Prof. dr. Alph. Mulders
zestig jaar
Het spoot van het
Stichting Oud-Politieke Delinquenten
een verboden vereniging?
<3S^SANOSTOL
Schaepmans letterkundige aesthetica
(scheepyaariberichien)
Hoogleraar in Missiologie
en Oosterse theologie
Dr. S. L. Louwes
begraven
Geen heldenherdenking op Duits oorlogskerkhof
9 November is symbolische dag voor
Nationaal Socialisme
Uit de voorgeschiedenis van de
moderne interpretatie-methodiek
Benauwde hoest
ABDUSIROOP
De malversaties bij het slachthuis
te Zaandam
4
VRIJDAG 30 JANUARI 1953
PAGINA 5
maatregelen tegen
Aidit en Njoto
Indon. regering trekt
gegeven antwoord in
Ner,^regermg. °'m' gezegd> dat de
Grafrede van minister
Mansholt
Nasleep „Malang-affaire"
Ned. politie-inspecteur
3 A jaar in gevangenis
Uit Djacarta in Nederland
Handelsverdrag tussen
Nederland en Egypte
„Wij houden ons buiten
politieke activiteit"
Inaugurele rede van prof.
dr. W. Asselbergs
MARKTBERICHTEN
Afval werd meegenomen; keurmeester
kreeg goed vlees terug
Geboren op 31 Januari 1893, viert mgr. prof. dr. Alph. Mulders morgen zijn
zestigste verjaardag. Een kroonjaar, welks vieting vooral in academische
kringen dikwijls met een bijzondere huldebetuiging aan de jubilaris
fiepaard gaat. Het zal ook deze jublaris niet aan bijzondere hulde op deze dag
ontbreken, want geleerden uit binnen- en buitenland zullen hem een Donum
Natalicium, een verjaringsgeschenk aanbieden in de vorm van een bundel we
tenschappelijke essays, door hen samengesteld over onderwerpen, welke in ver
band staan met de vakken, door de jubilaris aan de R.K. Universiteit te Nijmegen
Bedoceerd: Missiologie, Oosterse Theologie en Fundamentele Theologie.
ledereen, die per trein de lijn Lage ZwaluweRoosendaal of de lijn Breda
Roosendaal bereden heeft, heeft de geboorteplaats van prof. Alphons Mulders
zien liggen in het hart van West-Brabant: het Oudenbosch van de Zouaven-
Pastoor Willem Hellemons, Rome in het klein door de in verre omtrek domi
nerende indrukwekkende koepel van de basiliek, op haar fagade na een getrouwe,
°P kleinere schaal gebouwde nabootsing van de St. Pieter te Rome, alsmede door
«te minder grote koepel van de kapel van het Instituut der Broeders van
Rt. Louis, welke kapel op haar beurt gedeeltelijk een imitatie van de St. Jan
Pan Lateranen in Rome is: pastoor Hellemons, de stichter tevens van deze Con
gregatie der Broeders van' de H. Aloysius, liep nu eenmaal rond met Romeinse
herken en koepels in zijn hoofd.
Na zijn priesterwijding op 2 Juni 1917
Hoeven, studeerde Mulders nog ge
durende vier jaren theologie aan de
Universiteit te Fribourg (Zwitserland),
Waar hij op 19 Juli 1921 summa cum
teude promoveerde tot doctor in de H.
Godgeleerdheid op proefschrift, getiteld
-La Vocation du Sacerdoce", de Pries
terroeping, een werk later ook in het
Angels vertaald.
De keuze van het onderwerp voor zijn
Proefschrift tekent Collega Mulders ten
boeten uit. Immers, in geheel zijn handel
wandel, in verschijning en optreden,
*s hij boven alles en in alles: Priester, de
8an God en voor Diens H. Dienst ge
dijde. Altijd waardig en voornaam, be
heerst en evenwichtig, gereserveerd en
hnctievol; doch men behoeft maar een
bepaalde toon aan te slaan of onmiddel
lijk gaat er een snaar in hem meetrillen
beseft men, dat men staat tegenover
®en mens, met een warm voelend en
innig mede-levend hetzij mede
lijdend, hetzij mede-verheugend hart.
Een mens, voor wie ten volle bewust
b«n priesterleven essentieel een offer
teven behoort te zijn; iemand, die zich
Jblf weet weg te cijferen en zich zelf
boven persoonlijke offers en tegenslagen
teeet te plaatsen, hetgeen alleen mogc-
jiik is door een nauw contact met God
te een diep-religieus leven. Nergens be
ter leert men prof. Mulders kennen dan
te eigen huis, op zijn eigen werkkamer,
te zijn eigen omgeving, waar hij krach
tens zijn talrijke functies vele mensen,
Vooral ook priesters en in het bijzonder
teissionarissen toekomstige of op
v3cantie zijnde met een gulheid ont-
Vangt, alsof hij niets anders te doen had
*h zijn tijd niet overbezet was. Vele za
kelijke gesprekken hebben op zijn ka-
teer plaats gehad, maar mij dunkt: na
tele zakelijke gesprekken moet er een
Persoonlijk gesprek ontstaan zijn, waar-
Jan ieder van zijn bezoekers rijker is
teruggekeerd.
En ieder die hem aldus heeft leren
kennen, moet de grootste hoogachting
voor deze mens hebben opgevat. Deze
Persoon is morgen 60 jaar en wij ver-
Leugen ons er over, dat wij als voor
zitter van de Theologische Faculteit
en vooral ook als oud-leerling, wiens
Promotor de jubilaris tengevolge van
Plotselinge overlijden van prof.
Franses z.g. geweest is, de gelegenheid
krijgen om hier de aandacht op deze
verjaardag te vestigen, want velen in
den lande en over de gehele wereld in
alle missiegebieden zullen er zijn, die
verenigd in de geest God willen dan
ken voor alles wat door Hem is tot
stand gebracht door middel van deze
Persoon en die God willen smeken
voor een nog lang en vruchtbaar leven.
«Miester zijn betekent Apostel zijn.
"ten heeft het reeds geproefd uit het
oorgaande: deze jubilaris is apostel,
e Oosterse afgescheiden Christenen of
Uhodoxen, de afgescheiden Christenen
an het Westen: Protestanten, Anglica-
bn en Jansenisten, alsmede de vele
pensen die nog nooit van het Christen
en hebben gehoord of daarmee pas in
,bi"ste aanraking zijn in de Missiegebieden,
del
ebben
zijn vurige, daadwerkelijke be-
gstelling. Hij is niet slechts bestuurs-
j van het Apostolaat der Hereniging,
~at het vorige jaar op zo luisterrijke,
hvergetelijke wijze zijn 25-jarig jubi-
heeft gevierd onder het patronaat
,.an niemand minder dan Zijne Eminen
te Eugenius Kardinaal Tisserant, maar
Aj 's ook mede-oprichter van dit Apos
taat: arbeider dus van de allereerste
Jte- Talrijk waren zijn voordrachten in
fe twintiger jaren over het Hereni-
«'bgsvraagstuk; een cyclus van die hel
dere, overzichtelijke voordrachten zijn
i.b°r hem in 1930 gepubliceerd onder de
.tel „Naar Kerkelijke Eenheid". De
Pologetische Vereniging Petrus Cani-
yUs, tegenwoordig de St. Willibrordus-
ereniging, mocht in hem haar voorzit-
j r begroeten en waarderen gedurende
e jaren 1934-1941.
„Eijn allergrootste en meeste verdien-
L11 liggen echter op het terrein van de
j's.sie. Bij de oprichting van de. Missio-
L?Ische leerstoel aan de R.K. Universi
ty, °P 3 October 1930 werd Mulders
(j ast met dit onderwijs en reeds op 27
gember 1930 volgde zijn benoeming
fcj; hoofdredacteur van „Het Missie-
welk tijdschrift sindsdien door
te op voortreffelijke wijze en met on-
k,. Dauwde energie geleid wordt. In de
testermissiebond bekleedt hij de func-
van bestuurslid, terwijl hij ook
LteZ'tter is Van het Nederlands Volken-
,Puig Missiemuseunr.
teaa llet begin van het academisch jaar
g ;®"1937 aanvaardde hij het ambt van
dj, '°on hoogleraar aan de R.K. Univer-
eit met leeropdracht: Missiologie en
^.Ulijkcns een mededeling van de voor-
Vail r.Van be sectie Buitenlandse Zaken
Dj0. "et Indonesische parlement, mr.
iverl/ Gondo, heeft deze sectie op een
lij,,, vergadering met de minister van
hia,fbtendse Zaken de Nederlandse
sProkegelen ..tegen Aidit en Njoto be
kom» en* zei> dat men overeenge-
Laar ls,'..lla' de Indonesische regering
ekkem gegcven antwoord zal in-
NtV,^31" altewoord op de vragen van
*ted ri? ®lld Peris Pardede (P.K.I.)
^eschnf, J6 ma re§elen door haar niet
)teh ru T -j worden als een belediging
tegeiipL. ,onesiscbe republiek. In wel-
th r,tG kring WOT"Ht verHor Trom r\
Prof. dr. A. Mulder.
Oosterse Theologie, later nog uitgebreid
met Fundamentele Theologie. Zijn lief
de voor de Ene, Heilige, Apostolische
en Roomse Kerk, zijn interesse voor
haar verbreiding over de wereld en een
daarmee gelukkigerwijze gepaard gaand
weergaloos organisatie-talent vonden
hun bekroning in het jaar 1948, toen in
Nijmegen werd opgericht het Missiolo-
gisch Instituut met als bedoeling de
speciale vorming van wetenschappelijk
onderlegde missionarissen, aan wie zo
wel in de missiegebieden als in het va
derland leidende en lerende functies
kunnen worden toevertrouwd. Het Mis-
siologisch Instituut is een vrucht van
het onvermoeid streven en de doorzet
tende arbeid van deze, zijn eerste voor
zitter-directeur, die sinds jaar en dag
in de geest was bezig geweest met dit,
zijn geesteskind.
Niemand duidelijker dan hijzelf heeft
de doelstelling van dit Instituut aange
geven, toen hij in zijn rectorale rede,
getiteld: „Missie en Wetenschap", op 17
October 1946 deze aldus omschreef: „de
wetenschappelijke beoefening van
het onderwijs in al datgene, wat ge
richt is op een grondige motivering
van, een alzijdige oriëntering omtrent
en een verdiept inzicht in het missie
wezen". Vanwege zijn arbeid ten be
hoeve van de oprichting en inrichting
van het Missiologisch Instituut heeft de
jubilaris recht op de b 1 ij v e n d e dank
van Universiteit en geheel Katholiek
Nederland, heel in het bijzonder van
alle missionnerende Orden en Congrega
ties.
In oprechte dankbaarheid wensen wij
de thans 60-jarige een: Ad muitos annos!
Prof. dr. M. GOEMANS O.F.M.
Aan de jubilaris zal Zaterdag een
„Donum natalicium" worden aangebo
den, waaraan 20 geleerden uit vier we
relddelen hun medewerking hebben ge
geven.
De wetenschap treedt hierin aan de
dag als de dienares van de practische
missionnering. Dit boek zal zijn waarde
behouden. In een in het boek opge
nomen schrijven huldigt mgr. H. J. J.
van Hussen, nationaal directeur van de
Priestermissiebond in Nederland, de
jarige als de pionier en de nimmer ver
sagende zwoeger in dienst van de voor
de missie zo onmisbare wetenschap en
dankt mgr. Mulders voor zijn grote
hulpvaardigheid en onuitputtelijke
dienstwilligheid.
Op 31 Januari a.s. zal prof. Mulders
te zijnen huize te Nijmegen een receptie
houden van 1517 uur.
(Van onze correspondent)
Dr. ir. S. L. Louwes is na een leven
van hard en belangrijk werken, terugge
keerd naar de plaats waarheen zijn hart
altijd trok, naar de wijde polder, onder
de beschutting van de dijk. zoals minis
ter Mansholt in een grafrede in gevoel
volle bewoordingen uitdrukte. Gister
middag waren zeer velen naar het Gro
ninger polderland gekomen naar het
kleine plaatsje Vierhuizen, waar onder
het gebeier van de torenklok van het
kerkje aldaar de begrafenis plaats vond.
Een lange stoet met zeer vele vooraan
staande figuren uit het gehele land
volgde de baar op de laatste tocht. Onder
ben bevonden zich de ministers S. L.
Mansholt en ir. C. Staf en verder nage
noeg alle vooraanstaande figuren uit
landbouwkringen. Aan het graf sprak de
minister van Landbouw, Visserij en
Voedselvoorziening namens het Neder
landse volk. De minister schetste ir.
Louwes als een grote nationale figuur,
die zijn taak niet vervulde omdat hij
moest, maar omdat hij haar zelf wilde.
„Het Nederlandse volk is voor datgene
v/at hij gedaan heeft zeer dankbaar en
de familie moge zich daardoor gesterkt
weten". Namens de familie sprak een
zwager van de overledene, de heer J.
Lindenberg uit Winsum en uit deze toe
spraak bleek welk een grote plaats de
overledene ook in het familieleven had
ingenomen. Een broer van de overledene,
de heer H. D. Louwes, Eerste Kamerlid,
herinnerde er aan dat Woensdag afscheid
genomen is van de man van het open
bare leven, terwijl dit nu gebeurt van
de mens. vader en broeder. „Stephanus
is nu weer thuis, in het dorp, in be
kende omgeving, temidden van vrienden
en bekenden en ik ben er van overtuigd
dat hij ook op zijn eeuwige bestemming
is gekomen".
Mr. H. J. Louwes, de oudste zoon,
dankte namens de familie voor de be
langstelling en merkte op dat het voor
beeld en de inspiratie van zijn vader de
familieleden in deze zware dagen kracht
zouden geven.
(Van onze speciale verslaggever)
Gisteravond is per K.L.M. uit Djacarta
aangekomen de oud-politie-inspecteur E.
G. de Neve, die in Djacarta 3'A jaar ge
vangen heeft gezeten in verband met
moord op een Indonesiër tijdens de zgn.
„M alang-affaire".
Een van de< ondergeschikten van in
specteur De Neve zou deze moord heb
ben gepleegd, hetgeen voor de Indone
sische Justitie aanleiding was diens Ne
derlandse superieur te arresteren. De
heer De Neve heeft twee jaar in preven
tieve hechtenis doorgebracht. Daarna
werd hij er zijn totaal elf rechtzit
tingen aan zijn zaak gewijd tot 3Y4
jaar met aftrek veroordeeld. Het was
mogelijk tegen dit vonnis appèl aan te
tekenen, maar de behandeling van een
dergelijk appèl pleegt, aldus de heer De
Neve, in Indonesië anderhalf jaar op zich
te doen wachten. „Zodat het voor mij
toch hetzelfde bleef en ik maar van
appèl heb afgezien", verklaarde hij.
In de aankomsthal van Schiphol om
helsde de heer De Neve, die er mager,
maar overigens gezond uitzag, zijn zoon
tje en dochtertje. Zijn echtgenote, met
wie hij tijdens zijn gevangenschap geen
enkel contact had mogen hebben, moest
buiten douanegebied op hem wachten.
_De toekomstplannen van de heer De
Neve stonden bij zijn aankomst in zo
verre vast, dat hij zo spoedig mogelijk
naar zijn broers, die in de Verenigde
Staten wonen, hoopt te kunnen gaan.
Donderdag is op het Egyptische mi-,
nisterie van Buitenlandse Zaken een
handelsovereenkomst tussen Nederland
en Egypte ondertekend.
vX
m
1. In de werkplaatsen en smederijendie de binnenplaats van Eric's burcht om
ringen, heerst 's ochtends vroeg reeds een grote bedrijvigheid. Toch onderbreken de
meeste mannen even hun werk als een jongen van ruim vijftien jaren iedere morgen
langs hen komt om naar de stallen te gaan. Ze zijn allen bijzonder gesteld op de
zoon van de Noorman, die op iedere kwinkslag een snedig antwoord heeft en wiens
belangstelling in paarden en wapenen slechts overtroffen wordt door zijn onver
zadigbare honger naar de oude heldenverhalen der Noormannen.
Op de frisse herfstochtend, waarop dit verhaal begint, heeft Erwin echter geen
aandacht voor de mannen om hem heen. Luisterheer Erwin", roept een der
smeden, een reus met een vrolijk krullende baard hem toe, dan zal ik u verder
vertellen hoe de dwerg Tröge het betoverde edelhert joeg."
Doch de jongen heeft slechts oog voor de boog, die hij in zijn handen houdt en
schudt ongeduldig het hoofd. „Ik heb geen tijd voor verhalen," zegt hij waardig.
„Ik ga nu zelf eén edelhert schieten. Kom mee, Wolf!" En met de hond op zijn
hielen loopt hij naar de stallen.
De oude jager Alström, die op een bank voor de stallen zijn jichtige botten in
de eerste zonnestralen koestert, ziet hem aankomen en grijnst vertederd. „Ge zijt
vroeg, Erwin, als ita me niet vergis. Tjcha, uw paard is nog niet gezadeld. Ge wilt de
fazanten te vroeg uit de slaap schrikken, mijn jongen."
„Ik kan mijn eigen paard wel zadelen," zegt Erwin lachend. „En de fazanten,
mogen blijven slapen. Vandaag schiet ik enkel edelherten met mijn nieuwe boog,
of beren!"
„Tjcha. Elk arendsjong schreeuwt het hardst, als het nóg geen veren heeft. Laat
zien die nieuwe boog. Die jonge schreeuwers van tegenwoordig denken, dat ze met
iedere krom gebogen wilgentak een heldenstuk kunnen uithalen, als ik me niet
vergis." En gniffelend neemt de oude Erwin de boog uit de hand om hem met een
krachtige ruk te spannen.
„Pas op! Breek hem niet!" roept de jongen verschrikt. „Fadir heeft hem zelf voor
mij gemaakt."
„Tjcha. De man, die een boog kan breken, die door uw vader gemaakt is, moet
nog geboren worden, Heer Eric is de enige, die een betere boogpees spant dan de
oude Alström, als ik me niet vergis." Hij geeft het wapen met een goedkeurend
gegrom terug. „Als de jicht me niet in de knoken zat, ging ik nu met u mee het
bos in om u te leren, hoe ge een goede boog als deze moet hanterenmijn jongen.
Misschien zou dat toch wel het beste 'zijn, want er doen boze geruchten de ronde."
„Wat voor geruchtenvraagt Erwin nieuwsgierig.
De oude jager buigt zich voorover. „Hebt ge ooit gehoord van Bor Khan?" vraagt
hij geheimzinnig.
(Van onze speciale verslaggever)
„De Stichting Oud-Politieke Delinquenten is een verboden vereniging en kan
dus niet in rechte optreden; het voorgenomen gezamenlijk bezoek van de leden
van deze stichting aan het Duitse oorlogskerkhof in de Peel op 9 November j.l.
droeg het karakter van een ongeoorloofde politieke demonstratie en is dus te
recht op last van de minister van Oorlog verboden; in geen geval heeft dr. Drees
zich persoonlijk schuldig gemaakt aan een onrechtmatige daad". Aldus vatte de
landsadvocaat mr. D. J. Veegens het verweer van de Staat en de minister-presi
dent, dr. W. Drees, samen toen gistermiddag in voortgezette zitting de zaak van
de Stichting Oud-Politieke Delinquenten tegen de Staat voor mr. C. B. Reinhold.
Kantonrechter in Den Haag, diende.
Zoals wellicht bekend, is, na vragen
van het Tweede-Kamerlid Gortzak, door
de minister van Oorlog op 8 Novem
ber van het vorige jaar het besluit ge
nomen het Duitse oorlogskerkhof in
IJsselstein in de Peel te sluiten vooreen
door genoemde stichting voorgenomen
z.g. „heldenherdenking" op 9 Novem
ber aldaar. Door de stichting Oud-Poli
tieke Delinquenten is deze sluiting een
„onrechtmatige daad'' genoemd, waar
voor een schadevergoeding van f 63,40
is gevraagd, zijnde het totaalbedrag der
kosten die bij de voorbereiding van
deze heldenherdenking zijn gemaakt.
Tevens heeft de stichting Dr. Drees be
schuldigd daar aldus de eiseres
de minister-president de minister van
Oorlog tot zijn besluit zou hebben be
wogen.
Gistermiddag is de voorzitter van de
Stichting Oud-Politieke Delinquenten,
mr. A. J. Wolthuis, in de gelegenheid
gesteld om als zaakgelastigde uitoefe
ning van het ambt van advocaat werd
hem na de oorlog verboden de kwes
tie nader toe te lichten. Mr. Wolthuis
zeide daarbij de procedure bijzonder be
langrijk te achten. Er zal door de rech
ter namelijk een antwoord moeten wor
den gegeven op de vraag of de Stich
ting Oud-Politieke Delinquenten een
verboden organisatie is, m.a.w. of de
Advertentie
Flacon a ca. 200 gr. I 1.95 ca. 500 gr. 3.75
K.VKoninklijke Pharmaceutische Fabrieken v/h Brocades-Stheeman t Pharmacia
«te j.
dat
kring wordt verder
men van regeringszijde doen-
°Ver"'j^ovete mogelijk bijzonderheden
V?rza»v, ?e Ne<terlandse maatregelen te
teaah-cLnü1 en dat men zou overwegen
te nemen °P basis van het
nciPe van represaille.
Hedenmiddag heeft prof. dr. W. Assel
bergs in de aula van de R. K. Universi
teit te Nijmegen officieel zijn ambt van
hoogleraar in de Nederlandse en alge
mene letterkunde aan de katholieke
alma mater aanvaard met een rede, die
hij getiteld had „Vijftig jaar na Schaep
mans Dood" 1) waarin hij, zoals in
de ondertitel aangegeven, „een bladzijde
uit de voorgeschiedenis der moderne
interpretatie-methodiek" behandelde.
Na een beknopte inleiding, waarin hij
in bondige citaten het oordeel van Bin-
newiertz, Brom, Seerp Anema, Romein,
Rogier, Ter Braak en Van Deyssel over
Schaepmans poëzie weergeeft ontleedt
de nieuwe hoogleraar Schaepmans
schoonheidsleer op haar twee hoofdken
merken: het echtheidswaarmerk, dat hij
eiste, en de kracht van de persoonlijk
heid, die hij in het kunstwerk wilde her
kennen. „Het kan niet anders", zegt prof.
Asselbergs, „of de veeleer bijbelse dan
scholastieke schoonheidsleer van dr.
Schaepman biedt ons meer dan haar
telkens herhaalde verzekering, dat de
mens, met de waarheid verstandelijk
vertrouwd, door een ander orgaan van
zijn geestelijke samenstelling haar schit
tering waarnemen wil als iets van het
mens-overtreffende eeuwige, waarvoor
hij, ook na de zondeval, van nature of
bij genade ontvankelijk bleef".
Als Schaepman verweten wordt, dat
hij onbekend is met de echte aard der
poëzie, dan klinkt dat verwijt ironisch,
omdat hij onophoudelijk het woord
echt gebruikt als een aesthetische
waardebepaling. Abstracte waarheid
zette zich voor zijn verbeelding in con
crete echtheid om, of anders raakte zij
hem niet tot in het diepst van zijn
wezen. De dichterlijke scheppings
kracht bestond voor hem in „de gave
der objectivering of der -plastiek, dat
wondere uit- en instromen des levens,
waardoor de kunstenaar het leven van
anderen in zich opneemt en hergeeft;
dat tot geschiedenis, tot feit, tot wer
kelijkheid maken zijner fantasieën, die
gave, waardoor ieder genie schepper is
na den Schepper". Spontane naboot
sing van Gods waarachtigheid bij de
ontwerping en uitvoering van het
kunstwerk verzekert er de echtheid van
en geeft er een geheel eigen gezag aan.
„Aan de poëzie de kracht toeschrijven
tot herstel der oorspronkelijke echtheid
(dat is in Schaepmans gelovige ziens
wijze: de paradijsbetrouwbaarheid) van
de voorwerpen die zij noemt, klinkt
door alle taalveroudering heen van
daag weer modern", merkte prof. As
selbergs daarbij op.
Hij komt dan toe aan wat Schaepman
in de poëzie als kracht van de persoon
lijkheid onderscheidt, n.l. datgene, dat
volgens hem aan de erkenbare echtheid
van het verbeeldingsbeeld in de maker
zijn wezen dankt. Zijn theorie der dicht
kunst berust minder op een leer der ge
moedsaandoeningen dan op een spontaan
vertrouwen jegens de' verbeeldingskracht.
„Bijbels van uitgangspunt en roman
tisch van ontwerp blijft zijn beschou
wingswijze, ook waar hij voorgeeft, de
scholastieke leer kernachtig samen te
vatten", concludeert prof. Asselbergs, en
hij voegt er wat later aan toe: „Haar
overtuigingskracht voor de tijdgenoot
ontleende zij goeddeels aan de persoon
lijke drift van de verkondiger".
De hoogleraar komt dan toe aan een
beschouwing over de korte polemiek, die
Schaepman in 1811 met ds. J. Gtinning
gevoerd heeft n.a.v. een bespreking, die
de laatste gewijd had aan Schillers bal
lade „Der TauCher". Gunning had de
ballade ontleed als een weerspiegeling
van Schillers wezen, dus als een zinne
beeldige zelfbelijdenis, hetgeen hem als
christen, er toe leidde in Schiller een
zeker onbewuste godsdienstigheid te hul
digen. Schaepman repliceert nuchter:
„Schiller is nu eenmaal geen christen",
maar hij erkent ten volle, dat de meer
zinnigheid of althans de poly-interpre-
tabiliteit van het voltooide kunstwerk
het recht tot zulk een verklaring geeft,
maar, schrijft hij, „met dat al mist men
het recht om alles wat men in het gedicht
leest, als de mening des dichters uit te ge
ven", dat wil zeggen, licht prof .Asselbergs
die Schaepman hier uitvoeriger citeert
toe: „Schaepman geeft toe, dat de
suggestiekracht der dichtertaal tot veel
vormige bestudering van haar thema
prikkelen kan, doch hij aanvaardt ook
de scherpzinnigste voortbrengselen der
süjlcritiek slechts onder strikt historische
en psychologische garantie". Schaepman
waarschuwde tegen vereenzelviging van
de concrete kunstenaar met de abstracte
mens en hij waarschuwt, als Binnendijk
in 1950 tegen het gevaar van „het con
strueren van een auteur, die niet gelijk
is aan de auteur, maar aan zijn werken",
maar bleef, op de tweesprong van auto-
nomisme en psychologismede geschied-
kenner, die hij was, „zodat hij aan S.
Dresden de richting kon hebben aange
geven". toen deze in 1950 schreef: „Het
is zelfs van de kant van de taalkundige
volkomen arbitrair te doen alsof de
maker van geen belang is, ja zelfs, alsof
hij er niet geweest is".
Prof. Asselbergs wijst er dan nog op,
dat Schaepman niet schreef en werkte
voor de Roomse individuen, maar, met
de inzet van zijn volle kracht voor de
Roomsen als bestanddeel van het Neder
landse volk en hij bevestigt wat Jos.
v. Wely O.P. geschreven heeft: „zijn
kunst was sociale kunst".
1) Uitgegeven bij Paul Brand, Bussum.
besluiten van de Londense regering over
de z.g. „landverraderlijke organisaties"
ook voor deze stichting van toepassing
zijn. Indien de Kantonreohter tot het
besluit zou komen dat de stichting in
derdaad verboden moet worden dan
aldus verklaarde mr. Wolthuis is het
bestuur onmiddellijk bereid tot liquida
tie over te gaan
Mr. Wolthuis betwijfelde echter sterk
of zijn stichting- onder de Londense be
sluiten valt. Met de N.S.B. was dat wel
het geval. Dat was immers een volslagen
politieke organisatie. De Stichting O.P.D.
streeft echter slechts sociaal-charitatieve
doeleinden na. Waar de N.S.B. zich
richtte tot het gehele volk, doet de
Stichting dit slechts tot de oud-politieke
delinquenten en tot niemand anders.
„Wij willen niets propageren", aldus de
heer Wolthuis, „wij willen slechts de
sociale nood onder de oud-politieke de
linquenten verbeteren. Dit alles is in de
statuten vastgelegd en daarom betwijfel
de mr. Wolthuis ten zeerste of men zijn
stichting het predicaat „landverrader-
lijk" kan geven. Ook wensen de heer
Wolthuis en diens vrienden zich verre
te houden van elke politieke activiteit.
Weliswaar hebben zij tegen de verkie
zingen in hun mededelingenblad pro
paganda gemaakt voor de Partij voor
Recht, Vrijheid en Welvaart, „maar dat
is gedaan om de figuur van de leider
van deze partij, prof. Russel zelf. Niet
om het partijprogram, maar in de over
tuiging dat prof. Russel de belangen van
,de oud-politieke delinquenten in de
Kamer zal behartigen".
Voorts trok mr. Wolthuis de rechts
geldigheid van de Londense Besluiten in
twijfel. „Zij zijn niet door de inmiddels
gekozen volksvertegenwoordiging be
krachtigd en slaan bovendien op een
noodtoestand die thans, negen jaar la
ter, niet meer bestaat." Hij meende mr.
Reinhold te moeten toevoegen, dat, in
dien deze tot een zgn. ,,'utiliteitsvonnis"
zou besluiten, het de Stichting Oud-
P. D. onmogelijk zou zijn vele door
nood-geplaagde-oud-deliquenten in de
hand te houden. Voor ondergrondse ac
tiviteit, die eventueel na een dergelijk
vonnis zou ontstaan, kan de Stichting
geen enkele verantwoordelijkheid dra
gen.
Als de rechter dus besluit dat de
Stichting Oud P. D. geoorloofd is, dan
had, aldus mr. Wolthuis, de regering een
bezoek aan het Duitse kerkhof in IJs-
selstein niet mogen verbieden. De open
bare orde was namelijk bij de voorge
nomen herdenking niet in het geding.
Het kerkhof ligt op een van de een
zaamste plaatsen in ons land en men
kan moeilijk zeggen dat daar de open
bare orde verstoord kan worden.
Aan de hand van een groot aantal ci
taten uit het mededelingenblad van de
Stichting-Oud' Politieke Delinquenten
heeft de Landsadvocaat, mr. D. J. Vee
gens, bewezen dat de Stichting zich
waarlijk niet beperkt tot sociaal werk,
maar wel degelijk tracht het streven
van nationaal-socialistische organisaties
voort te zetten. Volgens het Londense
Besluit Ontbinding Landverraderlijke
Organisaties wordt zij dus aangemerkt
als een vereniging strijdig met de
openbare orde en mitsdien als bij de
wet verboden. Om tot deze conclusie
te komen gebruikte mr. Veegens uit
latingen als: „de Bijzondere rechtsple
ging is geen rechtspraak in de zin van
de Grondwet, maar een verkapte poj1-
tieke terreur"; „werktuigen van het
Kremlin" hebben in de na-oorlogse tri
bunalen 't hoogste woord gevoerd"; „wij
zijn vogelvrij, want de Overheid bedekt
het officiële gangsterdom met de man
tel van de liefde"; „zolang Drees en de
zijnen nog de scepter zwaaien, blijft het
onrecht."
Dr. Drees, zo stelde de Landsadvocaat,
heeft ten enen male geen onrechtmatige
daad gepleegd. „Helaas behoort het tot
de slechte manieren van de laatste tijd
dat, degenen, die zich in hun rechten
gekrenkt achten, de verantwoordelijke
bewindsman dagvaarden. In verband
met de sluiting van het Duitse oorlogs
kerkhof heeft de minister van Oorlog
geheel naar eigen vrij inzicht gehandeld.
Overigens staat het kerkhof in de
Peel onder toezicht van het ministerie
van Oorlog, dat zeker niet gehouden
is op alle dagen van het jaar aan een
ieder toegang te verlenen. En zeker
niet in het onderhavige geval. Want.
aldus mr. Veegens, ai kan mr. Wolt
huis verklaren dat 9 November een
internationale dodengedenkdag is, dat
is het positief zeker niet. Immers.
9 November is een zeer speciale nati
onaal-socialistische gedenkdag. Want
op die datum, in 't jaar 1923, marcheer-
Volgens het tweede artikel van de
statuten van de Stichting Oud-Poli
tieke Delinquenten is het doel van
de stichting „het verlenen van steun
aan hen, die benadeeld zijn door de
sinds 1945 ingetreden toestand". Zij
tracht dit onder meer te bereiken
door het „organiseren van reizen in
binnen- en buitenland, al of niet
met transmigratie- of emigratie
oogmerken". In zijn pleidooi consta
teerde de Landsadvocaat mr. D. J.
Veegens, dat: „reizen van kleine ge
selschappen van Breda naar Kleef
zouden' daaronder kunnen worden
gebracht!" Overigens was het voor
de bonafide journalisten, die deze
zitting bijwoonden, een bepaald
mihder prettige gewaarwording te
kunnen constateren, dat zich in hun
midden de journalistieke vertegen
woordiger van de Stichting Oud-Po
litieke Delinquenten bevond. De
man verklaarde op te treden namens
het Amerikaanse blad de Christian
Science Monitor". Bij nadere 'infor
matie bij de Haagse correspondent
van dit blad bleek deze echter niets
van het bestaan van eert tweede cor
respondent in Nederland af te weten.
den de Duitse nationaal-soeialisten
door Miinchen, teneinde een opstand
te ontketenen. Evenwel werd dit plan
bloedig verijdeld. In 1943 zijn hierover
op9 November redevoeringen gehouden
door Adolf Hitier, Seyss-Inquart en
Mussert. Bovendien is „Mein Kampf"
opgedragen aan „mijn op 9 November
1923 gevallen kameraden".
De herdenking van de gesneuvelden
door de Stichting Oud-Politieke Delin
quenten op de dag van de mislukte op
stand van 1923, die tien jaar later is ge
volgd door de overname van de macht,
suggereert de gedachte: „Het is eens
mislukt, maar wij komen terug!" Te
recht, aldus de Landsadvocaat, is daar
in een bedenkelijke demonstratie ge
zien, al is het groepje nu nog maar
klein.
Mr. Wolthuis had het laatste woord.
Hij vergoelijkte de door mr. Veegens
gewraakte uitlatingen in zijn medede
lingenblad door te verklaren dat deze
voor interne kring waren geschreven.
Overigens was hij de werkelijke bete
kenis van de 9e November vergeten.
Mr. Reinhold zal op Zaterdag 14 Febr.
uitspraak doen.
Advertentie
Als andere «V>
middelen gefaald
hebben. Uw hoest
minder benauwd
te maken, neem dan
AKKERS
s werelds beste hoestsiroop
AARDIJK p. 29 Landsencl n. New Orl.
AGATHA 31 te Saigon.
ALAMAK p. 30 Korya Morya n. Karachi.
ALDABI p. 30 Recife 31 te Bahia.
ALGENIB 30 van Bahia n. Las Paimas.
ALMDIJK p. 30 Landsend, 31 te Antw.
ALNATI 29 nm. van Santos n. Rio Jan.
ALPHACCA 30 nm.31 te Hampt. Roads.
AMOR p. 30 Kp. Tenez, 31 te Algiers.
AMPENAN 29 nm. van Bahrein n. Bomb.
AMSTELDIEP p. 30 Oporto n. Curagao.
AMSTELPARK p. 30 Scillys n. St. John.
AMSTELKROON p. 30 nm. Gibr. n. Eng.
ANNENKERK p. 29 nm. Ouesst. n. Genua.
ARNEDIJK 29 nm. te Norfolk.
AXELDIJK 30 te Tampa.
BAARN p. 3031 Azoren n. Antwerpen.
BENGKALIS 30 nm. te Amsterdam.
BILLITON 29 van Singap. n. Zamboanga.
BONAIRE 30 nm. van Funchal n. W. Indië.
BOSCHFONT. 30 te Genua.
CALTEX UTRECHT 30 te Sidon.
CAMPHUYS 30 te Semarang.
CLEODORA p. 30 Kp. Dondra n. Singp.
CORILLA p. 30 Kp. St. Vinct. n. Heysham.
CRONENBG. p. 30 Dover, 31 te IJm,
DRENTE p. 30 Sabang, 31 te Belawan,
ENA p. 30 Ras al Hadd n. Gibr.
ENGGANO p. 30 Djeddah n. Muscat.
EOS p. 30 Corsica 31 te Genua.
FAIRSEA p. 30 Pt. Soedan n. Suez.
GAASTERKERK 30 te Durban.
GORDIAS 30 te Patras.
GOUWE p. 29 Las Paimas n. Dakar.
GRAVELAND 30 te Santos.
HAARLEM 30 te Pto. Limon.
HAULERW. p. 30 Napels, 31 te Genua.
HECTOR 30 te Bari.
HER A 1 Febr. van Buenavent. te Paita v.
INDRAPOERA p. 30 Messina n. Pt. Said.
JAPARA KPM p. 30 Singp. n. Priok.
JOH. v. OLDENB. 30 te Southampton.
JUPITER 29 van Calamata n. Catania.
LARENBERG p. 30 Wight n. Savona.
LAURENSKERK p. 30 Kreta n. Genua.
LEKKER KERK 30 te Colombo
LIEVE VROUWEKERK 30 te Pt. Said.
LIMBURG p. 30 Runsaljebel n. Bahrein.
LISSEKERK 29 van Pt. Sudan n. Suez.
LOENERK. p. 30 Colombo, 31 te Aleppy.
MAAS 30 nm. te Beyrouth.
MAASDAM 30 te Cristobal.
MAASHAVEN p. 29 Madeira n. Las Palm.
MADOERA 30 nm. van Port Said n. Amst.
MARIS A p. 30 Finisterre n. Liverpool.
MARKEN 30 te Singapore, verbetering.
MATARAM p. 30 Finisterre n. R'dam.
MEERKERK p. 30 Kp. Cambodja n. Hongk.
MIRZA p. 29 Ras al Hadd n. Djibouti.
MODJOK'O p. 30 Siera Leone n. Antw.
MURENA 30 nam, te Singapore.
NIEUW HOLL. 29 van Singp. 31 te Priok.
OMALA p. 30 Kp. Dondra n. Bahrein.
OPHIR 30 te Buleleng.
OVULA 30 te Stanlow.
PLANCIUS 30 nm.31 te Singapore.
POLYDORUS 30 te Pt. Sudan.
PR. ALEXANDER 29 te Antwp., verbet.
PR. PHIL. WILL. p. 30 Dover n. Bathurst.
PR. WILL. IV p. 30 Kp. St. Vine. n. Val.
RAKI 30 van Bandarshap. 31 te Damman.
REYNIERSZ 30 te Menado.
ROEBIAH 30 te Calcutta.
ROTTI 30 te Belawan.
ROTULA 4 Febr. te Pernis verw.
BUIJS 30 te Lorenco Marques.
SALATIGA. 30 te Portland (O.).
SALLAND 30 van St. Vincent (KV) naar
Amsterdam.
SARANGAN 27 van Seattle n. Kaapst.
SAROENA 29 van Singap. n. Shimonoseki.
SARPEDON 29 nm. te Maracaibo.
SCHIE p. 30 Malta n. Piraeus.
SCHIEDIJK 30 van Port Said n. N. York.
SINGKEP p. 30 Perim' n. Suez.
SLIEDR. p. 29 Sta. Catharina n. Trinidad.
SOESTDIJK p. 30—31 Azoren n. Alexandrië.
ST. ARNHEM p. 30 Ouessant n. Savona.
ST. DORDR. p. 30 Kp. St. Vinct. n. Vlaard.
ST. MAASSLUIS p. 30 Stavanger n. Narv.
ST. SCHIED. p. 30 Dover, 31 te Rott.
STR. MALAKKA 29 te Sao Franc, do Sul.
TABINTA 30 te Belawan.
TEUCER 30 te Balikpapan.
THALATTA p. 30 Kreta n. Pt. de Bouc.
TIBERIUS 30 te Paramaribo.
TJISADANE p. 30 Bahia n. Kaapstad.
VAN RIEBEECK 30 te Surabaja.
WAAL 29 nm. te Marseille.
WINSUM 30 van Owendo n. Monrovia.
WOENSDR. p. 30 Wight n. Las Palm.
ZEELAND KRL. 30 te Penang.
ZONNEWIJK p. 30 Asunsion-eil. n. Wilmt.
VEEMARKT DELFT, 29 Jan. Aanv. 1 paard
13 runderen, 92 nucht. kalv., 8 schapen of
lammeren, 1 geit. Prijzen: vare koeien f560
—800, nuchtere kalveren f 3545, runderen
per kg. slacht gewicht f 2.402.65 Handel
redelijk.
KAASMARKT GOUDA, 29 Jan. Aangev,:
39 partijen. Prijzen: le kwal. f 2.25—2.28 2e
kwak f 2.22—2.24, extra zware kwal. tot
Donderdagavond heeft het P.v.d.A.-
raadslid H. Brinkman te Zaandam een
interpellatie in de gemeenteraad gehou
den over de malversaties bij het Slacht
huis: „om de onrust bij het publiek weg
te nemen, daar publicaties in de pers
ongerustheid hadden verwekt".
Wethouder Tilkema heeft in zijn be
antwoording niets anders gedaan dan
precies voorlezen wat in de pers reeds
gestaan had
„Ongetwijfeld", aldus de wethouder,
„heeft dit diepe indruk gemaakt. Maar
het Slachthuis is een zeer gevoelig be
drijf, waarin nog allerlei oorlogs- en
na-oorlogse omstandigheden nawerken.
Het college heeft daar steeds met voor
zichtige hand willen leiden. Er vonden
allerlei begunstigingen plaats, die niet
door straffe maatregelen, maar door be
leid weggewerkt moesten worden.
In het najaar 1952 werd het perso
neel van de Huidenclub uit Amster
dam opgedragen het afval van
kopvlees in het destructorvat te
werpen. Men deed dit niet en wend
de voor dit vlees als hondenvlees te
gebruiken en men ging er mee door
het vlees mede te nemen naar het
lokaal van de Huidenclub, dat als
uitgesproken besmet terrein wordt
beschouwd.
Eén der keurmeesters deed daarop een
hoeveelheid naphtaline op het voor
de destructor bestemde vlees. 23 Oc
tober werd een hoeveelheid vlees in
oeslag genomen en 24 October werden
er monsters naar de Rijkskeuring ge
zonden, die inderdaad sporen van
naphtaline ontdekte. De politie speurde
ijverig, doch kon geen daders ontdek
ken tot 11 November.
Men begon verdenking te koeste
ren tegen de hoofdopzichter-keur
meester, die van alles op de hoogte
bleek te zijn, doch verzuimd had
hierover rapporten op te maken.
Later bleek, dat deze keurmeester
pakjes goed vlees van slagers toe
gestopt kreeg.
Twee mannen van de Huidenclub kon
den worden gearresteerd, wie 14 Januari
tevens de toegang tot het terrein van
het Slachthuis werden ontzegd. Boven
dien werden er zes slagers geverbali
seerd, die allen voor de economische
rechter zullen moeten verschijnen. De
directeur zet de zuivering thans rustig
voort. De gezagsverhoudingen, die abso
luut niet in orde waren op het Slacht
huis, zullen worden hersteld en het
personeel, aan allerlei begunstigingen
gewend, zal tegen zichzelf beschermd
worden", aldus wethouder Tilkema, die
nog mededeelde, „niet te weten, hoe
lang dergelijke malversaties al aan dt
gang waren."