Kan „Klipfontein" mogelijk
worden geborgen?
ctifral-10"
Openbaring
Bic de Noorman: TO HEM DM IHEIRMLII
I
Zielzorg in
moeilijk
gevangenissen staat voor
probleem
ctifraMi
0"
Maandag begint het proces van
-Glane
Oradour-sur
Doel
en
weg
N
Gods
S3
SCHIPBREUKELINGEN IN BEIRA AAN LAND
Passagiers zongen Nederlandse zee
liedjes op zinkende schip
Burgemeester van
Alkemade gewond
Bewakingstechniek en barmhartigheid
m
4Kj
ZATERDAG 10 JANUARI 1953
PAGINA 5
„Meest comfortabele
schipbreuk"
Bemanning Klipfontein
13 Febr. in Amsterdam
Dames! Vooral na
Hamea-Gelei voor Uw handen
Bij autobotsing
10 Juni 1944 werd in Frankrijk
een heel dorp uitgemoord
Procedure over een
testament
Nietigverklaring gevraagd
Koffie- en theesmokkel
naar Duitsland
Vijf Enschedeërs in arrest
Frauduleuze uitvoer?
Liturgische weekkalender
Laat V niets wijs maken,
buurvrouw. Ze noemen tegen
woordig alles Lodaline, maar
er is maar één echte Lodaline.
Daar kan geen ander merk
bij halen. Kijk dus goed naar
het etiket met .Eodalientje"
er op! Lodaline kost maar
43 ct per fles en et zit een
HELE Uter ini
Naar thans blijkt, had de voor de kust van Mozambique gezonken „Klipfontein"
116 passagiers aan boord. Met de 118 leden van de bemanning maakt dit een totaal
van 234 opvarenden, die de afgelopen nacht, nadat zij met de „Bloemfontein
Castle" in Beira waren aangekomen, alle hotelruimte van deze plaats bezetten.
Naar verluidt, zouden de passagiers, die Europa als bestemming hebben, vandaag,
Indien mogelijk, op de „Europa" overstappen, die vandaag uit Beira zou ver
trekken.
In Kaapstad is verklaard, dat er hoop bestaat, dat een deel van de lading van de
„Klipfontein", zo niet het schip zelf, zal kunnen worden geborgen. Het schip zonk
op minder dan zestien kilometer uit de kust. Ter plaatse staat weinig of geen
stroom en het water is er ongeveer veertig meter diep. Bovendien bevindt zich
een der nieuwste en best uitgeruste Britse bergingsvaartuigen, de Twyford, bij
Zuid-Afrika, waar het tracht een bijna twaalf jaar geleden verloren gegane lading
koper te bergen.
Voorzover bekend, had de „Klipfontein" duizend ton koper aan boord, met een
geraamde waarde van 2,5 millioen gulden, en honderd balen wol, met een ge
raamde waarde van 50 tot 100.000 gulden.
Advertentie
Sta op, Jerusalem, in het volle licht!
Want Uw Licht is gekomen en de
heerlijkheid van Uw Heer is over
U opgegaan. Duisternis bedekt de aarde
donkerte de volkeren, maar over U
spreidt de Heer Zijn luister." Met deze
Woorden verkondigt de Introïtus van de
H. Mis van de Zondag onder het octaaf
van Driekoningen de diepe betekenis
van het mysterie, dat wij vieren als
hoogtepunt van de Kerstkring. Drieko
ningen is niet zo maar de herdenking
van een gebeurtenis uit Jesus' kindsheid.
De aanbidding der Wijzen heeft een heel
wat diepere achtergrond dan wij op het
eerste gezicht zouden denken. Wij zijn
er aan gewend geraakt Driekoningendag
uitsluitend te zien als de viering van het
bezoek der Wijzen uit het Oosten aan de
Pasgeboren Verlosser, Dien zij kwamen
aanbidden en aan Wie zij hun symbo
lische geschenken aanboden, waardoor
zij Zijn godheid en macht erkenden. De
gebruikelijke benaming van het feest
zal waarschijnlijk tot deze beperkte zin
het nodige hebben bijgedragen. Het
woord echter, waarmee de liturgie
dit feest aanduidt, is veel duidelijker en
ruimer. Epiphania Domini, d.i. de ver
schijning of de openbaring des Heren.
En wel de verschijning, de openbaring
aan de werel°, aan de heide-
L"-.,.Kerstmis is voor ons een soort
lamiliefeest der Christenheid. Allen, die
lnc n in Jesus Christus als hun Ver-
sser en Zaligmaker, als de Zoon van
tJ-n+L vieren a.h.w. vanzelfsprekend met
urTfeu®de d,e geboortedag van Hem,
aan Wie zij in de letterlijke zin van het
woord alles te danken hebben. Zo zien
wij op de eerste plaats het Kerstfeest.
Natuurlijk is de Verlosser geboren voor
alle mensen, voor de hele wereld. Men
zou echter kunnen zeggen: dat weten
eigenlijk alleen zij, die in Hem geloven.
Zo was het ook bij het eerste Kerstfeest.
Dat het Kind van Bethlehem God was
en Verlosser der wereld, wisten, of beter
konden eigenlijk alleen maar weten: de
Joden, die in hun H. Boeken, heel de
geschiedenis van hun volk door, steeds
duidelijker voorzeggingen hadden ge
lezen over Zijn beloofde komst. De rest
Van de wereld had daarvoor geen be
langstelling. Toen nu de drie Wijzen uit
het Oosten kwamen om Jesus te aan
bidden, was dat Zijn eerste openbaring
aan niet-Joden, dus aan heidenen. Van
toen af was zouden wij kunnen zeg
gen de Verlosser officieel voorge
steld aan de wereld, voor welke Hij do
enige heilsmogelijkheid betekent.
Daarmee echter is de volle rijkdom
van het feest van Epiphanie nog niet
uitgeput. De kerkelijke liturgie herin
nert ons ook aan Christus' doop in de
Jordaan en Zijn eerste wonder op de
bruiloft van Cana. Waarom eigenlijk?
Omdat bij het doopsel van Christus in
de Jordaan Zijn hemelse Vader openlijk
getuigenis aflegde van de godheid van
Zijn Zoon, terwijl de H. Geest in de
zichtbare gedaante van een duif boven
Zijn hoofd zweefde. Op de bruiloft van
Cana verrichtte Jesus Zijn eerste won
der, waardoor Hij Zijn goddelijke macht
bewees. Daar „openbaarde Hij Zijn
heerlijkheid", zegt de Evangelist, „en
Zijn leerlingen geloofden in Hem."
Na het bovenstaande kan het nu wel
duidelijk zijn, hoe Driekoningen, in zijn
eigenlijke betekenis, Jesus Christus als
God en Verlosser aan de wereld bekend
maakt.
Het is dus feitelijk zó, dat n a die
gebeurtenissen, die wij op de
Zondag van het octaaf van Drie
koningen nog eens herdenken, niemand
meer kan voorwenden niet te weten,
Wat en wie Christus is. Zelf immers
heeft Hij Zich duidelijk genoeg aan de
hele wereld doen kennen. Natuurlijk
niet in die zin, dat elke afzonderlijke
mens, die destijds leefde, getuige heeft
kunnen zijn van de genoemde feiten,
maar wel zó, dat deze officiële bekend
making als algemeen geldend moet wor
den gezien.
Als Verlosser en Redder der wereld
Is Christus in Zijn openbaar leven steeds
opgetreden. Heel Zijn leer en leven wa
ren daar op gericht. En wanneer Zijn
aardse loopbaan ten einde is, geeft Hij
Zijp. Apostelen het bevel Zijn werk van
Verlossing voort te zetten in alle tijden
en plaatsen, omdat Zijn verlossingswil
Universeel is.
Het is daarom geen wonder, dat onze
apostolaatsplicht en alle missiewerk in
hun motivering terug te voeren zijn tot
de begripsinhoud van het feest van
Epiphanie. Christus openbaart Zich aan
de wereld als haar Verlosser. Wij, Zijn
■volgelingen, hebben de strikte plicht
Hem als zodanig bekend te maken aan
allen, die Hem nog niet aanbidden en
erkennen als God en Zaligmaker.
Wanneer wij daarom het feest van
Vandaag echt in de geest der Kerk wil
len vieren, dan zullen wij ons vooral
moeten bezinnen op de wijze, waarop
wij onze apostolaatsplicht vervullen. Als
leden van de Kerk moeten wij haar hei-
Pen in haar grote taak het Rijk Gods op
aarde zoveel mogelijk te verbreiden.
Voor velen is het niet duidelijk, hoe
zij daaraan het best kunnen voldoen.
Op deze vraag kan steeds hetzelfde ant
woord worden gegeven: door gebed n.l.
en offer. Maar ook dit antwoord is voor
velen nog te algemeen, te weinig con
creet. Welnu, dan kunnen wij niet beter
hoen dan te herinneren aan de uitdruk
kelijke wens van Z.H. de Paus, dat alle
Katholieken lid moeten zijn van d«
Pauselijke Missiegenootschappen.
Drie zijn er: het genootschap van de
Tussen het Iekstoten van het schip en
het veilig aan boord van de „Bloemfon
tein Castle" brengen van de schipbreu
kelingen is vier en een half uur ver
lopen. Aldus hebben de kapiteins van
beide schepen telegrafisch aan het
A.N.P. medegedeeld.
Hun telegram luidt als volgt:
Om ongeveer 11.18 uur Gmt. stootte
de „Klipfontein" op een obstakel onder
water, nabij Zavora Point. De kapitein
van de „Klipfontein" bracht mij,
aldus de kapitein van de „Bloem
fontein Castle" hiervan op de
hoogte en verzocht men om assis
tentie. Ik heb toen onmiddellijk met
volle kracht koers gezet naar de „Klip
fontein". die snel zinkende was. Alle
voorzieningen om de schipbreukelingen
aan boord te nemen werden getroffen.
Bij het overbrengen waren een motor
boot en twee sloepen van de „Bloem
fontein Castle" behulpzaam. Om 15.45
uur waren allen aan boord genomen en
werd koers gezet naar Beira. Om 14.22
zonk de „Klipfontein".
Het kantoor van de Holland
Afrika-Lijn, te Johannesburg, heeft
de namen van de passagiers van de
„Klipfontein" bekend gemaakt. O.m.
bevonden zich aan boord veertien
Nederlanders, drie Denen en een
Duitser. De meeste andere pasagiers
waren Britten.
De namen der veertien Neder
landers luiden, volgens een opgave
van Reuter: Hendrika Bosch, Gerda
van Duyn, Nellie van Gijn, Maria
Honig, Theodorus Koek, Jo Kootstra,
Gerardus Mathot, Gertruida Ma
thot, Theodor Mathot, Cornelia
Rees, Mattheus Rees, Elly de Vente,
Karin M. Roozen (uit Den Haag)
en W. A. Hocke.
Zeelieden, die de Oost-Afrikaanse
kust kennen, zijn, aldus bericht A.P.,
van mening, dat het voorwerp', waarop
de „Klipfontein" gestoten is ofwel de
romp van het schip is, dat door de
Duitse „Graf Spee" in de Straat van
Madagascar in de grond werd geboord,
ofwel het krijgsgevangenenschip, dat
door een Duitse onderzeeër werd getor
pedeerd.
Een andere mogelijkheid is, dat het
voorwerp de baggermolen was, die de
vorige maand tussen Lourenco Mar
ques en Beira bij zwaar weeh is gekap
seisd. De baggermolen werd onlangs
gezien, drijvende met de onderkant
naar boven.
Goede stemming
Hoewel de meeste passagiers van de
„Klipfontein" al hun bezittingen op het
gezonken schip moesten achterlaten
toonden zij Vrijdag aan boord van de
„Bloemfontein Castle", dat zij de moed
niet verloren hadden. Alle geredden
wordt het zo prettig mogelijk gemaakt
en de geredde bemanning geniet de
zelfde behandeling als de geredde pas
sagiers. Allen hebben reeds kleren en
noodzakelijke toiletartikelen gekregen.
De bemanning van de „Bloemfontein
Castle" is bij de redding opgetreden
alsof het hier dagelijks werk betrof.
Zonder twijfel heeft het feit, dat de
passagiers, gezamenlijk Nederlandse
zeeliedjes zongen, toen zjj op het dek
van de zinkende „Klipfontein" stonden,
er veel toe bijgedragen om de orde en
rust te bewaren. Vrijdag konden de ge
redden zich maar nauwelijks meer
voorstellen, dat zij een ramp hadden
overleefd. Allen, passagiers en beman
ningsleden, zfln vol lof over het optre
den van de kapitein van de „Klipfon
tein". Dat er geen doden te betreuren
zijn schrijft men toe aan het gediscipli
neerd optreden en de kalmte van de
kapitein en zijn bemanning. Een erva
ren zeeman, die in de oorlog tweemaal
schipbreuk heeft geleden, noemde het
vergaan van de „Klipfontein" zijn
„meest comfortabele schipbreuk". De
kapitein van de „Klipfontein" heeft
Vrijdag de geredden toegesproken en
verklaard, dat de maatschappij alles in
het werk zal stellen om hen te helpen.
Naar de directie van de Holland-Afri-
ka-Lijn mededeelt staat thans vast dat
de gehele bemanning van de „Klipfon
tein" te Kaapstad aan boord zal gaan
van de „Zuiderkruis" en daarmee 13
Februari in ons land (in Amsterdam)
zal terugkeren.
Advertentie
voortplanting des Geloofs; het genoot
schap der H. Kindsheid voor de kinde
ren tot 14 jaar, en tenslotte Sint Petrus'
Liefdewerk, dat in hoofdzaak gericht is
op de opleiding van een inlandse pries
terschap. De verplichtingen, die dit lid
maatschap meebrengt, zijn heel een
voudig: dagelijks een kort gebed tot
genoemde intenties, en een zó kleine
bijdrage, dat niemand hiervan bezwaar
ondervindt.
Nu is het een feit, dat nog veel te veel
Katholieken geen lid zijn van een dezei
genootschappen. En toch is dat de beste
manier om met de Kerk samen te wer
ken tot de verbreiding van het ware
geloof, waartoe wij het voorrecht heb
ben geroepen te zijn. Is het feest van
Epiphanie geen uitermate geschikte ge
legenheid om zich eens ernstig af te vra
gen, hoe wij onze apostolaats- en missie
plicht vervullen? Doen wij dat, en
komen er werkelijk goede voornemens
uit voort, dan is dat het bewijs, dat wij
begrijpen, dat ons H. Geloof óók daden
van ons vraagt en niet met woorden
alléén tevreden kan zijn. Omdat Christus
zelf het ook niet bij woorden gelaten
heeft, maar zelfs Zijn leven heeft gege
ven om de mensen te redden.
Als wij Zijn werk moeten voortzetten
en dat moeten wij dan is het wel
niet vermetel te veronderstellen, dat er
nog heel wat ontbreekt aan de trouwe
navolging van ons goddelijk voorbeeld.
Behalve de kostbare lading is ook
voor een waarde van tienduizenden
guldens aan persoonlijke bezittingen
met de „Klipfontein" onder gègaan.
Een meisje uit Amsterdam, dat op weg
was naar Mombassa, waar zij in het
huweiiik zou treden, verloor haar ge
hele uitzet, evenals een meisje uit
Zuid-Afrika, dat op weg was naar En
geland. Enige emigranten, die op weg
waren naar Kenia, verloren alles wat
zij bij zich hadden en een boer uit
Kenia, die naar Engeland terugkeerde,
zag zijn waardevolle moderne land
bouwwerktuigen met het schip in de
golven verdwijnen. Ook enkele bejaar
de echtpar op weg naar Engeland
om daar hun laatste levensdagen te slij
ten, verloren met één slag hun bezittin
gen.
Kapitein toonbeeld van moed
Bij aankomst in Beira zei een 24-ja-
rige Nieuw-Zeelandse, mej. Yurab, dat
men geheel onverwacht een geschuur
en vervolgens een stoot had gevoeld.
Het schip voer nog een eindje door en
toen stopten de machines. „Wij beseften
niet, dat er iets ernstigs was gebeurd.
Na ongeveer een uur kregen wij aan
zegging paspoorten en geld te halen en
ons op onze plaatsen bij de reddingsbo
ten te melden. Wij dachten nog steeds
niet aan gevaar en toen wij in de sloe
pen moesten gaan, dachten sommigen nog
aan een .oefening. Pas toen wij in de
sloepen wegvoeren en naar de „Klip
fontein" keken, zagen wij dat het schip
overhelde. Plotseling verdween de neus
in de golven en even later was het ge
zonken.
Steward Robert Kosteman zei, dat de
kapitein een toonbeeld van bedaardheid
en moed is geweest, die iedereen in
zijn nabijheid bezielde.
Vrijdagmiddag kwam op de Veursestraat-
weg te Leidsendam een. personenauto, be
stuurd door A. W. van der P. uit Heem
stede en waarin ook de burgemeester van
Alkemade had plaats genomen, in botsing
met een personenauto, bestuurd door G.
Th. I. uit Leiden, Op dit tweetal botste
vervolgens ook nog de bestelauto van een
limonaadefabriek uit Leidsendam.
De laataste kwam er goed af, doch de
bestuurders van de beide personenwagens
alsmede de burgemeester van Alkemade
werden met een zware hersenschudding,
beenbreuken en in- en uitwendige verwon
dingen naar het Academisch - Ziekenhuis
in Leiden vervoerd.
De drie auto's werden zwaar beschadigd
en moesten worden weggesleept. Omtrent
de oorzaak van het ongeval tast men nog
in het duister.
56. Voordat Eric of Erwin een woord van uitleg kan geven, springt Bogul naar
N voren. Hij voelt, dat dit zijn laatste kans is en in uiterste vertwijfeling grijpt hij
die aan.
„Een beer!" grauwt hij Eric in het gelaat. „Is dat het verhaal, dat ge verzonnen
hebtZijt ge dan vergeten, hoe ge Allan neergestoken hebt als een hond, gij Noorse
schurk! De wraak van mijn heer ontloopt ge niet!"
Heer Robart kijkt besluiteloos van Bogul naar Eric, doch Bogul laat heer Robart
geen gelegenheid om tussenbeiden te komen.
„Ontken het eens!" daagt hij Eric uit. „Ontken, dat gij Allan met uw eigen bloed
dorstige klauwen
„Zwijg!" bijt Eric hem toe. Hij kan zijn verachting voor deze kerel niet langer
bedwingen en ofschoon hij heer Robart in geen enkel opzicht vijandig wil bejegenen,
wenst hij zich door deze woesteling niet te laten beledigen. „Verdwijn!" zegt Eric
bevelend. „Of ik maak korte metten met u! Ik spreek tot de heer der Heruli niet
tot zijn voetkussen!"
Grootspraakschreeuwt Bogul weer.
Heer Robart heft de hand op om iets te zeggen, doch de onderaanvoerèpr raast door:
„Wat praten wij nog met deze moordenaar! Hier moet het zwaard spreken..."
Voor Eric is de maat vol en met een snelle beweging grijpt hij naar zijn zwaard!
Erwin doet een pas in de richting van heer Robart en het heeft er de schijn van, dat
hij die geweldige vreemdelingdie zijn vader beledigt, naar de keel wil vliegen.
Onwïllekewdg wijkt de heer der Heruli iets achteruit, doch zijn spieren spannen zich
Bogul ziet^nu zijn kans schoon.
„Kijk!" roept hij triomfantelijk. „Kijk!" Hij grijpt naar zijn zwaard. „Pas op heer!
Zo heeft hij het ook met Allan gedaan! Tand om tand!" De bedrieglijke Heruli
voelt dat hij de kans krijgt zich hieruit te redden. Nu moet het gebeuren Met
een onverhoedse sprong tracht hij Erwin te bereiken. Doch de Noorman heeft hem
geen seconde uit het oog verloren en hij handelt met de snelheid van het licht..
Zijn zwaard flitst uit de schede en met een snelle beweging van zijn voet doet hij
Bogul struikelen, voordat de kerel Erwin heeft kunnen aanraken. En tegelijkertijd
ziet Erwin vanuit zijn ooghoeken, dat de heer der Heruli zijn zwaard trekt en met
een verbeten trek op het gelaat op hem toespringt
Met het treffen van betere beveiliging in de strafgevangenis in Breda en elders,
waar politieke gevangenen hun straf uitboeten, zijn tal van problemen gemoeid,
die de meest elementaire kanten van het gevangeniswezen raken. Het gaat erom
te zorgen, dat de bedragen nodig voor deze extra maatregelen uit de begroting
worden geperst. De minister moet voorts met zijn ambtenaren zoeken naar 'n weg,
waarlangs niet de eenmaal overwonnen onmenselijkheden uit vroeger tijd weer
de gevangenissen binnensluipen. Dan zijn er nog tal van kwesties, waarvan bui
tenstaanders geen idee hebben, maar die binnen de muren van een strafgevangenis
met de huidige latente hoogspanningen zwaar wegen. Het leven in de gevan
genissen voor politieke delinquenten slaat behalve op de gevangenen zelf, ook op
hun bewaarders terug en op degenen, die in welke vorm ook aan hun geestelijk
heil werken. Hieronder behoren op de eerste plaats de aalmoezeniers, wier taak
bijzonder zwaar is geworden door hetgeen in de afgelopen weken is gebeurd.
De resultaten van de zielzorg in de
gevangenissen waren de laatste jaren
zeer opmerkelijk. Het veranderen van de
koers, zowel in het gratiebeleid van de
minister van Justitie, zoals reeds in 1951
bleek, als door het gebeurde aan het
eind van 1952, heeft echter duidelijk ge
maakt hoe precair deze zielzorg is.
Hoe minutieus de regering ook zal
trachten, iedere onrechtvaardigheid
bij de maatregelen tot groter veilig
heid te voorkomen, bij de zwaarst
gestraften kan het niet anders of dit
alles wordt juist door hen die ach
ter zijn gebleven en die het zo voe
len, alsof zij moeten boeten voor de
vluchtelingen een pijnlijke ge
waarwording en vaak een psychisch
drama. Het is bekend, dat er in de
na-oorlogse jaren heel wat merkwaar
dige bekeringen zijn geweest in de
gevangenissen. Een zwaargestrafte
is begrijpelijkerwijs soms het meest
vatbaar voor de geestelijke zorg. Hij
gaat in de loop der jaren heel veel
in een ander licht zien. De aalmoe
zeniers die dit regeneratieproces
meemaken, kunnen daar de wonder
lijkste dingen van vertellen.
Wanneer echter het regime in de straf
gevangenissen nu weer wordt ver
zwaard, wordt daardoor het werk van
de zielzorgers een psychisch en geeste
lijk titanenwerk. De grens voor wat een
mens kan dragen is door de psychische
hoogspanningen van deze allerzwaarst
gestraften in vele gevallen reeds bereikt.
Van* geestelijk opnemingsvermogen is
onder die omstandigheden vrijwel geen
sprake meer. Voor de circa achthonderd
politieke delinquenten, die thans nog in
Nederlandse gevangenissen bewaakt
Advertentie
m
Een luchtfoto van het op 10 Juni 1944 door de bezetters platgebrande Franse dorp Oradour sur Glane bij Limoges.
642 personen, onder wie 246 kinderen, werden op die dag om het leven gebracht door de terugtrekkende Duitse troe
pen. De geteisterde plaats heeft men als een afschrikwekkend- monument intact gelaten. Een paar kilometer verder
op is een nieuw dorp gebouwd.
Maandag zullen 21 gewe
zen SS-ers, voor het
merendeel Elzasser
soldaten en onderofficieren
zich voor het militaire tribu
naal moeten verantwoorden
wegens hun deelnemen aan
de afschuwelijke misdaad,
gepleegd tegen de bewoners
van het Franse dorpje Ora-
dour-sur-Glane. Op 10 Juni
1944 heeft het pantserregi
ment van de SS-divisie „Das
Reich" de bewoners van dit
dorp vermoord, have en goed
geroofd en de huizen vervol
gens in brand gestoken.
Oradour-sur-Glane lag op
22 kilometer ten Noord-Wes
ten van Limoges. Men vindt
er nog slechts de verkoolde
muurresten van wat eens een
landelijk plaatsje is geweest.
Even verder naar het Noor
den ligt nu Oradour-le-Mar-
tyre, Oradour de Martelaar,
als herinnering en als belof
te. Er wonen andere mensen,
want de bewoners van het
oude dorp zijn allen dood, op
een tweetal na, die aan de
moord ontsnapt zijn.
Tegen twee uur die mid
dag van de tiende Juni 1944
kwamen de Duitsers met
pantserwagens en gecamou
fleerde vrachtauto's het dorp
binnenrijden. De mensen za
ten nog aan tafel cf keken
argeloos toe naar de weinig-
geziene bedrijvigheid. Intus
sen werd het dorp omsingeld.
Een ogenblik later slofte de
trommelslager van het dorp
door de straatjes en maakte
bekend, dat iedereen, zonder
uitzondering, op het markt
plein moest komen. Ze moes
ten hun identiteitspapieren
meebrengen. Teen kwamen
de troepen in actie. Lang
zaam en systematisch begon
nen zij de ring om het dorp
te vernauwen. Iedereen werd
naar het marktplein gedre
ven. De zieken moesten uit
hun bed komen. Zeshonderd
acht en veertig mensen ston
den tenslotte bijeen, de bak
ker nog met bloot-bezweet
bovenlijf, de slager in zijn
kiel. Rondom lagen soldaten
met mitrailleurs gereed.
Men beval de burgemeester
dertig gijzelaars aan te wij
zen. Hij weigerde met de me
dedeling. dat hij slechts zich
zelf en, zo nodig, zijn gezin
aan kon wijzen. De Duitsers
grijnsden. De mannen wer
den van de vrouwen geschei
den. De laatsten werden de
kerk ingedreven. De mannen
blijven achter. Men vertelt
hun, dat in het dorp wapens
verborgen zijn. Er komt geen
antwoord. Er waren geen wa
pens. De mpnnen worden in
vier groepen verdeeld en in
schuren samengedreven. Ze
zullen ondervraagd worden.
Aan de ingang hebben zich
SS-ers opgesteld met mitrail
leurs. Dan plotseling ergens
in hqt dorp, hoort men een
ontploffing. Op dat ogenblik
richten de soldaten hun wa
pens op de mannen en een
salvo barst los. Het houdt aan
tot de laatste gevallen is. Dan
lopen de SS-ers tussen de
lijken door op zoek naar
overlevenden om deze het
genadeschot te geven. De
lijken worden met stro bedekt
en in brand gesteken. Slechts
vijf mannen weten, hoewel
ze zwaar gewond zijn, aan
deze hel te ontkomen. Zij zijn
getuige geweest.
Ook hier worden de lijken
verbrand. Daarop stormen
de troepen de huizen binnen
en halen alles weg wat van
hun gading is. Die avond is
er feest in het kampement,
nadat het hele dorp is plat
gebrand.
Wat was de reden? Waar
schijnlijk is het wraak ge
weest voor de moord op een
commandant, die een vijftig
tal kilometers verderop heeft
In de kerk, waar de vrou
wen en kinderen zijn opge
sloten, is het niet veel anders.
Een troepje jonge soldaten
komt de kerk binnen en
plaatst voor in het koor een
kist. Een lont wordt uitgerold
en aangestoken. Een ogenblik
later klinkt een hevige ont
ploffing, waardoor zich een
verstikkende rook ontwik
kelt. De vrouwen zoeken in
paniek hun heil in de kapel
letjes. Achter de vensters
wacht de SS met de machine
geweren in de aanslag. Dan
breekt ook hier het salvo los.
Hier weet slechts één persoon
het misdrijf te ontsnappen.
plaatsgevonden. Er waren
geen wapens in Oradour-sur-
Glane.
Maandag staan enkele man
nen voor de rechter. Er wer
den zeshonderd twee en veer
tig mensen vermoord, van
wie 246 kinderen en 245
vrouwen. Een dorp werd ge
plunderd en platgebrand.
Ruim acht en een half jaar
na deze slachting zal deze
oorlogsmisdaad worden be
recht. Onder de beschuldig
den bevinden zich veertien
Elzassers. Officieel zijn zij
Fransen nu. Derhalve hebben
zij hun misdrijf bedreven te
gen hun eigen volk
worden, waarvan er een 140-tal levens
lang hebben, ontstaat aldus een ziel
zorgprobleem, dat niet verwaarloosd
mag worden in een christelijk land,
vooral in een land dat de na-oorlogse
chaotische toestanden heeft meegemaakt,
waarin ten aanzien van deze gevangenen
zoveel is gebeurd.
Het is het probleem van het combi
neren van een goede bewakingstechniek
met de plichten van barmhartigheid. Het
werk van de aalmoezeniers, dat thans
zeer bemoeilijkt wordt, wordt, zoals mr.
Lamers, de directeur-generaal voor het
gevangeniswezen, ons zojuist meedeelde,
bij de huidige maatregelen, die geen
verscherping van het regime maar
slechts grotere veiligheid tan doel heb
ben, zoveel mogelijk beschermd. Op
merkelijk is in dit verband dat nog on
langs is besloten voor de Duitse politieke
delinquenten twee Duitse zielzorgers bij
het personeel van het Nederlandse ge
vangeniswezen in te delen. Aan dit
soort maatregelen zal ondanks alle be
veiliging niets veranderen, evenmin als
er bijvoorbeeld iets zal veranderen aan
de frequentie van de bezoeken, die vol
gens de moderne opvattingen van een
menselijke behandeling van gestraften al
jaren geleden is ingevoerd. Wel zal het
bezoek uiteraard veel beter gecontro
leerd worden en zal een gevangene niet
meer de vrijheid hebben om met zijn
bezoekers alles ongehoord te kunnen be
spreken wat hij kwijt wil.
S. D„ thans overleden, heeft een tes
tament doen opmaken terwijl hij op dat
ogenblik reeds onder curatele stond
wegens verminderde verstandelijke ver
mogens. Enige personen zijn daarna een
proces begonnen tegen de erfgenamen,
waarbij nietigverklaring van het testa
ment werd gevraagd.
De rechtbank te Leeuwarden heeft
na deskundigenverhoor de vordering
toegewezen. In hoger beroep oordeelde
het gerechtshof te Leeuwarden, dat een
tekort aan verstandelijke vermogens
door de erflater aan een testament de
rechtsgeldigheid slechts ontneemt indien
en voor zover uit dit tekort moet wor
den afgeleid, dat de erflater de inhoud
van het testament of van een bepaalde
daarin opgenomen beschikking niet
werkelijk heeft gewild. Het testament
werd alsnog geldig verklaard.
In cassatie heeft de Hoge Raad nu
overwogen, dat aan artikel 946 B. W.
kennelijk deze gedachte ten grondslag
ligt, dat aan de uiterste wil van iemand,
die door een tekort aan verstandelijke
vermogens tot een oordeel over de bij
het maken van testamenten betrokken
belangen niet in staat is, geen rechts
gevolg behoort te worden verbonden.
De bevoegdheid om bij uiterste wil te
beschikken wordt niet afhankelijk ge
steld van de inhoud van de te maken
beschikking.
Op deze grond is het arrest van het
hof te Leeuwarden vernietigd en de
zaak naar dat hof terugverwezen.
(Van onze correspondent)
Vijf Enschedeërs zijn gearresteerd in
verband met smokkel van koffie en
thee van ons land naar Duitsland. De
goederen werden in de omgeving van
Enschede over de grens gebracht. De
gearresteerden zijn A. S. en H. O., die
door de Duitse douane op heterdaad
betrapt werden bij het smokkelen. Een
daarna door de douane recherchedienst
Enschede ingesteld onderzoek had de
arrestatie van F. v. d. V., B. Z. en H. S.
tengevolge. Zij bleken de organisatoren
van de smokkelhandel te zijn. Vrij grote
hoeveelheden bijzonderheden hier
omtrent zijn nog niet bekend omdat het
onderzoek nog niet beëindigd is
brachten zij over de grens.
De economische controledienst heeft een
zakenman uit 's-Gravenhage gearresteerd.
Hij wordt ervan verdacht onder een on
juiste benaming walsroilen te hebben ge
ëxporteerd. Door een onjuiste voorstelling
van zaken te geven, was deze zakenman
er in geslaagd de met het verlenen van
uitvoervergunningen belaste instantie te
misleiden om in het bezit te worden ge
steld van de verlangde uitvoervergun
ning. Ook is een ambtenaar van het mi
nisterie van Economische Zaken aangehou
den, op wie de verdenking rust hieraan
zijn medewerking te hebben verleend. Bei
den zijn op last van de Justitie in ver
zekerde bewaring gesteld. Inmiddels be
vindt de zakenman zich weer op vrije voe
ten. De ambtenaar is nog in arrest.
ZONDAG 11 Januari: H. Familie Jezus,
Maria, Joseph, eigen Mis; 2 gebed v. d.
Zondag onder het Octaaf v. Driekoningen;
Driekoningen; 4 H. Hyginus; Credo, pre
fatie, enz. v. Driekoningen; wit. MAAN
DAG: onder het octaaf v. Driekoningen;
Mis v. d, Zondag onder het octaaf; 2 Drie
koningen; Credo, prefatie enz. v. Drieko
ningen; wit. DINSDAG Octaafdag v. Drie
koningen, Mis v. h. feest; Credo; prefatie
enz. v. Driekoningen; wit. WOENSDAG: H.
Hilarius, bisschop, belijder, kerkleraar; Mis
in medio; 2 H. Felix; Credo; gewone pre
fatie; wit. DONDERDAG: H. Paulus, eerste
kluizenaar; eigen Mis, 2 H. Maurus; gewone
prefatie; wit. VRIJDAG: H. Marcellinus I,
Paus, martelaar; Mis Si diligis; 2 tot de H.
Maagd; 3 voor Kerk of Paus; prefatie v. d
Apostelen; rood. ZATERDAG: H. Antonius,
abt; Mis Os justi v. d. Abten; Roermond:
2 H. Suppliciu&j; gewone prefatie; wit
ZONDAG 18 Januari: 2de Zondag na Drie
koningen; Mis v. d- dag; 2 S. Petrus-stoel;
3 H. Paulus; 4 H. Prisca; Credo; prefatie
v. d. H. Drievuldigheid; laatste evangelie v.
S. Petrusstoel; groen.
Advertentie
(Vervolg van pag. 1)
Nemen we de bekende ruwe schatting
van 1/3 katholiek, dan betekent dit dat
rond 100.000 katholieken hierbij zijn be
trokken. (Men blijve zich herinneren,
dat we het hier over de organisatie van
de katholieken hebben. De middengroe
penkwestie is overigens zeker geen ka
tholiek „zaakje".)
aar het oordeel van deskundigen,
die wij hiernaar hebben gevraagd,
is van deze groep van 100.000 ma
ximaal 25% georganiseerd op een wijze,
waardoor zij rechtstreeks in de Stich
ting van de Arbeid, in de Sociaal Eco
nomische Raad, in het Overleg met de
Departementen is betrokken bij het be
raad inzake de lonen. De overige 75%
moet het dus hebben van het Georgani
seerd Overleg, van rechtstreekse beïn
vloeding in de politieke sector of het
eigen groepsoverleg met de bevoegde
instanties. Op deze wijze loopt men het
gevaar, te veel het groepsbelang te zien
en mist men de visie op de plaats van
de groep in het geheel. Overigens is dit
slechts één kant van de zaak.
Een tweede, even belangrijke, kant is:
dat ook de eerste aanloop om stands-
organisatorisch op die 75% in te wer
ken, of wil men het positiever gesteld,
om deze 75% in de constructieve arbeid
van onze standsorganisaties in te scha
kelen, wordt gemist. Een standsorgani
satie, die niet over sterke materiële bin
dingsmiddelen met de leden beschikt,
mist stootkracht. De wisselwerking is zo
duidelijk, dat wie haar ontkent, zich
buiten de werkelijkheid plaatst.
En dan speelt vrijwel onmiddellijk de
kwestie van het standsbegrip. Wij blij
ven ontkennen, dat die 75% psychisch
er toe gebracht kan worden, zich ook
standsorganisatorisch tot de K.A.B. te
bekennen. En nu gaan we niet bakke
leien over grensgevallen, maar we wil
len wel een keer een definitie hebben,
een omschrijving van wat nu eigenlijk
een stand is en een standsorganisatie.
We weten, dat we hiermede zijn be
land op 'n terrein, op hetwelk de groot
ste vergissingen worden begaan. We
weten, dat talrijke valse standsbegrip
pen in omloop zijn. Maar wij voor ons
wensen te blijven uitgaan van de defi
nitie. die Henri Hermans indertijd gaf:
„Onder culturele rangstand is te ver
staan die natuurlijk gegroeide maat
schappelijke mensengroep, die ongeveer
een gelijke maatschappelijke functie
bekleedt, een ongeveer gelijke inner
lijke beschaving heeft, ongeveer gelijke
levensgewoonten bezit, in ongeveer ge
lijke kring gaat huwen, enz,"'Men ziet,
hier is de maatschappelijke functie een
mede bepalende factor. Hier wordt
niet over de hoogte van het inkomen
gesproken. Deze hele definitie duidt op
een psychische gesteldheid, die het ty
pische kenmerk is van een bepaalde
maatschappelijke groep. Daaruit vloeien
bepaalde standseigen belangen en eisen
voort, zowel in cultureel als in mate
rieel opzicht. En wanneer dan de heer
Spit stelt, dat hij een groep zo omvang
rijk als de hier besorokene, als enige
weg om hun materiële belangen te be
hartigen, de K.A.B. aanwijst, dan zeg
gen wij: mijnheer Spit, u maakt 'n psy
chologische vergissing. U kunt dit voor
u zelf misschien als ideaal stellen, het
is geen ideaal, het is een utopie. Een
ideaal is bereikbaar, een utopie niet.
Wees dan voldoende realiteitsmens en
laat deze groep zich organiseren zoals
dat in de natuur van deze groep beslo
ten ligt. Dit sluit helemaal niet uit, dat
in de top een sterke binding met de
K.A.B. kan ontstaan. Ook wij hebben
van het begin af aan gesteld, dat we dit
noodzakelijk achten. Laten we dit ge
sprek maar rustig verder voeren en laat
zich aan de stem van vakbondsleiders
paren de stem van vakbondsleden. Zulk
een gesprek kan alleen maar bijdragen
tot een nader brengen van de noodzake
lijke oplossing.