.Wereldmuziekconcours" met
weidse allure
m
FEEST DER GEMEENSCHAP
Clerus en intellectuelen
in de parochie
Drie eeuwen van gebed
Top Naeff vijf en zeventig jaar
hantage
Ruim tienduizend Amsterdammers
sluiten Stille Omgang
Prof. Grossouw acht spanning en
critiek gezond verschijnsel
aret
aaMbeto
MAANDAG 23 MAART 195*
PAGINA 3
Kerkrade bereidt zich voor
op zijn Festival
GROOT TALENT ALS PROZASCHRIJFSTER
Prijsvraag van de BBC
Prof. Pompen
vijftig jaar priester
Zaligverklaringsproces
Johannes Berthier
Studenten-werkkampen
in de noodgebieden
40-jarig bestaan der
militaire luchtvaart
Bronzen borstbeeld van
generaal Snijders
Erkenning Juvenaat
Bergen op Zoom
Mgr. Huibers met Hageveldse seminaristen aanwezig
H. Vader zegent 50.000
Italiaanse boeren
Japan zal geloofsbrieven
bij H. Vader aanbieden
Handelsbesprekingen tussen
Indonesië en Polen
Renners-bedevaart naar
Den Bosch
Pauselijk Jaarboek 53
VWi verfrissende
Benedictinessen van Allerheiligst Sacrament
vieren driehonderdjarig bestaan
door
J. S. Fletcher 9
Kind aan brandwonden
overleden
Reina Prinsen Geerligs-
prijs 1953
(Van onze speciale verslaggever)
Van 6 tot 31 Augustus 1954 wordt in Kerkrade een muzi
kaal tournooi gehouden, dat in waarheid een „Wereld
muziekconcours" genoemd mag worden. Symphonie-
orkesten, Harmonieën en Fanfares uit alle delen der wereld
zullen er aan deelnemen. Met name uit zulke in dit ver
band niet zo voor de hand liggende streken als Japan, Afri
ka en de Stille Zuidzee-eilanden zijn bereids aanvragen om
nadere inlichtingen binnengekomen. Vast staat nu reeds,
dat een Politiemuziekkapel uit Akkra, gelegen aan de Afri
kaanse Goudkust, naar Nederlafids oudste mijnstad zal komen;
zulks dank zij de bemiddeling van een aldaar vertoevende
Kerkraadse missionaris. Op hun beurt hebben de organisa
toren van het evenement bereids 15.000 uitnodigingen, ge
steld in tien verschillende talen, naar alle windstreken der
aarde gezonden. En men rekent op de deelname van min
stens 5000 muzikanten. t
De hoekpijler, waarop het grandioze
evenement zal rusten, is de ongekende
gastvrijheid van de Kerkradenaren;
evenals zulks trouwens het geval was
met het internationale muziekfeest van
1951. Aan de deelnemers zijn n.l. ook nu
Weer gratis logies en huisvesting ver
zekerd. Gedurende de maand Augustus
van het volgende jaar zullen de bewo
ners van Kerkrade vijfduizend vreem
delingen in al de gulheid kuns harten
in hun midden opnemen. En ook de
organisatoren van het feest zelve besef
fen zeer goed, dat zonder dit excep
tionele men mag wel zeggen unieke
collectieve gebaar van spontane gast
vrijheid het wereldmuziekconcours tot
de onmogelijkheden zou behoren en dien
overeenkomstig, dat het een aangele
genheid is van gans de Kerkraadse be
volking.
Inmiddels: vergeleken met het mu
ziekfeest van twee jaar geleden dat
men, zoals bekend, tot een traditie wil
doen uitgroeien is dat van het vol
gend jaar aanzienlijk grootser van op
zet. Niet alleen wat het aantal deelne
mers betreft. Het wereldmuziekcon
cours 1954 zal op 6 Augustus worden ge
opend met een uitvoering door de ge
zamenlijke Kerkraadse koren en mu
ziekcorpsen. Wat zij op het programma
nemen staat nog niet vast, maar er
wordt overwogen een Nederlands com
ponist voor deze gelegenheid een op
dracht te doen verstrekken. Het con
cours en alle begeleidende concerten
zullen zich dit keer afspelen in een uit
Engeland gecharterd houten gebouw,
dat op een juiste accoustiek is beproefd
en dat plaats biedt aan 8000 toehoor
ders. De tent, die bij de vorige ge
legenheid werd gebruikt, kon, als wij
ons niet vergissen, 4000 bezoekers be
vatten.
Wat die „begeleidende concerten"
betreft: zij worden vrijwel zeker gege
ven door enkele wereldberoemde sym-
phonie-orkesten en het ligt in de be-
Intens geconcen
treerd, bereiden
de blazers zich
er op voor 'in
het „wereldmu
ziekconcours"
hun partijtje
mee te blazen.
doeling dat zij elk een programma
zullen uitvoeren van uiteraard artis
tiek verantwoorde werken, die men
„geheide" repertoirestukken van ama
teur-gezelschappen kan noemen. Zodat
hun optreden ook van vérstrekkende
paedagogische waarde zal zijn. Met
spanning wordt ook uitgezien naar de
verrichtingen van het Salzburger Dom-
chor en het Domchor uit Straatsburg.
In de geïmproviseerde „concerthal"
zal, dank zij de medewerking van een
Nederlandse firma, een concertorgel
worden geplaatst dat luisterrijke
diensten zal bewijzen bij uitvoeringen
door symphonie-orkesten maar dat
bovendien solistisch zal worden be
speeld door organisten als Flor Pee-
ters, Jeanne Demessieux en Nico
Zijen.
Men ziet het, het Kerkraadse muziek
feest waarvan nu reeds vaststaat dat
zowel de Nederlandse als buitenlandse
radio-omroepen er ruime aandacht aan
zullen besteden gaat de weidse
allure aannemen van een gebeurtenis-
die men elders in de wereld wel be
titelt met de illustere naam van „Festi
val".
Maar het zou wel eens kunnen zijn
dat het in zijn weloverwogen vermen
ging van enthousiast amateurisme en
professionele topprestaties van vrucht-
dragender betekenis blijkt te- zijn dan
een verheven, maar over het algemeen
vrij kille zaak, die een „Festival"
meestal is. En in elk geval is een der
gelijk opgezet feest, als in Kerkrade op
stapel staat, meer een aangelegenheid
die de interesse wekt van zo uitgebreid
mogelijke bevolkingsgroepen. De alge
mene intensiteit, waarmee men zich in
Kerkrade voorbereidt op de grote din
gen die staan te gebeuren, zou er van
kunnengetuigen. Vijfduizend gezinnen
hebben er zich reeds aangesloten bij
een weldoordachte spaaractie-annex-lote-
rij. Zij hebben zich in het bezit gesteld
van de door de „Stichting Internationaal
Muziekconcours Kerkrade" uitgegeven
spaarkaarten, hetgeen het hun mogelijk
maakt een klein reserve-kapitaaltje te
vergaren, dat hun in het tijdvak van 15
Juli tot en met 1 Augustus 1954 zal
worden uitgekeerd. En zij zullen er ge
zamenlijk de onkosten mee kunnen be
strijden, die het door hen gezamenlijk
geënsceneerd evenement ongetwijfeld
in ruime mate met zich meebrengt. In
Kerkrade weet men van feesten. Men
weet er misschien nog meer van een
succes garanderende organisatie.
Toen Mevrouw Antoinette van Rhijn
Naeff, bij haar talloze lezers bekend-
als Top Naeff. zeventig jaar werd, nu
vijf jaar geleden, is zij door haar let
terkundige vrienden op de hartelijkste
wijze gehuldigd in het I-C.C. te Am
sterdam. Dinsdag 24 Maart a.s. wordt zij
vijfenzeventig en we vergissen ons niet,
menen we, als we denken dat zij nu
liever een verjaardag heeft met minder
openbaar feestbetoon. Maar een schrijf
ster van zoveel talent en intelligentie
is een tè kostbaar bezit voor ons land,
om toch niet even aan de datum te her
inneren en het besef weer levend te ma
ken, dat in haar oeuvre een zeer ge
voelig hart. veel wijze levenskennis en
ook een uitstekend soort humor is te
Vinden.
De schrijfster is in Dordrecht gebo
ren. Enige jaren geleden heeft zij een
boekje uitgegeven („Zo was het onge
veer"), waarin zij de mémoires van
haar jeugd en vroege optreden als let
terkundige heeft neergelegd. Het is een
sprankelend, geestig en gevoelig ver
haal, waarin ieder die Dordt kent de
stad ten volle zal herkennen. Haar va
der was beroepsofficier en werd nogal
eens overgeplaatst. Zo woonde zij van
1891 tot 1892 in Den Helder, van 1893
tot 1895 in Gorinchem en bezocht daar
na een kostschool te Brussel. Zij huw
de in 1904 met de Dordtse medicus dr.
H. W. van Rhijn en kwam zodoende
Weer in haar vaderstad terug. Op 16-ja-
rige leeftijd heeft zij al een schets ge
schreven die in Elsevier's Maandschrift
Werd geplaatst. Op 1 December 1937
is zij zelf litterair redactrice van dit
maandschrift geworden. Zij is ook gedu
rende een lange reeks van jaren als -o-
neel-recensente verbonden geweest aan
de Groene Amsterdammer.
Het loont zeer de moeite, die glanzen
de en deskundige toneelcritieken, vier
delen „Dramatische Kroniek", bij Holke-
ma en Warendorff uitgegeven, eens op
te slaan. Zó wordt er weinig meer over
ons toneel geschreven, zij schreef dë
mensen inderdaad naar de schouwburg
toe. Groot was haar bewondering voor
Willem Royaards en zijn prachtige op-
Voeringen van klassieke en moderne
stukken, waarover allen, die ze destijds
hebben bezocht, nog opgetogen vertel
len. In 1947 heeft zij over deze in ons
land ongeëvenaarde toneelleider een in
teressant boek geschreven, waarin zij
tal van merkwaardige historische fei
ten heeft vastgelegd. Het is bij de uit
geverij Daamen verschenen.
Haar scheppend proza, romans en
novellen, behoort tot het beste dat er
ln de laatste halve eeuw in ons land
is uitgekomen, om de psychologie,
om de scherpe waarneming, maar ook
om het zuivere taalgebruik en de be
kwame dialogen. Iedereen kent haar
„Schoolidyllen", een meisjesboek, dat
Een bezoek aan Londen en de beziens
waardigheden in de omgeving van die
stad: dat is de eerste prijs die gewonnen
kan worden door radioluisteraars, die
meedoen aan een prijsvraag van de BBC.
Het geldt hier de BBC-uitzendingen in
ket Nederlands, iedere avond 10 uur. De
bedoeling van deze uitzendingen is de
Nederlandse luisteraars op de hoogte te
houden van al wat er in Engeland orn
aat. Het doel van de prijsvraag is om
Wt te vinden hoe de luisteraars over
uitzendingen denken en waar hun
belangstelling betreffende Engeland in
be eerste plaats naar uitgaat. Wie hier
mee het best helpt kan op kosten van de
een week naar Londen. Als tweede
btijs is er een radiotoestel en verder
gorden er boekprijzen uitgeloofd. Een
brte brief aan de BBC is al voldoende
m aan deze prijsvraag mee te doen.
Nadere bijzonderheden in de BBC-uit-
®hdingen voor Nederland in de week
i atl 22-28 Maart: 's avonds 10 uur; golf-
ehgten 224, 48,54 en 41,61 beter.
ongelooflijk populair is geworden,
maar dat heus niet alleen de jeugd
heeft geboeid. Daarnaast behoren
„De Dochter", „Lotje", „Offers" en
„Een huis in de rij" tot haar gaafste
werk. Het is echt Hollandse letter
kunde, maar zonder engheid, ook
naar zijn innig burgerlijke gevoelens
en taferelen beschouwd. Altijd staat
zij boven haar stof en laat de figuren
bewegen, zoals het leven zelf ze be
weegt. Wie goed leest, ontdekt een
verborgen, diepe gloed.
Top Naeff neemt, ondanks haar ge
vorderde leeftijd, nog met grote be
langstelling en activiteit deel aan let
terkundige bijeenkomsten, hier en in
Vlaanderen. Aan een jubileum van een
dichter, een romanschrijver of een be
gaafd criticus, waar zij niet bij is, ont
breekt iets: haar gezelschap en haar pit
tige mond. Zij kan „het" voortreffelijk
zeggen, zo is het algemene oordeel.
Daarom ook gaan op haar 75ste verjaar
dag vele gedachten en heilwensen naar
haar uit.
Zondag herdacht prof. dr. Aurelius
Pompen O.F.M., oud-hoogleraar in de En
gelse taal en letterkunde aan de R.K. Uni
versiteit, det dag, dat hij vijftig jaar ge
leden tot priester werd gewijd, 's Morgens
droeg hij in de kapel van het Franciscaanse
studiehuis St. Bonaventura te Nijmegen een
plechtige Mis van dankbaarheid op. We
gens de Vastentijd werd het gouden feest
slechts met de uiterste soberheid gevier£.
In de namiddag hield de jubilaris een re
ceptie. Na Pasen wordt het feest officieel
gevierd. Professor A. Pompen is een ge
boren Brabander en studeerde in Amster
dam. Groningen, Ron*?, Engeland en
Frankrijk.
Woensdag 18 Maart had in het bis
schoppelijk paleis te Den Bosch
onder voorzitterschap van Z.H. Exc.
Mgr. W. Mutsaerts de slotzitting
plaats van het zaligverklarings
proces van de Dienaar Gods Jo
hannes Berthier, de stichter van de
Congregatie van de H. Familie.
De procesakten van de 57 gehouden
zittingen, die meer dan 800 zijden van
foliovellen beslaan, verden verzegeld.
Een afschrift van de procesakten en
bovendien de talloze geschriften van de
Dienaar Gods werden verzegeld aan de
postulator, de zeereerw. pater H. Barn-
hoorn M.S.F., overgedragen, die deze
documenten naar Rome zal brengen,
waar het proces verder wordt voortge
zet.
De Nederlandse studenten zullen in de
komende zomer in samenwerking met de
dienst Landbouwherstel werkkampen hou
den in de noodgebieden. Hiertoe is een in
teracademiale commissie geVormd, onder
auspiciën van de rectores-magnifici en be
staande uit voor elke universiteitsstad één
hoogleraar en één student. Daar de Neder
landse Studentenraad ook uit het buiten
land talrijke verzoeken heeft ontvangen om
hulp te mogen bieden, zullen waarschijnlijk
ook buitenlandse studenten in deze kampen
een plaats vinden.
De kampen zullen drie weken duren en
uit honderd man bestaan. De commissie
heeft er op gewezen, dat zwaar polderwerk
zal worden uitgevoerd, zodat slechts zij, die
over een groot uithoudingsvermogen be
schikken aan de kampen kunnen deelne
men.
Naar aanleiding van het veertig-jarig be
staan van de Militaire Luchtmacht op 1 Juli
is te Soesterberg onder voorzitterschap van
de burgemeester van Soest, mr. S. P. Baron
Bentinck, uit de burgerij een comité ge
vormd voor aanbieding van een huldeblijk
aan de luchtmacht.
Het comité heeft gemeend aan de jubile
rende luchtmacht geen mooier en passender
geschenk te kunnen aanbieden dan een
bronzen borstbeeld op marmeren voetstuk
van de luchtvaartpionier generaal Snijders.
Het beeld zal geplaatst worden in de grote
hal van het Luchtmachtgebouw aan de
Kampweg.
Bij K. B. is het Juvenaat Heilig Hart te
Bergen op Zoom aangewezen als erkend!
gymnasium overeenkomstig artikel 157 van
de Hoger Onderwijswet.
(Van onze verslaggever)
Meer dan tienduizend Amsterdam
se mannen hebben er voor gezorgd,
dat de trilogie van gebed, de Stille
Omgang, waardig afgesloten is. De
laatste nacht van de schone traditio
nele Sacramentsverering is misschien
het hoogtepunt in de grootse gang
van katholieke mannen. Dan getuigen
degenen, die het voorrecht genieten
inwoners van de Mirakelstad te zijn,
van hun aanhankelijkheid voor het
H. Sacrament. De Amsterdammers
zijn trots op hun Mirakel en de gloed,
waarmee zij hier ieder jaar blijk van
géven, vermindert niet. Parochie-ge-
wijs liepen ze deze Zondagnacht door
de straten, waar ze wellicht elke dag
komen. Er waren groepen van meer
dan duizend mannen en jongens. Veel
jongeren vooral, hetgeen we als een
verheugend teken mogen aanmerken.
Samen met ongeveer twintigduizend
bedevaartgangers van-buiten-de-stad
vormden ze een stil leger, slechts
hoorbaar door de cacophonie van
holle voetstappen, het klak-klak over
Kalverstraat, Nieuwendijk en Nes,
onafgebroken voortdurend van één
tot zes uur in de morgen.
Mgr. J. P. Huibers, bisschop van
Haarlem, voerde een groep seminaris
ten van Hageveld aan; de controleurs
en de talrijke voortreffelijk behulp
zame politieagenten zagen militairen,
boeren en stadsmensen, roomse vogels
van rijk gevarieerde pluimage, aan zich
voorbijtrekken. Alle Amsterdamse ker
ken en kapellen stonden voor de bede
vaartgangers open. En na het bijwonen
van een H. Mis is het stille leger naar
huis gegaan of naar een van de vele
établissementen, die hun zaak drie
nachten per jaar op een ongewoon uur
geopend houden.
Nationale Reserve
„Geen demonstratie, geen manifesta
tie, doch een getuigenis". Aldus schetste
majoor-aalmoezenier C. Laurent de
Stille Omgang van de ongeveer 900 ge-
uniformeerde mannen, leden der Natio
nale Reserve, der Reserve Grensbewa
king, van de Reserve Rijks- en Gemeen
tepolitie, die deze eerste Lente-Zondag
nacht uit alle delen des lands naar de
hoofdstad waren gekomen om zwijgend
te bidden voor de zielerust van de slacht
offers van de watersnood, om het H.
Misoffer bij te wonen in de kerk. van
de H. Maria Magdalena en om kracht
en troost te vragen voor de overleven
den van de ramp.
Omstreeks half een passeerde de
groep onder leiding van de majoor-aal
moezeniers L. J. N. Burgman, C. Lau
rent en F. Gitmans. de kapiteins Hillen
en Offermans en adjudant Van Hal als
eerste deze nacht het Spui. Na de Om
gang begaf men zich naar de Spaarn-
dammerstraat, waar aalmoezenier Burg
man met assistentie der beide andere
aalmoezeniers het H. Offer opdroeg.
Majoor Laurent wees in zijn predica-
tie de mannen op hun bijzondere taak
„te getuigen van hun kindschap Gods".
„Uw voorbeeld dient de evenmens na
der tot Hem te brengen". Na de geza
menlijke H. Communie werd de plech
tige, door vrijwilligers gezongen H. Mis
besloten met het „Aan U, o Koning der
Eeuwen" en het Wilhelmus.
Alvorens naar hun haardsteden terug
te keren gebruikten allen het ontbijt in
het parochiaal jeugdhuis. Onder de
deelnemers bevonden zich o.m. groepen
uit Uden en Veghel en uit de N.O. Pol
der. Uit Alkmaar, Heemskerk, Bever
wijk en Opdam waren mannen te voet
naar de Heilige Stede gekomen.
Zondag om half vijf in de namiddag
heeft Z. H, de Paus van de buitenloggia
van de St. Pieter de Apostolische zegen
gegeven aan 50.000 boeren, die op het
St, Pietersplein voor een grote hulde
aan de H. Vader bijeengekomen waren.
Deze boeren namen deel aan het natio
nale congres, dat in de afgelopen week
te Rome gehouden werd.
Onder de menigte bevonden zich ook
vele duizenden Romeinen, die door
enthousiaste toejuichingen hun blijd
schap over het herstel van de H. Vader
tot uiting brachten. (K.N.P.)
(Eigen telegram)
VATICAANSTAD, hedenmorgen.
Het gevolmachtigd ministerie van Ja
pan zal zeer binnenkort zijn geloofs
brieven aan de H. Vader overhandigen.
Het is voor het eerst, dat Japan bij de
H. Stoel vertegenwoordigd zal zijn. Al
hoewel Japan in 1942 reeds een diploma
tiek vertegenwoordiger naar het Vati-
caan zond, werd er toen nog geen regel
matig diplomatiek contact onderhouden.
Vrijdag zijn te Djakarta tussen Indo
nesië en Polen besprekingen begonnen
ter vernieuwing van de oude handels
overeenkomst. De in 1951 gesloten over
eenkomst werd slechts gedeeltelijk uit
gevoerd. Men legde van beide zijden de
nadruk op de wenselijkheid om tot meer
directe handelsbetrekkingen te geraken.
Op 12 April wordt een rennersbede
vaart gehouden naar de Zoete Moeder
van Den Bosch. Mgr. Mutsaerts zal de
rennersfietsen zegenen en daarna een
défilé afnemen.
De spanning, welke er in bijna iedere
parochie bestaat tussen de christelijke
vrijheid, die de intellectuelen toekomt
en de matiging in liefde, welke het al
gemeen welzijn der parochie van hen
vergt, acht ik een gezond verschijnsel.
Zij deed zich in de tyd van St. Paulus
reeds in Corinthe voor en vormt in on
ze tijd een voorwerp van drukke dis
cussie. Aldus ongeveer de strekking van
het betoog, dat prof. W. Grossouw hield
voor de Haagse Adelbert-vereniging.
Ter inleiding van een discussie over
de houding van de intellectuelen tot de
parochiegeestelijkheid liet de hoogleraar
enige stellingen de revue passeren en
lichtte deze uitvoerig toe. Nadat spr. de
aard der parochie had omschreven en de
taak der pastoor als leider had gekwa
lificeerd, erkende hij, dat de clerus in
feite rekening heeft te houden met de
maatschappelijke geledingen in de paro-
Vanaf het balcon van het Begijnhof
kerkje maakte onze fotograaf deze
foto van mgr. J. P. Huibers, die om
acht uur voor de seminaristen van
Hageveld een H. Mis opdroeg.
(Eigen telegram)
Vaticaanstad, Zondagavond.
De Vaticaanse onder-staatssecretaris,
Mgr. Montini, heeft de H. Vader een in
wit leer gebonden exemplaar van het
Pauselijk Jaarboek 1953 overhandigd. De
verschijning van het boek werd enigs
zins vertraagd vanwege het consistorie.
Het bevat nu dan ook een volledige lijst
van het college van kardinalen. Bij de
namen van de kardinaal-primaat van
Hongarije en de kardinaal-primaat van
Joegoslavië vermeldt het werk, dat de
eerstgenoemde gevangen gehouden
wordt en dat de laatstgenoemde geïn
terneerd is.
Advertentie
Op het feest van Mafia Boodschap, 25 Maart, vieren de Benedictinessen van
de Altijddurende Aanbidding van het Allerheiligst Sacrament haar drie
honderd-jarig bestaan.
Het instituut werd gesticht iu 1653 in Frankrijk door de Eerwaarde Moeder
Mechtildis van het H. Sacrament, afstammelinge van een oud-adellijke Lotha-
fingse familie, die was ingetreden bij de Benedictinessen te Rambervillers, maar
later een eigen klooster stichtte met een nieuwe doelstelling en daarbij o.a.
gesteund werd door de Franse koningin Anna van Oostenrijk.
Moeder Mechtildis voerde in haar
klooster de regel in van Sint Benedic-
tus volgens de oorspronkelijke streng
heid, maar legde de zusters tegelijker
tijd een nieuwe taak op: de bijzondere
verering van het H. Sacrament des Al
taars.
In de 17e eeuw dreigde de gods
vrucht tot het H. Sacrament des Al
taars te verminderen. De Calvinisten
loochenden de werkelijke tegenwoor
digheid van Christus in het H. Sacra
ment. De Jansenisten, in overdreven
gestrengheid stelden zulke hoge eisen
voor het ontvangen der H. Communie,
dat de gelovigen ervoor terugschrik
ten.
En juist in deze tijd wekte God de
Eerwaarde Moeder Mechtildis op een
orde te stichten, zoals er tot dusverre
niet bestond, die zich de Altijdduren
de Aanbidding van het H. Sacrament
des Altaars tot bijzondere taak zou
44
Zij gingen heen en ieder nam zijn
eigen weg. Byner ging naar elk van de
drie krantenbureaux en liet met vetge
drukte letters de eerste Halstead
Byner advertentie om nieuws omtrent
Parrawhite opnemen. Dan ging hij naar
het telegraafkantoor en zond het vol
gende code-telegram naar zijn Londens
kantoor. „Indien iemand, genaamd Pratt
enige informatie zendt inzake Par
rawhite, laat hem in geen geval weten,
dat ik te Barford ben, maar zend alles
onmiddellijk aan mij op onder de naam
van H. D. Black, Central Hotel, Bar
ford."
HOOFDSTUK XIX,
DE OOGGETUIGE.
Toen Collingwood zeide, dat hij ook
een spoor volgde, bedoelde hij daarme
de de ontdekking, dat hij in het huis
woonde van iemand, die de Mallathorpe-
tragedie als ooggetuige had bijgewoond.
Op zich zelf genomen leek dat niet zo
belangrijk, maar in verband met de
hele zaak scheen het Collingwood toe,
dat er toch nog heel wat duistere pun
ten door opgehelderd konden worden
Na zijn vestiging in Barford had hij
meerdere weken besteed aan het zoe
ken van een huis waar hij rustig en te
ruggetrokken kon wonen. Eindelijk was
het hem gelukt en nu had hij kamers
bij een echtpaar van middelbare leef
tijd, dat een groot oud, zandstenen huis
bewoonde, dat vroeger een boer
derij was geweest.
Het was een heerlijk huis, de zand
steen was tot zachte, romige tinten
overgegaan, het had grote kamers met
zware balkenzolders en ruime open
haarden, de tuin was groot en vol dik
ke, oude bomen. Aan de ene kant ke
ken de ramen uit op de golvende, paar
se heuvelruggen, aan de andere zijde
op de lager gelegen stad. Zijn hospita
was een gemoedelijke vrouw, die echt
ouderwetse denkbeelden koesterde om
trent de stevige ontbijttafel en het dito
middagmaal. Omdat zij zelf geen kin
deren had, was er een aangenomen
dochter in huis, onderwijzeres aan een
dichtbij gelegen school en een rood
wangig dienstmeisje, wier dialect Col
lingwood te machtig was. Dan was er
nog mijnheer Cobcroft zelf, een stil
vriendelijk mannetje, dat 's morgens
vroeg al naar de stad ging en 's avonds
terugkeerde. De avond vóór het bezoek
van Byner had Collingwood hem zien
zaaien en planten, op zijn stille manier,
en hij had mevrouw Cobcroft. gevraagd,
of haar man hield van tuinieren.
„Ja mijnheer, en dat is maar goed
ook", antwoordde de hospita. „Hij zit de
hele dag binnen, daar op Mallathorpe-
fabriek en dan hapt hij tenminste
's avonds nog eens wat verse lucht. Ik
ben blij, dat de zomer weer aankomt.
Daarom hebben wij dit oude huis ge
huurd, 't is veel en veel beter dan ons
vroegere huis in de stad."
„Zo, is uw man bij Mallathorpe?"
vroeg Collingwood.
,Hij is daar al, laat eens zien, over
de dertig jaar mijnheer. Altijd op het
kantoor," antwoordde mevrouw Cob
croft.
„Heeft hij ook dat vreselijke ongeluk
meegemaakt, zowat twee jaar geleden?"
vroeg Collingwood.
De hospita knikte en zuchtte heel
diep. „Dat zou ik denken," zei zij. „En
hij was er vreselijk van in de war.
Denkt u eens, hij zag heus die schoor
steen vallen, hij en nog een klerk, ze
keken samen uit het raam van het
kantoor."
Collingwood zei verder niet veel
meer, behalve dat het een hele schok
voor zijn zenuwen moest zijn geweest.
Maar hij nam zich voor eens met Cob
croft te praten, als hij hem weer in zijn
tuin bezig zag. Zo gebeurde het dat hij
de volgende avond Cobcroft in een
hoekje van de tuin trof en het gesprek
bracht op de fabriek, waarvan men de
nieuwe schoorsteen in de verte kon
zien staan.
„Ik hoorde van uw vrouw," zeide Col
lingwood, „dat u er bij was, toen de
oude schoorsteen instortte."
Cobcroft, een bejaarde, terughouden
de man, die over het algemeen weinig
sprak, richtte zich op een keek naar de
nieuwe schoorsteen in de verte; dan
knikte hij.
„Ja, mijnheer. En ik hoop noit meer
zoiets te zien. Dat zijn van die dingen,
die men zijn hele leven niet vergeet."
„Misschien praat u er liever niet
over," zei Collingwood, „maar ik heb
zoveel over die zaak gehoord, dat
„O, ik praat er wel eens over", ant
woordde Cobcroft. Hij leunde op het
tuinhek en staarde in gedachten naar
de schoorsteen. „Er zijn er natuurlijk
nog meer die het zagen, maar ik alleen
was er zo dicht bij. Het kantoor was in
een paar tellen vol stof en kalk."
„En het ging plotseling?" vroeg Col
lingwood.
„Het was zo'n geval," zei Cobcroft
langzaam, „dat de meesten al lang ver
wacht hadden, jammer genoeg bedach
ten ze niet, dat het toch nog onver
wacht zou gebeuren. Het was een hele
oude schoorsteen. Maar hij zag er nog
best uit, hing geen duim uit het lood.
Maar mijnheer Mallathorpe, mijn oude
baas, mijnheer Jan Mallathorne bedoel
ik, had een paar kleinigheden opge
merkt en daaruit afgeleid dat hij niet
zo flink was als hij er uit zag. En hij
liet een paar schoorsteenbouwers ko
men om er naar te kijken. Die onder
zochten hem van boven naar beneden,
te oordelen naar wat ze deden. Zij wa
ren er al een paar dagen mee bezig,
toen het ongeluk gebeurde. Een van
hen was juist naar beneden geklommen,
toen de schoorsteen viel. Mijnheer Mal
lathorpe zelf, de chef van de weverij
en de kassier waren even het kantoor
uitgelopen en de binnenplaats over om
te horen, wat ze zouden zeggen, toen
het gebeurde, zonder waarschuwing de
ze keer. Hij viel in mekaar, meer kan
ik niet zeggen."
„U zag hem in elkaar vallen?" vroeg
Collingwood.
„Ja, ik zag het," zuchtte Cobcroft.
„Ik en nog iemand, we stonden voor
het raam, precies er tegenover. Hij viel
op de wonderlijkste manier. Kijk zo,"
hij hield zijn arm rechtop. „Stel u voor,
dat dit de pijp van de schoorsteen is,
rechtop. Terwijl wij er naar keken,
scheen hij ineens in het midden uit te
zetten. Het was een vierkante schoor
steen, overal even dik tot aan de rook-
vanger. Hij zette uit, barstte om zo te
zeggen en viel in elkaar met een slag,
die de halve stad gehoord heeft. U ziet,
er is een 3 of 4 duizend ton metselwerk
aan zo'n ding en toen de stof een beetje
wegtrok, lag dat allemaal in één grote
hoop midden op de binnenplaats. En
het was maar goed", besloot Cobcroft
peinzend, ,dat hij zó recht naar beneden
viel. Als hij schuin gevallen was over
de werkplaatsen, zouden er tientallen
doden gevallen zijn."
(Wordt vervolgd).
stellen. Slachtoffer zijn van het H. Sa
crament.
In de Constituties van het Insti
tuut leest men:
In het Geheim der Eucharistie is
Christus zelf een voortdurend Slacht
offer, dat de andersdenkenden niet
kennen, dat vele Katholieken niet
achten, en dat soms zelfs tot misda
dige doeleinden wordt misbruikt.
Daarom is er in de Kerk een Con
gregatie van vrouwen gesticht, die
ten doel heeft de beledigingen, welke
de Godelijke Majesteit worden aan
gedaan, zoveel mogelijk weer goed te
maken
Daarbij smeken de zusters Gods
barmhartigheid af voor de zondaars.
De constituties werden in 1705 goed
gekeurd door Paus Clemens XI, her
zien en in overeenstemming gebracht
met het Canoniek Recht, en in 1928
te Rome door de heilige Congregatie
van Bisschoppen en religieuzen goed
gekeurd.
Bij de H. Kloostergeloften volgens
de Regel van de H. Benedictus voegen
de zusters nog de Gelofte van de Altijd
durende Aanbidding van het Allerhei
ligst Sacrament des Altaars te onder
houden als slachtoffer voor Zijn Eer
geofferd tot uitdelging van de onterin
gen tegen dit Hoogwaardig Geheim be
gaan. De Benedictinessen van de Al
tijddurende Aanbidding van het H. Sa
crament leiden dus een beschouwend
leven; haar eigenlijke taak is: God te
aanbidden, Hem te loven en te danken,
Hem genoegdoening en eerherstel te
brengen.
Spoedig was het Instituut verbreid
en telde verschillende kloosters in
Frankrijk Ook verrezen er kloosters
in Polen, Duitsland', Italië, Luxemburg,
België, Schotland. Spanje, Lujan (Ar
gentinië); in ons vaderland zijn zes
kloosters van de Benedictinessen van
de Altijddurende Aanbidding van het
Allerheiligst Sacrament, te weten in
Tegelen, Driebergen, Oldenzaal, Breda.
Valkenburg en Heesch (bij Oss). In
1875 deden de zusters in Nederland
haar intrede.
De zes Hollandse kloosters in Neder
land zullen weldra federatief verbon
den zijn, om daarna te worden opge
nomen in de Confederatie, die alle 48
kloosters van het Instituut zal omvat
ten, terwijl toch elk klooster autonoom
blijft.
In grote dankbaarheid zullen de
communauteiten het eeuwfeest op de
feestdag van Maria Boodschap vieren.
Vertrouwende dat ook in de toekomst
edelmoedige zielen zich aan dit hoge
doel mogen toewijden.
„Broekbergen", Driebergen.
Klooster „Arca Pacis, Maart 1953.
chie, alhoewel het volk Gods niet in
rangen of standen is ingedeeld, zoals de
plaatsen in de kerk wel eens doen ver
moeden.
Van de geestelijkheid wordt daarom
souplesse en aanpassing gevergd, te
meer omdat de intellectuelen vaak bij
zonder individualistisch zijn en een
weinig samenhangende groep vormen.
Het schijnt, dat honderd jaar Kromstaf
de geestelijke en culturele emancipatie
nog niet voltooid heeft. Nochtans zien
wij, hoe de geestelijkheid langzaam
haar plaats moet afstaan aan de intel
lectuele leken, waarbij deze laatsten
nogal anti-clericale critiek laten horen.
Prof. Grossouw achtte deze critiek ge
zond, mits ze openhartig tussen beide
groepen wordt behandeld. Zij is een
verschijnsel van de puberteit- of laat-
puberteitsperiode, waarin het intellectu
ele katholieke lekendom in ons land
verkeert.
Immers, wij bewegen ons duide
lijk in de richting van de tijd toe,
dat de katholieke leek zijn volledige
plaats in het gehele leven gaat op
eisen en de katholieken als volks
groep de leiding zullen opeisen, die
hun toekomt. Om dit echter te ver
wezenlijken moeten de intellectue
len in de parochie ook het Chris
tendom liturgisch beleven, deel
nemen aan het mystieke leven, aan
het apostolaat en het werk van de
hiërarchie.
Terwijl dus in de periode de vrucht
bare spanning tussen opgeëiste christe
lijke vrijheid en blijmoedig geschonken
agape (liefde) moet blijven bestaan,
doet de pastoor verstandig de leken de
nodige medezeggenschap te geven en
hen te laten delen in de zorgen der pa
rochie; ook de afschaffing van klasse
onderscheidingen bij huwelijk en be
grafenis is zeer gewenst. De clerus moet
afstand doen van massaregie en steun
zoeken in het liturgisch parochieleven.
De leken moeten meeleven en liefde
geven, zich aan het lot van het plebs
Dei gelegen laten liggen, kennis nemen
van de parochieproblemen, de priester
steunen in de zielzorg met name in de
charitatieve organisaties.
De kansen schijnen gunstig, want on
ze tijd is meer open geworden, er zijn
grenzen weggevallen. Een groot deel
van het oude werk der clerus gaat over
in handen van leken.
Tijdens de discussies heeft pater Pe
ters S.J. de vraag opgeworpen of de
oorzaak van de ontevredenheid over de
clerus onder de intellectuelen niet veel
eer haar oorzaak vindt in een honger
naar meer en substantiëler geestelijk
voedsel en naar persoonlijker geestelijke
leiding. De preken en het biechthoren
van tegenwoordig achtte deze priester,
krachtens de vele klachten die hij had
vernomen, niet voldoende om in deze
honger te voorzien. Deze vraag is, daar
prof. Grossouw moest vertrekken, niet
afdoende beantwoord kunnen worden.
Aan het Transvaalplein te Tilburg is
Vrijdagavond brand ontstaan in een
loods, waarin chemicaliën waren opge
borgen van de drogisterij Simons. Het
driejarig zoontje van de eigenaar kon
door een knecht uit de brandende op
slagplaats worden gehaald. Hel ventje
liep evenwel ernstige brandwonden op
en moest naar het ziekenhuis worden
vervoerd, waar het in de nacht van
Vrijdag op Zaterdag is overleden. De
oorzaak van de brand moet waarschijn
lijk gezocht worden in het spelen met
lucifers.
De jury van de Reina Prinsen Geer-
ligs-prijs bestaat dit jaar uit de dames
Anna Blaman, Hella Haasse, de heren
Adriaan Morrien, B. Rijdes en Adriaan
v. d. Veen.
Om in aanmerking te komen voor
deze litteraire jeugdprijs ad f 200, moe
ten de deelnemers op 24 November de
leeftijd van 20 jaar hebben bereikt en
van 25 jaar niet hebben overschreden.
Het litteraire werk uit Nederland en
België, al of niet gepubliceerd of aan
een uitgever aangeboden, dient vóór 1
Augustus a.s. te worden ingestuurd aan
het secretariaat van de jury (mevr.
Hella van LelyveldHaasse, Courbet-
straat 42, Amsterdam-Zuid).