Kan „Klipfontein" mogelijk worden geborgen? ctifral-10" Openbaring Bic de Noorman: TO HEM DM IHEIRMLII I Zielzorg in moeilijk gevangenissen staat voor probleem ctifraMi 0" Maandag begint het proces van -Glane Oradour-sur Doel en weg N Gods S3 SCHIPBREUKELINGEN IN BEIRA AAN LAND Passagiers zongen Nederlandse zee liedjes op zinkende schip Burgemeester van Alkemade gewond Bewakingstechniek en barmhartigheid m 4Kj ZATERDAG 10 JANUARI 1953 PAGINA 5 „Meest comfortabele schipbreuk" Bemanning Klipfontein 13 Febr. in Amsterdam Dames! Vooral na Hamea-Gelei voor Uw handen Bij autobotsing 10 Juni 1944 werd in Frankrijk een heel dorp uitgemoord Procedure over een testament Nietigverklaring gevraagd Koffie- en theesmokkel naar Duitsland Vijf Enschedeërs in arrest Frauduleuze uitvoer? Liturgische weekkalender Laat V niets wijs maken, buurvrouw. Ze noemen tegen woordig alles Lodaline, maar er is maar één echte Lodaline. Daar kan geen ander merk bij halen. Kijk dus goed naar het etiket met .Eodalientje" er op! Lodaline kost maar 43 ct per fles en et zit een HELE Uter ini Naar thans blijkt, had de voor de kust van Mozambique gezonken „Klipfontein" 116 passagiers aan boord. Met de 118 leden van de bemanning maakt dit een totaal van 234 opvarenden, die de afgelopen nacht, nadat zij met de „Bloemfontein Castle" in Beira waren aangekomen, alle hotelruimte van deze plaats bezetten. Naar verluidt, zouden de passagiers, die Europa als bestemming hebben, vandaag, Indien mogelijk, op de „Europa" overstappen, die vandaag uit Beira zou ver trekken. In Kaapstad is verklaard, dat er hoop bestaat, dat een deel van de lading van de „Klipfontein", zo niet het schip zelf, zal kunnen worden geborgen. Het schip zonk op minder dan zestien kilometer uit de kust. Ter plaatse staat weinig of geen stroom en het water is er ongeveer veertig meter diep. Bovendien bevindt zich een der nieuwste en best uitgeruste Britse bergingsvaartuigen, de Twyford, bij Zuid-Afrika, waar het tracht een bijna twaalf jaar geleden verloren gegane lading koper te bergen. Voorzover bekend, had de „Klipfontein" duizend ton koper aan boord, met een geraamde waarde van 2,5 millioen gulden, en honderd balen wol, met een ge raamde waarde van 50 tot 100.000 gulden. Advertentie Sta op, Jerusalem, in het volle licht! Want Uw Licht is gekomen en de heerlijkheid van Uw Heer is over U opgegaan. Duisternis bedekt de aarde donkerte de volkeren, maar over U spreidt de Heer Zijn luister." Met deze Woorden verkondigt de Introïtus van de H. Mis van de Zondag onder het octaaf van Driekoningen de diepe betekenis van het mysterie, dat wij vieren als hoogtepunt van de Kerstkring. Drieko ningen is niet zo maar de herdenking van een gebeurtenis uit Jesus' kindsheid. De aanbidding der Wijzen heeft een heel wat diepere achtergrond dan wij op het eerste gezicht zouden denken. Wij zijn er aan gewend geraakt Driekoningendag uitsluitend te zien als de viering van het bezoek der Wijzen uit het Oosten aan de Pasgeboren Verlosser, Dien zij kwamen aanbidden en aan Wie zij hun symbo lische geschenken aanboden, waardoor zij Zijn godheid en macht erkenden. De gebruikelijke benaming van het feest zal waarschijnlijk tot deze beperkte zin het nodige hebben bijgedragen. Het woord echter, waarmee de liturgie dit feest aanduidt, is veel duidelijker en ruimer. Epiphania Domini, d.i. de ver schijning of de openbaring des Heren. En wel de verschijning, de openbaring aan de werel°, aan de heide- L"-.,.Kerstmis is voor ons een soort lamiliefeest der Christenheid. Allen, die lnc n in Jesus Christus als hun Ver- sser en Zaligmaker, als de Zoon van tJ-n+L vieren a.h.w. vanzelfsprekend met urTfeu®de d,e geboortedag van Hem, aan Wie zij in de letterlijke zin van het woord alles te danken hebben. Zo zien wij op de eerste plaats het Kerstfeest. Natuurlijk is de Verlosser geboren voor alle mensen, voor de hele wereld. Men zou echter kunnen zeggen: dat weten eigenlijk alleen zij, die in Hem geloven. Zo was het ook bij het eerste Kerstfeest. Dat het Kind van Bethlehem God was en Verlosser der wereld, wisten, of beter konden eigenlijk alleen maar weten: de Joden, die in hun H. Boeken, heel de geschiedenis van hun volk door, steeds duidelijker voorzeggingen hadden ge lezen over Zijn beloofde komst. De rest Van de wereld had daarvoor geen be langstelling. Toen nu de drie Wijzen uit het Oosten kwamen om Jesus te aan bidden, was dat Zijn eerste openbaring aan niet-Joden, dus aan heidenen. Van toen af was zouden wij kunnen zeg gen de Verlosser officieel voorge steld aan de wereld, voor welke Hij do enige heilsmogelijkheid betekent. Daarmee echter is de volle rijkdom van het feest van Epiphanie nog niet uitgeput. De kerkelijke liturgie herin nert ons ook aan Christus' doop in de Jordaan en Zijn eerste wonder op de bruiloft van Cana. Waarom eigenlijk? Omdat bij het doopsel van Christus in de Jordaan Zijn hemelse Vader openlijk getuigenis aflegde van de godheid van Zijn Zoon, terwijl de H. Geest in de zichtbare gedaante van een duif boven Zijn hoofd zweefde. Op de bruiloft van Cana verrichtte Jesus Zijn eerste won der, waardoor Hij Zijn goddelijke macht bewees. Daar „openbaarde Hij Zijn heerlijkheid", zegt de Evangelist, „en Zijn leerlingen geloofden in Hem." Na het bovenstaande kan het nu wel duidelijk zijn, hoe Driekoningen, in zijn eigenlijke betekenis, Jesus Christus als God en Verlosser aan de wereld bekend maakt. Het is dus feitelijk zó, dat n a die gebeurtenissen, die wij op de Zondag van het octaaf van Drie koningen nog eens herdenken, niemand meer kan voorwenden niet te weten, Wat en wie Christus is. Zelf immers heeft Hij Zich duidelijk genoeg aan de hele wereld doen kennen. Natuurlijk niet in die zin, dat elke afzonderlijke mens, die destijds leefde, getuige heeft kunnen zijn van de genoemde feiten, maar wel zó, dat deze officiële bekend making als algemeen geldend moet wor den gezien. Als Verlosser en Redder der wereld Is Christus in Zijn openbaar leven steeds opgetreden. Heel Zijn leer en leven wa ren daar op gericht. En wanneer Zijn aardse loopbaan ten einde is, geeft Hij Zijp. Apostelen het bevel Zijn werk van Verlossing voort te zetten in alle tijden en plaatsen, omdat Zijn verlossingswil Universeel is. Het is daarom geen wonder, dat onze apostolaatsplicht en alle missiewerk in hun motivering terug te voeren zijn tot de begripsinhoud van het feest van Epiphanie. Christus openbaart Zich aan de wereld als haar Verlosser. Wij, Zijn ■volgelingen, hebben de strikte plicht Hem als zodanig bekend te maken aan allen, die Hem nog niet aanbidden en erkennen als God en Zaligmaker. Wanneer wij daarom het feest van Vandaag echt in de geest der Kerk wil len vieren, dan zullen wij ons vooral moeten bezinnen op de wijze, waarop wij onze apostolaatsplicht vervullen. Als leden van de Kerk moeten wij haar hei- Pen in haar grote taak het Rijk Gods op aarde zoveel mogelijk te verbreiden. Voor velen is het niet duidelijk, hoe zij daaraan het best kunnen voldoen. Op deze vraag kan steeds hetzelfde ant woord worden gegeven: door gebed n.l. en offer. Maar ook dit antwoord is voor velen nog te algemeen, te weinig con creet. Welnu, dan kunnen wij niet beter hoen dan te herinneren aan de uitdruk kelijke wens van Z.H. de Paus, dat alle Katholieken lid moeten zijn van d« Pauselijke Missiegenootschappen. Drie zijn er: het genootschap van de Tussen het Iekstoten van het schip en het veilig aan boord van de „Bloemfon tein Castle" brengen van de schipbreu kelingen is vier en een half uur ver lopen. Aldus hebben de kapiteins van beide schepen telegrafisch aan het A.N.P. medegedeeld. Hun telegram luidt als volgt: Om ongeveer 11.18 uur Gmt. stootte de „Klipfontein" op een obstakel onder water, nabij Zavora Point. De kapitein van de „Klipfontein" bracht mij, aldus de kapitein van de „Bloem fontein Castle" hiervan op de hoogte en verzocht men om assis tentie. Ik heb toen onmiddellijk met volle kracht koers gezet naar de „Klip fontein". die snel zinkende was. Alle voorzieningen om de schipbreukelingen aan boord te nemen werden getroffen. Bij het overbrengen waren een motor boot en twee sloepen van de „Bloem fontein Castle" behulpzaam. Om 15.45 uur waren allen aan boord genomen en werd koers gezet naar Beira. Om 14.22 zonk de „Klipfontein". Het kantoor van de Holland Afrika-Lijn, te Johannesburg, heeft de namen van de passagiers van de „Klipfontein" bekend gemaakt. O.m. bevonden zich aan boord veertien Nederlanders, drie Denen en een Duitser. De meeste andere pasagiers waren Britten. De namen der veertien Neder landers luiden, volgens een opgave van Reuter: Hendrika Bosch, Gerda van Duyn, Nellie van Gijn, Maria Honig, Theodorus Koek, Jo Kootstra, Gerardus Mathot, Gertruida Ma thot, Theodor Mathot, Cornelia Rees, Mattheus Rees, Elly de Vente, Karin M. Roozen (uit Den Haag) en W. A. Hocke. Zeelieden, die de Oost-Afrikaanse kust kennen, zijn, aldus bericht A.P., van mening, dat het voorwerp', waarop de „Klipfontein" gestoten is ofwel de romp van het schip is, dat door de Duitse „Graf Spee" in de Straat van Madagascar in de grond werd geboord, ofwel het krijgsgevangenenschip, dat door een Duitse onderzeeër werd getor pedeerd. Een andere mogelijkheid is, dat het voorwerp de baggermolen was, die de vorige maand tussen Lourenco Mar ques en Beira bij zwaar weeh is gekap seisd. De baggermolen werd onlangs gezien, drijvende met de onderkant naar boven. Goede stemming Hoewel de meeste passagiers van de „Klipfontein" al hun bezittingen op het gezonken schip moesten achterlaten toonden zij Vrijdag aan boord van de „Bloemfontein Castle", dat zij de moed niet verloren hadden. Alle geredden wordt het zo prettig mogelijk gemaakt en de geredde bemanning geniet de zelfde behandeling als de geredde pas sagiers. Allen hebben reeds kleren en noodzakelijke toiletartikelen gekregen. De bemanning van de „Bloemfontein Castle" is bij de redding opgetreden alsof het hier dagelijks werk betrof. Zonder twijfel heeft het feit, dat de passagiers, gezamenlijk Nederlandse zeeliedjes zongen, toen zjj op het dek van de zinkende „Klipfontein" stonden, er veel toe bijgedragen om de orde en rust te bewaren. Vrijdag konden de ge redden zich maar nauwelijks meer voorstellen, dat zij een ramp hadden overleefd. Allen, passagiers en beman ningsleden, zfln vol lof over het optre den van de kapitein van de „Klipfon tein". Dat er geen doden te betreuren zijn schrijft men toe aan het gediscipli neerd optreden en de kalmte van de kapitein en zijn bemanning. Een erva ren zeeman, die in de oorlog tweemaal schipbreuk heeft geleden, noemde het vergaan van de „Klipfontein" zijn „meest comfortabele schipbreuk". De kapitein van de „Klipfontein" heeft Vrijdag de geredden toegesproken en verklaard, dat de maatschappij alles in het werk zal stellen om hen te helpen. Naar de directie van de Holland-Afri- ka-Lijn mededeelt staat thans vast dat de gehele bemanning van de „Klipfon tein" te Kaapstad aan boord zal gaan van de „Zuiderkruis" en daarmee 13 Februari in ons land (in Amsterdam) zal terugkeren. Advertentie voortplanting des Geloofs; het genoot schap der H. Kindsheid voor de kinde ren tot 14 jaar, en tenslotte Sint Petrus' Liefdewerk, dat in hoofdzaak gericht is op de opleiding van een inlandse pries terschap. De verplichtingen, die dit lid maatschap meebrengt, zijn heel een voudig: dagelijks een kort gebed tot genoemde intenties, en een zó kleine bijdrage, dat niemand hiervan bezwaar ondervindt. Nu is het een feit, dat nog veel te veel Katholieken geen lid zijn van een dezei genootschappen. En toch is dat de beste manier om met de Kerk samen te wer ken tot de verbreiding van het ware geloof, waartoe wij het voorrecht heb ben geroepen te zijn. Is het feest van Epiphanie geen uitermate geschikte ge legenheid om zich eens ernstig af te vra gen, hoe wij onze apostolaats- en missie plicht vervullen? Doen wij dat, en komen er werkelijk goede voornemens uit voort, dan is dat het bewijs, dat wij begrijpen, dat ons H. Geloof óók daden van ons vraagt en niet met woorden alléén tevreden kan zijn. Omdat Christus zelf het ook niet bij woorden gelaten heeft, maar zelfs Zijn leven heeft gege ven om de mensen te redden. Als wij Zijn werk moeten voortzetten en dat moeten wij dan is het wel niet vermetel te veronderstellen, dat er nog heel wat ontbreekt aan de trouwe navolging van ons goddelijk voorbeeld. Behalve de kostbare lading is ook voor een waarde van tienduizenden guldens aan persoonlijke bezittingen met de „Klipfontein" onder gègaan. Een meisje uit Amsterdam, dat op weg was naar Mombassa, waar zij in het huweiiik zou treden, verloor haar ge hele uitzet, evenals een meisje uit Zuid-Afrika, dat op weg was naar En geland. Enige emigranten, die op weg waren naar Kenia, verloren alles wat zij bij zich hadden en een boer uit Kenia, die naar Engeland terugkeerde, zag zijn waardevolle moderne land bouwwerktuigen met het schip in de golven verdwijnen. Ook enkele bejaar de echtpar op weg naar Engeland om daar hun laatste levensdagen te slij ten, verloren met één slag hun bezittin gen. Kapitein toonbeeld van moed Bij aankomst in Beira zei een 24-ja- rige Nieuw-Zeelandse, mej. Yurab, dat men geheel onverwacht een geschuur en vervolgens een stoot had gevoeld. Het schip voer nog een eindje door en toen stopten de machines. „Wij beseften niet, dat er iets ernstigs was gebeurd. Na ongeveer een uur kregen wij aan zegging paspoorten en geld te halen en ons op onze plaatsen bij de reddingsbo ten te melden. Wij dachten nog steeds niet aan gevaar en toen wij in de sloe pen moesten gaan, dachten sommigen nog aan een .oefening. Pas toen wij in de sloepen wegvoeren en naar de „Klip fontein" keken, zagen wij dat het schip overhelde. Plotseling verdween de neus in de golven en even later was het ge zonken. Steward Robert Kosteman zei, dat de kapitein een toonbeeld van bedaardheid en moed is geweest, die iedereen in zijn nabijheid bezielde. Vrijdagmiddag kwam op de Veursestraat- weg te Leidsendam een. personenauto, be stuurd door A. W. van der P. uit Heem stede en waarin ook de burgemeester van Alkemade had plaats genomen, in botsing met een personenauto, bestuurd door G. Th. I. uit Leiden, Op dit tweetal botste vervolgens ook nog de bestelauto van een limonaadefabriek uit Leidsendam. De laataste kwam er goed af, doch de bestuurders van de beide personenwagens alsmede de burgemeester van Alkemade werden met een zware hersenschudding, beenbreuken en in- en uitwendige verwon dingen naar het Academisch - Ziekenhuis in Leiden vervoerd. De drie auto's werden zwaar beschadigd en moesten worden weggesleept. Omtrent de oorzaak van het ongeval tast men nog in het duister. 56. Voordat Eric of Erwin een woord van uitleg kan geven, springt Bogul naar N voren. Hij voelt, dat dit zijn laatste kans is en in uiterste vertwijfeling grijpt hij die aan. „Een beer!" grauwt hij Eric in het gelaat. „Is dat het verhaal, dat ge verzonnen hebtZijt ge dan vergeten, hoe ge Allan neergestoken hebt als een hond, gij Noorse schurk! De wraak van mijn heer ontloopt ge niet!" Heer Robart kijkt besluiteloos van Bogul naar Eric, doch Bogul laat heer Robart geen gelegenheid om tussenbeiden te komen. „Ontken het eens!" daagt hij Eric uit. „Ontken, dat gij Allan met uw eigen bloed dorstige klauwen „Zwijg!" bijt Eric hem toe. Hij kan zijn verachting voor deze kerel niet langer bedwingen en ofschoon hij heer Robart in geen enkel opzicht vijandig wil bejegenen, wenst hij zich door deze woesteling niet te laten beledigen. „Verdwijn!" zegt Eric bevelend. „Of ik maak korte metten met u! Ik spreek tot de heer der Heruli niet tot zijn voetkussen!" Grootspraakschreeuwt Bogul weer. Heer Robart heft de hand op om iets te zeggen, doch de onderaanvoerèpr raast door: „Wat praten wij nog met deze moordenaar! Hier moet het zwaard spreken..." Voor Eric is de maat vol en met een snelle beweging grijpt hij naar zijn zwaard! Erwin doet een pas in de richting van heer Robart en het heeft er de schijn van, dat hij die geweldige vreemdelingdie zijn vader beledigt, naar de keel wil vliegen. Onwïllekewdg wijkt de heer der Heruli iets achteruit, doch zijn spieren spannen zich Bogul ziet^nu zijn kans schoon. „Kijk!" roept hij triomfantelijk. „Kijk!" Hij grijpt naar zijn zwaard. „Pas op heer! Zo heeft hij het ook met Allan gedaan! Tand om tand!" De bedrieglijke Heruli voelt dat hij de kans krijgt zich hieruit te redden. Nu moet het gebeuren Met een onverhoedse sprong tracht hij Erwin te bereiken. Doch de Noorman heeft hem geen seconde uit het oog verloren en hij handelt met de snelheid van het licht.. Zijn zwaard flitst uit de schede en met een snelle beweging van zijn voet doet hij Bogul struikelen, voordat de kerel Erwin heeft kunnen aanraken. En tegelijkertijd ziet Erwin vanuit zijn ooghoeken, dat de heer der Heruli zijn zwaard trekt en met een verbeten trek op het gelaat op hem toespringt Met het treffen van betere beveiliging in de strafgevangenis in Breda en elders, waar politieke gevangenen hun straf uitboeten, zijn tal van problemen gemoeid, die de meest elementaire kanten van het gevangeniswezen raken. Het gaat erom te zorgen, dat de bedragen nodig voor deze extra maatregelen uit de begroting worden geperst. De minister moet voorts met zijn ambtenaren zoeken naar 'n weg, waarlangs niet de eenmaal overwonnen onmenselijkheden uit vroeger tijd weer de gevangenissen binnensluipen. Dan zijn er nog tal van kwesties, waarvan bui tenstaanders geen idee hebben, maar die binnen de muren van een strafgevangenis met de huidige latente hoogspanningen zwaar wegen. Het leven in de gevan genissen voor politieke delinquenten slaat behalve op de gevangenen zelf, ook op hun bewaarders terug en op degenen, die in welke vorm ook aan hun geestelijk heil werken. Hieronder behoren op de eerste plaats de aalmoezeniers, wier taak bijzonder zwaar is geworden door hetgeen in de afgelopen weken is gebeurd. De resultaten van de zielzorg in de gevangenissen waren de laatste jaren zeer opmerkelijk. Het veranderen van de koers, zowel in het gratiebeleid van de minister van Justitie, zoals reeds in 1951 bleek, als door het gebeurde aan het eind van 1952, heeft echter duidelijk ge maakt hoe precair deze zielzorg is. Hoe minutieus de regering ook zal trachten, iedere onrechtvaardigheid bij de maatregelen tot groter veilig heid te voorkomen, bij de zwaarst gestraften kan het niet anders of dit alles wordt juist door hen die ach ter zijn gebleven en die het zo voe len, alsof zij moeten boeten voor de vluchtelingen een pijnlijke ge waarwording en vaak een psychisch drama. Het is bekend, dat er in de na-oorlogse jaren heel wat merkwaar dige bekeringen zijn geweest in de gevangenissen. Een zwaargestrafte is begrijpelijkerwijs soms het meest vatbaar voor de geestelijke zorg. Hij gaat in de loop der jaren heel veel in een ander licht zien. De aalmoe zeniers die dit regeneratieproces meemaken, kunnen daar de wonder lijkste dingen van vertellen. Wanneer echter het regime in de straf gevangenissen nu weer wordt ver zwaard, wordt daardoor het werk van de zielzorgers een psychisch en geeste lijk titanenwerk. De grens voor wat een mens kan dragen is door de psychische hoogspanningen van deze allerzwaarst gestraften in vele gevallen reeds bereikt. Van* geestelijk opnemingsvermogen is onder die omstandigheden vrijwel geen sprake meer. Voor de circa achthonderd politieke delinquenten, die thans nog in Nederlandse gevangenissen bewaakt Advertentie m Een luchtfoto van het op 10 Juni 1944 door de bezetters platgebrande Franse dorp Oradour sur Glane bij Limoges. 642 personen, onder wie 246 kinderen, werden op die dag om het leven gebracht door de terugtrekkende Duitse troe pen. De geteisterde plaats heeft men als een afschrikwekkend- monument intact gelaten. Een paar kilometer verder op is een nieuw dorp gebouwd. Maandag zullen 21 gewe zen SS-ers, voor het merendeel Elzasser soldaten en onderofficieren zich voor het militaire tribu naal moeten verantwoorden wegens hun deelnemen aan de afschuwelijke misdaad, gepleegd tegen de bewoners van het Franse dorpje Ora- dour-sur-Glane. Op 10 Juni 1944 heeft het pantserregi ment van de SS-divisie „Das Reich" de bewoners van dit dorp vermoord, have en goed geroofd en de huizen vervol gens in brand gestoken. Oradour-sur-Glane lag op 22 kilometer ten Noord-Wes ten van Limoges. Men vindt er nog slechts de verkoolde muurresten van wat eens een landelijk plaatsje is geweest. Even verder naar het Noor den ligt nu Oradour-le-Mar- tyre, Oradour de Martelaar, als herinnering en als belof te. Er wonen andere mensen, want de bewoners van het oude dorp zijn allen dood, op een tweetal na, die aan de moord ontsnapt zijn. Tegen twee uur die mid dag van de tiende Juni 1944 kwamen de Duitsers met pantserwagens en gecamou fleerde vrachtauto's het dorp binnenrijden. De mensen za ten nog aan tafel cf keken argeloos toe naar de weinig- geziene bedrijvigheid. Intus sen werd het dorp omsingeld. Een ogenblik later slofte de trommelslager van het dorp door de straatjes en maakte bekend, dat iedereen, zonder uitzondering, op het markt plein moest komen. Ze moes ten hun identiteitspapieren meebrengen. Teen kwamen de troepen in actie. Lang zaam en systematisch begon nen zij de ring om het dorp te vernauwen. Iedereen werd naar het marktplein gedre ven. De zieken moesten uit hun bed komen. Zeshonderd acht en veertig mensen ston den tenslotte bijeen, de bak ker nog met bloot-bezweet bovenlijf, de slager in zijn kiel. Rondom lagen soldaten met mitrailleurs gereed. Men beval de burgemeester dertig gijzelaars aan te wij zen. Hij weigerde met de me dedeling. dat hij slechts zich zelf en, zo nodig, zijn gezin aan kon wijzen. De Duitsers grijnsden. De mannen wer den van de vrouwen geschei den. De laatsten werden de kerk ingedreven. De mannen blijven achter. Men vertelt hun, dat in het dorp wapens verborgen zijn. Er komt geen antwoord. Er waren geen wa pens. De mpnnen worden in vier groepen verdeeld en in schuren samengedreven. Ze zullen ondervraagd worden. Aan de ingang hebben zich SS-ers opgesteld met mitrail leurs. Dan plotseling ergens in hqt dorp, hoort men een ontploffing. Op dat ogenblik richten de soldaten hun wa pens op de mannen en een salvo barst los. Het houdt aan tot de laatste gevallen is. Dan lopen de SS-ers tussen de lijken door op zoek naar overlevenden om deze het genadeschot te geven. De lijken worden met stro bedekt en in brand gesteken. Slechts vijf mannen weten, hoewel ze zwaar gewond zijn, aan deze hel te ontkomen. Zij zijn getuige geweest. Ook hier worden de lijken verbrand. Daarop stormen de troepen de huizen binnen en halen alles weg wat van hun gading is. Die avond is er feest in het kampement, nadat het hele dorp is plat gebrand. Wat was de reden? Waar schijnlijk is het wraak ge weest voor de moord op een commandant, die een vijftig tal kilometers verderop heeft In de kerk, waar de vrou wen en kinderen zijn opge sloten, is het niet veel anders. Een troepje jonge soldaten komt de kerk binnen en plaatst voor in het koor een kist. Een lont wordt uitgerold en aangestoken. Een ogenblik later klinkt een hevige ont ploffing, waardoor zich een verstikkende rook ontwik kelt. De vrouwen zoeken in paniek hun heil in de kapel letjes. Achter de vensters wacht de SS met de machine geweren in de aanslag. Dan breekt ook hier het salvo los. Hier weet slechts één persoon het misdrijf te ontsnappen. plaatsgevonden. Er waren geen wapens in Oradour-sur- Glane. Maandag staan enkele man nen voor de rechter. Er wer den zeshonderd twee en veer tig mensen vermoord, van wie 246 kinderen en 245 vrouwen. Een dorp werd ge plunderd en platgebrand. Ruim acht en een half jaar na deze slachting zal deze oorlogsmisdaad worden be recht. Onder de beschuldig den bevinden zich veertien Elzassers. Officieel zijn zij Fransen nu. Derhalve hebben zij hun misdrijf bedreven te gen hun eigen volk worden, waarvan er een 140-tal levens lang hebben, ontstaat aldus een ziel zorgprobleem, dat niet verwaarloosd mag worden in een christelijk land, vooral in een land dat de na-oorlogse chaotische toestanden heeft meegemaakt, waarin ten aanzien van deze gevangenen zoveel is gebeurd. Het is het probleem van het combi neren van een goede bewakingstechniek met de plichten van barmhartigheid. Het werk van de aalmoezeniers, dat thans zeer bemoeilijkt wordt, wordt, zoals mr. Lamers, de directeur-generaal voor het gevangeniswezen, ons zojuist meedeelde, bij de huidige maatregelen, die geen verscherping van het regime maar slechts grotere veiligheid tan doel heb ben, zoveel mogelijk beschermd. Op merkelijk is in dit verband dat nog on langs is besloten voor de Duitse politieke delinquenten twee Duitse zielzorgers bij het personeel van het Nederlandse ge vangeniswezen in te delen. Aan dit soort maatregelen zal ondanks alle be veiliging niets veranderen, evenmin als er bijvoorbeeld iets zal veranderen aan de frequentie van de bezoeken, die vol gens de moderne opvattingen van een menselijke behandeling van gestraften al jaren geleden is ingevoerd. Wel zal het bezoek uiteraard veel beter gecontro leerd worden en zal een gevangene niet meer de vrijheid hebben om met zijn bezoekers alles ongehoord te kunnen be spreken wat hij kwijt wil. S. D„ thans overleden, heeft een tes tament doen opmaken terwijl hij op dat ogenblik reeds onder curatele stond wegens verminderde verstandelijke ver mogens. Enige personen zijn daarna een proces begonnen tegen de erfgenamen, waarbij nietigverklaring van het testa ment werd gevraagd. De rechtbank te Leeuwarden heeft na deskundigenverhoor de vordering toegewezen. In hoger beroep oordeelde het gerechtshof te Leeuwarden, dat een tekort aan verstandelijke vermogens door de erflater aan een testament de rechtsgeldigheid slechts ontneemt indien en voor zover uit dit tekort moet wor den afgeleid, dat de erflater de inhoud van het testament of van een bepaalde daarin opgenomen beschikking niet werkelijk heeft gewild. Het testament werd alsnog geldig verklaard. In cassatie heeft de Hoge Raad nu overwogen, dat aan artikel 946 B. W. kennelijk deze gedachte ten grondslag ligt, dat aan de uiterste wil van iemand, die door een tekort aan verstandelijke vermogens tot een oordeel over de bij het maken van testamenten betrokken belangen niet in staat is, geen rechts gevolg behoort te worden verbonden. De bevoegdheid om bij uiterste wil te beschikken wordt niet afhankelijk ge steld van de inhoud van de te maken beschikking. Op deze grond is het arrest van het hof te Leeuwarden vernietigd en de zaak naar dat hof terugverwezen. (Van onze correspondent) Vijf Enschedeërs zijn gearresteerd in verband met smokkel van koffie en thee van ons land naar Duitsland. De goederen werden in de omgeving van Enschede over de grens gebracht. De gearresteerden zijn A. S. en H. O., die door de Duitse douane op heterdaad betrapt werden bij het smokkelen. Een daarna door de douane recherchedienst Enschede ingesteld onderzoek had de arrestatie van F. v. d. V., B. Z. en H. S. tengevolge. Zij bleken de organisatoren van de smokkelhandel te zijn. Vrij grote hoeveelheden bijzonderheden hier omtrent zijn nog niet bekend omdat het onderzoek nog niet beëindigd is brachten zij over de grens. De economische controledienst heeft een zakenman uit 's-Gravenhage gearresteerd. Hij wordt ervan verdacht onder een on juiste benaming walsroilen te hebben ge ëxporteerd. Door een onjuiste voorstelling van zaken te geven, was deze zakenman er in geslaagd de met het verlenen van uitvoervergunningen belaste instantie te misleiden om in het bezit te worden ge steld van de verlangde uitvoervergun ning. Ook is een ambtenaar van het mi nisterie van Economische Zaken aangehou den, op wie de verdenking rust hieraan zijn medewerking te hebben verleend. Bei den zijn op last van de Justitie in ver zekerde bewaring gesteld. Inmiddels be vindt de zakenman zich weer op vrije voe ten. De ambtenaar is nog in arrest. ZONDAG 11 Januari: H. Familie Jezus, Maria, Joseph, eigen Mis; 2 gebed v. d. Zondag onder het Octaaf v. Driekoningen; Driekoningen; 4 H. Hyginus; Credo, pre fatie, enz. v. Driekoningen; wit. MAAN DAG: onder het octaaf v. Driekoningen; Mis v. d, Zondag onder het octaaf; 2 Drie koningen; Credo, prefatie enz. v. Drieko ningen; wit. DINSDAG Octaafdag v. Drie koningen, Mis v. h. feest; Credo; prefatie enz. v. Driekoningen; wit. WOENSDAG: H. Hilarius, bisschop, belijder, kerkleraar; Mis in medio; 2 H. Felix; Credo; gewone pre fatie; wit. DONDERDAG: H. Paulus, eerste kluizenaar; eigen Mis, 2 H. Maurus; gewone prefatie; wit. VRIJDAG: H. Marcellinus I, Paus, martelaar; Mis Si diligis; 2 tot de H. Maagd; 3 voor Kerk of Paus; prefatie v. d Apostelen; rood. ZATERDAG: H. Antonius, abt; Mis Os justi v. d. Abten; Roermond: 2 H. Suppliciu&j; gewone prefatie; wit ZONDAG 18 Januari: 2de Zondag na Drie koningen; Mis v. d- dag; 2 S. Petrus-stoel; 3 H. Paulus; 4 H. Prisca; Credo; prefatie v. d. H. Drievuldigheid; laatste evangelie v. S. Petrusstoel; groen. Advertentie (Vervolg van pag. 1) Nemen we de bekende ruwe schatting van 1/3 katholiek, dan betekent dit dat rond 100.000 katholieken hierbij zijn be trokken. (Men blijve zich herinneren, dat we het hier over de organisatie van de katholieken hebben. De middengroe penkwestie is overigens zeker geen ka tholiek „zaakje".) aar het oordeel van deskundigen, die wij hiernaar hebben gevraagd, is van deze groep van 100.000 ma ximaal 25% georganiseerd op een wijze, waardoor zij rechtstreeks in de Stich ting van de Arbeid, in de Sociaal Eco nomische Raad, in het Overleg met de Departementen is betrokken bij het be raad inzake de lonen. De overige 75% moet het dus hebben van het Georgani seerd Overleg, van rechtstreekse beïn vloeding in de politieke sector of het eigen groepsoverleg met de bevoegde instanties. Op deze wijze loopt men het gevaar, te veel het groepsbelang te zien en mist men de visie op de plaats van de groep in het geheel. Overigens is dit slechts één kant van de zaak. Een tweede, even belangrijke, kant is: dat ook de eerste aanloop om stands- organisatorisch op die 75% in te wer ken, of wil men het positiever gesteld, om deze 75% in de constructieve arbeid van onze standsorganisaties in te scha kelen, wordt gemist. Een standsorgani satie, die niet over sterke materiële bin dingsmiddelen met de leden beschikt, mist stootkracht. De wisselwerking is zo duidelijk, dat wie haar ontkent, zich buiten de werkelijkheid plaatst. En dan speelt vrijwel onmiddellijk de kwestie van het standsbegrip. Wij blij ven ontkennen, dat die 75% psychisch er toe gebracht kan worden, zich ook standsorganisatorisch tot de K.A.B. te bekennen. En nu gaan we niet bakke leien over grensgevallen, maar we wil len wel een keer een definitie hebben, een omschrijving van wat nu eigenlijk een stand is en een standsorganisatie. We weten, dat we hiermede zijn be land op 'n terrein, op hetwelk de groot ste vergissingen worden begaan. We weten, dat talrijke valse standsbegrip pen in omloop zijn. Maar wij voor ons wensen te blijven uitgaan van de defi nitie. die Henri Hermans indertijd gaf: „Onder culturele rangstand is te ver staan die natuurlijk gegroeide maat schappelijke mensengroep, die ongeveer een gelijke maatschappelijke functie bekleedt, een ongeveer gelijke inner lijke beschaving heeft, ongeveer gelijke levensgewoonten bezit, in ongeveer ge lijke kring gaat huwen, enz,"'Men ziet, hier is de maatschappelijke functie een mede bepalende factor. Hier wordt niet over de hoogte van het inkomen gesproken. Deze hele definitie duidt op een psychische gesteldheid, die het ty pische kenmerk is van een bepaalde maatschappelijke groep. Daaruit vloeien bepaalde standseigen belangen en eisen voort, zowel in cultureel als in mate rieel opzicht. En wanneer dan de heer Spit stelt, dat hij een groep zo omvang rijk als de hier besorokene, als enige weg om hun materiële belangen te be hartigen, de K.A.B. aanwijst, dan zeg gen wij: mijnheer Spit, u maakt 'n psy chologische vergissing. U kunt dit voor u zelf misschien als ideaal stellen, het is geen ideaal, het is een utopie. Een ideaal is bereikbaar, een utopie niet. Wees dan voldoende realiteitsmens en laat deze groep zich organiseren zoals dat in de natuur van deze groep beslo ten ligt. Dit sluit helemaal niet uit, dat in de top een sterke binding met de K.A.B. kan ontstaan. Ook wij hebben van het begin af aan gesteld, dat we dit noodzakelijk achten. Laten we dit ge sprek maar rustig verder voeren en laat zich aan de stem van vakbondsleiders paren de stem van vakbondsleden. Zulk een gesprek kan alleen maar bijdragen tot een nader brengen van de noodzake lijke oplossing.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 5