas maar al te vaak contanten tekort om in het onderhoud van de huizen te voorzien. Wat er aan geld is kan alleen besteed worden aan de meest noodzakelijke reparaties. Maar goed, de moed wordt er in ge houden. Als er maar gebouwd kan wor den, is nu het parool. Dan beantwoordt een woningbouwvereniging aan haar doel en wat belangrijker is dan worden er weer zoveel gezinnen geluk kig gemaakt weg te blijven, als dat beter mende jaar nog tijd genoeg. 7ouwelijks hadden wij een voet in de kamer gezet, of de kleine Dolly wist ons y/ te vertellen, dat. er drie slaapkamers waren. „Ik hoef u al niks meer te zeggenverklaarde de heer des huizes lachend. De opmerking van deze Dolly was overigens veelzeggend genoeg. Wont ook voor haar moest het bezit van drie slaapkamers in huis een indrukwekkende weelde zijn. Op onze tocht door Haarlems nieuwbouw reden wij van de Vergierde weg uit die monumentale Eksterstraat in, waar de huizen aan weerszijden van een feestelijk breed wegdek zich hoog optorenen. Aan het eind daarvan kwamen wij terecht op de Vondelweg, een slingerend lint aan de kop van Haarlem. Daar treft ge een van die plekken, waar het gerucht van de stad plotseling verstomt en het beeld van de ongeschonden polder zich nog in zyn volheid presenteert. Advertentie Dir. W. N. WOLTERINK Bilderdijkstraat btj de Zijlweg Haarlem - Tel. (K 2500) 11928 Inzendingen van huisraad worden dagelijks aangenomen. Eigen afhaaldienst De Vondelweg. met haar bebouwing nog slechts aan één zijde, moet voor de wandelaar ongetwijfeld een bijzondere bekoring hebben, en ook voor ons heeft zij een zekere charme. De verschillende bouw der huizen zou heel misschien aanleiding kunnen geven tot architecto nische aanmerkingen, maar wij gelo ven, dat juist de variatie in de huizen bouw met ongetwijfeld geslaagde vondsten enerzijds en het monotone karakter van de polder anderzijds het geheel bijzonder aantrekkelijk maken. Maar goed, wij waren toch niet naar de Vondelweg gegaan om stof op te doen voor een artikel over stadsschoon. Wij waren wel op zoek naar mensen, die dit jaar zo gelukkig waren een huis toegewezen te krijgen, uitverkorenen dus van het leger der wanhopigen, die dag in dag uit wachten op goede tij ding. Zulke mensen troffen wij in de heer Th. Bey, zijn vrouw en vier kin deren. Wij belden wat schuchter aan, maar de gastvrijheid van de heer Bey maakte de tred naar boven al heel licht. In de ruime huiskamer, waar Vonnie, Jantje, Detlef en Dolly hun plaats aan tafel reeds hadden opgezocht, begroette de laatste ons met die opmerking van de drie slaapkamers. Inderdaad een weel de, als wij horen, hoe de heer Bey en zijn gezin zich zo lang hebben moeten behelpen. „Wij zijn feitelijk van de hel in de hemel gekomen", wordt ons ver zekerd. En de betekenis van die woor den wordt nog duidelijker, als er aan toegevoegd wordt: „en die „hel" was voor ons eigenlijk nog een boffie." In den beginne waren de heer Bey en zijn vrouw nog maar inwonend, maar onverwacht kwam er een klein huisje leeg. Via een kennis, die weer een kennis was van een neef van een tante van...., enfin, iedereen heeft van dat soort betrekkingen, maar de heer Bey kon daardoor in ieder geval dat huisje betrekken. Dat pleegt men dan boffen te noemen. Maar het gezin breidde uit en tenslot te was het zo, dat er zes mensen in één slaapkamer sliepen. Een andere wo ning? Och, zo zijn er honderden ge vallen en het enige, wat er voorlopig aan te doen was: de verklaring tot ur gent gevaL Alle mogelijke instanties werden ingeschakeld, de heer Bey liep van de een naar de ander, en het werd duidelijk, dat geduld niet altijd een schone zaak genoemd kan worden. Tenslotte kwam de goede tijding en zo kon dit jaar het gezin verhuizen naar de Vondelweg. Geen duiven Dat de familie Bey, zeker de eerste tijd, haar pleizier niet op kon. is dut niet zo heel verwonderlijk. Het grote verschil in huurprijs vroeg natuurlijk wel enige aanpassing evenals het feit, dat men van een beneden- in een bo venhuis kwam te wonen. „Ik moet nu natuurlijk mijn tuin missen", verklaart onze gastheer, „en ook mijn duiven, waarmee ik vroeger mijn liefhebberij vond, heb ik moeten laten schieten. Maar die nadelen wegen bij lange niet op tegen de voordelen. We hebben nu de ruimte en we kunnen nu tenminste volop adem halen." Het uitzicht blijkt overigens bijzon der fraai. Vanuit de hoogte en over het lage land heen kan men de grote schepen op het Noordzeekanaal zien, in de avond zijn de lichten van Schip hol zichtbaar en in de zomer brengen de zeilboten op de mooie Nel weer de nodige afwisseling. Het is prettig om bij alle klaagtonen over de woningmisère ook eens een ge lukkig geluid te laten horen. En dat heb ben wij dan beluisterd in een jong gezin aan de Vondelweg. De foto vertelt u dat ten overvloede.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1952 | | pagina 7