Binnenkort controle
jeugdbibliotheken
Tevens strengere maatregelen
inzake slechte lectuur
Rampenfonds reikt de
EERSTE CHÈQUE UIT
op de
1
Kromdorp op stelten
NÉ
HET NIEUWEDIEP, een boeiende wereld
Zelf doen van het bedrijfsleven
vormt het wezen van de P.B. O.
NED. ANTILLEN BRENGEN
DRIE MILLIOEN BIJEEN
Gelukkig gezin in Ridderkerk
N;
10
M
Marine niet meer te denken zonder
de Marva's, de lekenzusters der zee
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
hantage
rAHDPASTA
Maximumprijzen
vervallen
Rampenfonds
70.7 millioen
ti
DONDERDAG 5 MAART 1953
PAGINA 3
Motivering steun aan
bedienaren van de
godsdienst
a de ramp van de
s,Cath. Duyvis"
Stoffelijk overschot van
matroos opgehaald
Nieuwe burgemeester
van Delft
Kamerlid D. de Loor
P.v.d.Auit Leeuwarden
m
door
J. S. Fletcher
°stpakketten gestolen
jaar voor P.T.T.-
besteller
Consumptie-aardappelen
(Van onze parlementaire redacteur)
Dat minister Beel zijn departement met onmiskenbare sportiviteit beheert is
gisteren in de Eerste Kamer nog eens gebleken bij het antwoord dat hij
f heeft gegeven op een lange reeks van vragen en opmerkingen van senato-
n> die een aaneenschakeling van detailkwesties in hun betogen hadden verwerkt,
ot«arVan men zich afvroeg wat de minister voor een duivelskunstenaar moest zijn
jj1 op dat alles op enigszins bevredigende wijze te kunnen ingaan. Dr. Beel is twee
r aan het woord geweest en hij heeft van verschillende sprekers bij de replie-
am Cen woord van welgemeende waardering gekregen voor zijn verhelderende
'woorden. Het enige zure geluid kwam uit de communistische hoek, maar het
erd op de gebruikelijke wijze gesmoord door de voorzitter met de stereotype
odedeling, dat de begroting van Binnenlandse Zaken zonder stemming was aan-
homen, met de bekende uitzondering van de op Moskou georiënteerde heren,
le geacht wensten te worden te hebben tegengestemd.
jj minister behandelde allereerst en-
v le incidentele kwesties, waarvan
oral de grondwettelijke bezwaren
v®n de heer van Walsum ten aanzien
bihrde wettelÜke regeling van de lees-
v<,i heken van belang waren. Het is
kv- dr' Beel wel een moeilijke
lOstie, maar hij zag toch wel degelijk
aan om de pest van de slechte lectuur
srn ie gr«Pen. zonder daarbij met de
in?, wet in conflict te komen. De op-
r.en!ng die hij de Staten-Generaal bin-
nkort aan de hand denkt te doen zal
zijn, dat het wetsontwerp slechts een
2: j?erkte strekking zal hebben. Het zal
it, nd- beperken tot het toezicht op de
hgdbibliotheken. Anderzijds zal de
'Dister overgaan tot het verscherpen
an de bestaande bepalingen. Bij de re-
tf.i is men op de kwestie niet meer
losgekomen.
kat?n andere zaak waarover van niet-
n olieke zijde in afkeurende zin was
.sproken, betrof de subsidies, die in
'Offiburgse gemeenten nu aan bediena-
jh van de godsdienst worden gegeven.
Pm?0ver was ook de minister niet erg
ijjlhousicist, daar hierbij de onafhanke-
Jkheid van de geestelijken in een niet
geheel zuiver licht komt te staan. Wet
telijk gezien is hiertegen echter niet veel
in te brengen. Volgens de gemeentewet
zijn de gemeentbesturen daartoe wel
niet geroepen, maar reeds tal van ja
ren maken velen gebruik van hun be
voegdheid om ook op deze wijze het
gemeentebelang te dienen. De noodzaak
om alles te doen tot het bewaren van
geordende toestanden in de mijnstreek
noemde de minister als een voorbeeld
van omstandigheden die in het verleden
reeds tot dit soort subsidies hebben ge
leid. De Kamer krijgt een lijst van alle
subsidies. De heer Reijers vroeg de mi
nister om nadere maatregelen dat deze
wettelijke mogelijkheid alsnog wordt
uitgeschakeld. Hij zag er slechts een
verkapte subsidie in aan de kerken, met
alle onverkwikkelijkheden die daaruit
voort kunnen komen.
Een positief geluid liet minister
Beel horen over de regeling van de
positie der F. 221-ers. Hij wilde het
daarheen sturen, dat de volksverte
genwoordiging nader over de kwestie
wordt ingelicht, waarbij hij dacht aan
de mogelijkheid om met de beide
voorzitters der Kamers en de. commis
sie van rapporteurs dienaangaande
overleg te plegen. Zodoende zou dan
de ongerustheid kunnen worden weg
genomen, door zoveel mogelijk ope
ning van zaken te geven.
Met de oplossing van de gemeente-
classificatie-kwestie hoopt de minister
dit jaar te kunnen beginnen. Hetzelfde
geldt voor de progressieve kindertoesla
gen en de rechtspositie der arbeidscon
tractanten. Deze laatsten met èèn penne-
streek tot ambtenaren promoveren ligt
geenszins in zijn bedoeling. Herziening
van de pensioenen van de onderwijzers
die al gepensionneerd waren voordat de
salarisregeling van 1946 hun een extra
toeslag bracht, zou een onlogisch prece
dent scheppen. Verhogingen van salaris
sen zouden dan voortaan steeds ook de
pensioenen gaan beïnvloeden.
De gedachten die de heer Van Lieshout
zich had gevormd over een overgangs
regeling voor de gemeentefinanciën zo
lang de verhouding tussen Rijk en ge
meenten nog niet definitief gewijzigd is,
heeft minister Beel moeten toetsen aan
de werkelijkheid. Zijn gedachten gingen
met zozeer naar een gemeentefonds dat
rechtspersoon zou zijn, maar een waarbij
de gemeente wel invloed zou hebben op
het beheer, terwijl zoveel mogelijk met
objectieve maatstaven zou worden ge
werkt. Een eigen gemeentelijk belasting
gebied is ook in de ogen van de minister
wenselijk. Maar dan moet niet zozeer de
grootte als wel de manipuleerbaarheid
daarbij een factor zijn. Bovendien moet
de belasting ook niet te diep in het eco
nomisch leven ingrijpen. Hij wil aan
sturen op een grondslagenwet, waarbij
algemene maatregelen van bestuur de
grondslagen kunnen uitwerken en aan
alle omstandigheden aanpassen. Wel liet
hij nog een waarschuwend geluid horen
over de eigen gemeentebelastingen: zon
der algemene klimaatsverbetering komt
men er niet.
Het f 90 millioen-plan der B.B. vond
de minister wel een voldoende opzet, wil
men alle perfectionisme op dit terrein
vermijden. Met de uitvoering loopt het
volgens hem redelijk. Er zijn reeds 66.335
vrijwilligers aangeworven als hulpwach-
ten. Degenen die zich zorgen hadden ge
maakt voor teveel militaire invloed kon
hij gerust stellen: het militair gezag zal
over de B.B. geen zeggingskracht krij
gen, tenzij wanneer een deel van ons
land strijdtoneel zou worden. Binnen
kort zal hij met het kabinet de moge
lijkheid bespreken om de B.B. definitief
voor de bestrijding van rampen in te
kunnen schakelen.
Het politievraagstuk moet ook vol
gens het inzicht van minister Beel wor
den opgelost, maar de projecten der
Vereniging van Nederlandse Gemeen
ten vragen iets meer dan vluchtige
kennisneming, al gaf de minister toe,
dat er aantrekkelijke gedachten in ver
werkt zijn.
Bij de replieken heeft de heer Van
Walsum het nog even gehad over het
georganiseerd overleg inzake de posi
tie der ambtenaren. Hij sprak daarbij
de hoop uit, dat beide partijen zich zou
den spiegelen aan de praktijk bij het
georganiseerd overleg der lagere pu-
vliekrechtelijke organen, waar deze za
ken iets gemakkelijker lijken te lopen
dan bij de centrale overheid.
Set was een eenvoudige, treffende
echtigheid die Woensdagmorgen in de
hieente Ridderkerk voorviel. Tussen
4 kale muren van een thans weer
j.,®Se woning aan de voet van de Ring-
Jlk van Slikkerveer gaf luitenant-gen.
t 'N.I.l, b.d. P. Alons, zoals gisteren
ee^s in een déél van onze oplage werd
jjeiJ*eld, het eerste voorschot van het
U''onaaI Rampenfonds. Burgemeester
Wi ai' Nieuwenhuizen stond er glunder
J en schudde zijn gemeentenaren, de
eer en mevrouw Weeda-Meeldijk, ste-
v'g de hand.
1 Het huis van de familie Weeda is vol-
b l? pje onder geweest. Meubilair en
geiden zijn verloren. Het behang is van
i, Huren gevallen en de vloerbedekking
Het een dikke slijklaag mee naar bui-
®b geschrobd.
Tijdens de vriendelijke toespraken van
hcraal Alons en de burgemeester bleef
e ®Vr°uw Weeda ijverig doorbreien aan
ba? gee!~bruine jumper voor een van
baast drie dochters. De meisjes hebben
koine rdets meer en bus moet er nieuw
honderd gulden per gezinslid, die
aa S aan abe terugkerenden evacué's en
vest- 6vacué's, die zich tijdelijk elders
v0.Igen. worden uitbetaald, vormen een
cr>m' s°h°t op de toegezegde vijftig per-
ha Sclla(ievergoeding voor huisraad, die
'Ul] Uète van de rampschadebureaux
bov?n v°lgen. Hoe hoog de slotuitkering
af ®n de vijftig percent zal zijn, hangt
tojan het beschikbare geld van het
l-anrt Voorl°Pig kan men de helft ga-
'ioen en' hetgeen ongeveer veertig mil-
aebt gulden zal vergen, waarvan thans
hitig tien millioen aan eerste uitke-
gen als voorschotten worden gegeven.
VvP®, v'jfhonderd gulden, die de familie
ontving, maakten, vooral toen de
ch.
*eIsT onder ogen van het voltallige ge-
ltc(.® aP bij de bank gerealiseerd werd,
meer Indruk, dan het gewel-
Vermogen, dat uit vrijwillige bij-
"chitin. aan ket Rampenfonds ter be
dt king kwam. Moeder Weeda straal-
n haar echtgenoot bleek ook best
N\v]b Van de opvarenden van de stoom,
ift ®r „Catharina Duyvis" IJm. 60, welke
°hciet, storm van Zondag 1 Februari ten
hioïg ls gegaan, is gevonden. Woensdag-
1 huur' hij het binnenhalen van
ben u °P 35 Hijl Noordwest van IJmui-
ï6 Icgh de bemanning van de Helder-
1 Ut »Twee Gebroeders" HD 14, in
de stoffelijke resten gevonden
Nhin? roos Gerrit Visser uit IJmuiden.
?eh H. Kieften heeft direct de ste-
ri Ir n-d en 's mel zijn droeve last
p5gs JHuiden gevaren, waar hij 's mid-
?e- Qp.4 uur in de Vissershaven meer-
'dentificatie kon, mede aan de
hg vatl de kleding en een gouden
bijt''1 gemakkelijk geschieden.
|?b0re°°s Gerrit Visser werd 28 Mei 1925
?6ri kind i was gehuwd en vader van
d terda?' begrafenis is vastgesteld op
hhfnl=^Plddag half 4 op de Westerbe-
Is te IJmuiden.
Gistermorgen heeft de directeur van het Nationaal Rampenfonds in de ge
meente Ridderkerk cheque nr. 1, groot f 500.van het fonds uitgereikt aan het
getroffen gezin Pi eter Weeda te Slikkerveer. Vele autoriteiten waren hierbij
tegenwoordig. Pieter Weeda (links) en echtgenote (breiend) ontvingen de
cheque ujt handen van It.-gen. P. Alons (rechts). Vinks van de It.-gen. de bur
gemeester van Ridderkerk, de heer A. M. Nieuwenhuisen.
in zijn sas. „Nu gaan we gauw bedden
kopen", Was hun verheugde besluit. De
Weeda's kampeerden tot dusverre in
kermisbedden op kale vloeren.
„Wij willen het spreekwoord „snelle
hulp is dubbele hulp" waar maken", zo
zei generaal Alons- „Daartoe hebben wij
bovendien opdracht gekregen van allen,
die hun bijdragen gaven".
Chèque nummer één zal door een mas
sa andere worden gevolgd, tot het Ram
penfonds leeg zal zijn. Hoeveel millioe-
nen eerst in het fonds moeten binnen
stromen om de huisraadschade totaal te
kunnen dekken, om de zorg voor wedu
wen en wezen te financieren en om so
ciaal-culturele instellingen in de getrof
fen gemeenten weer op gang te helpen, is
nu nog niet bekend. Eerstdaags zal een
„streefbedrag" worden gepubliceerd en
tevens een datum, waarop de fondsen
werving zal worden stopgezet.
Bij K B. is met ingang van 15 Maart
benoemd tot burgemeester van Delft de
heer D. de Loor te Leeuwarden, lid der
Tweede Kamer en lid van Gedeputeerde
Staten van Friesland. De heer De Loor
heeft in de Tweede Kamer zitting voor
de P.v.d.A. De heer De Loor zal geen
Kamerlid blijven. Voor de opvolging
komt het eerst in aanmerking mevr. D.
Heroma-Meilink.
Tot burgemeester van Heerde is be
noemd jhr. W. H. van de Poll, met toe
kenning van gelijktijdig eervol ontslag
als burgemeester van Elburg.
10. Veldwachter Stockedief ging inmiddels naar het
Gemeentehuis. Hij trad er de cel van Koos Pimpel
binnen en zei onverveerd: „Pimpel, uit mijn onder
zoekingen is duidelijk gebleken, dat niemand anders
dan jij het boek van Meneer Vrankenbrock gestolen
kan hebben; biecht dus maar eerlijk alles op." Koos
Pimpel draaide bedachtzaam een cigaret van het
tabaksgruis, dat hij in de zak van zijn colbertje had
gevonden en zei toen niet zonder plechtigheid:
„Stockedief, ik heb een alibi." Want Pimpel mocht
dan niet op de hoogte zijn met partituren, van alibi's
wist hij alles af. „Zo", bromde de veldwachter geme
lijk. „Je was zeker op dienstreis gisteren." „Nee, Stocke
dief", antwoordde Koos met nadruk. „Ik zat in De
Vergulde Os. De hele avond heb ik geen stap buiten
de deur gezet. Goesting kan het getuigen." De veld
wachter zweeg enkele ogenblikken. Toen zei hij: „Ga
mee." Samen wandelden Stockedief en Pimpel naar
het bureau, begluurd door een goed deel van de
Kromdorpse huisvrouwen, die haastiglijk heur stof
zuigers uitschakelden. Onderweg greep de veld
wachter een argeloos spelend jongetje bij de arm en
zei streng: „Zeg dat Goesting bij me komt." Het
knaapje schoot als een schicht weg in de richting
van De Vergulde Os. Even later kwam Arie Goesting
met een zorglijke trek op zijn gezicht het bureau
binnen stappen. „Hoor 's even, Stockedief". zei\ hij.
„Nou moet je niet over een kwartiertje vallen. D'r
was juist een gesprek over politieke eenheid en dat
duurde wat lang maar verder Kwam hij niet,
want de veldwachter zei: „Hou je mond. Hoe laat
kwam hij hier, Pimpel, gisteren in je kroeg?" Toen
Arie Goesting begreep, dat het niet ging om een
overtreding van het sluitingsuur keerde zijn gewone
opgewektheid terug en hij antwoordde blijde: „Pim
pel? Wel laat eens kijken. Die was er al op het bit
teruur, tegen vijven." „En hoe laat verliet hij de lo-
caliteit?" vroeg Stockediief streng. „Dat moet om
8 uur geweest zijn", antwoordde Arie na enige na
denken. „Schande", bulderde de veldwachter en hij
beukte met zijn vuist op zijn bureau. „Tja", zei Goes
ting vrijblijvend. Koos Pimpel snoot uitvoerig zijn
neus in een enorme zakdoek, die kennelijk ooit rood
was geweest en hij was daar nog mee bezig toen hij
na het heftige bevel van Stockedief: „D'r uit" naar
buiten wandelde. Naar buiten wandelde om met voor
zijn doen ongewoon vaste :red in de vrijheid te ver
dwijnen. „En toch weet ik het niet", zeide de
veldwachter peinzend.
Wij voelen ons als een Maartse
haas, zo lenig en springlevend.
Nee, niet als de Maartse haas
uit „Alice in Wonderland", die als
maar thee drinkt. Meer als het haasje
heel parmant, in het groen, groen,
groen, groen knollen knollenland. U
zegt, dat het er twee zijn geweest, in
dat groene knollen knollenland. Dat
is inderdaad zo, maar wij behoeven
U ook niet alles te vertellen. Het
moge genoeg zijn, dat wij de trom
mel bespelen van de gesteldheid van
ons gemoed en hopelijk niet degene
zijn, die de jagersman gaat schieten.
Terwijl het ook ons verdriet zal doen
als wij de fluite fluite fluit dan niet
meer zullen horen. Het is een rare,
wel wat ingewikkelde inleiding ge
worden, daar zijn wij ons ten volle
van bewust, en waar wij eigenlijk
heen willen, dat weten wij zelf niet
goed. Het zal het voorjaar wel wezen
en het feit, dat we weer eens in Den
Helder zijn geweest, bij de Marine.
Het fluitje, waar wij zo graag naar
luisteren, is dat van de bootsman van
het Wachtschip. Dat hebben wij weer
gehoord op een avond, in schemer en
mist, gaande langs het Nieuwediep.
En even later klonken er van boord
vier slagen op de bel. Vier glazen,
bedachten wij prompt: Zes uur, de
Platvoetenwacht zit er weer half op.
Wij keken naar de lichten van het
Wachtschip. Het rook er naar zee,
.mist en nassi, een cocktail van geu
ren, waar je stervend van overeind
zou komen. Maandag snert, Dinsdag
bieten, Woensdag nassi, het kon niet
missen. Wij hebben goede herinnering
aan de nassi van de Marine, citroen
gele nassi. Als wij dit schrijven loopt
ons het water in de mond, zoals wij
visioenen krijgen, zwoele dromen van
rotmok en raasdonders met spek. Alles
door dat bootsmansfluitje en vier sla
gen op de scheepsbel. Wij mogen wel
een schietgebedje doen: zulke beko
ringen in de Vastentijd.
Het blijft een boeiende wereld, het
Nieuwediep. Van het station naar de
haven is een flinke tippel, maar wij
hebben er altijd weer deugd van. Den
Helder zelf is niet veel moois, al heeft
het de speciale vertierigheid van 'n ech
te garnizoensplaats. Pas bij de Rijkswerf
komt de sfeer. Dat begint al met de
Waterstaatsgevel van de Hervormde
kerk en culmineert in de gouden pi
nas op het koepeltje van het werfge-
bouw. Die Rijksgebouwen zijn juist
oud genoeg om mooi te zijn, zoals ook
het Paleis en het Instituut, verderop
aan de haven iets zeer eigens hebben,
een groot stuk iraditie, dat tastbaar is.
Wanneer zal Doorman hier zijn stand-
Aüvertentie
D solt morgen» „kiplekker"
alt bed apringen.
Elke dag moet uw lever een liter gal la
uw ingewanden doen stromen, anders ver
teert uw voedsel niet, het bederft. U raakt
verstopt, wordt humeurig en loom. Neem
de plantaardige CARTER'S LEVERPXI#-
LETJES om die liter gal op te wekken ea
uw spijsvertering en stoelgang op natuur
lijke wijze te regelen. Een plantaardig zacht
middel, onovertroffen om de gal te doen
stromen. Eist Carter's Lsvsrpilletjss.
De Maartse Haas
beeld krijgen, de geest van Nieu
wediep in hem verpersoonlijkt, die ook
bij de mast van Van Speyck heeft ge
staan, als leerling van het Instituut?
In de nevelige voprjaar.avond is
zo'n wandeling om de werf, tot aan
het havenhoofd, altijd weer een avon
tuur. In de gracht liggen de kleine
schepen, allemaal van het blauwach
tig grijs, vervloeiend in de mist Zij
liggen daar roerloos, diep ingeslapen te
dromen. Wij houden van de kleine sloe
pen, de ribbetjes van hun spanten
bloot. Zij vertederen ons met hun
lijn, die mooi en trouwhartig is. Stoot-
banden zijn hun voorgebonden, als
slabbetjes onder de kin. Achter het Pa
leis, hoog in de bomen van het Park,
Advertentie
maken de kraaien lawaai. Dat ver
dwaald stukje bos met muziektent en
prieel, is wel een wonderlijke oase
aan zee, het sprookje van Nieuwe
diep. In de avond van het bal wande
len hier de adelborsten, de Jonkers,
met hun feeën. Die feeën worden een
enkele maal van heinde en ver geïm
porteerd. Dan is het Nieuwediep vol
feestgedruis en gefluister. Feestge
druis in de zalen. Gefluister in het
priëel. Feeën in Nieuwediep, de Jon
kers hun betoverde Prinsen: als elk
bosschage klappen kon....
Nieuwediep heeft ook zijn eigen fai
ry's. Uit het hek van het Paleis, in
mist en halfduister, stuift een zwerm
donkere vogels voorbij, luidruchtig
kwetterend als spreeuwen. Het zijn
Marva's op de fiets, een heel peloton,
met wapperende linten, het laatste wat
men van hen ziet voor zij in de
nevel verdwenen zijn. Men kan
zich de Marine al niet meer denken
zonder deze meisjes, in haar modeste
uniform, de lekenzusters der zee. Zij
hebben zich ingeburgerd in wat
eens een mannen-maatschappij is ge
weest: militante wateramazones, wier
status voor ons nog altijd een beetje
geheimzinnig is. In het doorwaaide,
traditionele, martiale Nieuwediep vor
men zij een nieuw eleïnent, de flad-
derlinten van haar mutsen koket
naast de branie der open matrozen
kragen, hier de mannen gedecolle
teerd.
Wij hebben een vreemde inval ge
had: de Marva in Nieuwediep, Alice in
Wonderland. En wii dan toch maar
de Maartse haas, die met haar thee
drinkt, erg in zijn knollentuin.
De minister voor Publiekrechtelijke
Bedrijfsorganisatie geeft in zijn memorie
van antwoord aan de Eerste Kamer o.m.
het volgende te kennen:
Dat de verantwoordelijkheid voor de
bevordering van de P.B.O wordt toe
vertrouwd aan een bewindsman, zelf
afkomstig uit bet georganiseerde be
drijfsleven, lijkt de minister een waar
borg, dat het „zelf doen" van het be
drijfsleven, dat het wezen van de be-
drijsorg'anisatie vormt, tot zijn recht zal
kunnen komen bij het op dit stuk te
voeren regeringsbeleid. Aangezien be
zwaarlijk aan een vooraanstaande figuur
uit werkgeverskringen en een vooraan
staande figuur uit werknemerskringen
gezamenlijk deze taak kan worden op
gedragen, acht de minister het niet onbe
grijpelijk, dat de kroon, na in het vo
rige kabinet een bewindsman, afkomstig
uit werkgeverskringen, er mee te heb
ben belast, thans hiervoor een leidende
figuur uit de arbeidersbeweging heeft
benoemd.
T.a.v. het z.g. vierjarenplan is het
standpunt van de minister in de eerste
plaats, dat een verwezenlijking van de
bedrijfsorganisatie in het overgrote deel
van de industrie, in de belangrijkste
sectoren, waar het midden- en klein
bedrijf overheerst, en in de agrarische
sector, binnen vier jaren wenselijk en
op basis van vrijwilligheid, dus door-
instelling van bedrijfslichamen na een
advies van de S.E.R. in overeenstem
ming met de betrokken sectoren, moge-
c
A 43
A. 'Jarige besteller bij de PTT, C.
Vi. e Schiedam, die er van ver-
zich in de nacht van 3 op 4
d*enstdoende op het Hoofd-
(aketten°°r te Rotterdam, twee post-
i e bebben oegeëigend, is van-
5rik Vt d°or de Rotterdamse recht-
raf van°0fdeeld tot een gevangenis-
t bjj2o e®n jaar, door te brengen in
ndei'e strafgevangenis.
29
Als een koude waterstraal kwam
daarop de herinnering aan wat Eldrick
gezegd had, dat zij een van de rijkste
meisjes in het graafschap was. De ge
dachte aan haar rijkdom stemde Colling-
wood voor een poosje somber, er stak
een soort trots in hem, die hem de ge
dachte deed verfoeien vooF een fortuin
zoeker te worden aangezien. Plotseling
echter, met een lach schoot hem te bin
nen, dat hij ook wel iets aan te bieden
had, zijn kennis, werklust en voortva
rendheid. Voordat hij Eldrick's kantoor
bereikt had zag hij zich in de geest
al als procureur-generaal!!
Eldrick ontving Collingwood met uit
gesproken voldoening. Onmiddellijk re
commandeerde hij een kantoor in een
gebouw naast het zijne en bood aan in
lichtingen in te winnen, waar goede
kamers te krijgen waren. En als ver
der bewijs van zijn goede gezindheid
droeg hij hem meteen twee processen
over die binnenkort voor het hof moes
ten voorkomen.
„Zodra Pratt terug is van Norman-
dale Grange, zal hij u de stukken bren
gen," zei Eldrick. „Ik heb er hem weer
heengestuurd, dan kan hij zich nuttig
maken."
„Ik heb hem vanmorgen nog gezien",
antwoordde Collingwood. „Het schijnt
een hele flinke vent te zijn."
„Knappe kerel," stemde Eldrick toe.
„Ik weet niet, hoe het af zal lopen met
dat rentmeesterschap waar hij naar ge
solliciteerd heeft. Alles zal nu wel ver
anderen, nu de jonge Mallathorpe dood
is. Ik voor mij had nooit gedacht dat
Pratt voor die betrekking geschikt was,
maar hij heeft genoeg zelfvertrouwen
en gevoel van eigenwaarde voor een
dozijn anderen. Hij meende, dat hij
voldoen zou, en ik heb hem een goed
getuigschrift niet kunnen weigeren. Als
hij zich nu maar goed voordoet en de
zaken blijven zo, kan het best zijn, dat
hij het baantje krijgt. Zoals ik zeg, het
is een knappe vent"
Collingwood zei ddhr niets op. In zijn
hart wist hij, dat het hem niet aange
naam zou zijn als Linford Pratt een of
andere gewichtige betrekking kreeg op
Normandale Grange. Het kon een dwaze
inbeelding zijn ofwel een soort intuïtie
maar hij kon het gevoel niet van zich
afzetten dat Eldrick's bediende niet on
voorwaardelijk te vertrouwen was. En
toch, dacht hij bij zich zelf, kon hij niets
doen, het zou meer dan opdringerig zijn
om Nesta Mallathorpe, ongevraagd, ad
vies te geven op zakengebied. Hij dacht
er liever over wat hij haar over enige
tijd hoopte te zeggen betreffende ande
re zaken, maar dat kon eerst dan ge
beuren als al de nu nog hangende wol
ken weggedreven zouden zijn. In de
tussentijd kon hij niets doen dan wach
ten en opletten en inspringen zodra
het nodig mocht blijken.
Het duurde nogal lang voordat Col-
lingwood's hulp gevraagd werd. Op Nor
mandale Grange ging alles ogenschijn
lijk zijn gewone gang. Harold Mal
lathorpe was begraven, zijn moeder be
gon te herstellen van de zenuwschok
na diens dood, de advocaten waren be
zig Nesta in het bezit te stellen van het
onroerend goed en haar tezamen met
haar moeder het eigendom over te dra
gen van de fabriek en het roerend1 goed.
In Barford gingen de zaken ook als
naar gewoonte. Pratt ging door met zijn
bezigheden op het kantoor van Eldrick
Pascoe, niets werd meer gehoord
tenminste niet door buitenstaanders
van het rentmeesterschap. Wat Col
lingwood betreft, hij had zijn kantoor
geïnstalleerd, had goede kamers gevon
den en kreeg juist zoals Eldrick voor
speld had, overvloed van werk.
Geregeld bezocht hij Normandale
Grange en ontmoette Nesta ook bij ge
meenschappelijke kennissen, zij leerden
elkaar beter kennen. Toen de winter
voorbij was en de eerste tekenen van
de naderende lente zichtbaar werden
in de bossen en op de landerijen rond
om het grote huis, voelde Collingwood,
dat de tijd aangebroken was om Vrijuit
te spreken. Een rechtszaak hield hem
drie weken in Londen vast, maar toen
hij terug kwam, stond zijn plan vast,
hij wilde Nesta zo spoedig mogelijk
de gehele waarheid vertellen. Hij had
het met zich zelf uitgevochten, hij hieid
zoveel van haar, dat geen finantiële
overwegingen hem langer tegen konden
houden, het haar te zeggen. Evenwel
toen Collingwood na een afwezigheid
van bijna een maand zijn opwachting
maakte op de Grange, vond hij heel
wat anders om over te praten dan zijn
grote genegenheid. Zodra hij haar zag,
bemerkte hij, dat Nesta niet alleen ver
ward en vol zorg was, maar verstoord.
„Ik ben zo blij, dat u er is", begon zij
onmiddellijk toen zij alleen waren. „Ik
heb goede raad nodig. Er is iets ge
beurdiets dat me hindert en me
erg ontstelt. Ik ben er gewoonweg van
overstuur!"
,Zeg het maar," zei Collingwood.
Toen antwoordde zij: „Gistermiddag
moest ik voor zaken naar Barford. Toen
ik vertrok, was moeder tamelijk goed,
ze is in de laatste weken heel wat beter
geworden en heeft nu nog maar één
verpleegster. Jammer genoeg was die
ook die middag uit. Bij mijn terugkomst
was moeder veel zieker en opgewonden
en, het geeft niets of we het al ont
kennen, zij maakte de indruk alsof zij
ernstig beangst was. Ik kan er geen an
dere woorden voor vinden. Ik vroeg
daarop wat er gebeurd was en hoorde
dat in mijn afwezigheid zij bezoek had
gehad van die klerk van de firma El
drick, die mijnheer Pratt, u weet wel.
Hij was liefst een uur bij haar geweest.
Ik was werkelijk woedend."
Zoiets had Collingwood al verwacht
te horen zodra hij haar zag. Dus de
wolken pakten zich samen.
„Hoe kwam het, dat Pratt toegelaten
werd?" vroeg hij.
„Daar ben ik ook boos om, gaf zij toe,
„hoewel ik eigenlijk boos op mijzelf
moest zijn, dat ik geen strikter orders
had gegeven. Ik ben om zowat twee uur
vertrokken, hij kwam tegen half drie
en vroeg Esther Mawson. de kamenier
van mijn moeder, te spreken. Hij heeft
haar gezegd, dat het absoluut noodza
kelijk was, dat hij mijn moeder zelf
sprak, zij heeft toen die boodschap
overgebracht en mijn moeder stemde
erin toe dat hij boven kwam. En zoals
ik al zei, ik vond haar onrustig en veel
zieker en dat is nog het ergste niet."
„Wat is dan het ergste," vroeg Col
lingwood. „Zeg het mij maar; het is
beter, dat ik het weet, ik kan u wel
licht van dienst zijn."
„Het ergste is," zeide zij, „dat moeder
mij niet wil zeggen wat die man kwam
doen. Zij weigert pertinent iets los te
laten. Alleen beweert zij dat het haar
eigen zaken waren. Zij wil mij verder
niets toevertrouwen, mij niet, denkt u
eens na, haar eigen dochter. Wat kan
zij voor zaken met hem hebben, of hii
met haar? Eldrick Pascoe doen nooit
zaken voor ons. Er is een of ander groot
geheim
(Wordt vervolgd).
lijk moet worden geacht en dus nage
streefd dient te worden.
Zijn taak van bevordering van de in
stelling van bedrijfslichamen, ziet de
minister als een tweeledige. In de
eerste plaats brengt zij mede het stimu
leren van de vrije organisatie tot het
ter hand nemen van dit onderwerp,
waartoe hij het inmiddels aangevangen
overleg met de organisaties van onder
nemers en werknemers in de betrok'
ken sectoren van groot belang acht.
Het tweede deel van ziin taak ziet
de minister in de behandeling van de
adviezen van de Raad tot instelling van
Bedrijfslichamen.
De minister acht het te betreuren, dat
ook na de totstandkoming van de wet
op de bedrijfsorganisatie niet in meer
dere mate de geleidelijke ontwikkeling
van het economisch overleg met de
werknemers is bevorderd. Te weinig
nog nam het bedrijfsleven zelf hier de
leiding.
Bij de bezitsvorming dient de zelf
werkzaamheid van het individu voor
op te staan en de vrijheid van de
spaarder bij de keuze zijner beleggin
gen zo groot mogelijk te zijn. Reeds
daardoor zal worden voorkomen, dat
de bezitsvorming zich eenzijdig richt
op bepaalde objecten, zoals bijv. hui
zen. In tegenstelling echter tot vele
leden acht de minister de winstdeling
van wezenlijk belang als bron voor de
bezitsvorming.
T.a.v. de productieverhoging is de
minister van oordeel, dat indien een or
ganisatie-onderzoek collectief, dus voor
een gehele bedrijfstak, zou worden in
gesteld, de kosten voor de individuele
ondernemingen sterk kunnen verminde
ren. Zou een verzoek om financiële
steun worden gedaan door een orgaan,
dat voor een gehele bedrijfstak repre
sentatief is, dan zou de minister in be
ginsel bereid zijn dit in gunstige over
weging te nemen.
Zoals reeds werd verwacht, zijn de
maximumprijzen voor consumptie
aardappelen thans vervallen; de desbe
treffende verordening van het bedrijf
schap voor aardappelen is ingetrokken.
Er zijn voldoende aardappelen voor de
rest van het seizoen om een ongemoti
veerde prijsstijging denkbeeldig te ma
ken.
Tot Woensdagavond was bij het Na
tionaal Rampenfonds in totaal 70.7 mil
lioen gulden binnengekomen.
Het concert ten bate van de slacht
offers van de overstromingsramp in
Engeland en Nederland, Woensdagavond
gegeven door het Londens Philharmo-
nisch Orkest in de Albert Hall te Lon
den heeft 3500 pond sterling (ruim
f 35.000) opgebracht. Het eerste gedeelte
van dit concert stond onder leiding van
Sir Adrian Boult, het tweede gedeelte
onder leiding van Eduard van Beinum.
Koningin Elizabeth woonde het ge
hele concert bij.
Het resultaat van de acties voor Ne
derland in de Nederlandse Antillen ge
durende Februari is aan geld en goede
ren voor een waarde van bijna drie mil
lioen Nederlandse guldens geweest.
Curacao bracht, volgens de laatste af
rekening, in totaal oo ef 1.031.484, Aruba
volgde met een bedrag van ruim
cf 360.000, Bonaire evenals de Boven
winden zonder rijke olieindustrie
verzamelde cf 20.000, en Saba, St. Maar
ten en St. Eustatius gaarden een
kleine cf 10.000 bijeen. Men moet
dit laatste bedrag een bijdrage van
cf 1000 van het gouvernement van het
Franse deel van St. Maarten meetellen.
Het totaalbedrag der Antillen ligt dus
rond cf 1.430.000 of in Nederlandse gul
dens 2.860.000. Daarbij dient dan nog
geteld te worden de waarde van het
geen jn natura geschonken werd.
De bevolking van de Nederlandse
Antillen bestaat uit ongeveer 180.000
zielen, zodat de bijdrage neer komt op
nf 16,16 per hoofd.