Het spoor van het zwaarcL
Geen dierengeluiden en na 10
Voortekenen van een wereldcrisis?
Amerika bevindt zich in sleutelpositie
roerige
iden
vs. en de dollar regu
leren gang van zaken in
de vrije wereld
Adres van Middenstandsbonden
aan Tweede Kamer
DEPERSONALISATIE
ECONOMIE EN MUNTSANERING
ELKANDERS SLACHTOFFERS
Vaticaan publiceert
herdenkingsboeken
over H Jaar
ZATERDAG 31 JANUARI 1953
PAGINA 7
Wetsvoorstel met281 tegen
57 stemmen verworpen
Vrije verzending van
monsters en drukwerk
Verdrag bij V.N.
gedeponeerd
FINANCIEEL
WEEKOVERZICHT
Twintig jaar geleden kwam Hitier aan de macht
VERLAGING VEREVENINGSHEFFING
Wetsontwerp Dinsdag
niet in behandeling
Geschiedschrijving
Meidagen 1940
Medisch standpunt
Fraude te Enschede?
Besprekingen over
Oostenrijk een week
uitgesteld
Examens
(Telefonisch van onze Londense correspondent)
LONDEN, Vrijdagavond.
Het Lagerhuis was vandaag vol voor het debat over het wetsvoorstel ter her
ziening van de Zondagswetgeving, ingediend door de socialist John Parker.
Dit behoort u enig denkbeeld te geven van de Britse bewogenheid over dit
onderwerp. Want op Vrijdag begint de Lagerhuiszitting des morgens in plaats
van des middags om 2.30 uur en het merendeel van de Lagerhuisleden pleegt af
wezig te zijn. Niet, zoals vroeger, omdat Engelse Lagerhuisleden zo verschrikke
lijk moe worden en moeten rusten van Donderdagavond tot Maandagmiddag, doch
omdat zij zich wensen te begeven naar hun kiesdistricten, waar zij op eigen ver
nuftige wijze onderzoeken of hun eigen gedeelte van het electoraat hen nog steeds
lief heeft.
Het debat over de Britse Zondag was ongewoon levendig en het is lang geleden,
sinds er zoveel belangstelling werd getoond voor een wetsvoorstel, ingediend
door een particulier Lagerhuislid.
De heer Parker was juist zelf uit zijn
bed gehaald na een griepaanval, en was
door zijn echtgenote, die hem onderweg
in het leven had gehouden met bedde-
kruiken, afgeleverd aan het Lagerhuis
Doch het was hem niet aan te horen
dat hij vers van zijn lijdenssponde naar
het Lagerhuis was gekomen. Een uur
lang oreerde hij over de redeloosheid
van de Britse Zondagswetten en spoorde
zijn collega's aan de Zondag vrij te
geven. Hij vond het onredelijk dat het
geoorloofd was op Zondag Shakespeare
te declameren, doch dat het, zodra de
declamator gesticuleerde, een wetsover
treding werd, want geluid vergezeld van
gebaren betekent acteren, en zoiets doet
een nette Brit niet op Zondag (behalve
bij de televisie, de radio en de toneel
clubs, waar men, zoals de heer Parker
releveerde, tegen een jaarlijkse betaling
van twee kwartjes Zondags toneelvoor
stellingen bij kan wonen). Helaas, de
heer Parker sprak niet over onze lieve-
lingswet. de wet welke verbiedt op Zon
dag in het publiek dierengeluiden na te
doen.
Wel wierp de heer Parker enig licht
op de vroomheid en heiligheid van
diegenen zijner landgenoten die, in
tegenstelling met mijnheer Parker, de
Zondag wensen te blijven heiligen,
zoals dat heden heet te geschieden. De
heer Parker deelde namelijk aan zijn
in de morgen, daarvóór is het geen
zonde) dan zullen de Britten van
deze wetsovertredingen braaf niets
bemerken.
En de Zondag zal Brits en heilig blij
ven. De stilte zal nauwelijks worden
verstoord door het geringe aantal voeten
dat zich over de plavuizen kerkewaarts
beweegt. Doch indien er op de Dag des
Heren een licht ritselen hoorbaar wordt
in het land, meen niet dat het de vleu
gelen zijn van nieuwsgierige engelen,
gesticht over zoveel vroomheid. Het za'
het geluid zijn van de Zondagsbladen
in de handen van Zondagheiligende
Engelsen, negen millioen exemplaren
van het blad dat de Dag des Heren ze
gent met een relaas over de meer sap
pige zedenschandalen van de afgelopen
week, en een tiental millioen andere
kranten die met eendere onderwerpen
de Engelsen heenhelpen door hun kost
bare en op het laatste ogenblik gered
de Britse Zondag.
2. „Wie is Bor Khan?" vraagt Erwin, terwijl hij de stal binnengaat. De oude jager
volgt hem.
„Een aanvoerder uit het Oosten," zegt hij. „Ver weg, op de steppe. Tjcha, het is
kwaad volk, dat daar op de steppe woont, mijn jongen. Er was hier gisteren een
marskramer, die over hem vertelde. Verder naar het Oosten klinkt de naam Bor
Khan als de baarlijke duivel, als ik me niet vergis."
Erwin haalt zijn pony uit de stal en streelt het dier langs de hals; de andere
paarden briesen en schrapen met hun hoeven, verlangend om ook uit te rijden in
de herfstmorgen.
„Kwaad volk," herhaalt de oude Alström, terwijl hij het zadel van de pony van
een rek neemt en langzaam nader strompelt. Maar hij treuzelt wat, het is of hij
de tijd wil rekken en zijn ogen glijden zo nu en dan naar de binnenplaatsalsof hij
iemand zoekt. „Kom bij mij zitten, Erwin, dan zal ik u vertellen, wat de kramer
mij over Bor Khan vertelde. Hij is een machtig aanvoerder."
Gewoonlijk kan Erwin de verleiding van een verhaal over machtige aanvoerders
en geweldige krijgsdaden niet weerstaan, maar vanochtend is hij. te verlangend om
zijn nieuwe boog te proberen. „Bor Khan is toch niet zo machtig als Fadir," zegt
hij, en neemt het zadel van Alström over.
„Niet zo machtig als heer Eric," mompelt de oude. „Tjcha, dat neem ik aan. De
eerste mandie je vader kan verslaan, moet nog geboren worden, als ik me niet
vergis. Maar toch zou ik die twee niet graag tegenover elkaar zien staan, mijn
jongen."
Hij kijkt bezorgd naar Erwin, die de laatste riemen vastsnoert en het paardje dan
naar de deur van de stal leidt. „Zoudt ge nog niet even wachten met uitrijden
Erwin. Het is noa vroeg."
Het is precies op tijd," zegt de prins lachend, terwijl hij zich behendig in het
zadel werpt. Zijn ogen glinsteren van binnenpret, alsof hij er eindelijk in geslaagd
is iemand te slim af te zijn. „Vandaag ga ik alléén mijn nieuwe boog in het bos
proberen!" En met een korte kreet zet hij de pony aan en galoppeert de poort uit.
De oude jager strompelt jichtig naar buiten en kijkt zoekend rond, tot zijn oog op
een krijger valt, die zich aan het gezicht onttrokken heeft door naast de deur te
gaan staan.
„Tjcha, galgenaas!" krast Alström. „Wat staat ge daar uw tijd te verluieren. Hebt
ge geen opdracht van heer Eric om Erwin te beschermen en hem geen ogenblik uit
het oog te verliezen?"
De jonge krijger loopt grinnikend naar zijn paard. „Bedaar, bedaar, oude. Ge
weet net zo goed. als ik, dat prins Erwin liever zonder kindermeisje uit rijden gaat.
Hij probeert me elke ochtend te vlug af te zijn. Zo nu en dan moet hij eens het
gevoel krijgen, dat het hem lukt ook! Anders is er voor hem geen aardigheid meer
aan." En met een knipoogje naar Alström klimt hij in het zadel, om Erwin te volgen.
gehoor mede, dat hij nog nooit in de
achttien jaren van zijn Lagerhuislid
maatschap zoveel scheldbrieven had
ontvangen als bij deze gelegenheid.
„Veel mensen", aldus de heer Parker,
„gaven uiting aan hun verlangen dat
ik met een molensteen rond mijn hals
zou worden verdronken. Anderen heb
ben geschreven dat zij er prijs op
zouden stellen indien mijn ogen zou
den worden uitgestoken en dat zij
graag hierbij tegenwoordig zouden
willen zijn".
Op grond van de door hem verzamel
de gegevens meende de heer Parker te
kunnen zeggen dat in Engeland het Zon
dagse kerkbezoek minder veelvuldig is
dan in enig land in West- of Noord-
Europa. (Wij adviseren de heer Parker
seen bezoek te brengen aan Zweden).
Derhalve hielpen de archaïsche wetten
van Engeland blijkbaar niet om de men
sen naar de kerk te drijven. Dus, weg
met de Britse Zondag!
Een conservatief sprak na de heer
Parker om diens wetsvoorstel zijn
steun te geven. De ondersecretaris van
Binnenlandse Zaken verklaarde dat,
wat de regering betrof, iedereen het
recht had deze keer te stemmen zoals
hij verkoos, een belangrijke medede
ling, want bij andere gelegenheden
worden de Lagerhuisleden geacht hun
geweten bij het betreden van de parle
mentsgebouwen onder hun hoed aan de
kapstok te hangen en te stemmen zoals
hun wordt opgedragen door de partij
leiding.
Aan het eind van een levendig debat
(zelfs Churchill kwam zowaar even kij
ken om te zien wat zijn parlementaire
collega's uitspookten met de Britse
Zondag) vond de stemming plaats. Ie
der tot oordelen bevoegde had voor
speld dat de wet het niet zou halen.
Niet halen? Zy werd verworpen met af
grijzen en met 281 tegen 57 stemmen!
Geen continentale Zondag aan het
Engelse ïyf en indien het volgens de
bestaande verouderde Britse wetge
ving onmogelijk is op Zondag in het
leven te blijven zonder de wet te schen
den, dan zullen de Britten welgemoed
de andere kant op blijven kijken.
Er was een tweede motie op de
agenda waarin werd voorgesteld al
thans de volkomen ongerijmde Zon
dagswetgeving te saneren op grond
van een gemeenschappelijk onder
zoek, in te stellen door leden van
beide partijen, naar de onredelijkheid
van sommige wetten. Doch ook dit
voorstel werd verworpen, zij het dan
ook met geringe meerderheid, 172
164 stemmen. En als nu op de Zondag
iemand in een verboden bootje vaart
of bij de wet verboden melk aflevert
(de melk is verboden van tien uur af
De Vaticaanse bibliotheek heeft in
twee grote delen de officiële kronieken
van het H. Jaar 1950 gepubliceerd. Het
eerste deel bevat een persoonlijke
boodschap van de Paus aan de pel
grims, die in Rome het Jubeljaar zijn
komen vieren. De H. Vader drukt
daarin zijn erkentelijkheid en zijn va
derlijke genegenheid uit jegens deze
pelgrims en spreekt de wens uit, „dat
hun zielen eeuwiglijk de hemelse geur
zullen bewaren, die zii in Rome heb
ben waargenomen en dat zij vrede en
hoop zullen verkrijgen."
De twee delen bevatten de tekst der
officiële pauselijke documenten, gege
vens omtrent het aantal pelgrims en
hun land van herkomst, een overzicht
van de in 1950 in Rome gehouden con
gressen en een samenvatting van de
voornaamste gebeurtenissen gedurende
dit jubeljaar.
Vanaf morgen zal op het secretariaat
van de Verenigde Naties een verdrag
ter ondertekening worden gedeponeerd,
dat de afschaffing regelt van invoer
rechten voor monsters zonder waarde,
voor drukwerk en reclamefilms.
Het verdrag, dat in November dooi
de 34 staten opgesteld, die lid zijn van
de algemene overeenkomst voor tarie
ven en handel (G.A.T.T.), voorziet:
1. In de volledige vrijstelling van in
voerrechten voor „monsters zonder
waarde", vooropgesteld, dat de monsters
voor verkoop ongeschikt gemaakt zijn.
2. de toelating van „monsters met
waarde" tegen betaling van een waar
borgsom bij de douane, welke bij her
uitvoer van het monster teruggekregen
wordt.
Het verdrag zal van kracht worden,
nadat het door 15 landen bekrachtigd is.
niet hoog worden opgedreven in de
achter ons liggende inflatieperiode. Bui
tengewone fiscale lasten en, in verhou
ding tot gemaakte winsten, nederige
uitkeringen benevens de voor de on
dernemingen noodzakelijk gemaakte
zelffinanciering hebben dit belet. In
dergelijke omstandigheden hield de
speculatie zich afzijdig van de effecten
beurzen, niet alleen in Europa doch, zij
het dan ook in mindere mate, evengoed
in Amerika.
Te verwachten valt. dat nog vóórdat
de komende economische wereldcrisis
Prof. Dr. G. M. Verrijn Stuart, directeur van de Am-
sterdamsche Bank en lid van de Sociaal-Economische
Raad (SER) heeft Dinsdag een toespraak gehouden,
waarbij hij verklaarde dat Nederland, zijn laag loonpeil ten
spijt, een zwak exportpakket had. Dezelfde econoom heeft
hieraan toegevoegd, dat de werkgelegenheid een ongunstig
beeld vertoont, hetgeen blijkt uit het toenemend aantal
werklozen.
In de loop van deze week is gebleken, dat de daling van
de zeevrachtprijzen een slinkende behoefte aan nieuwe
schepen ten gevolge zou hebben bij de wereldkoopvaardij,
waardoor vroeg of laat een terugslag te bemerken zou
vallen bij de Nederlandse scheepsbouwindustrie, waardoor
in deze bedrijfstak een gevoelige daling van de werkgele
genheid zou ontstaan.
Onze New Yorkse correspondent heeft kortgeleden naar
voren gebracht, dat zonder het ontbranden van de strijd
in Korea reeds een economische crisis in Amerika zou zijn
uitgebroken in de tweede helft van 1951, die als gewoonlijk
het sein zou zijn geweest voor de ontwikkeling van een
economische ontreddering van wereldformaat.
Nadat door een gestadige inflatie schijnwelvaart is ge
schapen, die het uitbreken van een economische crisis heeft
belet, doet zich de vraag voor of elke poging tot herstel
vay. waardevastheid der diverse geldeenheden onder leiding
van de Amerikaanse dollar niet aanstonds aanleiding zou
geven tot een universele inéénstorting van de prijzen met
alle daaraan verbonden schokken en gevaren voor het za
kenleven, daar dit gepaard zou moeten gaan met anti-infla
toire maatregelen.
Advertentie
een ernstig karakter zal hebben aange
nomen, niet opnieuw zal worden beslo
ten tot openlijke muntontwaarding om
prijsdalingen en werkloosheid te be
perken. Zal de Amerikaanse Schatkist
liever overgaan tot het verhogen van de
officiële goudprijs, die de meeste dejla-
tionistische factoren zou neutraliseren
en de crisisverschijnselen als bij tover
slag zou doen verdwijnen?
Indien een dergelijke universele ver
kapte muntdevaluatie als sluitstuk zou
kunnen worden beschouwd van alle
monetaire ellende, die de wereld in de
loop der jaren heeft meegemaakt en
op het alsdan bereikte niveau het in
ternationaal evenwicht zou kunnen
worden hersteld door de algemene in
wisselbaarheid der geldeenheden, zou
daarmede een einde zijn gekomen aan
de verderfelijke gewoonte om alle
moeilijkheden op economisch gebied op
te lossen door het bieden van ae minste
weerstand op monetair terrein. In de
laatste twintig jaren heeft men niets
anders gedaan dan de zaken weer aan
het rollen te brengen door een afglij-
dingsproces op het hellend vlak van
geldbederf.
Nederland is in hoge mate afhanke- ken en daarmede het uitbreken van
lijk van de wereldconjunctuur. Het gaat een crisis willen en kunnen riskeren?
er dan ook niet op de eerste plaats om
te kunnen bepalen hoe het er in be- °P financieel gebied zou de inzin-
paalde binnenlandse bedrijfstakken uit- king niet zo groot zijn als het geval
ziet, maar veeleer hoe de algemene was bij vroegere crises. De beurskoer-
vooruitzichten van de economische en sen van industriële waarden konden
industriële wereldconjunctuur zijn. Wan
neer men zijn oordeel evenwel moet ba
seren op de beschikbare statistieken,
dan raakt men achter bij de werkelijk
heid, die ze reeds heeft overleefd.
Het is voor Nederland dan ook raad
zaam om de financiële, industriële, eco
nomische en politieke ontwikkeling in
den vreemde, voornamelijk in Amerika,
nauwlettend te volgen, want daar be
vindt zich immers de sleutelpositie.
Amerika en de dollar reguleren de gang
van zaken in de rest van de vrije we
reld. Indien binnen de komende drie
jaren in Amerika een ernstige economi
sche crisis zou uitbreken, zal deze zich
als een olievlek over alle gebieden uit
breiden.
Noch de wederopbouw, noch de her
bewapening kunnen onafgebroken voort
duren. Indien het vertraagde tempo of
het ophouden dezer factoren de infla
toire injecties, waaraan de wereldecono
mie gewoon is geraakt, zou doen
stopzetten, zal deze economische we
reldcrisis niet kunnen uitblijven.
In het vervolg zal dan ook het grote
probleem zijn of de economie zal moe
ten lijden onder het gezond maken van
de geldeenheden, of omgekeerd de be
taalmiddelen nog zieker moeten worden
gemaakt dan ze al zijn om de econo
mieën in stand te houden. De Ameri
kaanse Democraten hebben altijd aange
stuurd op het opvoeren van de pro
ductie, van de export en de credieten,
zij het dan ook met behulp van inflatie.
Zullen de Republikeinen thans de te
rugkeer tot gezond geld kunnen berei-
en Werkloosheidsverzekering. Tevens
wordt er op gewezen, dat het aantal
werknemers in de middenstand vol
gens een moderate schatting 550.009
tot 600.000 bedraagt tegen 900.000 a
1-000.000 in de industrie.
De middenstandsbonden betreuren het
dan ook, dat op, naar hun oordeel, on
juiste gronden in de Memorie van Ant
woord een volledige compensatie van
de loonsverhoging van j.L wordt afge
wezen.
Dat het wetsontwerp voor de Kamer
vergadering van a.s. Dinsdag van de
agenda is afgevoerd houdt geen verband
met het hierbovengenoemd adres; de re
den hiervoor is, dat minister v. d. Kieft
die dag voor een andere aangelegenheid
in de Eerste Kamer moet zijn.
(Van onze Haagse redacteur)
Het Wetsontwerp tot verlaging van de
Vereveningsheffing, dat voor de verga
dering van de Tweede Kamer op 3 Fe
bruari boven aan de agenda stond, zal
a.s. Dinsdag niet in behandeling komen.
Inmiddels heeft de Commissie van
Overleg der Middenstandsvakcentrales,
waarin samenwerken de Christelijke
Middenstandsbond, de Koninklijke Ne
derlandse Middenstandsbond en de Ne
derlandse Katholieke Middenstandsbond,
een uitvoerig adres aan de Tweede Ka
mer gericht in verband met de inhoud
van de Memorie van Antwoord op ge
noemd wetsontwerp.
De regering staat afwijzend tegenover
verdere verlaging van de heffing, waar
op van de zijde van de Kamer is aan
gedrongen op grond van moeilijkheden
in het middenstandsbedrijf o.a. door de
loonsverhoging van Juli j.L Deze afwij
zende houding wordt gemotiveerd met
het wijzen op de verlichting, welke voor
de middenstand zal voortvloeien uit de
wijziging van de omzetbelasting en op
het feit, dat de middenstandsbedrijven
weinig personeel in dienst hebben, zodat
zij niet veel hinder zouden ondervinden
van de loonsverhoging, waarvoor de
verlaging van de vereveningsheffing een
compensatie wil zijn.
De Middcnstandsvakcentrales nemen
hiertegen stelling, er de aandacht op
vestigend, dat de voorgenomen wijzi
ging van de omzetbelasting slechts ten
dele een verlichting brengt voor de
detailhandel, daarentegen voor het am
bacht een verzwaring en dat met name
vele ambachtsbranches zeer looninten-
sief zpn en hogere dan de gemiddelde
premies betalen voor de Wachtgeld-
Op de dag, dat het precies twintig jaar geleden is, dat Hitier aan de macht kwam,
heeft Bondskanselier Adenauer in een radiotoespraak .verklaard, dat de West-
Duitse Bondsrepubliek een nuttige en betrouwbare hoeksteen was geworden in
Europa. Hü sprak de verzekering uit, dat er „nooit meer een 30 Januari 1933 zou
komen," hij voegde hieraan toe, dat het een wonder zou zijn als er geen nazi's
meer in Duitsland waren, doch „een paar nazi's maken nog geen nazisme", aldus
Adenauer. Hy zei verder, dat hij hoopte, dat de Amerikaanse minister van Buiten
landse Zaken Foster Dulles tijdens zijn bezoek aan Europa de illusies zal ver
nietigen van die Europeanen, die nog denken, dat de V.S. de veiligheid van Europa
zullen garanderen zonder dat zij zelf iets doen om zich te helpen. Hij hoopte in
het bijzonder, dat dit speciaal duidelijk gemaakt zou worden aan die Europeanen,
die zich verzetten tegen de verdragen, waardoor Duitsland in de E.D.G. wordt
opgenomen.
Ook het herlezen van de meest
dramatische momenten uit de
periode voorafgaande aan de
staking zelve, kan ons niet de overtui
ging schenken, dat zo stringente redenen
in 1903 aanwezig waren. Het was ook
reeds na één dag duidelijk, dat een sta
king bij een openbare dienst als de
spoorwegen, onder practisch alle om
standigheden voorkomen moest kun
nen worden. Dit inzicht voerde tot de
stakingswetten, in socialistische kringen
voortaan genoemd de dwang- of worg-
wetten. Albert Hahn wijdde er een
aantal fanatieke tekeningen aan, waar
onder vooral zijn worgprent, met als
onderschrift „In naam van Christus",
de meest beruchte werd. Deze door zijn
onderschrift godslasterlijke prent was
slechts de accentuering van het on
christelijke karakter der socialistische
beweging uit die tijd. Ziedaar de twee
overwegingen die de georganiseerde
katholieke arbeiders zij aan zij brach
ten met andere katholieke landgenoten
en die in dit concrete geval voerden
tot de oprichting van een katholiek
comité van actie. Jos Veldman getuigt
in zijn „Gedenkboek" hoe speciaal de
katholieke arbeiders in het Aartsbisdom,
die toen de sterkste organisatie had
den, honderd duizenden manifesten ver
spreidden, brochures en vlugschriften:
hoe de toenmalige bondspresident
avond aan avond het land introk om
de arbeiders de juiste betekenis van de
op komst zijnde stakingswetten bij te
brengen. Hier toonde reeds de jonge
katholieke arbeidersbeweging haar
fundamentele betekenis voor een we
zenlijke reconstructie van het maat
schappelijk leven. Het mag dan ook
niet verwonderen dat na 1903 vooral de
katholieke vakbeweging een grote
vlucht nam en in sympathie won. Men
ging begrijpen dat een beslist katholieke
sociale actie niet alleen noodzakelijk
was, maar vooral dat het een activiteit
moest worden van het gehele katholie
ke volk. Onwaardeerbaar zijn de lessen
Vooral, die de jonge Mr. Aalberse uit
deze strijd heeft getrokken, en die
voornamelijk spraken in de oprichting
van de K.S.A. Zou het nog tientallen
jaren duren eer de doorwerking van
deze lessen practisch ging effecteren in
een sterke en algemene levenshouding
der katholieken, het scherper geworden
inzicht was het grote winstpunt dat
katholiek sociaal Nederland door deze
strijd had verworven.
In de rij der belangrijke herdenkin
gen past zeker ook dit terugzien met
rijn overduidelijke lessen voor het
Hij waarschuwde, dat indien het
E.D.G.-plan schipbreuk zou lijden, „de
Amerikaanse belangstelling voor Euro
pa zal afnemen en het isolationisme in
de V. S. weer de kop zal gaan opsteken."
Voor het Westen zijn drie verdedi
gingsplannen denkbaar, aldus Adenauer.
Men kan een verdedigingslinie bouwen
langs de Elbe, de Rijn, of bij de Pyre-
neën of zelfs buiten het Europese vas
teland is een verdedigingslinie denk
baar. Uit hetgeen wij in Duitsland doen,
zo zei hij, zal Voortvloeien of Europa
aan de Rijn of aan de Elbe zal worden
verdedigd.
Hij vervolgde met te zeggen, dat „wan
neer de Europese verdedigingsgemeen-
schap niet tot stand zou komen, dan
zouden in geen geval met ons onder
handelingen over de opstelling van na
tionale Duitse divisies beginnen. Een
Duits nationaal leger is geen alternatief
voor de E.D.G., noch.voor Amerika,
noch voor onze Europese buren, noch
voor de Bondsrepubliek".
Kanselier Adenauer gaf als zijn me
ning te kennen, dat de moeilijkheden,
die zijn ontstaan bij de goedkeuring der
conventies van Bonn en het E.D.G.-
verdrag in Frankrijk, zowel als in
Duitsland, zullen worden overwonnen.
Over de Saar-kwestie zei de Kanse
lier, dat deze niet afzonderlijk zou
kunnen worden opgelost en hij hoop
te, dat binnenkort de besprekingen
over de verschillende vraagstukken
tussen Frankrijk en West-Duitsland
zouden beginnen.
Over Oost-Duitsland sprekend .ver
klaarde Adenauer, dat de Oost-Duit
sers, wier leven en vrijheid niet onmid-
deliijk werden bedreigd, West-Duits-
Onlangs is bij het Staatsdrukkerij- en
uitgeversbedrijf verschenen het boek
werk „De strijd om Rotterdam, Mei
1940".
Dit boek geeft de bij de krijgsge
schiedkundige afdeling van de generale
staf samengestelde officiële beschrijving
van de strijd, die met zijn dramatische
einde het bombardement een in
de herinnering van vele Nederlanders
voortlevende belangrijke episode van de
gevechten in de Mei-dagen van 1940
vormt.
Nog deze maand zal een ander boek
werkje verschijnen: „De territoriale
verdediging van de Noordelijke provin
ciën", dat spoedig gevolgd zal worden
door: „De krijgsverrichtingen in Over
ijssel en Gelderland ten O. van de IJs-
sel en de IJssellinie", „De verdediging
van het Maas-Waalkanaal en de over-
Betuwe", en „De krijgsverrichtingen in
Zuid-Limburg".
Bij de Staatsdrukkerij heeft men bo
vendien onder handen het manuscript
van: „De verdediging van Noord-Lim
burg en Noord-Brabant", waarin ook de
opmars van de Franse troepen naar
Noord-Brabant is opgenomen.
Het door de krijgsgeschiedkundige
afdeling samen te stellen boekwerk:
„De strijd in Zeeland" is bijna gereed.
Bovendient nadert haar voltooiing de
beschrijving van de operatiën in het
ressort van de commandant van het
veldleger, waarin de strijd om de Greb-
beberg gedetailleerd wordt opgenomen.
Mijn lichaam is de duistere parterre,
Van waaruit ik wat om mij heen geschiedt
Beschouw zoals men in een bioscoopzaal
De schimmen op het witte doek aanziet.
Een zuiverder en beter uitgebalan
ceerde weergave van een zieleroersel
is nauwelijks denkbaar. Een bespre
king van de gehele verzenbundel is in
deze rubriek niet op zijn plaats. Om
persoonlijke redenen noem ik echter
nog de drie sonnetten onder de titel
„Sartre", uit welker inhoud blijkt,
dat de dichter niet kan instemmen
met de atheïstische philosophie van
Jean Paul Sartre.
Er is geen God, heeft Sartre
neergeschreven,
Maar heeft hij ook slechts één keer
in zijn leven
De hand op 't kloppen van zijn hart
gelegd?
Elders heb ik jaren geleden be
toogd, dat Van den Aardweg de aan
gewezen man was om de romans van
Sartre te vertalen, omdat ook Sartre
de verschijnselen van depersonalisatie
(en derealisatie) „aan den lijve" heeft
ondervonden. Onlangs schreef nu
een literaire criticus, dat Van den
Aardweg zich met zijn gedicht
„Sartre" in tegenspraak bevond met
de hem door mij toegekende voor-
beschiktheid. Deze tegenspraak kan
slechts voer enkelen schijnbaar zijn,
voor alle rechtuitdenkenden niet-be-
staand. Overeenkomst in psychische
constellatie op één bepaald punt is
niet op kloppende wijze in verband te
brengen met tegengestelde metaphysi-
sche opvattingen betreffende het
kernvraagstuk van het Gods-bestaan.
J. M.
19 blz. Uitg. Etïgelhard, Van Embden
Co, Amsterdam 1951.
(Van onze correspondent)
Als verdacht van ongeoorloofde mani
pulaties met gelden van anderen heeft
de Koninklijke Marechaussee te En
schede gearresteerd de autobusonderne
mer J. ten B. en zijn zwager tevens
personeelslid W. ter R., beiden te
Enschede, Zij worden ook verdacht van
frauduleuze handelingen tijdens de li
quidatie van het tot voor enige jaren
bestaande Enschedese autobusbedrijf A.
Ten B. De gearresteerde Enschedese
autobusondernemer is ook geassocieerd
met een te Amsterdam gevestigd reis
bureau. Het onderzoek in beide zaken
is nog gaande. De zaak kwam aan het
rollen tijdens een onderzoek dat in het
bedrijf van J. ten B. werd ingesteld
naar aanleiding van vermoedelijke de-
viezenovertreding. In dit onderzoek
zijn ook de Nederlandsche Bank en de
Douane Recherche Enschede betrokken.
derhouden, niet bij machte zijn een
innige diep-menselijke gevoelsbinding
te verwerkelijken. Wanneer juist zij
zich tijdelijk terugtrekken uit hun
dagelijkse beslommeringen, aan zich
zelf worden overgeleverd gedurende
een vacantie of om reden van een li
chamelijke ziekte, dan bestaat de mo
gelijkheid dat zij stuurloos afdrijven
in de verbrokkelingssymptomen, die
wij depersonalisatie noemden.
Dichter H. P. van den Aardweg
vertolkt zijn depersonalisatiegevoelens
als volgt:
Frankrijk, de V.S. en Engeland, heb
ben de Sovjet-Unie voorgesteld, de
bijeenkomst van de plaatsvervangers
der ministers van Buitenlandse Zaken
der grote vier over het Oostenrüksc
vredesverdrag, die gisteren gehouden zou
worden, op de volgende week Vrydae
te stellen.
Voorlopig zijn de besprekingen stop
gezet daar Rusland nog niet heeft ge
antwoord op de jongste nota van de
Westerse mogendheden om de bespre
kingen ever het vredesverdrag voort te
zetten zonder enigerlei voorwaarden
hieraan te verbinden.
AMSTERDAM. Gem. Universiteit. Cand.
rechten: mej. A. Polling (Arnhem).
LEIDEN. Rijksuniversiteit. - Cand. Ned.
recht: de heren F. B. J. Wubbe, Gouda;
C. D. Hooft, Leiden en mej. G. J. Klein,
Schiedam. Doet. pharmacie: de heer Kho
Han Ijao, Leiden.
AMSTERDAM. Vrije Universiteit. - Cand.
wis- en natuurkunde: P. J. Christen, .Am
sterdam en P. Wjjmenga, Leeuwarden.