Verfilming van Kerkmuziekcongres te Amsterdam Memorandum Nederlands over het Ballet HOU SCI IEERWOLDE - een nieuw dorp op de kaart 75-jarig bestaan St. Nieuw beraad over aandeel van de Benelux-havens AKKERTJES fl 25 jaar ontginningswerk in de kop van Overijsel Praesens-Film presenteert: Schijnwerpers op" een befaamd kinderdorp Een Zwitsers voorbeeld Eén geselschap voor Opera en voor vrije voorstellingen Alle Nederl. koor zangers verwacht Van rietwildernis tot cultuurland ZATERDAG 24 JANUARI 1953 PAGINA 5 Nederland, Duitsland en het Oostenrijks vervoer Commissies voor de zeehavenprohlemen rillerig lusteloos Twee leeuwen voor Ouwehand Geschenk van Negus van Abessynië Adjudant Luchtmacht in arrest Liturgische weekkalender X By een vrij langdurig bezoek aan de Praesens-Film te Zürich is ons voor de zo veelste maal duidelijk geworden, hoezeer de Zwitserse filmindustrie ten voorbeeld kan gesteld worden aan die der andere kleine landen, met name ons eigen vader land. Voortgekomen uit 't documentarismc, is de Zwitserse film met omzichtigheid overgegaan tot de aanmaak van speelfilms, die op den duur een niveau wisten te bereiken, dat met het buitenlandse peil zonder gevaar voor kleinering kon ver geleken worden. Nog vers in de herinnering ligt de film „De laatste kans", door Universal Film Agency in Nederland geïmporteerd en door het Nederlandse pu bliek en de Pers met grote instemming ontvangen. De opvolgers van deze film Waren „Achter de wolken" en „Marie Louise", eveneens successen in onze biosco pen en het jongste sluitstuk was „Vier man in een Jeep", die men tot de meest bewonderde films der laatste jaren mag rekenen, terwijl thans in Zürich de film Heidi" voor de derde maand in volje bioscopen wordt vertoond, hetgeen een Uniek verschijnsel moet genoemd worden. Hiermede nebben we siecnts enkele films van Praesens genoemd, die na de tweede wereldoorlog naar ons land ge komen zijn. Een lange reeks gaat daar aan vooraf, want reeds in 1924 werd Praesens-Film opgericht door de Poolse ingenieur Lazar Wechsler, die ook thans nog de directeur van de maatschappij is tnet zijn zoon Dr. David Wechsler als voornaamste draaiboekschrijver en Leo pold Lindtberg als voornaamste regis seur. De maatschappij heeft dus een lange ontwikkeling doorgemaakt, maar is nu dan ook aangekomen op een hoog te, waarop zij met succes tegen het bui tenland kan concurreren. Men moet die concurrentie niet zien als een wedloop in de arena, waarin zoveel filmproduc ties hun heil zoeken door amusements films (of wat men zo- noemt) op de ftiarkt te brengen, doch een streven om films te vervaardigen, die op een zeer bepaalde en bewust gekozen manier van de buitenlandse productie onderschei den kunnen worden. Om de woorden van directeur Wechsler zelf te gebruiken: Praesens- Film laat het gaarne aan de buiten landse fabrieken over om het vlotte en uiterst verzorgde amusement te maken, waartoe zijn maatschappij in zijn kleine land met in staat mag ge acht worden, doch wenst te excelle ren met films, die naar de inhoud een hoge menselijke waarde vertegen woordigen. Men behoeft namelijk niet schatrijk te zijn om edel te kunnen denken en al wie hartstochtelijk ge looft in de boodschap, die hij meent aan de wereld te moeten brengen, vindt als vanzelf de welsprekende vorm, die de boodschap dienen kan. En hiermede is dan meteen verklaard, waarom bepaalde films, in een klein land gemaakt met betrekkelijk weinig geld, niet alleen naar hun strekking maar ook naar hun vorm bijzonder in drukwekkend kunnen worden. Aan de steun van de regering ligt het niet, want ook de Zwitserse regering is niet de scheutigste als het gaat om oe filmindustrie. Wat dat betreft. lijkt de Zwitserse situatie op de Nederland se. Maar wat de Zwitsers vóór heb ben is het geloof in hun werk en in hun idealen. Die hébben ze namelijk. Directeur Wechsler en zijn medewer kers, producers van de beste soort, zijn mensen met wie men een gesprek kan voeren ook buiten de commer ciële sfeer. Zij zijn vol van de over tuiging, dat de kleine landen, die niet m®t millioenen kunnen schermen, al thans hun hart en hun hersens op de goede plaats kunnen hebben en in een oezonken en serieuze arbeid kunnen geraken tot een krachtsinspanning, die overtuigt door haar eerlijkheid en haar driftig willen. Het is hun films niet aan te zien, dat Zij aanzienlijk minder kosten dan de Amerikaanse producten. Het is die films Wel degelijk aan te zien, dat zij met gro te zorg zijn voorbereid en de weerslag zijn van ernstig werk, voortgekomen fit bezielende idealen. Zij zijn nooit op sensatie gebouwd, maar op de goede wil fm de film te gebruiken als instrument, °at tot de mensheid spreken wil en zij f°en dat zo van harte, dat zij vanzelf Vormen vinden die tot vakmanschap leiden. De productieleiders nemen er ?fh tijd voor. De film over het Pesta- jfzzi-dorp bijvoorbeeld heeft een voor bereiding gekost van anderhalf jaar. foen was het draaiboek klaar en kon teen aan de opnamen beginnen. Op die teanier kan er nog nauwelijks gespro ken worden van een industrie. Het is Veeleer een artistieke, ambachtelijke ®volutie, ontstaan uit een, voortdurende bezorgdheid om het thema en de vorm, ?®als Leopold Lindtberg het uitdrukt. Jtet de gesprekken met de leiders van "faesens-Film en uit de aanschouwing Van hun werkzaamheden krijgt men gaandeweg de indruk, dat een aanvan- slijk langzame ontwikkeling vrijwel fbfiens (als bij de Italianen) vruchtbaar ls geworden in enkele films van bijzon- ?®r formaat, die men vergeefs in andere tenden zoeken zal. In de grootste films van de Zwitsers s dit duidelijk waarneembaar, maar Jelfs een eenvoudig verhaal als „Heidi" ï°ont er de sporen van. De film, door de ualiaan Commencini vervaardigd, gaat j"®cht naar het hart omdat zij nergens teet vals gevoel werkt en op bijna sim ple wijze het landschap in de hancre- teg betrekt. Heidi, het kind van de ber- ??h, dat niet naar school wil en ook 5ïet mag van haar koppige grootvader, Te in onmin leeft met het dorp, wordt j?.?fr een tante gekidnapt en naar een ijke familie in Frankfort, waar tante in jfenst is, gesmokkeld. Daar verbaast zij fdereen met haar argeloosheid, die zo Foot is, dat zij er op uittrekt om de ?et'gen te gaan zoeken. Ze beklimt een ,°ren in de hoop in de verte bergen zullen zien, want zij kan zich niet oorstellen, dat een mens zonder ber- 5e? zou kunnen leven. Hoewel haar ..riendje thuis dag aan dag de stelling jOrdedigd heeft, dat een mens kiezen Epst tussen de bergen en de geleerd- 26ló, laat zij zich door een lieve oude fame in de Frankforten familie over halen om te leren lezen en als zij dan ervaart, dat men uit de boeken fraaie dromen leren kan, durft zij tenslotte weer naar opa terug in de overtuiging, dat zij in weerwil van haar geleerdheid zich toch wol in haar bergen thuis zal voelen. Het is een simpel verhaal, met grote zorg in beeld gebracht zonder evenwel de geringste poging tot originaliteit, maar in zijn ëenvoud een betoog ten gunste van het gezonde bergvolk en de vrede onder de mensen. De film schokt nie mand, maar de reacties van het publiek in Zürich, zowel de jeugd als de vol wassenen, waren bepaald verrassend van echtheid. „Heidi" kon enigszins ver geleken worden met „Marie-Louise". maar overtreft die film door de zuiver heid van toon. Pestalozzi-dorp De nieuwste productie van Prae sens-Film is de verfilming van het Pestalozzi-dorp in Trogen in de na bijheid van St. Gallen. Over de titel van de films is men het nog niet eens. Ook die keuze vergt bezonnenheid. In Engeland zal men spreken van „The Village", in Zwitserland vermoedelijk, van „Kinder-Dorf" en de Nederlandse naam hangt nog in de lucht. Maar de keuze van de stof tekent wederom de hang naar het menselijk probleem. Het Pestalozzi-dorp is een schepping van de Züricher journalist Walter Ro bert Corti, die men bepaald moet ho ren spreken om iets te begrijpen van de zakelijkheid en de geestdrift, de werkelijkheidszin en hei idealisme, nodig om een zo gewaagd schijnend project als het Pestalozzi-dorp aan te durven. Bewogen door de ellende van zoveel oorlogswezen uit verschillende landen en gelovend in een algemene eensgezindheid, die bij de kinderen beginnen kan, is hij op de gedachte gekomen, een samenleving van kin deren in het leven te roepen, die de wereld duidelijk zou kunnen maken Heidi op zoek naar bergen. dat een onde en broederlijke maat schappij bestaanbaar is, als men even als de kinderen van goede wil is. Kort na de oorlog is Pestalozzi-dorp opgericht, aanvankelijk met veel twij fels. Maar thans staan daar een paai dozijn huizen in de ruimte tegen de heuvels van Trogen gebouwd, waar een kleine tweehonderd kinderen van ver schillende nationaliteit samenwonen on der de hoede van leerkrachten, die te vens de zogenaamde huisvaders en huismoeders zijn. De kinderen zijn ai zover dat zij niet meer spreken over de Italiaan, de Duitser, de Fransman, de Fin, maar dat zij elkaar bij de naam noemen als waren zij kinderen van een gezin. Hun dorp heeft een eigen be stuur, dat er voor waakt, dat de kinde ren in het huis dat zij bewonen de sfeer van het vaderland zo nauwkeurig mogelijk herkennen. Zij vervreemden niet van hun land en als zij er na af loop van hun woonperiode terugkeren, kennen zij, dank zij de voortdurende aandacht, die zij aan de zeden en ge woonten van hun land hebben besteed, hun eigen volk dikwijls beter dan de kinderen, die er altijd hebben gewoond. Zij komen later uit vrije wil ook terua Namens de door de minister in 1950 ingestelde Balletcommissie, namens de Beroepsvereniging van Danskunste naars en namens de Federatie van Be roepsverenigingen is de minister van O., K. en W. en de wethouders voor de kunstzaken van Amsterdam en Den Haag een memorandum overhandigd over het Nederlands Ballet. Daarin wordt o.m. gesteld, dat de huidige balletgroepen drie functies vervullen: zij bedienen de Ned. Ope ra, zij geven voorstellingen voor de jeugd en zij geven voorstellingen voor volwassenen, de laatste gediffe rentieerd naar gewone en naar in structieve voorstellingen. In een bal letconcentratie zouden deze drie func ties behouden moeten blijven De Overheid schijnt de voorstellingen voor de jeugd buiten de voorgenomen balletconcentratie te willen laten. De opstellers van het memorandum verzet ten zich daar niet tegen, maar dringen er op aan dat de Balletgroep Scapino, die dan zelfstandig blijft, een zodanige werkbasis gegeven wordt, „dat werkba sis en arbeidsvoorwaarden in een rede lijke verhouding staan tot die van de nieuw te scheppen werkgelegenheid." Voor de opera en voor de voorstel lingen voor volwassenen zou in begin sel het meest efficiënt één balletgroep gevormd kunnen worden, meent het me morandum. Zij zou onder een stichting moeten staan, waarin vertegenwoordi gers van de centrale, eventueel regiona le en plaatselijke overheid, van het pu bliek en van de danskunstenaars zitting hebben De plaats van vestiging voor dit ene „Nederlandse Ballet" zou het best Am sterdam kunnen fijn, maar wordt het Den Haag, dan zou de opera een eigen balletkern moeten behouden. Van prin cipiële betekenis is evenweldat alle door de Overheid te besteden gelden op één centraal punt worden verzameld en dat besteding daarvan geschiedt door één competente instantie. Voor de leiding zou wellicht het best deze oplossing gevonden kunnen wor den, dat voor de algemene artistieke leiding, voor de choreografie en voor de functie van balletmeester(es) verschil lende figuren overeenkomstig hun capa citeiten worden aangezocht. De benoe ming van een buitenlandse kracht voor de algemene artistieke leiding zou ern stige overweging verdienen. In ieder geval zouden verscheidene Nederlandse choreografen in de gelegen heid moeten worden gesteld voor het ballet werkzaam te zijn. Alle Neder landse danskunstenaars zouden bij dat Nederlands Ballet moeten kunnen solli citeren. Tenslotte dient de opleiding een complement van elk balletplan te zijn. Het memorandum is ondertekend door Paula Balma namens de Balletcommis sie, door Hans Snoek namens de Be roepsvereniging door Jan Kassies na mens de Federatie. Enkele leden hebben de Balletcommissic in de loop van haar bestaan verlaten, n.l. mevr. L. van Amerongen en de heren mr. M. van Doorninck en A. van der Vies; zij be staat nog uit mej. Paula Balma, mevr. P. Goedkoop—Santhagens en de heren J. Kassies en B. Verhoeven. naar Pestalozzidorp, vol dankbaarheid, voor wat hun samenleving daar voor hen heeft gedaan. Pestalozzidorp wil geen unicum zijn. De bestuurderen zoeken sinds lang con tact met andere landen. Eenvoudig is dat niet. Met name is het contact in Neder land tot dusver mislukt omdat er te veel meningen en opvattingen in ons land zijn om voldoende vertrouwen in de gang van zaken te kunnen opbren gen. Maar in andere landen is reeds een begin gemaakt met plannen om ook daar tot oprichting van een kinder dorp te kunnen komen. Dat befaamde kinderdorp zal dus het onderwerp zijn van de nieuwste onder neming van Praesens-Film en alweer blijkt hieruit de gesteldheid van de on dernemers. Zij zoeken naar onderwer pen, die de menselijke samenleving kun nen dienen. Zij willen betogen, dat er eendracht kan zijn onder de mensen en dat die eendracht zelfs1 onvermijdelijk is, wanneer men er op de zeer lange duur in slaagt zoveel kinderen in een gemeenschap te betrekken, dat er later even zoveel volwassenen zullen zijn, die de eerlijke samenwerking als de natuur lijkste zaak van de wei-eld zullen be schouwen. Wanneer men daarin vast ge looft en het filmmiddel tot zijn beschik king heeft om te getuigen, hoe groot dat geloof is. dan is er alle kans. dat er een werkstuk van formaat voor de dag zal komen. De les uit ons bezoek aan Pestalozzi dorp is op z'n minst deze: dat de film productie van een klein land tot be langwekkende resultaten kan geraken, indien zij in handen is van mensen, die iets te zeggen hebben en dat vurig wen- (Eigen bericht) In de Paasweek van 912 April zal in Amsterdam het 75-jarig bestaan van de Nederlandse St. Gregoriusvereniginggevierd wordende vereniging, die al die jaren op de bres gestaan heeft voor een verantwoorde kerkmuzikale praktijk Op 3 Februari 1952 vond op initiatief van pastoor Duyves een bespreking plaats met een vijftiental leidende figuren van de Nederlandse kerkmuziek. Hie kwamen verschillende wensen en mogelijkheden ter sprake om de herdenking van bovengenoemd jubileum zo luisterrijk mogelijk te vieren. Aan de 'Amster dammers Jan Bank, pater v. d. Peet en Toon Vranken werd een nadere uitwer king opgedragen en dezen hebben na tal van besprekingen een programma ont worpen; in dit comité van voorbereiding werken namens de gastheer, de Amsterdamse Korenbond. de heren Heeze en Gubbels, om de practische moge lijkheden te verwezenlijken van huisvesting en tal van andere organisatorische onderdelen, waarvan het slagen van een groots opgezet congres als dit afhangt. sen te doen. Dbg. In grote lijn kan thans het volgende over het eerste kerkmuziekcongres te Amsterdam worden medegedeeld. Op Donderdag 9 April vindt een be groetingsavond plaats voor allen die het congres meemaken (dirigenten, organis ten, geestelijken, eerwaarde broedets en zusters, onderwijzers en anderen) in de aula en hal van het Indisch Museum, waarbij Jan Mul, Albert de Klerk en Alphons Asselbergs het muzika'ie ge deelte (o.a. muziek voor twee vleugels) in handen hebben. Deze avond zal een intiem karakter dragen en hier is niet alleen gedacht aan een kennismaking van de congressisten, maar ook aan een perste gedachtenwisseling over de ko mende dagen. Vrijdag 10 April zijn drie Hoogmissen ontworpen, een eerste om acht uur voor de eerwaarde zusters in „De Voorzienig heid", waar onder leiding van zuster Antonine een Mis van Pater v. d. Peet zal worden gezongen. Om negen uur zingt het Utrechts koor van Hans Pon ten in „De Duif" de Missa Ave Maria van de oud-Franse componist Févin. waarna Albert de Klerk het orgel be speelt. Om elf uur kunnen de liefheb bers van een moderne mis in de be-, kende St. Nicolaaskerk tegenover het Centraal Station de Mis „Lauda Sion" van Hendrik Andriessen beluisteren, ge dongen door het koor van Meerssen on der leiding van H. Voncken. Enige mo derne Franse orgelwerken door B. Bar- telink besluiten deze plechtigheid. Ook aan het Gregoriaans proprium, altaar dienst en -zang zal de uiterste zorg be- 'steed worden. In de middag zullen Len- naerts (Roermond) en Driessen (Hel mond) spreken over de Ward-methode (met demonstratie). J. Vollaerts belicht de muziek bij het middelbaar onderwijs en op de seminaria en Hub. Houet zal de deelnemende organisten een practi sche verhandeling geven over hef or gelspel in onze kerken. Na dit elck wat wils-programma is er na het diner een kort Lof onder leiding van Hubert Cuypers in de Begijnhof kapel en tenslotte een avondconcert in de Bachzaal door het Collegium Mu- sicum Amstelodamense onder leiding van Toon Vranken met karakteristieke polyphone composities van verschillen de stijl en enige anonieme werken. Lindtberg regisseert kinderen van het Pestalozzidorp. waarover de mening der luisteraars ge vraagd zal worden. In „De Papegaai" wordt Zaterdags de tweede congresdag geopend met een Gregoriaanse Hoogmis door het Broe derskoor uit Hilversum. Het koor van Vörding uit Hengelo zingt de zesstem mige Missa „Assumpta est" van Pale- strina in d St, Dominicuskerk, aan het orgel Gaalman en Gregoriaans door de leerlingen van de Kerkmuziekschool te Utrecht. Louis Toebosch uit Breda komt in de Mozes met een eigen Mis- en Or gelimprovisatie. In de middag zullen over een serie actuele kerkmuziekvraag- stukken een aantal bevoegde sprekers in het kort het woord voeren, waarbij een interessant debat tegemoet gezien kan worden, 's Avonds vindt in het Con certgebouw de uitvoering plaats van „Jeanne d'Arc au bücher" van Honeg- ger door het R.K. Hoofdstadkoor onder leiding van Theo v. d. Bijl. Zoals het zich op het ogenblik laat aanzien, zullen door de propagandis tische medewerking van de diocesane St. Gregoriusvereniging-besturen, de korenbonden en het maandblad „De Zin gende Kerk" op Zondag 12 April enige duizenden kerkzangers uit heel Neder land te Amsterdam bijeen zqn. In de loop van de morgen vinden in alle Amsterdamse kerken Hoogmissen plaats waarbij in alle stijlen van klas- siek-polyphoon tot modern gezongen zal worden. Dan komen allen om twaalf üur tezamen voor de gemeenschappelijke Hoogmis in de grote St. Willibrordus, waar dr. Kat met het koor van de Haar lemse St. Bavo de „Missa Secunda" van Jaap Vranken zal zingen met de com ponist aan het orgel. Na een lunch op enige plaatsen in de stad vindt dan de feestelijke slotbijeenkomst plaats in bovengenoemde kerk. Het koor van deze kerk zingt onder leiding \*an Toon Vranken tezamen met het koor van „De Liefde" en aan het orgel Jos Antonihet '„Saeerdos et Pontifex" van Bruckner met orgel en bazuinen; in het twaalf- stemmig „Tg Deum" van J. van Schaik (ter herdenking van alle pioniers der Gregoriusvereniging) voegt zich hierbij het koor van de St. Anna onder leiding van pater v. d. Peet. Na de officiële herdenkingsspeech van prof. dr. A. Smijers zingt een koor van Amsterdam se- kerkzangers onder leiding van Joep Sehreurs de dubbelkorige Credo uit Diepenbrock's Missa In Die Festo. Als pater Lohuis nog een kort woord tot de zangers gesproken heeft en bovenver meld Te Deum gezongen is. voeren allen tezamen een speciaal voor deze gelegen heid gecomponeerd zangerslied van Herman Strategier uit. Voor wie die avond nog wat in Amsterdam blijft, is er een improvisatieconcert ontworpen op een van de oude Amsterdamse orgels. Er is dus in de Paasweek in Am sterdam veel te beleven! Op de eerste plaats worden allen verwacht, die in enig nader contact staan met de kerk- muziekbeoefening, maar daarenboven vooral op de Zondag alle kerkzangers van. Nederland, die enigszins kans zien, om deze feestviering in onze hoofdstad mee te maken. De opzet is geenszins eenzijdig, maar de rijk ge schakeerde mogelijkheden van de kerkmuziek als integrerend bestand deel van onze H. Liturgie zullen vol ledig tot haar recht komen en allen in gemeenschappelijke vreugde een nieuwe stimulans geven tot het „dubbel bidden" dat „goed zingen" immers is! Zoals bekend heeft minister mr. J. Algera deze weck besprekingen ge voerd met de Duitse Bundesminister für Verkehr, dr. ir. H. C. Seebohm te Baden Baden. Over dit overleg werd Vrijdag te Den Haag het volgende com muniqué gepubliceerd: Aan het internationale goederenver keer langs de weg tussen Nederland en de Duitse Bondsrepubliek kan van beide zijden het thans in Nederland tot dit verkeer toegelaten aantal onderne mers deelnemen. Elk der beide regerin gen kan dit aantal zonder nadere afspra ken ten aanzien van de onder haar res sorterende ondernemers met maximaal tien procent, verhogen. Er werd over- Advertentie Neem LI toch in acht bij de ■r w Neem LI tocl eerste verschijnselenBestrijdt dadelijk die opkomende griep! Neem één of twee sN- AKKERTJESen ga vroeg naar bed! HZ; he/pen direct/ (Van onze speciale verslaggever) Er staat een nieuw dorp op de kaart van Nederland: Scheerwolde. Het telt van daag de dag nog pas 16 huizen, maar over een jaar of vijf zullen het er 60 zyn, terwijl het uiteindelijk bevolkingscijfer is geraamd op 650. Dit dorp is bestemd tot verzorgingscentrum van een gebied, dat ooit tot de meest geïsoleerde uithoeken van Nederland heeft behoord en dat men zoeken moet in de kop van Overijsel, tussen Steenwijk, Giethoorn en Blokzijl, Noordelijk van Beulaker- en Belterwiede. Dit nieuwe dorp, als het eenmaal voltooid zal zijn, mag men beschouwen als de kroon op het werk van de N.V. Ontginningsmaatschappij ,»Land van Vollenhove", welke vandaag haar 25-jarig bestaan herdenkt. Moeizaam wordt de weerbarstige, diep ingeklonken bodem van de voormalige veenderijen ontwaterd, doorgespit en geëgaliseerd. Leopold Lindtberg en Lazar Wechsler. Het gebied, waarin de jubilerende Ontginningsmaatschappij thans 25 jaar werkzaam is, mocht in menig opzicht in heel West-Europa uniek worden ge noemd, de natuurwereld alleen te ver gelijken met die van de Rhóne-delta. Verder zeggen namen als Muggebeet, Kikkerije, Otterskooi genoeg: groten deels ontveend land, met smalle uitge spaarde ribben tussen het water der trekgaten, waarin riet en zegge en dui zend soorten onkruid langzaam maar zeker het proces der verlanding weer voltrokken, gevolgd door het opgaande hout van elzen, gagel en berk. Hier woonde een sober levend volkje, dat zijn kost won met wat hooibouw en veehouderij, rietsnijden, jagen en vissen. Tussen 1850 en 1900, naarmate de ver vening ten einde liep, nam het zielental tot de helft af; de meeste veenarbeiders van hier vestigden zich toen in het op komende industriegebied van Twente. De mensen die bleven, leefden in een volkomen isolement. Behalve enkele smalle paden en duizend brug getjes vormde de punter het enige communicatiemiddel in wat weinig meer was dan een reusachtige wilder nis van water en riet en smalle stroken land. In deze wereld heeft de Ontginningsmaatschappij „Land van Vollenhove", waarin de Staat, de provincie Overijssel en het water schap Vollenhove als aandeelhouders optraden, in 1928 de spade gezet, waarbij men een dubbel doel voor ogen had: het winnen van bruikbaar land en bestrijding van de werkloos heid. De complexen grond, die voor inpoldering in aanmerking kwamen i daartoe van de eigenaars moesten orden gekocht, besloegen een opper vlak van 6.500 ha. Tot de dag van vandaag is daarvan ongeveer 2.900 ha in cultuur gebracht. Zestig nieuwe be drijven werden gesticht, terwijl acht boerderijen in aanbouw zijn en nog elf voor 1953 geprojecteerd. Op het ogenblik vindt bij het ontginningswerk jaarlijks gemiddeld 600 man werk, in het Winterseizoen tot drie maal zoveel als 's zomers. Giethoorn behouden? In een wereld van water en riet, alleen per punter bereikbaar, von den de mensen een sober bestaan, levend van hodibouw en enige veeteelt, van rietsnijden, de jacht op waterwild en visserij. Het ooit zo onherbergzame gebied wordt thans gekruist door moderne we gen. Als onderdeel van de inpolderings- i kopen, dit thans als cultuurland voor de- werken zijn de kanalen Giethoorn Steenwijk en SteenwijkOssenzijl aan gelegd. Bemalingsinstallaties werden ge bouwd. De Dienst van de Staatsdomei nen verzorgt de uitgifte der in cultuur gebrachte gronden, waarbij thans de be paling is gemaakt, dat bewoners van de streek, die destijds hun bezit voor het inpolderingswerk hebben moeten ver zelfde prijs kunnen terugkopen. Die prijs mag men stellen op gemiddeld f 400, terwijl de waarde inmiddels is vermeerderd tot ongeveer f 1.800. Het in polderen en cultuurrijp maken van zo'n enkele hectare heeft dan gekost f 14.000, waarvan f 10.000 aan loon en f 4.000 voor bijkomende werken als wegenaanleg, bruggenbouw enz. -Het hoge looncijfer is een gevolg van de omstandigheid, dat het ontginningswerk als gevolg van de bodemgesteldheid vrijwel geheel met de hand moet worden uitgevoerd. De kwaliteit van de nieuwe gron den houdt het midden tussen die van dal- en geestgrond. De winst daarvan is onvermijdelijk gepaard gegaan met het verlies van een even uitzonder lijk als karakteristiek landschap, waarvan gelukkig nog enkele gebie den, zoals de omgeving van de Otters- kooi, als natuurmonument behouden zullen blijven. Ook het waterdorp Giethoorn hoopt men als zodanig te kunnen behouden. Oppasser Gerrit Lubalt van Ouwe- hand's dierenpark te Rher.en is in de wolken en niet zonder reden, want in het najaar schreef hij naar de Negus van Abessynië met het verzoek, een of twee mannelijke leeuwen naar de Greb- beberg te sturen. De leeuwenfamilie bevindt zich daar immers in een cri- tiek stadium, daar stamvader Max enigszins aftands wordt. Dezer dagen kwam er een brief van jhr. H. P. J. Bosch van Drakestein, Nederlands ge zant te Addis Abeba, die berichtte dat de Keizer het verzoek om schenking van twee leeuwen heeft ingewilligd. eengekomen. dat over dit laatste aan tal opnieuw zal worden onderhandeld, wanneer dit, hetzij van Nederlandse, hetzij van Duitse zijde wenselijk wordt geacht. Bijzondere aandacht is geschonken aan het vraagstuk van de tarieven- Hierover dient binnenkort in nieuwe onderhandelingen overleg te worden gepleegd. Er moet bovendien worden gestreefd naar het vaststellen van een internationaal tarief op basis van we derzijds aanvaarde gezichtspunten. De beide ministers waren het er over eens, dat dit een dringende aangelegen heid is die een spoedige regeling nood zakelijk maakt, teneinde een wanorde lijke vrachtenmarkt, ook met het oog op de andere vervoermiddelen, te ver mijden. De kwestie van tie z.g. N.O.L.S.-ta rieven is tussen de ministers zeer diep gaand besproken. (Uitzonderingstarief voor Oostenrijks spoorwegvervoer naar Nederlandse havens). Minister Algera motiveerde de Ne derlandse wens het N.O.E.S.-tarief in zijn oorspronkeiyke vorm ook na 25 Januari 1953 te verlengen. Minister Seebohnt verklaarde dat hy tot zijn spijt het N.O.E.S.-tarief alleen in de vorm van Linz kon laten verlen gen. Hij zou er echter mede kunnen in stemmen dat deze oplossing tot 28 Fe bruari 1953 zou gelden en dat inmid dels een voor beide partyen bevredi gende regeling zou worden gezocht. Minister Algera kon met dit voorstel niet accoord gaan. Er werd echter ge zamenlijk vastgesteld dat het binnen kort aflopen van het N.O.E.S-larief een ongewenste toestand schept. Van Duitse zijde werd daarom toegezegd dat aan de Bundesbahn het opnemen van nieuwe onderhandelingen zou worden aanbevolen teneinde een oplossing na te streven die aan de Beneluxhavens een billijk aandeel in het Oostenrijkse ver keer verzekert. Deze te treffen regeling zal niet worden veranderd zonder dat vooraf hierover tussen de betrokken regeringen overleg heeft plaatsgehad. Deze laatste afspraak geldt tenminste gedurende een jaar na het in werking treden van het nieuwe N.O.E.S.-tarief. Besloten werd verder een commissie van ambtelijke experts uit de Benelux- landen en de bondsrepubliek Duitsland in te stellen, die zich zal bezighouden met het inventariseren van de aanhan gige zeehaven-problemen tussen de Benelux en de Bondsrepubliek Duits land. Met betrekking tot de vraag van de deelname door Nederlandse schepen aan het ..innerdeutsche" verkeer heeft minister Algera er met nadruk op ge wezen dat elke reservering van het ..innerdeutsche" verkeer voor Duitse schepen niet in overeenstemming is met de akte van Mannheim. Met het oog op het feit dat de beperkingen die aan de Nederlandse deelname in dit verkeer zijn opgelegd een deviezen- rechtelijk karakter hébben, werd aan minister Seebohm het dringend verzoek gedaan te bevorderen dat bedoelde deviezenbepalingen worden opgeheven. Naar Duitse opvatting zijn de be doelde deviezenbepalingen niet in strijd met de akte van Mannheim. Zoals bekend is dezer dagen een Rot terdamse leerling-journalist gearres teerd óp grond van het feit, dat hij bijzonderheden had gepubliceerd over een militaire installatie. Thans verne men wij, dat in dit verband een adju dant-onderofficier van de Luchtmacht in hechtenis is genomen.' die gegevens voor deze publicatie aan de journalist zou hebben verstrekt. ZONDAG 25 Januari: 3de Zondag na Driekoningen; Mis v. d. dag; 2 S. Paulus- bekering; 3 H. Petrus; Credo; prefatie v. d. H. Drievuldigheid; groen. MAANDAG: H. Polycarpus, bisschop, martelaar; eigen Mis; gewone prefatie; rood. DINSDAG: H. Joannes Chrysostomus, bis schop, belijder, kerkleraar; eigen Mis; Cre do; gewone prefatie; wit. WOENSDAG: H. Petrus Nolascus, belij der; Mis; Justus; 2 H. Agnes; gewone pne- fatie; wit. DONDERDAG: H. Franciscus v. Sales, bisschop, belijder, kerkleraar; Mis In Me dio; Credo; gewone prefatie; wit. VRIJDAG: H. Martina, maagd, martela res; Mis Loquebar; 2 tot de H. Maagd; 3 voor Kerk of Paus; gewone prefatie; rood. ZATERDAG: Mis v. d. 4de Zondag na Driekoningen; 2 H. Joannes Bosco; Credo; prefatie v. d. H. Drievuldigheid; groen. ZONDAG 1 Februari: Zondag Septuage sima; Mis v. d. dag; 2 H. Ignatius; Credo; prefatie v. d. H. Drievuldigheid; paars.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 5