WONINGENDe polder moet inkrimpen,
want Haarlem heeft de ruimte nodig
IN 1952 KWAMEN 409 NIEUWE
WONINGEN GEREED
632 STAAN ER NOG OP STAPEL
Aan belangstelling heus
geen gebrek
V
H
Bouwprogramma omvat ruim
400 woningen
Misschien nog een extraatje
van ongeveer 160
M
DE HUUROPHALER IN HAARLEM HEEFT
GEEN RUMOERIGE PRACTIJK
O
Van de hel naar de hemel
gjgi
Wat brengt 1953 voor Haarlem?
Onderhoud met wethouder
'AIM.Angenent
De jaren van het „Kaas bolletje" zijn voorbij
GELUKKIGE MENSEN IN EEN
NIEUW HUIS
Op bezoek bij één der Haarlemse
uitverkorenen van 1952
Variatie aan de
Vondelweg
PAGINA
H A A RLEMSE WONINGBOU W VERENIGINGEN
Waar nu nog aan de Oosikani van Haar
lem hel wonderlijk polderlandschap,
als hel ware neergedrukt door een
wisselend wolkendek, zich uiisireki, zullen
binnen niel zo heel veel jaren nieuwe
huizen zich aaneenrijen; siraien zullen
splinternieuwe woningblokken rechtlijnig
doorsnijden en tussen die opeenhoping
van complexen kunnen de bewoners dan
op adem komen in de plantsoenen, die
oasen moeten zijn in de formidabele
randstad-Oost. Zover is hei nog niet. De
wandelaar, die vanuit de Julius Röntgen
straal via een hoekige poort, gesteund door
ijzig gladde pilaren, op de Prins Bern-
hardlaan terecht komt, staat plotseling voor
de oneindigheid van de polder. En hij
betreurt het wellicht, dat de dagen van
die oneindigheid geteld zijn en de rust zal
moeien plaats maken voor hei gerucht van
de stad. Maar er moei gebouwd worden,-
woningen zijn er nodig, te veel gezinnen
zitten nog te springen om betere huisves
ting en te veel trouwlustige paartjes moeien
hun trouwdag uitstellen, omdat er voor
hen nog geen ruimte is. Daarom moet de
polder hei ontgelden en moei hij steeds
meer van zijn gebied afstaan om Haarlem
de ruimte ie geven. De polder krimi in,
iedere vierkante meier wordt uitgebuit.
eizelfde is overigens ook hei geval in
Noord, dat langzamerhand maar
zeker wordt volgebouwd. Bij tiental
len tegelijk worden de huizen opgeirokken,
maar hier zal ten slotte toch spoedig de
grens worden bereikt. De bewoners van
hei uiterste Noorden spreken er zelf niet
zonder humor over, dat zij niet in Haarlem,
maar in Alkmaar-Zuid wonen.
Intussen is hei maar gelukkig, dat Haarlem
mei zoveel ijver werkt aan de woningbouw.
Geen mogelijkheid wordt ongebruikt ge
laten om woningen te bouwen. Tot nu toe
is er steeds maar weer geschreven, hoeveel
Haarlem nu feitelijk ie kort komt, hoeveel
krepeergevallen de stad kent en hoe iedere
nieuwe woning eigenlijk niet eens een
druppel op de gloeiende plaat is. Ditmaal
willen wij eens een ander beeld geven,
namelijk in hoeverre Haarlem kans ziet
nog goed voor de dag te komen, gezien
tenminste alle beperkende omstandig
heden.
Aanwinsten R.K. Openbare
Leeszaal
HAARLEM-OOST
Amsterdamse Buurt
Huisvesting" in 1952
Aantal urgente gevallen
nam met 85 toe
Toch relatieve voor
uitgang
Verkooplokaal NOTARISHUIS
Inboedelveiling 13/14 Jan. 1953
Zaterdag 27 December GESLOTEN
De Eksterstraat, breed en royaal
aangelegd, in een van de meest
imposante straten in Haarlems
nieuwbouw.
rijwel alle Haarlemse woning
bouwverenigingen zijn gestopt
met de inschrijving van adspirant-
leden:' Deze opmerking van de heer J.
B. Veltman, voorzitter van de katholieke
woningbouwvereniging „St. Bavo"
(Noord) tekent wel de situatie, waarin
deze verenigingen verkeren: aan belang
stelling geen gebrek. Bij „St. Bavo"
(Noord) was het op een gegeven ogen
blik zelfs zo, dat het aantal werkelijke
leden, diegenen dus, die een woning van
deze vereniging bezetten, overtroffen
werd door het getal der adspirant-leden,
met name de mensen die zich lieten in
schrijven om ter hunner tijd in aanmer-
Die beperkende omstandigheden zijn
helaas nog legio. Daarvan zijn wij nóg
weer eens extra overtuigd geraakt
tijdens een onderhoud, dat wij mochten
hebben met de wethouder van Open
bare Werken, de heer A. Angenent, on
der wie ook de woningbouw in Haar
lem ressorteert.
Het is immers zo gemakkelijk om te
zeggen: vaarom worden er niet meer
woningen gebouwd? Maar dan wordt
vergeten, dat er allerlei belemmerende
factoren in het spel zijn, die een directe
aanzuivering van het woningtekort
verhinderen. Vele grondstoffen immers
moeten uit het buitenland geïmpor
teerd worden, er komen dus deviezen
aan te pas, en de zorg om de betalings
balans min of meer in evenwicht te
houden, maakt het nu eenmaa' onmo
gelijk om alles lukraak in te voeren.
Daar komt anderzijds nog bij, dat de
woningbouw ook gebonden blijft aan
het aantal bouwvakarbeiders, dat Ne
derland oplevert. Dat beperkte aantal
houdt natuurlijk ook de bouw binnen
bepaalde grenzen.
Met deze en nog enkele andere pun
ten moet de minister rekening houden,
wanneer hij bepaalt, hoe groot het
bouwvolume voor Nederland tijdens
een zekere periode is, m.a.w. hoevee]
woningen er in Nederland in die pe
riode gebouwd kunnen worden.
Iedere provincie krijgt een aantal
toegewezen en de provinciale overheid
berekent dan via een ingewikkelde
formule, hoeveel iedere gemeente tot
haar beschikking krijgt. Het gemeente
bestuur van Haarlem is derhalve afhan
kelijk van de toewijzing, welke het
krijgt van het provincie-bestuur.
Zo is het wel duidelijk, dat ook
Haarlem jaarlijks aan een maximum
gebonden is. Per jaar kan men het
Haarlemse volume sedert de bevrij
ding stellen op 300 en dat is nu een
maal ontoereikend om het woning
tekort binhen afzienbare tijd te eli
mineren. Voor een opheffing van het
bestaande tekort in tiert jaren zou,
rekening houdend met de te ver
wachten bevolkings-toename, een
jaarlijks bouwvolume van rond 800
woningen noodzakelijk zijn. Daarom
is het des te meer te loven, dat men
er verschillende malen in geslaagd is
extra-bouwvolume te verkrijgen,
waardoor de nood weer iets meer ge
lenigd kon worden.
De gemeente heeft bij dat al uiter
aard nog de nodige financiële besog
nes, hoewel thans wel gezegd kan wor
den, dat er op de markt steeds meer
geld los komt, dat geleend kan worden.
Dat neemt echter niet weg, dat er
fco zuinig mogelijk mee moet worden
omgesprongen, althans zo, dat de finan
ciële lasten niet te zwaar op een huis
drukken. De kosten van één huis zijn
Immers al groot genoeg, zodat deze
zelfs niet geheel in de huur kunnen
Worden verdisconteerd. De overheid
moet er in de meeste gevallen relf geld
bijleggen.
Voor de z.g. woningwetwoningen
geeft de overheid een jaarlijkse bij
drage- Zij bepaalt de gemiddelde huur,
Welke zich enigermate moet verstaan
tnet de draagkracht .van de bewoners
en derhalve niet toereikend is voor een
gezonde exploitatie. Het onrendabele
gedeelte vormt dan de basis voor haar
bijdrage. Deze is meestal ongeveer
f 225 per woningwetwoning per jaar.
Een ander genre is de premiewoning.
Daarop geeft de overheid zonder meer
een vaste premie, welke neerkomt op
f 180 per woning per jaar. Ook kan er
natuurlijk gebouwd worden zonder
overheidssteun, in de z.g. vrije sector,
blaar daartoe zijn alleen kapitaalkrach
tigen in staat. Ten slotte kan de ge
meente nog herbouwwoningen bouwen
nis vergoeding voor de panden, die in de
oorlog verwoest zijn. De schadeloosstel
ling komt natuurlijk van 't Riik, maar
dat geschiedt toch weer naar de waar
de van 1940.
Balans van 1952
Als we nu de balans opmaken van
net afgelopen jaar. dan mag Haarlem
ïeker niet ontevreden zijn.
Rogier van Aerde (A. van Rijen)
Passie.
Hans Berghuis. Pleidooi voor een
i°ndaar.
Bordewijk. .De doopvont,
ïna Boudier-Bakker. De wekker.
Anthony van Kampen. Roes-
Harry Mulisch. Archibald Stro
halm.
H. j. van Nijnatten-Doffegnies. De
dwarskop.
A. Rutgers van der Loeff-Basenau.
In 1952 kwamen er totaal 409 wonin
gen gereed, waarvan nog 29 onbewoond.
Verdeeld ovei de verschillende groepen
lulden de cijfers: 214 woningwetwonin
gen, 108 premiewoningen, 66 woningen
in de vrije sector en 11 herbouwwonin
gen.
Van 1946 tot en met 1952 werden in
Haarlem 1849 woningen gebouwd, ter
wijl er in 1953 nog 632 woningen ge
reed zullen komen, welke thans nog in
aanbouw zijn.
Wij spraken reeds over het extra-
bouwvolume, dat nog verkregen werd.
Het was daardoor mogelijk geworden
boven het aanvankelijk toegewezen vo
lume voor 1951 tot en met 1953 een 120-
tal woningen extra te bouwen. Mede
daaraan mag het worden toegeschre
ven, dat het woningtekort na 1950 niet
verder is toegenomen, doch zelfs enigs
zins verminderd.
In ons onderhoud met de heer
Angenent ..wamen vanzelfsprekend ook
de Haarlemse woningbouwverenigingen
ter sprake- Officieel telt Haarlem er
maar liefst 26, waarvan 3 katholieke
verenigingen- Het is begrijpelijk een
heel probleem om al deze verenigingen
bij de nieuwbouw in te schakelen, maar
de wethouder kon getuigen, dat de
verstandhouding met de verenigingen
over het algemeen goed te noemen is.
Het blijft altijd moeilijk het iedereen
naar de zin tè maken, vooral wanneer
men bedenkt, dat 40 pet. van de nieuwe
woningen ter beschikking komt van de
gemeente. Voor de verenigingen blijft
er dus slechts 60 pet. ter verdeling over
en dat moet wel met enig beleid ge
schieden. En het Gemeentelijk Bureau
van Huisvesting moet daaraan dan
nog zijn goedkeuring hechten.
Ten slotte is daar nog de kwestie van
woningen voor grote gezinnen. Deze ligt
namelijk niet zo eenvoudig als het op
het eei'ste gezicht wel lijkt. Een grotere
woning betekent ook een hogere huur
en deze kan helaas niet altijd opge
bracht worden. In Amsterdam is men
b.v. tot een onbedoeld resultaat geko
men. Daar werden woningen gebouwd
voor grote gezinnen, maar de hoge
huur was oorzaak, dat de huizen ten
slotte bewoond werden door beter ge
situeerde arbeiders met een niet te
groot te ioemen gezin. De bouw van
grote gezinswoningen vraagt derhalve
ook in Haarlem een aparte politiek.
Enkele jaren geleden werd op
een persconferentie van Open
bare Werken het enorme
bouwproject besproken, dat bij ver
wezenlijking een „randstad" zou
opleveren aan de Zuid-Oost-kant
van Haarlem.
Tijdens die conferentie maakte een
der autoriteiten de opmerking, dat
deze uitgroeiende wijk van Haarlem
nog steeds maar betiteld werd met
„Haarlem-Oost", „Amsterdamse
Buurt" of „Slachthuis-kwartier".
Geen der drie benamingen achtte
hij een gelukkige vondst en in die
mening kreeg hij aller bijval. De
suggestie werd toen gedaan om een
betere naam te zoeken, maar blijk
baar is het nog altijd bij dat zoeken
gebleven.
In Haarlem-Noord had men een
soortgelijk geval, maar het wijkcc-
mité aldaar heeft dit jaar een stap
in de goede richting gezet door zich
de naam te verwerven van „Oud-
Schoten".
Misschien dat uit de kringen van
„Oost" een goede naam kan voort
komen voor dit in ieder geval
geen Amsterdamse Kwartier. Of
zou deze benaming vooruitlopen op
de annexatie van Amsterdam bij
Haarlem?
Je kon er bij ons thuis
vroeger de klok op ge
lijk zetten. Iedere Maan
dag, half één 's middags,
klonk de bel en dat wilde
zeggen, dat de huurophaler
contanten kwam innen. Dat
mannetje is altijd in onze
herinnering blijven voortle
ven. Onder welke naam hij
bij de Burgerlijke Stand
stond ingeschreven, hebben
wij nooit proberen te achter
halen. Als ivij zeiden: daar
gaat het Kaasbolletje, wist
iedereen, dat, al liepen er
honderd mannen met. een
glanzend kaal hoofd, wij doel
den op de huurophaler. Hij
was er een van het oude
slag, zo'n mannetje, dat on
sterfelijk schijnt te zijn, met
twee opvallende eigenschap
pen: weer of geen weer, hij
droeg nooit een hoed, en
iedere Maandagmiddag om
vijf uur een bezoek aan „De
Klare Wijsheid", waar pure
borrels geschonken werden,
en voor weinig centen.
Drankzuchtig was ons
Kaasbolletje in ieder geval,
niet zozeer vanwege de bor
rels als wel terzake van tal
loze kopjes koffie, die hij bü
zijn „cliënten" kreeg voorge
zet. Hij is echter reeds lang
niet meer. Op een kwade
Maandag liet hij verstek
gaan en met hem moet de
laatste van een oud geslacht
huurophalers ten grave zijn
gedragen:
Want toen wij dezer v da
gen op zoek gingen naar een
huurophaler, die ook een
klein beetje te vergelijken
was met ons Kaasbolletje,
bleek dat onbegonnen werk.
Onze generatie kent alleen
incasseerders, die vriendelijk
met hun mensen kunnen om
gaan, maar die nu eenmaal
en gelukkig zakelijker
zijn ingesteld dan hun fami
liaire voorgangers. Zij komen
per slot van zaken voor d,e
huurpenningen en niet voor
een kop koffie.
Dat neemt overigens niet
weg, dat de incasseerder met
zijn mensen moet weten om
te gaan; dat hij z'n verschil
lende klanten dikwijls ver
schillend moet behandelen en
dat hij bovenal mens moet
blijven.
Daarvan 'werden wij nog
eens extra overtuigd, toen
wij een praatje maakten met
de heer La Duk, die weke
lijks ruim driehonderd keer
het belletje laat gaan om
penningen te vangen. Ruim
driehonderd keer, indien ten
minste iedere klant thuis is
en iedereen ook betaalt. En
dat zulks niet bepaald iedere
week het geval is, wil elk
een wel aannemen. Want hoe
gaat het? Een gezin isplot
seling voor grote kosten ko
men te staan, en de huur
schiet er bij in. „De huisbaas
kan wel wachten", luidt dan
het parool en met een tus
sentijdse afbetaling moet de
schuld aangezuiverd worden.
Daar zijn natuurlijk mensen,
die buiten hun schuld in de
schuld raken, maar er is toch
ook altijd een categorie, die
daar bij wijze van spreken
een sport van maakt. Maar
de heer La Duk stelt toch
gelukkig vast, dat deze laat
ste groep een uiterst klein
percentage bedraagt. Verre
weg de meeste mensen reke
nen zonder meer op de
„huisbaas" en de huur wordt
vlot betaald. Wel is het op
vallend, hoe een bepaald sei
zoen zijn weerslag kan heb
ben op de betaling. De De-
cember-maand b.v. met haar
Sinterklaas- en Kerstfeest
vraagt zelfs aan sommigen,
die er niet zoveel aan „doen",
nog wel zoveel, dat de huur
er bij dreigt in te schieten.
En vtanneer zoals dit jaar
de winter zich extra doet
gelden en de brandstof de
ogen wij, gezien de nog steeds
beperkte mogelijkheden, dus
tevreden zijn over hetgeen in
het afgelopen jaar in Haarlem aan wo
ningen is gebouwd, zonder twijfel is dan
de eerste vraag, wat het komende jaar
de Haarlemmers zal opleveren. Er is de
afgelopen maanden natuurlijk heel wat
gepland, maar tenslotte is men er in ge
slaagd een uitgebreid project vast te
stellen, dat hopelijk in zijn geheel kan
worden uitgevoerd. Uiteraard zal alles
op alles worden gezet om het aantal
woningen, dat volgens het toegestane
bouwvolume mogelijk is, inderdaad te
realiseren.
Het ligt dan in de bedoeling om aan
de Muiderslotweg 41 middenstandswo
ningen op te trekken, welke zowel uit
premie- als herbouwwoningen zullen
bestaan. Aan de Vondelweg zullen 84
woningwetwoningen verrijzen en in
Zuid-West aan de Leidsevaart is een
plan ontworpen van 62 woningwetwo
ningen. Aan de ouden van dagen wordt
evenzeer gedacht, want aan de Orion-
weg zullen voor deze groep 14 wonin
gen worden gebouwd als uitbreiding
van Delftweide. Op het programma
staan voorts nog 10 premiewoningen.
Het grootste object zal het volgend jaar
echter worden uitgevoerd aan de Rijks
straatweg, waar maar liefst 196 woning
wetwoningen genoteerd staan. Als dus
alles uitgevoerd is, zullen er in totaal
407 gezinnen in een nieuw huis onder
dak gebracht kunnen worden.
Maar er is waarschijnlijk nog meer.
„oude" huurophaler is verdwenen; de incasseerder doet
het minstens even vriendelijk.
nodige tol opeist, dan moet
bij .de enkeling de huur het
ontgelden.
De incasseerder moet dan
veel tact aanwenden om al
te grote moeilijkheden te
voorkomen en over het alge
meen kan wel gezegd wor
den, dat hij daarin wonder
wel slaagt. De penningen
komen binnen!
^ens of wolf?
v®- J. Vermeulen. Dagboek van een
mens.
De huur wordt met pleizier gebrachtl
I verigens zullen de
meeste Haarlemmers
de incasseerder niet
m,eer aan de deur krijgen.
De heer La Duk int alleen
de huren van huizen, die par
ticulier eigendom zijn. De
Haarlemse woningbouwver
enigingen volgen echter over
het algeifieen een ander sys
teem. Bij sommige blokken
wordt de huur meestal
door een der bestuurders
nog wel aan huis gehaald,
maar de meest gangbare me
thode is toch wel, dat de
huurders het geld op een
vastgesteld tijdstip zelf ko
men afdragen aan het kan
toortje der vereniging.
Nu zou het voor de hand
liggen, dat de betaling min
der vlot geschiedt. Het is
uiteraard veel gemakkelijker
uitkomt, dan met een smoes
de incasseerder van de deur
te sturen. Blijkens informaties
is dit zeker in Haarlem al
lerminst het geval. Het breng-
systeem blijkt goed te vol
doen, en waar een „thuis
blijver" al te veel van de ge
legenheid gebruik maakt,
gaat een van de bestuurders
eens rustig praten en tenslot
te komt het wel weer in orde.
Wel merkt ook het be
stuur van een woningbouw
vereniging de invloed van
een bepaald seizoen, maar
zelfs als de betaling eens een
keer stagneert, dan wordt 't
evenwicht in de balans toch
niet opvallend verstoord.
Het blijkt namelijk, dat er
ook mensen zijn, die vooruit
betalen, en deze vooruitlo
pende huren vormen een ge
zond tegenwicht bij de ach
terstallige!
Over het algemeen gespro
ken dus, is er zowel bij de
woningbouwverenigingen als
bij particuliere exploitatie
geen ernstige reden tot kla
gen.
De tijden van het Kaasbol
letje zijn gelukkig voorbij.
Over de komende huurver
hoging praten we nu maar
niet. Daarvoor geeft het ko
In de laatste vergadering van de Haar
lemse gemeenteraad merkte een der
raadsleden op, dat het gemeentelijk bu
reau voor huisvesting misschien nog
maar vijf of zes jaar voor de boeg heeft
en dan gesloten kan worden. Wij kunnen
zo'n groot optimisme niet delen, zelfs
gezien de voortvarendheid, waarmee in
Haarlem gebouwd wordt. Daarom zijn
wij ook eens naar de Zijlstraat getrok
ken. waar de „huisvesting" in het oude
postkantoor nog steeds onderdak heeft.
Via, de alziende Lingeman, die in zijn
portiersloge naar het wat en waarom van
iedere bezoeker moet vragen, konden
wij de heren Hazevoet en Van Beek met
de nodige vragen bestoken. Nu zijn deze
heren niet pessimistisch van aard, maar
inzake het woningprobleem konden zij
toch niet met veel blijmoedigheid de
toekomst tegemoet zien.
Natuurlijk, er komt wel eens een eind
aan al die narigheid, maar over zes jaar?
De heer Hazevoet werkt niet alleen
met dossiers, maar ook met cijfers en de
laatsten spreken dikwijls nog de dui
delijkste taal. Op 1 Januari van dit jaar
stonden er 1786 urgente gevallen gere
gistreerd. In genoemde maand kwamen
er 72 bij en konden er 61 worden afge
schreven. Februari bracht een toename
van 57, een vermindering van 55. Maart
was een slechte maand: 106 méér, 54
minder; April bleek rustiger:: 67 nieuwe
gevallen, 52 werden afgeschreven. Mei
gaf de burger moed: 69 bijgeschreven,
71 er af, Juni nog beter: 108 aan de lijst
toegevoegd, 130 afgevoerd.
Juli werd een dieptepunt met 145
nieuwe urgente gevallen tegen afvoering
j van slechts 62. Augustus gaf eenzelfde
beeld, plus 94, min 51 September. Oc
tober en November herstelden het even
wicht weer met resp.: -f- 88. 143;
-f 103., 131; en 72, 86.
In totaal werden er dus in 1952 (tot
1 December) 981 urgente gevallen In de
lijst bijgeschreven tegen 896. die wegge
streept konden worden. De lijst van 1
Januari, die een aantal te zien gaf van
1786. nam dit jaar derhalve toe met 85
en telde op 1 December 1871 urgente ge
vallen; zo op het eerste gezicht nog geen
vooruitgang, maar in vergelijking met
vorige jaren, mag ditmaal toch wel van
een relatieve vooruitgang gesproken
worden.
Er zal echter nog heel wat water door
het Spaarne moeten gaan. eer het laatste
urgente geval geschrapt wordt. Tot die
tijd zal het huisvestingsbureau een
van de drukst bezochte instellingen in
Haarlem blijven.
Wist u, dat er dit jaar 12253 brieven
binnenkwamen en dat er 12758 verzon
den werden? Er werden tevens maar
liefst 12535 bezoekers geregistreerd. Deze
cijfers spreken voor zichzelf!
Onlangs heeft de nieuwe minister van
Wederopbouw en Volkshuisvesting, ir.
Witte, een rede gehouden, waarin hij er
van gewaagde, dat het totaal aantal te
bouwen woningen in 1953 vrijwel ze
ker zal worden opgevoerd. Deze uitla
ting van de minister heeft ook bij het
gemeentebestuur in Haarlem de stille
verwachting gewekt, dat misschien dan
ook voor Haarlem een extraatje kan ko
men.
Indien inderdaad enig bouwvolume
extra zou afkomen, dan zijn er reeds
of komen er binnenkort gereed plan
nen voor de bouw van 26 woningwet
woningen in Zuid-Oost, 58 woning
wetwoningen in hetzelfde kwartier
en tenslotte 76 woningen voor ouden
van dagen (met verzorgingshuis) in *t
Ramplaankwartier. Wanneer het
Haarlem in 1953 dus een beetje mee
zit, zou er gerekend kunnen worden
op een totaal aantal nieuwe wonin
gen van 567.
Daarnaast kan dan ook nog rekening
worden gehouden met de 632 woningen,
waarvan de bouw dit jaar reeds be
gonnen is, doch die pas in de loop van
1953 voltooid zullen zijn en betrokken
kunnen worden.
Al deze cijfers geven natuurlijk nog
geen reden om in een hoera-stemming
te geraken, maar wel vertellen zij ten
duidelijkste, dat al het mogelijke wordt
gedaan om de nood ten spoedigste te
lenigen.
king te komen voor een verenigingswo
ning.
Voor een buitenstaander aldus de
heer Veltman lijkt het werk van een
woningbouwverenigingsbestuur wellicht
hopeloos, gezien de lijsten van liefheb
bers die geholpen willen worden. Maar
ik kan wel de verzekering geven, dat
al die geduldig en ongeduldig
wachtenden de animo van een bestuur
prikkelen. En wanneer dan weer een
groep mensen geholpen kan worden,
geeft al dat passen en meten, dat de ver
deling der huizen met zich meebrengt,
des te groter voldoening. Dat „passen
en meten" is geen frase. Daarvan zijn
wij weer eens overtuigd geraakt tijdens
het onderhoud met de heer Veltman. Bij
de te bouwen woningen in Haarlem
moeten per slot van zaken zoveel mo
gelijk woningbouwverenigingen bij
beurten aan bod komen. En dan is men
er nog niet. Want als een vereniging
een complex krijgt toegewezen, dan kan
toch slechts 60% benut worden om ei
gen leden te helpen.
Die verdeling onder eigen leden vraagt
uiteraard weer het nodige beleid, maar
de heer Veltman prijst zich gelukkig,
dat de candidaten, die door zijn bestuur
aan het huisvestingsbureau worden voor
gedragen, vrijwel nooit worden afge
wezen. Dat wijst in ieder geval op
grote nauwkeurigheid, waarmede een
zekere selectie wordt toegepast.
Nu kan het in het algemeen wel zo
gesteld worden, dat de verhouding tus
sen bet gemeentebestuur en de woning
bouwverenigingen goed te noemen is.
Dat moet als wij het goed begrepen
hebben een belangrijke verbetering
zijn in vergelijking met vroeger. Voor
al bij Bouw- en Woningtoezicht vinden
de besturen een aandachtig oor. Uit het
onderhoud met de heer Veltman bleek
ons wel duidelijk, dat de verenigingen
veel moeite moeten doen om de finan
ciële eindjes aan elkaar te knopen. Daar
door zijn er helaas maar al te vaak
contanten tekort om in het onderhoud
van de huizen te voorzien. Wat er aan
geld is kan alleen besteed worden aan
de meest noodzakelijke reparaties.
Maar goed, de moed wordt er in ge
houden. Als er maar gebouwd kan wor
den, is nu het parool. Dan beantwoordt
een woningbouwvereniging aan haar
doel en wat belangrijker is dan
worden er weer zoveel gezinnen geluk
kig gemaakt
weg te blijven, als dat beter mende jaar nog tijd genoeg.
7ouwelijks hadden wij een voet in de kamer gezet, of de kleine Dolly wist ons
y/ te vertellen, dat. er drie slaapkamers waren. „Ik hoef u al niks meer te
zeggenverklaarde de heer des huizes lachend. De opmerking van deze
Dolly was overigens veelzeggend genoeg. Wont ook voor haar moest het bezit
van drie slaapkamers in huis een indrukwekkende weelde zijn.
Op onze tocht door Haarlems nieuwbouw reden wij van de Vergierde weg uit
die monumentale Eksterstraat in, waar de huizen aan weerszijden van een
feestelijk breed wegdek zich hoog optorenen. Aan het eind daarvan kwamen wij
terecht op de Vondelweg, een slingerend lint aan de kop van Haarlem. Daar
treft ge een van die plekken, waar het gerucht van de stad plotseling verstomt
en het beeld van de ongeschonden polder zich nog in zyn volheid presenteert.
Advertentie
Dir. W. N. WOLTERINK
Bilderdijkstraat btj de Zijlweg
Haarlem - Tel. (K 2500) 11928
Inzendingen van huisraad worden dagelijks
aangenomen. Eigen afhaaldienst
De Vondelweg. met haar bebouwing
nog slechts aan één zijde, moet voor de
wandelaar ongetwijfeld een bijzondere
bekoring hebben, en ook voor ons heeft
zij een zekere charme. De verschillende
bouw der huizen zou heel misschien
aanleiding kunnen geven tot architecto
nische aanmerkingen, maar wij gelo
ven, dat juist de variatie in de huizen
bouw met ongetwijfeld geslaagde
vondsten enerzijds en het monotone
karakter van de polder anderzijds het
geheel bijzonder aantrekkelijk maken.
Maar goed, wij waren toch niet naar de
Vondelweg gegaan om stof op te doen
voor een artikel over stadsschoon. Wij
waren wel op zoek naar mensen, die
dit jaar zo gelukkig waren een huis
toegewezen te krijgen, uitverkorenen
dus van het leger der wanhopigen, die
dag in dag uit wachten op goede tij
ding. Zulke mensen troffen wij in de
heer Th. Bey, zijn vrouw en vier kin
deren. Wij belden wat schuchter aan,
maar de gastvrijheid van de heer Bey
maakte de tred naar boven al heel licht.
In de ruime huiskamer, waar Vonnie,
Jantje, Detlef en Dolly hun plaats aan
tafel reeds hadden opgezocht, begroette
de laatste ons met die opmerking van de
drie slaapkamers. Inderdaad een weel
de, als wij horen, hoe de heer Bey en
zijn gezin zich zo lang hebben moeten
behelpen. „Wij zijn feitelijk van de hel
in de hemel gekomen", wordt ons ver
zekerd. En de betekenis van die woor
den wordt nog duidelijker, als er aan
toegevoegd wordt: „en die „hel" was
voor ons eigenlijk nog een boffie."
In den beginne waren de heer Bey
en zijn vrouw nog maar inwonend,
maar onverwacht kwam er een klein
huisje leeg. Via een kennis, die weer
een kennis was van een neef van een
tante van...., enfin, iedereen heeft van
dat soort betrekkingen, maar de heer
Bey kon daardoor in ieder geval dat
huisje betrekken. Dat pleegt men dan
boffen te noemen.
Maar het gezin breidde uit en tenslot
te was het zo, dat er zes mensen in één
slaapkamer sliepen. Een andere wo
ning? Och, zo zijn er honderden ge
vallen en het enige, wat er voorlopig
aan te doen was: de verklaring tot ur
gent gevaL Alle mogelijke instanties
werden ingeschakeld, de heer Bey liep
van de een naar de ander, en het werd
duidelijk, dat geduld niet altijd een
schone zaak genoemd kan worden.
Tenslotte kwam de goede tijding en
zo kon dit jaar het gezin verhuizen
naar de Vondelweg.
Geen duiven
Dat de familie Bey, zeker de eerste
tijd, haar pleizier niet op kon. is dut
niet zo heel verwonderlijk. Het grote
verschil in huurprijs vroeg natuurlijk
wel enige aanpassing evenals het feit,
dat men van een beneden- in een bo
venhuis kwam te wonen. „Ik moet nu
natuurlijk mijn tuin missen", verklaart
onze gastheer, „en ook mijn duiven,
waarmee ik vroeger mijn liefhebberij
vond, heb ik moeten laten schieten.
Maar die nadelen wegen bij lange niet
op tegen de voordelen. We hebben nu
de ruimte en we kunnen nu tenminste
volop adem halen."
Het uitzicht blijkt overigens bijzon
der fraai. Vanuit de hoogte en over het
lage land heen kan men de grote
schepen op het Noordzeekanaal zien,
in de avond zijn de lichten van Schip
hol zichtbaar en in de zomer brengen
de zeilboten op de mooie Nel weer de
nodige afwisseling.
Het is prettig om bij alle klaagtonen
over de woningmisère ook eens een ge
lukkig geluid te laten horen. En dat heb
ben wij dan beluisterd in een jong gezin
aan de Vondelweg. De foto vertelt u dat
ten overvloede.