RELIGIEUZEN w van het arbeidsmilieu Zij hebben geen klooster en verrichten handenarbeid voor haar levensonderhoud Brieven uit Vaticaanstad McCarthy eist onderzoek met leugenontdekker De ban van het schoonheidskoffertje A' M w H E Ook vestiging in Amsterdam Directie stelt weinig tactisch ultimatum Eerste officiële audiëntie van de H Vader sinds zijn ziekte Pauselijk Opperkamerheer na langdurige ziekte overleden Het Rome uit de dagen toen men bombardementen vreesde Senator ageert tegen benoeming van Bohlen als ambassadeur te Moskou Mijnwerkersstaking in Luik verwacht i|r HEESE DINSDAG 24 MAART 1953 PAGINA 7 mM Staking bij „Austin" Pact tussen Roemenië, Hongarije en Bulgarije? Conflict over ziekte verzekering Voorzitter van Italiaanse Senaat afgetreden Om „zigeuner met de zigeuners" te kunnen zijn, wonen de Kleine Zusters van Charles de Foucauld in He Provence m woonwagens. - Ze hebben zich de onverbiddelijke armoede van dt armsten onder de werkenden als ideaal gesteld, de „Petites Soeurs de Charles de Foucauld", en toen wij kortgeleden bij haar aanbelden in de „Fraternité" in Pa rijs, waar zij met vieren samenwonen, werden wij ook niet in een spreekkamer gelaten, die er niet is, maar in haar ober woonvertrek, waar brood en sla voor de middag maaltijd reeds op tafel stonden, en waar de enige versie ring een hyacint in een lege glutonpot was, bij de foto van Charles de Foucauld. Deze vrome Fransman, van beroep officier, later kluizenaar, die in de Sahara onder de meest nederige en armoedige con dities leefde, in voortdurende aanbidding, met een bran dend hart om God en Zijn liefde te doen kennen aan de Islam-bevolking (die hem in 1916 vermoordde)heeft na zijn dood jonge mannen en vrouwen, die zijn ideaal begre pen, bezield om in een leven van volstrekt wegschenken van zichzelf en innerlijke contemplatie, tot de allerarmsten der samenleving te gaan en, met God m het hart, hun wer kend leven te delen en een van de hunnen te worden. Uit een poging in 1936 gedaan door twee jonge Franse vrouwen om, in na- volging van Père de Foucauld, in Noord- Afrika onder de Muzelmannen te gaan leven, ontstond in 1939 de congregatie ^an de Petites Soeurs de Charles de foucauld, met moederhuis in Aix en Provence. Waarbij wij zouden willen Opmerken dat het „petites" uitsluitend EPreekt van haar eigen bescheidenheid en de grootheid en sterkte camoufleert Waarover de vrouwen beschikken, die deze moderne vorm van religieus leven, Zonder klooster, en waarin zij haar eigen brood moeten verdienen, vrijwil lig aangaan. Dat deze congregatie van Zelfstandig levende religieuzen, 14 jaar geleden, min of meer in navolging van de „Petits Frères de Ch. de Foucauld" gesticht en speciaal gericht op de ver lossing der Islam-volken, thans reeds f60 leden telt en over de gehele wereld js uitgeplant in kleine „fraternité's" van hoogstens vier zusters, bewijst wel hoe geheel van deze tijd haar spiritualiteit Is, die zich richt op een contemplatief leven, midden tussen, en één met de hiensen, vol toegewijde liefde voor de Si'msten onder de altijd lijdende wereld- lingen in wier midden ze de gist in het deeg willen zijn. Soeur Marie Simone de Jésus, de „Responsable" die de leiding heeft van de kleine gemeenschap in de Rue Oudinot te Parijs, staat ons dadelijk te woord als wij naar haar vragen. Ze is gekleed in iets dat aan een groot grijsblauw katoenen werkschort doet denken met donkerblauw hoofddoekje en blote voeten in sandalen. Het is de kleding van een arbeidster, maar die Zich in elk land aan de omgeving aan past. Om haar middel hangt, aan een bruin-leren riem, een rozenkrans. De enige versiering van het doodeenvou dige kleed is een groot, er op vastge naaid kruis. Ze vertelt ons vriende lijk, maar aanvankelijk met de reser ve die bescheidenen nu eenmaal heb ben tegenover een journalist, over het Werkend leven van de zusters die, be halve dat ze haar eigen onderhoud moeten verdienen, ook, zo nodig, haar ouders onderhouden. Oorspronkelijk bestreken de zusters hiet haar kleine fraterniteiten alleen Roord-Afrika: Algiers, Marokko, de Sa- ?sra; en het nabije Oosten: Syrië, Pa- !®stina, Israël, Libanon, Egypte, waar zij }even ofwel van fabriekswerk of van handenarbeid als de inboorlingen, van ?et werk op het land of als herderin, fh de Sahara wonen vier zusters in een ïent en bestaan van het verzorgen van kudden. Men kan dit romantisch vin- en, sinds zij uitzwermen over heel ?e wereld, nóg meer romantiek menen zien in de zusters die als „zigeuner ?*et. de zigeuners" in een woonwagen ;®Ven in de Provence; of die zich ge legd hebben bij de zo moeilijk toegan kelijke Pygmeeën in donker Afrika om als Pygmee te leven en voor het le vensonderhoud evenals zij te vissen en jagen. Er zijn ook Petites Soeurs on- aer de Eskimo's in het hoge Noorden bij die resterende Indianen in Bra zilië. Maar het vergt strenge zelftucht en «en zelfverloochenend mededogen met de mensen om zich zo volstrekt van alles los te maken en op eigen verant woordelijkheid, zoals vrouwen van deze eeuw die kunnen en durven dra gen, te gaan leven als volgelingen van Christus. En dit niet te zijn door een bepaalde apostolische activiteit als lesgeven of verplegen of wat ook, maar eenvoudig door „er te zijn", als offerande voor God, in voortdurende inwendige contemplatie en aanbid ding, terwijl ze tegelijkertijd als Christus zich mengen onder de men sen en Hem openbaren door de uit stralende goedheid van haar hart en een vreugdevolle onderlinge liefde. Waar haar leven gebaseerd is op contemplatie en aanbidding is in iedere fraterniteit van vier, drie of twee zusters, hoe armoedig of primi tief ze ook gehuisvest zijn, het H. Sa crament aanwezig. Ook bij de zusters in de Sahara, die een tent hebben als kapel en ook bij de Petites Soeurs, die het nomadenleven delen der zi geuners. Hoe lang en veeleisend tiaar dagtaak ook is, iedere dag houden de zusters een uur aanbidding en iedere week aan bidden ze eenmaal in de nacht. Daar in het tabernakel leeft haar Kracht, haar Troost, haar Steunpunt, haar Helper als het heel moeilijk is. Wij hebben dat ten volle begrepen, toen Soeur Marie Si mone de Jésus (de zusters behouden haar eigen voornaam, waar ze na haar professie „de Jésus" aan toevoegen) vroeg of we meegingen naar de kapel, toen zij het Angelus ging bidden. Drie zusters, terug van haar ochtendwerk buitenshuis, zaten in de kleine ruimte op lage bankjes langs de wand. Met be slikte sandalen, want het sneeuwde en regende in Parijs, en vermoeide gezich ten, gericht op 't altaar, dat gedekt was door een simpel raffia kleed, waarop als enige versiering een Arabisch olie lampje. We knielden allen samen neer en baden gezamenlijk hardop de Ange lus. Toen zongen de zusters het Veni Creator. Daarna wachtte haar het een voudige maal aan de kleine tafel in net armoedige vertrek en 's middags weer het werk. Het was heel simpel en van een aangrijpende realiteit. In deze „Fraternité d'accueil et d'étu- des" kunnen zusters tijdelijk wonen voor eventuele studie, want zonodig studeren de zusters een Oosterse taal of verpleging of medicijnen voor zover ze daarmee in een toekomstige volslagen primitive omgeving dienstbaar zullen kunnen zijn. Er zijn namelijk verschil lende soorten fraterniteiten, er is in Parijs een tweede, z.n. „fraternité ou- vrière" waarvan de zusters werken in een rubberfabriek. In ieder district is bovendien één fraterniteit van durende aanbidding. Het noviciaat, voorafgegaan door zes maanden postulaat, is een jaar, waar na een proefjaar volgt. Enkele maan den ervan worden doorgebracht in de Sahara, het gebeds-terrein van Char les de Foucauld. Behalve de genoem de nederzettingen, hebben de zusters thans fraterniteiten in India, in Ame rika en Canada, in Indo-China, in Australië, Kaapstad is in voorbereiding, in België, Spanje en Portugal. In Engeland en in Zweden hopen ze dit jaar te beginnen. Ze nemen zo nodig de kleding der omgeving aan en even tueel ook de Oosterse ritus. Sinds kort zijn er ook twee zusters in Amsterdam, waar ze werken op een confectieatelier. Het is haar bedoeling zich te vestigen op een woonschuit waar zij ook een kleine kapel krijgen. Degene die het H. Sacrament bewaakt, zal leven van eenvoudige handenar beid. Het is te begrijpen dat een dergelijke wijd verspeide congregatie meerdere noviciaten heeft, er zijn er in Frankrijk, in de Sahara, in Jerusalem, in Frans Cameroun, in de Belgische Congo, in Brazilië en Canada. Het noviciaat voor Nederland en België is gevestigd te Banneux in België. De zusters mogen volgens de statuten over geen kapitaal of fonds beschikken. Zij staan tegenover alle eisen en tegenslagen van het leven slechts met het werk van haar handen. Zoals degenen in haar onmiddellijke omgeving met wie zij één willen zijn. De congregatie telt op het ogenblik circa 260 zusters. A. Bgl. (Telefonisch van onze Londense correspondent) LONDEN, hedenmorgen. Sedert zes weken heerst bij de auto- fabrieken van Austin in Birmingham een uitgebreide staking. Arbeiders in de carrosserie-afdeling, ten getale van 2000, gingen in Februari in staking omdat de firma een in Augustus 1951 tezamen met 700 man ander perso.ieel ontslagen voorman niet wederom in bienst stel de, toen ruim 300 arbeiders wederom in dienst werden genomen dank zij toe nemende afzet. De stakers derhalve leg den hun werk neer ter verdediging van het principe dat een voorman voorrang behoort te hebben bij weder tewerk stelling na ontslag. Dit principe is nooit in Engeland erkend door de vakvereni gingen. Dank zij de staking kwamen 8000 an dere arbeiders van de Austin-fabrieken zonder werk te zitten. Productie ter waarde van 75 millioen galden is tot heden door de staking verloren gegaan. Het merendeel van de bij de staking be trokken vakverenigingen heeft gewei gerd de staking te erkennen. Doch nu is een bijzonder gevaarlijke situatie geschapen omdat de directie van de Austinfabrieken een ultimatum heeft gesteld. Arbeiders, die niet vóór Vriidag teruggekeerd ziin tot de arbeid (200 zijn inmiddels al teruggekeerd) kunnen worden beschouwd als ontsla gen. Deze zet van de directie lijkt wei nig tactvol, want de overtuiging nam allerwegen toe dat het personeel zelf reeds genoeg begon te krijgen van de staking. Joegoslavië De Joegoslavische Na tionale Vergadering heeft een am nestiewet goedgekeurd voor degenen, die in de tijd van de rantsoenering niet aan hun leveringsplicht voldeden. Zoals men verwacht had, zijn op de feestdag van St. Jozef, de patroon van de universele Kerk, de pau selijke audiënties officieel hervat. De Zondag tevoren had de Paus weliswaar de studerenden aan het Europese Col lege te Brugge ontvangen, maar deze audiëntie was op ongedwongen wijze verlopen in de Troonzaal nabij de pause, lijke bibliotheek. Zij had dan ook geens zins het karakter van de grootscheepse ontvangsten, die tot nu toe het Pontifi caat van Pius XII hebben gekenmerkt en daaraan een heel persoonlijk cachet hebben verleend. Op 19 Maart dus is de Paus voor het eerst weer in het open baar verschenen en men heeft deze gebeurtenis met levendige belangstelling tegemoet gezien. Men was enigszins ongerust om te zien, hoe de H. Vader de ziekte te boven zou zijn gekomen, die hem lange tijd verhinderd had zijn werkzaamheden te verrichten en in het openbaar te verschijnen. Dit eerste con tact met de gelovigen heeft deze onge rustheid zeker verminderd. Al degenen, die, dicht opeen in de zaal der Zegenin gen alsmede in de Konings- en Hertogs zaal, de Paus hebben mogen zien, heb ben zich er van kunnen overtuigen, dat hij weer op krachten was gekomen. Na tuurlijk moet men er rekening mee houden, dat hij zijn 78e jaar en het vijf tiende van zijn Pontificaat is ingegaan. Zijn houding was recht, maar de groe ven in zijn gezicht waren dieper, zijn haren iets witter. Soms was ook zijn stem minder vast dan vroeger. Toch waren deze veranderingen nauwelijks De Republikeinse senator Joseph McCarthy heeft er gisteren in de Senaat op aangedrongen Charles Bohlen, die door president Eisenhower benoemd is tot Amerikaans ambassadeur te Moskou, te onderwerpen aan een onderzoek met een „leugenontdekker", met betrekking tot zekere inlichtingen over diens be trouwbaarheid. McCarthy stelde deze eis aan het begin van het debat over Bohlen's benoeming, dat, naar men ver wacht, drie dagen in beslag zal nemen. De Democratische senator Humphrey, die lid is van de Commissie voor Buiten landse Betrekkingen, verklaarde, dat de aanvallen op Bohlen „op het kritiekste ogenblik in onze buitenlandse betrek kingen de hand van de president ver zwakken" en de toekomstige positie van de ambassadeur ondermijnen. De leider der Republikeinse fractie in de Senaat, Taft, deelde na egn onderhoud met pre sident Eisenhower mede, dat deze sterk voorstander is van Bohlen's benoeming. Het debat begon met de mededeling van senator Wiley, de voorzitter der Commissie voor Büitenlandse Betrek kingen dat ei twee bezwaren zijn ingebracht tegen de benoeming. Het eerste heeft hoofdzakelijk betrekking op het feit, dat Bohlen te Yalta en Potsdam als tolk is opgetreden van resp. president Roosevelt en diens opvolger, Truman. Voorts wordt door de tegenstanders van Bohlen beweerd dat het rapport over diens betrouw baarheid gegevens bevat, die een be noeming in de weg zouden staan. Wiley zeide, dat, indien Bohlen's be noeming niet bekrachtigd zou wor den, omdat hij onder Truman gewerkt had, alle beroepsdiplomaten van de diplomatieke dienst zouden kunnen worden uitgesloten. McCarthy verklaarde desgevraagd,, dat de gegevens in het dossier van Bohlen, die hem zo veel zorgen baren, zo geheim zijn, dat hij er in de Senaat niet over kon spreken. waarneembaar voor hen, die niet het voorrecht hebben de Paus vaak te zien. Voor het merendeel der gelovigen ver scheen de H. Vader vóór hen. zoals zij hem altijd hadden gezien op foto's en op de film. Voor hen was zijn stem dezelfde als die zij vroeger zo vaak door de radio hadden gehoord. Dit was geen geringe voldoening voor hen, wie het gegeven was als eersten de H. Vader terug te zien na een afwezigheid van twee maan den. De audiëntie had hetzelfde verloop als steeds. De Paus, wie men iedere over bodige vermoeienis heeft willen bespa ren, maakte gebruik van zijn draagstoel om zich van de lift via de loggia van de eerste verdieping van het Vaticaan naar de zaal van de Paramenten te begeven. Hij droeg een schoudermanteltje van bont over zijn witte toog, want het was vrij kil in de donkere zalen met hun ge. weldige gewelven in dit gedeelte van het paleis. Reeds toen de Sedia Gesta- toria, gedragen door twaalf palfreniers, in de Hertogszaal verscheen, begon men enthousiast te juichen. Enige ogenblik ken tevoren hadden onderwijzeressen overal witte zakdoekjes uitgereikt aan de kinderen, die zij begeleidden en het frenetieke wuiven van deze doekjes boven de hoofden maakte de indrux van een vlucht witte duiven. Terwijl de Paus voorbijgedragen werd, boog hij zich vaderlijk naar links en rechts om zijn zegen te geven. Zelfs heeft hij zoals hij reeds vaak heeft gedaan zijn witte kalot tegen de nieuwe geruild, die een vrouw boven haar hoofd zwaaide, terwijl hij voorbijging. Het was niet ge makkelijk om de zaal stil te krijgen, maar toen de H. Vader eenmaal gezeten was op zijn troon in de zaal der zege ningen, werd er met grote aandacht ge luisterd naar de woorden, waarmee hij nogmaals de aandacht vestigde op de onvervreemdbare rechten van het men selijk wezen, dat „tezelfdertijd ziel en li chaam, individuele persoonlijkheid en lid van de gemeenschap, burger der aarde en uitverkorene des hemels" is. Het was toen erg warm in de zaal, waar meer dan vijfduizend mensen dicht opeen gepakt stonden. De Paus legde dan ook zijn rode mantel af, die hij zich een Nadat eerder de Joegoslavische Na tionale Vergadering het verdrag met Griekenland en Turkije bekrachtigd had, heeft nu ook het Griekse parle ment dit Balkan-pact geratificeerd. Intussen maakt „Le Monde" melding van geruchten, volgens welke Roemenie, Hongarije en Bulgarije een communis tisch Balkanpact gesloten hebben, als tegenhanger van de overeenkomst tUo- sen Joegoslavië, Griekenland en Tur kije. Het pact zou te Boekarest getekend zijri. Men zou besloten hebben tot op stelling van een gemeenschappelijk stra tegisch plan, waaronder eenmaking van de legers der drie landen, tot benoe ming van maarschalk Koniev tot be velhebber van dit verenigde leger, tot bespoediging van de bewapening en tot aanvaarding van het Russisch als voer taal voor de staven. (Van onze Londense correspondent) ch, blijft ons dan niets bespaard aan Britse ellende? Is nu ook het koffertje vals? En derven voort aan zowel het koffertje als zijn draag ster alle schoonheid? Wij waren reeds begonnen wantrouwen te koesteren, doch met de koppigheid van de hard- leersen probeerden wij ook deze illusie zo lang mogelijk te bewaren. Want wat is het leven waard, als het hart het voorbeeld volgt van het hoofd en kaal raakt van alle illusies? Maar nu hebben wij in de krant gelezen dat ons angstig vermoeden juist, het koffertje vals en de draagster een bedriegster is. oog viel op een voorbijdrijvend koffer tje. Dan keek je als ervaren wandelaar onmiddellijk op en hijgde. Want dan ging de schoonheid voorbij. Wij kregen zelfs enige jaren lang de schoonheid, om zo te zeggen, aan huis bezorgd. Tegenover onze flat was een bushalte. En iedere dag om half vijf in de namiddag kwam naar deze bushalte een jongedame gewiegeld, voorzien van het koffertje en derhalve van sprook jesachtige schoonheid. Alle drie leden van ons gezin, bleken spoedig dezelfde schoonheidshonger te delen. En dik wijls is het gebeurd dat wij gezamenlijk en in gezinsverband staande op het balkon, in stilte hulde hebben ge bracht aan zoveel bekoorlijkheid. Zij kwam aangelopen als een peinzende hinde, heupje-op, heupje-neer. Als zij plaats nam tussen de lelijke Britten die in lange rijen de bushaltes plegen te sieren, was het alsof er plotseling een orchidee was ontbloeid tussen de suikerbieten, alsof er een sonnet was verschenen op de achterkant van een belastingbiljet, alsof uit een Londens riool de geur van Chanel omhoogsteeg, alsof een grauwe klaagza'ng plotseling werd onderbroken door een van Mo- zarts mooiste melodieën, alsof er on verwacht een vers roomtaartje was aangetroffen tussen de oudbakken bit terkoekjes. uit de frigidaire zijn gehaald en afge wreven, openen zij hun koffertjes en zoeken hun mooiste wenkbrauwen uit welke zij aanbrengen boven de twee glanzende marmeren knikkers waar mee zij door hun medemens heenkijken. Vervolgens penselen zij paarlemoeren kleuren op de oogleden, trekken hun langste wimpers aan, smeren zich een kunsthuid op met een veredelde vorm van flensjesbeslag, en bedauwen deze onderkunsthuid met een romig poeder huidje. Dan brengen zij twee magni fieke lippen aan op het gletscheriand- schap van hun gelaat, toveren een milde gloed op hun konen en bevesti gen hun lievelingsnagels op de toppen van hun aspergevingeren. En dit alles komt uit het koffertje, tegelijk de stutse en het embleem van hun schoon heid. „Those angel faces" „She walks in beauty" c^a/tuur in het Amsterdamse confectie-atelier. Op de voorgrond de twee Franse zusters, herkenbaar aan het kruis. et zij ons toegestaan in dit uur van droef herdenken te gewagen van het koffertje dat vreugde bracht in ons leven, langwerpig, heeft meestal ronde hoe ken, is gemaakt van licht varkensleer, heeft de vorm van de trommels waarin ouderwetse banketbakkers de janhagel, de moppen en de schuimpjes plachten te bewaren, en heeft evenals laatstge noemden een hengsel midden op het platte deksel Dit koffertje, dit diep betreurde koffertje, was meer dan alleen maar een koffertje. Het was een teken en een banier, een triomfkreet, een nimmer falende belofte. Want zij die deze koffertjes meedroegen langs de Londense straten waren de schoon ste jongedames van Groot-Brittannië, de mannequins werkzaam in de haute couture salons van Brooke Street en Grosvenor Street, de bevallige voor draagsters van wat om hun luister niet jurken, doch slechts creaties mag heten. De koffertjes meegedragen door deze wiegelzieke schoonheden, deze slanke wandélwilgen, deze deinende eigena ressen van hiephiephoeraheupen, waren als een uitroepteken aan het eind van een schone zin, een waarschuwing dat het ogenblik gekomen was waarop de schoonheid binnentrad in ons bestaan. Als je op een voorjaarsmiddag op straat liep, het hoofd neerslachtig ge bogen naar de grond omdat het brein zich bezig hield met de nare dingen die men zo juist in het Lagerhuis had horen ontvallen aan de dunne lippen van beroepspolitici, dan wilde het ge schieden dat plotseling het peinzend ij hebben haar, de onvergetelijk schone, die wij in de boezem van ons gezin plachten te be titelen als „Mooie Mina", ook wel eens van nabij gezien toen wij een keer door louter toeval tegelijk met haar op de bus stonden te wachten. Toen heb ben wij er ons van kunnen overtuigen dat de draagster van het koffertje eigenaresse was van een gelaatshuid zoveel ,die volgens Britten, (evenals Britse Het is politieagenten, rechters, soldaten, luie stoelen en dorperwten) de beste ter wereld is, een bijna doorschijnend melk-en-bloed huidje. Zij had eveneens de lichtelijk geopende mond welke, evenals de mooiste huid ter wereld, pleegt samen te gaan met een adenoïde vegetatie, dat wil zeggen over matige groei van de derde amandel welke men verzuimd heeft te doen pel len. De bovenwereldlijke schoonheid van „Mooie Mina" bleek dan ook, naar duidelijk op het gezicht stond te lezen, vergezeld te gaan van bovenaardse bêteheid. Men kon het haar onmiddel lijk aanzien dat slechts één woord van haar wondermooie lippen dezelfde uit werking zou hebben op haar bekoor lijkheid als het schallen van bazuinen had op de muren van Jericho. Mooie Mina was mannequin zoals onomstote lijk werd bewezen door het koffertje dat zij meedroeg. ,Bui not for love" en zal dus begrijpen dat wij, die met passie hangen aan cie schoonheid, menigmaal verheugd het trieste hoofd omhoog hebben ge richt uit nare politieke gepeinzen, tel kens als een koffertje kwam aangevaren en ons waarschuwde door uiterlijk en vorm dat de schoonheid in aantocht was. Dan wierpen wij discreet in het voorbijgaan een blik op de voorbij glijdende schone en waren dankbaar en hijgden en hoorden ons hart zingen. Én wij deden zulks des te gereder om dat wij wisten dat wij platonisch be wonderden. In het nette. Het hart, het hart liep nimmer gevaar, niet slechts omdat wij reeds lang gehuwd zijn, doch ook omdat slechts een geboren Brit het bestaan kan verliefd te worden op een wandelende ijswafel. Met amandelen. Wij werden wel eens, als het plotse ling zien van het ijdelheidskoffertje ens hart aan het venster riep, in onze verwachtingen bedrogen. Want behalve hele mannequins zijn er ook halve mannequins, bijvoorbeeld tandpasta- Want dat koffertje, dat diep betreur de koffertje, is wat de Engelsen noemen een „vanity case", ofwel een ijdelheids koffer. In dit koffertje bewaren, ach neen. bewaarden mannequins het groot ste deel van hun schoonheid. Zoals al gemeen bekend is in de wereld van de haute couture, worden Engelse manne quins 's nachts bewaard in de frigidaire opdat zij voor hun dagelijkse arbeid die graad van kilheid zullen bezitten welke het ideaal is van het Engelse vrouwendom. Zodra zij des morgens mannequins die een gebit hebben dat er zich bij uitstek toe leent om adver tenties voor tandpasta te versieren. Ook dezulken dragen beroepshalve de sier- koffertjes met zich mee. al hebben zij verder een gezicht als de onderkant van een veelgebruikte braadpan en het figuur van de Schreierstoren. En er zijn benenmannequins die kousenad vertenties helpen illustreren verder dikwijls even weinig charme vertonen als een baal Jute. ®r'"J haarmannequins die haarstijlert streren, ofschoon zij wellicht verder het uiterlijk bezitten van een antieke kussenkast. Doch tot voor kort garan deerde de aanwezigheid van het kotter- tje ook de aanwezigheid van tenminste iets schoons. En nu is het voorbij. Het was ons reeds opgevallen hoe dikwijls wij de laatste tijd bij het zien van het koffer tje opgekeken hadden om slechts een gezicht te zien gelijkend op een te zwaar afgestempelde postzegel, een figuur als van een rheumatisch nijl paard, een gang als van een stoomwals en een haardos als een vochtige angora- jumper. Doch tot heden probeerden wij ons te troosten met de gedachte dat wij wellicht te doen hadden met een tan- denmannequin en dat zij slechts de mond behoefde te openen in een be koorlijke glimlach om ons parelwitte kiezelstenen te doen zien op een ach tergrond van rood fluweel. Helaas, steeds vaker zagen wij de kof fertjes, en steeds zeldener straalde de schoonheid ons tegen. En nu hebben wij ons genoopt gezien de droom vaarwel te zeggen. Want wij hebben vernomen dat de verkoop van ijdelheidskoffertjes met sprongen omhoog blijft gaan. In hun wanhoop hebben onschone jonge Engelse vrouwen zich op het koffertje geworpen. Wij weten niet wat zij in deze koffertjes doen, wellicht een thermos fles en een sardinesandwich als zij naar het kantoor gaan, misschien een gro - voorraad zakdoeken als zij verkouden zijn, wellicht hun breiwerk voor on derweg m bus of trein. Maar, of schoon wij een me delijdende bewon dering hebben voor de moed van Engel se meisjes die, ge speend van alle uit wendige bekoorlijk heid, de ijdelheids koffertjes zwaaien als het banier van een leger dat reeds lang verslagen is. doch weigert zich over te geven, ver driet het ons meer dan woorden kun nen zeggen, dat, in dien wij in de toe komst in onze naar ste gepeinzen plot seling het embleem zien van een voor heen verzekerde schoonheid, wij on ze blik niet langer behoeven te verhef fen en er beter aan zullen doen voort te gaan met treuren over een grijs leven in een grijs land. ogenblik tevoren om de schouders had gelegd. De H. Vader verhief zich om zijn zegen te geven en terwijl hij daar stond, recht en met de armen wijd uit gespreid, viel de menigte op haar knie- en om een ogenblik later opnieuw in gejuich los te breken. Dit enthousiasme hield niet op voor de Paus door de Her togszaal verdwenen was. Deze eerste audiëntie betekende inderdaad het her vatten van zijn werkzaamheden voor de H. Vader, want in de volgende dagen vonden nog twee, niet minder belang rijke gebeurtenissen plaats. Allereerst was daar de officiële audiëntie tijdens welke de nieuwe ambassadeur van Chili, Alberto Cumming, zijn geloofsbrieven heeft overhandigd. Verder heeft de H. Vader van de loggia van de St. Pieter af zijn zegen gegeven aan de 150.000 tuin bouwers, die in Rome hun nationale congres houden. en van de meest eminente persoon lijkheden van het pauselijk hof, die zich weliswaar reeds sinds enige jaren tengevolge van een zware ziekte had teruggetrokken, is dezer dagen ge storven: Mgr. Arborio Mella di Sant'Elia. Hij werd door Pius X naar het hof ge roepen en tot. Kamerheer benoemd. Toen mgr. Caccia Dominioni in 1935 tot kardi. naai werd verheven, liet Pius XI hem deze prelaat ais Opperkamerheer opvol gen. Pius XII heeft hem na zijn verkie zing in 1939 in deze functie gehandhaafd. Zijn vader was destijds vleugeladjudant van Koning Umberto I van Italië en zijn broer oefende aan het hof van Victor Emmanuel III de functie van ceremonie meester uit, hetgeen overeenkwam met zijn eigen werkzaamheden in het Vati caan. Zo ontmoetten beide broers elkaar, toen de Paus en de Italiaanse vorst in 1940 elkaar een bezoek brachten. Achter zijn streng uiterlijk verborg mgr. Arbo rio Mella di Sant'Elia een gemoedelijke geest. Velen vreesden het flikkeren van zijn goudomrande brilleglazen, maar wie hem beter kende wist, dat achter deze gestrengheid een gevoelige ziel schuil ging. Toen hij in de sombere dagen van 1943 eens bij gelegenheid van een audi ëntie de komst van de H. Vader afwacht te, raakte hij in gesprek met de overste van een kloosterorde, die vergezeld was van een assistent. Rome had in die dagen juist een zwaar bombardement te doorstaan gehad, dat hoewel het een aantal spoorwegknooppunten had ver. woest en de val van het fascisme had helpen verhaasten talrijke slachtoffers had gemaakt en de basiliek van St. Lau- rentius buiten de muren, waar Pius IX ligt begraven, ernstig had beschadigd. De kloosterlingen spraken tegenover de prelaat de vrees uit. dat Rome nogmaals het slachtoffer zou kunnen worden van een dergelijke aanval. Deze probeerde hen gerust te stellen door hen te wijzen op het geheiligde karakter van Rome, dat de strijdende partijen wel zouden eerbiedigen. „Wij zijn zo bang... wanneer wij de sirenes horen loeien", zei de overste. „Wel, doe net als ik en denk aan iets anders", antwoordde de prelaat rustig. Heel zijn wezen lag besloten in de sereniteit, die hem zijn leven lang is bijgebleven, zelfs toen hij aan één zijde helemaal verlamd werd, waardoor hij zijn hoge functie moest neerleggen en zich nagenoeg niet meer kon bewegen. Dit verhinderde hem evenwel niet om zich te blijven wijden aan liefdadig werk en zelfs niet om bij tijd en wijle bij een grote kerkelijke plechtigheid te. verschij nen om aan te tonen, dat de ziekte wei zijn lichaam, maar met zijn geest ge broken had. De bij het Algemeen Belgisch Vak verbond aangesloten mijnwerkers uit het Luikse kolenbekken, hebben beslo ten met ingang van 30 Maart het werk neer te leggen. Zij eisen dat het besluit der regering, op grond waarvan een hervorming wordt uitgevoerd in de ver zekering tegen ziekte en invaliditeit, in zijn geheel wordt ongedaan gemaakt. Zoals bericht, zijn Zaterdag j.l. ook 6000 scheepsherstellers te Antwerpen uit protest tegen dit regeringsbesluit in staking gegaan. De hervorming van deze verzekering tegen ziekte en invaliditeit komt voornamelijk hierop neer dat de socialistische, katholieke en liberale verzekeringsorganiisaties voortaan ieder afzonderlijk verantwoordelijk zullen zijn voor het financiële beheer en met meer naar behoefte uit een gemeen schappelijke kas zullen kunnen putten. Het socialistische ziekenfonds zal bo vendien de credieten, die zij meer heeft opgenomen dan de andere verzekerings lichamen, over een periode van acht jaar moeten restitueren. Tevens worden in het besluit nieuwe normen vastgesteld voor de vergoedingen. De socialistische leiders hebben reeds herhaaldelijk m hun redevoeringen gedreigd met een algemene staking indien bedoeld besluit niet wordt ingetrokken. Volgens de laatste berichten zou, als resultaat van de besprekingen die de laatste dagen gevoerd zijn tussen de onderscheidene ziekenfondsen, de minister van Arbeid, Van den Daele, zich bereid hebben ver klaard enkele wijzigingen in het besluit aan te brengen. De voorzitter van de Italiaanse Senaat, Giuseppe Paratore, is gisteren afgetreden. Zijn aftreden vormt een protest tegen de communistische relle tjes, die Zaterdag JJL tijdens de zitting van de Senaat plaatsvonden. Paratore verklaarde gisteren tevens om gezond heidsredenen af te treden. Linkse senaatsleden hadden Zater dag bij Paratore's afwezigheid critiek geleverd op een christen-democrati sche vice-voorzitter. Volgens traditie vertegenwoordigt een vice-voorzitter, die de Senaat leidt, de voorzitter. Paratore beschouwde de critiek daar om als tegen hemzelf gericht. Intussen heeft de Italiaanse Christen- Democratische partij van premier De Gasperi een kleine winst geboekt in de gisteren gehouden plaatselijke verkie zingen in 38 kleine en verspreide gemeenten in Italië. In 24 van de 38 gemeentel, behaalden de Christen-De mocraten een kleine winst. De onafhan- kelijken wonnen in negen gemeenten en de communisten in drie. In twee ge meenten is de verkiezing ongeldig ver klaard.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 7