Prijzen der grondstoffen vormen een internationaal kernprobleem Zal Amerika zich voor de derde maal vergissen IA ctifral-10 Verdediging van Nederland in Europees kader „Actifral-10 Van de „lichte kost" op Schiphol naar Curasao Van Mustot Nachtegaal AKKERTJES Rijn-1Jssellmie daarom niet definitief een hoofdverdedigingslinie Een miniatuur-conservatorium in Oosterhout ONBEPERKTE INVOER VAN ZWITSERSE HORLOGES ZATERDAG 10 JANUARI 1953 PAGINA 7 v IIÉÉ1111S Ji T; ix\ Herbewapening doet nieuwe stijging verwachten Financieel weekoverzicht hangerig, koorts* Piet Verhoog 60 jaar De Nederlandse Conrad Tien kustwacht vaar tuigen voor Brazilië Eerste Kamerleden over „Oorlog" Nieuwe Kardinalen groeten hun gelovigen Via Radio Vaticana Extra groenten- en fruit- treinen naar Duitsland Candidaten Partijbestuur K.V.P. In en om de lucht wordt niet op afstanden gekeken 5? Opheffing weelde belasting Staatssecretaris Van Rhijn gehuldigd Minister Suurhoff uit grote waardering Reis naar Djakarta: „Van Oldenbarnevelt" vervangt „Willem Ruys" Emigranten thans per „Fair Sea" „Joh. van Oldenbarnevelt" vertrekt 29 Januari ff De recente ineenstorting van de prijzen der toonaangevende grond stoffen tot het vóór-Koreaanse peil van Juni 1950 ligt geheel in de lijn van president Truman, die deze wens op 19 December 1950 heeft uitgesproken, nadat de noteringen op Amerikaanse en andere wereld markten als evenzovele pijlen omhoog waren geschoten. Het is dus meer dan twee jaar geleden, dat de gedachte van deze afbraak van de door de Amerikanen zelf snel opgebouwde prijzen-pyramide bij het binnenkort aftredende hoofd van Staat der V.S. postvatte; maar ook thans behoudt men de indruk, dat de politiek van het Witte Huis gericht zal blijven op het bestrijden van een prijsherstel op de goederenmarkten, die tot het verzadigen van de defensiebehoeften van Washington moeten bijdragen. Met hun grondstoffenpolitiek hebben de Amerikanen reeds tweemaal misge tast; de eerste keer in het tweede half jaar van 1950 door met roekeloze aan kopen tegen elke prijs een wilde stij- ëmg te veroorzaken, de tweede keer door. zij het dan ook in driemaal lan gere tijd, het lijnrecht tegenovergestelde resultaat te bereiken en weer op het Uitgangspunt terug te komen. Het een en ander heeft op de financiële en eco nomische toestand van Zuid-Oost-Azië en Europa uiteraard een schokkende invloed uitgeoefend. De vraag is of Amerika thans op het punt staat zich voor de derde maal te vergissen met het vooropgezette idee dat het huidige prijsniveau der grond stoffen behouden kan blijven, zelfs nneer men rekent met de noodzaak v oor Amerika en de West-Europese mogendheden om de oorlogsvoorraden aan te vullen en dit is normaliter zonder prijsstijgingen niet denkbaar. De finan ciering van de herbewapeningsprogram ma's legt trouwens op zichzelf reeds de grondslag voor een stijging van de kost prijs zowel van grondstoffen als van afgewerkte producten. De wéns van het behoud van het Prijspeil van Juni 1950 zal dan ook in de practijk moeilijk te verwezenlijken zijn. Het is een van de vele leuzen, die tot een algemene malaise kunnen leiden, Wanneer van hogerhand wordt getracht ze kunstmatig te verwezenlijken. Allereerst dient men voor ogen te houden, dat de overzeese landen die de voornaamste grondstoffen produ ceren belangrijke afnemers zijn van de Westerse industrie, tenminste zo lang zij behoorlijke prijzen kunnen maken voor hun producten. Omge keerd krimpen hun bestellingen in naarmate de opbrengst hunner pro ducten afneemt. Deze inkrimping is reeds in sterke en toenemende mate merkbaar en zij gaat gepaard met een verslechtering van het financieel en economisch evenwicht in Zuid-Oost- Azië, wat sociaal en politiek ernstige gevolgen kan hebben. Nu Amerika verklaart de dollarhulp aan Europa te willen vervangen door het doen opleven van de internationale handel en het laten verdienen van dol lars, zal het bovenal af moeten zien van het prijsniveau van Juni 1950 voor de Erondstoffen. Ten gunste van de landen die grondstoffen produceren behoren aantrekkelijke verkoopmogelijkheden te worden toegelaten. Dan zullen de West-Europese landen op hun beurt uit de huidige economische impasse kunnen geraken, dank zij een opleving van hun handelsbetrekkingen met deze produ centen-landen. Hier legt men de vinger op de Wonde plek der tegenstrijdige be langen van Amerika en West-Europa die nochtans voor de gemeenschap pelijke verdediging beide aanspraak moeten kunnen maken op het veilig stellen van een menswaardige levens standaard voor hun volkeren. Van Amerika zal als importland van stra tegische grondstoffen een offer worden verwacht in dezelfde mate waarin de exportlanden op een herstel van de prijzen op de wereldmarkten moeten kunnen rekenen. Vergeleken bij deze kwestie zinkt Voor generaal Eisenhower en het Ame rikaanse Congress de eveneens pijnlijke aandrang op een algemene en aanzien lijke verlaging der Amerikaanse douane- vechten in het niet. Ook al mogen tot nu toe de West- Europese landen mede profiteren van de lage prijzen waarvoor zij de voor naamste grondstoffen kunnen kopen, op dén duur zouden zij om hun export belangen te kunnen verdedigen zeer langlopende credieten moeten verstrek ken aan de Zuid-Oost-Aziatische afne- hiers van Europese industriële produc ten, indien dezen voort zouden gaan niet genoeg meer te verdienen met de ver koop van hun eigen voortbrengselen. Noch de internationale spanningen noch de financiële positie van West- Europa lenen zich tot het verstrekken v.an dergelijke faciliteiten. De oplos sing ligt dan ook in een gewijzigde houding van de zijde van Amerika, dat niet meer met twee maten zal moeten meten. Het heeft dit gedaan met aan te dringen bij Europa op het bevorderen van vrijhandel, terwijl het niet schroomde, zelf hoge douane- muren op te bouwen. Het heeft dit ook gedaan met de prijzen van producten, die het zelf niet bezit kunstmatig te drukken, terwijl het Prijsniveau van de goederen, die het land wel voortbrengt, hardnekkig V'erd verdedigd, o.a. ten aanzien van tarwe, ofschoon dit toch het dagelijks Een van de be drijven, die het meest direct be- trokken zijn bij de op- en neergaande grondstof fenprij- zen, vormen wel de Hoogovens in Umuiden. Dage lijks komen hier de schepen met ruwe, erts aan, waarna giganti sche retorten het ijzer losgloeien uit de harde steen en waar het ruwe ijzer op zijn beurt weer omgevormd wordt tot harde staalsoorten, die voor de defensie inspanning van het grootste be lang zijn. brood van de Euro peanen duurder maakt. De nieuwe Ame rikaanse regering zou in haar taak te kort schieten indien zij haar economisch beleid in het bui tenland niet wilde herzien. Zij kan zich niet keren tegen economisch dirigisme in Europa indien zij zelf weigert de ontwikkeling van het prijsniveau der grondstoffen voortaan te onderwerpen aan het na tuurlijk spel van vraag en aanbod en beschermende douanemaatregelen in eigen land opnieuw hoogtij laat vieren. Men spreekt maar al te licht van overproductie, waar men eerder met onderconsumptie te maken heeft; doel bewuste onderconsumptie in het voor uitzicht van beschikbare overschotten, die men dan nadat zij een prijsdrukken- de invloed hebben uitgeoefend mondjes maat opkoopt, kan op de duur leiden tot onderproductie. Wanneer deze tac tiek wordt toegepast door regerings instanties van grote mogendheden, die zo niet een quasi-monopolistische positie zijn gaan innemen, dan toch een beslis sende invloed kunnen uitoefenen op de prijsvorming van strategische produc ten, behoren zij van deze machtspositie geen misbruik te maken ten nadele van uitgebreide bevolkingsgroepen. Indien men voortdurend op de wenselijkheid van een terugkeer tot vrije markten hamert, dan moet men bij de aankopen voor het vormen van strategische voorraden niet van het ene uiterste in het andere vervallen met eerst de prijzen tot astronomische hoog ten op te drijven door het toepassen van de neo-liberalistische methode van het „laisser faire" en daarna, om deze fout te herstellen, afdalen tot een ultra- dirigistisch systeem van prijsstop. Het zou een simplistische gedachte zijn, dat de oplossing kan liggen in het bewandelen van de gulden middenweg en dat prijzen, zo ongeveer tussen het hoogste en het laagste punt, dat sinds Juni 1950 bereikt is, aanbevelenswaar- Advertentie Druk de infectie grondig de kop in Neem één of twee AKKERTJES',kruiponderdewol, en in korte tijd bent U weeropgeknapt.f helpen direct f Advertentie De Nederlandse schrijver van het boek van de zee Piet Verhoog, gezag- vorder van het vlaggeschip van de Hol- land-Amerika Lijn, de „Nieuw-Amster- dam", wordt morgen zestig jaar. Ver hoog is in Amsterdam geboren, waar hij ook de Kweekschool voor de Zeevaart heeft bezocht en hij begon zijn zeemans loopbaan in 1910 als stuurmansleerling op het eerste schip van crezelfde naam als waarop hij thans als commodore het bevel voert. Verhoog heeft twee liefdes gekend: de zee en het schrijven. Hij debuteerde met „Op bruisende golven'', dat menig jong hart naar de zee heeft getrokken. Later volgden o.m „Onder de tropen zon" en „Avonturen op Zee" de toneel stukken zijn „Zijn laatste reis" en „Olie", terwijl nij als kenner van de Spaanse literatuur „Platero en ik" heeft vertaald van Juan Ramón Jiménez. De Nederlandse Conrad viert zijn ver jaardag op zee, aan boord van de „Nieuw-Amsterdam", die op dit ogen blik een plezierreis maakt tussen New York en de West-Incrische eilanden. Brazilië heeft, naar wij vernemen, onlangs bij de Nederlandse Scheeps- exportcentrale een order geplaatst voor tien kustwachtvaartuigen. De bouw er van zal over verscheidene Nederlandse werven worden verdeeld. Advertentie (Eigen telegram) Alle nieuwe Kardinalen, Jie tijdens het openbaar Consistorie op 15 Januari de rode kardinaalshoed ontvangen, zul len die dag via Radio Vatieana een groet richten tot hun gelovigen (Van onze correspondent) Van 17 Mei tot 30 September zullen extra treinen gaan rijden voor het ver voer van groenten en fruit uit de om geving van Delft naar Frankfurt am Main. Dit zal het vervoer twaalf tot vier en twintig uur bespoedigen en tevens tot gevolg hebben dat de Nederlandse groenten van de centrale groentenmarkt te Frankfurt sneller, de Zuid-Duitse en Italiaanse markten bereiken. Dit besluit werd genomen door de Nederlandse en Duitse spoorwegautoriteiten die over dit onderwerp te Gronau in Westfalen besprekingen voerden. Medegedeeld werd tevens dat ongeveer zeventig pro cent van de Nederlandse groentenexport per trein geschiedt. Van deze hoeveel heid wordt vijftig pet. via VenloKal- denkirchen vervoerd, 34 pet. via Olden- zaalBentheim en de rest via andere grensovergangen. dig zouden zijn. Maar men kan niet ge noeg wijzen op het feit, dat de drang tot kunstmatig behoud van het huidig prijsniveau van de grondstoffen zowel voor de productiegebieden als voor het naar deze landen exporterende West-Europa schadelijk zou zijn Monetair- en betalingsbalanseven- wicht is voorwaarde, om de gewenste internationale muntinwisselbaarheid een vrijere en ruimere wereldhandel te kunnen verwezenlijken. Voor de verdediging van ons land kan de verdediging van een Rjjn-IJssellinie slechts betrekkelijk zijn, aldus merken vele Kamerleden in het voorlopig ver slag over de begroting van Oorlog, op, omdat de verdediging van het Neder lands territoir in Noord-Atlantisch, en met name Europees kader behoort te geschieden, in welk kader de deelne ming van de West-Duitse Bondsrepu bliek van cardinaal belang is. Reeds om deze reden kon, naar hun gevoelen, een Rijn-IJssellinie niet definitief als hoofdverdedigingslinie worden aanvaard en moet een verdediging in eerste aan leg meer Oostelijk worden gevoerd. Sommige leden vragen zich af of het vaste bedrag van f 1500 millioen 's jaars gedurende een periode van vier jaar wel genoeg is om ten volle te voldoen aan de verplichtingen Nederland in het kader van de NATO opgelegd. Veel leden verklaren grote waarde ring te hebben voor het bezoek, dat de staatssecretaris van Oorlog aan het Ne^ aerlands detachement van de V. N. in Korea heeft gebracht. Met bewonder/ag en dankbaarheid getuigen die leden voorts van de volharding, de moed en de bekwaamheid van dat detachement. Naast het verplaatsbare veldleger zul len, aldus enige leden, goede territo riale en dus in de regel in het land blijvende troepen nodig zijn voor het in toom houden van die delen der be volking, welke, evenals andere delen der bevolking in Mei 1940, gereed zullen staan om hand- en spandiensten aan de vijand te verlenen, nodig ook voor de bescherming van vitale objecten tegen luchtlandingstroepen en parachutisten. Dit laatste maakt, dat die territoriale troepen van prima moreel en uitstekend bewapend moeten zijn. Gevraagd werd, hoe de situatie ter zake thans is. Zijn de troepen er en zijn ze goed geoefend? Zijn ze voldoende bewapend? Beschik ken ze over voldoende luchtafweerge schut? Vooral in dit laatste opzicht be staat er enige bezorgdheid. Verscheidene leden zijn er ongerust over, dat het aanbod van eerste-rangs krachten om voor opleiding tot beroeps officier in aanmerking te komen, be trekkelijk gering is. Het ware zeer te betreuren, indien alle offers van ma teriële en persoonlijke aard, welke worden gevraagd, ten slotte toch te weinig rendement zouden opleveren, doordat het officierscorps te zwak blijft, wat getal en bekwaamheid betreft. Tenslotte wordt critiek geuit op de opleiding van dienstplichtigen. Het schijnt, dat na de eerste zes maanden dienstplicht de verveling bij de dienst plichtigen intreedt. Zij worden dan op minder intensieve wijze „bezig gehou den." Er is daarbij weinig sprake van een verdere ernstige en effectieve op leiding. Ook is er critiek op de ongewenste „Feldwehel"-mentalitei>; waarbij disci pline en „automatische vaardigheid" op de spits gedreven worden. In de ook door ons vermelde lijst van dubbeltallen voor de verkiezing van partij bestuursleden op de a.s. partij raadsvergadering van de Kath. Volks partij is een wijziging gekomen. Het dubbeltal: Mej. v. Lanschot—mej. De Waal moet worden gelezen: Mej. mr. W. v. Lanschotmej. A. Nolte. Voorts is aan de lijst toegevoegd het dubbeltal mr. dr. L. de Goudr. A. Knaapen. (Van onze speciale verslaggever) Het moge de lezer bekend zijn, dat er in en met betrek king tot de lucht nauwe lijks op afstanden gekeken wordt. En, om meer in het concrete te treden, dat een van de functiona rissen van de KLM zich er niet over moet verba zen, wanneer hij van een alleszins Hollandse wacht kamer van Schiphol plot seling op Curacao terecht komt. Dit „lot" treft de heer H. van de Riet, de gérant van het restaurant der I.C.A.-hal, aan wie iedere luchtreiziger op de lange oftewel in vak termen intercontinentale afstanden zich vóór het moment van vertrek toevertrouwt. Deze be stierder van de dingen rond het natje en droogje van de passagiers die on der leiding van tien KLM-ers een respectabel aantal kilometers gaan verslinden, wordt de nieuwe leider van het restaurant onzer nationale luchtvaartmaatschappij op het vliegveld van Hato. Hij zal derhalve na drie jaar vertoeven tussen biefstukken, slaatjes en wat dies meer zij ver trekken naar een domein van zaken, die hij niet of nauwelijks kent. Want gérant Van de Riet is nog nooit op Cu rasao geweest. En er is maar één ding, dat hem voor ogen staat: het zal er anders zijn. Dit is dan ook de opzet van zijn vertrek. „Ik kom voor nieuwe problemen te staan, er is ander perso neel, ander eten en ik krijg gelegenheid om te studeren". Na de ongetwijfeld ruime ervaring, die hij in de wachtkamer van de I.C.A.-hal heeft opgedaan, lokt het avontuur in den vreemde, dat het werk in Hato toch min of meer zal zijn, chef Van de Riet bijzonder aan. Hij heeft in de afgelopen drie jaar ongeveer 135 duizend mensen zien eten. Hij heeft hun klachten en complimenten aanhoord en is bij wijze van spre ken zó in het gemoed van de adspirant-luchtreiziger thuisgeraakt, dat hij vaak aan de neus van de bin nenkomenden ziet, wat ze gaan eten of drinken. „Er zijn lastige en gemak kelijke klanten. Je moet ze nemen, zoals ze zijn en ik denk er steeds aan, dat reizigers vlak voor hun vertrek in hun zenuwen vreemde dingen doen", zegt de heer Van de Riet ietwat berustend In het kader van bor venstaande geeft de heer Van de Riet een knappe schets van de passagier, die op het punt staat zijn eerste vliegtocht te gaan maken. „Ik herken ze, wanneer ze de deurknop aanraken. Ze houden hun koffertjes en andere ba gage op een speciale ma nier vast. Met hun jas aan en hoed op lopen ze de kapstokken voorbij en dan staan ze als een kat in een vreemd pakhuis midden in de wachtka mer. Wij schieten dan te hulp, maar het eerste, wat ze doen, is ons alle paperassen en formulie ren, die ze bij zich heb ben, overhandigen". De ober of de gérant heeft in dergelijke situa ties een belangrijke taak. Hij ontdoet zijn klant van jas en hoed en stelt hem binnen zo kort mogelijke tijd op zijn gemak met een etentje of de borrel, die vlak voor het vertrek in zo hoog aanzien staat. Zo is het op Schiphol en zo zal het ook in Hato zijn. En met deze zeer bruikbare wetenschap vertrekt de heer Van de Riet 20 Januari a.s., dan zélf als passagier, naar de West.... Nu en dan stelt gérant Van de Riet zich van de gang van zaken in de keuken op de hoogte. Maar op het werk van (v.l.n.r.) chef-kok J. de Boer en de koks A. Janssen en A. van Gastel valt zelden of nooit wat aan te merken..,. (Van onze speciale verslaggever) In 1939 richtte rector P. Fick, leerling van de gerenommeerde zangeres en paedagoge' mevr. NoordcrwierReddin- gius, in Oosterhout een jongenskoortje op. Zulks vormde een onderdeel van zfjn activiteit, die er op was gericht, de zangkunst in het bisdom Breda te bevorderen. Hij ging met die uiteraard ongeschoolde knapen, die hij niet alleen uit Oosterhout, maar ook uit de omlig gende dorpen als Dongen en Raams- donksveer recruteerde, zeer eenvoudige liedjes zingen. Dat stelde hem niet alleen voor zangkunstige, maar meer nog misschien voor problemen van pae- dagogische aard. Allengs echter, zo vertelt rector Fick, kregen zjjn pupil len oprecht plezier in zingen en „het begon te groeien". Die groei nam zelfs een onvoorziene omvang aan. En nu, na dertien jaar, is de situatie zo, dat Oosterhout een zangschool bezit, die de allure heeft van een miniatuur-conser vatorium. Gemiddeld tweehonderd leer- lingetjes worden er onderwezen niet alleen in de nobele zangkunst, maar ook in solfège en in de beginselen van de muziek-theorle. Rector Fick wordt daarbij geassisteerd door twee leraren en door een pianist-voor-de-begeleidin- gen. En „De Oosterhoutse Nachtegalen" hebben inmmiddels een faam verworven, die, merkwaardigerwijze, vooral tot in het buitenland is doorgedrongen. Dit alles is dan het vérstrekkende ge volg van een simpel initiatief. De zangschool van rector Fick ligt geheel in overeenstemming met haar doelstelling, aan een zeer poëtisch dorpspleinije, dat in Oosterhout de Heuvel wordt genoemd. Het gonst er elke namiddag en avond van een woeli ge bedrijvigheid. Want er is welhaast geen knaap in Oosterhout, die nooit iets met de zangschool van rector Fick van deen heeft gehad. De inschrijving op de lessen kent n.l., afgezien van een zeer minieme contributie, geen enkele be perking. Elk jochie dat de leeftijd van zeven jaar heeft bereikt, kan zich aan melden bij de „mussen", waar het op zijn eventueel zangkunstige aanleg wordt getest. Doorstaat het de proef, dan wordt het bevorderd tot de „me zen", een afdeling van jongelui aie tot de „mogelijken" behoren. Zij kunnen hun begaafdheid bevestigen bij de „vin ken", die als deze beeldspraak hier geoorloofd is de maarschalksstaf in hun ransel dragen. En tenslotte worden zij dan opgenomen bij de „Nachtega len", hetgeen voor hen de schone vol einding van een dikwijls moeizaam stre ven naar een geschoolde zangkunst be tekent. „Nachtegalen" telt de school ge middeld 70 a 80. Zij nemen allen aan De „Oosterhoutse Nachtegalen", zoals zij, in hun keurig uniform gestoken, op con certen hun hoogste en vooral hun schoonste lied zingen. de repetities (tweemaal per week) deel. Maar wanneer er een concert moet wor den gegeven, dan wordt ook onder hen nog een selectie toegepast. Het naar buiten tredende koortje telt niet meer dan 40 a 50 jongelui. Zij vormen een keurtroepje van geschoolde zangertjes, die in staat zijn twee volledige con certen van elk twee uur te verzorgen. Zij zingen heel het repertoire dat zowel de Polyphonie als een „Klompen- dans-in-Volendammer-costuum" omvat uit het hoofd. Wij hebben laatst op een repetitie mogen ervaren dat hun dirigent, rector Fick, het zeer serieus neemt met de zangkunst. Hij doet be paald geen enkele concessie aan de (be grijpelijke) gemakzucht van zijn pupil len. Elke onachtzame inzet of tocnvor- ming corrigeert hij onmiddellijk. En wij hebben mogen constateren hoe onder zijn zeer suggestieve leiding een wals van Strauss de jongelui inspireerde tot een staal van geraffineerde zangkunst, die eigenlijk nauwelijks meer des Nachte- gaals genoemd kon worden. Maar de (bedrieglijke) eenvoud van een stukje van dés Prés bleken zij evengoed aan te kunnen. Hun concertpraktijk oefenen de „Oosterhoutse Nachtegalen" wij wezen er in de aanvang van dit artikel al terloops op voor een overwegend deel uit in het buitenland. Zij hebben een tournée in Beieren achter de rug. zij zongen in Zwitserland en voor radio Brussel en zij concerteerden in Frankrijk. Maar tot nu toe mochten, behalve in Oosterhout, in Nederland alléén Kaatsheuvel en Roosendaal een openbaar optreden van de „Nachtega len" meemaken. En het koor ontvangt wel Belgische en Duitse subsidie, maar nauwelijks of niet Nederlandse. Welke de oorzaken zijn van deze ietwat zon derlinge gangen van zaken, wij ver mogen het niet te doorgronden. Maar wij willen het onderzoek daarnaar gaarne aanbevelen in de belangstelling van degenen, die in dezen meer be voegdheid hebben dan wij. Rector Fick heeft de niet geringe on kosten, uiteraard voortvloeiende uit de instandhouding van zijn zangschool, tot nu toe, behalve uit de uitheemse sub sidies en de opbrengst van de concert- tournée's uit eigen middelen bestreden. Ilij deed dat waarachtig niet alleen om zijn liefde voor de schone zangkunst te kunnen belijden, maar meer nog uit idealisme. Want hij gelóóft in de op voedende kracht van de muziek en hij is er van overtuigd dat zij een uitstekend middel is waar het gaat om de karakter vorming van zijn pupillen. Op dit mo ment wordt het voortbestaan van zijn levenswerk vanwege allerlei omstandig heden ernstig bedreigd. Maar zo zegt hij: „Ik blijf vol houden". Want hij heeft ook de hardnekkigheid-in-het-goede van de werkelijke idealist. Hij verdient des wege de steun van anderen bij zijn nobel streven. Op 16 Dec. IJL. werd te Zurich de Ne- derlandsche Kamer van Koophandel op gericht, welke is voortgekomen uit de samensmelting van de vroegere afzon derlijke Nederlandsche Kamers van Koophandel te Zurich en Genève. Ook de nieuwe organisatie zal over een kan toor in Genève beschikken. Als ere voorzitter is benoemd Z. E. Baron Ben- tinck, Nederlands Gezant te Bern. Di recteuren van de kantoren te Zurich en Genève zijn respectievlijk de heren Mr. C. Vernholt en Mr. P. A. A. Damia- ny. Een der leden van het bestuur is de heer G. Ketterer, vice-president van de Federation Horlogère Suisse. In een onderhoud met Mr. Damiany, directeur van het kantoor te Genève, sprak deze ons zijn vertrouwen uit, dat de Nederlandsche Kamer van Koophan del voor Zwitserland in haar huidige vorm aan de Nederlands-Zwitserse han delsbetrekkingen ten goede zal komen. Een verheugend feit, aldus de heer Da miany, is ongetwijfeld, dat het contin gent ten aanzien van de invoer van Zwitserse horloges, vastgesteld ingevol ge de liberalisatie van de Nederlandse handel tot 75 pet., door het Ministerie 1 Januari was het 25 jaar geleden, dat de staatssecretaris van Sociale Zaken, mr. dr. A. A. van Rhijn, in overheids dienst trad. Dit feit is Vrijdag tijdens een intieme plechtigheid in het ministerie van So ciale Zaken en Volksgezondheid her dacht. In aanwezigheid van de hoofden en plaatsvervangende hoofden der af delingen en van de voorzitter van het College van Rijksbemiddelaars en de directeur-generaal van de Arbeid is de jubilerende staatssecretaris toegespro ken door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. Deze heeft in vo gelvlucht gereleveerd hoe de staatsse cretaris zijn land in de afgelopen 25 jaar heeft gediend als hoofdambtenaar, secretaris-generaal van enkele departe menten, minister, voorzitter van de Buitengewone Algemene Rekenkamer en thans als staatssecretaris, terwijl hij daarnaast nog een ruime activiteit in het maatschappelijk leven en als publicist kon ontplooien. Minister Suurhoff sprak als zijn over tuiging uit, dat deze omvangrijke werk zaamheid slechts mogelijk was geweest door de grote sociale bewogenheid van de jubilaris, geworteld in een diepe christelijke levensovertuiging. Nadat ook de staatssecretaris van Volksgezondheid, dr. P. Muntendam, en de heer A. N. van Mill, directeur-gene raal van het Rijksarbeidsbureau, na mens de afdelingschefs het woord had den gevoerd, sprak de heer Van Rhijn een dankwoord, waarin hij zijn loop baan, ook voordat hij in overheids dienst trad, de revue liet passeren. Bij zondere erkentelijkheid betuigde de staatssecretaris voor de waarderende ministeriële woorden. Spreker deed aan het slot van zijn rede een beroep op de afdelingschefs om het tempo van de sociale ontwikkeling bij te houden, op dat de volgende generatie niet verwij' tend op de huidige zou neerzien. van Economische Zaken zeer kort ge leden werd opgeheven. Een ander voor de Zwitsers hoopvol feit ligt opgesloten in het door de Ne derlandsche Kamer van Koophandel van Zwitserland aan de Nederlandse instan ties aangeboden verzoekschrift, waarbij aangedrongen wordt op een verlaging van f 30 op f 15 van de weeldebelasting op Zwitserse stalen horloges, waarvan de inkoopprijs f 50 overschrijdt. Indien dit verzoek wordt ingewilligd voor lopige besprekingen met het ministerie van Financiën wijzen in die richting dan zal dit, aldus de heer Damiany, niet alleen bijdragen tot een aanmerkelijke verbetering in de Nederlands-Zwitserse handelsbetrekkingen, doch tevens de gelegenheid bieden tot een welkome be sparing op de aankoop van deze horlo ges door het Nederlandse publiek. Het directoraat-generaal van de Scheepvaart van het ministerie van Verkeer en Waterstaat te 's-Graven- hage heeft medegedeeld, dat n. a. v. de aanvaring van het m.s. „Oranje" met het m.s. „Willem Ruys", ter voorzie ning in het passagiersvervoer tussen Ne derland en Indonesië het m.s. „Johan van Oldenbarnevelt" ter beschikking is gesteld voor een reis naar Djakarta in plaats van het m.s. „Willem Ruys". De emigrantenreis van het m.s. „Jo han van Oldenbarnevelt" 29 Januari naar Australië komt hierdoor te ver vallen. De emigranten, die voor dit schip hebben geboekt, zullen met voorrang in de gelegenheid worden gesteld de voor genomen reis te maken met het door de Nederlandse regering gecharterde m.s. „Fairsea" dat, onvoorziene omstandig heden voorbehouden, tussen 10 en 14 Februari van Amsterdam naar Australië zal vertrekken. Het m.s. „Fairsea" biedt aanzienlijk meer plaatsruimte dan het m.s. „Johan van Oldenbarnevelt". De boeking van passagiers, die reeds van plan waren per „Fairsea" te reizen, gaat dus normaal door. De „WiUem Ruys" zal alvorens zijn reis naar Rotterdam vport te zetten enige da gen in Port Said blijven voor tijdelijke herstellingswerkzaamheden, zo hebben de havenautoriteiten aldaar bekend gemaakt. De reparatie zal, aldus meldt A. P., mo gelijk zes dagen vorderen. De schade is ernstigerdan men gedacht had. Een deel van de lading is door het zeewater be schadigd. Twintig passagiers zullen de reis naar Nederland per vliegtuig voortzetten. Ande ren reizen met het Britse schip „Orcades" en met het Nederlandse schip „Lang- koeas" van de Rotterdamse Lloyd verder. De „Langkoeas" neemt ook een deel van de lading van de „Ruys" over. De passagiers, die aan boord van de „Ruys" blijven, zullen tochtjes maken naar Cairo en andere delen van Egypte. De Stoomvaart Mij. „Nederland" deelt mede, dat het m.s. Johan. van Olden barnevelt" 29 Januari van Amsterdam voor de reis naar Indonesië zal vertrek ken. De „Oldenbarnevelt" wordt om streeks 25 Februari in Tandjong Priok verwacht, vanwaar het schip 4 Maart 1 naar ons land terugkeert.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 7