Prijzen der grondstoffen vormen een
internationaal kernprobleem
Zal Amerika zich voor de derde maal vergissen
IA
ctifral-10
Verdediging van Nederland
in Europees kader
„Actifral-10
Van de „lichte kost" op
Schiphol naar Curasao
Van Mustot Nachtegaal
AKKERTJES
Rijn-1Jssellmie daarom niet definitief
een hoofdverdedigingslinie
Een miniatuur-conservatorium in Oosterhout
ONBEPERKTE INVOER VAN
ZWITSERSE HORLOGES
ZATERDAG 10 JANUARI 1953
PAGINA 7
v IIÉÉ1111S
Ji
T; ix\
Herbewapening doet
nieuwe stijging
verwachten
Financieel weekoverzicht
hangerig, koorts*
Piet Verhoog 60 jaar
De Nederlandse Conrad
Tien kustwacht vaar
tuigen voor Brazilië
Eerste Kamerleden over „Oorlog"
Nieuwe Kardinalen
groeten hun gelovigen
Via Radio Vaticana
Extra groenten- en fruit-
treinen naar Duitsland
Candidaten Partijbestuur
K.V.P.
In en om de lucht
wordt niet op
afstanden gekeken
5?
Opheffing weelde
belasting
Staatssecretaris Van
Rhijn gehuldigd
Minister Suurhoff uit
grote waardering
Reis naar Djakarta:
„Van Oldenbarnevelt"
vervangt „Willem Ruys"
Emigranten thans per
„Fair Sea"
„Joh. van Oldenbarnevelt"
vertrekt 29 Januari
ff
De recente ineenstorting van de prijzen der toonaangevende grond
stoffen tot het vóór-Koreaanse peil van Juni 1950 ligt geheel in
de lijn van president Truman, die deze wens op 19 December 1950
heeft uitgesproken, nadat de noteringen op Amerikaanse en andere wereld
markten als evenzovele pijlen omhoog waren geschoten.
Het is dus meer dan twee jaar geleden, dat de gedachte van deze afbraak
van de door de Amerikanen zelf snel opgebouwde prijzen-pyramide bij
het binnenkort aftredende hoofd van Staat der V.S. postvatte; maar ook
thans behoudt men de indruk, dat de politiek van het Witte Huis gericht
zal blijven op het bestrijden van een prijsherstel op de goederenmarkten,
die tot het verzadigen van de defensiebehoeften van Washington moeten
bijdragen.
Met hun grondstoffenpolitiek hebben
de Amerikanen reeds tweemaal misge
tast; de eerste keer in het tweede half
jaar van 1950 door met roekeloze aan
kopen tegen elke prijs een wilde stij-
ëmg te veroorzaken, de tweede keer
door. zij het dan ook in driemaal lan
gere tijd, het lijnrecht tegenovergestelde
resultaat te bereiken en weer op het
Uitgangspunt terug te komen. Het een
en ander heeft op de financiële en eco
nomische toestand van Zuid-Oost-Azië
en Europa uiteraard een schokkende
invloed uitgeoefend.
De vraag is of Amerika thans op het
punt staat zich voor de derde maal te
vergissen met het vooropgezette idee
dat het huidige prijsniveau der grond
stoffen behouden kan blijven, zelfs
nneer men rekent met de noodzaak
v oor Amerika en de West-Europese
mogendheden om de oorlogsvoorraden
aan te vullen en dit is normaliter zonder
prijsstijgingen niet denkbaar. De finan
ciering van de herbewapeningsprogram
ma's legt trouwens op zichzelf reeds de
grondslag voor een stijging van de kost
prijs zowel van grondstoffen als van
afgewerkte producten.
De wéns van het behoud van het
Prijspeil van Juni 1950 zal dan ook in de
practijk moeilijk te verwezenlijken zijn.
Het is een van de vele leuzen, die tot
een algemene malaise kunnen leiden,
Wanneer van hogerhand wordt getracht
ze kunstmatig te verwezenlijken.
Allereerst dient men voor ogen te
houden, dat de overzeese landen die
de voornaamste grondstoffen produ
ceren belangrijke afnemers zijn van
de Westerse industrie, tenminste zo
lang zij behoorlijke prijzen kunnen
maken voor hun producten. Omge
keerd krimpen hun bestellingen in
naarmate de opbrengst hunner pro
ducten afneemt. Deze inkrimping is
reeds in sterke en toenemende mate
merkbaar en zij gaat gepaard met een
verslechtering van het financieel en
economisch evenwicht in Zuid-Oost-
Azië, wat sociaal en politiek ernstige
gevolgen kan hebben.
Nu Amerika verklaart de dollarhulp
aan Europa te willen vervangen door
het doen opleven van de internationale
handel en het laten verdienen van dol
lars, zal het bovenal af moeten zien van
het prijsniveau van Juni 1950 voor de
Erondstoffen. Ten gunste van de landen
die grondstoffen produceren behoren
aantrekkelijke verkoopmogelijkheden
te worden toegelaten. Dan zullen de
West-Europese landen op hun beurt uit
de huidige economische impasse kunnen
geraken, dank zij een opleving van hun
handelsbetrekkingen met deze produ
centen-landen.
Hier legt men de vinger op de
Wonde plek der tegenstrijdige be
langen van Amerika en West-Europa
die nochtans voor de gemeenschap
pelijke verdediging beide aanspraak
moeten kunnen maken op het veilig
stellen van een menswaardige levens
standaard voor hun volkeren. Van
Amerika zal als importland van stra
tegische grondstoffen een offer worden
verwacht in dezelfde mate waarin de
exportlanden op een herstel van de
prijzen op de wereldmarkten moeten
kunnen rekenen.
Vergeleken bij deze kwestie zinkt
Voor generaal Eisenhower en het Ame
rikaanse Congress de eveneens pijnlijke
aandrang op een algemene en aanzien
lijke verlaging der Amerikaanse douane-
vechten in het niet.
Ook al mogen tot nu toe de West-
Europese landen mede profiteren van
de lage prijzen waarvoor zij de voor
naamste grondstoffen kunnen kopen, op
dén duur zouden zij om hun export
belangen te kunnen verdedigen zeer
langlopende credieten moeten verstrek
ken aan de Zuid-Oost-Aziatische afne-
hiers van Europese industriële produc
ten, indien dezen voort zouden gaan niet
genoeg meer te verdienen met de ver
koop van hun eigen voortbrengselen.
Noch de internationale spanningen
noch de financiële positie van West-
Europa lenen zich tot het verstrekken
v.an dergelijke faciliteiten. De oplos
sing ligt dan ook in een gewijzigde
houding van de zijde van Amerika,
dat niet meer met twee maten zal
moeten meten. Het heeft dit gedaan
met aan te dringen bij Europa op het
bevorderen van vrijhandel, terwijl het
niet schroomde, zelf hoge douane-
muren op te bouwen. Het heeft
dit ook gedaan met de prijzen
van producten, die het zelf niet bezit
kunstmatig te drukken, terwijl het
Prijsniveau van de goederen, die het
land wel voortbrengt, hardnekkig
V'erd verdedigd, o.a. ten aanzien van
tarwe, ofschoon dit toch het dagelijks
Een van de be
drijven, die het
meest direct be-
trokken zijn bij de
op- en neergaande
grondstof fenprij-
zen, vormen wel
de Hoogovens in
Umuiden. Dage
lijks komen hier
de schepen met
ruwe, erts aan,
waarna giganti
sche retorten het
ijzer losgloeien
uit de harde steen
en waar het ruwe
ijzer op zijn beurt
weer omgevormd
wordt tot harde
staalsoorten, die
voor de defensie
inspanning van
het grootste be
lang zijn.
brood van de Euro
peanen duurder
maakt.
De nieuwe Ame
rikaanse regering
zou in haar taak te
kort schieten indien
zij haar economisch
beleid in het bui
tenland niet wilde
herzien. Zij kan
zich niet keren
tegen economisch
dirigisme in Europa
indien zij zelf weigert de ontwikkeling
van het prijsniveau der grondstoffen
voortaan te onderwerpen aan het na
tuurlijk spel van vraag en aanbod en
beschermende douanemaatregelen in
eigen land opnieuw hoogtij laat vieren.
Men spreekt maar al te licht van
overproductie, waar men eerder met
onderconsumptie te maken heeft; doel
bewuste onderconsumptie in het voor
uitzicht van beschikbare overschotten,
die men dan nadat zij een prijsdrukken-
de invloed hebben uitgeoefend mondjes
maat opkoopt, kan op de duur leiden
tot onderproductie. Wanneer deze tac
tiek wordt toegepast door regerings
instanties van grote mogendheden, die
zo niet een quasi-monopolistische positie
zijn gaan innemen, dan toch een beslis
sende invloed kunnen uitoefenen op de
prijsvorming van strategische produc
ten, behoren zij van deze machtspositie
geen misbruik te maken ten nadele van
uitgebreide bevolkingsgroepen.
Indien men voortdurend op de
wenselijkheid van een terugkeer tot
vrije markten hamert, dan moet men
bij de aankopen voor het vormen van
strategische voorraden niet van het ene
uiterste in het andere vervallen met
eerst de prijzen tot astronomische hoog
ten op te drijven door het toepassen
van de neo-liberalistische methode van
het „laisser faire" en daarna, om deze
fout te herstellen, afdalen tot een ultra-
dirigistisch systeem van prijsstop.
Het zou een simplistische gedachte
zijn, dat de oplossing kan liggen in het
bewandelen van de gulden middenweg
en dat prijzen, zo ongeveer tussen het
hoogste en het laagste punt, dat sinds
Juni 1950 bereikt is, aanbevelenswaar-
Advertentie
Druk de infectie grondig de kop in Neem één
of twee AKKERTJES',kruiponderdewol,
en in korte tijd bent U weeropgeknapt.f
helpen direct f
Advertentie
De Nederlandse schrijver van het
boek van de zee Piet Verhoog, gezag-
vorder van het vlaggeschip van de Hol-
land-Amerika Lijn, de „Nieuw-Amster-
dam", wordt morgen zestig jaar. Ver
hoog is in Amsterdam geboren, waar hij
ook de Kweekschool voor de Zeevaart
heeft bezocht en hij begon zijn zeemans
loopbaan in 1910 als stuurmansleerling
op het eerste schip van crezelfde naam
als waarop hij thans als commodore het
bevel voert.
Verhoog heeft twee liefdes gekend:
de zee en het schrijven. Hij debuteerde
met „Op bruisende golven'', dat menig
jong hart naar de zee heeft getrokken.
Later volgden o.m „Onder de tropen
zon" en „Avonturen op Zee" de toneel
stukken zijn „Zijn laatste reis" en „Olie",
terwijl nij als kenner van de Spaanse
literatuur „Platero en ik" heeft vertaald
van Juan Ramón Jiménez.
De Nederlandse Conrad viert zijn ver
jaardag op zee, aan boord van de
„Nieuw-Amsterdam", die op dit ogen
blik een plezierreis maakt tussen New
York en de West-Incrische eilanden.
Brazilië heeft, naar wij vernemen,
onlangs bij de Nederlandse Scheeps-
exportcentrale een order geplaatst voor
tien kustwachtvaartuigen. De bouw er
van zal over verscheidene Nederlandse
werven worden verdeeld.
Advertentie
(Eigen telegram)
Alle nieuwe Kardinalen, Jie tijdens
het openbaar Consistorie op 15 Januari
de rode kardinaalshoed ontvangen, zul
len die dag via Radio Vatieana een
groet richten tot hun gelovigen
(Van onze correspondent)
Van 17 Mei tot 30 September zullen
extra treinen gaan rijden voor het ver
voer van groenten en fruit uit de om
geving van Delft naar Frankfurt am
Main. Dit zal het vervoer twaalf tot vier
en twintig uur bespoedigen en tevens tot
gevolg hebben dat de Nederlandse
groenten van de centrale groentenmarkt
te Frankfurt sneller, de Zuid-Duitse en
Italiaanse markten bereiken. Dit besluit
werd genomen door de Nederlandse en
Duitse spoorwegautoriteiten die over
dit onderwerp te Gronau in Westfalen
besprekingen voerden. Medegedeeld
werd tevens dat ongeveer zeventig pro
cent van de Nederlandse groentenexport
per trein geschiedt. Van deze hoeveel
heid wordt vijftig pet. via VenloKal-
denkirchen vervoerd, 34 pet. via Olden-
zaalBentheim en de rest via andere
grensovergangen.
dig zouden zijn. Maar men kan niet ge
noeg wijzen op het feit, dat de drang
tot kunstmatig behoud van het huidig
prijsniveau van de grondstoffen zowel
voor de productiegebieden als voor
het naar deze landen exporterende
West-Europa schadelijk zou zijn
Monetair- en betalingsbalanseven-
wicht is voorwaarde, om de gewenste
internationale muntinwisselbaarheid een
vrijere en ruimere wereldhandel te
kunnen verwezenlijken.
Voor de verdediging van ons land kan
de verdediging van een Rjjn-IJssellinie
slechts betrekkelijk zijn, aldus merken
vele Kamerleden in het voorlopig ver
slag over de begroting van Oorlog, op,
omdat de verdediging van het Neder
lands territoir in Noord-Atlantisch, en
met name Europees kader behoort te
geschieden, in welk kader de deelne
ming van de West-Duitse Bondsrepu
bliek van cardinaal belang is. Reeds om
deze reden kon, naar hun gevoelen,
een Rijn-IJssellinie niet definitief als
hoofdverdedigingslinie worden aanvaard
en moet een verdediging in eerste aan
leg meer Oostelijk worden gevoerd.
Sommige leden vragen zich af of het
vaste bedrag van f 1500 millioen 's jaars
gedurende een periode van vier jaar
wel genoeg is om ten volle te voldoen
aan de verplichtingen Nederland in
het kader van de NATO opgelegd.
Veel leden verklaren grote waarde
ring te hebben voor het bezoek, dat de
staatssecretaris van Oorlog aan het Ne^
aerlands detachement van de V. N. in
Korea heeft gebracht. Met bewonder/ag
en dankbaarheid getuigen die leden
voorts van de volharding, de moed en
de bekwaamheid van dat detachement.
Naast het verplaatsbare veldleger zul
len, aldus enige leden, goede territo
riale en dus in de regel in het land
blijvende troepen nodig zijn voor het
in toom houden van die delen der be
volking, welke, evenals andere delen
der bevolking in Mei 1940, gereed zullen
staan om hand- en spandiensten aan de
vijand te verlenen, nodig ook voor de
bescherming van vitale objecten tegen
luchtlandingstroepen en parachutisten.
Dit laatste maakt, dat die territoriale
troepen van prima moreel en uitstekend
bewapend moeten zijn. Gevraagd werd,
hoe de situatie ter zake thans is. Zijn
de troepen er en zijn ze goed geoefend?
Zijn ze voldoende bewapend? Beschik
ken ze over voldoende luchtafweerge
schut? Vooral in dit laatste opzicht be
staat er enige bezorgdheid.
Verscheidene leden zijn er ongerust
over, dat het aanbod van eerste-rangs
krachten om voor opleiding tot beroeps
officier in aanmerking te komen, be
trekkelijk gering is. Het ware zeer te
betreuren, indien alle offers van ma
teriële en persoonlijke aard, welke
worden gevraagd, ten slotte toch te
weinig rendement zouden opleveren,
doordat het officierscorps te zwak blijft,
wat getal en bekwaamheid betreft.
Tenslotte wordt critiek geuit op de
opleiding van dienstplichtigen. Het
schijnt, dat na de eerste zes maanden
dienstplicht de verveling bij de dienst
plichtigen intreedt. Zij worden dan op
minder intensieve wijze „bezig gehou
den." Er is daarbij weinig sprake van
een verdere ernstige en effectieve op
leiding.
Ook is er critiek op de ongewenste
„Feldwehel"-mentalitei>; waarbij disci
pline en „automatische vaardigheid" op
de spits gedreven worden.
In de ook door ons vermelde lijst van
dubbeltallen voor de verkiezing van
partij bestuursleden op de a.s. partij
raadsvergadering van de Kath. Volks
partij is een wijziging gekomen.
Het dubbeltal: Mej. v. Lanschot—mej.
De Waal moet worden gelezen: Mej.
mr. W. v. Lanschotmej. A. Nolte.
Voorts is aan de lijst toegevoegd het
dubbeltal mr. dr. L. de Goudr. A.
Knaapen.
(Van onze speciale
verslaggever)
Het moge de lezer
bekend zijn, dat er
in en met betrek
king tot de lucht nauwe
lijks op afstanden gekeken
wordt. En, om meer in
het concrete te treden,
dat een van de functiona
rissen van de KLM zich
er niet over moet verba
zen, wanneer hij van een
alleszins Hollandse wacht
kamer van Schiphol plot
seling op Curacao terecht
komt. Dit „lot" treft de
heer H. van de Riet, de
gérant van het restaurant
der I.C.A.-hal, aan wie
iedere luchtreiziger op de
lange oftewel in vak
termen intercontinentale
afstanden zich vóór
het moment van vertrek
toevertrouwt. Deze be
stierder van de dingen
rond het natje en droogje
van de passagiers die on
der leiding van tien
KLM-ers een respectabel
aantal kilometers gaan
verslinden, wordt de
nieuwe leider van het
restaurant onzer nationale
luchtvaartmaatschappij op
het vliegveld van Hato.
Hij zal derhalve na drie
jaar vertoeven tussen
biefstukken, slaatjes en
wat dies meer zij ver
trekken naar een domein
van zaken, die hij niet of
nauwelijks kent.
Want gérant Van de
Riet is nog nooit op Cu
rasao geweest. En er is
maar één ding, dat hem
voor ogen staat: het zal
er anders zijn. Dit is dan
ook de opzet van zijn
vertrek. „Ik kom voor
nieuwe problemen te
staan, er is ander perso
neel, ander eten en ik
krijg gelegenheid om te
studeren".
Na de ongetwijfeld
ruime ervaring, die hij in
de wachtkamer van de
I.C.A.-hal heeft opgedaan,
lokt het avontuur in den
vreemde, dat het werk in
Hato toch min of meer
zal zijn, chef Van de Riet
bijzonder aan. Hij heeft
in de afgelopen drie jaar
ongeveer 135 duizend
mensen zien eten. Hij
heeft hun klachten en
complimenten aanhoord
en is bij wijze van spre
ken zó in het gemoed van
de adspirant-luchtreiziger
thuisgeraakt, dat hij vaak
aan de neus van de bin
nenkomenden ziet, wat
ze gaan eten of drinken.
„Er zijn lastige en gemak
kelijke klanten. Je moet
ze nemen, zoals ze zijn en
ik denk er steeds aan, dat
reizigers vlak voor hun
vertrek in hun zenuwen
vreemde dingen doen",
zegt de heer Van de Riet
ietwat berustend
In het kader van bor
venstaande geeft de heer
Van de Riet een knappe
schets van de passagier,
die op het punt staat zijn
eerste vliegtocht te gaan
maken. „Ik herken ze,
wanneer ze de deurknop
aanraken. Ze houden hun
koffertjes en andere ba
gage op een speciale ma
nier vast. Met hun jas
aan en hoed op lopen ze
de kapstokken voorbij en
dan staan ze als een kat
in een vreemd pakhuis
midden in de wachtka
mer. Wij schieten dan te
hulp, maar het eerste,
wat ze doen, is ons alle
paperassen en formulie
ren, die ze bij zich heb
ben, overhandigen".
De ober of de gérant
heeft in dergelijke situa
ties een belangrijke taak.
Hij ontdoet zijn klant van
jas en hoed en stelt hem
binnen zo kort mogelijke
tijd op zijn gemak met
een etentje of de borrel,
die vlak voor het vertrek
in zo hoog aanzien staat.
Zo is het op Schiphol en
zo zal het ook in Hato
zijn. En met deze zeer
bruikbare wetenschap
vertrekt de heer Van de
Riet 20 Januari a.s., dan
zélf als passagier, naar de
West....
Nu en dan stelt gérant Van de Riet zich van de gang van zaken in de keuken
op de hoogte. Maar op het werk van (v.l.n.r.) chef-kok J. de Boer en de koks
A. Janssen en A. van Gastel valt zelden of nooit wat aan te merken..,.
(Van onze speciale verslaggever)
In 1939 richtte rector P. Fick, leerling
van de gerenommeerde zangeres en
paedagoge' mevr. NoordcrwierReddin-
gius, in Oosterhout een jongenskoortje
op. Zulks vormde een onderdeel van
zfjn activiteit, die er op was gericht,
de zangkunst in het bisdom Breda te
bevorderen. Hij ging met die uiteraard
ongeschoolde knapen, die hij niet alleen
uit Oosterhout, maar ook uit de omlig
gende dorpen als Dongen en Raams-
donksveer recruteerde, zeer eenvoudige
liedjes zingen. Dat stelde hem niet
alleen voor zangkunstige, maar meer
nog misschien voor problemen van pae-
dagogische aard. Allengs echter, zo
vertelt rector Fick, kregen zjjn pupil
len oprecht plezier in zingen en „het
begon te groeien". Die groei nam zelfs
een onvoorziene omvang aan. En nu,
na dertien jaar, is de situatie zo, dat
Oosterhout een zangschool bezit, die de
allure heeft van een miniatuur-conser
vatorium. Gemiddeld tweehonderd leer-
lingetjes worden er onderwezen niet
alleen in de nobele zangkunst, maar
ook in solfège en in de beginselen van
de muziek-theorle. Rector Fick wordt
daarbij geassisteerd door twee leraren
en door een pianist-voor-de-begeleidin-
gen. En „De Oosterhoutse Nachtegalen"
hebben inmmiddels een faam verworven,
die, merkwaardigerwijze, vooral tot
in het buitenland is doorgedrongen.
Dit alles is dan het vérstrekkende ge
volg van een simpel initiatief.
De zangschool van rector Fick ligt
geheel in overeenstemming met haar
doelstelling, aan een zeer poëtisch
dorpspleinije, dat in Oosterhout de
Heuvel wordt genoemd. Het gonst er
elke namiddag en avond van een woeli
ge bedrijvigheid. Want er is welhaast
geen knaap in Oosterhout, die nooit iets
met de zangschool van rector Fick van
deen heeft gehad. De inschrijving op de
lessen kent n.l., afgezien van een zeer
minieme contributie, geen enkele be
perking. Elk jochie dat de leeftijd van
zeven jaar heeft bereikt, kan zich aan
melden bij de „mussen", waar het op
zijn eventueel zangkunstige aanleg
wordt getest. Doorstaat het de proef,
dan wordt het bevorderd tot de „me
zen", een afdeling van jongelui aie tot
de „mogelijken" behoren. Zij kunnen
hun begaafdheid bevestigen bij de „vin
ken", die als deze beeldspraak hier
geoorloofd is de maarschalksstaf in
hun ransel dragen. En tenslotte worden
zij dan opgenomen bij de „Nachtega
len", hetgeen voor hen de schone vol
einding van een dikwijls moeizaam stre
ven naar een geschoolde zangkunst be
tekent. „Nachtegalen" telt de school ge
middeld 70 a 80. Zij nemen allen aan
De „Oosterhoutse Nachtegalen", zoals zij, in hun keurig uniform gestoken, op con
certen hun hoogste en vooral hun schoonste lied zingen.
de repetities (tweemaal per week) deel.
Maar wanneer er een concert moet wor
den gegeven, dan wordt ook onder hen
nog een selectie toegepast. Het naar
buiten tredende koortje telt niet meer
dan 40 a 50 jongelui. Zij vormen een
keurtroepje van geschoolde zangertjes,
die in staat zijn twee volledige con
certen van elk twee uur te verzorgen.
Zij zingen heel het repertoire dat
zowel de Polyphonie als een „Klompen-
dans-in-Volendammer-costuum" omvat
uit het hoofd. Wij hebben laatst op
een repetitie mogen ervaren dat hun
dirigent, rector Fick, het zeer serieus
neemt met de zangkunst. Hij doet be
paald geen enkele concessie aan de (be
grijpelijke) gemakzucht van zijn pupil
len. Elke onachtzame inzet of tocnvor-
ming corrigeert hij onmiddellijk. En wij
hebben mogen constateren hoe onder zijn
zeer suggestieve leiding een wals van
Strauss de jongelui inspireerde tot een
staal van geraffineerde zangkunst, die
eigenlijk nauwelijks meer des Nachte-
gaals genoemd kon worden. Maar de
(bedrieglijke) eenvoud van een stukje
van dés Prés bleken zij evengoed aan
te kunnen.
Hun concertpraktijk oefenen de
„Oosterhoutse Nachtegalen" wij
wezen er in de aanvang van dit artikel
al terloops op voor een overwegend
deel uit in het buitenland. Zij hebben
een tournée in Beieren achter de rug.
zij zongen in Zwitserland en voor
radio Brussel en zij concerteerden
in Frankrijk. Maar tot nu toe mochten,
behalve in Oosterhout, in Nederland
alléén Kaatsheuvel en Roosendaal een
openbaar optreden van de „Nachtega
len" meemaken. En het koor ontvangt
wel Belgische en Duitse subsidie, maar
nauwelijks of niet Nederlandse. Welke
de oorzaken zijn van deze ietwat zon
derlinge gangen van zaken, wij ver
mogen het niet te doorgronden. Maar
wij willen het onderzoek daarnaar
gaarne aanbevelen in de belangstelling
van degenen, die in dezen meer be
voegdheid hebben dan wij.
Rector Fick heeft de niet geringe on
kosten, uiteraard voortvloeiende uit de
instandhouding van zijn zangschool, tot
nu toe, behalve uit de uitheemse sub
sidies en de opbrengst van de concert-
tournée's uit eigen middelen bestreden.
Ilij deed dat waarachtig niet alleen om
zijn liefde voor de schone zangkunst te
kunnen belijden, maar meer nog uit
idealisme. Want hij gelóóft in de op
voedende kracht van de muziek en hij is
er van overtuigd dat zij een uitstekend
middel is waar het gaat om de karakter
vorming van zijn pupillen. Op dit mo
ment wordt het voortbestaan van zijn
levenswerk vanwege allerlei omstandig
heden ernstig bedreigd. Maar zo zegt
hij: „Ik blijf vol houden". Want hij heeft
ook de hardnekkigheid-in-het-goede van
de werkelijke idealist. Hij verdient des
wege de steun van anderen bij zijn
nobel streven.
Op 16 Dec. IJL. werd te Zurich de Ne-
derlandsche Kamer van Koophandel op
gericht, welke is voortgekomen uit de
samensmelting van de vroegere afzon
derlijke Nederlandsche Kamers van
Koophandel te Zurich en Genève. Ook
de nieuwe organisatie zal over een kan
toor in Genève beschikken. Als ere
voorzitter is benoemd Z. E. Baron Ben-
tinck, Nederlands Gezant te Bern. Di
recteuren van de kantoren te Zurich
en Genève zijn respectievlijk de heren
Mr. C. Vernholt en Mr. P. A. A. Damia-
ny. Een der leden van het bestuur is de
heer G. Ketterer, vice-president van de
Federation Horlogère Suisse.
In een onderhoud met Mr. Damiany,
directeur van het kantoor te Genève,
sprak deze ons zijn vertrouwen uit, dat
de Nederlandsche Kamer van Koophan
del voor Zwitserland in haar huidige
vorm aan de Nederlands-Zwitserse han
delsbetrekkingen ten goede zal komen.
Een verheugend feit, aldus de heer Da
miany, is ongetwijfeld, dat het contin
gent ten aanzien van de invoer van
Zwitserse horloges, vastgesteld ingevol
ge de liberalisatie van de Nederlandse
handel tot 75 pet., door het Ministerie
1 Januari was het 25 jaar geleden, dat
de staatssecretaris van Sociale Zaken,
mr. dr. A. A. van Rhijn, in overheids
dienst trad.
Dit feit is Vrijdag tijdens een intieme
plechtigheid in het ministerie van So
ciale Zaken en Volksgezondheid her
dacht. In aanwezigheid van de hoofden
en plaatsvervangende hoofden der af
delingen en van de voorzitter van het
College van Rijksbemiddelaars en de
directeur-generaal van de Arbeid is de
jubilerende staatssecretaris toegespro
ken door de minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid. Deze heeft in vo
gelvlucht gereleveerd hoe de staatsse
cretaris zijn land in de afgelopen 25
jaar heeft gediend als hoofdambtenaar,
secretaris-generaal van enkele departe
menten, minister, voorzitter van de
Buitengewone Algemene Rekenkamer
en thans als staatssecretaris, terwijl hij
daarnaast nog een ruime activiteit in het
maatschappelijk leven en als publicist
kon ontplooien.
Minister Suurhoff sprak als zijn over
tuiging uit, dat deze omvangrijke werk
zaamheid slechts mogelijk was geweest
door de grote sociale bewogenheid van
de jubilaris, geworteld in een diepe
christelijke levensovertuiging.
Nadat ook de staatssecretaris van
Volksgezondheid, dr. P. Muntendam, en
de heer A. N. van Mill, directeur-gene
raal van het Rijksarbeidsbureau, na
mens de afdelingschefs het woord had
den gevoerd, sprak de heer Van Rhijn
een dankwoord, waarin hij zijn loop
baan, ook voordat hij in overheids
dienst trad, de revue liet passeren. Bij
zondere erkentelijkheid betuigde de
staatssecretaris voor de waarderende
ministeriële woorden. Spreker deed aan
het slot van zijn rede een beroep op de
afdelingschefs om het tempo van de
sociale ontwikkeling bij te houden, op
dat de volgende generatie niet verwij'
tend op de huidige zou neerzien.
van Economische Zaken zeer kort ge
leden werd opgeheven.
Een ander voor de Zwitsers hoopvol
feit ligt opgesloten in het door de Ne
derlandsche Kamer van Koophandel van
Zwitserland aan de Nederlandse instan
ties aangeboden verzoekschrift, waarbij
aangedrongen wordt op een verlaging
van f 30 op f 15 van de weeldebelasting
op Zwitserse stalen horloges, waarvan
de inkoopprijs f 50 overschrijdt. Indien
dit verzoek wordt ingewilligd voor
lopige besprekingen met het ministerie
van Financiën wijzen in die richting
dan zal dit, aldus de heer Damiany, niet
alleen bijdragen tot een aanmerkelijke
verbetering in de Nederlands-Zwitserse
handelsbetrekkingen, doch tevens de
gelegenheid bieden tot een welkome be
sparing op de aankoop van deze horlo
ges door het Nederlandse publiek.
Het directoraat-generaal van de
Scheepvaart van het ministerie van
Verkeer en Waterstaat te 's-Graven-
hage heeft medegedeeld, dat n. a. v. de
aanvaring van het m.s. „Oranje" met
het m.s. „Willem Ruys", ter voorzie
ning in het passagiersvervoer tussen Ne
derland en Indonesië het m.s. „Johan
van Oldenbarnevelt" ter beschikking is
gesteld voor een reis naar Djakarta in
plaats van het m.s. „Willem Ruys".
De emigrantenreis van het m.s. „Jo
han van Oldenbarnevelt" 29 Januari
naar Australië komt hierdoor te ver
vallen. De emigranten, die voor dit schip
hebben geboekt, zullen met voorrang in
de gelegenheid worden gesteld de voor
genomen reis te maken met het door de
Nederlandse regering gecharterde m.s.
„Fairsea" dat, onvoorziene omstandig
heden voorbehouden, tussen 10 en 14
Februari van Amsterdam naar Australië
zal vertrekken. Het m.s. „Fairsea" biedt
aanzienlijk meer plaatsruimte dan het
m.s. „Johan van Oldenbarnevelt". De
boeking van passagiers, die reeds van
plan waren per „Fairsea" te reizen,
gaat dus normaal door.
De „WiUem Ruys" zal alvorens zijn reis
naar Rotterdam vport te zetten enige da
gen in Port Said blijven voor tijdelijke
herstellingswerkzaamheden, zo hebben de
havenautoriteiten aldaar bekend gemaakt.
De reparatie zal, aldus meldt A. P., mo
gelijk zes dagen vorderen. De schade is
ernstigerdan men gedacht had. Een deel
van de lading is door het zeewater be
schadigd.
Twintig passagiers zullen de reis naar
Nederland per vliegtuig voortzetten. Ande
ren reizen met het Britse schip „Orcades"
en met het Nederlandse schip „Lang-
koeas" van de Rotterdamse Lloyd verder.
De „Langkoeas" neemt ook een deel van
de lading van de „Ruys" over.
De passagiers, die aan boord van de
„Ruys" blijven, zullen tochtjes maken naar
Cairo en andere delen van Egypte.
De Stoomvaart Mij. „Nederland" deelt
mede, dat het m.s. Johan. van Olden
barnevelt" 29 Januari van Amsterdam
voor de reis naar Indonesië zal vertrek
ken. De „Oldenbarnevelt" wordt om
streeks 25 Februari in Tandjong Priok
verwacht, vanwaar het schip 4 Maart
1 naar ons land terugkeert.