Ervaringen in Engeland en in Amerika met practijk en theorie Kinderen vormen moeilijkermaar ook dankbaarder publiek Vele honderdjarigen in Griekenland Scherpe nota van Trygve Lie aan State Department Het Studentenorkest repeteert WERKWEEK IN ARNHEM Soberheid stimuleert de ouderdom Warmondse tolgaar der in overtreding Procureur-Generaal gelast nieuw ondersoek Leeuwenstaart ubileumnummer Alg. Handelsblad TONEEL EN JEUGD vraagt viermaal de toegestane prijs Haastrechts veekoopman vermist Eenwording van Europa dient gestimuleerd Deloyale Amerikanen bij Y.N. met pluimen Bij het 125-jarig bestaan ZATERDAG 3 JANUARI 1953 PAGINA 6 Klacht tegen A.K.U. niet in behandeling genomen Minister Suurhoff Puck" en „Scapino" en wellicht in enigszins beperkter kring ook „De Gong" en „De witte vogel" zijn in Nederland bekende namen geworden, begrippen voor wie het over jeugdtoneel en jeugdballet heeftWij hebben ons nimmer gerealiseerd, dat Nederland daarmede in een enigszint bevoorrechte positie ver keert, al is het dan niet het enige land ter wereld, waar het toneel voor de jeugd zich in voldoende belangstelling mag verheugen om enige officiële subsidie te verwerven, die het bestaan dan wel niet volledig zorgeloos, maar aangevuld met veel idealisme, althans rekbaar maakt. In Engeland evenwel, dat in 1945 twee gezelschappen telde, die zich tot de jeugd richtten, bestaat op het ogenblik op dit gebied niets anders dan de behoefte er aan en in Frankrijk is het bij een enkele, overigens welgeslaagde, poging gebleven, ondernomen door het Theatre de l'Óncle Sebastien, dat bij gebrek aan enige steun zijn nuttige onderneming 7YLO€St StClJC67l. Wij zijn niet volledig ingelicht over de toestand in alle landen ter wereld, maar wat wij dan wel weten komt op het volgende neer. In Europa zorgt men in Denemarken in ieder geval op een goed georganiseerde manier, dat de jeugd met. het toneel in contact komt. In Finland acht men het zeer vanzelfspre kend, dat de schouwburgen speciale kindervoorstellingen organiseren, in het bijzonder in de tijd rond Kerstmis. Bovendien zijn daar enkele theaters in Helsinki en in Turku die proberen de jeugd naar bepaalde gewone voorstellin gen te doen gaan, een experiment, dat goede resultaten schijnt op te leveren. België heeft in Antwerpen een bloeiend Vlaams jeugdtheater. Buiten Europa komen er gunstige be tichten uit Australië: daar zijn twee gezelschappen, die zich met toneel voor de jeugd bezig houden: het Theatre for Children en Children's National Theatre. In Brazilië werkt de Pestalozzi So ciety, die zich eigenlijk in hoofdzaak met" moeilijk opvoedbare kinderen be zig houdt, ook op dit gebied: het ge nootschap organiseert cursussen om onderwijzers en jeugdleiders in te wij den in de geheimen van het m- rionet- tenspel en het exploiteert zelf een groep, die marionetten-voorstellingen geeft. In Mexico is men in het alge meen nog niet ver gevorderd met de belangstelling voor het toneel; de pro paganda, die men er voor wil maken, laat men bij de jeugd beginnen: op blote voeten en m lompen zijn 2.500 kinderen in het fraaie paleis voor Schone Kunsten naai een voorstelling van Don Quixote komen kijkt In de Verenigde Staten bestaat er een leven dige activiteit op dit gebied, waarvan o.a. getuigt, cat daar jaarlijks een we tenschappelijk congres gewijd wordt aan jeugdtoneel. Al deze gegevens zijn ontleend aan het tijdschrift ..World theatre", een uit gave van de Unesco, waarvan het laat ste nummer aan het onderwerp „Jeugd en toneel" gewijd is. Dat speciale num mer is een gevolg van de internationale conferentie over jeugd en toneel, die het vorig voorjaar in Parijs gehouden is. De twee hoofdresoluties, die daar aan genomen zijn, drongen aan op steun van de regeringen aan het toneel voor de jeugd en op de opleiding van onderwij zers, jeugd- en toneelleiders, die moe ten beseffen hoe belangrijk het zowel voor de jeugd als voor het toneel is, dat de jeugd al vroeg het toneel leert kennen. George Devine, die van 1946 tot 1951, dat is zolang de groep bestaan heeft, leider is geweest van de Young Vic, zegt het zo: „Na vijf jaar ervaring ben ik meer dan ooit overtuigd, dat toneel groepen voor de jeugd zowel voor de jeugd als voor het toneel noodzakelijk zijn." Hij voegt er nog enkele wense lijkheden, waaraan zulke toneelgroepen zouden moeten voldoen, aan toe: „Ik geloof dat zij werkelijk staande groepen zouden moeten zijn en geen reizende gezelschappen. In beginsel zou zulk een groep het verlengstuk moeten zijn van een moderne toneelschool, en daarmee bedoel ik een school die er op uit is zo wel de volledige acteur als de regisseur, de decorateur en andere technici te vor men. Als er een dergelijke groep be staat. goed georganiseerd en goed toege rust. dan. daar ben ik van overtuigd, zouden ook de nodige stukken geschre ven worden." Een niet-reizend jeugdgezelschap, dat zal in Nederland wel altijd een utopie blijven, zelfs al zou een van de groepen of alle tegelijk over een eigen theater beschikken. George Devine heeft twee redenen om het reizen af te wijzen. De eerste, dat de kinderen dan het toneel ondergaan als een uit zonderlijke gebeurtenis, die geen deel van hun leven uitmaakt zoals het we kelijkse bioscoopje bijvoorbeeld. De tweede., dat de acteurs dat reizen en trekken niet kunnen volhouden zon der schade voor hun artistieke vorm. „Wij hadden voor onze groep twaalf jonge spelers van de Old Vic-school geëngageerd", schrijft hij, „en wij hadden geen geestdriftiger troepje kunnen vinden, iedere dag bereid tot de dagelijkse lichaams- en stemoefe ningen, iedere dag weer te vinden voor de voortzetting van hun impro visaties en hun repetities. Maar de vermoeidheid van het reizen maakte het hun hoe langer hoe moeilijker hun vorm te handhaven." Devine spreekt uit ervaring, hetgeen ons moge bewe gen tot meer waardering voor de Ne derlandse acteurs, die dat alles dage lijks moeten opbrengen. Zijn ervaring heeft Devine ook geleerd dat het toneel voor kinderen een inte ressante artistieke taak oplevert, voor de goede vervulling waarvan speciaal gevormde spelers en een eigen toneel architectuur nodig zijn. De speler moet zijn vak stevig in handen hebben en zijn karakter moet eenvoudig en recht op de man af zijn: kinderen aanvaarden geen indolentie en geen onbekwaamheid op de planken. Hun ogen en hun oren zijn zeer oplettend en veeleisend en geen tekortschieten gaat hun ongemerkt voor by. Zyn spelers hebben hem steeds weer verteld, dat voor kinderen spelen moei lijker is dan voor welk ander publiek De figuren uit „Als ik koning was" bij Puck. cok, maar dat hun belangstelling daar dan ook recht evenredig mee is. Zoals het spel zelf moet ook de mise en scène eenvoudig zijn, maar in de toneelwereld is niets moeilijker dan de eenvoud om hem te bereiken zijn zeer ervaren regisseurs en decorontwerpers nodig. In Amerika heeft men op dat gebied enkele proeven genomen, waarvan de resultaten interessant zijn. Laten we ons bepalen tot de „wiebel-test", toegepast door geoefende waarnemers én vastge legd in grafieken. Als kinderen zich vervelen beginnen zij te wiebelen, maar als hun aandacht geboeid wordt houdt dat op. Hun houding varieert van nctie- ve deelneming, onafgebroken aandacht, passieve aanvaarding, tot verveling, ru moerigheid en openlijke weerbarstig heid. Dank zij waarnemingen van deze aard is men tot de conclusie gekomen, dat kinderen beneden de zes jaar wei nig belangstelling hebben voor sprook jes, maar dat zij wel meeleven met ver halen van kleine gebeurtenissen, waar mee zij door hun eigen leventje al ver trouwd zijn. Kinderen tussen zeven en tien jaar daarentegen hebben een zeer levendige belangstelling voor sprookjes. Een congres over dit soort zaken, gehouden in Los Angeles, heeft zelfs een aantal regels opgesteld waaraan toneel, film en radiouitzendingen voor kinderen moeten voldoen. In het kort samengevat luiden zij: het kind moet zich met de voornaamste personages kunnen vereenzelvigen; het moet ook met de gebeurtenissen kunnen mee leven, waartoe de intrigue eenvoudig moet zijn en een uitgebreide scala van gevoelens inhouden, waarin zo nu en dan een ontspanning optreedt en op het eind moet het probleem opgelost zijn. De hoofdfiguur, waarmede het kind geneigd zal zijn zich te vereen zelvigen, moet de moeilijkheden over winnen en tot een oplossing weten te brengen. De handeling moet een lo gisch geheel zijn; zij moet ook avon turen, nieuwe ervaringen voor de kinderen opleveren, zonder dat de sa menhang met de eigen vertrouwde realiteit verloren gaat. Het is ook wenselijk dat de verwikkelingen in zich zélf meer waarde hebben dan alleen maar ontspanning. De voorstel ling moet eenvoudig, begrijpelijk zijn en goed verzorgd. Men moet er ook rekening mee houden dat het kind in de zaal graag zijn woordje mee spreekt. Zuiver artistiek gezien moet men dezelfde maatstaven aanleggen ais voor volwassenen; het verschil gaat terug op een verschil in bevat tingsvermogen. Het in het begin genoemde congres en het hierboven genoemde tijdschrift hebben zich ook bezig gehouden met het „dramatisch spel" een vorm van uitdrukking, waarbij kinderen onder leiding zelf een soort toneelspel impro viseren, zonder vaststaande tekst, aan de hand van een algemeen schema. Dat is evenwel eerder een middel tot opvoe ding, tot ontwikkeling van het kleine persoonlijkheidje, dan een kennisma king met de kunst van het toneel. Het Britse Hooggerechtshof in de bezet tingszone van Duitsland heeft zich onbe voegd verklaard de klacht in behandeling te nemen, welke een kleine groep Duitse AKU-aandeelhouders tegen de inbeslagne ming door de AKU van Duitse aandelen en vermogensbestanddelen als vijandelijk bezit. Vermoedelijk zal deze zaak thans verwezen worden naar een Duits gerechts hof. (Van onze correspondent) Griekenland is arm. Het leven is er hard en over het algemeen is er niet voldoende voedsel. Er wordt hard gewerkt en wei nig gegeten. Gelukkig hebben de Amerikanen tijdig kun nen voorkomen, dat de Grie ken van uitputting omkwa men na de ontberingen van de bezetting en de burger oorlog. Sedertdien zijn de levensomstandigheden m Griekenland veel verbeterd, maar er, blijft nog veel te doen, want het land is nog voor een groot deel van zijn voedselpakket aangewezen op het buitenland. De ondervoeding in de ste den leidt tot tuberculose, maar op het platteland blijkt de tot het strikt noodzakelij ke beperkte hoeveelheid voedsel een verlenging van de levensduur te stimuleren. Daarom treft men waar schijnlijk op het platteland talrijke negentig- en zelfs honderdjarigen, die nog wèl ter been zijn en ondanks de last hunner jaren nog zware veldarbeid verrichten. Weliswaar voeden de plat telandsbewoners zich beter dan de stedelingen, maar zij zijn vanouds ook veel sober der. De Griekse boer leeft voornamelijk van melk, kaas, olijven, olijfolie en veld vruchten, maar vooral van wilde kruiden, die hij op de velden en de onbebouwde gronden plukt. Deze kruiden, die rauw worden gegeten, maar vaker nog met olijf olie en citroensap gekookt zijn zeer gezond en hebben een zuiverende werking. Ze worden veel gegeten op het platteland. De Griekse boer eet zelden vlees, hoogstens vijf of zes keer per jaar alsmede op grote feestdagen. Een regelmatige veldarbeid, een leven in de open lucht, kaas, bruin brood en vooral wilde kruiden, dat zijn de levenselixers, waarin de Griekse honderdjarigen ge loven. Op het gebied van hoge ouderdom slaan de vrouwen echter een benij denswaardig record. Mannen van meer dan honderd jaar komen veel zeldzamer voor. Kyra Panayon is in 1835 geboren. Ze woont in Neo- Mousarly, een gehucht in het Noorden van het eiland Eu- bcc. Hoewel min of meer gemummificeerd, is ze nog bij-de-hand. Ze zjet nog best, heeft een goed geheugen en een goede maag. Vijftien jaar geleden had ze nog bijna al haar tanden. Naald en draad hanteert ze nog zonder bril. Zij zweert bij vruchten, kaas, melk en kruiden. Nooit is ze medaanse godsdienst behoort, verheugt zich in een buiten gewone gezondheid. Ook zij is omringd door een schare kinderen en kleinkinderen, van wie enkele reeds een gezegende leeftijd hebben be reikt. Dagelijks doet ze met haar 110 jaar gedurende vier of vijf uur haar ronde door de stad om borduurwerk te ven ten, dat haar talrijke klein dochters voor haar vervaar digen. Mevrouw Ismaely is even- ernstig ziek geweest. Als ze zich niet lekker voelt drmkt ze een paar koppen salie- 'thee en legt ze compressen met wijnazijn op haar voor hoofd. Ondanks haar 117 jaar schrikt ze er niet voor terug drie kilometer verder in haar wijngaard druiven te gaan plukken, zuiver voor haar genoegen, want ze heeft een regiment kinderen en klein kinderen tot in het vijfde ge slacht om zich heen. Van haar twaalf kinderen leven er nog vier en de oudste draagt op gewekt haar 92 jaren. Een van haar kleinzonen is al 63. Als jong meisje heeft ze een tijdje in Constantinopel gewoond. De Krimoorlog her innert ze zich als de dag van gisteren. Zo ook de knappe Franse en Engelse officieren, die met gouden medailles wa ren beladen, en de soldaten die in hun kleurige unifor men en met hun hoge sjako's op door de hoofdstad van het Ottomaanse rijk mar cheerden. Een andere oude vrouw, die echter pas 110 jaar oud is, woont in de stad Rhodos op het bekoorlijke eiland van dezelfde naam met zijn ge zond, mild klimaat. Deze eer biedwaardige dame, die Isma ely heet en tot de Moham- eens erg sober. Haar enige zwakheid is, dat ze vijftien sigaretten per dag rookt. Een sigaret is voor haar zo zegt ze zelf de zweepslag die haar verjongt en haar vitaliteit schenkt, waardoor ze in staat is haar lange tochten te maken. Ze is nooit ziek, maar als ze zich moe voelt, drinkt ze een paar kop pen kruidenthee, de thee van de bergen of van de eilanden, met olijfschors. Met deze leefwijze houdt ze het nog wel twintig jaar uit, zegt ze Prosit! In de buurt van Kozani in West-Macedonië, met zijn veeleer wreed klimaat, kan men een ander oudje ont moeten, Kyra Vassiliky, die in 1840 geboren is. Ze her innert zich niet ooit in haar leven ernstig ziek te zijn ge weest. Ieder jaar in het be gin van de herfst gaat ze te voet haar dokter consulteren, die acht kilometer verder gestationneerd is in het ge bouw van het Rode Kruis. Ieder jaar opnieuw consta teert hij een blakende ge zondheid. Hoewel ze zich omringd ziet door een tal rijke nakomelingschap, houdt ze ervan om zelf mee te werken in het huishouden en op het land. Ze eet geen vlees, maar wel veel fruit en kruiden. Ze heeft nog nooit sterke drank gedronken, zelfs geen wijn, behalve op familiebrui loften. Al sinds haar prilste jeugd gaat ze om zeven uur 's avonds naar bed en staat ze om vijf uur 's ochtends op Haar zes kinderen zijn allen nog in leven. De oudste is 87 en ze heeft een veertigtal kleinkinderen. Het is een fa milie van welgestelde land bouwers die gezamenlijk op oud-testamentische wijze hun grond bebouwen. En verder is er nog een achtenswaardige grijsaard van 106, die op het eiland Koös woont, het land van Hippocrates. Mustafa Mah- met Ali Effendi is heerboer. Hij is Mohammedaan en voor- zijn jaren nog wèl ter been. Hij woont alleen op Koös en als het seizoen is aangebro ken huurt hij dagloners om zijn akkers te verzorgen. Hij heeft talrijke kinderen en kleinkinderen, die in Turkije wonen, maar ieder jaar ko men er een paar bij hem op bezoek. Mustafa Effendi is alleen achtergebleven, toen zijn vrouw zeventig jaar ge leden stierf. Alleen een grote hond en een oude ezel, die hij gebruikt om zijn akkers te inspecteren, houden hem trouw gezelschap. Mustafa Effendi die alge meen geacht en bemind is op het eiland om zijn wijsheid en zijn goede raadgevingen is evenmin als de oudjes, over wie we gesproken heb ben, geheelonthouder. Hij rookt sigaretten en een Turk se pijp en gaat vaak naar een naburig café om een praatje te maken en een glas raki te drinken. Mustafa Effendi, die een uitstekend geheugen heeft, heeft zich, mede door talrijke waarnemingen, gespeciali seerd in het voorspellen van liet weer. En het schijnt, dat zijn voorspellingen even nauwkeurig zijn als die van een meteorologisch instituut. De vissers en de schippers van het eiland raadplegen hem vaak alvorens zee te kiezen. De Warmondse tolgaarder is gisteren in dc val gelopen. Ir. C. A. Kuysten, chef van de verkeersafdeling van de A.N.W.B., pas seerde omstreeks half drie met een perso nenauto vol getuigen dit gehate tolhek en vroeg „wat krijgt u?". De dienstdoende tolgaarder antwoorddeê „Twintig cent". Ir. Kuysten betaalde onder getuigen twee dubbeltjes en daarmee was bewezen, dat de tolgaarder in overtreding was. Bij besluit van Provinciale Staten var» Zuid-Holand van 27 Juli 1950 mag voor een personenauto sedert 1 Januari 1951 aan het Warmondse tolhek slechts vijf cent worden geheven. Het heeft overigens twee jaar lang klachten over deze tol bij de ver- keersorganisaties geregend. De A.N.W.B. heeft besloten het stelsel matig overtreden van het besluit van Pro vinciale Staten, krachtig aan te pakken. Een veekoopman uit Haastrecht, de 22-ja- rige P. H. van D.. wordt sinds gistermor gen vermist. Donderdag is hij naar Ach terveld bij Amersfoort vertrokken om zijn verloofde te bezoeken. Uit Achterveld is hij gistermorgen per bus naar Amersfoort vertrokken, om vandaar per trein naar Zwolle te gaan. waar hij de veemarkt wil de bezoeken. In de bus is hij nog gezien, sindsdien ontbreekt ieder spoor. Waar schijnlijk had van D. vrij veel geld op zak. Ook schijnt het dat hij de laatste tijd met moeilijkheden te kampen heeft gehad. De groepscommandant der rijks politie te Haastrecht (tel. K 1821—260) heeft om inlichtingen verzocht. In een Nieuwjaarsbijeenkomst van het N V. V. te Amersfoort, heeft gisteravond minister J. G. Suurhoff gesproken over „Onze taak in 1953 Spr. betoogde, dat er een zo groot mogelijke vertrouwensvol le samenwerking moet zijn tussen rege ring en arbeider, om een bevredigende vorm van sociale zekerheid op te bouwen. Nederland, aldus zei de minister onder meer verder, kan zich niet meer onttrek ken aan de internationale politieke ver houdingen en dient zich in te spannen voor de grote colectieve veiligheid. Het. streven naar de eenheid van Europa dient krach tig te worden gestimuleerd. Volgens de minister is het met het vraagstuk van de werkgelegenheid in ons land en ook daar buiten, momenteel uitermate moeilijk. Er zijn twee mogelijkheden uit die moeilijk heden te geraken: industrialisatie en emi gratie. De secretaris-generaal der Verenigde Naties, l'rygve Lie, heeft gisteren een communiqué gepubliceerd, waarin hij fel van leer trekt tegen het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, dat gefaald zou hebben het bewijsmateriaal te verstrekken om de verwijdering van Amerikaanse communisten of daarmee sympathiserenden uit de U.N.O. te rechtvaardigen. Uit dit communiqué blijkt, dat de Verenigde Naties het Amerikaanse mi nisterie van Buitenlandse Zaken in 1948 een lijst hebben gezonden met de namen van 1946 bii haar in dienst zijnde Amerikaanse burgers, met verzoek om gegevens betreffende hun politieke an tecedenten. Verklaard wordt dat dc antwoorden van het State Department in langzaam tempo binnenkwamen en dat zü onvolledig waren. Na twee jaar waren eerst gegevens verstrekt betreffende 377 bij de Verenigde Naties werkzaam zijnde Amerikanen. Hieraan wordt toe gevoegd dat het de Secretaris-Generaal niet mogelijk was V.N.-employé's te ont slaan, indien slechts met één woord en ook dan nog niet altijd schriftelijk te kennen werd gegeven dat hun -poli tieke verleden afkeurenswaardig was. Voorts wordt in deze verklaring me degedeeld, dat Trygve Lie een afschrift geweigerd is van het verhoor, dat on langs door een New Yorkse jury is afgenomen. Op 2 December heeft deze jury een verklaring afgelegd, die aldus het communiqué van Trygve Lie „de neiging had om alle ruim 2000 bij de staf van de V.N. werkzame Ame rikanen in discrediet te brengen. Zoals wij gisteren reeds hebben ge meld is Lie voornemens een speciale commissie in het leven te roepen ter beoordeling van een acht- a negental Amerikanen, waarover door het State Department minder gunstig is geoor deeld. Zoals gemeld, zijn in de afge lopen weken 31 Amerikaanse werk nemers der Verenigde Naties, op grond van communistische gezindheid, hetzij ontslagen, hetzij op andere wijze van hun werkzaamheden voor de internationale organisatie ontheven. Intussen heeft de Amerikaanse procu reur-generaal, James McGranery, op dracht gegeven, dat een nieuwe, en op bredere basis samengestelde federale grote jury een onderzoek zal instellen naar het werken van politiek onbe trouwbaar geachte Amerikaanse burger* bij de V.N. McGranery zei dat een jury in New York verzocht zal worden een onderzoek in te stellen naar alle be wijzen van bedrog, spionnage en ander* misdaden ten gevolge van aanklacht door een vroegere jury. De Belgische volksvertegenwoordi gers en senatoren zullen voortaan een zeven centimeter lang en vijf centi meter breed insigne mogen dragen. Deze zilveren insignes vertonen de gekroonde Belgische leeuw, die voor de volksvertegenwoordigers met lau wertakken voor de senatoren met een stralenkrans is omgeven. Het Socialistische blad „Le Peuple" heeft intussen ontdekt, dat de leeuw der senatoren drie pluimen aan zijn staart heeft, tegenover die der ka merleden slechts tvjee. Het blad acht dit een achterstelling der kamerleden en verwacht, dat de voorzitter van de Kamer, Frans van Cauwelaert.krach tig zal protesteren tegen „dit uitda gend decoratieve karakter van de leeuwenstaart op het insigne der senatoren". Hij studeert in Delft en bewijst, dat kunst en techniek best kunnen samen gaan. Ter gelegenheid van zijn honderdvijf- ent wintigjarig bestaan op 5 Januari heeft het Algemeen Handelsblad een zeer fraai en uitgebreid jubileumnum mer uitgegeven, dat, zoals in een bege leidend artikel wordt gezegd, gezien moet worden als een symposion, een critisch-samengevatte kroniek van 125 jaar historie. Medewerkers „binnen en buiten de krant" belichten in boeiende en zeer lezenswaardige artikelen tal van belangrijke facetten van ons heden ten dage zo gecompliceerde leven; zij doen dit veelal gezien tegen de historische achtergrond van het ontstaan van dit blad. Hun beschouwingen omvatten wel zo ongeveer het totaal van alle maat schappelijke aspecten die zich aan de ontwikkelde lezer voordoen, als daar onder meer zijn naast de politiek wetenschap, sport, het sociaal terrein' beurs en onderwijs Nederlands her stel, de emigratie, leven en interesse van de vrouw, de woningbouw, de lucht vaart, industrialisatie, de caricatuur. Zeer fraai komt het blad voor de dag met zijn pagina's over het culturele leven in Nederland, evenwichtig bezien, deskundig beschreven, degelijk be schouwd en goed verlucht. Van de overige meest belangwekkende bijdragen noemen wij die van dr. A. Winsemius over de industrialisatie, Cornelis Veth over 125 jaar caricatuur, dr. A. L. Con- standse over de internationale proble men en Nederland temidden der volke ren, van prof. dr. H. J. Pos over Neder land als beschavingsfactor in de wereld, van prof. dr. H. Freudenthal over de taak der wetenschap, van dr. Plesman over de luchtvaart en van Sem Dresden over onze muziekcultuur. Interessant is ook de beschouwing van J. H. Besselaar over de rol die het Amsterdamse Paleis- balcon als medium tussen Vorst en volk heeft gespeeld. Het totaal van deze en andere bijdragen geeft een duidelijk inzicht in de groei, daadkracht en culturele poten tie van ons land in de afgelopen ecn-en- een-kwart-êeuw en in de laatste jaren in het bijzonder. Tal van prominente personen hebben in dit feestelijke nummer een gelukwens geschreven. Onder hen treffen wij op de eerste plaats aan Prins Bernhard, ver der o.a. de minister-president dr. Drees, jhr. mr. Beelaerts van Blokland, vice- president van de Raad van State, en de burgemeester van Amsterdam, mr. d'Ailly. Het blad is typografisch uitstekend verzorgd, het vormt een lust voor het oog. Zoals gezegd, het is (natuurlijk) degelijk, maar o.i. toch wel iets te ge degen. Een lachje kon er niet van af. Waarom niet een plaatsje ingeruimd voor de humor? Gr. (Van een speciale verslaggever) Halt blazers, vijftig procent meer concentratie op de klanksoort en vooral niet te veel jagen". Deze en andere opmerkingen klinken in bijna monotone regelmaat door de grote zaal van het C. S. Oolgaardthuis in Arnhem, waar het pas geformeerde Nederlandse Studenten Orkest (N.S.O.) een met muziek gevulde werkweek doormaakt, voordat dirigent Yvon Baarspul met de 55 jongelui op tournée gaat door ons land. De leek op muzikaal gebied vindt dat het al heel goed klinkt en de musici zelf vinden dat soms ook, maar dan is er de dreig:nde wijsvinger van de diri gent of het nijdige tikken van het dirigeerstokje. „In A, niet in D-staccato, meer staccato; minder slepend. Van de fagotten wil ik de dubbeltoon horen. De strijkers sneller invallen". En onver moeid wordt opnieuw ingezet. De piano begint met de eerste maten, Yvon Baar spul neuriet mee. Dan plotseling met harde stem: „Nee, nee, het is Mozart, geen Tschaikowsky". Wedex-om zet het orkest in, voor de zoveelste maal. Maat de jongelui zijn geen kribbige muziek- arbeiders, hun enthousiasme is bewon derenswaardig en nog meer het uithou dingsvermogen van de dirigent, die telkens en telkens weer iedere wegge glipte noot, ieder ondoordacht gebaar onder controle brengt. Het zijn geen lichte dansmuziekjes, die door de zaal klinken. Het orkest heeft de pretentie muziek te brengen, waaraan beroeps orkesten zich soms niet durven wagen. Een suite van Bach, het piano-concert van Beethoven, de suite voor strijk orkest en piano van Guillaume Landre, de petite suite van Roussel en in dit programma vanzelfsprekend de Aka- demische Festouverture van Brahms. Het getuigt van moed om hiermede op te treden in steden als Haarlem, Den Haag, Arnhem, Utrecht, Heerlen, Am sterdam, Groningen en Hengelo. Dat de pianisten Willem Andriessen, Abbev Simon en Janine Dacosta zich bereid verklaard hebben met het orkest op te treden is een bewijs, dat er muziek in zit. En dat de jongelui zelf het ernstig menen bewijzen de vele opofferingen, die zij zich getroosten. Het is uniek in de wereld, dit natio nale Nederlandse studentenorkest, ge vormd uit studerenden aan de Univer siteiten en Hogescholen van Delft,, U.trecht, Leiden, Amsterdam, Gronin gen, Nijmegen, Wageningen en Tilburg.. Het' plan werd dit voorjaar geboren onder een biertje tijdens de vergadering van de voorzitters der diverse studen tenorkestjes en met de bijna onbezon nen voortvarendheid van de student in de daad omgezet. Er ging een circulaire naar alle hogescholen. Er werden audi ties gehouden in Leiden en Delft, Yvon Baarspul, voormalig dirigent van het Radio Philharm. Orkest van Djakarta en thans o.m. dirigent van het Overijssels Philharmonisch Orkest en directeur van „Toonkunst" uit Rotterdam, werd bereid gevonden belangeloos het N.S.O. te leiden en tenslotte had men een be zetting bijeen, die een orkestraal werk zou kunnen vertolken. Er kwam natuur lijk ook een stichting, die een donatie ontving van het bedrijfsleven en ook werd het goede doel gevonden, waar voor zal worden opgetreden, n.l. het Nederlands Studentensanatorium in La ren. De eerste acht repetities wei-den ge houden in het Utrechtse Unïversiteits- huis, meestal op Zondagmiddag, want de studie moent er niet onder lijden. De Kerstvacantie heeft men nu gebruikt voor een werkweek te Arnhem. De jongelui betalen hun eigen pension kosten en oefenen de gehele dag, soms in groepen soms gemeenschappelijk, maar in ieder geval van 's morgens 9 uur tot 's avonds 10 uur. Wanneer ze naar bed gaan, zijn er soms nog bij, die een kwartet vormen, dat in pyama ge kleed op de rand van de bedden de anderen een serenade brengt. De diri- Een Utrechtse studente, die maar al te graag de eerste viool speelt. gent, even enthousiast als zijn orkestle den, heeft er twee weken voor vrij ge nomen om aan net geheel een muzikale homogeniteit te geven, die straks het publiek tot applaus zal moeten brengen. 4 Januari is de werkweek afgelopen, de dag daarop gaat het in autobussen door ons land, eerst naar Haarlem en vervolgens voor de gala-uitvoering vaar Den Haag. De affiches, met de zwarte Mxnervakop, die in zijn helm de mu ziekinstrumenten meedraagt sugges tief ontwerp van een der studenten zijn reeds overal aangeplakt. Het wach ten is nu nog op de gespannen stilte en de altijd weer feestelijke concentratie van het publiek in de concertzaal tus sen het eerste tikje van de dirigeerstok en de inzet van het orkest Dirigent Baarspul houdt de touwtjes strak en langzaam groeit een ensemble.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 6