Het spoor van het zwaarcL Geen dierengeluiden en na 10 Voortekenen van een wereldcrisis? Amerika bevindt zich in sleutelpositie roerige iden vs. en de dollar regu leren gang van zaken in de vrije wereld Adres van Middenstandsbonden aan Tweede Kamer DEPERSONALISATIE ECONOMIE EN MUNTSANERING ELKANDERS SLACHTOFFERS Vaticaan publiceert herdenkingsboeken over H Jaar ZATERDAG 31 JANUARI 1953 PAGINA 7 Wetsvoorstel met281 tegen 57 stemmen verworpen Vrije verzending van monsters en drukwerk Verdrag bij V.N. gedeponeerd FINANCIEEL WEEKOVERZICHT Twintig jaar geleden kwam Hitier aan de macht VERLAGING VEREVENINGSHEFFING Wetsontwerp Dinsdag niet in behandeling Geschiedschrijving Meidagen 1940 Medisch standpunt Fraude te Enschede? Besprekingen over Oostenrijk een week uitgesteld Examens (Telefonisch van onze Londense correspondent) LONDEN, Vrijdagavond. Het Lagerhuis was vandaag vol voor het debat over het wetsvoorstel ter her ziening van de Zondagswetgeving, ingediend door de socialist John Parker. Dit behoort u enig denkbeeld te geven van de Britse bewogenheid over dit onderwerp. Want op Vrijdag begint de Lagerhuiszitting des morgens in plaats van des middags om 2.30 uur en het merendeel van de Lagerhuisleden pleegt af wezig te zijn. Niet, zoals vroeger, omdat Engelse Lagerhuisleden zo verschrikke lijk moe worden en moeten rusten van Donderdagavond tot Maandagmiddag, doch omdat zij zich wensen te begeven naar hun kiesdistricten, waar zij op eigen ver nuftige wijze onderzoeken of hun eigen gedeelte van het electoraat hen nog steeds lief heeft. Het debat over de Britse Zondag was ongewoon levendig en het is lang geleden, sinds er zoveel belangstelling werd getoond voor een wetsvoorstel, ingediend door een particulier Lagerhuislid. De heer Parker was juist zelf uit zijn bed gehaald na een griepaanval, en was door zijn echtgenote, die hem onderweg in het leven had gehouden met bedde- kruiken, afgeleverd aan het Lagerhuis Doch het was hem niet aan te horen dat hij vers van zijn lijdenssponde naar het Lagerhuis was gekomen. Een uur lang oreerde hij over de redeloosheid van de Britse Zondagswetten en spoorde zijn collega's aan de Zondag vrij te geven. Hij vond het onredelijk dat het geoorloofd was op Zondag Shakespeare te declameren, doch dat het, zodra de declamator gesticuleerde, een wetsover treding werd, want geluid vergezeld van gebaren betekent acteren, en zoiets doet een nette Brit niet op Zondag (behalve bij de televisie, de radio en de toneel clubs, waar men, zoals de heer Parker releveerde, tegen een jaarlijkse betaling van twee kwartjes Zondags toneelvoor stellingen bij kan wonen). Helaas, de heer Parker sprak niet over onze lieve- lingswet. de wet welke verbiedt op Zon dag in het publiek dierengeluiden na te doen. Wel wierp de heer Parker enig licht op de vroomheid en heiligheid van diegenen zijner landgenoten die, in tegenstelling met mijnheer Parker, de Zondag wensen te blijven heiligen, zoals dat heden heet te geschieden. De heer Parker deelde namelijk aan zijn in de morgen, daarvóór is het geen zonde) dan zullen de Britten van deze wetsovertredingen braaf niets bemerken. En de Zondag zal Brits en heilig blij ven. De stilte zal nauwelijks worden verstoord door het geringe aantal voeten dat zich over de plavuizen kerkewaarts beweegt. Doch indien er op de Dag des Heren een licht ritselen hoorbaar wordt in het land, meen niet dat het de vleu gelen zijn van nieuwsgierige engelen, gesticht over zoveel vroomheid. Het za' het geluid zijn van de Zondagsbladen in de handen van Zondagheiligende Engelsen, negen millioen exemplaren van het blad dat de Dag des Heren ze gent met een relaas over de meer sap pige zedenschandalen van de afgelopen week, en een tiental millioen andere kranten die met eendere onderwerpen de Engelsen heenhelpen door hun kost bare en op het laatste ogenblik gered de Britse Zondag. 2. „Wie is Bor Khan?" vraagt Erwin, terwijl hij de stal binnengaat. De oude jager volgt hem. „Een aanvoerder uit het Oosten," zegt hij. „Ver weg, op de steppe. Tjcha, het is kwaad volk, dat daar op de steppe woont, mijn jongen. Er was hier gisteren een marskramer, die over hem vertelde. Verder naar het Oosten klinkt de naam Bor Khan als de baarlijke duivel, als ik me niet vergis." Erwin haalt zijn pony uit de stal en streelt het dier langs de hals; de andere paarden briesen en schrapen met hun hoeven, verlangend om ook uit te rijden in de herfstmorgen. „Kwaad volk," herhaalt de oude Alström, terwijl hij het zadel van de pony van een rek neemt en langzaam nader strompelt. Maar hij treuzelt wat, het is of hij de tijd wil rekken en zijn ogen glijden zo nu en dan naar de binnenplaatsalsof hij iemand zoekt. „Kom bij mij zitten, Erwin, dan zal ik u vertellen, wat de kramer mij over Bor Khan vertelde. Hij is een machtig aanvoerder." Gewoonlijk kan Erwin de verleiding van een verhaal over machtige aanvoerders en geweldige krijgsdaden niet weerstaan, maar vanochtend is hij. te verlangend om zijn nieuwe boog te proberen. „Bor Khan is toch niet zo machtig als Fadir," zegt hij, en neemt het zadel van Alström over. „Niet zo machtig als heer Eric," mompelt de oude. „Tjcha, dat neem ik aan. De eerste mandie je vader kan verslaan, moet nog geboren worden, als ik me niet vergis. Maar toch zou ik die twee niet graag tegenover elkaar zien staan, mijn jongen." Hij kijkt bezorgd naar Erwin, die de laatste riemen vastsnoert en het paardje dan naar de deur van de stal leidt. „Zoudt ge nog niet even wachten met uitrijden Erwin. Het is noa vroeg." Het is precies op tijd," zegt de prins lachend, terwijl hij zich behendig in het zadel werpt. Zijn ogen glinsteren van binnenpret, alsof hij er eindelijk in geslaagd is iemand te slim af te zijn. „Vandaag ga ik alléén mijn nieuwe boog in het bos proberen!" En met een korte kreet zet hij de pony aan en galoppeert de poort uit. De oude jager strompelt jichtig naar buiten en kijkt zoekend rond, tot zijn oog op een krijger valt, die zich aan het gezicht onttrokken heeft door naast de deur te gaan staan. „Tjcha, galgenaas!" krast Alström. „Wat staat ge daar uw tijd te verluieren. Hebt ge geen opdracht van heer Eric om Erwin te beschermen en hem geen ogenblik uit het oog te verliezen?" De jonge krijger loopt grinnikend naar zijn paard. „Bedaar, bedaar, oude. Ge weet net zo goed. als ik, dat prins Erwin liever zonder kindermeisje uit rijden gaat. Hij probeert me elke ochtend te vlug af te zijn. Zo nu en dan moet hij eens het gevoel krijgen, dat het hem lukt ook! Anders is er voor hem geen aardigheid meer aan." En met een knipoogje naar Alström klimt hij in het zadel, om Erwin te volgen. gehoor mede, dat hij nog nooit in de achttien jaren van zijn Lagerhuislid maatschap zoveel scheldbrieven had ontvangen als bij deze gelegenheid. „Veel mensen", aldus de heer Parker, „gaven uiting aan hun verlangen dat ik met een molensteen rond mijn hals zou worden verdronken. Anderen heb ben geschreven dat zij er prijs op zouden stellen indien mijn ogen zou den worden uitgestoken en dat zij graag hierbij tegenwoordig zouden willen zijn". Op grond van de door hem verzamel de gegevens meende de heer Parker te kunnen zeggen dat in Engeland het Zon dagse kerkbezoek minder veelvuldig is dan in enig land in West- of Noord- Europa. (Wij adviseren de heer Parker seen bezoek te brengen aan Zweden). Derhalve hielpen de archaïsche wetten van Engeland blijkbaar niet om de men sen naar de kerk te drijven. Dus, weg met de Britse Zondag! Een conservatief sprak na de heer Parker om diens wetsvoorstel zijn steun te geven. De ondersecretaris van Binnenlandse Zaken verklaarde dat, wat de regering betrof, iedereen het recht had deze keer te stemmen zoals hij verkoos, een belangrijke medede ling, want bij andere gelegenheden worden de Lagerhuisleden geacht hun geweten bij het betreden van de parle mentsgebouwen onder hun hoed aan de kapstok te hangen en te stemmen zoals hun wordt opgedragen door de partij leiding. Aan het eind van een levendig debat (zelfs Churchill kwam zowaar even kij ken om te zien wat zijn parlementaire collega's uitspookten met de Britse Zondag) vond de stemming plaats. Ie der tot oordelen bevoegde had voor speld dat de wet het niet zou halen. Niet halen? Zy werd verworpen met af grijzen en met 281 tegen 57 stemmen! Geen continentale Zondag aan het Engelse ïyf en indien het volgens de bestaande verouderde Britse wetge ving onmogelijk is op Zondag in het leven te blijven zonder de wet te schen den, dan zullen de Britten welgemoed de andere kant op blijven kijken. Er was een tweede motie op de agenda waarin werd voorgesteld al thans de volkomen ongerijmde Zon dagswetgeving te saneren op grond van een gemeenschappelijk onder zoek, in te stellen door leden van beide partijen, naar de onredelijkheid van sommige wetten. Doch ook dit voorstel werd verworpen, zij het dan ook met geringe meerderheid, 172 164 stemmen. En als nu op de Zondag iemand in een verboden bootje vaart of bij de wet verboden melk aflevert (de melk is verboden van tien uur af De Vaticaanse bibliotheek heeft in twee grote delen de officiële kronieken van het H. Jaar 1950 gepubliceerd. Het eerste deel bevat een persoonlijke boodschap van de Paus aan de pel grims, die in Rome het Jubeljaar zijn komen vieren. De H. Vader drukt daarin zijn erkentelijkheid en zijn va derlijke genegenheid uit jegens deze pelgrims en spreekt de wens uit, „dat hun zielen eeuwiglijk de hemelse geur zullen bewaren, die zii in Rome heb ben waargenomen en dat zij vrede en hoop zullen verkrijgen." De twee delen bevatten de tekst der officiële pauselijke documenten, gege vens omtrent het aantal pelgrims en hun land van herkomst, een overzicht van de in 1950 in Rome gehouden con gressen en een samenvatting van de voornaamste gebeurtenissen gedurende dit jubeljaar. Vanaf morgen zal op het secretariaat van de Verenigde Naties een verdrag ter ondertekening worden gedeponeerd, dat de afschaffing regelt van invoer rechten voor monsters zonder waarde, voor drukwerk en reclamefilms. Het verdrag, dat in November dooi de 34 staten opgesteld, die lid zijn van de algemene overeenkomst voor tarie ven en handel (G.A.T.T.), voorziet: 1. In de volledige vrijstelling van in voerrechten voor „monsters zonder waarde", vooropgesteld, dat de monsters voor verkoop ongeschikt gemaakt zijn. 2. de toelating van „monsters met waarde" tegen betaling van een waar borgsom bij de douane, welke bij her uitvoer van het monster teruggekregen wordt. Het verdrag zal van kracht worden, nadat het door 15 landen bekrachtigd is. niet hoog worden opgedreven in de achter ons liggende inflatieperiode. Bui tengewone fiscale lasten en, in verhou ding tot gemaakte winsten, nederige uitkeringen benevens de voor de on dernemingen noodzakelijk gemaakte zelffinanciering hebben dit belet. In dergelijke omstandigheden hield de speculatie zich afzijdig van de effecten beurzen, niet alleen in Europa doch, zij het dan ook in mindere mate, evengoed in Amerika. Te verwachten valt. dat nog vóórdat de komende economische wereldcrisis Prof. Dr. G. M. Verrijn Stuart, directeur van de Am- sterdamsche Bank en lid van de Sociaal-Economische Raad (SER) heeft Dinsdag een toespraak gehouden, waarbij hij verklaarde dat Nederland, zijn laag loonpeil ten spijt, een zwak exportpakket had. Dezelfde econoom heeft hieraan toegevoegd, dat de werkgelegenheid een ongunstig beeld vertoont, hetgeen blijkt uit het toenemend aantal werklozen. In de loop van deze week is gebleken, dat de daling van de zeevrachtprijzen een slinkende behoefte aan nieuwe schepen ten gevolge zou hebben bij de wereldkoopvaardij, waardoor vroeg of laat een terugslag te bemerken zou vallen bij de Nederlandse scheepsbouwindustrie, waardoor in deze bedrijfstak een gevoelige daling van de werkgele genheid zou ontstaan. Onze New Yorkse correspondent heeft kortgeleden naar voren gebracht, dat zonder het ontbranden van de strijd in Korea reeds een economische crisis in Amerika zou zijn uitgebroken in de tweede helft van 1951, die als gewoonlijk het sein zou zijn geweest voor de ontwikkeling van een economische ontreddering van wereldformaat. Nadat door een gestadige inflatie schijnwelvaart is ge schapen, die het uitbreken van een economische crisis heeft belet, doet zich de vraag voor of elke poging tot herstel vay. waardevastheid der diverse geldeenheden onder leiding van de Amerikaanse dollar niet aanstonds aanleiding zou geven tot een universele inéénstorting van de prijzen met alle daaraan verbonden schokken en gevaren voor het za kenleven, daar dit gepaard zou moeten gaan met anti-infla toire maatregelen. Advertentie een ernstig karakter zal hebben aange nomen, niet opnieuw zal worden beslo ten tot openlijke muntontwaarding om prijsdalingen en werkloosheid te be perken. Zal de Amerikaanse Schatkist liever overgaan tot het verhogen van de officiële goudprijs, die de meeste dejla- tionistische factoren zou neutraliseren en de crisisverschijnselen als bij tover slag zou doen verdwijnen? Indien een dergelijke universele ver kapte muntdevaluatie als sluitstuk zou kunnen worden beschouwd van alle monetaire ellende, die de wereld in de loop der jaren heeft meegemaakt en op het alsdan bereikte niveau het in ternationaal evenwicht zou kunnen worden hersteld door de algemene in wisselbaarheid der geldeenheden, zou daarmede een einde zijn gekomen aan de verderfelijke gewoonte om alle moeilijkheden op economisch gebied op te lossen door het bieden van ae minste weerstand op monetair terrein. In de laatste twintig jaren heeft men niets anders gedaan dan de zaken weer aan het rollen te brengen door een afglij- dingsproces op het hellend vlak van geldbederf. Nederland is in hoge mate afhanke- ken en daarmede het uitbreken van lijk van de wereldconjunctuur. Het gaat een crisis willen en kunnen riskeren? er dan ook niet op de eerste plaats om te kunnen bepalen hoe het er in be- °P financieel gebied zou de inzin- paalde binnenlandse bedrijfstakken uit- king niet zo groot zijn als het geval ziet, maar veeleer hoe de algemene was bij vroegere crises. De beurskoer- vooruitzichten van de economische en sen van industriële waarden konden industriële wereldconjunctuur zijn. Wan neer men zijn oordeel evenwel moet ba seren op de beschikbare statistieken, dan raakt men achter bij de werkelijk heid, die ze reeds heeft overleefd. Het is voor Nederland dan ook raad zaam om de financiële, industriële, eco nomische en politieke ontwikkeling in den vreemde, voornamelijk in Amerika, nauwlettend te volgen, want daar be vindt zich immers de sleutelpositie. Amerika en de dollar reguleren de gang van zaken in de rest van de vrije we reld. Indien binnen de komende drie jaren in Amerika een ernstige economi sche crisis zou uitbreken, zal deze zich als een olievlek over alle gebieden uit breiden. Noch de wederopbouw, noch de her bewapening kunnen onafgebroken voort duren. Indien het vertraagde tempo of het ophouden dezer factoren de infla toire injecties, waaraan de wereldecono mie gewoon is geraakt, zou doen stopzetten, zal deze economische we reldcrisis niet kunnen uitblijven. In het vervolg zal dan ook het grote probleem zijn of de economie zal moe ten lijden onder het gezond maken van de geldeenheden, of omgekeerd de be taalmiddelen nog zieker moeten worden gemaakt dan ze al zijn om de econo mieën in stand te houden. De Ameri kaanse Democraten hebben altijd aange stuurd op het opvoeren van de pro ductie, van de export en de credieten, zij het dan ook met behulp van inflatie. Zullen de Republikeinen thans de te rugkeer tot gezond geld kunnen berei- en Werkloosheidsverzekering. Tevens wordt er op gewezen, dat het aantal werknemers in de middenstand vol gens een moderate schatting 550.009 tot 600.000 bedraagt tegen 900.000 a 1-000.000 in de industrie. De middenstandsbonden betreuren het dan ook, dat op, naar hun oordeel, on juiste gronden in de Memorie van Ant woord een volledige compensatie van de loonsverhoging van j.L wordt afge wezen. Dat het wetsontwerp voor de Kamer vergadering van a.s. Dinsdag van de agenda is afgevoerd houdt geen verband met het hierbovengenoemd adres; de re den hiervoor is, dat minister v. d. Kieft die dag voor een andere aangelegenheid in de Eerste Kamer moet zijn. (Van onze Haagse redacteur) Het Wetsontwerp tot verlaging van de Vereveningsheffing, dat voor de verga dering van de Tweede Kamer op 3 Fe bruari boven aan de agenda stond, zal a.s. Dinsdag niet in behandeling komen. Inmiddels heeft de Commissie van Overleg der Middenstandsvakcentrales, waarin samenwerken de Christelijke Middenstandsbond, de Koninklijke Ne derlandse Middenstandsbond en de Ne derlandse Katholieke Middenstandsbond, een uitvoerig adres aan de Tweede Ka mer gericht in verband met de inhoud van de Memorie van Antwoord op ge noemd wetsontwerp. De regering staat afwijzend tegenover verdere verlaging van de heffing, waar op van de zijde van de Kamer is aan gedrongen op grond van moeilijkheden in het middenstandsbedrijf o.a. door de loonsverhoging van Juli j.L Deze afwij zende houding wordt gemotiveerd met het wijzen op de verlichting, welke voor de middenstand zal voortvloeien uit de wijziging van de omzetbelasting en op het feit, dat de middenstandsbedrijven weinig personeel in dienst hebben, zodat zij niet veel hinder zouden ondervinden van de loonsverhoging, waarvoor de verlaging van de vereveningsheffing een compensatie wil zijn. De Middcnstandsvakcentrales nemen hiertegen stelling, er de aandacht op vestigend, dat de voorgenomen wijzi ging van de omzetbelasting slechts ten dele een verlichting brengt voor de detailhandel, daarentegen voor het am bacht een verzwaring en dat met name vele ambachtsbranches zeer looninten- sief zpn en hogere dan de gemiddelde premies betalen voor de Wachtgeld- Op de dag, dat het precies twintig jaar geleden is, dat Hitier aan de macht kwam, heeft Bondskanselier Adenauer in een radiotoespraak .verklaard, dat de West- Duitse Bondsrepubliek een nuttige en betrouwbare hoeksteen was geworden in Europa. Hü sprak de verzekering uit, dat er „nooit meer een 30 Januari 1933 zou komen," hij voegde hieraan toe, dat het een wonder zou zijn als er geen nazi's meer in Duitsland waren, doch „een paar nazi's maken nog geen nazisme", aldus Adenauer. Hy zei verder, dat hij hoopte, dat de Amerikaanse minister van Buiten landse Zaken Foster Dulles tijdens zijn bezoek aan Europa de illusies zal ver nietigen van die Europeanen, die nog denken, dat de V.S. de veiligheid van Europa zullen garanderen zonder dat zij zelf iets doen om zich te helpen. Hij hoopte in het bijzonder, dat dit speciaal duidelijk gemaakt zou worden aan die Europeanen, die zich verzetten tegen de verdragen, waardoor Duitsland in de E.D.G. wordt opgenomen. Ook het herlezen van de meest dramatische momenten uit de periode voorafgaande aan de staking zelve, kan ons niet de overtui ging schenken, dat zo stringente redenen in 1903 aanwezig waren. Het was ook reeds na één dag duidelijk, dat een sta king bij een openbare dienst als de spoorwegen, onder practisch alle om standigheden voorkomen moest kun nen worden. Dit inzicht voerde tot de stakingswetten, in socialistische kringen voortaan genoemd de dwang- of worg- wetten. Albert Hahn wijdde er een aantal fanatieke tekeningen aan, waar onder vooral zijn worgprent, met als onderschrift „In naam van Christus", de meest beruchte werd. Deze door zijn onderschrift godslasterlijke prent was slechts de accentuering van het on christelijke karakter der socialistische beweging uit die tijd. Ziedaar de twee overwegingen die de georganiseerde katholieke arbeiders zij aan zij brach ten met andere katholieke landgenoten en die in dit concrete geval voerden tot de oprichting van een katholiek comité van actie. Jos Veldman getuigt in zijn „Gedenkboek" hoe speciaal de katholieke arbeiders in het Aartsbisdom, die toen de sterkste organisatie had den, honderd duizenden manifesten ver spreidden, brochures en vlugschriften: hoe de toenmalige bondspresident avond aan avond het land introk om de arbeiders de juiste betekenis van de op komst zijnde stakingswetten bij te brengen. Hier toonde reeds de jonge katholieke arbeidersbeweging haar fundamentele betekenis voor een we zenlijke reconstructie van het maat schappelijk leven. Het mag dan ook niet verwonderen dat na 1903 vooral de katholieke vakbeweging een grote vlucht nam en in sympathie won. Men ging begrijpen dat een beslist katholieke sociale actie niet alleen noodzakelijk was, maar vooral dat het een activiteit moest worden van het gehele katholie ke volk. Onwaardeerbaar zijn de lessen Vooral, die de jonge Mr. Aalberse uit deze strijd heeft getrokken, en die voornamelijk spraken in de oprichting van de K.S.A. Zou het nog tientallen jaren duren eer de doorwerking van deze lessen practisch ging effecteren in een sterke en algemene levenshouding der katholieken, het scherper geworden inzicht was het grote winstpunt dat katholiek sociaal Nederland door deze strijd had verworven. In de rij der belangrijke herdenkin gen past zeker ook dit terugzien met rijn overduidelijke lessen voor het Hij waarschuwde, dat indien het E.D.G.-plan schipbreuk zou lijden, „de Amerikaanse belangstelling voor Euro pa zal afnemen en het isolationisme in de V. S. weer de kop zal gaan opsteken." Voor het Westen zijn drie verdedi gingsplannen denkbaar, aldus Adenauer. Men kan een verdedigingslinie bouwen langs de Elbe, de Rijn, of bij de Pyre- neën of zelfs buiten het Europese vas teland is een verdedigingslinie denk baar. Uit hetgeen wij in Duitsland doen, zo zei hij, zal Voortvloeien of Europa aan de Rijn of aan de Elbe zal worden verdedigd. Hij vervolgde met te zeggen, dat „wan neer de Europese verdedigingsgemeen- schap niet tot stand zou komen, dan zouden in geen geval met ons onder handelingen over de opstelling van na tionale Duitse divisies beginnen. Een Duits nationaal leger is geen alternatief voor de E.D.G., noch.voor Amerika, noch voor onze Europese buren, noch voor de Bondsrepubliek". Kanselier Adenauer gaf als zijn me ning te kennen, dat de moeilijkheden, die zijn ontstaan bij de goedkeuring der conventies van Bonn en het E.D.G.- verdrag in Frankrijk, zowel als in Duitsland, zullen worden overwonnen. Over de Saar-kwestie zei de Kanse lier, dat deze niet afzonderlijk zou kunnen worden opgelost en hij hoop te, dat binnenkort de besprekingen over de verschillende vraagstukken tussen Frankrijk en West-Duitsland zouden beginnen. Over Oost-Duitsland sprekend .ver klaarde Adenauer, dat de Oost-Duit sers, wier leven en vrijheid niet onmid- deliijk werden bedreigd, West-Duits- Onlangs is bij het Staatsdrukkerij- en uitgeversbedrijf verschenen het boek werk „De strijd om Rotterdam, Mei 1940". Dit boek geeft de bij de krijgsge schiedkundige afdeling van de generale staf samengestelde officiële beschrijving van de strijd, die met zijn dramatische einde het bombardement een in de herinnering van vele Nederlanders voortlevende belangrijke episode van de gevechten in de Mei-dagen van 1940 vormt. Nog deze maand zal een ander boek werkje verschijnen: „De territoriale verdediging van de Noordelijke provin ciën", dat spoedig gevolgd zal worden door: „De krijgsverrichtingen in Over ijssel en Gelderland ten O. van de IJs- sel en de IJssellinie", „De verdediging van het Maas-Waalkanaal en de over- Betuwe", en „De krijgsverrichtingen in Zuid-Limburg". Bij de Staatsdrukkerij heeft men bo vendien onder handen het manuscript van: „De verdediging van Noord-Lim burg en Noord-Brabant", waarin ook de opmars van de Franse troepen naar Noord-Brabant is opgenomen. Het door de krijgsgeschiedkundige afdeling samen te stellen boekwerk: „De strijd in Zeeland" is bijna gereed. Bovendient nadert haar voltooiing de beschrijving van de operatiën in het ressort van de commandant van het veldleger, waarin de strijd om de Greb- beberg gedetailleerd wordt opgenomen. Mijn lichaam is de duistere parterre, Van waaruit ik wat om mij heen geschiedt Beschouw zoals men in een bioscoopzaal De schimmen op het witte doek aanziet. Een zuiverder en beter uitgebalan ceerde weergave van een zieleroersel is nauwelijks denkbaar. Een bespre king van de gehele verzenbundel is in deze rubriek niet op zijn plaats. Om persoonlijke redenen noem ik echter nog de drie sonnetten onder de titel „Sartre", uit welker inhoud blijkt, dat de dichter niet kan instemmen met de atheïstische philosophie van Jean Paul Sartre. Er is geen God, heeft Sartre neergeschreven, Maar heeft hij ook slechts één keer in zijn leven De hand op 't kloppen van zijn hart gelegd? Elders heb ik jaren geleden be toogd, dat Van den Aardweg de aan gewezen man was om de romans van Sartre te vertalen, omdat ook Sartre de verschijnselen van depersonalisatie (en derealisatie) „aan den lijve" heeft ondervonden. Onlangs schreef nu een literaire criticus, dat Van den Aardweg zich met zijn gedicht „Sartre" in tegenspraak bevond met de hem door mij toegekende voor- beschiktheid. Deze tegenspraak kan slechts voer enkelen schijnbaar zijn, voor alle rechtuitdenkenden niet-be- staand. Overeenkomst in psychische constellatie op één bepaald punt is niet op kloppende wijze in verband te brengen met tegengestelde metaphysi- sche opvattingen betreffende het kernvraagstuk van het Gods-bestaan. J. M. 19 blz. Uitg. Etïgelhard, Van Embden Co, Amsterdam 1951. (Van onze correspondent) Als verdacht van ongeoorloofde mani pulaties met gelden van anderen heeft de Koninklijke Marechaussee te En schede gearresteerd de autobusonderne mer J. ten B. en zijn zwager tevens personeelslid W. ter R., beiden te Enschede, Zij worden ook verdacht van frauduleuze handelingen tijdens de li quidatie van het tot voor enige jaren bestaande Enschedese autobusbedrijf A. Ten B. De gearresteerde Enschedese autobusondernemer is ook geassocieerd met een te Amsterdam gevestigd reis bureau. Het onderzoek in beide zaken is nog gaande. De zaak kwam aan het rollen tijdens een onderzoek dat in het bedrijf van J. ten B. werd ingesteld naar aanleiding van vermoedelijke de- viezenovertreding. In dit onderzoek zijn ook de Nederlandsche Bank en de Douane Recherche Enschede betrokken. derhouden, niet bij machte zijn een innige diep-menselijke gevoelsbinding te verwerkelijken. Wanneer juist zij zich tijdelijk terugtrekken uit hun dagelijkse beslommeringen, aan zich zelf worden overgeleverd gedurende een vacantie of om reden van een li chamelijke ziekte, dan bestaat de mo gelijkheid dat zij stuurloos afdrijven in de verbrokkelingssymptomen, die wij depersonalisatie noemden. Dichter H. P. van den Aardweg vertolkt zijn depersonalisatiegevoelens als volgt: Frankrijk, de V.S. en Engeland, heb ben de Sovjet-Unie voorgesteld, de bijeenkomst van de plaatsvervangers der ministers van Buitenlandse Zaken der grote vier over het Oostenrüksc vredesverdrag, die gisteren gehouden zou worden, op de volgende week Vrydae te stellen. Voorlopig zijn de besprekingen stop gezet daar Rusland nog niet heeft ge antwoord op de jongste nota van de Westerse mogendheden om de bespre kingen ever het vredesverdrag voort te zetten zonder enigerlei voorwaarden hieraan te verbinden. AMSTERDAM. Gem. Universiteit. Cand. rechten: mej. A. Polling (Arnhem). LEIDEN. Rijksuniversiteit. - Cand. Ned. recht: de heren F. B. J. Wubbe, Gouda; C. D. Hooft, Leiden en mej. G. J. Klein, Schiedam. Doet. pharmacie: de heer Kho Han Ijao, Leiden. AMSTERDAM. Vrije Universiteit. - Cand. wis- en natuurkunde: P. J. Christen, .Am sterdam en P. Wjjmenga, Leeuwarden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 7