DE GROTE Van Komintern SAMENZWERING tot Malenkov Waarom soms zoutloos dieet? ONTHULLING EN ANALYSE YAN FRANZ BORKENAU 110.1 millioen in Rampenfonds Einde van lange kruisweg Rode Kruis staakt het sorteren van goederen Arbeid van drie maanden 71ste dodenlijst Vleugelziekte van andere partijen bedreigt P. v. d. A. Zout op zichzelf niet schadelijk; heeft sleutel functie in „waterhuishouding" van ons lichaam Voor slachtoffers watersnood ZATERDAG 2 MEI 1953 PAGINA 5 Russische psychologen naar Montreal Minister Suurhoff: ll Weer meer zeeschepen in Amsterdam binnengelopen sjUNP^AVlHNj; Hoir:b^'v Afiicr#?** Men kan waarschijnlijk tot in het oneindige discussiëren over de vraag, of gewezen communisten de betrouwbaarste voorlichters zyn over het com munisme als stelsel en de communistische partij als werktuig van dat stelsel. Vooral misschien, omdat de vraag in het algemeen niet zonder meer met een bevestiging of ontkenning te beantwoorden valt. Er schuilt met name een gebrek aan logica in het feit, dat nogal veel mensen geneigd zijn aan elke com munist iedere betrouwbaarheid te ontzeggen, maar tegelijkertijd de betrouwbaar- beid van elke ex-communist boven iedere twijfel verheven te achten. Alsof een communistisch verleden per se tot aanbeveling zou strekken, mits het maar is «gesloten. minder simplistische waarheid is, dat er onder de ex-communisten, die zich geroepen voelen als waarschuwers tegen het eens door hen aangehangen stelsel ®P te treden, verschillende gradaties van betrouwbaarheid en ook wel eens onbe- fouwbaarheid bestaan. En dat het succes van hun werk doorgaans geen maatstaf vormt voor de waarde van de inhoud daarvan. Het lijdt b.v. geen twijfel, dat de *es schrijvers, die in „The God that failed" hun ervaringen met het communime ebben geboekstaafd, tot een veel zuiverder en aangrijpender oordeel komen dan e auteur van de best-seller „Ik verkoos de vrijheid" en dat men een figuur als ouglas Hyde in Engeland heel wat hoger moet aanslaan dan een toch altjjd nog ™aar vrij duistere figuur als Louis Budenz in Amerika. Franz Borkenau, wiens veel onthul lende, analytische geschiedschrijving van het Europese Communisme zo Pas vrijwel tegelijkertijd in het Engels an in het Duits is verschenen, heeft in de jaren twintig deel uitgemaakt van de Duitse communistische partij, waarvan hij ook een functionaris is geweest. Vermoedelijk hebben zijn persoonlijke ervaringen met het communisme hem bewogen de communistische partij de rug toe te keren en zich te wijden aan een omvangrijke en diepgaande studie, waarvan „Der Europaïsche Kommunis- mus" de vrucht is, maar Franz Borkenau spreekt niet over die persoonlijke erva ringen, hij poseert niet als de interes sante man, die communist is geweest; hij heeft niet anders gepoogd dan een ge documenteerde historische studie te schrijven over de communistische par tij,' zoals die door het Kreml geleid Vmrdt, haar doeleinden en haar tactiek, ihdien men al kan zeggen, dat deze stu die blijk geeft van een zeker parti-pris, dan komt dat vooral omdat Borkenau de communistische partij voornamelijk, eh zelfs met een zekere opzettelijke een- 2lidigheid die bepaalde karaktertrekken ven het communisme buiten beschou wing laat, bezien heeft onder een enkel espect, t.w. dat van de grote internatio- hele samenzwering van de twintigste eeuw. Deze analyse van het communis- hie kan dan ook geen aanspraak maken °P volledigheid. Men zal er andere stu- d'es, die zich concentreren op andere as pecten van het communisme naast moe- ,en leggen om tot een min of meer vol ledig inzicht te geraken. Doch wanneer "Wn zich daarvan slechts bewust blijft la' men toch moeten erkennen, dat ^ranz Borkenau in zijn lijvig boek met dringende overtuigingskracht de aan dacht vestigt op een kant van het com- hhinisme, waarover in het algemeen Vaak genoeg gesproken wordt maar Waarover men zelden of nooit een wer- v -«uvci lllCli Z.CAVICAJ. Ui uuun ttii vv v-i feujk gedocumenteerd betoog te lezen «rijgt. Deze analyse is des te meer lezens waard omdat zij verschijnt op een mo ment, waarop men zich eens te meer °lJha koortsachtig verdiept in de vraag, welke betekenis moet worden gehecht ®ah de politieke evolutie, die zich inde ?°vjet-Unie schijnt af te tekenen. Het Wel zeker, dat men op die vraag ®®en goed antwoord zal vinden, zolang fden in het Westen niet in staat is zich verplaatsen in de Russisch-comrqu- 'stische gedachtengang en zolang men aanneemt, dat de Russische commu- oistische leiders, ook al gaan zij van een alJder standpunt uit en beogen zij eer. "ncler doel dan hun democratische te- IjdPspeiers, er toch dezelfde denkge- oonten op nahouden als dezen. De moeilijkheid is echter juist, dat zij dat iet doen, dat zij anders denken, anders ,eageren en dat zij iets anders beogen, atl zij zelf voorgeven. Er schuilt in de historische ontwik keling van het utopisch-communisme Van de negentiende eeuw, dat honger- naar gerechtigheid en waarvoor de ÏJet „probleem van de kindertranen' f*°| een reële menselijke betekenis "ad, anar de ijzerharde tyrannie van ®et Leninisme-Stalinisme, straks mis schien het Malenkovisme, een tragisch «ement, de tragiek van de corruptie voor machtsbezit en machtsmisbruik, waardoor de zin van een revolutie verraden werd. n ®aarover spreekt Borkenau niet of En- Cijks. Zijn geschiedenis van het en e communisme begint met 1911 zj j®be' de Komintern. Zijn boek beperkt a het communisme als practijk. Veei voor valt in dit geval toch wel strim 'e zeSgen. Want evenals het een een s 's geweest of anderhalve de a geleden de Franse revolutielegers de i agers en verspreiders waren van o leer van „Vrijheid, gelijkheid en broe- hai ap" of dat deze toen revolution- *öanf leuze alleen maar diende tot dek- Onfl 1 van een nieuw imperialisme, dat te vF ^aP°leon in zijn ware gedaante voorschijn kwam, zo kan men thans 8le dat de communistische ideolo- tiiei dekmantel fungeert voor een Van Russisch imperialisme, dat droomt ^"Wereldverovering door list en ge- tiie en dat de communistische par- au ln de verschillende landen gebruikt venzovele vijfde kolonnes. 'S de these van Franz Borkenau. hiim; ge'lele machtssfeer van het com- ftient-fïne'l' zegt „is bet een funda- eiond t ut de politiek op de voor iets v Plaatsen en de organisatie als Van rf" lagare orde als het werktuig Qe Politiek te beschouwen. Het is Stalin, de witte figuur in het mid den, heeft op 20 Juni 1948 zijn me dewerker Jjdanov gedwongen de resolutie te ondertekenen, waardoor Tito uit de Cominform werd gesto ten. Met de oprichting van de Co minform, die haar zetel kreeg in Belgrado, had Zjdanov het zwaarte punt van het agressieve commu nisme in de nieuwe communisti sche landen willen leggen. ZJDANOV, de oprichter van de Cominform. de binnenste kern van het Stalinisme- Leninisme, dat de rol van deze beide fac toren het omgekeerde moet zijn van wat zij in de democratie is. In de communisti sche beweging moet men steeds de or ganisatie op de eerste plaats stellen. De politiek is het gevolg van de organisatie en wordt door deze bepaald." Van deze stelling uitgaande komt Borkenau tot een alleszins merkwaardi ge en door hem goed geadstrueerde in terpretatie van het conflict tussen Tito en Stalin. Hij verklaart dit conflict niet uit het verzet van het Yougoslavisch- nationalisme tegen de Russische dwang, hoewel dit later een bijkomende factor zou zijn geworden, doch uit een veel dieper gaand conflict in de hoogste communistische gelederen. Tito behoor- lle destijds n.l. tot de nieuwe generatie van communistische leiders die in het Kreml vertegenwoordigd werd door Zjdanov en die tegen de sluwe voorzichtigheid van Stalin in met één slag de in Oost-Europa bestaande staats orde wilde liquideren en tegelijkertijd de beslissende slag tegen West-Europa voorbereiden, die naar haar mening niet lang meer kon uitblijven. Met dat doel werd door Zjdanov de Cominform op gericht, die haar zetel kreeg in Bel grado, zulks met de bedoeling het zwaartepunt van het agressieve commu nisme te verleggen van de Sovjet Unie naar die landen, waar het communisme zijn revolutionnaire dynamiek nog niet had ingeboet. Het betrof hier een nog niet openlijke rebellie tegen Stalin, die tijdelijk in het „Politburo" in de min derheid was. Stalin wachtte zijn tijd af en die kwam spoedig genoeg, want de offensieve politiek, waartoe de commu nistische partijen in West-Europa het sein kregen, leidde overal, vooral in Frankrijk. Italië en Griekenland en Duitsland (de blokkade van Berlijn!) tot een mislukking en zelfs de staatsgreep in Praag bracht de communisten meer na- dan voordeel omdat hij leidde tot de herbewapening van de democrati sche landen. Die tegenslagen gaven Sta lin de gelegenheid het initiatief in eigen kamp te hernemen. Zjdanov werd ge dwongen de resolutie van 20 Juni 1948. waardoor Tito uit de Cominform werd gestoten, mede te ondertekenen. Daar mee ondertekende hij het procesverbaal van de mislukking van zijn eigen poli tiek, wellicht ook zijn eigen doodvon nis. Goed twee maanden later was hij dood en werd de Russische communis tische partij gezuiverd van zijn voor naamste aanhangers. Zo bezien is het bijna tragi-komisch. dat men in het Westen, op grond van de natuurlijk niet met de waarheid overeenstemmende officiële beschul digingen van Moskou, geloofd heeft dat de in werkelijkheid wegens voor tijdige agressiviteit tegen het Westen door Stalin's banvloek getroffen Tito eigenlijk een vreedzamer soort com munist was dan Stalin. Tito's recente bezoek aan Londen komt daardoor ook in een heel vreemd licht te staan, ook wanneer men in aanmerking neemt dat het Britse oorlogskabinet onder de conservatief Churchill tij dens de oorlog de niet-communisti- sche Yougoslavische patriottenleider Michailovic heeft opgeofferd aan iemand, die toen reeds droomde van de communistische verovering van West-Europa te vuur en te zwaard. Doch, zoals Borkenau elders opmerkt, waar hij spreekt over de Griekse bur geroorlog, de politiek van de beide Angelsaksische mogendheden op de Balkan werd aan het einde van de oorlog van Britse zijde bepaald door de verouderde logica van het Britse imperialisme van de negentiende eeuw en van Amerikaanse zijde door de toevallige mening van enkelingen en door een grenzenloos geloof aan slag woorden, die niet altijd, maar toch wel meestal door de communisten werden verbreid. Heeft men in beide landen van deze les geleerd? vraagt Borkenau zich niet ten onrechte af. Een van de belangwekkendste hoofd stukken van het boek behandelt uit voerig de „crisis der bestrijding". Wat Borkenau daar in mededeelt over de tactiek, waarmede de communisten, die tot de zomer van 1941 partij hadden gekozen tegen de democratische landen, die zij beschuldigden van een imperialis tische oorlogvoering, vooral in Frank rijk de sleutelstellingen van de verzets beweging wisten te bezetten en waar mee zij door intimidatie, geweld, ter reur en moord poogden zich van de macht meester te maken is veel meer. dan daarover destijds algemeen bekend is geworden. Frankrijk, in Augustus 1939 door het Stalin-Ribbentropverdrag, verraden door het communisme, was in 1944 door Stalin aangewezen voor het ontketenen van een burgeroorlog. Des tijds meende Stalin nog, dat de bevrij ding van West Europa automatisch en vrijwel op hetzelfde moment zou leiden tot de gewelddadige triomf van de communistische samenzwering in heel Europa. Het was een grote misrekening. In feite triomfeerde het communisme slechts daar, waar het direct steunen kon op de Russische bajonetten en de terreur van de Russische geheime po litie. En zelfs in Oost-Europa ging het proces geleidelijk in zijn werk, hoofd zakelijk omdat Stalin, door de ervaring geleerd, het Westen niet wilde op schrikken uit zijn illusies omtrent de communistische bedoelingen. Zo bezien heeft Zjdanov door zijn agressiviteit en zijn ongeduld het communisme een slechte dienst bewezen. Hij onthulde ontijdig het bestaan van een samenzwe ring, die eerst na veel langere tijd had mogen blijken. Franz Borkenau komt aan het eind van zijn boek tot een tweevoudige conclu sie. De eerste is, dat een formeel verbod van de communistische partij het tegen deel van een oplossing van het pro bleem is, omdat zulk een verbod de leidende communistische elite dwingen zou volledig in het geheim te doen wat zij nu reeds voor een groot deel bij voorkeur in het verborgene doet. Het probleem ligt niet in het geringe gevaar van een openlijke verkondiging der communistische doeleinden. Het bestaat in de reeds sedert 1921 van bovenaf ge laste combinatie van legale en illegale methoden. Het gevaar schuilt hierin, dat de communist thans niet over de massa-terechtstellingen spreekt, die hij organiseert zodra hij de overwinning heeft behaald; dat hij schijnbaar vol komen onschadelijke eisen stellen zal, terwijl een geheime leiding de vruch ten van zijn arbeid samenvoegt met an dere activiteiten tot een plan voor machtsverovering, dat dan tot de groot ste massaslachting aller tijden voeren moet. De taak van de democraten is niet de openlijke communistische propa ganda uit te schakelen, doch de com munisten te noodzaken zich uitsluitend daarvan, met uitschakeling van alle andere methoden, te bedienen. Zou dat werkelijk gelukken, dan zou het met het communisme gedaan zijn. Borkenau's tweede conclusie van actuele betekenis nu Stalin is opge volgd door Zjdanov's tegenstander Ma lenkov luidt, dat het Politburo thans rekent op een periode van vele jaren ter voorbereiding van de beslissende botsing tussen de wereldmachten. Vele Amerikaanse, Britse en continentale staatsbudgetten, vele regeringen zullen komen en gaan voordat de beslissende crisis intreedt. Het enige werkelijke pro bleem bestaat daarom in de vraag, niet hoe de situatie over 18 maanden zal zijn, maar hoe zij er over vijf, tien, misschien zelfs wel twintig jaar zal uitzien. Daar gaat het om, en het is duidelijk, dat daarin een veel groter gevaar schuilt dan in een plotselinge, voortijdige, slecht voorbereide directe aanval op de kerngebieden van de Westelijke macht. Klaarblijkelijk gaat het Politburo er van uit, dat het Sovjetblok tijdens deze phase, waarvan de duur moeilijk door Moskou te bepalen is, er in slagen zal, enerzijds de Westelijke wereldpo litiek te ondermijnen en anderzijds de achterstand te verminderen, die het productiepotentieel van de communis tische wereld heeft ten opzichte van dat der democratische landen. Dat en slechts dat, meent Borkenau, is het ge vaar, waartegen de wereldstrategie van het Westen verweermiddelen moet vin den. Wanneer de Russische leiders in de tussentijd de ene oorlogspaniek na de ander zaaien, doen zij dat afgezien van de onmetelijke waarde van die tac tiek voor de geleidelijke uitholling van de Westerse wil tot zelfverdediging juist om de aandacht van de werkelijke, op lange termijn berekende, bedreiging af te leiden. Borkenau's visie is, hoezeer steunend op feiten, uiteraard tot op zekere hoogte een hypothese, die men juist omdat zij niet alle factoren omvat niet on voorwaardelijk en in haar geheel be hoeft over te nemen. Niettemin werpt zij een scherp licht op een zeer voor naam aspect over de communistische politiek. Als de z.g. nieuwe politiek van Malenkov niet binnen afzienbare tijd tot een wezenlijke verandering leidt van het Russische optreden in de wereld, zal men daaruit niet anders kunnen afleiden, dan dat Borkenau door een scherpzinnige ontleding is doorgedrongen tot de harde, gevaar lijke kern van het Europese communis me. C. DE GROOT Franz Borkenau: „Der Europaïsche Kommunismus", seine Geschichte von 1917 bis zur Gegenwart, Francke-Ver- lag, Bern 1953. Engelse uitgave: Euro pean communism". Uitg. Faber, Londen 1953. In Moskou is vandaag bekend ge maakt, dat delegaties van de Russische academie van wetenschappen a.s. zomer het negentiende internationale psycho logische congres in Montreal zullen bij wonen. Het dertiende internationale congres betreffende de theoretische en toegepas te chemie in Stockholm zal eveneens door Russische geleerden worden bijge woond. Staande op een vrachtwagen met op legger heeft de minister van Sociale Zaken, J. G. Suurhoff, Vrijdagavond op een bijeenkomst ter viering van de Eerste Mei ruim 10.000 belangstellen den toegesproken, die waren samenge stroomd op het Frederik Hendrikplant soen te Amsterdam. Hij hekelde in zijn rede de K.V.P., de Chr. Historische Unie, de Anti-Revolutionnairen en de C.P.N. voor wat hij noemde de „vleu gelziekte", een ziekte, waarbij de ene vleugel vooruit en de andere achteruit wil vliegen en de vogel zelf derhalve niet kan vliegen. ,,De voortzetting van de zegenrijke politiek, die onze minister president Drees de laatste jaren heeft doorgevoerd", aldus minister Suurhoff, „wordt door deze vleugelziekte be dreigd". Men wil zoveel mogelijk woningen, maar als de huur omhoog gaat, dan wil men niet, dat een deel van die hogere huren gebruikt wordt om daarvan nieu we woningen te bouwen. Men wil de belastingen drastisch verlagen, maar tegelijkertijd beweert men een voorstan der te zijn van sociale voorzieningen. Dat klopt niet met elkaar. Men zegt, dat men werkgelegenheid in den lande wil scheppen door de export te vergroten, maar men wil tegelijkertijd de geleide loonpolitiek omhoog brengen. Men wil de middenstand aan een redelijk bestaan helpen, doch niet deze middenstand saneren en ordenen". Tot Vrijdagmiddag is in het Nationaal Rampenfonds in totaal f 110.1 millioen bijeengebracht. Woensdag was de stand f 110 millioen. Het actiecomité Watersnood 1953 te Waalwijk heeft aan het Rampenfonds f 64.316,91 overgemaakt. Dit bedrag is bijeengekomen door huis aan huis collec ten, de verkoop van oliebollen en vrij willig overwerk, met de toeslagen, die daarvoor door de directies werden gege ven. f ergisteravond arri- hi veerde aan het Amsterdamse Cen traal Station de heer R. Ferenc, die in September 1945 uit Polen is gevlucht en nu in ons land zijn le ven als vrij mens zal mo gen voortzetten. Eer het echter zover was, dat hij alle nodige papieren voor zijn vestiging hier te lande in zijn zak had, heeft deze politieke vluchteling een lange kruisweg moeten gaan. En zijn geval is het enige niet. Toen Ferenc de vrijheid verkoos, kreeg hij in Duitsland werk bij de U.N.R.R.A. en in de D.P.- kampen, waar men een doctor in de economie wel kon gebruiken. Per brief maakte toen de 31-jarige Pool kennis met een jonge Nederlandse vrouw en toen hij later gedurende korte tijd een bezoek bracht aan ons land trouw de hij haar. Hij vroeg een ver blijfsvergunning aan om hier een nieuw bestaan te kunnen opbouwen. Maar dat ging natuurlijk niet. omdat hij geen werkvergunning had. Dus vroeg hij een werk vergunning aan, maar die werd hem uiteraard geweigerd. Hij had im mers geen verblijfsver gunning Allerlei brieven aan al lerlei autoriteiten konden in deze logica geen ver andering brengen. Zelfs een brief aan Prins Bern- hard mocht niet baten. Op 6 Februari van dit jaar werd de heer Ferenc door twee rechercheurs over de grens gezet. Zijn vrouw en schoonmoeder volgden hem naar Duitsland. Zijn vrienden, onder wie enige advocaten, zagen geen uitkomst meer, maar mevrouw Ferenc hield vol. Zij schreef en bleef schrij ven. Eindelijk bleek de Ne derlandse regering wellicht onder invloed van de parlementaire kritiek en het onderhoud van minister Donker met Mr. Van Heuven Goedhart, de V.N.-commissaris voor het Vluchtelingenwezen in te zien, dat ons land hard op weg was zijn reputatie als gastvrij ballingsoord te verliezen. Op Koninginne dag arriveerde s avonds om 10.45 u. met de Scan dinavian Express een zielsgelukkige Ferenc met zijn vrouw en zijn schoon moeder aan het Amster damse Centraal Station. In zijn zak had hij zowel do verblijfs- als de werkver gunning.' De heer F.erenc kan aan de slag. Neder land heeft een oude tradi tie in ere hersteld. Het is te hopen, dat er ook wat gedaan kan wor den voor de vele andere vluchtelingen, die hun vrijheid te lief hadden om onder een totalitair re giem te leven. Er worden grote aantallen genoemd van hen. die maandelijks zonder geldige papieren hoe kan het anders ons land binnenkomen. Mis schien is het de Rijks vreemdelingendienst mo gelijk om bij de behande ling van deze mensen-in- nood. behalve met onze op dit punt wellicht ver ouderde en zeker onvol ledige wetten, rekening te houden met de briefwis seling tussen H. M. de Ko ningin en President Eisen hower over het vluchte lingenvraagstuk. Gisteren, op de lste Mei, is de Alkmaar- se kaasmarkt, een folkloristisch evene ment van internationale allure, weer met haar zomerdienst begonnen. Het feestelijk gebeuren trok een uitgebreide belangstelling. (Van onze medische medewerker) Het lijkt wel of het voorschrijven van een zoutloos dieet het ergste is wat men een patiënt kan aandoen. Misschien dat een beter begrip van de zin van deze therapeu tische maatregel er toe kan bijdragen, dat de betrokkenen zich beter aan hun dieet zullen houden en zich makkelijker in hun lot zullen schik ken. Hetzelfde zout, dat in de rampge bieden onze polders verzild heeft en dat we in Boekelo op een geraffineer de manier aan de bodem ontfutselen, is voor de waterhuishouding van ons lichaam, dat maar liefst voor 65 pet. uit water bestaat, onmisbaar. Zonder zout zouden wij al dat water niet kunnen vasthouden en zonder water is voor ons het leven onmogelijk. Arbeiders in hoogovenbedrijven en stokers, die hevig transpireren bij hun heet bedrijf en daardoor veel zout verliezen, vullen dit dan ook prompt aan door het drinken van pekelwater. Onder waterhuishouding verstaat men het mechanisme, dat het bloed- volume koste wat het koste zo lang mogelijk constant houdt op 5 liter. Daar zorgen de nieren voor, die met behulp van de zoutconcentratie ln het bloed de verhouding tussen de hoe veelheid water in het bloed en in de weefsels beïnvloeden kunnen. Het water in het lichaam zou zich vrijelijk uit het bloed naar het weef- selvocht en omgekeerd kunnen be wegen, ware het niet, dat het bloed eiwitten bevat, die de bloedvaatwand niet vrij kunnen passeren en die een gedeelte van het water binnen het bloedvaatstelsel gevangen houden, op de manier waarop gelatine (ook een eiwit) in een gelatinepudding het water vasthoudt. Bij bepaalde nierziekten nu laat de nier eiwit passeren, er komt eiwit in de urine. Dit betekent, dat het bloed minder eiwit beschikbaar heeft, om water te binden, met andere woor den, dat het bloedvolume dus kleiner wordt, want het nu niet meer gebon den water wordt door de bloeddruk naar de weefsels geperst, waar het zwelling veroorzaakt, b.v. van de benen of van de oogleden, die wij bestempelen met de naam oedeem. De nieren kunnen onder geen voorwaarde deze daling van het bloedvolume tolereren en trachten het oorspronke lijk volume te herstellen door de zoutconcentratie van het bloed op te voeren. Immers een hogere zoutcon centratie beantwoordt aan de moge lijkheid om een grotere hoeveelheid vocht vast te houden. Geeft men in dit geval zoutloos dieet, dan kan de nier dit zout niet uit het voedsel betrekken en zal het dus ergens anders vandaan moeten komen en wel uit de weefsels, waar dan het hinderlijke oedeem automa tisch uit verdwijnt omdat daar dan geen zout genoeg meer is om al dat water vast te houden. Dit is een van de redenen, waarom men soms zout loos dieet voorschrijft. Er komen ook oedemen voor bij mensen met een zwak hart. Ook deze patiënten zijn met een zoutloos dieet van hun benauwdheden en hun dikke voeten en enkels af te helpen. In dit geval zijn de oedemen niet ontstaan door een gebrek aan eiwit in het bloed, maar door stuwing ten gevolge van circulatiestoornissen, waar ik niet nader op in zal gaan omdat ze buiten het bestek van een populair artikeltje vallen. In elk geval dwingt men de nieren ook hier het zout uit de weef sels in circulatie te brengen, waar door het oedeem verdwijnt. Ook bij te hoge bloeddruk bewijst het zout loos dieet ons goede diensten, die ten slotte ook alle terug te voeren zijn op een algemene uitdroging en turgor- voorkomen-dan-te-genezen"-mentali- teit, zo maar op eigen houtje hun zoutgebruik gaan beperken. Afgezien van het feit, dat het nooit verstandig is, zo maar zelf wat te therapeuteren, is het hier ook nog apert onjuist. Normaal zoutgebruik is voor de nieren zelf absoluut onschadelijk, het zij deze ziek of gezond zijn! Het ver mogen van de nieren om zout uit te verlies, waardoor de bloeddruk van zelf ook lager moet worden. Men spreekt nu van zoutarm en zoutloos dieet. Het is mijn overtuiging, dat zoutarm diëet vrijwel waardeloos is, omdat het gebruik van weinig zout een rek baar begrip is. Voor de een is dit weinig, voor de ander dat, hetgeen er dus vaak op neer zal komen, dat de patiënt een te verwaarlozen hoeveel heid zout minder gebruikt. Tenslotte nog het volgende. Som mige mensen moeten een zoutloos dieet gebruiken, anderen een zout arm. Het is dus begrijpelijk, dat de mening heeft kunnen postvatten, dat zout een schadelijke stof zou zijn. Zo gebeurt het, dat vooral mensen, in wier omgeving enkele hart- of nier patiënten op zoutloos dieet zijn komen te staan, uit een „het-is-beter-te- scheiden is zeer groot, hoewel afhanke lijk van de daarvoor beschikbare hoeveelheid water. De kwestie ligt dus anders. Het is schadelijk weinig te drinken als men veel zout wil ge bruiken, respectievelijk moet uitschei den. Bij normale voeding hebben wij per etmaal een zoutoverschot van 8 tot 15 gram. Gezonde nieren kunnen gemakkelijk in een liter urine 17 gram uitscheiden. Er dreigt dus nog lang geen gevaar, dat het zoutgehalte van het bloed zal gaan stijgen. Resumerend: Zoutloos dieet geven wij dus zeker niet omdat zout een schadelijke stof is, waarvoor we de nieren willen sparen, maar om een hoge bloeddruk te doen dalen, een ziek hart minder werk te bezorgen of om oedemen van welke aard dan ook tegen te gaan, die ons anders een hoop rarigheid zouden bezorgen. van S. Het „Nederlandsche Roode Kruis" is opgehouden met het sorter -n van de goederen die voor de slachtoffers van de watersnood werden ingezameld. Ge durende drie maanden is deze arbeid verricht, eerst in bijna alle steden en dorpen van ons land, daarna in ver schillende Rode Kruis-depots, tot ten slotte het sorteren geconcentreerd kon worden in een groot pand te Amster dam. Ondertussen zijn voortdurend goede ren afgevoerd, zowel naar de provin ciale opbouv/organen ten behoeve van de slachtoffers van de watersnood, als naar de sociale en charitatieve instel lingen. Nu zijn er nog een kleine vijf honderdduizend kledingstukken, die verdeeld zullen worden over de provin ciale opbouworganen. Onlangs heeft het hoofdbestuur van het „Nederlandsche Roode Kruis" een vergadering gehouden met de directeuren van de opbouw organen uit de getroffen provincies. Daarbij is met algemene instem ming tot de volgende verhoudingen besloten: Zeeland krijgt 50 procent, Zuid-Holland 30 procent, Noord- Brabant 10 procent en Noord-Hol land 10 procent. Op deze vergadering, die gepresi deerd werd door de directeur van het Nederlandsche Roode Kruis, de heer A. van Emden, kwam het tekort aan werkkleding ter sprake. Reeds enige tijd werd getracht in dit tekort te voor zien door het verstrekken van jassen en broeken van de tweede keus aan de- arbeidende bevolking van de getroffen gebieden. Deze tweede keus goederen werden eind Februari in principe be stemd voor de charitatieve en sociale Gedurende de eerste vier maanden van dit jaar zijn in de Amsterdamse haven 1586 zeeschepen aangekomen. Dat is 180 meer dan in dezelfde pe riode van 1952. De aartsbisschop-coadjutor van Utrecht, Z. H. Exc. mgr. dr. B. J. Al- frink, zal in de komende week geen audiëntie verlenen. instellingen hier te lande. Toen leken de voorraden zó groot en in verhouding was de afname toen nog gering. Maar nu blijkt dat men werkkleding te kort komt, zullen uit de tweede keus voor Zeeland nog 10.000 en voor Zuid-Hol land 3.000 stuks worden gereserveerd. Per slot van rekening zijn de goederen gegeven voor de slachtoffers van de watersnood. Voor de charitatieve en sociale in stellingen is echter reeds een partij van 60.000 m3 kleding beschikbaar gesteld; waarschijnlijk zal bij de definitieve af wikkeling van de kleding-voorziening omstreeks 15 Mei a.s. nog een be langrijke partij ter beschikking komen van verschillende sociale en charitatie ve verenigingen, die daartoe tijdig de wens hebben te kennen gegeven. Van het Informatiebureau van het Nederlandsche Roode Kruis is de 71e lijst ontvangen van geborgen en ge- identificeerde slachtoffers „watersnood", uitgegeven l-5-'53. DREISCHOR: Moermond, Gerrit Ba rend, geb. 23.2.194, laatste adres Lange- weg P. 7. KRUININGEN: Boone, Hubregtje Ca- tharina, geb. 3.9.1944, laatste adres Pol derweg 10; Dek, Cornelis Marinus, geb. 23.9.1907, laatste adres Polderweg 8. NIEUWERKERK: Aalbregtse, Jaco- ba, geb. 7.9.1950, laatste adres Kempens- weg 383. NIEUWE TONGE: Van Balen—Bak ker, Lena, geb. 29.1.1874, laatste adres Zuiddijk 74; BreurKoppenaal, Neeltje, geb. 14.6.1902, laatste adres Zuiddijk 80; Hoogstraate, Jannetje, geb. 15.8.1949, laatste adres Gen. Snijdersstraat 17; Slinger, Johannes Jan. geb. 10.2.1923, laatste adres Battenoordsedijk 4; Slin ger Marias, geb. 31.5.1901, laatste adres Battenoordsedijk 4; TanisMeijer, Pie- tertje, geb. 27.5.1908, laatste adres Bat tenoordsedijk 5. OOSTERLAND: Koster, Frans, geb. 30.8.1951, laatste adres Hoge Zandweg A. 383. OUDE TONGE: De Boet, Johanna Maria, geb. 2.9.1950, laatste adres B. 100; De Boet. Johannes Jozef, geb. 7.2.1942, laatste adres B. 100; Jochems. Goverdi- na Johanna, geb. 29.7.1947, laatste adres Jozefsdreef 5.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 5