Ervaringen in Engeland en in
Amerika met practijk en theorie
Kinderen vormen moeilijkermaar ook
dankbaarder publiek
Vele honderdjarigen in Griekenland
Scherpe nota van Trygve Lie
aan State Department
Het Studentenorkest repeteert
WERKWEEK IN ARNHEM
Soberheid stimuleert
de ouderdom
Warmondse tolgaar
der in overtreding
Procureur-Generaal gelast
nieuw ondersoek
Leeuwenstaart
ubileumnummer
Alg. Handelsblad
TONEEL EN
JEUGD
vraagt viermaal de
toegestane prijs
Haastrechts veekoopman
vermist
Eenwording van Europa
dient gestimuleerd
Deloyale Amerikanen bij Y.N.
met pluimen
Bij het 125-jarig bestaan
ZATERDAG 3 JANUARI 1953
PAGINA 6
Klacht tegen A.K.U. niet in
behandeling genomen
Minister Suurhoff
Puck" en „Scapino" en wellicht in enigszins beperkter kring ook „De Gong"
en „De witte vogel" zijn in Nederland bekende namen geworden, begrippen
voor wie het over jeugdtoneel en jeugdballet heeftWij hebben ons nimmer
gerealiseerd, dat Nederland daarmede in een enigszint bevoorrechte positie ver
keert, al is het dan niet het enige land ter wereld, waar het toneel voor de jeugd
zich in voldoende belangstelling mag verheugen om enige officiële subsidie te
verwerven, die het bestaan dan wel niet volledig zorgeloos, maar aangevuld
met veel idealisme, althans rekbaar maakt. In Engeland evenwel, dat in 1945
twee gezelschappen telde, die zich tot de jeugd richtten, bestaat op het ogenblik
op dit gebied niets anders dan de behoefte er aan en in Frankrijk is het bij een
enkele, overigens welgeslaagde, poging gebleven, ondernomen door het Theatre
de l'Óncle Sebastien, dat bij gebrek aan enige steun zijn nuttige onderneming
7YLO€St StClJC67l.
Wij zijn niet volledig ingelicht over de toestand in alle landen ter wereld,
maar wat wij dan wel weten komt op het volgende neer. In Europa zorgt
men in Denemarken in ieder geval op een goed georganiseerde manier, dat de
jeugd met. het toneel in contact komt. In Finland acht men het zeer vanzelfspre
kend, dat de schouwburgen speciale kindervoorstellingen organiseren, in het
bijzonder in de tijd rond Kerstmis. Bovendien zijn daar enkele theaters in
Helsinki en in Turku die proberen de jeugd naar bepaalde gewone voorstellin
gen te doen gaan, een experiment, dat goede resultaten schijnt op te leveren.
België heeft in Antwerpen een bloeiend Vlaams jeugdtheater.
Buiten Europa komen er gunstige be
tichten uit Australië: daar zijn twee
gezelschappen, die zich met toneel voor
de jeugd bezig houden: het Theatre for
Children en Children's National Theatre.
In Brazilië werkt de Pestalozzi So
ciety, die zich eigenlijk in hoofdzaak
met" moeilijk opvoedbare kinderen be
zig houdt, ook op dit gebied: het ge
nootschap organiseert cursussen om
onderwijzers en jeugdleiders in te wij
den in de geheimen van het m- rionet-
tenspel en het exploiteert zelf een
groep, die marionetten-voorstellingen
geeft. In Mexico is men in het alge
meen nog niet ver gevorderd met de
belangstelling voor het toneel; de pro
paganda, die men er voor wil maken,
laat men bij de jeugd beginnen: op
blote voeten en m lompen zijn 2.500
kinderen in het fraaie paleis voor
Schone Kunsten naai een voorstelling
van Don Quixote komen kijkt In de
Verenigde Staten bestaat er een leven
dige activiteit op dit gebied, waarvan
o.a. getuigt, cat daar jaarlijks een we
tenschappelijk congres gewijd wordt
aan jeugdtoneel.
Al deze gegevens zijn ontleend aan
het tijdschrift ..World theatre", een uit
gave van de Unesco, waarvan het laat
ste nummer aan het onderwerp „Jeugd
en toneel" gewijd is. Dat speciale num
mer is een gevolg van de internationale
conferentie over jeugd en toneel, die
het vorig voorjaar in Parijs gehouden is.
De twee hoofdresoluties, die daar aan
genomen zijn, drongen aan op steun van
de regeringen aan het toneel voor de
jeugd en op de opleiding van onderwij
zers, jeugd- en toneelleiders, die moe
ten beseffen hoe belangrijk het zowel
voor de jeugd als voor het toneel is,
dat de jeugd al vroeg het toneel leert
kennen.
George Devine, die van 1946 tot 1951,
dat is zolang de groep bestaan heeft,
leider is geweest van de Young Vic,
zegt het zo: „Na vijf jaar ervaring ben
ik meer dan ooit overtuigd, dat toneel
groepen voor de jeugd zowel voor de
jeugd als voor het toneel noodzakelijk
zijn." Hij voegt er nog enkele wense
lijkheden, waaraan zulke toneelgroepen
zouden moeten voldoen, aan toe: „Ik
geloof dat zij werkelijk staande groepen
zouden moeten zijn en geen reizende
gezelschappen. In beginsel zou zulk een
groep het verlengstuk moeten zijn van
een moderne toneelschool, en daarmee
bedoel ik een school die er op uit is zo
wel de volledige acteur als de regisseur,
de decorateur en andere technici te vor
men. Als er een dergelijke groep be
staat. goed georganiseerd en goed toege
rust. dan. daar ben ik van overtuigd,
zouden ook de nodige stukken geschre
ven worden."
Een niet-reizend jeugdgezelschap,
dat zal in Nederland wel altijd een
utopie blijven, zelfs al zou een van de
groepen of alle tegelijk over een eigen
theater beschikken. George Devine
heeft twee redenen om het reizen af
te wijzen. De eerste, dat de kinderen
dan het toneel ondergaan als een uit
zonderlijke gebeurtenis, die geen deel
van hun leven uitmaakt zoals het we
kelijkse bioscoopje bijvoorbeeld. De
tweede., dat de acteurs dat reizen en
trekken niet kunnen volhouden zon
der schade voor hun artistieke vorm.
„Wij hadden voor onze groep twaalf
jonge spelers van de Old Vic-school
geëngageerd", schrijft hij, „en wij
hadden geen geestdriftiger troepje
kunnen vinden, iedere dag bereid tot
de dagelijkse lichaams- en stemoefe
ningen, iedere dag weer te vinden
voor de voortzetting van hun impro
visaties en hun repetities. Maar de
vermoeidheid van het reizen maakte
het hun hoe langer hoe moeilijker hun
vorm te handhaven." Devine spreekt
uit ervaring, hetgeen ons moge bewe
gen tot meer waardering voor de Ne
derlandse acteurs, die dat alles dage
lijks moeten opbrengen.
Zijn ervaring heeft Devine ook geleerd
dat het toneel voor kinderen een inte
ressante artistieke taak oplevert, voor
de goede vervulling waarvan speciaal
gevormde spelers en een eigen toneel
architectuur nodig zijn. De speler moet
zijn vak stevig in handen hebben en
zijn karakter moet eenvoudig en recht
op de man af zijn: kinderen aanvaarden
geen indolentie en geen onbekwaamheid
op de planken. Hun ogen en hun oren
zijn zeer oplettend en veeleisend en geen
tekortschieten gaat hun ongemerkt voor
by. Zyn spelers hebben hem steeds weer
verteld, dat voor kinderen spelen moei
lijker is dan voor welk ander publiek
De figuren uit „Als ik koning was" bij Puck.
cok, maar dat hun belangstelling daar
dan ook recht evenredig mee is.
Zoals het spel zelf moet ook de mise
en scène eenvoudig zijn, maar in de
toneelwereld is niets moeilijker dan de
eenvoud om hem te bereiken zijn zeer
ervaren regisseurs en decorontwerpers
nodig.
In Amerika heeft men op dat gebied
enkele proeven genomen, waarvan de
resultaten interessant zijn. Laten we ons
bepalen tot de „wiebel-test", toegepast
door geoefende waarnemers én vastge
legd in grafieken. Als kinderen zich
vervelen beginnen zij te wiebelen, maar
als hun aandacht geboeid wordt houdt
dat op. Hun houding varieert van nctie-
ve deelneming, onafgebroken aandacht,
passieve aanvaarding, tot verveling, ru
moerigheid en openlijke weerbarstig
heid. Dank zij waarnemingen van deze
aard is men tot de conclusie gekomen,
dat kinderen beneden de zes jaar wei
nig belangstelling hebben voor sprook
jes, maar dat zij wel meeleven met ver
halen van kleine gebeurtenissen, waar
mee zij door hun eigen leventje al ver
trouwd zijn. Kinderen tussen zeven en
tien jaar daarentegen hebben een zeer
levendige belangstelling voor sprookjes.
Een congres over dit soort zaken,
gehouden in Los Angeles, heeft zelfs
een aantal regels opgesteld waaraan
toneel, film en radiouitzendingen voor
kinderen moeten voldoen. In het kort
samengevat luiden zij: het kind moet
zich met de voornaamste personages
kunnen vereenzelvigen; het moet ook
met de gebeurtenissen kunnen mee
leven, waartoe de intrigue eenvoudig
moet zijn en een uitgebreide scala van
gevoelens inhouden, waarin zo nu en
dan een ontspanning optreedt en op
het eind moet het probleem opgelost
zijn. De hoofdfiguur, waarmede het
kind geneigd zal zijn zich te vereen
zelvigen, moet de moeilijkheden over
winnen en tot een oplossing weten te
brengen. De handeling moet een lo
gisch geheel zijn; zij moet ook avon
turen, nieuwe ervaringen voor de
kinderen opleveren, zonder dat de sa
menhang met de eigen vertrouwde
realiteit verloren gaat. Het is ook
wenselijk dat de verwikkelingen in
zich zélf meer waarde hebben dan
alleen maar ontspanning. De voorstel
ling moet eenvoudig, begrijpelijk zijn
en goed verzorgd. Men moet er ook
rekening mee houden dat het kind in
de zaal graag zijn woordje mee
spreekt. Zuiver artistiek gezien moet
men dezelfde maatstaven aanleggen
ais voor volwassenen; het verschil
gaat terug op een verschil in bevat
tingsvermogen.
Het in het begin genoemde congres
en het hierboven genoemde tijdschrift
hebben zich ook bezig gehouden met
het „dramatisch spel" een vorm van
uitdrukking, waarbij kinderen onder
leiding zelf een soort toneelspel impro
viseren, zonder vaststaande tekst, aan de
hand van een algemeen schema. Dat is
evenwel eerder een middel tot opvoe
ding, tot ontwikkeling van het kleine
persoonlijkheidje, dan een kennisma
king met de kunst van het toneel.
Het Britse Hooggerechtshof in de bezet
tingszone van Duitsland heeft zich onbe
voegd verklaard de klacht in behandeling
te nemen, welke een kleine groep Duitse
AKU-aandeelhouders tegen de inbeslagne
ming door de AKU van Duitse aandelen
en vermogensbestanddelen als vijandelijk
bezit. Vermoedelijk zal deze zaak thans
verwezen worden naar een Duits gerechts
hof.
(Van onze correspondent)
Griekenland is arm. Het
leven is er hard en
over het algemeen is er
niet voldoende voedsel. Er
wordt hard gewerkt en wei
nig gegeten. Gelukkig hebben
de Amerikanen tijdig kun
nen voorkomen, dat de Grie
ken van uitputting omkwa
men na de ontberingen van
de bezetting en de burger
oorlog. Sedertdien zijn de
levensomstandigheden m
Griekenland veel verbeterd,
maar er, blijft nog veel te
doen, want het land is nog
voor een groot deel van zijn
voedselpakket aangewezen op
het buitenland.
De ondervoeding in de ste
den leidt tot tuberculose,
maar op het platteland blijkt
de tot het strikt noodzakelij
ke beperkte hoeveelheid
voedsel een verlenging van
de levensduur te stimuleren.
Daarom treft men waar
schijnlijk op het platteland
talrijke negentig- en zelfs
honderdjarigen, die nog wèl
ter been zijn en ondanks de
last hunner jaren nog zware
veldarbeid verrichten.
Weliswaar voeden de plat
telandsbewoners zich beter
dan de stedelingen, maar zij
zijn vanouds ook veel sober
der. De Griekse boer leeft
voornamelijk van melk, kaas,
olijven, olijfolie en veld
vruchten, maar vooral van
wilde kruiden, die hij op de
velden en de onbebouwde
gronden plukt. Deze kruiden,
die rauw worden gegeten,
maar vaker nog met olijf
olie en citroensap gekookt
zijn zeer gezond en hebben
een zuiverende werking. Ze
worden veel gegeten op het
platteland.
De Griekse boer eet zelden
vlees, hoogstens vijf of zes
keer per jaar alsmede op
grote feestdagen.
Een regelmatige veldarbeid,
een leven in de open lucht,
kaas, bruin brood en vooral
wilde kruiden, dat zijn de
levenselixers, waarin de
Griekse honderdjarigen ge
loven. Op het gebied van
hoge ouderdom slaan de
vrouwen echter een benij
denswaardig record. Mannen
van meer dan honderd jaar
komen veel zeldzamer voor.
Kyra Panayon is in 1835
geboren. Ze woont in Neo-
Mousarly, een gehucht in het
Noorden van het eiland Eu-
bcc. Hoewel min of meer
gemummificeerd, is ze nog
bij-de-hand. Ze zjet nog best,
heeft een goed geheugen en
een goede maag. Vijftien jaar
geleden had ze nog bijna al
haar tanden. Naald en draad
hanteert ze nog zonder bril.
Zij zweert bij vruchten, kaas,
melk en kruiden. Nooit is ze
medaanse godsdienst behoort,
verheugt zich in een buiten
gewone gezondheid. Ook zij
is omringd door een schare
kinderen en kleinkinderen,
van wie enkele reeds een
gezegende leeftijd hebben be
reikt.
Dagelijks doet ze met haar
110 jaar gedurende vier of
vijf uur haar ronde door de
stad om borduurwerk te ven
ten, dat haar talrijke klein
dochters voor haar vervaar
digen.
Mevrouw Ismaely is even-
ernstig ziek geweest. Als ze
zich niet lekker voelt drmkt
ze een paar koppen salie-
'thee en legt ze compressen
met wijnazijn op haar voor
hoofd. Ondanks haar 117 jaar
schrikt ze er niet voor terug
drie kilometer verder in haar
wijngaard druiven te gaan
plukken, zuiver voor haar
genoegen, want ze heeft een
regiment kinderen en klein
kinderen tot in het vijfde ge
slacht om zich heen. Van haar
twaalf kinderen leven er nog
vier en de oudste draagt op
gewekt haar 92 jaren. Een
van haar kleinzonen is al 63.
Als jong meisje heeft ze
een tijdje in Constantinopel
gewoond. De Krimoorlog her
innert ze zich als de dag van
gisteren. Zo ook de knappe
Franse en Engelse officieren,
die met gouden medailles wa
ren beladen, en de soldaten
die in hun kleurige unifor
men en met hun hoge sjako's
op door de hoofdstad van
het Ottomaanse rijk mar
cheerden.
Een andere oude vrouw, die
echter pas 110 jaar oud is,
woont in de stad Rhodos op
het bekoorlijke eiland van
dezelfde naam met zijn ge
zond, mild klimaat. Deze eer
biedwaardige dame, die Isma
ely heet en tot de Moham-
eens erg sober. Haar enige
zwakheid is, dat ze vijftien
sigaretten per dag rookt. Een
sigaret is voor haar zo
zegt ze zelf de zweepslag
die haar verjongt en haar
vitaliteit schenkt, waardoor
ze in staat is haar lange
tochten te maken. Ze is nooit
ziek, maar als ze zich moe
voelt, drinkt ze een paar kop
pen kruidenthee, de thee van
de bergen of van de eilanden,
met olijfschors. Met deze
leefwijze houdt ze het nog
wel twintig jaar uit, zegt ze
Prosit!
In de buurt van Kozani in
West-Macedonië, met zijn
veeleer wreed klimaat, kan
men een ander oudje ont
moeten, Kyra Vassiliky, die
in 1840 geboren is. Ze her
innert zich niet ooit in haar
leven ernstig ziek te zijn ge
weest. Ieder jaar in het be
gin van de herfst gaat ze te
voet haar dokter consulteren,
die acht kilometer verder
gestationneerd is in het ge
bouw van het Rode Kruis.
Ieder jaar opnieuw consta
teert hij een blakende ge
zondheid. Hoewel ze zich
omringd ziet door een tal
rijke nakomelingschap, houdt
ze ervan om zelf mee te
werken in het huishouden en
op het land.
Ze eet geen vlees, maar
wel veel fruit en kruiden.
Ze heeft nog nooit sterke
drank gedronken, zelfs geen
wijn, behalve op familiebrui
loften. Al sinds haar prilste
jeugd gaat ze om zeven uur
's avonds naar bed en staat
ze om vijf uur 's ochtends op
Haar zes kinderen zijn allen
nog in leven. De oudste is 87
en ze heeft een veertigtal
kleinkinderen. Het is een fa
milie van welgestelde land
bouwers die gezamenlijk op
oud-testamentische wijze hun
grond bebouwen.
En verder is er nog een
achtenswaardige grijsaard
van 106, die op het eiland
Koös woont, het land van
Hippocrates. Mustafa Mah-
met Ali Effendi is heerboer.
Hij is Mohammedaan en voor-
zijn jaren nog wèl ter been.
Hij woont alleen op Koös en
als het seizoen is aangebro
ken huurt hij dagloners om
zijn akkers te verzorgen. Hij
heeft talrijke kinderen en
kleinkinderen, die in Turkije
wonen, maar ieder jaar ko
men er een paar bij hem op
bezoek. Mustafa Effendi is
alleen achtergebleven, toen
zijn vrouw zeventig jaar ge
leden stierf. Alleen een grote
hond en een oude ezel, die
hij gebruikt om zijn akkers
te inspecteren, houden hem
trouw gezelschap.
Mustafa Effendi die alge
meen geacht en bemind is op
het eiland om zijn wijsheid
en zijn goede raadgevingen
is evenmin als de oudjes,
over wie we gesproken heb
ben, geheelonthouder. Hij
rookt sigaretten en een Turk
se pijp en gaat vaak naar
een naburig café om een
praatje te maken en een glas
raki te drinken.
Mustafa Effendi, die een
uitstekend geheugen heeft,
heeft zich, mede door talrijke
waarnemingen, gespeciali
seerd in het voorspellen van
liet weer. En het schijnt, dat
zijn voorspellingen even
nauwkeurig zijn als die van
een meteorologisch instituut.
De vissers en de schippers
van het eiland raadplegen
hem vaak alvorens zee te
kiezen.
De Warmondse tolgaarder is gisteren in
dc val gelopen. Ir. C. A. Kuysten, chef van
de verkeersafdeling van de A.N.W.B., pas
seerde omstreeks half drie met een perso
nenauto vol getuigen dit gehate tolhek en
vroeg „wat krijgt u?". De dienstdoende
tolgaarder antwoorddeê „Twintig cent".
Ir. Kuysten betaalde onder getuigen twee
dubbeltjes en daarmee was bewezen, dat
de tolgaarder in overtreding was.
Bij besluit van Provinciale Staten var»
Zuid-Holand van 27 Juli 1950 mag voor een
personenauto sedert 1 Januari 1951 aan
het Warmondse tolhek slechts vijf cent
worden geheven. Het heeft overigens twee
jaar lang klachten over deze tol bij de ver-
keersorganisaties geregend.
De A.N.W.B. heeft besloten het stelsel
matig overtreden van het besluit van Pro
vinciale Staten, krachtig aan te pakken.
Een veekoopman uit Haastrecht, de 22-ja-
rige P. H. van D.. wordt sinds gistermor
gen vermist. Donderdag is hij naar Ach
terveld bij Amersfoort vertrokken om zijn
verloofde te bezoeken. Uit Achterveld is
hij gistermorgen per bus naar Amersfoort
vertrokken, om vandaar per trein naar
Zwolle te gaan. waar hij de veemarkt wil
de bezoeken. In de bus is hij nog gezien,
sindsdien ontbreekt ieder spoor. Waar
schijnlijk had van D. vrij veel geld op
zak. Ook schijnt het dat hij de laatste
tijd met moeilijkheden te kampen heeft
gehad. De groepscommandant der rijks
politie te Haastrecht (tel. K 1821—260)
heeft om inlichtingen verzocht.
In een Nieuwjaarsbijeenkomst van het
N V. V. te Amersfoort, heeft gisteravond
minister J. G. Suurhoff gesproken over
„Onze taak in 1953 Spr. betoogde, dat
er een zo groot mogelijke vertrouwensvol
le samenwerking moet zijn tussen rege
ring en arbeider, om een bevredigende
vorm van sociale zekerheid op te bouwen.
Nederland, aldus zei de minister onder
meer verder, kan zich niet meer onttrek
ken aan de internationale politieke ver
houdingen en dient zich in te spannen voor
de grote colectieve veiligheid. Het. streven
naar de eenheid van Europa dient krach
tig te worden gestimuleerd. Volgens de
minister is het met het vraagstuk van de
werkgelegenheid in ons land en ook daar
buiten, momenteel uitermate moeilijk. Er
zijn twee mogelijkheden uit die moeilijk
heden te geraken: industrialisatie en emi
gratie.
De secretaris-generaal der Verenigde Naties, l'rygve Lie, heeft gisteren een
communiqué gepubliceerd, waarin hij fel van leer trekt tegen het Amerikaanse
ministerie van Buitenlandse Zaken, dat gefaald zou hebben het bewijsmateriaal
te verstrekken om de verwijdering van Amerikaanse communisten of daarmee
sympathiserenden uit de U.N.O. te rechtvaardigen.
Uit dit communiqué blijkt, dat de
Verenigde Naties het Amerikaanse mi
nisterie van Buitenlandse Zaken in 1948
een lijst hebben gezonden met de namen
van 1946 bii haar in dienst zijnde
Amerikaanse burgers, met verzoek om
gegevens betreffende hun politieke an
tecedenten. Verklaard wordt dat dc
antwoorden van het State Department
in langzaam tempo binnenkwamen en
dat zü onvolledig waren.
Na twee jaar waren eerst gegevens
verstrekt betreffende 377 bij de
Verenigde Naties werkzaam zijnde
Amerikanen. Hieraan wordt toe
gevoegd dat het de Secretaris-Generaal
niet mogelijk was V.N.-employé's te ont
slaan, indien slechts met één woord
en ook dan nog niet altijd schriftelijk
te kennen werd gegeven dat hun -poli
tieke verleden afkeurenswaardig was.
Voorts wordt in deze verklaring me
degedeeld, dat Trygve Lie een afschrift
geweigerd is van het verhoor, dat on
langs door een New Yorkse jury is
afgenomen. Op 2 December heeft deze
jury een verklaring afgelegd, die
aldus het communiqué van Trygve Lie
„de neiging had om alle ruim 2000
bij de staf van de V.N. werkzame Ame
rikanen in discrediet te brengen.
Zoals wij gisteren reeds hebben ge
meld is Lie voornemens een speciale
commissie in het leven te roepen ter
beoordeling van een acht- a negental
Amerikanen, waarover door het State
Department minder gunstig is geoor
deeld. Zoals gemeld, zijn in de afge
lopen weken 31 Amerikaanse werk
nemers der Verenigde Naties, op
grond van communistische gezindheid,
hetzij ontslagen, hetzij op andere wijze
van hun werkzaamheden voor de
internationale organisatie ontheven.
Intussen heeft de Amerikaanse procu
reur-generaal, James McGranery, op
dracht gegeven, dat een nieuwe, en op
bredere basis samengestelde federale
grote jury een onderzoek zal instellen
naar het werken van politiek onbe
trouwbaar geachte Amerikaanse burger*
bij de V.N. McGranery zei dat een jury
in New York verzocht zal worden een
onderzoek in te stellen naar alle be
wijzen van bedrog, spionnage en ander*
misdaden ten gevolge van aanklacht
door een vroegere jury.
De Belgische volksvertegenwoordi
gers en senatoren zullen voortaan een
zeven centimeter lang en vijf centi
meter breed insigne mogen dragen.
Deze zilveren insignes vertonen de
gekroonde Belgische leeuw, die voor
de volksvertegenwoordigers met lau
wertakken voor de senatoren met een
stralenkrans is omgeven.
Het Socialistische blad „Le Peuple"
heeft intussen ontdekt, dat de leeuw
der senatoren drie pluimen aan zijn
staart heeft, tegenover die der ka
merleden slechts tvjee. Het blad acht
dit een achterstelling der kamerleden
en verwacht, dat de voorzitter van de
Kamer, Frans van Cauwelaert.krach
tig zal protesteren tegen „dit uitda
gend decoratieve karakter van de
leeuwenstaart op het insigne der
senatoren".
Hij studeert in Delft en bewijst, dat
kunst en techniek best kunnen samen
gaan.
Ter gelegenheid van zijn honderdvijf-
ent wintigjarig bestaan op 5 Januari
heeft het Algemeen Handelsblad een
zeer fraai en uitgebreid jubileumnum
mer uitgegeven, dat, zoals in een bege
leidend artikel wordt gezegd, gezien
moet worden als een symposion, een
critisch-samengevatte kroniek van 125
jaar historie. Medewerkers „binnen en
buiten de krant" belichten in boeiende
en zeer lezenswaardige artikelen tal van
belangrijke facetten van ons heden ten
dage zo gecompliceerde leven; zij doen
dit veelal gezien tegen de historische
achtergrond van het ontstaan van dit
blad. Hun beschouwingen omvatten wel
zo ongeveer het totaal van alle maat
schappelijke aspecten die zich aan de
ontwikkelde lezer voordoen, als daar
onder meer zijn naast de politiek
wetenschap, sport, het sociaal terrein'
beurs en onderwijs Nederlands her
stel, de emigratie, leven en interesse van
de vrouw, de woningbouw, de lucht
vaart, industrialisatie, de caricatuur.
Zeer fraai komt het blad voor de dag
met zijn pagina's over het culturele
leven in Nederland, evenwichtig bezien,
deskundig beschreven, degelijk be
schouwd en goed verlucht. Van de
overige meest belangwekkende bijdragen
noemen wij die van dr. A. Winsemius
over de industrialisatie, Cornelis Veth
over 125 jaar caricatuur, dr. A. L. Con-
standse over de internationale proble
men en Nederland temidden der volke
ren, van prof. dr. H. J. Pos over Neder
land als beschavingsfactor in de wereld,
van prof. dr. H. Freudenthal over de
taak der wetenschap, van dr. Plesman
over de luchtvaart en van Sem Dresden
over onze muziekcultuur. Interessant is
ook de beschouwing van J. H. Besselaar
over de rol die het Amsterdamse Paleis-
balcon als medium tussen Vorst en volk
heeft gespeeld.
Het totaal van deze en andere
bijdragen geeft een duidelijk inzicht in
de groei, daadkracht en culturele poten
tie van ons land in de afgelopen ecn-en-
een-kwart-êeuw en in de laatste jaren
in het bijzonder.
Tal van prominente personen hebben
in dit feestelijke nummer een gelukwens
geschreven. Onder hen treffen wij op
de eerste plaats aan Prins Bernhard, ver
der o.a. de minister-president dr. Drees,
jhr. mr. Beelaerts van Blokland, vice-
president van de Raad van State, en de
burgemeester van Amsterdam, mr.
d'Ailly.
Het blad is typografisch uitstekend
verzorgd, het vormt een lust voor het
oog. Zoals gezegd, het is (natuurlijk)
degelijk, maar o.i. toch wel iets te ge
degen. Een lachje kon er niet van af.
Waarom niet een plaatsje ingeruimd
voor de humor?
Gr.
(Van een speciale verslaggever)
Halt blazers, vijftig procent meer
concentratie op de klanksoort en
vooral niet te veel jagen". Deze
en andere opmerkingen klinken in bijna
monotone regelmaat door de grote zaal
van het C. S. Oolgaardthuis in Arnhem,
waar het pas geformeerde Nederlandse
Studenten Orkest (N.S.O.) een met
muziek gevulde werkweek doormaakt,
voordat dirigent Yvon Baarspul met de
55 jongelui op tournée gaat door ons
land. De leek op muzikaal gebied vindt
dat het al heel goed klinkt en de musici
zelf vinden dat soms ook, maar dan is
er de dreig:nde wijsvinger van de diri
gent of het nijdige tikken van het
dirigeerstokje. „In A, niet in D-staccato,
meer staccato; minder slepend. Van de
fagotten wil ik de dubbeltoon horen. De
strijkers sneller invallen". En onver
moeid wordt opnieuw ingezet. De piano
begint met de eerste maten, Yvon Baar
spul neuriet mee. Dan plotseling met
harde stem: „Nee, nee, het is Mozart,
geen Tschaikowsky". Wedex-om zet het
orkest in, voor de zoveelste maal. Maat
de jongelui zijn geen kribbige muziek-
arbeiders, hun enthousiasme is bewon
derenswaardig en nog meer het uithou
dingsvermogen van de dirigent, die
telkens en telkens weer iedere wegge
glipte noot, ieder ondoordacht gebaar
onder controle brengt. Het zijn geen
lichte dansmuziekjes, die door de zaal
klinken. Het orkest heeft de pretentie
muziek te brengen, waaraan beroeps
orkesten zich soms niet durven wagen.
Een suite van Bach, het piano-concert
van Beethoven, de suite voor strijk
orkest en piano van Guillaume Landre,
de petite suite van Roussel en in dit
programma vanzelfsprekend de Aka-
demische Festouverture van Brahms.
Het getuigt van moed om hiermede op
te treden in steden als Haarlem, Den
Haag, Arnhem, Utrecht, Heerlen, Am
sterdam, Groningen en Hengelo. Dat de
pianisten Willem Andriessen, Abbev
Simon en Janine Dacosta zich bereid
verklaard hebben met het orkest op te
treden is een bewijs, dat er muziek in
zit. En dat de jongelui zelf het ernstig
menen bewijzen de vele opofferingen,
die zij zich getroosten.
Het is uniek in de wereld, dit natio
nale Nederlandse studentenorkest, ge
vormd uit studerenden aan de Univer
siteiten en Hogescholen van Delft,,
U.trecht, Leiden, Amsterdam, Gronin
gen, Nijmegen, Wageningen en Tilburg..
Het' plan werd dit voorjaar geboren
onder een biertje tijdens de vergadering
van de voorzitters der diverse studen
tenorkestjes en met de bijna onbezon
nen voortvarendheid van de student in
de daad omgezet. Er ging een circulaire
naar alle hogescholen. Er werden audi
ties gehouden in Leiden en Delft, Yvon
Baarspul, voormalig dirigent van het
Radio Philharm. Orkest van Djakarta en
thans o.m. dirigent van het Overijssels
Philharmonisch Orkest en directeur
van „Toonkunst" uit Rotterdam, werd
bereid gevonden belangeloos het N.S.O.
te leiden en tenslotte had men een be
zetting bijeen, die een orkestraal werk
zou kunnen vertolken. Er kwam natuur
lijk ook een stichting, die een donatie
ontving van het bedrijfsleven en ook
werd het goede doel gevonden, waar
voor zal worden opgetreden, n.l. het
Nederlands Studentensanatorium in La
ren.
De eerste acht repetities wei-den ge
houden in het Utrechtse Unïversiteits-
huis, meestal op Zondagmiddag, want de
studie moent er niet onder lijden. De
Kerstvacantie heeft men nu gebruikt
voor een werkweek te Arnhem. De
jongelui betalen hun eigen pension
kosten en oefenen de gehele dag, soms
in groepen soms gemeenschappelijk,
maar in ieder geval van 's morgens 9
uur tot 's avonds 10 uur. Wanneer ze
naar bed gaan, zijn er soms nog bij, die
een kwartet vormen, dat in pyama ge
kleed op de rand van de bedden de
anderen een serenade brengt. De diri-
Een Utrechtse studente, die maar al te
graag de eerste viool speelt.
gent, even enthousiast als zijn orkestle
den, heeft er twee weken voor vrij ge
nomen om aan net geheel een muzikale
homogeniteit te geven, die straks het
publiek tot applaus zal moeten brengen.
4 Januari is de werkweek afgelopen,
de dag daarop gaat het in autobussen
door ons land, eerst naar Haarlem en
vervolgens voor de gala-uitvoering vaar
Den Haag. De affiches, met de zwarte
Mxnervakop, die in zijn helm de mu
ziekinstrumenten meedraagt sugges
tief ontwerp van een der studenten
zijn reeds overal aangeplakt. Het wach
ten is nu nog op de gespannen stilte en
de altijd weer feestelijke concentratie
van het publiek in de concertzaal tus
sen het eerste tikje van de dirigeerstok
en de inzet van het orkest
Dirigent Baarspul houdt de touwtjes strak en langzaam groeit een ensemble.