■Hi
R.A.I.
volgepakt met verpakking
Van boterton tot vetvrij papier
NATIONALE BONIFACIUS-
HERDENKING IN 1954
MEMISA heeft in 1952 voor
f 50.000.- uitgegeven
Bouwbureau hield er vier
boekhoudingen op na
Gevangenenbewaking
per televisie
Havens voor Utrecht aan het
AdamRijnkanaal
De eenzame
Reiziger
Mijmering bij een handkar
Sterfdag 1200 jaar
geleden
Groot baggerwerk in
Australië begonnen
Sinds 1945 medische opleiding voor
400 missionarissen
Te hoge rekeningen
ingediend
In Amerika wordt gehele fabriek via
electronische weg geleid
Ontwikkeling der
televisie
De ondergang van
de „R.P.S.
VRIJDAG 9 JANUARI 1953
PAGINA 3
•JsP^*4'
*ïi<
C.A.O. kappersbedrijf
Een wereld in plastic
Holl. Aanneming Mij.
graaft haven
Geen audiëntie
Twaalfjarige jongen
wou wereldreis maken
Thans weer veilig thuis
Attlee
eert
Gandhi
Ruwe lippen 7 py ROL
Nieuwe centrale voor
stadsverwarming
Tien uur in een sloep
op een woelige zee
door ANTONIA WHITE
Bij het binnentreden van de twee
de verpakkingsbeurs verrast de
entree, waar men natuurlijk
verpakt de namen van de stand
houders kan lezen.
De C.A.O. voor het kappersbedrijf is
ingegaan 1 Januari verbindend opge
legd. De volgende bepalingen zijn hier
uit de voornaamste: verplicht vakon
derwijs voor leerlingen en aankomende
bedienden. Een vijftigurige werkweek
en beëindiging van de dagtaak uiterlijk
zeven uur 's avonds. Vacantietoeslag van
1 procent van het jaarloon. Bij ziekte
van mannelijk personeel wordt over de
eerste veertien dagen het volle loon
uitbetaald. Bij beëindiging van de
dienstbetrekking behoudt het personeel
aanspraak op alle nog niet genoten va-
cantie en snipperdagen of uitbetaling
daarvan.
(Van onze speciale verslaggever)
Tussen de stands van de Tweede Verpakkingsbeurs, die tot 15 Januari a.s. in
het R.A.I.-gebouw in Amsterdam gehouden wordt, stond een half uur na
de opening nog een oude, ruw houten handkar, volgeladen met stukken
°ud pakpapier. Nijvere mannen gaarden van de vloer, uit de hoeken en onder
de
stands gescheurde dozen, rollen karton, repen plakband en veel meer van
dergelijke zaken bijeen en stapelden die op de kar, die daar van jarenlang zwoe
gen gezapig stond uit te rusten temidden van haastig en modern gedruis. Die
schamele handkar stond daar als een symbool; als een beurs op zich. Want de
hoog opgetaste bak was eveneens een expositie van, zij het dan waardeloos ge
worden, verpakkingsmateriaal, Hij toonde de verpakking van de Verpakkings
beurs.
Mijmerend bij deze kar en de trieste
hoop, die er op lag, schoot ons een ge
dacht te binnen, die wij als een repe
terende breuk zouden kunnen voort-
Zetten. Want alle verpakkingsmateriaal
en laten wij bij het meest luxe be
ginnen gaat verpakt de fabriek uit.
Die verpakking komt verpakt die fa
briek in. Dit laatste is weer geëmbal-
leerd een andere fabriek uit gegaan
Zo zou men kunnen doorgaan tot aan
be boomschors, die uiteindelijk het hout
verpakt, waarvan ooit kisten worden of
21jn gemaakt.
Maar tenslotte hebben al deze soorten
van verpakkingsmateriaal dit met el-
f gemeen: het meerendeel er van
vflTiHa!°^ >n be vuilnisbak terecht. En
loon deVal het zi-in weg in de kring-
we?»~?r natuur wel vinden. Dit over-
ren ZOu men zich kunnen afvra-
Zn-a waar°m men dan zo bijzonder veel
aan het verpakkingsmiddel be
steedt, waarom men er hele beurzen
voor moet houden daar het uiteindelijk
toch bij de vuilophaler terecht komt?
Wie echter die gedachte mocht krijgen,
doet goed haar zo snel mogelijk van
zich af te zetten, want de verpakking
is zo langzamerhand een integrerend
beel van het daarin gewikkelde pro
duct geworden. In vele gevallen wordt
zelfs de verkoopwaarde van bepaalde
artikelen er door bepaald.
Twintig jaar geleden vond men het
normaal om met een schaaltje naar de
melkboer te stappen en daarin een
Pond boter te halen. Die werd dan met
een houten lepel uit een wit geschuurde
ton gehaald. Thans denkt niemand er
meer aan boter los te kopen. Men eist
®r doodgewoon een vetvrij papiertje
omheen, of liever, niet-verpakte boter
vindt men alleen nog maar bij de boe
ren in de kelder.
Zo is het met vele, om niet te zeggen
de meeste producten gegaan. In Ame
rika krijgt men winterwortelen en
aardappelen al in plastic zakje aange
boden en zover zal het hier ook wel
komen. Enerzijds is deze ontwikkeling
in de hand gewerkt door de steeds
strenger wordende eisen van hygiëne,
die ook de gewone man stelt. Ander
zijds wenst de mens zich door het ge
mak te laten dienen. Daar het oog ook
wat wil, zijn de fabrikanten het ver
pakkingsmateriaal gaan cultiveren en
zijn zij aan de aesthetische vormgeving
gaan denken. Door deze omstandighe
den is de verpakkingstechniek op een
wetenschappelijk plan geplaatst.
Bij de uitgang, ten besluite van de
tentoonstelling, kan men dit alles zien
in de stand van het Bureau Industrië
le Ontwerpers. Deze lieden tonen aan
de hand van een door hen ontworpen
fles, op welke wijze men tot de meest
verantwoorde vorm komt. Zij hebben
getracht daarbij te voldoen aan de
vele eisen die door de industrie en de
consument aan het verpakkingsmiddel
worden gesteld. De industrie die het
middel moet aanschaffen en gebruiken,
vraagt een economisch hanteerbaar
product. Het mag niet te duur zijn.
Daarenboven moet men het gemakke
lijk kunnen hanteren. Men moet het
automatisch kunnen vullen etc. De
consument vraagt iets dat hij aardig
vindt, waarbij hij kan zien en keuren
wat hij koopt, zonder de verpakking
te verbreken. Etc. etc.
Een voorbeeld van dit alles geeft deze
tweede Verpakkingsbeurs. Men vindt
er een kuiper, die zijn oeroude beroep
uitoefent en met vaardige hand duigen
tot tonnen slaat. Men vindt er echter
eveneens het meest moderne geheel
automatische apparaat voor het inpak
ken van kleine bonbons in allemaal af
zonderlijke, kleurige papiertjes. Zes
honderd stuks in een minuut. Er zijn
kisten, die wanneer ze leeg zijn, inge
klapt kunnen worden als vouwstoeltjes.
Daar tegenover toont men U minimaal
kleine capsules voor dure medische
vloeistoffen. Het geheel is aantrekkelijk
maar beslist niet met veel fantasie in
gericht. Daarbij willen wij dan een
uitzondering maken voor de entree, die
wel grappig is. Tenslote kan men ook
op deze beurs constateren dat onze we
reld zo langzamerhand ingekapseld
wordt in plastic.
In 1954 zal het 1200 jaar geleden zijn,
bat de H. Bonifacius als martelaar bij
Dokkum stierf. Het ligt in de bedoeling
in Juli en Augustus van dat jaar de
Persoon en de arbeid van „de grote
apostel van West-Europa" te gedenken.
Deze herdenking zal een nationaaï
karakter dragen. Nederlanders van alle
gezindten zullen er aan kunnen deel
nemen.
Binnenkort zal daartoe een stichting
in het leven worden geroepen. Er heeft
zich reeds een voorlopig comité ge
vormd, dat als werkcomité optreedt.
Tevens is een aantal personen gevraagd
zitting te nemen in een te vormen ere-
comité en een groot comité. Het ligt in
De Hollandse Aanneming Mij. is van-
baag met een groot baggerwerk bij
Cockburn Sound, in de buurt van Fre-
hiantle Australië) begonnen. Dit werk,
■bat ongeveer 20 millioen gulden kost,
°mvat het graven van een vrije haven,
Waartoe o.m. twee zware zandbanken
bienen te worden opgeruimd. Aan de
haven zullen een nieuwe Australische
olieraffinaderij van de Anglo-Iranian
Oil Cie., en een hoogovenbedrijf wor
den gebouwd. De haven moet gereed
zijn, voordat de raffinaderij is vol
tooid. Het werk zal ongeveer drie jaar
buren. Bij de fabrieken zal een dorp
Voor ongeveer 20.000 inwoners worden
Sebouwd. Een van de groote Nederland
se baggermachines is thans reeds aan
het werk. Zodra ander materieel aan
komt, zal dit ook in bedrijf worden ge
steld.
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem
*al Dinsdag 13 Januari a.s. geen audiën
tie verlenen.
de bedoeling een drama op te voeren,
een tentoonstelling te organiseren en
een herdenkingssamenkomst te hou
den. Voor de compositie van het dra
ma zijn een dichter en een componist
bereid gevonden.
De 26ste Januari 1953 zal te Leeu
warden een symposium worden gehou
den. Op deze bijeenkomst zijn de heren
prof. dr. J. N. Bakhuizen van den Brink,
prof. dr. D. Nauta, fr. dr. H. Moonen
en de heer J. Piebenga voornemens een
korte causerie te houden, speciaal ter
voorlichting van het comité en de sa
menstellers van het drama.
Voor een militair Hof in Bordeaux zullen
Maandag a.s. 21 personen terecht staan,
die van medeplichtigheid aan het bloed
bad van Oradour sur Glane verdacht
worden. Op 10 Juni 1944 werd het dorp
door een terugtrekkende Duitse colonne
in brand gestoken. 642 inwoners, o.w.
246 kinderen, werden vermoord. De
ruïnes van het dorp zullen onveranderd
van dit drama blijven getu'igen. Een
nieuw Oradour is enkele kilometers
van het oude dorp gebouwd.
De oude kuiperij heeft een plaats
behouden in deze wereld van mo
derne techniek, van plastic en pa
pierdun aluminium.
„Ongeveer f 50.000, de opbrengst van
een collecte aan de kerkdeuren en resul
taat van vele milde giften in 1952, heeft
de Memisa in het afgelopen jaar kun
nen besteden aan de verzending van
tientallen kisten geneesmiddelen naar
Nederlandse missionarissen in Afrika,
India, Indonesië en Nieuw Guinea; aan
instrumenten, waarmede o.a. dr. Tiny
Imkamp zo juist naar Nyassaland is ver
trokken, aan gratis opleiding van onge
veer zestig missionarissen en lekenhelp-
sters deze zomer. Het gaat met rasse
schreden vooruit, maar we hebben nog
een enorm arbeidsveld voor ons". Dit
verklaarde ons dr. J. A. G. ten Berg, lid
van het hoofdbestuur van het Nederlands
Medisch Missie-Comité, aan de voor
avond van de grote jaarlijkse inzameling
die 18 Januari plaatsvindt.
„De beslissing van onze Kardinaal,
De merkwaardige mentaliteit, die som
mige lieden bezielde in de verwarde pe
riode vlak na de oorlog, komt sporadisch
nog voor de groene tafel aan het licht,
als een zaak behandeld wordt die haar
wortel heeft in het tijdsbestek dat met
de financiën losser werd omgesprongen
dan thans weer het geval is.
Een voorbeeld hiervan waren de za
ken die Donderdagmiddag voor de Haag
se rechtbank dienden tegen een accoun
tant en een rijksambtenaar. De eerste,
de 56-jarige Hagenaar J. S. was in de
eerste jaren na de bevrijding lid van
het bouw- en exploitatiebureau „De
Wederopbouw", aat een aantal werken
voor Militair Gezag en de Marine uit
voerde en zich voornamelijk belast zag
met het bouwen van tehuizen voor kin
deren van gevangen genomen N.S.B.-
ers. S-, die accountant is, zag in deze
woelige periode voordelen in het bouw
bedrijf.
Met twee anderen, deskundiger in het
bouwen dan hijzelf, exploiteerde hij „De
Wederopbouw" en het contact met de
(Van onze correspondent)
Een 12-jarige knaap uit Rotterdam,
blijkbaar een zeer ondernemend jong
mens, besloot Woensdag na een ruzie met
zijn ouders een wereldreis te gaan ma
ken. Te voet vertrok hij in de richting
Den Haag en Woensdagavond kwam hij in
Leiden aan, waar het gemis aan geld,
eten en onderdak hem toch wel een
beetje begon te benauwen, zodat hij op
het politiebureau om asyl vroeg. De
Leidse politie belde onmiddellijk Rot
terdam op om de ouders gerust te stel
len en gistermorgen werd de avonturier
lijke knaap per trein weer naar zijn
woonplaats gebracht.
overheid vormde voor hem een kennis
uit de illegaliteit, de 53-jarige bouw
kundig opzichter der genie J. Th. van
V. te Leiden. Deze laatste droeg hem
bij het Rijk voor als er bouwwerken
aan de orde waren en controleerde en
fiatteerde tevens de rekeningen die „De
Wederopbouw" bij het Rijk indiende.
Daarbij gaf hij dan vaak adviezen hoe
de rekeningen OP te stellen, wilden zij
voldoen aan de gestelde eisen en wil
de men er toch de ongeoorloofde hoge
Ionen in verdisconteren. De officier leg
de Van V. ten laste, dat hij van S. steek
penningen had aangenomen tot een be
drag van f 3900.
S. hield er in zijn bedrijf een merk
waardige vierdubbele boekhouding op
na. Een was er voor zijn privé gebruik,
een tweede was er voor zijn beide com
pagnons, een derde voor de belastingen
en een vierde voor een eventueel onder
zoek door het Militair Gezag.
In totaal had verd. S. f 36.000 te veel
aan kosten gedeclareerd. Ongeveer
f 16.000 daarvan was door een rijks
accountant teruggevonden in de vorm
van te hoog uitbetaalde lonen, te veel
werkuren, en giften, doch f 20.000 was
spoorloos.
Het aantal werkuren voerde hij o.m.
op door eenzelfde arbeider op papier
aan twee objecten tegelijk te laten wer
ken, zodat een man zo b.v.' voor 106 uur
per week geboekt kon zijn. De ene re
kening ging dan b.v. naar Marine en
de andere naar M. G.
De officier eiste tegen S. een gevan
genisstraf van een jaar.
Tegen Van V. vorderde hij een ge
vangenisstraf van zes maanden.
Uitspraak 22 Januari.
dat de Memisa niet met de Simavi in
één verband zal samenwerken, maar
zelfstandig de medische steun aan de
Katholieke missieziekenhuizen overal
ter wereld zal verzorgen, legt ons zware
verplichtingen op. Wij zullen echter-
alle krachten inspannen cm onze taak
te volbrengen. De bisschoppen hebben
niet alleen hun zegen gegeven aan ons
werk, zij hebben het ook aanbevolen.
Als nu de afzonderlijke parochies maar
meewerken, dan slagen we zeker".
Over het werk, dat de Memisa van
1925 tot aan de oorlog op beperkte schaal,
nadien op steeds ruimere schaal, heeft
verricht zeide dr. ten Berg:
„Wij voorzien op dit ogenblik 450
missieposten van geneesmiddelen en 80
ziekenhuis van medicamenten en vaak
ook van instrumenten. Doch niet alleen
dat: De Medische Missiezusters worden
door ons geholpen, de Academische Le
ken Missie-Actie (ALMA) schenken wij
jaarlijks een groot bedrag om de pro
paganda voor persoonlijke deelneming
in het missiewerk te stimuleren. Wij
steunen individuele uittrekkende leken-
missie-artsen als de reeds genoemde dr.
Imkamp (Nyassaland), dr. Niemers (Flo-
res), dr. Schroder (Mwanza), de kortge
leden vertrokken dr. Maas (Morogoro)
en ook de Medische missiezuster dr.
Speetjens, die nog volop met haar voor
bereidingen bezig is. Daarnaast hebben
wij onze prachtige dienst om zieke mis
sionarissen niet alleen snel naar huis te
halen, maar hun ook een afdoende des
kundige behandeling te geven. Die be
handeling is niet geheel gratis. Memisa
springt bij en wel heel in het bijzonder,
wanneer het gaat om langdurige ver
pleging. Dan dient de aandacht gevestigd
te worden op de keuring van missio
narissen, welke in 1948 reeds tot 339 was
gestegen. Geen wonder, dat de samen
werking tussen de missionerende orden
en congregaties en Memisa zo intens en
hartelijk kan worden genoemd".
Dr. C. A. Minderop, de vice-voorzitter
der Memisa, verzekerde c,ns, dat in dit
verband speciaal het werk van de medi
sche opleiding der uittrekkende mis
sionarissen nauwelijks hoog genoeg kan
v/orden aangeslagen. In toenemende
mate komen missionarissen, die voor het
eerst uittrekken, maar ook getrainde en
deskundige, die voor de tweede of derde
maal gaan, hun opleiding van zes weken
in Rotterdam ontvangen. „In deze na
oorlogse jaren moeten het er al onge
veer 400 zijn geweest, die wij, dank zij
de zeer speciale medewerking van het
Rode Kruis, gewapend met een diploma
naar de missies hebben laten gaan.
Er is nog een andere taak, welke de
Memisa met voortdurende ijver vervult.
De reeds uitgezonden missionarissen heb
ben op hun posten vaak moeilijke vraag
stukken te verwerken, wanneer het nu
medische vragen betreft, wenden zij zich
om advies tot Memisa, die hen voor
licht over bestrijding van tropische ziek
ten, het oprichten en in stand houden
van ziekenhuizen, dispensaires. polikli
nieken en soortgelijke inrichtingen.
Memisa vormt het medisch-wetenschap-
pelijke thuisfront".
De Britse oud-pre
mier Clement Attlee
heeft op doorreis
naar Rangoon, waar
hij de 'Aziatische so
cialistische confe
rentie zou bijwo
nen, enkele dagen
doorgebracht in
New Delhi, de
hoofdstad van In
dia. Nehru kwam
hem op het vlieg
veld begroeten en
een grote menigte
juichte Attlee, de
man, die India de
vrijheid schonk, toe.
De eerste daad van
Attlee was een be
zoek aan de plaats
waar Gandhi is ge
cremeerd. Voor het
betreden van de
plaats ontdeed Att
lee zich, zoals de
gewoonte is, van
zijn schoeisel.
De Europese vertegenwoordiger van
de Television Electronics Fund Inc. de
heer Carel van Heukelom heeft tijdens
zjjn bezoek aan Nederland, waar hij
o.a. met Nederlandse deskundigen op
beleggingsgebicd besprekingen zal
voeren over de meest recente ontwik
kelingen van de electronische indus
trie in de V.S., enkele mededelingen
gedaan over de vlucht die deze tien
jaar oude industrie, waarvan de tele
visie een belangrijk onderdeel vormt,
heeft genomen. Momenteel zijn in de
V.S. 122 televisiezendstations in ge
bruik, terwijl ruim 19 millioen tele
visieontvangstapparaten in de Ameri
kaanse woningen zijn opgesteld.
Alhoewel de electronische industrie
nog slechts geacht mag worden in haar
kinderschoenen te staan, hebben deze
schoenen niettemin reeds een aanzien
lijke maat gekregen, gezien althans het
feit, dat de jaarproductie van deze be
drijfstak momenteel reeds ca. 5 milliard
bedraagt. Naast televisie voor de huis
kamer is een van de belangrijkste ont
wikkelingen de toepassing van televisie
voor zuiver industriële en wetenschap
pelijke doeleinden. Zo worden door
enkele electriciteits- en gasfabrieken in
Amerika televisiecamera's gebruikt om
permanent het oog te houden op de
rookkolommen die uit de fabrieks
schoorstenen opstijgen. Eén man voor
het contrólescherm kan dan onmiddellijk
zien of er een te sterke rookontwikke
ling plaats vindt en er de oorzaken van
nagaan. Op tal van Amerikaanse univer-
Advertentie
De geleidelijk stijgende vraag naar
aansluiting op het stadsverwarmingsnet
van de Pegus te Utrecht heeft de bouw
van een nieuwe ketel met turbine in de
Nic. Beetsstraat nodig gemaakt. Donder
dagochtend heeft wethouder H. Ploeg
door het overhalen van een tweetal
handles de nieuwe hogedrukinstallatie
in werking gesteld. De nieuwe appara
tuur bevat een ketel voor 55 ton stoom
per uur, welke geschikt is voor een no
minale stoomdruk van 100 atmosfeer en
een stoomtemperatuur van 510 graden.
De ketel werkt samen met een nieuwe
turbine.
Redevoeringen zijn bij deze gelegen
heid niet gehouden, maar wel heeft de
wethouder van Openbare Werken een
belangrijk mededeling gedaan inzake de
aanleg van havenwerken aan het Am
sterdamRijnkanaal. De heer Ploeg
deelde namelijk mede van de minister
van Verkeer en Waterstaat een schrij
ven te hebben ontvangen waarin de
minister zich in beginsel accoord ver
klaart met het oorspronkelijke plan van
de gemeente Utrecht tot het maken van
twee havenmondingen aan de Westzijde
van het AmsterdamRijnkanaal. Dit
betekent dat nu onverwijld kan worden
overgegaan tot het in exploitatie bren
gen van het industrieterrein aan de
Lage Weide en tot de bouw van een
nieuwe centrale van de Pegus, welke
een gedeelte van midden-Nederland van
electrische stroom zal gaan voorzien.
Het is de bedoeling dat de eerste tranche
daarvan in 1956 gereed komt. De kosten
bedragen 60 millioen gulden. De kosten
van het gehele plan zijn geschat op 160
millioen gulden.
siteiten is kleurentelevisie standaard
uitrusting der medische faculteit. Tele
visiecamera's brengen détails van ope
raties voor het oog van tientallen medi
sche studenten.
Een ander gebruik van televisiecame
ra's wordt gemaakt in de atoomindustrie,
waardoor technici in staat zijn van
veilige afstand reacties en chemische
ontwikkelingen gade te slaan.
De heer Van Heukelom vertelde,
dat in een beruchte Amerikaanse ge
vangenis op tal van strategische pun
ten televisiecamera's zijn geplaatst,
zodat de cipiers via het televisie
scherm een oogje kunnen houden op
de opgesloten zware jongens. Wellicht
iets ter navolging in Breda, zo merkte
hij op. De mogelijkheid voor drie
dimensionale televisie is in Amerika
reeds bewezen en wordt momenteel
tot ontwikkeling gebracht.
Overigens beperkt de electronische
industrie zich allerminst tot de televisie.
De aanwendingsmogelijkheden van de
electrotechniek worden immers ook in
de Nederlandse industrie reeds op
velerlei gebied toegepast. Der traditie
getrouw gaat men in de V.S. echter
onmiddellijk tot de uiterste grens en zo
bevindt zich in dit land sedert enige tijd
een fabriek die haar productie geheel
via electronische weg uitvoert.
De heer Van Heukelom meende, dat
de electronische industrie in de V.S. zich
binnen 10 jaar zou verdubbelen, terwijl
die in andere landen zich ongetwijfeld
verhoudingsgewijs overeenkomstig zou
ontwikkelen.
De kapitein van de gezonken Neder
landse kustvaarder „R.P.S.", die met zijn
bemanning Donderdag in Loriënt aan
wal is gebracht door de Franse treiler
„Brittia", heeft een verklaring van de
ondergang van zijn schip gegeven.
De „R.P.S." was op ongeveer zestig
mijl ten Zuidoosten van Ouessant toen
de lading erts door de sterker wordende
deining naar bakboord ging schuiven. Het
schip begon zwaar over te hellen. De
toestand werd ernstig. De heer Van der
Mey heeft de sloep van de „R.P.S.'' bui
ten boord laten zetten en alle mannen
namen er in plaats. Toen het duidelijk
werd dat de „R.P.S." zou zinken, verliet
ook de kapitein met de stuurman het
schip, dat twee uur later (Woensdag
middag) in de golven verdween.
De sloep dreef daarna gedurende tien
uur op de stroom voort in dikke mist
en op een woelige zee. Tegen midder
nacht zagen de Nederlanders een scha
duw. Zij begonnen te schreeuwen en
wisten de aandacht te trekken. Zodoende
werden de schipbreukelingen gered door
de „Brittia". Uitgeput door koude en
vermoeidheid werden zij aan boord ge
nomen van het Franse schip, waar zij
warme drank en droge kleding ontvin
gen. De bemanning is ter observatie naar
Vertaald
door
J. W. HOFSTBA
J
103
„En, lieve, weet je nu goed hoe het
er hier uitziet? Ik had je nu niet bij
voorkeur deze plaats willen laten zien,
maar wat kon ik anders doen, toen ik
je daar bijna als een verloren ziel voor
mijn deur zag dwalen?"
Ze was kalm nu, het leek wel of de
•^zwaarte van haar hart haar in even-
'wicht hield. Hij keek haar vragend aan.
Zij keek terug, zijn droeve ogen, zijn
onverzorgde uiterlijk, heel dat air van
losgeslagen zijn, in zich opnemend: zij
trachtte uit te vinden wat er in zijn blik
te lezen viel; onzekerheid, triomf en
woede, dacht ze. Ze keken elkaar lange
tijd aan tot ze haar stekende oogleden
neersloeg. Ze had genoeg gezien: ze
wist nu waar ze aan toe was. Alle ver
moedens die ze gehad had sinds haar
terugkeer van Paget's Fold nu vier
maanden geleden, waren volkomen be
vestigd. Er was geen vernedering, geen
ellende die ze niet zou willen dragen
als ze maar bij Reynaud Callaghan
mocht zijn.
Ze zei op rustige, verstandige toon,
als legde ze een verklaring af:
,.Ik had er geen idee van dat ik hier
terecht zou komen. Ik liep maar te lo
pen zonder te weten waarheen. Ik wist
niet dat ik bij jou in de straat liep voor
dat ik het naambordje zag. Toen wilde
ik omkeren, maar het was al te laat"
„Waarom liep je eigenlijk op straat
met dit weer en zo vroeg al? Jij bent
er helemaal de vrouw niet naar om voor
je pleizier te gaan wandelen met zo'n
oostenwind?"
„Ik kon het in huis niet uithouden.
Er was nogal iets vervelends gebeurd".
Terwijl ze sprak had ze het gevoel
dat ze loog. De scène met Claude was
in zo'n onwerkelijk licht komen te
staan en leek nu zo onbelangrijk, dat
ze zich de bijzonderheden er van niet.
meer voor de geest kon halen. Ze hield
verward de ogen neergeslagen en zag
de brief die ze in zo'n opwelling van
tederheid aan Clara had geschreven uit
haar tasje steken. Het drong tot haar
door, dat ze Clara's ellende volkomen
vergeten was. Niets kwam er meer op
aan dan het feit, dat ze hier alleen in
de kamer met Callaghan was.
Hij vroeg:
„Bedoel je ruzie? Tussen jou en Clau
de?"
„Hij verloor volkomen zijn zelfbeheer
sing Hij was wreed en onrechtvaardig
„Waarom was hij dan zo wreed.
„Door een brief. Hij
Callaghan viel haar scherp m de rede.
„Had die brief iets met ons te ma
ken"
Neen."
'.Goddank Ik was bang. dat...."
„Je hoeft nergens bang voor te zijn
zei ze, nu ook scherp.
„Weet je dat Claude en ik zo nu en
dan wel eens praten?"
„Ja. Hij heeft het vaak over je. Hij
heeft grote bewondering voor je".
„Dan is hij nog een grotere sufferd
dan ik dacht. Ik schepte er een per
vers genoegen in om kennis met hem
te maken. Ik mag hem wel. Hij is lang
zo'n dooie kerel niet als ik dacht. Hij
is een fatsoenlijke vent, die graag iets
voor een ander over heeft".
Isabel zei bitter:
„Daar heb ik vanochtend anders mets
van gemerkt".
„Dat kan je ook niet van een man
verwachten als hij woedend is op een
vrouw".
„Ook niet wanneer die vrouw zijn
eigen dochter is?"
Dan helemaal met. Een dochter is
nog erger dan je vrouw. Dan kun je je
woede niet afreageren door haar te
liefkozen."
,Wat cru ben je
O neem me niet kwalijk. Ik dacht
er' zo gauw niet aan dat je een roman
tische opvatting van de mensen hebt".
Gekwetst zweeg ze.
Ik schijn er een genoegen in te
scheppen je te kwetsen, hè, Isabel?"
Haar stem klonk diep in haar keel
toen ze zei:
„Dat doet er niet toe
Hij trok zuchtend een rimpel in zijn
voorhoofd.
„Ik weet niet wat er met mijn kop
aan de hand is vanmorgen. Ik kan
mijn gedachten niet bij elkaar houden.
Wat zei je van een dochter? Ik wist
niet dat je er een had.
„Ik heb het je toch verteld. Die be
wuste dag."
„Dat kan wel zijn. Zulke dingen ont
houd ik niet." Hij staarde in het lege
glas en wierp het over de vloer, „Het
spijt me, lieve. Zonder borrel ben ik
niet in staat mijn gedachten ergens bij
te bepalen, zelfs niet bij jou. En de
kroegen zijn nog niet open."
Hij stak een sigaret aan en begon met
haastige zenuwachtige trekken te ro
ken.
„Dan moest ik maar gaan," zei Isabel,
aarzelend naar haar tas en mof grij
pend- Haar lippen waren gaan trillen.
Hij gooide zijn sigaret weg en stond
°P.
„Nee, nee. Ik ben een schoft, maar ga
zo niet weg. En begin weer niet te
huilen, dat kan ik niet hebban." Hij
kwam op haar toe. „Praten, praten,
pratendat is alles wat wre ooit ge
daan hebben. Wat hebben we daar
aan?"
Ze zei: „Nee..... blijf waar je bent."
Ze sprak zo geagiteerd dat hij weer op
het bed neerviel en haar met iets van
zijn oude glimlach aanzag. Hij raapte
zijn sigaret weer op- Hij had hem niet
goed aangestoken zodat hij maar aan
één kant brandde en de as op de kraag
van zijn jas viel. „Ik begin me af te
vragen, lief, of je niet ergens een drup
pel Iers bloed in je hebt. Je valt een
man op straat om zijn hals. maar tus
sen vier muren mag hij niet b j je in
de buurt komen. Ik zou bijna gaan ge
loven dat het de eerste keer is dat je
bij een man op zijn kamer bent."
„Ja-
„Ik geloof je. hoewel ik er anders
over dacht toen ik je de eerste maal
zag. Wat voor een vrouw ben je eigen-
liik?"
„Hoe zou ik dat kunnen weten? Een
slechte, denk ik."
Ze moest glimlachen.
Hij wendde zijn hoofd om, zodat ze
zijn profiel weer net zo zag als op dat
bewuste moment in de Hollandse tuin.
De herinnering was zo levendig, dat ze
als het ware de zon weer in haar nek
voelde branden en weer de druppels
uit het tinnen reservoir hoorde lekken.
Zij zagen elkaar opnieuw aan en Isa
bel had het zonderlinge gevoel of ze al
jaren bij elkaar waren. Toen ze weer
sprak, hadden haar nuchtere woorden
die van een bezorgde echtgenote kun
nen zijn (Wordt vervolgd