Prof. dr. Alph. Mulders zestig jaar Het spoot van het Stichting Oud-Politieke Delinquenten een verboden vereniging? <3S^SANOSTOL Schaepmans letterkundige aesthetica (scheepyaariberichien) Hoogleraar in Missiologie en Oosterse theologie Dr. S. L. Louwes begraven Geen heldenherdenking op Duits oorlogskerkhof 9 November is symbolische dag voor Nationaal Socialisme Uit de voorgeschiedenis van de moderne interpretatie-methodiek Benauwde hoest ABDUSIROOP De malversaties bij het slachthuis te Zaandam 4 VRIJDAG 30 JANUARI 1953 PAGINA 5 maatregelen tegen Aidit en Njoto Indon. regering trekt gegeven antwoord in Ner,^regermg. °'m' gezegd> dat de Grafrede van minister Mansholt Nasleep „Malang-affaire" Ned. politie-inspecteur 3 A jaar in gevangenis Uit Djacarta in Nederland Handelsverdrag tussen Nederland en Egypte „Wij houden ons buiten politieke activiteit" Inaugurele rede van prof. dr. W. Asselbergs MARKTBERICHTEN Afval werd meegenomen; keurmeester kreeg goed vlees terug Geboren op 31 Januari 1893, viert mgr. prof. dr. Alph. Mulders morgen zijn zestigste verjaardag. Een kroonjaar, welks vieting vooral in academische kringen dikwijls met een bijzondere huldebetuiging aan de jubilaris fiepaard gaat. Het zal ook deze jublaris niet aan bijzondere hulde op deze dag ontbreken, want geleerden uit binnen- en buitenland zullen hem een Donum Natalicium, een verjaringsgeschenk aanbieden in de vorm van een bundel we tenschappelijke essays, door hen samengesteld over onderwerpen, welke in ver band staan met de vakken, door de jubilaris aan de R.K. Universiteit te Nijmegen Bedoceerd: Missiologie, Oosterse Theologie en Fundamentele Theologie. ledereen, die per trein de lijn Lage ZwaluweRoosendaal of de lijn Breda Roosendaal bereden heeft, heeft de geboorteplaats van prof. Alphons Mulders zien liggen in het hart van West-Brabant: het Oudenbosch van de Zouaven- Pastoor Willem Hellemons, Rome in het klein door de in verre omtrek domi nerende indrukwekkende koepel van de basiliek, op haar fagade na een getrouwe, °P kleinere schaal gebouwde nabootsing van de St. Pieter te Rome, alsmede door «te minder grote koepel van de kapel van het Instituut der Broeders van Rt. Louis, welke kapel op haar beurt gedeeltelijk een imitatie van de St. Jan Pan Lateranen in Rome is: pastoor Hellemons, de stichter tevens van deze Con gregatie der Broeders van' de H. Aloysius, liep nu eenmaal rond met Romeinse herken en koepels in zijn hoofd. Na zijn priesterwijding op 2 Juni 1917 Hoeven, studeerde Mulders nog ge durende vier jaren theologie aan de Universiteit te Fribourg (Zwitserland), Waar hij op 19 Juli 1921 summa cum teude promoveerde tot doctor in de H. Godgeleerdheid op proefschrift, getiteld -La Vocation du Sacerdoce", de Pries terroeping, een werk later ook in het Angels vertaald. De keuze van het onderwerp voor zijn Proefschrift tekent Collega Mulders ten boeten uit. Immers, in geheel zijn handel wandel, in verschijning en optreden, *s hij boven alles en in alles: Priester, de 8an God en voor Diens H. Dienst ge dijde. Altijd waardig en voornaam, be heerst en evenwichtig, gereserveerd en hnctievol; doch men behoeft maar een bepaalde toon aan te slaan of onmiddel lijk gaat er een snaar in hem meetrillen beseft men, dat men staat tegenover ®en mens, met een warm voelend en innig mede-levend hetzij mede lijdend, hetzij mede-verheugend hart. Een mens, voor wie ten volle bewust b«n priesterleven essentieel een offer teven behoort te zijn; iemand, die zich Jblf weet weg te cijferen en zich zelf boven persoonlijke offers en tegenslagen teeet te plaatsen, hetgeen alleen mogc- jiik is door een nauw contact met God te een diep-religieus leven. Nergens be ter leert men prof. Mulders kennen dan te eigen huis, op zijn eigen werkkamer, te zijn eigen omgeving, waar hij krach tens zijn talrijke functies vele mensen, Vooral ook priesters en in het bijzonder teissionarissen toekomstige of op v3cantie zijnde met een gulheid ont- Vangt, alsof hij niets anders te doen had *h zijn tijd niet overbezet was. Vele za kelijke gesprekken hebben op zijn ka- teer plaats gehad, maar mij dunkt: na tele zakelijke gesprekken moet er een Persoonlijk gesprek ontstaan zijn, waar- Jan ieder van zijn bezoekers rijker is teruggekeerd. En ieder die hem aldus heeft leren kennen, moet de grootste hoogachting voor deze mens hebben opgevat. Deze Persoon is morgen 60 jaar en wij ver- Leugen ons er over, dat wij als voor zitter van de Theologische Faculteit en vooral ook als oud-leerling, wiens Promotor de jubilaris tengevolge van Plotselinge overlijden van prof. Franses z.g. geweest is, de gelegenheid krijgen om hier de aandacht op deze verjaardag te vestigen, want velen in den lande en over de gehele wereld in alle missiegebieden zullen er zijn, die verenigd in de geest God willen dan ken voor alles wat door Hem is tot stand gebracht door middel van deze Persoon en die God willen smeken voor een nog lang en vruchtbaar leven. «Miester zijn betekent Apostel zijn. "ten heeft het reeds geproefd uit het oorgaande: deze jubilaris is apostel, e Oosterse afgescheiden Christenen of Uhodoxen, de afgescheiden Christenen an het Westen: Protestanten, Anglica- bn en Jansenisten, alsmede de vele pensen die nog nooit van het Christen en hebben gehoord of daarmee pas in ,bi"ste aanraking zijn in de Missiegebieden, del ebben zijn vurige, daadwerkelijke be- gstelling. Hij is niet slechts bestuurs- j van het Apostolaat der Hereniging, ~at het vorige jaar op zo luisterrijke, hvergetelijke wijze zijn 25-jarig jubi- heeft gevierd onder het patronaat ,.an niemand minder dan Zijne Eminen te Eugenius Kardinaal Tisserant, maar Aj 's ook mede-oprichter van dit Apos taat: arbeider dus van de allereerste Jte- Talrijk waren zijn voordrachten in fe twintiger jaren over het Hereni- «'bgsvraagstuk; een cyclus van die hel dere, overzichtelijke voordrachten zijn i.b°r hem in 1930 gepubliceerd onder de .tel „Naar Kerkelijke Eenheid". De Pologetische Vereniging Petrus Cani- yUs, tegenwoordig de St. Willibrordus- ereniging, mocht in hem haar voorzit- j r begroeten en waarderen gedurende e jaren 1934-1941. „Eijn allergrootste en meeste verdien- L11 liggen echter op het terrein van de j's.sie. Bij de oprichting van de. Missio- L?Ische leerstoel aan de R.K. Universi ty, °P 3 October 1930 werd Mulders (j ast met dit onderwijs en reeds op 27 gember 1930 volgde zijn benoeming fcj; hoofdredacteur van „Het Missie- welk tijdschrift sindsdien door te op voortreffelijke wijze en met on- k,. Dauwde energie geleid wordt. In de testermissiebond bekleedt hij de func- van bestuurslid, terwijl hij ook LteZ'tter is Van het Nederlands Volken- ,Puig Missiemuseunr. teaa llet begin van het academisch jaar g ;®"1937 aanvaardde hij het ambt van dj, '°on hoogleraar aan de R.K. Univer- eit met leeropdracht: Missiologie en ^.Ulijkcns een mededeling van de voor- Vail r.Van be sectie Buitenlandse Zaken Dj0. "et Indonesische parlement, mr. iverl/ Gondo, heeft deze sectie op een lij,,, vergadering met de minister van hia,fbtendse Zaken de Nederlandse sProkegelen ..tegen Aidit en Njoto be kom» en* zei> dat men overeenge- Laar ls,'..lla' de Indonesische regering ekkem gegcven antwoord zal in- NtV,^31" altewoord op de vragen van *ted ri? ®lld Peris Pardede (P.K.I.) ^eschnf, J6 ma re§elen door haar niet )teh ru T -j worden als een belediging tegeiipL. ,onesiscbe republiek. In wel- th r,tG kring WOT"Ht verHor Trom r\ Prof. dr. A. Mulder. Oosterse Theologie, later nog uitgebreid met Fundamentele Theologie. Zijn lief de voor de Ene, Heilige, Apostolische en Roomse Kerk, zijn interesse voor haar verbreiding over de wereld en een daarmee gelukkigerwijze gepaard gaand weergaloos organisatie-talent vonden hun bekroning in het jaar 1948, toen in Nijmegen werd opgericht het Missiolo- gisch Instituut met als bedoeling de speciale vorming van wetenschappelijk onderlegde missionarissen, aan wie zo wel in de missiegebieden als in het va derland leidende en lerende functies kunnen worden toevertrouwd. Het Mis- siologisch Instituut is een vrucht van het onvermoeid streven en de doorzet tende arbeid van deze, zijn eerste voor zitter-directeur, die sinds jaar en dag in de geest was bezig geweest met dit, zijn geesteskind. Niemand duidelijker dan hijzelf heeft de doelstelling van dit Instituut aange geven, toen hij in zijn rectorale rede, getiteld: „Missie en Wetenschap", op 17 October 1946 deze aldus omschreef: „de wetenschappelijke beoefening van het onderwijs in al datgene, wat ge richt is op een grondige motivering van, een alzijdige oriëntering omtrent en een verdiept inzicht in het missie wezen". Vanwege zijn arbeid ten be hoeve van de oprichting en inrichting van het Missiologisch Instituut heeft de jubilaris recht op de b 1 ij v e n d e dank van Universiteit en geheel Katholiek Nederland, heel in het bijzonder van alle missionnerende Orden en Congrega ties. In oprechte dankbaarheid wensen wij de thans 60-jarige een: Ad muitos annos! Prof. dr. M. GOEMANS O.F.M. Aan de jubilaris zal Zaterdag een „Donum natalicium" worden aangebo den, waaraan 20 geleerden uit vier we relddelen hun medewerking hebben ge geven. De wetenschap treedt hierin aan de dag als de dienares van de practische missionnering. Dit boek zal zijn waarde behouden. In een in het boek opge nomen schrijven huldigt mgr. H. J. J. van Hussen, nationaal directeur van de Priestermissiebond in Nederland, de jarige als de pionier en de nimmer ver sagende zwoeger in dienst van de voor de missie zo onmisbare wetenschap en dankt mgr. Mulders voor zijn grote hulpvaardigheid en onuitputtelijke dienstwilligheid. Op 31 Januari a.s. zal prof. Mulders te zijnen huize te Nijmegen een receptie houden van 1517 uur. (Van onze correspondent) Dr. ir. S. L. Louwes is na een leven van hard en belangrijk werken, terugge keerd naar de plaats waarheen zijn hart altijd trok, naar de wijde polder, onder de beschutting van de dijk. zoals minis ter Mansholt in een grafrede in gevoel volle bewoordingen uitdrukte. Gister middag waren zeer velen naar het Gro ninger polderland gekomen naar het kleine plaatsje Vierhuizen, waar onder het gebeier van de torenklok van het kerkje aldaar de begrafenis plaats vond. Een lange stoet met zeer vele vooraan staande figuren uit het gehele land volgde de baar op de laatste tocht. Onder ben bevonden zich de ministers S. L. Mansholt en ir. C. Staf en verder nage noeg alle vooraanstaande figuren uit landbouwkringen. Aan het graf sprak de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening namens het Neder landse volk. De minister schetste ir. Louwes als een grote nationale figuur, die zijn taak niet vervulde omdat hij moest, maar omdat hij haar zelf wilde. „Het Nederlandse volk is voor datgene v/at hij gedaan heeft zeer dankbaar en de familie moge zich daardoor gesterkt weten". Namens de familie sprak een zwager van de overledene, de heer J. Lindenberg uit Winsum en uit deze toe spraak bleek welk een grote plaats de overledene ook in het familieleven had ingenomen. Een broer van de overledene, de heer H. D. Louwes, Eerste Kamerlid, herinnerde er aan dat Woensdag afscheid genomen is van de man van het open bare leven, terwijl dit nu gebeurt van de mens. vader en broeder. „Stephanus is nu weer thuis, in het dorp, in be kende omgeving, temidden van vrienden en bekenden en ik ben er van overtuigd dat hij ook op zijn eeuwige bestemming is gekomen". Mr. H. J. Louwes, de oudste zoon, dankte namens de familie voor de be langstelling en merkte op dat het voor beeld en de inspiratie van zijn vader de familieleden in deze zware dagen kracht zouden geven. (Van onze speciale verslaggever) Gisteravond is per K.L.M. uit Djacarta aangekomen de oud-politie-inspecteur E. G. de Neve, die in Djacarta 3'A jaar ge vangen heeft gezeten in verband met moord op een Indonesiër tijdens de zgn. „M alang-affaire". Een van de< ondergeschikten van in specteur De Neve zou deze moord heb ben gepleegd, hetgeen voor de Indone sische Justitie aanleiding was diens Ne derlandse superieur te arresteren. De heer De Neve heeft twee jaar in preven tieve hechtenis doorgebracht. Daarna werd hij er zijn totaal elf rechtzit tingen aan zijn zaak gewijd tot 3Y4 jaar met aftrek veroordeeld. Het was mogelijk tegen dit vonnis appèl aan te tekenen, maar de behandeling van een dergelijk appèl pleegt, aldus de heer De Neve, in Indonesië anderhalf jaar op zich te doen wachten. „Zodat het voor mij toch hetzelfde bleef en ik maar van appèl heb afgezien", verklaarde hij. In de aankomsthal van Schiphol om helsde de heer De Neve, die er mager, maar overigens gezond uitzag, zijn zoon tje en dochtertje. Zijn echtgenote, met wie hij tijdens zijn gevangenschap geen enkel contact had mogen hebben, moest buiten douanegebied op hem wachten. _De toekomstplannen van de heer De Neve stonden bij zijn aankomst in zo verre vast, dat hij zo spoedig mogelijk naar zijn broers, die in de Verenigde Staten wonen, hoopt te kunnen gaan. Donderdag is op het Egyptische mi-, nisterie van Buitenlandse Zaken een handelsovereenkomst tussen Nederland en Egypte ondertekend. vX m 1. In de werkplaatsen en smederijendie de binnenplaats van Eric's burcht om ringen, heerst 's ochtends vroeg reeds een grote bedrijvigheid. Toch onderbreken de meeste mannen even hun werk als een jongen van ruim vijftien jaren iedere morgen langs hen komt om naar de stallen te gaan. Ze zijn allen bijzonder gesteld op de zoon van de Noorman, die op iedere kwinkslag een snedig antwoord heeft en wiens belangstelling in paarden en wapenen slechts overtroffen wordt door zijn onver zadigbare honger naar de oude heldenverhalen der Noormannen. Op de frisse herfstochtend, waarop dit verhaal begint, heeft Erwin echter geen aandacht voor de mannen om hem heen. Luisterheer Erwin", roept een der smeden, een reus met een vrolijk krullende baard hem toe, dan zal ik u verder vertellen hoe de dwerg Tröge het betoverde edelhert joeg." Doch de jongen heeft slechts oog voor de boog, die hij in zijn handen houdt en schudt ongeduldig het hoofd. „Ik heb geen tijd voor verhalen," zegt hij waardig. „Ik ga nu zelf eén edelhert schieten. Kom mee, Wolf!" En met de hond op zijn hielen loopt hij naar de stallen. De oude jager Alström, die op een bank voor de stallen zijn jichtige botten in de eerste zonnestralen koestert, ziet hem aankomen en grijnst vertederd. „Ge zijt vroeg, Erwin, als ita me niet vergis. Tjcha, uw paard is nog niet gezadeld. Ge wilt de fazanten te vroeg uit de slaap schrikken, mijn jongen." „Ik kan mijn eigen paard wel zadelen," zegt Erwin lachend. „En de fazanten, mogen blijven slapen. Vandaag schiet ik enkel edelherten met mijn nieuwe boog, of beren!" „Tjcha. Elk arendsjong schreeuwt het hardst, als het nóg geen veren heeft. Laat zien die nieuwe boog. Die jonge schreeuwers van tegenwoordig denken, dat ze met iedere krom gebogen wilgentak een heldenstuk kunnen uithalen, als ik me niet vergis." En gniffelend neemt de oude Erwin de boog uit de hand om hem met een krachtige ruk te spannen. „Pas op! Breek hem niet!" roept de jongen verschrikt. „Fadir heeft hem zelf voor mij gemaakt." „Tjcha. De man, die een boog kan breken, die door uw vader gemaakt is, moet nog geboren worden, Heer Eric is de enige, die een betere boogpees spant dan de oude Alström, als ik me niet vergis." Hij geeft het wapen met een goedkeurend gegrom terug. „Als de jicht me niet in de knoken zat, ging ik nu met u mee het bos in om u te leren, hoe ge een goede boog als deze moet hanterenmijn jongen. Misschien zou dat toch wel het beste 'zijn, want er doen boze geruchten de ronde." „Wat voor geruchtenvraagt Erwin nieuwsgierig. De oude jager buigt zich voorover. „Hebt ge ooit gehoord van Bor Khan?" vraagt hij geheimzinnig. (Van onze speciale verslaggever) „De Stichting Oud-Politieke Delinquenten is een verboden vereniging en kan dus niet in rechte optreden; het voorgenomen gezamenlijk bezoek van de leden van deze stichting aan het Duitse oorlogskerkhof in de Peel op 9 November j.l. droeg het karakter van een ongeoorloofde politieke demonstratie en is dus te recht op last van de minister van Oorlog verboden; in geen geval heeft dr. Drees zich persoonlijk schuldig gemaakt aan een onrechtmatige daad". Aldus vatte de landsadvocaat mr. D. J. Veegens het verweer van de Staat en de minister-presi dent, dr. W. Drees, samen toen gistermiddag in voortgezette zitting de zaak van de Stichting Oud-Politieke Delinquenten tegen de Staat voor mr. C. B. Reinhold. Kantonrechter in Den Haag, diende. Zoals wellicht bekend, is, na vragen van het Tweede-Kamerlid Gortzak, door de minister van Oorlog op 8 Novem ber van het vorige jaar het besluit ge nomen het Duitse oorlogskerkhof in IJsselstein in de Peel te sluiten vooreen door genoemde stichting voorgenomen z.g. „heldenherdenking" op 9 Novem ber aldaar. Door de stichting Oud-Poli tieke Delinquenten is deze sluiting een „onrechtmatige daad'' genoemd, waar voor een schadevergoeding van f 63,40 is gevraagd, zijnde het totaalbedrag der kosten die bij de voorbereiding van deze heldenherdenking zijn gemaakt. Tevens heeft de stichting Dr. Drees be schuldigd daar aldus de eiseres de minister-president de minister van Oorlog tot zijn besluit zou hebben be wogen. Gistermiddag is de voorzitter van de Stichting Oud-Politieke Delinquenten, mr. A. J. Wolthuis, in de gelegenheid gesteld om als zaakgelastigde uitoefe ning van het ambt van advocaat werd hem na de oorlog verboden de kwes tie nader toe te lichten. Mr. Wolthuis zeide daarbij de procedure bijzonder be langrijk te achten. Er zal door de rech ter namelijk een antwoord moeten wor den gegeven op de vraag of de Stich ting Oud-Politieke Delinquenten een verboden organisatie is, m.a.w. of de Advertentie Flacon a ca. 200 gr. I 1.95 ca. 500 gr. 3.75 K.VKoninklijke Pharmaceutische Fabrieken v/h Brocades-Stheeman t Pharmacia «te j. dat kring wordt verder men van regeringszijde doen- °Ver"'j^ovete mogelijk bijzonderheden V?rza»v, ?e Ne<terlandse maatregelen te teaah-cLnü1 en dat men zou overwegen te nemen °P basis van het nciPe van represaille. Hedenmiddag heeft prof. dr. W. Assel bergs in de aula van de R. K. Universi teit te Nijmegen officieel zijn ambt van hoogleraar in de Nederlandse en alge mene letterkunde aan de katholieke alma mater aanvaard met een rede, die hij getiteld had „Vijftig jaar na Schaep mans Dood" 1) waarin hij, zoals in de ondertitel aangegeven, „een bladzijde uit de voorgeschiedenis der moderne interpretatie-methodiek" behandelde. Na een beknopte inleiding, waarin hij in bondige citaten het oordeel van Bin- newiertz, Brom, Seerp Anema, Romein, Rogier, Ter Braak en Van Deyssel over Schaepmans poëzie weergeeft ontleedt de nieuwe hoogleraar Schaepmans schoonheidsleer op haar twee hoofdken merken: het echtheidswaarmerk, dat hij eiste, en de kracht van de persoonlijk heid, die hij in het kunstwerk wilde her kennen. „Het kan niet anders", zegt prof. Asselbergs, „of de veeleer bijbelse dan scholastieke schoonheidsleer van dr. Schaepman biedt ons meer dan haar telkens herhaalde verzekering, dat de mens, met de waarheid verstandelijk vertrouwd, door een ander orgaan van zijn geestelijke samenstelling haar schit tering waarnemen wil als iets van het mens-overtreffende eeuwige, waarvoor hij, ook na de zondeval, van nature of bij genade ontvankelijk bleef". Als Schaepman verweten wordt, dat hij onbekend is met de echte aard der poëzie, dan klinkt dat verwijt ironisch, omdat hij onophoudelijk het woord echt gebruikt als een aesthetische waardebepaling. Abstracte waarheid zette zich voor zijn verbeelding in con crete echtheid om, of anders raakte zij hem niet tot in het diepst van zijn wezen. De dichterlijke scheppings kracht bestond voor hem in „de gave der objectivering of der -plastiek, dat wondere uit- en instromen des levens, waardoor de kunstenaar het leven van anderen in zich opneemt en hergeeft; dat tot geschiedenis, tot feit, tot wer kelijkheid maken zijner fantasieën, die gave, waardoor ieder genie schepper is na den Schepper". Spontane naboot sing van Gods waarachtigheid bij de ontwerping en uitvoering van het kunstwerk verzekert er de echtheid van en geeft er een geheel eigen gezag aan. „Aan de poëzie de kracht toeschrijven tot herstel der oorspronkelijke echtheid (dat is in Schaepmans gelovige ziens wijze: de paradijsbetrouwbaarheid) van de voorwerpen die zij noemt, klinkt door alle taalveroudering heen van daag weer modern", merkte prof. As selbergs daarbij op. Hij komt dan toe aan wat Schaepman in de poëzie als kracht van de persoon lijkheid onderscheidt, n.l. datgene, dat volgens hem aan de erkenbare echtheid van het verbeeldingsbeeld in de maker zijn wezen dankt. Zijn theorie der dicht kunst berust minder op een leer der ge moedsaandoeningen dan op een spontaan vertrouwen jegens de' verbeeldingskracht. „Bijbels van uitgangspunt en roman tisch van ontwerp blijft zijn beschou wingswijze, ook waar hij voorgeeft, de scholastieke leer kernachtig samen te vatten", concludeert prof. Asselbergs, en hij voegt er wat later aan toe: „Haar overtuigingskracht voor de tijdgenoot ontleende zij goeddeels aan de persoon lijke drift van de verkondiger". De hoogleraar komt dan toe aan een beschouwing over de korte polemiek, die Schaepman in 1811 met ds. J. Gtinning gevoerd heeft n.a.v. een bespreking, die de laatste gewijd had aan Schillers bal lade „Der TauCher". Gunning had de ballade ontleed als een weerspiegeling van Schillers wezen, dus als een zinne beeldige zelfbelijdenis, hetgeen hem als christen, er toe leidde in Schiller een zeker onbewuste godsdienstigheid te hul digen. Schaepman repliceert nuchter: „Schiller is nu eenmaal geen christen", maar hij erkent ten volle, dat de meer zinnigheid of althans de poly-interpre- tabiliteit van het voltooide kunstwerk het recht tot zulk een verklaring geeft, maar, schrijft hij, „met dat al mist men het recht om alles wat men in het gedicht leest, als de mening des dichters uit te ge ven", dat wil zeggen, licht prof .Asselbergs die Schaepman hier uitvoeriger citeert toe: „Schaepman geeft toe, dat de suggestiekracht der dichtertaal tot veel vormige bestudering van haar thema prikkelen kan, doch hij aanvaardt ook de scherpzinnigste voortbrengselen der süjlcritiek slechts onder strikt historische en psychologische garantie". Schaepman waarschuwde tegen vereenzelviging van de concrete kunstenaar met de abstracte mens en hij waarschuwt, als Binnendijk in 1950 tegen het gevaar van „het con strueren van een auteur, die niet gelijk is aan de auteur, maar aan zijn werken", maar bleef, op de tweesprong van auto- nomisme en psychologismede geschied- kenner, die hij was, „zodat hij aan S. Dresden de richting kon hebben aange geven". toen deze in 1950 schreef: „Het is zelfs van de kant van de taalkundige volkomen arbitrair te doen alsof de maker van geen belang is, ja zelfs, alsof hij er niet geweest is". Prof. Asselbergs wijst er dan nog op, dat Schaepman niet schreef en werkte voor de Roomse individuen, maar, met de inzet van zijn volle kracht voor de Roomsen als bestanddeel van het Neder landse volk en hij bevestigt wat Jos. v. Wely O.P. geschreven heeft: „zijn kunst was sociale kunst". 1) Uitgegeven bij Paul Brand, Bussum. besluiten van de Londense regering over de z.g. „landverraderlijke organisaties" ook voor deze stichting van toepassing zijn. Indien de Kantonreohter tot het besluit zou komen dat de stichting in derdaad verboden moet worden dan aldus verklaarde mr. Wolthuis is het bestuur onmiddellijk bereid tot liquida tie over te gaan Mr. Wolthuis betwijfelde echter sterk of zijn stichting- onder de Londense be sluiten valt. Met de N.S.B. was dat wel het geval. Dat was immers een volslagen politieke organisatie. De Stichting O.P.D. streeft echter slechts sociaal-charitatieve doeleinden na. Waar de N.S.B. zich richtte tot het gehele volk, doet de Stichting dit slechts tot de oud-politieke delinquenten en tot niemand anders. „Wij willen niets propageren", aldus de heer Wolthuis, „wij willen slechts de sociale nood onder de oud-politieke de linquenten verbeteren. Dit alles is in de statuten vastgelegd en daarom betwijfel de mr. Wolthuis ten zeerste of men zijn stichting het predicaat „landverrader- lijk" kan geven. Ook wensen de heer Wolthuis en diens vrienden zich verre te houden van elke politieke activiteit. Weliswaar hebben zij tegen de verkie zingen in hun mededelingenblad pro paganda gemaakt voor de Partij voor Recht, Vrijheid en Welvaart, „maar dat is gedaan om de figuur van de leider van deze partij, prof. Russel zelf. Niet om het partijprogram, maar in de over tuiging dat prof. Russel de belangen van ,de oud-politieke delinquenten in de Kamer zal behartigen". Voorts trok mr. Wolthuis de rechts geldigheid van de Londense Besluiten in twijfel. „Zij zijn niet door de inmiddels gekozen volksvertegenwoordiging be krachtigd en slaan bovendien op een noodtoestand die thans, negen jaar la ter, niet meer bestaat." Hij meende mr. Reinhold te moeten toevoegen, dat, in dien deze tot een zgn. ,,'utiliteitsvonnis" zou besluiten, het de Stichting Oud- P. D. onmogelijk zou zijn vele door nood-geplaagde-oud-deliquenten in de hand te houden. Voor ondergrondse ac tiviteit, die eventueel na een dergelijk vonnis zou ontstaan, kan de Stichting geen enkele verantwoordelijkheid dra gen. Als de rechter dus besluit dat de Stichting Oud P. D. geoorloofd is, dan had, aldus mr. Wolthuis, de regering een bezoek aan het Duitse kerkhof in IJs- selstein niet mogen verbieden. De open bare orde was namelijk bij de voorge nomen herdenking niet in het geding. Het kerkhof ligt op een van de een zaamste plaatsen in ons land en men kan moeilijk zeggen dat daar de open bare orde verstoord kan worden. Aan de hand van een groot aantal ci taten uit het mededelingenblad van de Stichting-Oud' Politieke Delinquenten heeft de Landsadvocaat, mr. D. J. Vee gens, bewezen dat de Stichting zich waarlijk niet beperkt tot sociaal werk, maar wel degelijk tracht het streven van nationaal-socialistische organisaties voort te zetten. Volgens het Londense Besluit Ontbinding Landverraderlijke Organisaties wordt zij dus aangemerkt als een vereniging strijdig met de openbare orde en mitsdien als bij de wet verboden. Om tot deze conclusie te komen gebruikte mr. Veegens uit latingen als: „de Bijzondere rechtsple ging is geen rechtspraak in de zin van de Grondwet, maar een verkapte poj1- tieke terreur"; „werktuigen van het Kremlin" hebben in de na-oorlogse tri bunalen 't hoogste woord gevoerd"; „wij zijn vogelvrij, want de Overheid bedekt het officiële gangsterdom met de man tel van de liefde"; „zolang Drees en de zijnen nog de scepter zwaaien, blijft het onrecht." Dr. Drees, zo stelde de Landsadvocaat, heeft ten enen male geen onrechtmatige daad gepleegd. „Helaas behoort het tot de slechte manieren van de laatste tijd dat, degenen, die zich in hun rechten gekrenkt achten, de verantwoordelijke bewindsman dagvaarden. In verband met de sluiting van het Duitse oorlogs kerkhof heeft de minister van Oorlog geheel naar eigen vrij inzicht gehandeld. Overigens staat het kerkhof in de Peel onder toezicht van het ministerie van Oorlog, dat zeker niet gehouden is op alle dagen van het jaar aan een ieder toegang te verlenen. En zeker niet in het onderhavige geval. Want. aldus mr. Veegens, ai kan mr. Wolt huis verklaren dat 9 November een internationale dodengedenkdag is, dat is het positief zeker niet. Immers. 9 November is een zeer speciale nati onaal-socialistische gedenkdag. Want op die datum, in 't jaar 1923, marcheer- Volgens het tweede artikel van de statuten van de Stichting Oud-Poli tieke Delinquenten is het doel van de stichting „het verlenen van steun aan hen, die benadeeld zijn door de sinds 1945 ingetreden toestand". Zij tracht dit onder meer te bereiken door het „organiseren van reizen in binnen- en buitenland, al of niet met transmigratie- of emigratie oogmerken". In zijn pleidooi consta teerde de Landsadvocaat mr. D. J. Veegens, dat: „reizen van kleine ge selschappen van Breda naar Kleef zouden' daaronder kunnen worden gebracht!" Overigens was het voor de bonafide journalisten, die deze zitting bijwoonden, een bepaald mihder prettige gewaarwording te kunnen constateren, dat zich in hun midden de journalistieke vertegen woordiger van de Stichting Oud-Po litieke Delinquenten bevond. De man verklaarde op te treden namens het Amerikaanse blad de Christian Science Monitor". Bij nadere 'infor matie bij de Haagse correspondent van dit blad bleek deze echter niets van het bestaan van eert tweede cor respondent in Nederland af te weten. den de Duitse nationaal-soeialisten door Miinchen, teneinde een opstand te ontketenen. Evenwel werd dit plan bloedig verijdeld. In 1943 zijn hierover op9 November redevoeringen gehouden door Adolf Hitier, Seyss-Inquart en Mussert. Bovendien is „Mein Kampf" opgedragen aan „mijn op 9 November 1923 gevallen kameraden". De herdenking van de gesneuvelden door de Stichting Oud-Politieke Delin quenten op de dag van de mislukte op stand van 1923, die tien jaar later is ge volgd door de overname van de macht, suggereert de gedachte: „Het is eens mislukt, maar wij komen terug!" Te recht, aldus de Landsadvocaat, is daar in een bedenkelijke demonstratie ge zien, al is het groepje nu nog maar klein. Mr. Wolthuis had het laatste woord. Hij vergoelijkte de door mr. Veegens gewraakte uitlatingen in zijn medede lingenblad door te verklaren dat deze voor interne kring waren geschreven. Overigens was hij de werkelijke bete kenis van de 9e November vergeten. Mr. Reinhold zal op Zaterdag 14 Febr. uitspraak doen. Advertentie Als andere «V> middelen gefaald hebben. Uw hoest minder benauwd te maken, neem dan AKKERS s werelds beste hoestsiroop AARDIJK p. 29 Landsencl n. New Orl. AGATHA 31 te Saigon. ALAMAK p. 30 Korya Morya n. Karachi. ALDABI p. 30 Recife 31 te Bahia. ALGENIB 30 van Bahia n. Las Paimas. ALMDIJK p. 30 Landsend, 31 te Antw. ALNATI 29 nm. van Santos n. Rio Jan. ALPHACCA 30 nm.31 te Hampt. Roads. AMOR p. 30 Kp. Tenez, 31 te Algiers. AMPENAN 29 nm. van Bahrein n. Bomb. AMSTELDIEP p. 30 Oporto n. Curagao. AMSTELPARK p. 30 Scillys n. St. John. AMSTELKROON p. 30 nm. Gibr. n. Eng. ANNENKERK p. 29 nm. Ouesst. n. Genua. ARNEDIJK 29 nm. te Norfolk. AXELDIJK 30 te Tampa. BAARN p. 3031 Azoren n. Antwerpen. BENGKALIS 30 nm. te Amsterdam. BILLITON 29 van Singap. n. Zamboanga. BONAIRE 30 nm. van Funchal n. W. Indië. BOSCHFONT. 30 te Genua. CALTEX UTRECHT 30 te Sidon. CAMPHUYS 30 te Semarang. CLEODORA p. 30 Kp. Dondra n. Singp. CORILLA p. 30 Kp. St. Vinct. n. Heysham. CRONENBG. p. 30 Dover, 31 te IJm, DRENTE p. 30 Sabang, 31 te Belawan, ENA p. 30 Ras al Hadd n. Gibr. ENGGANO p. 30 Djeddah n. Muscat. EOS p. 30 Corsica 31 te Genua. FAIRSEA p. 30 Pt. Soedan n. Suez. GAASTERKERK 30 te Durban. GORDIAS 30 te Patras. GOUWE p. 29 Las Paimas n. Dakar. GRAVELAND 30 te Santos. HAARLEM 30 te Pto. Limon. HAULERW. p. 30 Napels, 31 te Genua. HECTOR 30 te Bari. HER A 1 Febr. van Buenavent. te Paita v. INDRAPOERA p. 30 Messina n. Pt. Said. JAPARA KPM p. 30 Singp. n. Priok. JOH. v. OLDENB. 30 te Southampton. JUPITER 29 van Calamata n. Catania. LARENBERG p. 30 Wight n. Savona. LAURENSKERK p. 30 Kreta n. Genua. LEKKER KERK 30 te Colombo LIEVE VROUWEKERK 30 te Pt. Said. LIMBURG p. 30 Runsaljebel n. Bahrein. LISSEKERK 29 van Pt. Sudan n. Suez. LOENERK. p. 30 Colombo, 31 te Aleppy. MAAS 30 nm. te Beyrouth. MAASDAM 30 te Cristobal. MAASHAVEN p. 29 Madeira n. Las Palm. MADOERA 30 nm. van Port Said n. Amst. MARIS A p. 30 Finisterre n. Liverpool. MARKEN 30 te Singapore, verbetering. MATARAM p. 30 Finisterre n. R'dam. MEERKERK p. 30 Kp. Cambodja n. Hongk. MIRZA p. 29 Ras al Hadd n. Djibouti. MODJOK'O p. 30 Siera Leone n. Antw. MURENA 30 nam, te Singapore. NIEUW HOLL. 29 van Singp. 31 te Priok. OMALA p. 30 Kp. Dondra n. Bahrein. OPHIR 30 te Buleleng. OVULA 30 te Stanlow. PLANCIUS 30 nm.31 te Singapore. POLYDORUS 30 te Pt. Sudan. PR. ALEXANDER 29 te Antwp., verbet. PR. PHIL. WILL. p. 30 Dover n. Bathurst. PR. WILL. IV p. 30 Kp. St. Vine. n. Val. RAKI 30 van Bandarshap. 31 te Damman. REYNIERSZ 30 te Menado. ROEBIAH 30 te Calcutta. ROTTI 30 te Belawan. ROTULA 4 Febr. te Pernis verw. BUIJS 30 te Lorenco Marques. SALATIGA. 30 te Portland (O.). SALLAND 30 van St. Vincent (KV) naar Amsterdam. SARANGAN 27 van Seattle n. Kaapst. SAROENA 29 van Singap. n. Shimonoseki. SARPEDON 29 nm. te Maracaibo. SCHIE p. 30 Malta n. Piraeus. SCHIEDIJK 30 van Port Said n. N. York. SINGKEP p. 30 Perim' n. Suez. SLIEDR. p. 29 Sta. Catharina n. Trinidad. SOESTDIJK p. 30—31 Azoren n. Alexandrië. ST. ARNHEM p. 30 Ouessant n. Savona. ST. DORDR. p. 30 Kp. St. Vinct. n. Vlaard. ST. MAASSLUIS p. 30 Stavanger n. Narv. ST. SCHIED. p. 30 Dover, 31 te Rott. STR. MALAKKA 29 te Sao Franc, do Sul. TABINTA 30 te Belawan. TEUCER 30 te Balikpapan. THALATTA p. 30 Kreta n. Pt. de Bouc. TIBERIUS 30 te Paramaribo. TJISADANE p. 30 Bahia n. Kaapstad. VAN RIEBEECK 30 te Surabaja. WAAL 29 nm. te Marseille. WINSUM 30 van Owendo n. Monrovia. WOENSDR. p. 30 Wight n. Las Palm. ZEELAND KRL. 30 te Penang. ZONNEWIJK p. 30 Asunsion-eil. n. Wilmt. VEEMARKT DELFT, 29 Jan. Aanv. 1 paard 13 runderen, 92 nucht. kalv., 8 schapen of lammeren, 1 geit. Prijzen: vare koeien f560 —800, nuchtere kalveren f 3545, runderen per kg. slacht gewicht f 2.402.65 Handel redelijk. KAASMARKT GOUDA, 29 Jan. Aangev,: 39 partijen. Prijzen: le kwal. f 2.25—2.28 2e kwak f 2.22—2.24, extra zware kwal. tot Donderdagavond heeft het P.v.d.A.- raadslid H. Brinkman te Zaandam een interpellatie in de gemeenteraad gehou den over de malversaties bij het Slacht huis: „om de onrust bij het publiek weg te nemen, daar publicaties in de pers ongerustheid hadden verwekt". Wethouder Tilkema heeft in zijn be antwoording niets anders gedaan dan precies voorlezen wat in de pers reeds gestaan had „Ongetwijfeld", aldus de wethouder, „heeft dit diepe indruk gemaakt. Maar het Slachthuis is een zeer gevoelig be drijf, waarin nog allerlei oorlogs- en na-oorlogse omstandigheden nawerken. Het college heeft daar steeds met voor zichtige hand willen leiden. Er vonden allerlei begunstigingen plaats, die niet door straffe maatregelen, maar door be leid weggewerkt moesten worden. In het najaar 1952 werd het perso neel van de Huidenclub uit Amster dam opgedragen het afval van kopvlees in het destructorvat te werpen. Men deed dit niet en wend de voor dit vlees als hondenvlees te gebruiken en men ging er mee door het vlees mede te nemen naar het lokaal van de Huidenclub, dat als uitgesproken besmet terrein wordt beschouwd. Eén der keurmeesters deed daarop een hoeveelheid naphtaline op het voor de destructor bestemde vlees. 23 Oc tober werd een hoeveelheid vlees in oeslag genomen en 24 October werden er monsters naar de Rijkskeuring ge zonden, die inderdaad sporen van naphtaline ontdekte. De politie speurde ijverig, doch kon geen daders ontdek ken tot 11 November. Men begon verdenking te koeste ren tegen de hoofdopzichter-keur meester, die van alles op de hoogte bleek te zijn, doch verzuimd had hierover rapporten op te maken. Later bleek, dat deze keurmeester pakjes goed vlees van slagers toe gestopt kreeg. Twee mannen van de Huidenclub kon den worden gearresteerd, wie 14 Januari tevens de toegang tot het terrein van het Slachthuis werden ontzegd. Boven dien werden er zes slagers geverbali seerd, die allen voor de economische rechter zullen moeten verschijnen. De directeur zet de zuivering thans rustig voort. De gezagsverhoudingen, die abso luut niet in orde waren op het Slacht huis, zullen worden hersteld en het personeel, aan allerlei begunstigingen gewend, zal tegen zichzelf beschermd worden", aldus wethouder Tilkema, die nog mededeelde, „niet te weten, hoe lang dergelijke malversaties al aan dt gang waren."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 7