Binnenkort controle jeugdbibliotheken Tevens strengere maatregelen inzake slechte lectuur Rampenfonds reikt de EERSTE CHÈQUE UIT op de 1 Kromdorp op stelten NÉ HET NIEUWEDIEP, een boeiende wereld Zelf doen van het bedrijfsleven vormt het wezen van de P.B. O. NED. ANTILLEN BRENGEN DRIE MILLIOEN BIJEEN Gelukkig gezin in Ridderkerk N; 10 M Marine niet meer te denken zonder de Marva's, de lekenzusters der zee WEK DE GAL IN UW LEVER OP hantage rAHDPASTA Maximumprijzen vervallen Rampenfonds 70.7 millioen ti DONDERDAG 5 MAART 1953 PAGINA 3 Motivering steun aan bedienaren van de godsdienst a de ramp van de s,Cath. Duyvis" Stoffelijk overschot van matroos opgehaald Nieuwe burgemeester van Delft Kamerlid D. de Loor P.v.d.Auit Leeuwarden m door J. S. Fletcher °stpakketten gestolen jaar voor P.T.T.- besteller Consumptie-aardappelen (Van onze parlementaire redacteur) Dat minister Beel zijn departement met onmiskenbare sportiviteit beheert is gisteren in de Eerste Kamer nog eens gebleken bij het antwoord dat hij f heeft gegeven op een lange reeks van vragen en opmerkingen van senato- n> die een aaneenschakeling van detailkwesties in hun betogen hadden verwerkt, ot«arVan men zich afvroeg wat de minister voor een duivelskunstenaar moest zijn jj1 op dat alles op enigszins bevredigende wijze te kunnen ingaan. Dr. Beel is twee r aan het woord geweest en hij heeft van verschillende sprekers bij de replie- am Cen woord van welgemeende waardering gekregen voor zijn verhelderende 'woorden. Het enige zure geluid kwam uit de communistische hoek, maar het erd op de gebruikelijke wijze gesmoord door de voorzitter met de stereotype odedeling, dat de begroting van Binnenlandse Zaken zonder stemming was aan- homen, met de bekende uitzondering van de op Moskou georiënteerde heren, le geacht wensten te worden te hebben tegengestemd. jj minister behandelde allereerst en- v le incidentele kwesties, waarvan oral de grondwettelijke bezwaren v®n de heer van Walsum ten aanzien bihrde wettelÜke regeling van de lees- v<,i heken van belang waren. Het is kv- dr' Beel wel een moeilijke lOstie, maar hij zag toch wel degelijk aan om de pest van de slechte lectuur srn ie gr«Pen. zonder daarbij met de in?, wet in conflict te komen. De op- r.en!ng die hij de Staten-Generaal bin- nkort aan de hand denkt te doen zal zijn, dat het wetsontwerp slechts een 2: j?erkte strekking zal hebben. Het zal it, nd- beperken tot het toezicht op de hgdbibliotheken. Anderzijds zal de 'Dister overgaan tot het verscherpen an de bestaande bepalingen. Bij de re- tf.i is men op de kwestie niet meer losgekomen. kat?n andere zaak waarover van niet- n olieke zijde in afkeurende zin was .sproken, betrof de subsidies, die in 'Offiburgse gemeenten nu aan bediena- jh van de godsdienst worden gegeven. Pm?0ver was ook de minister niet erg ijjlhousicist, daar hierbij de onafhanke- Jkheid van de geestelijken in een niet geheel zuiver licht komt te staan. Wet telijk gezien is hiertegen echter niet veel in te brengen. Volgens de gemeentewet zijn de gemeentbesturen daartoe wel niet geroepen, maar reeds tal van ja ren maken velen gebruik van hun be voegdheid om ook op deze wijze het gemeentebelang te dienen. De noodzaak om alles te doen tot het bewaren van geordende toestanden in de mijnstreek noemde de minister als een voorbeeld van omstandigheden die in het verleden reeds tot dit soort subsidies hebben ge leid. De Kamer krijgt een lijst van alle subsidies. De heer Reijers vroeg de mi nister om nadere maatregelen dat deze wettelijke mogelijkheid alsnog wordt uitgeschakeld. Hij zag er slechts een verkapte subsidie in aan de kerken, met alle onverkwikkelijkheden die daaruit voort kunnen komen. Een positief geluid liet minister Beel horen over de regeling van de positie der F. 221-ers. Hij wilde het daarheen sturen, dat de volksverte genwoordiging nader over de kwestie wordt ingelicht, waarbij hij dacht aan de mogelijkheid om met de beide voorzitters der Kamers en de. commis sie van rapporteurs dienaangaande overleg te plegen. Zodoende zou dan de ongerustheid kunnen worden weg genomen, door zoveel mogelijk ope ning van zaken te geven. Met de oplossing van de gemeente- classificatie-kwestie hoopt de minister dit jaar te kunnen beginnen. Hetzelfde geldt voor de progressieve kindertoesla gen en de rechtspositie der arbeidscon tractanten. Deze laatsten met èèn penne- streek tot ambtenaren promoveren ligt geenszins in zijn bedoeling. Herziening van de pensioenen van de onderwijzers die al gepensionneerd waren voordat de salarisregeling van 1946 hun een extra toeslag bracht, zou een onlogisch prece dent scheppen. Verhogingen van salaris sen zouden dan voortaan steeds ook de pensioenen gaan beïnvloeden. De gedachten die de heer Van Lieshout zich had gevormd over een overgangs regeling voor de gemeentefinanciën zo lang de verhouding tussen Rijk en ge meenten nog niet definitief gewijzigd is, heeft minister Beel moeten toetsen aan de werkelijkheid. Zijn gedachten gingen met zozeer naar een gemeentefonds dat rechtspersoon zou zijn, maar een waarbij de gemeente wel invloed zou hebben op het beheer, terwijl zoveel mogelijk met objectieve maatstaven zou worden ge werkt. Een eigen gemeentelijk belasting gebied is ook in de ogen van de minister wenselijk. Maar dan moet niet zozeer de grootte als wel de manipuleerbaarheid daarbij een factor zijn. Bovendien moet de belasting ook niet te diep in het eco nomisch leven ingrijpen. Hij wil aan sturen op een grondslagenwet, waarbij algemene maatregelen van bestuur de grondslagen kunnen uitwerken en aan alle omstandigheden aanpassen. Wel liet hij nog een waarschuwend geluid horen over de eigen gemeentebelastingen: zon der algemene klimaatsverbetering komt men er niet. Het f 90 millioen-plan der B.B. vond de minister wel een voldoende opzet, wil men alle perfectionisme op dit terrein vermijden. Met de uitvoering loopt het volgens hem redelijk. Er zijn reeds 66.335 vrijwilligers aangeworven als hulpwach- ten. Degenen die zich zorgen hadden ge maakt voor teveel militaire invloed kon hij gerust stellen: het militair gezag zal over de B.B. geen zeggingskracht krij gen, tenzij wanneer een deel van ons land strijdtoneel zou worden. Binnen kort zal hij met het kabinet de moge lijkheid bespreken om de B.B. definitief voor de bestrijding van rampen in te kunnen schakelen. Het politievraagstuk moet ook vol gens het inzicht van minister Beel wor den opgelost, maar de projecten der Vereniging van Nederlandse Gemeen ten vragen iets meer dan vluchtige kennisneming, al gaf de minister toe, dat er aantrekkelijke gedachten in ver werkt zijn. Bij de replieken heeft de heer Van Walsum het nog even gehad over het georganiseerd overleg inzake de posi tie der ambtenaren. Hij sprak daarbij de hoop uit, dat beide partijen zich zou den spiegelen aan de praktijk bij het georganiseerd overleg der lagere pu- vliekrechtelijke organen, waar deze za ken iets gemakkelijker lijken te lopen dan bij de centrale overheid. Set was een eenvoudige, treffende echtigheid die Woensdagmorgen in de hieente Ridderkerk voorviel. Tussen 4 kale muren van een thans weer j.,®Se woning aan de voet van de Ring- Jlk van Slikkerveer gaf luitenant-gen. t 'N.I.l, b.d. P. Alons, zoals gisteren ee^s in een déél van onze oplage werd jjeiJ*eld, het eerste voorschot van het U''onaaI Rampenfonds. Burgemeester Wi ai' Nieuwenhuizen stond er glunder J en schudde zijn gemeentenaren, de eer en mevrouw Weeda-Meeldijk, ste- v'g de hand. 1 Het huis van de familie Weeda is vol- b l? pje onder geweest. Meubilair en geiden zijn verloren. Het behang is van i, Huren gevallen en de vloerbedekking Het een dikke slijklaag mee naar bui- ®b geschrobd. Tijdens de vriendelijke toespraken van hcraal Alons en de burgemeester bleef e ®Vr°uw Weeda ijverig doorbreien aan ba? gee!~bruine jumper voor een van baast drie dochters. De meisjes hebben koine rdets meer en bus moet er nieuw honderd gulden per gezinslid, die aa S aan abe terugkerenden evacué's en vest- 6vacué's, die zich tijdelijk elders v0.Igen. worden uitbetaald, vormen een cr>m' s°h°t op de toegezegde vijftig per- ha Sclla(ievergoeding voor huisraad, die 'Ul] Uète van de rampschadebureaux bov?n v°lgen. Hoe hoog de slotuitkering af ®n de vijftig percent zal zijn, hangt tojan het beschikbare geld van het l-anrt Voorl°Pig kan men de helft ga- 'ioen en' hetgeen ongeveer veertig mil- aebt gulden zal vergen, waarvan thans hitig tien millioen aan eerste uitke- gen als voorschotten worden gegeven. VvP®, v'jfhonderd gulden, die de familie ontving, maakten, vooral toen de ch. *eIsT onder ogen van het voltallige ge- ltc(.® aP bij de bank gerealiseerd werd, meer Indruk, dan het gewel- Vermogen, dat uit vrijwillige bij- "chitin. aan ket Rampenfonds ter be dt king kwam. Moeder Weeda straal- n haar echtgenoot bleek ook best N\v]b Van de opvarenden van de stoom, ift ®r „Catharina Duyvis" IJm. 60, welke °hciet, storm van Zondag 1 Februari ten hioïg ls gegaan, is gevonden. Woensdag- 1 huur' hij het binnenhalen van ben u °P 35 Hijl Noordwest van IJmui- ï6 Icgh de bemanning van de Helder- 1 Ut »Twee Gebroeders" HD 14, in de stoffelijke resten gevonden Nhin? roos Gerrit Visser uit IJmuiden. ?eh H. Kieften heeft direct de ste- ri Ir n-d en 's mel zijn droeve last p5gs JHuiden gevaren, waar hij 's mid- ?e- Qp.4 uur in de Vissershaven meer- 'dentificatie kon, mede aan de hg vatl de kleding en een gouden bijt''1 gemakkelijk geschieden. |?b0re°°s Gerrit Visser werd 28 Mei 1925 ?6ri kind i was gehuwd en vader van d terda?' begrafenis is vastgesteld op hhfnl=^Plddag half 4 op de Westerbe- Is te IJmuiden. Gistermorgen heeft de directeur van het Nationaal Rampenfonds in de ge meente Ridderkerk cheque nr. 1, groot f 500.van het fonds uitgereikt aan het getroffen gezin Pi eter Weeda te Slikkerveer. Vele autoriteiten waren hierbij tegenwoordig. Pieter Weeda (links) en echtgenote (breiend) ontvingen de cheque ujt handen van It.-gen. P. Alons (rechts). Vinks van de It.-gen. de bur gemeester van Ridderkerk, de heer A. M. Nieuwenhuisen. in zijn sas. „Nu gaan we gauw bedden kopen", Was hun verheugde besluit. De Weeda's kampeerden tot dusverre in kermisbedden op kale vloeren. „Wij willen het spreekwoord „snelle hulp is dubbele hulp" waar maken", zo zei generaal Alons- „Daartoe hebben wij bovendien opdracht gekregen van allen, die hun bijdragen gaven". Chèque nummer één zal door een mas sa andere worden gevolgd, tot het Ram penfonds leeg zal zijn. Hoeveel millioe- nen eerst in het fonds moeten binnen stromen om de huisraadschade totaal te kunnen dekken, om de zorg voor wedu wen en wezen te financieren en om so ciaal-culturele instellingen in de getrof fen gemeenten weer op gang te helpen, is nu nog niet bekend. Eerstdaags zal een „streefbedrag" worden gepubliceerd en tevens een datum, waarop de fondsen werving zal worden stopgezet. Bij K B. is met ingang van 15 Maart benoemd tot burgemeester van Delft de heer D. de Loor te Leeuwarden, lid der Tweede Kamer en lid van Gedeputeerde Staten van Friesland. De heer De Loor heeft in de Tweede Kamer zitting voor de P.v.d.A. De heer De Loor zal geen Kamerlid blijven. Voor de opvolging komt het eerst in aanmerking mevr. D. Heroma-Meilink. Tot burgemeester van Heerde is be noemd jhr. W. H. van de Poll, met toe kenning van gelijktijdig eervol ontslag als burgemeester van Elburg. 10. Veldwachter Stockedief ging inmiddels naar het Gemeentehuis. Hij trad er de cel van Koos Pimpel binnen en zei onverveerd: „Pimpel, uit mijn onder zoekingen is duidelijk gebleken, dat niemand anders dan jij het boek van Meneer Vrankenbrock gestolen kan hebben; biecht dus maar eerlijk alles op." Koos Pimpel draaide bedachtzaam een cigaret van het tabaksgruis, dat hij in de zak van zijn colbertje had gevonden en zei toen niet zonder plechtigheid: „Stockedief, ik heb een alibi." Want Pimpel mocht dan niet op de hoogte zijn met partituren, van alibi's wist hij alles af. „Zo", bromde de veldwachter geme lijk. „Je was zeker op dienstreis gisteren." „Nee, Stocke dief", antwoordde Koos met nadruk. „Ik zat in De Vergulde Os. De hele avond heb ik geen stap buiten de deur gezet. Goesting kan het getuigen." De veld wachter zweeg enkele ogenblikken. Toen zei hij: „Ga mee." Samen wandelden Stockedief en Pimpel naar het bureau, begluurd door een goed deel van de Kromdorpse huisvrouwen, die haastiglijk heur stof zuigers uitschakelden. Onderweg greep de veld wachter een argeloos spelend jongetje bij de arm en zei streng: „Zeg dat Goesting bij me komt." Het knaapje schoot als een schicht weg in de richting van De Vergulde Os. Even later kwam Arie Goesting met een zorglijke trek op zijn gezicht het bureau binnen stappen. „Hoor 's even, Stockedief". zei\ hij. „Nou moet je niet over een kwartiertje vallen. D'r was juist een gesprek over politieke eenheid en dat duurde wat lang maar verder Kwam hij niet, want de veldwachter zei: „Hou je mond. Hoe laat kwam hij hier, Pimpel, gisteren in je kroeg?" Toen Arie Goesting begreep, dat het niet ging om een overtreding van het sluitingsuur keerde zijn gewone opgewektheid terug en hij antwoordde blijde: „Pim pel? Wel laat eens kijken. Die was er al op het bit teruur, tegen vijven." „En hoe laat verliet hij de lo- caliteit?" vroeg Stockediief streng. „Dat moet om 8 uur geweest zijn", antwoordde Arie na enige na denken. „Schande", bulderde de veldwachter en hij beukte met zijn vuist op zijn bureau. „Tja", zei Goes ting vrijblijvend. Koos Pimpel snoot uitvoerig zijn neus in een enorme zakdoek, die kennelijk ooit rood was geweest en hij was daar nog mee bezig toen hij na het heftige bevel van Stockedief: „D'r uit" naar buiten wandelde. Naar buiten wandelde om met voor zijn doen ongewoon vaste :red in de vrijheid te ver dwijnen. „En toch weet ik het niet", zeide de veldwachter peinzend. Wij voelen ons als een Maartse haas, zo lenig en springlevend. Nee, niet als de Maartse haas uit „Alice in Wonderland", die als maar thee drinkt. Meer als het haasje heel parmant, in het groen, groen, groen, groen knollen knollenland. U zegt, dat het er twee zijn geweest, in dat groene knollen knollenland. Dat is inderdaad zo, maar wij behoeven U ook niet alles te vertellen. Het moge genoeg zijn, dat wij de trom mel bespelen van de gesteldheid van ons gemoed en hopelijk niet degene zijn, die de jagersman gaat schieten. Terwijl het ook ons verdriet zal doen als wij de fluite fluite fluit dan niet meer zullen horen. Het is een rare, wel wat ingewikkelde inleiding ge worden, daar zijn wij ons ten volle van bewust, en waar wij eigenlijk heen willen, dat weten wij zelf niet goed. Het zal het voorjaar wel wezen en het feit, dat we weer eens in Den Helder zijn geweest, bij de Marine. Het fluitje, waar wij zo graag naar luisteren, is dat van de bootsman van het Wachtschip. Dat hebben wij weer gehoord op een avond, in schemer en mist, gaande langs het Nieuwediep. En even later klonken er van boord vier slagen op de bel. Vier glazen, bedachten wij prompt: Zes uur, de Platvoetenwacht zit er weer half op. Wij keken naar de lichten van het Wachtschip. Het rook er naar zee, .mist en nassi, een cocktail van geu ren, waar je stervend van overeind zou komen. Maandag snert, Dinsdag bieten, Woensdag nassi, het kon niet missen. Wij hebben goede herinnering aan de nassi van de Marine, citroen gele nassi. Als wij dit schrijven loopt ons het water in de mond, zoals wij visioenen krijgen, zwoele dromen van rotmok en raasdonders met spek. Alles door dat bootsmansfluitje en vier sla gen op de scheepsbel. Wij mogen wel een schietgebedje doen: zulke beko ringen in de Vastentijd. Het blijft een boeiende wereld, het Nieuwediep. Van het station naar de haven is een flinke tippel, maar wij hebben er altijd weer deugd van. Den Helder zelf is niet veel moois, al heeft het de speciale vertierigheid van 'n ech te garnizoensplaats. Pas bij de Rijkswerf komt de sfeer. Dat begint al met de Waterstaatsgevel van de Hervormde kerk en culmineert in de gouden pi nas op het koepeltje van het werfge- bouw. Die Rijksgebouwen zijn juist oud genoeg om mooi te zijn, zoals ook het Paleis en het Instituut, verderop aan de haven iets zeer eigens hebben, een groot stuk iraditie, dat tastbaar is. Wanneer zal Doorman hier zijn stand- Aüvertentie D solt morgen» „kiplekker" alt bed apringen. Elke dag moet uw lever een liter gal la uw ingewanden doen stromen, anders ver teert uw voedsel niet, het bederft. U raakt verstopt, wordt humeurig en loom. Neem de plantaardige CARTER'S LEVERPXI#- LETJES om die liter gal op te wekken ea uw spijsvertering en stoelgang op natuur lijke wijze te regelen. Een plantaardig zacht middel, onovertroffen om de gal te doen stromen. Eist Carter's Lsvsrpilletjss. De Maartse Haas beeld krijgen, de geest van Nieu wediep in hem verpersoonlijkt, die ook bij de mast van Van Speyck heeft ge staan, als leerling van het Instituut? In de nevelige voprjaar.avond is zo'n wandeling om de werf, tot aan het havenhoofd, altijd weer een avon tuur. In de gracht liggen de kleine schepen, allemaal van het blauwach tig grijs, vervloeiend in de mist Zij liggen daar roerloos, diep ingeslapen te dromen. Wij houden van de kleine sloe pen, de ribbetjes van hun spanten bloot. Zij vertederen ons met hun lijn, die mooi en trouwhartig is. Stoot- banden zijn hun voorgebonden, als slabbetjes onder de kin. Achter het Pa leis, hoog in de bomen van het Park, Advertentie maken de kraaien lawaai. Dat ver dwaald stukje bos met muziektent en prieel, is wel een wonderlijke oase aan zee, het sprookje van Nieuwe diep. In de avond van het bal wande len hier de adelborsten, de Jonkers, met hun feeën. Die feeën worden een enkele maal van heinde en ver geïm porteerd. Dan is het Nieuwediep vol feestgedruis en gefluister. Feestge druis in de zalen. Gefluister in het priëel. Feeën in Nieuwediep, de Jon kers hun betoverde Prinsen: als elk bosschage klappen kon.... Nieuwediep heeft ook zijn eigen fai ry's. Uit het hek van het Paleis, in mist en halfduister, stuift een zwerm donkere vogels voorbij, luidruchtig kwetterend als spreeuwen. Het zijn Marva's op de fiets, een heel peloton, met wapperende linten, het laatste wat men van hen ziet voor zij in de nevel verdwenen zijn. Men kan zich de Marine al niet meer denken zonder deze meisjes, in haar modeste uniform, de lekenzusters der zee. Zij hebben zich ingeburgerd in wat eens een mannen-maatschappij is ge weest: militante wateramazones, wier status voor ons nog altijd een beetje geheimzinnig is. In het doorwaaide, traditionele, martiale Nieuwediep vor men zij een nieuw eleïnent, de flad- derlinten van haar mutsen koket naast de branie der open matrozen kragen, hier de mannen gedecolle teerd. Wij hebben een vreemde inval ge had: de Marva in Nieuwediep, Alice in Wonderland. En wii dan toch maar de Maartse haas, die met haar thee drinkt, erg in zijn knollentuin. De minister voor Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie geeft in zijn memorie van antwoord aan de Eerste Kamer o.m. het volgende te kennen: Dat de verantwoordelijkheid voor de bevordering van de P.B.O wordt toe vertrouwd aan een bewindsman, zelf afkomstig uit bet georganiseerde be drijfsleven, lijkt de minister een waar borg, dat het „zelf doen" van het be drijfsleven, dat het wezen van de be- drijsorg'anisatie vormt, tot zijn recht zal kunnen komen bij het op dit stuk te voeren regeringsbeleid. Aangezien be zwaarlijk aan een vooraanstaande figuur uit werkgeverskringen en een vooraan staande figuur uit werknemerskringen gezamenlijk deze taak kan worden op gedragen, acht de minister het niet onbe grijpelijk, dat de kroon, na in het vo rige kabinet een bewindsman, afkomstig uit werkgeverskringen, er mee te heb ben belast, thans hiervoor een leidende figuur uit de arbeidersbeweging heeft benoemd. T.a.v. het z.g. vierjarenplan is het standpunt van de minister in de eerste plaats, dat een verwezenlijking van de bedrijfsorganisatie in het overgrote deel van de industrie, in de belangrijkste sectoren, waar het midden- en klein bedrijf overheerst, en in de agrarische sector, binnen vier jaren wenselijk en op basis van vrijwilligheid, dus door- instelling van bedrijfslichamen na een advies van de S.E.R. in overeenstem ming met de betrokken sectoren, moge- c A 43 A. 'Jarige besteller bij de PTT, C. Vi. e Schiedam, die er van ver- zich in de nacht van 3 op 4 d*enstdoende op het Hoofd- (aketten°°r te Rotterdam, twee post- i e bebben oegeëigend, is van- 5rik Vt d°or de Rotterdamse recht- raf van°0fdeeld tot een gevangenis- t bjj2o e®n jaar, door te brengen in ndei'e strafgevangenis. 29 Als een koude waterstraal kwam daarop de herinnering aan wat Eldrick gezegd had, dat zij een van de rijkste meisjes in het graafschap was. De ge dachte aan haar rijkdom stemde Colling- wood voor een poosje somber, er stak een soort trots in hem, die hem de ge dachte deed verfoeien vooF een fortuin zoeker te worden aangezien. Plotseling echter, met een lach schoot hem te bin nen, dat hij ook wel iets aan te bieden had, zijn kennis, werklust en voortva rendheid. Voordat hij Eldrick's kantoor bereikt had zag hij zich in de geest al als procureur-generaal!! Eldrick ontving Collingwood met uit gesproken voldoening. Onmiddellijk re commandeerde hij een kantoor in een gebouw naast het zijne en bood aan in lichtingen in te winnen, waar goede kamers te krijgen waren. En als ver der bewijs van zijn goede gezindheid droeg hij hem meteen twee processen over die binnenkort voor het hof moes ten voorkomen. „Zodra Pratt terug is van Norman- dale Grange, zal hij u de stukken bren gen," zei Eldrick. „Ik heb er hem weer heengestuurd, dan kan hij zich nuttig maken." „Ik heb hem vanmorgen nog gezien", antwoordde Collingwood. „Het schijnt een hele flinke vent te zijn." „Knappe kerel," stemde Eldrick toe. „Ik weet niet, hoe het af zal lopen met dat rentmeesterschap waar hij naar ge solliciteerd heeft. Alles zal nu wel ver anderen, nu de jonge Mallathorpe dood is. Ik voor mij had nooit gedacht dat Pratt voor die betrekking geschikt was, maar hij heeft genoeg zelfvertrouwen en gevoel van eigenwaarde voor een dozijn anderen. Hij meende, dat hij voldoen zou, en ik heb hem een goed getuigschrift niet kunnen weigeren. Als hij zich nu maar goed voordoet en de zaken blijven zo, kan het best zijn, dat hij het baantje krijgt. Zoals ik zeg, het is een knappe vent" Collingwood zei ddhr niets op. In zijn hart wist hij, dat het hem niet aange naam zou zijn als Linford Pratt een of andere gewichtige betrekking kreeg op Normandale Grange. Het kon een dwaze inbeelding zijn ofwel een soort intuïtie maar hij kon het gevoel niet van zich afzetten dat Eldrick's bediende niet on voorwaardelijk te vertrouwen was. En toch, dacht hij bij zich zelf, kon hij niets doen, het zou meer dan opdringerig zijn om Nesta Mallathorpe, ongevraagd, ad vies te geven op zakengebied. Hij dacht er liever over wat hij haar over enige tijd hoopte te zeggen betreffende ande re zaken, maar dat kon eerst dan ge beuren als al de nu nog hangende wol ken weggedreven zouden zijn. In de tussentijd kon hij niets doen dan wach ten en opletten en inspringen zodra het nodig mocht blijken. Het duurde nogal lang voordat Col- lingwood's hulp gevraagd werd. Op Nor mandale Grange ging alles ogenschijn lijk zijn gewone gang. Harold Mal lathorpe was begraven, zijn moeder be gon te herstellen van de zenuwschok na diens dood, de advocaten waren be zig Nesta in het bezit te stellen van het onroerend goed en haar tezamen met haar moeder het eigendom over te dra gen van de fabriek en het roerend1 goed. In Barford gingen de zaken ook als naar gewoonte. Pratt ging door met zijn bezigheden op het kantoor van Eldrick Pascoe, niets werd meer gehoord tenminste niet door buitenstaanders van het rentmeesterschap. Wat Col lingwood betreft, hij had zijn kantoor geïnstalleerd, had goede kamers gevon den en kreeg juist zoals Eldrick voor speld had, overvloed van werk. Geregeld bezocht hij Normandale Grange en ontmoette Nesta ook bij ge meenschappelijke kennissen, zij leerden elkaar beter kennen. Toen de winter voorbij was en de eerste tekenen van de naderende lente zichtbaar werden in de bossen en op de landerijen rond om het grote huis, voelde Collingwood, dat de tijd aangebroken was om Vrijuit te spreken. Een rechtszaak hield hem drie weken in Londen vast, maar toen hij terug kwam, stond zijn plan vast, hij wilde Nesta zo spoedig mogelijk de gehele waarheid vertellen. Hij had het met zich zelf uitgevochten, hij hieid zoveel van haar, dat geen finantiële overwegingen hem langer tegen konden houden, het haar te zeggen. Evenwel toen Collingwood na een afwezigheid van bijna een maand zijn opwachting maakte op de Grange, vond hij heel wat anders om over te praten dan zijn grote genegenheid. Zodra hij haar zag, bemerkte hij, dat Nesta niet alleen ver ward en vol zorg was, maar verstoord. „Ik ben zo blij, dat u er is", begon zij onmiddellijk toen zij alleen waren. „Ik heb goede raad nodig. Er is iets ge beurdiets dat me hindert en me erg ontstelt. Ik ben er gewoonweg van overstuur!" ,Zeg het maar," zei Collingwood. Toen antwoordde zij: „Gistermiddag moest ik voor zaken naar Barford. Toen ik vertrok, was moeder tamelijk goed, ze is in de laatste weken heel wat beter geworden en heeft nu nog maar één verpleegster. Jammer genoeg was die ook die middag uit. Bij mijn terugkomst was moeder veel zieker en opgewonden en, het geeft niets of we het al ont kennen, zij maakte de indruk alsof zij ernstig beangst was. Ik kan er geen an dere woorden voor vinden. Ik vroeg daarop wat er gebeurd was en hoorde dat in mijn afwezigheid zij bezoek had gehad van die klerk van de firma El drick, die mijnheer Pratt, u weet wel. Hij was liefst een uur bij haar geweest. Ik was werkelijk woedend." Zoiets had Collingwood al verwacht te horen zodra hij haar zag. Dus de wolken pakten zich samen. „Hoe kwam het, dat Pratt toegelaten werd?" vroeg hij. „Daar ben ik ook boos om, gaf zij toe, „hoewel ik eigenlijk boos op mijzelf moest zijn, dat ik geen strikter orders had gegeven. Ik ben om zowat twee uur vertrokken, hij kwam tegen half drie en vroeg Esther Mawson. de kamenier van mijn moeder, te spreken. Hij heeft haar gezegd, dat het absoluut noodza kelijk was, dat hij mijn moeder zelf sprak, zij heeft toen die boodschap overgebracht en mijn moeder stemde erin toe dat hij boven kwam. En zoals ik al zei, ik vond haar onrustig en veel zieker en dat is nog het ergste niet." „Wat is dan het ergste," vroeg Col lingwood. „Zeg het mij maar; het is beter, dat ik het weet, ik kan u wel licht van dienst zijn." „Het ergste is," zeide zij, „dat moeder mij niet wil zeggen wat die man kwam doen. Zij weigert pertinent iets los te laten. Alleen beweert zij dat het haar eigen zaken waren. Zij wil mij verder niets toevertrouwen, mij niet, denkt u eens na, haar eigen dochter. Wat kan zij voor zaken met hem hebben, of hii met haar? Eldrick Pascoe doen nooit zaken voor ons. Er is een of ander groot geheim (Wordt vervolgd). lijk moet worden geacht en dus nage streefd dient te worden. Zijn taak van bevordering van de in stelling van bedrijfslichamen, ziet de minister als een tweeledige. In de eerste plaats brengt zij mede het stimu leren van de vrije organisatie tot het ter hand nemen van dit onderwerp, waartoe hij het inmiddels aangevangen overleg met de organisaties van onder nemers en werknemers in de betrok' ken sectoren van groot belang acht. Het tweede deel van ziin taak ziet de minister in de behandeling van de adviezen van de Raad tot instelling van Bedrijfslichamen. De minister acht het te betreuren, dat ook na de totstandkoming van de wet op de bedrijfsorganisatie niet in meer dere mate de geleidelijke ontwikkeling van het economisch overleg met de werknemers is bevorderd. Te weinig nog nam het bedrijfsleven zelf hier de leiding. Bij de bezitsvorming dient de zelf werkzaamheid van het individu voor op te staan en de vrijheid van de spaarder bij de keuze zijner beleggin gen zo groot mogelijk te zijn. Reeds daardoor zal worden voorkomen, dat de bezitsvorming zich eenzijdig richt op bepaalde objecten, zoals bijv. hui zen. In tegenstelling echter tot vele leden acht de minister de winstdeling van wezenlijk belang als bron voor de bezitsvorming. T.a.v. de productieverhoging is de minister van oordeel, dat indien een or ganisatie-onderzoek collectief, dus voor een gehele bedrijfstak, zou worden in gesteld, de kosten voor de individuele ondernemingen sterk kunnen verminde ren. Zou een verzoek om financiële steun worden gedaan door een orgaan, dat voor een gehele bedrijfstak repre sentatief is, dan zou de minister in be ginsel bereid zijn dit in gunstige over weging te nemen. Zoals reeds werd verwacht, zijn de maximumprijzen voor consumptie aardappelen thans vervallen; de desbe treffende verordening van het bedrijf schap voor aardappelen is ingetrokken. Er zijn voldoende aardappelen voor de rest van het seizoen om een ongemoti veerde prijsstijging denkbeeldig te ma ken. Tot Woensdagavond was bij het Na tionaal Rampenfonds in totaal 70.7 mil lioen gulden binnengekomen. Het concert ten bate van de slacht offers van de overstromingsramp in Engeland en Nederland, Woensdagavond gegeven door het Londens Philharmo- nisch Orkest in de Albert Hall te Lon den heeft 3500 pond sterling (ruim f 35.000) opgebracht. Het eerste gedeelte van dit concert stond onder leiding van Sir Adrian Boult, het tweede gedeelte onder leiding van Eduard van Beinum. Koningin Elizabeth woonde het ge hele concert bij. Het resultaat van de acties voor Ne derland in de Nederlandse Antillen ge durende Februari is aan geld en goede ren voor een waarde van bijna drie mil lioen Nederlandse guldens geweest. Curacao bracht, volgens de laatste af rekening, in totaal oo ef 1.031.484, Aruba volgde met een bedrag van ruim cf 360.000, Bonaire evenals de Boven winden zonder rijke olieindustrie verzamelde cf 20.000, en Saba, St. Maar ten en St. Eustatius gaarden een kleine cf 10.000 bijeen. Men moet dit laatste bedrag een bijdrage van cf 1000 van het gouvernement van het Franse deel van St. Maarten meetellen. Het totaalbedrag der Antillen ligt dus rond cf 1.430.000 of in Nederlandse gul dens 2.860.000. Daarbij dient dan nog geteld te worden de waarde van het geen jn natura geschonken werd. De bevolking van de Nederlandse Antillen bestaat uit ongeveer 180.000 zielen, zodat de bijdrage neer komt op nf 16,16 per hoofd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 3