Verfilming van
Kerkmuziekcongres te Amsterdam
Memorandum
Nederlands
over het
Ballet
HOU
SCI IEERWOLDE - een nieuw
dorp op de kaart
75-jarig bestaan St.
Nieuw beraad over aandeel
van de Benelux-havens
AKKERTJES fl
25 jaar ontginningswerk in
de kop van Overijsel
Praesens-Film presenteert:
Schijnwerpers op"
een befaamd
kinderdorp
Een Zwitsers
voorbeeld
Eén geselschap voor Opera en
voor vrije voorstellingen
Alle Nederl. koor
zangers verwacht
Van rietwildernis
tot cultuurland
ZATERDAG 24 JANUARI 1953
PAGINA 5
Nederland, Duitsland en het Oostenrijks vervoer
Commissies voor de zeehavenprohlemen
rillerig
lusteloos
Twee leeuwen voor
Ouwehand
Geschenk van Negus van
Abessynië
Adjudant Luchtmacht
in arrest
Liturgische weekkalender
X
By een vrij langdurig bezoek aan de Praesens-Film te Zürich is ons voor de zo
veelste maal duidelijk geworden, hoezeer de Zwitserse filmindustrie ten voorbeeld
kan gesteld worden aan die der andere kleine landen, met name ons eigen vader
land. Voortgekomen uit 't documentarismc, is de Zwitserse film met omzichtigheid
overgegaan tot de aanmaak van speelfilms, die op den duur een niveau wisten te
bereiken, dat met het buitenlandse peil zonder gevaar voor kleinering kon ver
geleken worden. Nog vers in de herinnering ligt de film „De laatste kans", door
Universal Film Agency in Nederland geïmporteerd en door het Nederlandse pu
bliek en de Pers met grote instemming ontvangen. De opvolgers van deze film
Waren „Achter de wolken" en „Marie Louise", eveneens successen in onze biosco
pen en het jongste sluitstuk was „Vier man in een Jeep", die men tot de meest
bewonderde films der laatste jaren mag rekenen, terwijl thans in Zürich de film
Heidi" voor de derde maand in volje bioscopen wordt vertoond, hetgeen een
Uniek verschijnsel moet genoemd worden.
Hiermede nebben we siecnts enkele
films van Praesens genoemd, die na de
tweede wereldoorlog naar ons land ge
komen zijn. Een lange reeks gaat daar
aan vooraf, want reeds in 1924 werd
Praesens-Film opgericht door de Poolse
ingenieur Lazar Wechsler, die ook thans
nog de directeur van de maatschappij is
tnet zijn zoon Dr. David Wechsler als
voornaamste draaiboekschrijver en Leo
pold Lindtberg als voornaamste regis
seur. De maatschappij heeft dus een
lange ontwikkeling doorgemaakt, maar
is nu dan ook aangekomen op een hoog
te, waarop zij met succes tegen het bui
tenland kan concurreren. Men moet die
concurrentie niet zien als een wedloop
in de arena, waarin zoveel filmproduc
ties hun heil zoeken door amusements
films (of wat men zo- noemt) op de
ftiarkt te brengen, doch een streven om
films te vervaardigen, die op een zeer
bepaalde en bewust gekozen manier van
de buitenlandse productie onderschei
den kunnen worden.
Om de woorden van directeur
Wechsler zelf te gebruiken: Praesens-
Film laat het gaarne aan de buiten
landse fabrieken over om het vlotte
en uiterst verzorgde amusement te
maken, waartoe zijn maatschappij in
zijn kleine land met in staat mag ge
acht worden, doch wenst te excelle
ren met films, die naar de inhoud een
hoge menselijke waarde vertegen
woordigen. Men behoeft namelijk niet
schatrijk te zijn om edel te kunnen
denken en al wie hartstochtelijk ge
looft in de boodschap, die hij meent
aan de wereld te moeten brengen,
vindt als vanzelf de welsprekende
vorm, die de boodschap dienen kan.
En hiermede is dan meteen verklaard,
waarom bepaalde films, in een klein
land gemaakt met betrekkelijk weinig
geld, niet alleen naar hun strekking
maar ook naar hun vorm bijzonder in
drukwekkend kunnen worden. Aan de
steun van de regering ligt het niet,
want ook de Zwitserse regering is
niet de scheutigste als het gaat om oe
filmindustrie. Wat dat betreft. lijkt
de Zwitserse situatie op de Nederland
se. Maar wat de Zwitsers vóór heb
ben is het geloof in hun werk en in
hun idealen. Die hébben ze namelijk.
Directeur Wechsler en zijn medewer
kers, producers van de beste soort,
zijn mensen met wie men een gesprek
kan voeren ook buiten de commer
ciële sfeer. Zij zijn vol van de over
tuiging, dat de kleine landen, die niet
m®t millioenen kunnen schermen, al
thans hun hart en hun hersens op de
goede plaats kunnen hebben en in een
oezonken en serieuze arbeid kunnen
geraken tot een krachtsinspanning, die
overtuigt door haar eerlijkheid en
haar driftig willen.
Het is hun films niet aan te zien, dat
Zij aanzienlijk minder kosten dan de
Amerikaanse producten. Het is die films
Wel degelijk aan te zien, dat zij met gro
te zorg zijn voorbereid en de weerslag
zijn van ernstig werk, voortgekomen
fit bezielende idealen. Zij zijn nooit op
sensatie gebouwd, maar op de goede wil
fm de film te gebruiken als instrument,
°at tot de mensheid spreken wil en zij
f°en dat zo van harte, dat zij vanzelf
Vormen vinden die tot vakmanschap
leiden. De productieleiders nemen er
?fh tijd voor. De film over het Pesta-
jfzzi-dorp bijvoorbeeld heeft een voor
bereiding gekost van anderhalf jaar.
foen was het draaiboek klaar en kon
teen aan de opnamen beginnen. Op die
teanier kan er nog nauwelijks gespro
ken worden van een industrie. Het is
Veeleer een artistieke, ambachtelijke
®volutie, ontstaan uit een, voortdurende
bezorgdheid om het thema en de vorm,
?®als Leopold Lindtberg het uitdrukt.
Jtet de gesprekken met de leiders van
"faesens-Film en uit de aanschouwing
Van hun werkzaamheden krijgt men
gaandeweg de indruk, dat een aanvan-
slijk langzame ontwikkeling vrijwel
fbfiens (als bij de Italianen) vruchtbaar
ls geworden in enkele films van bijzon-
?®r formaat, die men vergeefs in andere
tenden zoeken zal.
In de grootste films van de Zwitsers
s dit duidelijk waarneembaar, maar
Jelfs een eenvoudig verhaal als „Heidi"
ï°ont er de sporen van. De film, door de
ualiaan Commencini vervaardigd, gaat
j"®cht naar het hart omdat zij nergens
teet vals gevoel werkt en op bijna sim
ple wijze het landschap in de hancre-
teg betrekt. Heidi, het kind van de ber-
??h, dat niet naar school wil en ook
5ïet mag van haar koppige grootvader,
Te in onmin leeft met het dorp, wordt
j?.?fr een tante gekidnapt en naar een
ijke familie in Frankfort, waar tante in
jfenst is, gesmokkeld. Daar verbaast zij
fdereen met haar argeloosheid, die zo
Foot is, dat zij er op uittrekt om de
?et'gen te gaan zoeken. Ze beklimt een
,°ren in de hoop in de verte bergen
zullen zien, want zij kan zich niet
oorstellen, dat een mens zonder ber-
5e? zou kunnen leven. Hoewel haar
..riendje thuis dag aan dag de stelling
jOrdedigd heeft, dat een mens kiezen
Epst tussen de bergen en de geleerd-
26ló, laat zij zich door een lieve oude
fame in de Frankforten familie over
halen om te leren lezen en als zij dan
ervaart, dat men uit de boeken fraaie
dromen leren kan, durft zij tenslotte
weer naar opa terug in de overtuiging,
dat zij in weerwil van haar geleerdheid
zich toch wol in haar bergen thuis zal
voelen.
Het is een simpel verhaal, met grote
zorg in beeld gebracht zonder evenwel
de geringste poging tot originaliteit, maar
in zijn ëenvoud een betoog ten gunste
van het gezonde bergvolk en de vrede
onder de mensen. De film schokt nie
mand, maar de reacties van het publiek
in Zürich, zowel de jeugd als de vol
wassenen, waren bepaald verrassend
van echtheid. „Heidi" kon enigszins ver
geleken worden met „Marie-Louise".
maar overtreft die film door de zuiver
heid van toon.
Pestalozzi-dorp
De nieuwste productie van Prae
sens-Film is de verfilming van het
Pestalozzi-dorp in Trogen in de na
bijheid van St. Gallen. Over de titel
van de films is men het nog niet eens.
Ook die keuze vergt bezonnenheid.
In Engeland zal men spreken van „The
Village", in Zwitserland vermoedelijk,
van „Kinder-Dorf" en de Nederlandse
naam hangt nog in de lucht. Maar de
keuze van de stof tekent wederom de
hang naar het menselijk probleem.
Het Pestalozzi-dorp is een schepping
van de Züricher journalist Walter Ro
bert Corti, die men bepaald moet ho
ren spreken om iets te begrijpen van
de zakelijkheid en de geestdrift, de
werkelijkheidszin en hei idealisme,
nodig om een zo gewaagd schijnend
project als het Pestalozzi-dorp aan te
durven. Bewogen door de ellende van
zoveel oorlogswezen uit verschillende
landen en gelovend in een algemene
eensgezindheid, die bij de kinderen
beginnen kan, is hij op de gedachte
gekomen, een samenleving van kin
deren in het leven te roepen, die de
wereld duidelijk zou kunnen maken
Heidi op zoek naar bergen.
dat een
onde en broederlijke maat
schappij bestaanbaar is, als men even
als de kinderen van goede wil is.
Kort na de oorlog is Pestalozzi-dorp
opgericht, aanvankelijk met veel twij
fels. Maar thans staan daar een paai
dozijn huizen in de ruimte tegen de
heuvels van Trogen gebouwd, waar een
kleine tweehonderd kinderen van ver
schillende nationaliteit samenwonen on
der de hoede van leerkrachten, die te
vens de zogenaamde huisvaders en
huismoeders zijn. De kinderen zijn ai
zover dat zij niet meer spreken over de
Italiaan, de Duitser, de Fransman, de
Fin, maar dat zij elkaar bij de naam
noemen als waren zij kinderen van een
gezin. Hun dorp heeft een eigen be
stuur, dat er voor waakt, dat de kinde
ren in het huis dat zij bewonen de
sfeer van het vaderland zo nauwkeurig
mogelijk herkennen. Zij vervreemden
niet van hun land en als zij er na af
loop van hun woonperiode terugkeren,
kennen zij, dank zij de voortdurende
aandacht, die zij aan de zeden en ge
woonten van hun land hebben besteed,
hun eigen volk dikwijls beter dan de
kinderen, die er altijd hebben gewoond.
Zij komen later uit vrije wil ook terua
Namens de door de minister in 1950
ingestelde Balletcommissie, namens de
Beroepsvereniging van Danskunste
naars en namens de Federatie van Be
roepsverenigingen is de minister van O.,
K. en W. en de wethouders voor de
kunstzaken van Amsterdam en Den
Haag een memorandum overhandigd
over het Nederlands Ballet.
Daarin wordt o.m. gesteld, dat de
huidige balletgroepen drie functies
vervullen: zij bedienen de Ned. Ope
ra, zij geven voorstellingen voor de
jeugd en zij geven voorstellingen
voor volwassenen, de laatste gediffe
rentieerd naar gewone en naar in
structieve voorstellingen. In een bal
letconcentratie zouden deze drie func
ties behouden moeten blijven
De Overheid schijnt de voorstellingen
voor de jeugd buiten de voorgenomen
balletconcentratie te willen laten. De
opstellers van het memorandum verzet
ten zich daar niet tegen, maar dringen
er op aan dat de Balletgroep Scapino,
die dan zelfstandig blijft, een zodanige
werkbasis gegeven wordt, „dat werkba
sis en arbeidsvoorwaarden in een rede
lijke verhouding staan tot die van de
nieuw te scheppen werkgelegenheid."
Voor de opera en voor de voorstel
lingen voor volwassenen zou in begin
sel het meest efficiënt één balletgroep
gevormd kunnen worden, meent het me
morandum. Zij zou onder een stichting
moeten staan, waarin vertegenwoordi
gers van de centrale, eventueel regiona
le en plaatselijke overheid, van het pu
bliek en van de danskunstenaars zitting
hebben
De plaats van vestiging voor dit ene
„Nederlandse Ballet" zou het best Am
sterdam kunnen fijn, maar wordt het
Den Haag, dan zou de opera een eigen
balletkern moeten behouden. Van prin
cipiële betekenis is evenweldat alle
door de Overheid te besteden gelden op
één centraal punt worden verzameld
en dat besteding daarvan geschiedt door
één competente instantie.
Voor de leiding zou wellicht het best
deze oplossing gevonden kunnen wor
den, dat voor de algemene artistieke
leiding, voor de choreografie en voor de
functie van balletmeester(es) verschil
lende figuren overeenkomstig hun capa
citeiten worden aangezocht. De benoe
ming van een buitenlandse kracht voor
de algemene artistieke leiding zou ern
stige overweging verdienen.
In ieder geval zouden verscheidene
Nederlandse choreografen in de gelegen
heid moeten worden gesteld voor het
ballet werkzaam te zijn. Alle Neder
landse danskunstenaars zouden bij dat
Nederlands Ballet moeten kunnen solli
citeren. Tenslotte dient de opleiding een
complement van elk balletplan te zijn.
Het memorandum is ondertekend door
Paula Balma namens de Balletcommis
sie, door Hans Snoek namens de Be
roepsvereniging door Jan Kassies na
mens de Federatie. Enkele leden hebben
de Balletcommissic in de loop van
haar bestaan verlaten, n.l. mevr. L. van
Amerongen en de heren mr. M. van
Doorninck en A. van der Vies; zij be
staat nog uit mej. Paula Balma, mevr.
P. Goedkoop—Santhagens en de heren
J. Kassies en B. Verhoeven.
naar Pestalozzidorp, vol dankbaarheid,
voor wat hun samenleving daar voor hen
heeft gedaan.
Pestalozzidorp wil geen unicum zijn.
De bestuurderen zoeken sinds lang con
tact met andere landen. Eenvoudig is dat
niet. Met name is het contact in Neder
land tot dusver mislukt omdat er te
veel meningen en opvattingen in ons
land zijn om voldoende vertrouwen in
de gang van zaken te kunnen opbren
gen. Maar in andere landen is reeds een
begin gemaakt met plannen om ook
daar tot oprichting van een kinder
dorp te kunnen komen.
Dat befaamde kinderdorp zal dus het
onderwerp zijn van de nieuwste onder
neming van Praesens-Film en alweer
blijkt hieruit de gesteldheid van de on
dernemers. Zij zoeken naar onderwer
pen, die de menselijke samenleving kun
nen dienen. Zij willen betogen, dat er
eendracht kan zijn onder de mensen en
dat die eendracht zelfs1 onvermijdelijk
is, wanneer men er op de zeer lange
duur in slaagt zoveel kinderen in een
gemeenschap te betrekken, dat er later
even zoveel volwassenen zullen zijn, die
de eerlijke samenwerking als de natuur
lijkste zaak van de wei-eld zullen be
schouwen. Wanneer men daarin vast ge
looft en het filmmiddel tot zijn beschik
king heeft om te getuigen, hoe groot
dat geloof is. dan is er alle kans. dat er
een werkstuk van formaat voor de dag
zal komen.
De les uit ons bezoek aan Pestalozzi
dorp is op z'n minst deze: dat de film
productie van een klein land tot be
langwekkende resultaten kan geraken,
indien zij in handen is van mensen, die
iets te zeggen hebben en dat vurig wen-
(Eigen bericht)
In de Paasweek van 912 April zal in Amsterdam het 75-jarig bestaan van
de Nederlandse St. Gregoriusvereniginggevierd wordende vereniging, die al
die jaren op de bres gestaan heeft voor een verantwoorde kerkmuzikale praktijk
Op 3 Februari 1952 vond op initiatief van pastoor Duyves een bespreking
plaats met een vijftiental leidende figuren van de Nederlandse kerkmuziek. Hie
kwamen verschillende wensen en mogelijkheden ter sprake om de herdenking
van bovengenoemd jubileum zo luisterrijk mogelijk te vieren. Aan de 'Amster
dammers Jan Bank, pater v. d. Peet en Toon Vranken werd een nadere uitwer
king opgedragen en dezen hebben na tal van besprekingen een programma ont
worpen; in dit comité van voorbereiding werken namens de gastheer, de
Amsterdamse Korenbond. de heren Heeze en Gubbels, om de practische moge
lijkheden te verwezenlijken van huisvesting en tal van andere organisatorische
onderdelen, waarvan het slagen van een groots opgezet congres als dit afhangt.
sen te doen.
Dbg.
In grote lijn kan thans het volgende
over het eerste kerkmuziekcongres te
Amsterdam worden medegedeeld.
Op Donderdag 9 April vindt een be
groetingsavond plaats voor allen die het
congres meemaken (dirigenten, organis
ten, geestelijken, eerwaarde broedets en
zusters, onderwijzers en anderen) in de
aula en hal van het Indisch Museum,
waarbij Jan Mul, Albert de Klerk en
Alphons Asselbergs het muzika'ie ge
deelte (o.a. muziek voor twee vleugels)
in handen hebben. Deze avond zal een
intiem karakter dragen en hier is niet
alleen gedacht aan een kennismaking
van de congressisten, maar ook aan een
perste gedachtenwisseling over de ko
mende dagen.
Vrijdag 10 April zijn drie Hoogmissen
ontworpen, een eerste om acht uur voor
de eerwaarde zusters in „De Voorzienig
heid", waar onder leiding van zuster
Antonine een Mis van Pater v. d. Peet
zal worden gezongen. Om negen uur
zingt het Utrechts koor van Hans Pon
ten in „De Duif" de Missa Ave Maria
van de oud-Franse componist Févin.
waarna Albert de Klerk het orgel be
speelt. Om elf uur kunnen de liefheb
bers van een moderne mis in de be-,
kende St. Nicolaaskerk tegenover het
Centraal Station de Mis „Lauda Sion"
van Hendrik Andriessen beluisteren, ge
dongen door het koor van Meerssen on
der leiding van H. Voncken. Enige mo
derne Franse orgelwerken door B. Bar-
telink besluiten deze plechtigheid. Ook
aan het Gregoriaans proprium, altaar
dienst en -zang zal de uiterste zorg be-
'steed worden. In de middag zullen Len-
naerts (Roermond) en Driessen (Hel
mond) spreken over de Ward-methode
(met demonstratie). J. Vollaerts belicht
de muziek bij het middelbaar onderwijs
en op de seminaria en Hub. Houet zal
de deelnemende organisten een practi
sche verhandeling geven over hef or
gelspel in onze kerken.
Na dit elck wat wils-programma is er
na het diner een kort Lof onder leiding
van Hubert Cuypers in de Begijnhof
kapel en tenslotte een avondconcert in
de Bachzaal door het Collegium Mu-
sicum Amstelodamense onder leiding
van Toon Vranken met karakteristieke
polyphone composities van verschillen
de stijl en enige anonieme werken.
Lindtberg regisseert kinderen van het Pestalozzidorp.
waarover de mening der luisteraars ge
vraagd zal worden.
In „De Papegaai" wordt Zaterdags de
tweede congresdag geopend met een
Gregoriaanse Hoogmis door het Broe
derskoor uit Hilversum. Het koor van
Vörding uit Hengelo zingt de zesstem
mige Missa „Assumpta est" van Pale-
strina in d St, Dominicuskerk, aan het
orgel Gaalman en Gregoriaans door de
leerlingen van de Kerkmuziekschool te
Utrecht. Louis Toebosch uit Breda komt
in de Mozes met een eigen Mis- en Or
gelimprovisatie. In de middag zullen
over een serie actuele kerkmuziekvraag-
stukken een aantal bevoegde sprekers in
het kort het woord voeren, waarbij een
interessant debat tegemoet gezien kan
worden, 's Avonds vindt in het Con
certgebouw de uitvoering plaats van
„Jeanne d'Arc au bücher" van Honeg-
ger door het R.K. Hoofdstadkoor onder
leiding van Theo v. d. Bijl.
Zoals het zich op het ogenblik laat
aanzien, zullen door de propagandis
tische medewerking van de diocesane
St. Gregoriusvereniging-besturen, de
korenbonden en het maandblad „De Zin
gende Kerk" op Zondag 12 April enige
duizenden kerkzangers uit heel Neder
land te Amsterdam bijeen zqn.
In de loop van de morgen vinden in
alle Amsterdamse kerken Hoogmissen
plaats waarbij in alle stijlen van klas-
siek-polyphoon tot modern gezongen zal
worden. Dan komen allen om twaalf
üur tezamen voor de gemeenschappelijke
Hoogmis in de grote St. Willibrordus,
waar dr. Kat met het koor van de Haar
lemse St. Bavo de „Missa Secunda" van
Jaap Vranken zal zingen met de com
ponist aan het orgel. Na een lunch op
enige plaatsen in de stad vindt dan de
feestelijke slotbijeenkomst plaats in
bovengenoemde kerk. Het koor van deze
kerk zingt onder leiding \*an Toon
Vranken tezamen met het koor van „De
Liefde" en aan het orgel Jos Antonihet
'„Saeerdos et Pontifex" van Bruckner
met orgel en bazuinen; in het twaalf-
stemmig „Tg Deum" van J. van Schaik
(ter herdenking van alle pioniers der
Gregoriusvereniging) voegt zich hierbij
het koor van de St. Anna onder leiding
van pater v. d. Peet. Na de officiële
herdenkingsspeech van prof. dr. A.
Smijers zingt een koor van Amsterdam
se- kerkzangers onder leiding van Joep
Sehreurs de dubbelkorige Credo uit
Diepenbrock's Missa In Die Festo. Als
pater Lohuis nog een kort woord tot de
zangers gesproken heeft en bovenver
meld Te Deum gezongen is. voeren allen
tezamen een speciaal voor deze gelegen
heid gecomponeerd zangerslied van
Herman Strategier uit. Voor wie die avond
nog wat in Amsterdam blijft, is er een
improvisatieconcert ontworpen op een
van de oude Amsterdamse orgels.
Er is dus in de Paasweek in Am
sterdam veel te beleven! Op de eerste
plaats worden allen verwacht, die in
enig nader contact staan met de kerk-
muziekbeoefening, maar daarenboven
vooral op de Zondag alle kerkzangers
van. Nederland, die enigszins kans
zien, om deze feestviering in onze
hoofdstad mee te maken. De opzet is
geenszins eenzijdig, maar de rijk ge
schakeerde mogelijkheden van de
kerkmuziek als integrerend bestand
deel van onze H. Liturgie zullen vol
ledig tot haar recht komen en allen
in gemeenschappelijke vreugde een
nieuwe stimulans geven tot het
„dubbel bidden" dat „goed zingen"
immers is!
Zoals bekend heeft minister mr. J.
Algera deze weck besprekingen ge
voerd met de Duitse Bundesminister
für Verkehr, dr. ir. H. C. Seebohm te
Baden Baden. Over dit overleg werd
Vrijdag te Den Haag het volgende com
muniqué gepubliceerd:
Aan het internationale goederenver
keer langs de weg tussen Nederland en
de Duitse Bondsrepubliek kan van
beide zijden het thans in Nederland tot
dit verkeer toegelaten aantal onderne
mers deelnemen. Elk der beide regerin
gen kan dit aantal zonder nadere afspra
ken ten aanzien van de onder haar res
sorterende ondernemers met maximaal
tien procent, verhogen. Er werd over-
Advertentie
Neem LI toch in acht bij de
■r w Neem LI tocl
eerste verschijnselenBestrijdt dadelijk die
opkomende griep! Neem één of twee sN-
AKKERTJESen ga vroeg naar bed! HZ;
he/pen direct/
(Van onze speciale verslaggever)
Er staat een nieuw dorp op de kaart van Nederland: Scheerwolde. Het telt van
daag de dag nog pas 16 huizen, maar over een jaar of vijf zullen het er 60 zyn,
terwijl het uiteindelijk bevolkingscijfer is geraamd op 650. Dit dorp is bestemd
tot verzorgingscentrum van een gebied, dat ooit tot de meest geïsoleerde uithoeken
van Nederland heeft behoord en dat men zoeken moet in de kop van Overijsel,
tussen Steenwijk, Giethoorn en Blokzijl, Noordelijk van Beulaker- en Belterwiede.
Dit nieuwe dorp, als het eenmaal voltooid zal zijn, mag men beschouwen als de
kroon op het werk van de N.V. Ontginningsmaatschappij ,»Land van Vollenhove",
welke vandaag haar 25-jarig bestaan herdenkt.
Moeizaam wordt de weerbarstige,
diep ingeklonken bodem van de
voormalige veenderijen ontwaterd,
doorgespit en geëgaliseerd.
Leopold Lindtberg en Lazar Wechsler.
Het gebied, waarin de jubilerende
Ontginningsmaatschappij thans 25 jaar
werkzaam is, mocht in menig opzicht
in heel West-Europa uniek worden ge
noemd, de natuurwereld alleen te ver
gelijken met die van de Rhóne-delta.
Verder zeggen namen als Muggebeet,
Kikkerije, Otterskooi genoeg: groten
deels ontveend land, met smalle uitge
spaarde ribben tussen het water der
trekgaten, waarin riet en zegge en dui
zend soorten onkruid langzaam maar
zeker het proces der verlanding weer
voltrokken, gevolgd door het opgaande
hout van elzen, gagel en berk. Hier
woonde een sober levend volkje, dat
zijn kost won met wat hooibouw en
veehouderij, rietsnijden, jagen en vissen.
Tussen 1850 en 1900, naarmate de ver
vening ten einde liep, nam het zielental
tot de helft af; de meeste veenarbeiders
van hier vestigden zich toen in het op
komende industriegebied van Twente.
De mensen die bleven, leefden in
een volkomen isolement. Behalve
enkele smalle paden en duizend brug
getjes vormde de punter het enige
communicatiemiddel in wat weinig
meer was dan een reusachtige wilder
nis van water en riet en smalle
stroken land. In deze wereld heeft de
Ontginningsmaatschappij „Land van
Vollenhove", waarin de Staat, de
provincie Overijssel en het water
schap Vollenhove als aandeelhouders
optraden, in 1928 de spade gezet,
waarbij men een dubbel doel voor
ogen had: het winnen van bruikbaar
land en bestrijding van de werkloos
heid. De complexen grond, die voor
inpoldering in aanmerking kwamen
i daartoe van de eigenaars moesten
orden gekocht, besloegen een opper
vlak van 6.500 ha. Tot de dag van
vandaag is daarvan ongeveer 2.900 ha
in cultuur gebracht. Zestig nieuwe be
drijven werden gesticht, terwijl acht
boerderijen in aanbouw zijn en nog
elf voor 1953 geprojecteerd. Op het
ogenblik vindt bij het ontginningswerk
jaarlijks gemiddeld 600 man werk, in
het Winterseizoen tot drie maal zoveel
als 's zomers.
Giethoorn behouden?
In een wereld van water en riet,
alleen per punter bereikbaar, von
den de mensen een sober bestaan,
levend van hodibouw en enige
veeteelt, van rietsnijden, de jacht
op waterwild en visserij.
Het ooit zo onherbergzame gebied
wordt thans gekruist door moderne we
gen. Als onderdeel van de inpolderings- i kopen, dit thans als cultuurland voor de-
werken zijn de kanalen Giethoorn
Steenwijk en SteenwijkOssenzijl aan
gelegd. Bemalingsinstallaties werden ge
bouwd. De Dienst van de Staatsdomei
nen verzorgt de uitgifte der in cultuur
gebrachte gronden, waarbij thans de be
paling is gemaakt, dat bewoners van de
streek, die destijds hun bezit voor het
inpolderingswerk hebben moeten ver
zelfde prijs kunnen terugkopen. Die
prijs mag men stellen op gemiddeld
f 400, terwijl de waarde inmiddels is
vermeerderd tot ongeveer f 1.800. Het in
polderen en cultuurrijp maken van zo'n
enkele hectare heeft dan gekost f 14.000,
waarvan f 10.000 aan loon en f 4.000 voor
bijkomende werken als wegenaanleg,
bruggenbouw enz. -Het hoge looncijfer
is een gevolg van de omstandigheid, dat
het ontginningswerk als gevolg van de
bodemgesteldheid vrijwel geheel met de
hand moet worden uitgevoerd.
De kwaliteit van de nieuwe gron
den houdt het midden tussen die van
dal- en geestgrond. De winst daarvan
is onvermijdelijk gepaard gegaan met
het verlies van een even uitzonder
lijk als karakteristiek landschap,
waarvan gelukkig nog enkele gebie
den, zoals de omgeving van de Otters-
kooi, als natuurmonument behouden
zullen blijven. Ook het waterdorp
Giethoorn hoopt men als zodanig te
kunnen behouden.
Oppasser Gerrit Lubalt van Ouwe-
hand's dierenpark te Rher.en is in de
wolken en niet zonder reden, want in
het najaar schreef hij naar de Negus
van Abessynië met het verzoek, een of
twee mannelijke leeuwen naar de Greb-
beberg te sturen. De leeuwenfamilie
bevindt zich daar immers in een cri-
tiek stadium, daar stamvader Max
enigszins aftands wordt. Dezer dagen
kwam er een brief van jhr. H. P. J.
Bosch van Drakestein, Nederlands ge
zant te Addis Abeba, die berichtte dat
de Keizer het verzoek om schenking
van twee leeuwen heeft ingewilligd.
eengekomen. dat over dit laatste aan
tal opnieuw zal worden onderhandeld,
wanneer dit, hetzij van Nederlandse,
hetzij van Duitse zijde wenselijk wordt
geacht.
Bijzondere aandacht is geschonken
aan het vraagstuk van de tarieven-
Hierover dient binnenkort in nieuwe
onderhandelingen overleg te worden
gepleegd. Er moet bovendien worden
gestreefd naar het vaststellen van een
internationaal tarief op basis van we
derzijds aanvaarde gezichtspunten.
De beide ministers waren het er over
eens, dat dit een dringende aangelegen
heid is die een spoedige regeling nood
zakelijk maakt, teneinde een wanorde
lijke vrachtenmarkt, ook met het oog
op de andere vervoermiddelen, te ver
mijden.
De kwestie van tie z.g. N.O.L.S.-ta
rieven is tussen de ministers zeer diep
gaand besproken. (Uitzonderingstarief
voor Oostenrijks spoorwegvervoer naar
Nederlandse havens).
Minister Algera motiveerde de Ne
derlandse wens het N.O.E.S.-tarief in
zijn oorspronkeiyke vorm ook na 25
Januari 1953 te verlengen.
Minister Seebohnt verklaarde dat hy
tot zijn spijt het N.O.E.S.-tarief alleen
in de vorm van Linz kon laten verlen
gen. Hij zou er echter mede kunnen in
stemmen dat deze oplossing tot 28 Fe
bruari 1953 zou gelden en dat inmid
dels een voor beide partyen bevredi
gende regeling zou worden gezocht.
Minister Algera kon met dit voorstel
niet accoord gaan. Er werd echter ge
zamenlijk vastgesteld dat het binnen
kort aflopen van het N.O.E.S-larief een
ongewenste toestand schept. Van Duitse
zijde werd daarom toegezegd dat aan
de Bundesbahn het opnemen van
nieuwe onderhandelingen zou worden
aanbevolen teneinde een oplossing na te
streven die aan de Beneluxhavens een
billijk aandeel in het Oostenrijkse ver
keer verzekert. Deze te treffen regeling
zal niet worden veranderd zonder dat
vooraf hierover tussen de betrokken
regeringen overleg heeft plaatsgehad.
Deze laatste afspraak geldt tenminste
gedurende een jaar na het in werking
treden van het nieuwe N.O.E.S.-tarief.
Besloten werd verder een commissie
van ambtelijke experts uit de Benelux-
landen en de bondsrepubliek Duitsland
in te stellen, die zich zal bezighouden
met het inventariseren van de aanhan
gige zeehaven-problemen tussen de
Benelux en de Bondsrepubliek Duits
land.
Met betrekking tot de vraag van de
deelname door Nederlandse schepen
aan het ..innerdeutsche" verkeer heeft
minister Algera er met nadruk op ge
wezen dat elke reservering van het
..innerdeutsche" verkeer voor Duitse
schepen niet in overeenstemming is
met de akte van Mannheim. Met het
oog op het feit dat de beperkingen die
aan de Nederlandse deelname in dit
verkeer zijn opgelegd een deviezen-
rechtelijk karakter hébben, werd aan
minister Seebohm het dringend verzoek
gedaan te bevorderen dat bedoelde
deviezenbepalingen worden opgeheven.
Naar Duitse opvatting zijn de be
doelde deviezenbepalingen niet in
strijd met de akte van Mannheim.
Zoals bekend is dezer dagen een Rot
terdamse leerling-journalist gearres
teerd óp grond van het feit, dat hij
bijzonderheden had gepubliceerd over
een militaire installatie. Thans verne
men wij, dat in dit verband een adju
dant-onderofficier van de Luchtmacht
in hechtenis is genomen.' die gegevens
voor deze publicatie aan de journalist
zou hebben verstrekt.
ZONDAG 25 Januari: 3de Zondag na
Driekoningen; Mis v. d. dag; 2 S. Paulus-
bekering; 3 H. Petrus; Credo; prefatie v.
d. H. Drievuldigheid; groen.
MAANDAG: H. Polycarpus, bisschop,
martelaar; eigen Mis; gewone prefatie;
rood.
DINSDAG: H. Joannes Chrysostomus, bis
schop, belijder, kerkleraar; eigen Mis; Cre
do; gewone prefatie; wit.
WOENSDAG: H. Petrus Nolascus, belij
der; Mis; Justus; 2 H. Agnes; gewone pne-
fatie; wit.
DONDERDAG: H. Franciscus v. Sales,
bisschop, belijder, kerkleraar; Mis In Me
dio; Credo; gewone prefatie; wit.
VRIJDAG: H. Martina, maagd, martela
res; Mis Loquebar; 2 tot de H. Maagd; 3
voor Kerk of Paus; gewone prefatie; rood.
ZATERDAG: Mis v. d. 4de Zondag na
Driekoningen; 2 H. Joannes Bosco; Credo;
prefatie v. d. H. Drievuldigheid; groen.
ZONDAG 1 Februari: Zondag Septuage
sima; Mis v. d. dag; 2 H. Ignatius; Credo;
prefatie v. d. H. Drievuldigheid; paars.