De mens kan niet onder alle
omstandigheden de natuur
beheersen
AANLEG VAN TERPEN
IS GEWENST
ZONDAG ALGEMENE
GEDENKDAG
V,
rijwilliger per
sportvliegtuig
Evacuatie van de Zeeuwse eilanden
vandaag nagenoeg
Stavenisseslechts een
in twee dimensies
WIJ ZULLEN HET NIET
voltooid
plateau
KUNNEN VERGETEN
Zusters willen klooster
niet verlaten
PLUNDERAARS IN ARREST
r
Zekerheid is
uitgesloten
w u
v
Extra zakgeld en
sigaretten
Nog mensen op
Tiengemeten
f25.000 van Prinses
Wilhelmina
Watersnood 1953
Duizend man Rijks
politie opgeroepen
"N
J
DONDERDAG 5 FEBRUARI 1953
PAGINA 3
De regering deeli mede: In verband mei de ramp,
welke Nederland heefi getroffen, hebben de gezamen
lijke kerken besloten Zondag in de kerkdiensten op te
roepen tot bijzondere verootmoediging, tot gebed en
tot offer.
H.M. de Koningin zal zich om één uur op die dag door
de radio tot ons volk richten.
De programma's der omroepverenigingen zullen hei
stempel dragen van herdenking van en bezinning op
hel geleden leed.
De regering spreekt de verwachting uit, dat algemeen
in het openbare leven met hei bijzondere karakter van
deze Zondag rekening zal worden gehouden.
Atlantische conferentie
uitgesteld
Bomen veilige gidsen
Het geteisterde Stavenisse
Angst om te evacueren
Nieuw Vossemeer
Voor helpende militairen
Haar auto beschikbaar
voor ziekenvervoer
Uitgave ten bate van
Rampenfonds
VIJF DODEN OP
TEXEL
Tekortgeschoten mensenwerk
Reeds luttele dagen na de watersnoodramp begint de
mens zich te bezinnen en daarmee een aanvang te ma-
en met lucht te geven aan zijn neiging om te critise-
en. Hoe heeft deze ramp kunnen gebeuren?, is de eerste
vraag, en de volgende luidt: had zij niet althans in deze
Excessieve vorm voorkomen kunnen worden?
Zo begint de mens te vragen, wanneer hij de eerste veer
Weer van zijn mond kan blazen. Men mag er op reke-
nen, dat die vragen 'in de komende weken zullen aan-
zwellen en misschien hier en daar scherpere vormen
zullen aannemen, dan waarin ze nu hier worden gefor
muleerd. En daarom is het goed ze tijdig onder het oog
te zien. Het kan helpen de situatie beter te begrijpen en
er wellicht lering uit te trekken.
Waren er meer voorzorgsmaatregelen mogelijk geweest?
In theorie wellicht. Men had drie gegevens in de loop van
Zaterdag. De abnormale hoeveelheid opperwater, dat door
de rivieren werd afgevoerd en de daaruit volgende extra
hoge waterstand. Het springtij, dat volgens de tabel d-'c
nacht zou voorkomen. De storm, die ook des Zaterdags reeds
woedde en die, naar in de loop van die dag uit de weer
berichten duideHjk werd, in aanzienlijk toenemende he
vigheid uit de streken van Ierland en Schotland onder
weg was.
mensen en zij hebben geen verstand
van waterbouwkunde, zal men zeggen.
Maar zij zijn intelligent en zij kunnen
zonder veel bezwaar, verstand van wa
terbouwkunde krijgen. Nochtans ziet
men daar in de plannen tot regeling
van de waterhuishouding' niet af van
terpen, en men laat zich daarbij nog
wel leiden door het advies van een
groot Nederlands waterbouwkundige.
Wij behoeven de vergelijking niet ver
der door te trekken. De oplossing daar
is ook wel geheel anders dan de oplos
sing hier. Hier te lande sluiten wij de
overstroming, naar menselijke bereke
ning uit, doch wij weten nu scherp ge
noeg, dat daarmede de overstromings
rampen niet uit de wereld zijn. Op die
overstromingen moeten wij ons ook
voorbereiden, in gelaten erkenning van
het feit, dat onze waterbouwkundige
werken één keer in een mensenleven of
één keer in een eeuw, doch in ieder ge
val op een bepaald moment het niet
houden.
Als er in die polders terpen, ver
hoogde plaatsen waren geweest, zo
zeggen mij sommige deskundigen,
wier technische bekwaamheid er maar
niet in geslaagd is hun gezonde ver
stand te verduisteren, dan zouden er
weliswaar op enkele plaatsen nog
rampzaligheden zijn voorgevallen,
maar dan zouden tallozen tijdig de
wijk daarheen hebben kunnen nemen,
dan zouden ongetelde drama's van
mensen op wankele daken van onder
mijnde huizen niet zijn voorgeval
len; dan zouden bevolkingen, gecon
centreerd op droge plaatsen, gemak
kelijker en sneller gered en geappro
viandeerd hebben kunnen worden;
dan hadden duizenden stuks vee er
het leven kunnen afbrengen; dan zou
het dodencijfer niet de duizend ver
gepasseerd zijn.
Het is een gedachte, die niet van ge
zond verstand ontbloot lijkt en die wij
daarom ter overweging doorgeven. Als
haar uitvoering, al was het maar pas
over een eeuw, mensen zou behoeden
tegen de doodsnood van storm, duister
nis en water, dan zou het de moeite
waard zijn geweest er het oor aan te
hebben geleend. Materiële schade kan
met geld gerepareerd worden, en wordt
ook betrekkelijk snel met geld hersteld,
doch wij zijn nooit verantwoord, wan
neer wij niet het uiterste hebber- ge
daan om de mensen de teistering van
lijf en ziel te besparen.
Stavenisse op Tholen is een van
de zwaarst geteisterde dorpen. In
de omgeving van het kerkje zijn
de huizen door de enorme vloed
golven Zaterdagnacht voor een
groot gedeelte weggevaagd. In d'it
stadje zijn reeds 200 doden te be
treuren.
De Atlantische Conferentie in de Ridder
zaal te 's-Gravenhage. is in verband met
de noodtoestand uitgesteld.
De eerste factor was de minst belang
rijke. De hogere stand der rivieren is
Van betekenis in hun smallere boven
top. In de zeer brede, wijdvertakte ri
viermondingen betekent hij niet veel
■beer. Het springtij stond vast, maar op
zichzelf zegt zulk een gegeven weinig
°f niets. Het wordt springvloed met de
regelmatigheid van volle en nieuwe
htaan, en alle waterwerken zijn met
ruime marges op de werking van dit
hormale-abnormale getij gebouwd.
Verreweg de belangrijkste factor was
ue storm, zijn kracht en zijn lange duur.
"as hij in die kracht en in die duur te
Voorzien geweest? De deskundigen be
twijfelen het sterk, want al wist men,
er op zwaar weer gerekend moest
Jvorden, hoe kon men voorzien, dat het
tot een orkaan van zulk een alle erva
ring verbluffend geweld zou uitgroeien?
®r zijn meer stormen over ons land ge-
Saan bij springtij en zij hebben meer
flan een eeuw lang, in heel de tijd dat
®r statistiek van wordt bijgehouden, niet
j^benadering tot zulk een resultaat ge-
De mens is tekortgeschoten, omdat
®et hem niet gegeven is onder alle om
standigheden de natuur te beheersen.
b°ch om ook in de excessieve gevallen
e kunnen voorzien wat de krachten der
batuur zullen doen. Hij kan zich slechts
bistellen op het gemiddelde, hij kan
baarbij uit voorzorg een marge nemen
®or het uitzonderlijke, maar daarbij
b*°et hij het laten. Dan moet hij verder
ertrouwen op het werk, dat hij verricht
beeft en hopen, dat er zegen op mag
bsten. De mens moet zich uit geeste-
yk zelfbehoud instellen op het werk van
'Jn handen. Hij heeft zijn dijken, zijn
/■den, zijn wallen, golfbrekers, die
."arme gevaarten van klei, leem, rijs-
°»t en basalt. Zijn die dijken hoog eii
tnV£ scnoeg? Ze zyn het inderdaad,
a"ijd aan de ervaring getoetst.
TjlieV^el?-P,en naiaar maakte het
Tweede-Kamerlid mr. Burger zich zeer
bezorgd over de gevolgen van de inpol
dering van de Biesbosch en de daarmee
gepaard gaande verhoging van de dijken,
die de waterstand voor Dordrecht onder
drnstandigheden zou doen oplopen.
De heer Burger had ongelijk, al moge
b't thans vreemd klinken. De deskun-
konden u aan de hand van hun
weerlegbare statistieken verzekeren,
dat - u in h.et allerongunstigste geval,
hotr Z Semiddeld in een mensenleven
ce,?t niet eens voordeed, hoogstens acht
W »ter in de waterstand zou sche-
Wa= j kleinigheid: niet de moeite
fipri/ii aar nu is Dordrecht voor een
statf oncier water gelopen, en in de
Ciif f komt voortaan een ander
y er te staan. Heeft de heer Burger
er nu aan gelijk? Alles wat men
Se,. ,n kan zeggen, is, dat het opnieuw
zj: kwestie van kansberekening wordt.
Wj;,.t ditmaal met een enigszins ge-
Of v?d Segeven. Maar het is de vraag
Vb- v00r de berekening heel veel
Tv zal uitmaken,
v brengt ons tot de tweede vraag
«n meer algemene strekking en daar-
w belangrijker. Waren onze water
en j dan onvoldoende? Het ant-
dan daarop kon niet anders luiden
w» 3a' z°als gebleken is. Onze dijken
hiof te ,aa8 en in vele gevallen ook
sterk genoeg. Is dit dan de laak-
schuld van mensen? In het alge-
V/q mag men daar „neen" op ant-
(j. °rden. Zij waren voldoende volgens
w ervaring, zover als die reikte. Er
V°egd 6en ve'dSheidsmarge aan toege-
infat zal men nu aanvangen met deze
- —VU
Wnu0ngste ervaring? Zal men de dij-
riaJ hoger maken dan het hoogste peil
Sel i bereikt is? Zal men een der-
Öiit st°rm geheel incalculeren bij de
t-0p nb°iiw? Men zou dan niets anders
allo dan reeds gedaan was; men zou
n°g wat verder gaan. Doch de
li i e- dacht, dat het reeds behoor-
ga» voldoende was zover als men ge-
«en Was' Wie garandeert, dat er niet
boo nog verschrikkelijker storm, nog
Sor water zal kunnen komen?
d-T3 komen we nooit uitgevraagd, om-
p net onmoffeliik is ooit tot ppd zp-
Scho nacht van 3 op 4 Februari is op
Hienuwen en Duiveland een aantal
do0r f31 van 't dak van een huis gered
reser t stoutmoedige optreden van een
tna(.uYG"kapitein-vlieger van de lucht-
rbbberhdie met een sportvliegtuig drie
lijke i en afwierp tijdens een moei-
Ve-off; m bet duister. Deze reser-
thans Uer' de beer J. Hoekstra, die zich
steJde .t in actieve dienst bevindt,
beschik met zijn Fairchild-vliegtuig
ten, Wa vo°r reddingswerk op pun-
Zgn' aaUan bekend was, dat zij tot de
Ij. noodadressen behoorden.
v°°rziBn°erde dr'e rubberboten mee,
Sei> twel Van l.ange touwen, die hij tus-
Èebrua uur *n de ochtend van
®'aats nnu met succes op een benarde
Ve'and L w eiland Schouwen en Dui-
?e touvJTL kunnen neerlaten. De lan-
°t stand i gebruikte hij om verbinding
5leUsen u kunnen brengen tussen de
- in d» „et clak en de reddingboten,
ke°bt kwa aa Jheid van het water te-
Uden Dank zij deze touwen
J® naar tiu "00d verkerenden de bo-
e'gens pni,' oe trekken en deze ver-
de Dositi i n om zich van hun be
DezeffH te verwijderen.
v?-hteliik „VhegGr beeft reeds vóór dit
''iJwiHj„ aa!,0Ii. Ur daadwerkelijk en
rwCbt deelpB^ reddingswerk uit de
dit gebied actieff1 °°k thans n0g
kerheid te komen. Natuurlijk zullen
onze waterbouwkundigen delen van de
waterweringen, die zwak of oud zijn
gebleken of extra-bedreigd, voorzien
en verstevigen, doch men kan niet ein
deloos doorgaan met alle dijken hoger
te maken, ongetelde extra millioenan
te spenderen aan een kans, die reken
kundig gezien heel klein is, hoe ver
schrikkelijk de realiteit ook is, wan
neer zij zich eens voordoet.
Nederland bestaat voor een groot deel
uit kunstmatig land, aanslibsels, die wij
hebben vastgehouden en drooggelegd
li beschermd tegen de zee, maar die
geen normaal gevormd, geen naluur-
lijk vasteland zijn, omdat het beneden
de zeespiegel ligt. In die polders en
wij hebben thans vooral het oog op de
zeepolders leeft een aanzienlijk deel
van de bevolking, onder zeepeil en
slechts beschermd tegen de zee, haar
vloeden en haar stromen door een en
kele dijk, slechts een aarden wal, die
de mens scheidt van de verdrinking.
Bij een ramp als deze, vraagt men
zich af of het niet een roekeloos avon
tuur is op zulke plaatsen te leven. Mis
schien is het wel al te roekeloos, wan
neer wij zozeer vertrouwen op de
kracht van de geweldige waterwerken,
die wij wrochtten, wanneer wij ons
doodgerust vestigen achter dit werk
onzer handen, die simpele aarden wal
len, en verder aan niets denken. Mis
schien is dit een psychische fout, die
ergens een aanrakingspunt heeft met
vermete] vertrouwen. Misschien komt
het ook, omdat wij te zuinig ziin
Maar waarom maken wij in onze
polders geen terpen, geen verhoog
de plaatsen in gedeelten van de
dorpen, of vlak daarbij, waarom
geen versterkte en verbrede dijk-
gedeelten; waarom van die dijken
uit geen hoge landtongen, allemaal
plaatsen waar een door het water
overvallen volk zich kan terugtrek
ken om er tenminste het vege lijf
en de levende have te kunnen ber
gen?
In Oost-Bengalen, in de stroomgebie
den van de Ganges en de Brahmaputra,
heeft de eenvoudige bevolking overal
van die terpen, en zij woont er ook
steevast een deel van het jaar op, want
de overstromingen zijn er geregeld en
het water bereikt er standen, die de
rijst uit zelfbehoud tot over de zeven
nieter doen groeien. Dat zijn primitieve
(Vervolg van pag. 1)
Een verslaggever, die nagenoeg heel
Zeeland heeft doorkruist, schrijft de vol
gende reportage:
„De evacuatie van de bevolking van
de overstroomde Zeeuwse eilanden zal
vandaag nagenoeg worden voltooid".
Dit is de mening van de piloten van de
helicopters, de verkenningsvliegtuigen
en de Dakota's, die reeds drie dagen
lang onafgebroken boven de verdron
ken gebieden hebben gevlogen. Zij heb
ben ten minste duizend mensen geëva
cueerd, tonnen voedsel, medicamenten,
duizenden dekens en zandzakken af
geworpen, daar waar deze het meest
nodig waren. Het is ook de mening van
verscheidene officieren, die het red
dingswerk van duizenden militairen
hebben geleid. Voor degenen, die na
vanavond nog niet uit hun huizen zijn
verlost, moet men het ergste vrezen.
Het is welhaast ondenkbaar dat zij het
langer dan vijf dagen in kou, in een
zaamheid, in grote angst en op door
zeewater totaal bedorven voedsel heb
ben kunnen uithouden. Feitelijk kan
men vanavond ook wel aannemen, dat
het merendeel der vermisten eveneens
tot de dodelijke slachtoffers gerekend
moet worden.
Woensdagavond klonk er opnieuw
alaïm in de overstroomde en de geïso
leerde gebieden. Er werd storm ver
wacht. Met angst in het hart snelden
degenen, die achter zwakke binnendij
ken tot nu toe voor de ramp gespaard
bleven, naar de gevaarlijke plaatsen om
daar met man en macht versterkingen
aan te brengen. Door de aether klonken
noodkreten van vele burgemeesters,
waarin met de grootste spoed om zand
zakken werd gevraagd om het gevaar
te kunnen elimineren. Waar mogelijk,
werden die verstrekt, hetzij per schip,
hetzij per vliegtuig. Maar niet overal
kon deze hulp worden verleend. Het
eiland Tholen werd op het droge gebied
rond de hoofdstad na „prijs gegeven".
Dat klinkt wreed, maar het kan niet
anders. Aan de Zuid- en Zuid-Wfest-
zijde is de zeedijk over een afstand van
vele honderden meters weggeslagen.
Hier valt provisorisch niets te dich
ten. Daar moet de Rijkswaterstaat met
het zwaarste materiaal aan te pas komen
Deze wetenschap heeft onder de be
volking van het stadje Tholen een grote
verslagenheid teweeg gebracht. Op een
zgn. „highspeed" een soort heel grote
en hoge gepantserde kinderwagen op
rupsbanden zijn wij met de Franse
genietroepen van Vogelenzang bij Hal
steren naar Tholen gereden over een
weg, die vele kilometers meer dan een
meter onder water staat. Wij dankten
vorige generaties, dat zij bomen langs
de weg hadden geplant en ze niet had
den omgehakt. Want anders waren wij
onherroepelijk in een verraderlijke
greppel, verborgen onder het water,
terecht gekomen. Maar goed, die bomen
waren er en zij waren veilige gidsen.
Aan weerszijden van de weg lagen to
taal verwoeste en verlaten boerderijen.
Cadavers van koeien en paarden dreven
door het water: Een luguber tafereel:
bolle, opgezwollen beesten, die met de
koppen diep in het water lagen. Over
de Hoge Brug, die de oevers van de
„Eendracht" overspant, zijn wij het
stadje binnengereden. Daar leek alles
wel. Die indruk werd nog versterkt
door het feit, dat verschillende, aanvan
kelijk geëvacueerde inwoners weer
naar hun huizen terugkeerden. Het
plaatsje had iets van een frontstad in
oorlogstijd. Soldaten liepen over de
kaden en door de straten en vele mili
taire voertuigen stonden ordeloos en
bijna doelloos door elkaar.
Maar bij nader inzien bleek de
stemming onder de inwoners in mi
neur. Zij zijn verknocht aan hun
idyllische woonplaats, maar toch
verlang'den zij er naar op het veilige
vasteland te mogen zijn. Dat maakt
hen onzeker, zo onzeker, dat velen,
die aanvankelijk dat vasteland had
den opgezocht, weer naar hun oude
woonplaats terugkeerden. Het ge
beurde in Stavenisse dat wij met
een duck konden bereiken heeft
hen sterk aangegrepen. Zij hebben
een panische angst, dat zij bij een
nieuwe storm door een zware ramp
zullen worden getroffen, ook al is
dat niet waarschijnlijk. Maar angst
praat men de mensen niet met rede
neringen uit hun ziel, zelfs al voert
men nog zo logische argumenten
aan..
Na Oude Tonge waarover wij gis
teren reeds meldden is Stavenisse
ongetwijfeld het zwaarst getroffen dorp
je van het gehele Nederlandse ramp
gebied. Een ieder die daar ziet wat het
brute geweld van de ontembare zee
heeft aangericht, wordt met ontzetting
geslagen. Met een duck, over open zee
feitelijk is meer dan de helft van
Zeeland „open zee" hebben wij dit
dorp, dat geen dorp meer is, bereikt.
Van enkele delen is niets meer dan een
plateau, in twee dimensies over. De
lengte en breedte zijn er nog, die kun
nen weliswaar overspoeld worden door
het water, maar zij blijven. De hoogte is
echter verdwenen, spoorloos verdwenen,
weggeslagen door de golven. De linker
zijde van de Kerkstraat is helemaal weg.
Ten minste honderd mensen vonden hier
een graf onder het puin en in de golven.
Van vele boerderijen is eveneens niets
meer over. Het is angstaanjagend. De
bevolking is op enkele mannen na thans
vrijwel geheel geëvacueerd.
Wii vragen de duckchauffeur spoedig
terug te keren. Want wij wilden dat wij
dit alles niet gezien hadden. Wij ziillen
het niet kunnen vergeten. En wij zullen
het willen vergeten. Het zien van ellen-
vraagd. Storm zou betekenen een nieu
we aanval op de geteisterde dijken, de
aangevreten huizen, de stukgeslagen
wegen. Dat zou betekenen opnieuw ern
stige zorgen om de mensen die nog in
de geïsoleerde dorpen zijn. Gelukkig is
de storm in de afgelopen nacht enigs
zins gaan liggen.
Majoor Brugma heeft ons verteld hoe
hij moest strijden om de bewoners van
Hank tot evacuatie te bewegen. De pon
tonniers van de duikerschool te Geer-
truidenberg waren met motorvletten
daarheen gegaan om de geïsoleerde be
volking te bevrijden. In het zusterkloos
ter waren honderadertig mensen bijeen.
Dertien zusters, ruim zestig kleine kin
deren en veel bejaarden. De zusters wei
gerden het klooster, waar ook veel goe
deren van hun beschermelingen waren
bijeengebracht, te verlaten. Toen wilden
ook degenen die hier onderdak hadden
gevonden niet gaan. De zusters waren
zo goed voor hen en zij wilden maar
het liefst bij elkaar blijven. Majoor
Brugma heeft al zijn overredingskracht
nodig gehad om hen van id-ee te doen
veranderen. Tenslotte wist hij moeder
overste ervan te overtuigen dat het on
verantwoordelijk was deze mensen op
eengepakt te laten in een te klein ge
bouw, dat bovendien gevaar liep in te
storten door ondermijning en waar kin
deren en volwassenen met ziekte en ge
varen worden bedreigd. Toen moeder
overste was gezwicht, volgde ook de
rest, zodat men gelukkig alle bewoners
veilig heeft kunnen overbrengen naar
Geertruidenberg. Slechts vier zusters
zijn ter bewaking achtergebleven.
de draagt men niet graag lang in zijn
herinnering. Toch zullen wij dat moeten.
Wij zullen de doden die wij gezien heb
ben niet uit onze herinnering kunnen
wegvagen, die vreemd opgezette blauwe
lichamen. Evenzeer zullen wij echter
blijven denken aan de heldenmoed van
al diegenen die aan het reddingswerk
hebben deelgenomen.
Dat is nu bijna voltooid. 16.000 Neder
landse militairen hebben er actief aan
deelgenomen. 5000 man werd voortdu
rend m reserve gehouden. Ten minste
4000 Amerikanen en 1100 Fransen heb
ben na hun komst in het rampgebied
.geweigerd te gaan slapen, „omdat zij
daar niet voor waren gekomen". Zij zijn
onmiddellijk aan de slag gegaan. Mede
door hun doortastendheid en dank zij
het prachtige materieel dat zij mee
brachten, is het gisteren gelukt minstens
2500 mensen uit de noodgebieden te
evacueren. In de achterhoede werden
deze militairen gesteund door duizenden
studenten en andere vrijwilligers, die
zich dienstbaar maakten met het vullen
van zandzakken, het verstrekken van
voedsel en het verzorgen van opvang
centra.
Zal er komende nacht weer storm op
steken? Dat hebben Woensdagavond,
mét ons de bewoners van het West-Bra
bantse geteisterde gebied zichzelf afge-
Nadat de evacuatie van Hank voor
zover mogelijk dus was voltooid, zyn de
pontonniers naar Lage Zwaiuwe gegaan.
Zwaluwe is ais uitgestorven. In woeste
galop is de waterstroom door dit dorp
gerend en heeft er alles meegesleurd
wat hy op zijn weg ontmoette. De klin
kers van de straten zijn weggespoeld
als stof en op vele plaatsen liggen de
electriciteitskabels als dikke touwen
naast de huizen, zulke kuilen zijn er in
de wegen achtergebleven. De achter
zijden van de huizen zyn volkomen weg
geslagen en het opnieuw opdringende
water dringt steeds verder door in de
funderingen. Men vraagt zich af of van
deze huizen nog wel iets te repareren is.
Zondagnacht zijn hier al alle bewoners
geëvacueerd. Maar drie dagen later staat
er nog in vele stallen vee dat de ramp
heeft overleefd maar de uitputting nabij
is. Opnieuw doen hier motorvletjes met
aanhangboten uitstekend dienst. Men
heeft ze over drie dijken heen moeten
trekken maar nu vaart men ermee van
stal tot stal. Met trots toont de majoor
ons de lijst van geredden die in een
paar uur tijds werden binnengebracht.
De vreugde om de triomfen wordt tel
kens weer vernietigd door de neder
lagen die men elders lydt. Terwyl men
werkt en vecht om een hernieuwde aan
val te keren, terwijl men in Raamsdonk-
veer zelfs al weer de kamers en kelders
heeft leeggepompt en aan herstellen
denkt, komt het bericht dat in Nieuwen-
dijk de dijk het heeft begeven en het
water drie slachtoffers heeft geëist.
Onze correspondent in Steenbergen
schrijft ons over de toestand in de uiter
ste Noord-Westhoek van Brabant:
Nadat men Zondagavond in de om
geving van Nieuw Vossemeer het werk
had moeten staken, kwamen in. de loop
van Maandag de talrijke militairen die
de levenden van Nieuw-Vossemeer
hebben gehaald. Van de vijftig a zes
tig doden die er in dit dorpje te be
treuren zijn, heeft men er nog slechts
enkelen kunnen bergen. De redding was
zeer moeilijk. Links en rechts van de
dijk waarop we stonden, zwiepte het
water over de auto's. Men had zelfs
moeite om zich staande te houden. En
dan dat verschrikkelijke gebrek aan
materieel, dat ons noodzaakte om men
sen in de tot aan de goot ondergelopen
huizen te laten tot de volgende och
tend. De ochtend waarop we zagen dat
verschillende van die huizen er zelfs
niet meer waren....
Twee motorboten hadden we voor die
polder bij Vossemeer en één daarvan
raakte onklaar. Toch hebben we 't nog
geprobeerd met aan elkaar gebonden
roeiboten, hoewel de ouderen waarschuw
den. Maar kan men iemand laten ver
drinken op nog geen driehonderd meter
afstand? Het is geprobeerd. Maar na
tuurlijk mislukt. Slechts één geluk was
er bij die onderneming: dat er hier en
daar bomen stonden waaraan men zich
vastklemmen kon om te voorkomen dat
het bootje op die onafzienbare kokende
vlakte om zou slaan. Zo was het moge
lijk, nog zich zelf te redden. De mensen
op de zolders bleven zitten. Die een ste
vig huis hadden zijn er de volgende dag
nog afgehaald door de soldaten die wel
materieel hadden, en door bezitters van
motorboten elders uit het land.
Hieraan dankt de bevolking van Nieuw-
Vossemeer het dat zij niet in haar geheel
is omgekomen.
Men kan zich geen juiste voorstelling
van de ontzettende nood maken, wan
neer men niet zelf in de boten over
het land is gegaan, tussen de onderge
lopen huizen waaruit de mensen wuif
den en schreeuwden, wanneer men niet
gezien heeft hoe een koebeest op de
achterpoten stond en de voorpoten tegen
een muur hield om de kop vrij te hou
den. Dood en verderf, dat is het water.
Het is erger dan de oorlog, toen we een
week lang onder bommen en granaten in
de kelder zaten van het huis dat boven
ons was ingestort.
De minister van Oorlog heeft goedge
keurd, dat militairen, die daadwerkelijk
optreden in de noodgebieden, tot nader
order per dag een extra zakgeld zullen
ontvangen van een gulden, alsmede een
pakje sigaretten. Deze regeling geldt met
terugwerkende kracht van Zondag 1 Fe
bruari af.
De commandant van een Oxford van
de Marine-Luchtvaartdienst, die Woens
dag boven het eiland Tiengemeten heeft
gevlogen, vertelde het volgende:
Het hele eiland behoudens enkele
plekken staat onder water. In het
dorpje Tiengemeten zag hij de bewoners
naar buiten komen toen het vliegtuig
rondcirkelde. Op een klein stukje grond
langs het dorp was vee samengedreven.
Een boerderij te Vluchtheuvel in de
Middenpolder is door het water stuk
geslagen. Er werden daar geen mensen
waargenomen.
Op de uiterste Oostpunt van het ei
land, waar enige huisjes staan, hangt de
was buiten. Ook hier werd echter geen
teken van leven gezien.
Prinses Wilhelmina heeft aan het Na
tionaal Rampenfonds een gift van
f 25.000 geschonken voor de getroffenen
in de geteisterde gebieden.
Voorts heeft de Prinses haar parti
culiere auto, een „Cadillac", ter beschik
king gesteld van het ziekenvervoer. De
auto is inmiddels naar de geteisterde
gebieden vertrokken. Hij was gevuld
met levensmiddelen.
?5
De medewerking van alle zijden
maakt het slagen van de uitgave der
Vereniging ter bevordering van de be
langen des boekhandels ..Watersnood
1953" een feit. Men kan zich nu reeds
op het (binnen 14 dagen in de handel
komende) boek laten inschrijven bij el
ke boekhandelaar.
Van de eerste oplage wordt een bate
van ca. f 175.000 voor het Rampenfonds
verwacht.
De burgemeester van Den Burg, mr.
C. de Koning heeft medegedeeld, dat
het dodencijfer op Texel thans vijf be
draagt. Het vijfde slachtoffer is de
landarbeider W. Bernardus uit De Waal.
Er wordt nog steeds één persoon op het
eiland vermist.
In verband met de Woensdagavond
opnieuw opgestoken storm heeft de
burgemeester van Den Burg Woensdag
huis aan huis in de polder het Noorden
door waarschuwing laten mededelen,
<}at het verstandig wordt geacht het vee
uit deze polder te evacueren.
Waar dit mogelijk is wordt alles in het
werk gesteld om de dieren te redden.
Een boer op Goeree brengt een varken
in veiligheid.
Vijf onverlaten hebben zich in het zwaar-
getroffen 's-Gravendeel schuldig gemaakt
aan plundering. Zij zijn gearresteerd en
ingesloten in het Huis van Bewaring in
Dordrecht. In Bergen op Zoom zijn drie
plunderaars in arrest gesteld.
In 's-Gravendeel bevinden zich nog on
geveer duizend inwoners, die niet geëva
cueerd wilden worden of die teruggekeerd
zijn. In verband met de plundering heeft
men zich hier genoodzaakt gezien een
avondklok in te stellen. Het is verboden
om van half zeven 's avonds tot zeven uur
's ochtends zich op straat te bevinden. De
politie heeft opdracht na eerste waarschu
wing onmiddellijk te schieten.
Ter versterking van de rijkspolitie in
het rampgebied zijn ongeveer duizend man
rijkspolitie uit het niet getroffen deel des
lands opgeroepen. Van dit aantal bevinden
zich reeds 650 man in het rampgebied, ter
wijl de overigen gereed staan om naar Be
hoefte te worden ingezet. Mocht blijken,
dat de Rijkspolitie in het rampgebied nog
verdere versterking nodig zou hebben en
deze niet meer gevonden zou kunnen wor
den bij de rijkspolitie in het overige deel
van het land, dan zal aanvulling plaats
vinden uit de gemeentepolitie.