T
Resultaten met een gematigd
optimisme tegemoet gezien
Dukaat
Het spoor van het zwaarcL
pplfü
a
a
Vliegtuigen en onderzeeërs naar ontwerp
van Leonardo da Vinei
iSgpÉ
Over stoffen, kleding, en mode
N
Standsorganisatie
en Raadsverkiezing
Beroep op bedrijfsleven voor
financiering nieuwe gebouwen
Voorjaarsbeurs gekenmerkt
door bijzondere aspecten
D
Mr. Milius over de 60ste Jaarbeurs
Speciale export-
dag
Accent Croeselaan op bouwnijverheid
WEK DE GAL
IN UW LEVER OP
c>
Deskundigen werken modellen uit
p jv
O ytheifa
ZATERDAG 14 MAART 1953
PAGINA 5
Vooreen extra lekkere
pijp tabak
DOUWE EGBERTS
Nieuwe gemeenschappe
lijke exposities
Ploegbaas door loco
motief overreden
vr;.
Crove weefsels houden het best de lichaams
temperatuur vast. Mannenkleding twee maal
zo zwaar als vrouwenkleding
Minister Suurhoff in
D.U.W.-kampen
Dodelijke aanrijding
Boomstammen
versperren spoorweg
Advertentie
(Van onze Utrechtse correspondent)
Mr. J. Milius, directeur der Kon. Ned. Jaarbeurs, heeft gisteren de Utrechtse
V'oorjaarsbeurs ingeleid met een rede, waarin hij, volgens goed gebruik, uitvoerige
aandacht heeft besteed aan de economische situatie van ons land.
De 60e Jaarbeurs, zo zei mr. Milius, wordt niet geopend onder een wolkenloze
hemel. Dit verhindert echter niet, dat de Beurs met gematigd optimisme kan
Worden tegemoet gezien. Verscheidene factoren zullen het prijsniveau eerder in
opwaartse dan in nederwaartse richting stuwen. Men mag aannemen, dat de
aankopen in de komende periode zich niet onbevredigend zullen ontwikkelen.
De jubileum-jaarbeurs zal in verband met de omstandigheden geen feestelijk
karakter dragen. Het accent zal liggen op de plechtige, maar sobere opening van
de nieuwe Jaarbeurshal.
Op de zakelijke deelneming heeft de
watersnood intussen geen nadelige in
vloed gehad.
Sinds 1948, het jaar waarin de 50ste
Beurs werd gehouden, heeft het verloop
van de investeringen een stijgende lijn
vertoond. Zo werd in 1948 per kwartaal
gemiddeld 522, in 1949 gemiddeld 297
en in 1950 voor 330 millioen gulden ge
ïnvesteerd. In 3% jaar tijds werd ech
ter 4220 millioen gulden geïnvesteerd,
hetgeen enigszins achterbleef bij het
geschatte bedrag. Over het algemeen is
omstreeks het begin van 1952 een sta
bilisatie ingetreden, waarmede een ze
kere teruggang kon worden opgemerkt-
Vermoed wordt, dat sindsdien de in
vesteringen zijn gedaald. Ten aanzien
van de investeringen luiden de conclu
sies dan ook minder optimistisch. Te
meer, daar de animo om tot groter in
vesteringen te komen bij de onderne
mers betrekkelijk gering is. Mr. Milius
achtte het dan ook een open vraag of
de belastingfaciliteiten een voldoende
compensatie zullen vormen. Mocht in
derdaad uit de aanstaande industriali
satienota blijken dat de investeringen
beneden de raming zijn gebleven, dan
zal in de komende jaren een extra
krachtsinspanning noodzakelijk zijn.
Aan de hand van de thans beschik
bare gegevens achtte mr. Milius, de
bare gegevens achtte mr. Milius de
industrialisatiepolitiek ten aanzien van
de ontwikkeling van de beroepsbevol
king geslaagd. Minder gunstig zijn de
vooruitzichten ten aanzien van de in
vesteringen, die waarschijnlijk ten ach
ter zijn gebleven. Ook op het terrein
17 Maart a.s. zal de Voorjaarsbeurs te Utrecht haar poorten weer open
stellen voor het Nederlandse handels- en bedrijfsleven. Deze traditionele ge
beurtenis is ditmaal in meer dan een opzicht een bijzondere. Daar is vooreerst
het feit. dat deze beurs de zestigste in de lange rij van Nederlandse jaarbeurzen
zal zijn, welk ongetwijfeld gedenkwaardig feit overigens zonder veel luister zal
worden gevierd, gezien de omstandigheid, dat de recente watersnoodramp
zulks met wel zou gedogen. Slechts enkele sobere plechtigheden vanwege het
jaarbeursbestuur en de gemeente Utrecht zullen dit jubileum licht accen
tueren.
Een andere vermeldenswaardige ge
beurtenis is de ingebruikneming van het
nieuwe jaarbeursgebouw op het Crocse-
laanterrein, welke openingsplechtigheid
zal geschieden door Z.K.H. Prins Bern-
hard, naar wie ook de nieuwe jaar
beurshal zal worden genoemd. De in
gebruikneming van de nieuwe hal moet
ongetwijfeld ter plaatse als een aanzien
lijke verbetering worden beschouwd. De
vele noodgebouwen en paviljoenen
maakten het de jaarbeursbezoeker niet
gemakkelijk zijn weg naar de door hem
begeerde doelen te vinden. Doch ook
thans, na bijvoeging van de nieuwe hal,
blijkt de na de oorlog sterk in omvang
toegenomen jaarbeurs in een nog te
nauw keurslijf te zijn gewrongen en
zou, op zich, verdere uitbreidingen zeer
Wel kunnen gebruiken.
Noemden wij hierboven een tweetal
bijzondere aspecten van de komende
voorjaarsbeurs, het belangrijkste as
pect wordt uiteraard steeds gevormd
door de exposities zelf. En ook hier
over kunnen naast de gebruikelijke
inzendingen vele bijzonderheden wor
den opgesomd, al moeten wjj ons
hier vanzelfsprekend tot enkele
hoofdzaken beperken.
Zo zal in de parterre van het
hoofdgebouw, waar vroeger de schoe
nen- en lederexpositie was, ditmaal
een nieuwe inzending worden onder
gebracht, welke uitsluitend de fabri
kanten van electrotechnische huis
houdelijke artikelen zal omvatten.
Deze inzending zal haar verlengstuk
vinden in de exposities op de eerste
étage.
Der traditie getrouw zullen de Neder
landse en Belgische textielfabrikanten
een gemeenschappelijke kleurrijke in
zending verzorgen in de Irene- en Bea-
trixhal en wederom het oog van de be
zoeker strelen. De textielbeurs zal dit
maal volgens een nieuw ontwerp
borden ingericht een opgesteld. De or
ganisatie berust wederom bij de Neder
landse Textieljaarbeurs te Arnhem.
Overigens zij hier vermeld, dat de wol-
lenstoffenfabrikanten, voornamelijk uit
seizoensoverwegingen, vrijwel niet aan
deze textielbeurs deelnemen. Op het
redenburgterrein zal men verder we
derom de z.g. landenpaviljoenen kunnen
aantreffen, waar collectieve inzendingen
zullen zijn geplaatst van België, Luxem
burg, Zwitserland, Oostenrijk, alsmede
een collectieve inzending van textiel
producten van Italiaanse fabrikanten.
Het accent op het Croeselaanterrein
zal op de komende voorjaarsbeurs ko
men te vallen op een zeer omvang
rijke afdeling van de bouwnijverheid,
omvattende uitgebreide inzendingen
met bouwmaterialen en bouwmachi-
nes, machines voor de .wegenbouw,
hef- en hijswerktuigen, intern en ex
tern transport. In deze afdeling zal
men dagelijks demonstraties te zien
(Van onze correspondent)
Vrijdagmorgen was de 50-jarige ploeg
baas K. uit Horst-Hegelsum op het sta
tion Horst-Sevenum met een ploeg
arbeiders bezig met het leggen van
spoorbiels. Hij bemerkte niet een nade
rende locomotief, werd overreden en
£P slag gedood. Het slachtoffer was ge
huwd en vader van vier kinderen.
krijgen waarbij deskundigen de toe
lichting verzorgen.
De metaalsector is op het Croeselaan
terrein eveneens zeer sterk vertegen
woordigd. Hier zullen inzendingen aan
wezig zijn van de Nederlandse zware
industrie, de electro-technische industrie
en van exposanten van gereedschaps
werktuigen voor de metaalnijverheid en
de handwerkende industrie.
van de internationale handel heeft de
industrialisatie bevruchtend gewerkt.
De industriële uitvoer van 19491951
steeg met ongeveer 80 pCt., de agrari
sche export nam met circa 40 pCt. toe.
In 1952 heeft de uitvoer van industriei-
pioducten voor zover kan worden na
gegaan, circa 55 pCt. van de totale ex
port bedragen. Het eigen Nederlandse
product intussen, heeft ongetwijfeld
kansen in het buitenland. Mr. Milius
zei dit zelf te hebben mogen ervaren
tijdens zijn bezoek aan Midden- en
Zuid-Amerika. Het offensief dat o.a. in
de vorm van de tentoonstelling in Mexi
co is geopend, mag echter niet meer
heten dan een voorpostengevecht. Het
ware offensief moet nog komen, van
daar, dat de resultaten betrekkelijk ge
ring zijn.
Overal hoorde spreker dezelfde vraag:
„Waar blijven toch die Hollanders met
hun monstercollecties?" De goodwill,
gekweekt door het bezoek van Prins
Bernhard en door de tentoonstelling
„Asi es Holanda", zal in korte tijd
kunnen verdwijnen, indien niet de tan
den op elkaar worden gezel en indien
men niet tracht, koste wat het kosten
moge, in contact te treden met het
Zuid-Amerikaanse bedrijfsleven. Ten
einde een bijdrage te leveren aan de
bestudering van de hiermede gepaard
gaande vraagstukken, zal de Jaarbeurs
op 23 Maart een exportdag organiseren,
waarop door de deskundigen uit Dene
marken, Frankrijk, Italië en Wcst-
Duitsland het woord zal worden ge
voerd. Voorts is er een ontvangst
van een aantal officiële gasten uit be-
drijfskringen van de Scandinavische
landen.
Op de dag van de opening zal speciale
aandacht aan de middenstand worden
geschonken, als een bijdrage van de
jaarbeurs tot de ontplooiing van de
jonge Ned. Middenstand en als een sti
mulans om zich regelmatig ter Jaarbeurze
te komen oriënteren. Een 100-t.al jonge
middenstanders, leden van de drie mid
denstandsbonden, zijn hiertoe uitgeno
digd. Aan de lunch, welke deze gasten
zal worden aangeboden, zal door Z. K. H
Prins Bernhard het woord worden ge
voerd.
Aan het eind van zijn rede is mr. Mi
lius nog wat dieper Ingegaan op wat hij
zich in de toekomst van de Jaarbeurs
zo gaarne voorstelt. Tijdens de bouw
van de nieuwe hal bleek, dat de Jaar
beurs haar bouwprogramma op korte
termijn moet voortzetten. Hiervoor is
geld nodig. Is het mogelijk, aldus mr.
Milius, dat het bedrijfsleven ontvankelijk
is voor een nieuwe vorm van feitelijke
bijdragen? Zou het ondenkbaar zijn, dat
evenals na de ramp een golf van spon
taneïteit gewekt zou kunnen worden,
maar nu om door gezamenlijke vrijwil
lige krachtsinspanning een vernieuwde
Jaarbeurs vorm te doen krijgen? Iedere
sector van het bedrijfsleven zou dan op
eigen wijze kunnen bijdragen, Het zou
het bewijs kunnen zijn van kracht en
moed en van vertrouwen in de toekomst,
dat vooral op het buitenland een uit
stekende indruk zou maken, zo besloot
mr. Milius.
Advertentie
D snit 's morgens „kiplekker"
alt bed springen.
Elke dag moet uw lever een Uter gal In
uw ingewanden doen stromen, anders ver
teert uw voedsel niet, het bederft U raakt
verstopt, wordt humeurig en loom. Neem
de plantaardige CARTER'S LEVERPIL-
LETJES om die Uter gal op te wekken en
uw spijsvertering en stoelgang op natuur
lijke wijze te regelen. Een plantaardig zacht
middel, onovertroffen om de gal te doen
stromen. Eist Carter's LeverpUletJea.
i - - i a.
38. Met een zwierig, doch enigszins onzeker gebaar, schenkt Halfra opnieuw de
bekers vol. Onbewust van de spanningdie in het vertrek heerst, babbelt hij door.
Tsacha luistert met een onderdanige glimlach op het gezicht en bepaalt zich er toe
af en toe minzaam te knikken. Doch wanneer Halfra zich bukt, om een paar hout
blokken op het vuur te werpen, tast Tsacha's hand bliksemsnel in het leren buideltje en
met een vlugge beweging laat hij een kleine hoeveelheid van een vreemd, groenachtig
poeder in Halfra's beker glijden. De edelman heeft niets gemerkt, doch Pum-Pum's
ogen dreigen bijna uit hun kassen te rollen van ontzetting. Maar al te goed heeft
hij de betekenis van dit heimelijk gebaar begrepen! En wanneer Halfra neuriënd
zijn beker oppakt, waagt de dappere, kleine man een tweede poging om de toestand
te redden.
„Ho, hé!" stamelt hij sidderend. „Heer Halfra vergissen, andere beker nemen!
Dit beker van heer Tsacha!"
Angstig gluurt hij over zijn schouder, ieder ogenblik verwachtend de oude krijger
naar het dodelijke mes te zien grijpen. Zijn wanhoop wordt nog groter als Halfra
verbaasd prevelt: „Kom nu, kleine. Ge vergist u, hoor! Ha, ha, ha! Ik weet zeker
dat dit mijn beker is."
Heeft de dwerg nog een ogenblik de begoocheling gehad, dat zijn list zou slagen,
en dat de gehate Oosterling zijn eigen gif zou moeten opdrinken, dan wordt die hoop
nu de bodem ingeslagen-, nu Halfra zijn glas opheft en uitroept: „Moge onze vriend
schap van lange duur zijn, mijn waarde!"
Maar dan klinkt ineens de zachte spinnende stem van Tsacha: „Onze kleine vriend
heeft gelijk! De beker, die ik in de hand heb, is de uwe!"
Halfra staart zijn gast schaapachtig aan en tuurt dan bedachtzaam in de beker.
„Deksels," mompelt hij. „Welk grof vergrijp tegen de gastvrijheid pleegde ik daar
bijna. Tsss
En met een lodderig gebaar ruilt hij zijn beker met die van de Oosterling Star
van ongeloof heeft dc dwerg toegekeken. Doch het volgende ogenblik wordt het
duivels plan van Tsacha's vreemde handelwijze hem duidelijk.
„De fout lag geheel bij mij," spint Tsacha hoffelijk, „doch laat ons thans drinken
volgens het gebruik op de steppen; dit zal uw hoge eer als gastheer redden, o rots
van macht. Bij mijn nietswaardige volk heerst de gewoonte, dat vrienden uit elkan
ders bekers drinken!"
En met een buiging reikt hij Halfra diens eigen beker weer terug
„Ha, ha, ha, een edel gebruik!" 'snuift Halfra, zijn eigen beker aanpakkend. DekselsI
Op onze vriendschap dan!"
En terwijl Pum-Pum van wanhoop geen geluid meer kan voortbrengen, zet de edel
man de beker aan de lippen.
De voorloper, van de moderne
tank: een soort maaimachine, voor
zien van vlijmscherpe draaiende
zeisen, welke een ontzettende
slachting op het slagveld moesten
aanrichten. Deze schetsen van
Leonardo da Vinei heeft men in
het Palazzo Reale te Turijn gevon
den.
iü
Te Milaan is een tentoonstelling geopend van houten en metalen modellen
van de uitvindingen van L:onardo da Vinei, de schilder o.a. van de Mona Lisa,
die reeds 500 jaar geleden vliegtuigen heeft ontworpen. De modellen zijn door
deskundigen van het leger, de vloot en de luchtmacht van Italië vervaardigd
naar ontwerpen van Leonardo, die deel uitmaken van de Atlantische verzame
ling te Milaan en de verzameling van de Windsor-bibliotheek in Engeland.
s->
Zij geven een inzicht in de verbazing
wekkende verbeeldingskracht van de
schilder, die vliegmachines, onderzee
boten, duikerpakken, parachutes, een
tank in de vorm van een krab en een
raderboot zonder zeilen of riemen heeft
ontworpen.
Veel van deze uitvindingen hebben
het volgens de bouwers der modellen
nooit verder dan het tekenpapier ge
bracht, want Leonardo heeft maar
weinig vorsten bereid' kunnen vinden
om een proef te nemen met de ver
wezenlijking er van.
De modelbouwers zijn bij de bestu
dering van de door Da Vinei ge
schetste ontwerpen tot de conclusie
gekomen, dat sommige van zijn uit-
(Van onze medische medewerker)
a het eten van de verboden
vrucht, dus de zondenval, zagen
Adam en Eva, dat zij naakt
waren en Zij schaamden zich. Aanvan
kelijk schijnen zij blijkens vele afbeel
dingen herinnert u zich uw Bijbelse
Geschiedenisboekje nog van school?
erg handig gebruik hebben weten te
maken van gebladerte, boomstronken,
en zelfs van voorbijvliegende vogels,
om er zich achter te verschuilen. Later
hebben wij zelf in het boek Genesis
kunnen lezen, dat Adam en Eva vijge
bladeren aaneenhechtten en zich schor
ten maakten. Zo ontstond dus de eerste
„kleding" uit schaamte, om zich te be
schermen tegen onbescheiden blikken.
Natuurlijk kennen wij dit motief ook
nog, maar in ons klimaat moet de kle
ding vooral bescherming bieden tegen
afkoeling. De voornaamste betekenis
van de kleding is dus de handhaving
van onze lichaamstemperatuur. Zij is
te vergelijken met de haarvacht van
onze hond of poes of met 't veren
kleed van de vogels.
Tussen de haren en veren wordt een
luchtlaag vastgehouden. Nu weten we,
dat lucht slecht warmte geleidt, dus
een goed isolatiemateriaal is tegen
(resp. voor) warmte of kou.
De kleding dient er dus voor om
een bepaalde hoeveelheid lucht van
behaaglijke temperatuur om het li
chaam vast te houden en daardoor
verlies van warmte, die wijzelf door
verbranding produceren, tegen te
gaan, zoals dat ook een van de vele
functies van de woning is.
Van welke stoffen moet onze kleding
nu gemaakt zijn, om aan deze eis te
voldoen? Hoe meer lucht een bepaald
weefsel bevat, des te warmer is het,
immers des te beter gaat het verlies
van lichaamswarmte tegen. Zo zijn
wollen stoffen en flanel warmer dan
katoen, linnen of zijde. Ook de weef-
wijze is belangrijk; grove weefsels als
breiwerk zijn aanzienlijk warmer in t
dragen, dan fijn geweven stoffen. Om
dezelfde reden dragen wij ook meer
dere lagen, want tussen twee lagen
houden we weer een hoeveelheid lucht
vast, waarvan we 't belang zojuist ge
zien hebben.
Tot nu toe hebben wij alleen nog
maar aandacht geschonken aan de
temperatuur, maar er is nog een
andere belangrijke factor n.l. de
vochtigheid. De warme luchtlaag
om het lichaam is vochtiger dan nor
male lucht, omdat een mens transpi
reert. Vullen de poriën van een weef
sel (en we hebben hier nu vooral het
weefsel van de onderkleding op het
oog) zich met vocht, dan betekent dit
dus, dat het weefsel minder lucht gaat
bevatten, omdat er nu eenmaal geen
lucht meer kan zijn op de plaatsen,
die 't vocht ingenomen heeft. Een en
ander betekent, dat vochtige onderkle.
ding als warmte-isolerende laag afge-
daan heeft. Men heeft dus gezocht naar
stoffen, die veel vocht kunnen absor
beren met behoud van hun „luchtig
heid". Als zodanig munten weer uit
wol en flanel en de z.g. reformstoffen.
De moderne nylonweefsels zoals ge
bruikt in damesonderkleding, enz.,
mogen dan sterk zijn en weinig plaats
innemen in de meestal toch al over
volle koffer, zij hebben 't nadeel, dat
ze noch lucht bevatten, noch vocht
absorberen, m.a.w. geen bescherming
bieden tegen de kou. De samenstelling
van een nylonweefsel, dat deze na
delen niet heeft, is iets, dat onze tex
tielfabrikanten momenteel veel hoofd
brekens kost. Een compromis zien we
bijvoorbeeld in wolvezel, met nylon
versterkt, waar de moderne herensok
van gemaakt is; warm, vocht absor
berend en toch met de sterkte van
nylon.
Na alleen maar goeds van wol ge
zegd te hebben, eist de eerlijkheid ook
te vermelden, dat de huid van som
mige mensen en vooral van kinderen
(wollen broekjes) overgevoelig is voor
wol.
Stoffen, die spoedig met vocht door
drenkt zijn en bovendien soms nog aan
de transpirerende huid kleven, hebben
bovendien nog een ander nadeel. Zoals
al eerder aangetoond, zijn ze een goede
warmtegeleider geworden, maar ont
trekken bovendien door verdamping
een aanzienlijke hoeveelheid warmte
aan het lichaam.
c benodigde hoeveelheid kleding
is afhankelijk van de omstandig
heden. Het gemiddelde gewicht
van mannenkleding is ongeveer twee
maal zo groot dan dat. van vrouwen
kleding. Om dit te begrijpen moeten
we weten dat de huidtemperatuur van
een vrouw lager is en zij dus minder
bescherming tegen warmteverlies no
dig heeft. Een rok, als een stolp ge
vuld met warme lucht, gaat veel
warmteverlies tegen, maar kan niet
verhinderen, dat het zwakke geslacht
vooral in de winter veel over koude
voeten klaagt en benen en voeten
tracht te warmen bij een haard, wat
weer gevaar inhoudt voor kachelbenen
en wintervoeten.
Motorrijders, bromfietsers, zeelieden,
die aan grote windsnelheden bloot
staan, hebben meer lagen kleding no
dig en bovendien bovenkleding van
een niet doorwaaibare stof: leer, rub
ber, plastic of olie jassen.
In onze maatschappij wordt de kle
ding sterk beheerst door de mode.
Mode, afgeleid van 't Latijnse woord
modus, betekent .alleen „wijze waar
op"; in dit geval dus de wijze waarop
men zich kleedt. Dat het woord mode
tenslotte voor millioenen een bijna
magische klank gekregen heeft, is niet
alleen te danken aan de commerciële
activiteit van modehuizen te Parijs,
Wenen, New York, Brussel en zelfs in
ons eigen Amsterdam, die elk jaar een
„dernier cri" lanceren. Neen, deze cou
turiers maken slechts gebruik van iets,
dat een oorzaak heeft diep in de per
soonlijkheid van de mens. Een drang
om niet op te vallen, om onder te gaan
in de massa, om gekleed te gaan, zoals
„men" gekleed gaat en tegelijkertijd
een drang om op te vallen, zich zelf te
zijn, apart gekleed te gaan, afgezien
nog van het goed recht van de vrouw
om zich mooi te maken, om de man
van haar keuze te behagen (welk
„mooi maken" natuurlijk weer onder
eigentijdse invloeden staat van wat
„men" in een bepaald tijdsgewricht
mooi vindt. Hoe meer een individuele
smaak gaat overheersen, hoe aparter,
hoe artistieker een bepaalde kleding
wordt, des te eerder zal men gaan
spreken van een „creatie".
Wordt de vrouw aan de ene kant
makkelijk het slachtoffer van
de mode, aan de andere kant
komt de mode haar meer ten goede
dan aan de man. Haar kleding kan na
melijk meer aangepast zijn aan de wis
seling der seizoenen. De ervaring heeft
geleerd, dat een mode, die duidelijk in
strijd is met aesthetische of hygiëni
sche normen, niet lang stand houdt. Er
valt een tendenz waar te nemen naar
het natuurlijke silhouet en verant
woorde kleding. Ik citeer prof. dr. J. J.
van Loghem: „De vrouwenmode is
sinds verscheidene jaren, uit hygië
nisch oogpunt, in menig opzicht te
loven. Een vrouw kan zonder opzich
tig te zijn 's winters een pels dragen
er is bont van allerlei qualiteit
en 's zomers zich zo luchtig kleden als
haar behaaglijk is. Er zijn dunne stof
fen voor elke leeftijd en elke prijs.
Flanellen zomerblouses met hoge kra
gen, nauwe armsgaten en pofmouwen
kent de jonge generatie slechts van
portretten. Het snit, dat tournure, hoog
middel, sleep, noch zware stoffen ver
langt, behoeft geen snoerend corset.
Tegen een laag steunend corset en
bustehouder zijn noch medische, noch
aesthetische bezwaren in te brengen."
Bijzondere hygiënische eisen moeten
we stellen aan arbeidskleding.
De arbeider moet zich ongehinderd
tussen bewegende machinedelen kun
nen bewegen, zonder kans te lopen te
blijven haken of gegrepen te worden
door draaiende tandwielen. Soms ook
moet arbeidskleding bestand zijn tegen
het indringen van schadelijke stoffen.
Bij arbeid in de zon zal men de voor
keur geven aan witte kleding, die de
warmtestralen terugkaatst, en aan
zonnehoeden.
Tenslotte nog even aandacht voor
het schoeisel. Herenschoenen ge
ven gewoonlijk genoeg ruimte aan de
voet. Men waarschuwt tegenwoordig
nogal eens tegen rubberzolen. Zij zou
den een goede ventilatie tegengaan,
belangrijker lijkt mij in dit geval, dat
men de poriën van het bovenleer niet
verstopt door 'n overmaat van vet. Er is
lang en tevergeefs gestreden tegen de
puntige damesschoen met hoge hak,
doch ziet, de „flat", de geheel platte
schoen is zijn zegetocht over de wereld
begonnen, en alleen omdat het mode
is. Maar zei ik niet al, dat een mode,
die apert in strijd is met hygiënische
normen, ten slotte toch geen stand
houdt? van S.
Een tentoonstelling naar een zelf
de idee als hiernaast beschreven, zal
van Zaterdag 21 Maart tot 6 April a.s.
in Arti te Amsterdam worden ge
houden. Ook daar modellen naar
authentieke tekeningen en schetsen
van de schilder, ingenieur en uit
vinder Leonardo da Vinei, gecon
strueerd door de heer Roberto A.
Guatelli; zij bevatten voorbeelden
van architectuur, uitvindingen op
het gebied van de krijgskunst, me
chanica, aërodynamica en luchtvaart,
waterbouwkunde, wiskunde enz.
De expositie zal daarna nog gehou
den worden in Maastricht, Rotter
dam en Enschede.
vindingen het gedaan zouden heb
ben en andere niet. De tank bijv. was
te zwaar om op eigen kracht te lo
pen, maar zelfs in dit soort ontwer
pen zijn de fundamentele principes
terug te vinden waarop de moderne
tegenhangers van Leonardo's uitvin
dingen berusten.
De grote schilder had zelfs een vlie
gende schotel ontworpen, bestaande uit
twee gebogen en aan elkaar verbonden
draagvlakken, die door stoom in
draaiende beweging moesten worden
gebracht en zouden opstijgen door mid
del van een soort hefschroef.
Hij heeft ook een soort machinege
weer voor oorlogsschepen uitgevonden.
Dit bestond uit een draaiend platform,
waarop twaalf kleine kanonnen waren
gemonteerd, die, terwijl het platform
ronddraaide, na elkaar op hetzelfde doel
zouden vuren.
Verder behoren tot Leonardo's uit
vindingen bevloeiingssystemen, draai
en hefbruggen, apparaten voor het dis
tilleren van zuren, lanceerapparaten
voor projectielen en een zeis-achtig wa
pen voor de vloot om de takelage van
vijandelijke vaartuigen door te snijden
Er is bijna een jaar voor nodig ge
weest om alle modellen getrouwelijk
naar de ontwerpen van de schilder te
vervaardigen en voor demonstratie ge
reed te maken.
Met dit werk is begonnen kort nadat
de Italiaanse regering in April van het
vorige jaar de viering van het vijfde
eeuwfeest van de geboorte van Leonar
do da Vinci had ingeluid.
De modellen zijn tentoongesteld in een
gebouw in de nabijheid van do kerk,
waar het meesterwerk van de kunste
naar „Het laatste Avondmaal" is opge
hangen.
De tentoonstelling zal een jaar ge
opend blijven.
De minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, de heer J. G. Suur
hoff, heeft, in gezelschap van dr. ir.
D. R. Mansholt, directeur van de DUW,
en van enkele hoofdambtenaren van
deze dienst, onaangekondigde bezoeken
gebracht aan een groot aantal DUW-
objecten en DUW-kampen in de pro
vincies Limburg, Noord-Brabant.
Overijssel, Friesland en Groningen, ten
einde zich persoonlijk op de hoogte te
stellen van de gang van zaken oP de
objecten en in de kampen van de
rijksdienst voor de uitvoering van
werken, welke dienst, zoals bekend, bij
de jongste kabinetsformatie is overge
gaan van het departement van Weder
opbouw en Volkshuisvesting naar het
departement van Sociale Zaken en
Volksgezondheid.
(Vervolg van pag. 1)
Het onderwijs, de gemeentelijke be-
mooiing met de opvoeding via schoolpsy
chologische diensten en schoolartsen
diensten, pogingen om de jeugdbewe
ging te beïnvloeden, het al of niet steu
nen van culturele bewegingen, het zijn
allemaal zaken, waar de verhouding tot
de levensbeschouwing overduidelijk
spreekt.
Het aankweken nu van een juiste
levenshouding, afgeleid uit de le
vensbeschouwing, behoort o.m.
tot de belangrijke opdrachten, die een
standsorganisatie heeft uit te voeren.
Het is op grond hiervan, dat we steeds
habben verdedigd, dat de afdelingen on
zer standsorganisaties, zowel van de lei
dinggevende stand als van de boeren,
de W. M., de Middenstanders en de ar
beiders, aan staatkundige voorlichting
van hun leden moeten doen. Hier speelt
derhalve niet eens de vraag: Mógen on
ze standsorganisaties aan politiek doen?
Wanneer men onder „aan politiek doen"
verstaat het vertrouwd maken van da
leden met de levensbeschouwelijke as
pecten van de staatkunde, dan is hier
sprake van een zeer duidelijke plicht.
Inmiddels zegt toch het Bisschoppe
lijk Communiqué van 1916: dat het niet
tot de taak van de standsorganisaties
behoort om die belangen te behartigen,
die beter kunnen of moeten worden
■overgelaten aan andere organisaties, b.v.
staatsburgerlijke. Algemeen is vanaf
1916 aangenomen, dat deze bepaling be
tekent, dat het voeren van personenpo-
litiek zeer nadrukkelijk te onder
scheiden van politieke vorming aan
de standsorganisaties is verboden. Het
heeft zin om daar in deze dagen aan te
herinneren, omdat we weten, dat in tal
van plaatsen, ja zelfs in sommige stre
ken, zowel afdelingen van de K.A.B. als
van andere standsorganisaties, zich uit
gesproken bezighouden met het samen
stellen van persoonsadviezen. Dit is ern
stig fout. Niet alleen, omdat het verbo
den-is, maar omdat het verbod getuigt
van een wijs inzicht en een voortreffe
lijk verstandelijk beleid. We zouden uit
ons hoofd de herinneringen kunnen
neerschrijven aan eens bloeiende werk-
liedenvereningen, waarvan we na afloop
van gemeenteraadsverkiezingen de res
ten met stoffer en blik konden gaar b -
eenvegen. Groepsbelang. parochieel
chauvinisme, persoonlijke eerzucht, voer
den de toon vaak boven het principieel
en algemeen belang, dat ook een katho
lieke gemeenteraadsfractie te dienen
heeft. Daar komt een zeer gewichtige
overweging bij. Juist omdat ook in do
gemeenteraad in toenemende mate
kwesties aan de orde komen, die recht
streeks met het christelijk beginsel ver
band houden, dient de samenstelling van
een fractie zo te zijn, dat zij in staat is
over dat verband te oordelen en naar
aanleiding daarvan een mening te vor
men.
Ten aanzien van alle kwesties, die we
hierboven noemden, dient een goed ge
bouwde fractie derhalve over specialis
ten te beschikken die bekwaamheid
paren aan tijd en liefde voor de zaak
der gemeenschap. Het spreekt onder
deze omstandigheden vanzelf, dat de le
den der standsorganisaties in de K.V.P.
niet alleen moeten tellen, zelfs niet op
de eerste plaats moeten kijken, hoeveel
vertegenwoordigers van hun groep deel
gaan uitmaken van de gemeenteraad,
maar vooral moeten wegen, vooral dus
moeten zien, of hun vertegenwoordigers
zwaar genoeg zijn. Het is veel beter
om met twee flinke kerels te komen
dan met een viertal dat niet voldoende I
inhoud heeft.
JOH. ZWANIKKEN
Advertentie
De heer H. de Ridder, aanspreker te
Nijkerk, is gistermiddag ten gevolge van
een aanrijding om het leven gekomen.
Hij was op weg naar een begrafenis cn
stapte tussen Hoevelaken en Nijkerker-
veen uit een autobus, liep achter acze
bus langs en werd gegrepen door een
personenauto uit Hoevelaken. De heer
De Ridder was op slag dood.
Het treinverkeer tussen Arnhem en
Utrecht is vanmorgen geruime tijd ge
stremd geweest. Deze stremming was
een gevolg van de versperring van de
spoorbaan even buiten Arnhem door
een aantal boomstammen, die van een
goederenwagon waren gegleden en
dwars over de spoorbaan waren komen
te liggen. De N.S. hadden geruime tijd
nodig om deze ongeveer twintig meter
lange stammen op te ruimen. Zij moes
ten doorgezaagd worden voor men ze
kon verwijderen.