DE GROTE
Van Komintern
SAMENZWERING
tot Malenkov
Waarom soms zoutloos dieet?
ONTHULLING EN ANALYSE YAN
FRANZ BORKENAU
110.1 millioen in
Rampenfonds
Einde van lange kruisweg
Rode Kruis staakt het sorteren
van goederen
Arbeid van drie
maanden
71ste dodenlijst
Vleugelziekte van
andere partijen bedreigt
P. v. d. A.
Zout op zichzelf niet schadelijk; heeft sleutel
functie in „waterhuishouding" van ons lichaam
Voor slachtoffers watersnood
ZATERDAG 2 MEI 1953
PAGINA 5
Russische psychologen naar
Montreal
Minister Suurhoff:
ll
Weer meer zeeschepen in
Amsterdam binnengelopen
sjUNP^AVlHNj;
Hoir:b^'v
Afiicr#?**
Men kan waarschijnlijk tot in het oneindige discussiëren over de vraag, of
gewezen communisten de betrouwbaarste voorlichters zyn over het com
munisme als stelsel en de communistische partij als werktuig van dat
stelsel. Vooral misschien, omdat de vraag in het algemeen niet zonder meer met
een bevestiging of ontkenning te beantwoorden valt. Er schuilt met name een
gebrek aan logica in het feit, dat nogal veel mensen geneigd zijn aan elke com
munist iedere betrouwbaarheid te ontzeggen, maar tegelijkertijd de betrouwbaar-
beid van elke ex-communist boven iedere twijfel verheven te achten. Alsof een
communistisch verleden per se tot aanbeveling zou strekken, mits het maar is
«gesloten.
minder simplistische waarheid is, dat er onder de ex-communisten, die zich
geroepen voelen als waarschuwers tegen het eens door hen aangehangen stelsel
®P te treden, verschillende gradaties van betrouwbaarheid en ook wel eens onbe-
fouwbaarheid bestaan. En dat het succes van hun werk doorgaans geen maatstaf
vormt voor de waarde van de inhoud daarvan. Het lijdt b.v. geen twijfel, dat de
*es schrijvers, die in „The God that failed" hun ervaringen met het communime
ebben geboekstaafd, tot een veel zuiverder en aangrijpender oordeel komen dan
e auteur van de best-seller „Ik verkoos de vrijheid" en dat men een figuur als
ouglas Hyde in Engeland heel wat hoger moet aanslaan dan een toch altjjd nog
™aar vrij duistere figuur als Louis Budenz in Amerika.
Franz Borkenau, wiens veel onthul
lende, analytische geschiedschrijving
van het Europese Communisme zo
Pas vrijwel tegelijkertijd in het Engels
an in het Duits is verschenen, heeft in
de jaren twintig deel uitgemaakt van de
Duitse communistische partij, waarvan
hij ook een functionaris is geweest.
Vermoedelijk hebben zijn persoonlijke
ervaringen met het communisme hem
bewogen de communistische partij de
rug toe te keren en zich te wijden aan
een omvangrijke en diepgaande studie,
waarvan „Der Europaïsche Kommunis-
mus" de vrucht is, maar Franz Borkenau
spreekt niet over die persoonlijke erva
ringen, hij poseert niet als de interes
sante man, die communist is geweest;
hij heeft niet anders gepoogd dan een ge
documenteerde historische studie te
schrijven over de communistische par
tij,' zoals die door het Kreml geleid
Vmrdt, haar doeleinden en haar tactiek,
ihdien men al kan zeggen, dat deze stu
die blijk geeft van een zeker parti-pris,
dan komt dat vooral omdat Borkenau
de communistische partij voornamelijk,
eh zelfs met een zekere opzettelijke een-
2lidigheid die bepaalde karaktertrekken
ven het communisme buiten beschou
wing laat, bezien heeft onder een enkel
espect, t.w. dat van de grote internatio-
hele samenzwering van de twintigste
eeuw. Deze analyse van het communis-
hie kan dan ook geen aanspraak maken
°P volledigheid. Men zal er andere stu-
d'es, die zich concentreren op andere as
pecten van het communisme naast moe-
,en leggen om tot een min of meer vol
ledig inzicht te geraken. Doch wanneer
"Wn zich daarvan slechts bewust blijft
la' men toch moeten erkennen, dat
^ranz Borkenau in zijn lijvig boek met
dringende overtuigingskracht de aan
dacht vestigt op een kant van het com-
hhinisme, waarover in het algemeen
Vaak genoeg gesproken wordt maar
Waarover men zelden of nooit een wer-
v -«uvci lllCli Z.CAVICAJ. Ui uuun ttii vv v-i
feujk gedocumenteerd betoog te lezen
«rijgt.
Deze analyse is des te meer lezens
waard omdat zij verschijnt op een mo
ment, waarop men zich eens te meer
°lJha koortsachtig verdiept in de vraag,
welke betekenis moet worden gehecht
®ah de politieke evolutie, die zich inde
?°vjet-Unie schijnt af te tekenen. Het
Wel zeker, dat men op die vraag
®®en goed antwoord zal vinden, zolang
fden in het Westen niet in staat is zich
verplaatsen in de Russisch-comrqu-
'stische gedachtengang en zolang men
aanneemt, dat de Russische commu-
oistische leiders, ook al gaan zij van een
alJder standpunt uit en beogen zij eer.
"ncler doel dan hun democratische te-
IjdPspeiers, er toch dezelfde denkge-
oonten op nahouden als dezen. De
moeilijkheid is echter juist, dat zij dat
iet doen, dat zij anders denken, anders
,eageren en dat zij iets anders beogen,
atl zij zelf voorgeven.
Er schuilt in de historische ontwik
keling van het utopisch-communisme
Van de negentiende eeuw, dat honger-
naar gerechtigheid en waarvoor
de
ÏJet „probleem van de kindertranen'
f*°| een reële menselijke betekenis
"ad, anar de ijzerharde tyrannie van
®et Leninisme-Stalinisme, straks mis
schien het Malenkovisme, een tragisch
«ement, de tragiek van de corruptie
voor machtsbezit en machtsmisbruik,
waardoor de zin van een revolutie
verraden werd.
n ®aarover spreekt Borkenau niet of
En- Cijks. Zijn geschiedenis van het
en e communisme begint met 1911
zj j®be' de Komintern. Zijn boek beperkt
a het communisme als practijk.
Veei voor valt in dit geval toch wel
strim 'e zeSgen. Want evenals het een
een s 's geweest of anderhalve
de a geleden de Franse revolutielegers
de i agers en verspreiders waren van
o leer van „Vrijheid, gelijkheid en broe-
hai ap" of dat deze toen revolution-
*öanf leuze alleen maar diende tot dek-
Onfl 1 van een nieuw imperialisme, dat
te vF ^aP°leon in zijn ware gedaante
voorschijn kwam, zo kan men thans
8le dat de communistische ideolo-
tiiei dekmantel fungeert voor een
Van Russisch imperialisme, dat droomt
^"Wereldverovering door list en ge-
tiie en dat de communistische par-
au ln de verschillende landen gebruikt
venzovele vijfde kolonnes.
'S de these van Franz Borkenau.
hiim; ge'lele machtssfeer van het com-
ftient-fïne'l' zegt „is bet een funda-
eiond t ut de politiek op de voor
iets v Plaatsen en de organisatie als
Van rf" lagare orde als het werktuig
Qe Politiek te beschouwen. Het is
Stalin, de witte figuur in het mid
den, heeft op 20 Juni 1948 zijn me
dewerker Jjdanov gedwongen de
resolutie te ondertekenen, waardoor
Tito uit de Cominform werd gesto
ten. Met de oprichting van de Co
minform, die haar zetel kreeg in
Belgrado, had Zjdanov het zwaarte
punt van het agressieve commu
nisme in de nieuwe communisti
sche landen willen leggen.
ZJDANOV,
de oprichter van de Cominform.
de binnenste kern van het Stalinisme-
Leninisme, dat de rol van deze beide fac
toren het omgekeerde moet zijn van wat
zij in de democratie is. In de communisti
sche beweging moet men steeds de or
ganisatie op de eerste plaats stellen. De
politiek is het gevolg van de organisatie
en wordt door deze bepaald."
Van deze stelling uitgaande komt
Borkenau tot een alleszins merkwaardi
ge en door hem goed geadstrueerde in
terpretatie van het conflict tussen Tito
en Stalin. Hij verklaart dit conflict niet
uit het verzet van het Yougoslavisch-
nationalisme tegen de Russische dwang,
hoewel dit later een bijkomende factor
zou zijn geworden, doch uit een veel
dieper gaand conflict in de hoogste
communistische gelederen. Tito behoor-
lle destijds n.l. tot de nieuwe generatie
van communistische leiders die
in het Kreml vertegenwoordigd werd
door Zjdanov en die tegen de sluwe
voorzichtigheid van Stalin in met één
slag de in Oost-Europa bestaande staats
orde wilde liquideren en tegelijkertijd
de beslissende slag tegen West-Europa
voorbereiden, die naar haar mening niet
lang meer kon uitblijven. Met dat doel
werd door Zjdanov de Cominform op
gericht, die haar zetel kreeg in Bel
grado, zulks met de bedoeling het
zwaartepunt van het agressieve commu
nisme te verleggen van de Sovjet Unie
naar die landen, waar het communisme
zijn revolutionnaire dynamiek nog niet
had ingeboet. Het betrof hier een nog
niet openlijke rebellie tegen Stalin, die
tijdelijk in het „Politburo" in de min
derheid was. Stalin wachtte zijn tijd af
en die kwam spoedig genoeg, want de
offensieve politiek, waartoe de commu
nistische partijen in West-Europa het
sein kregen, leidde overal, vooral in
Frankrijk. Italië en Griekenland en
Duitsland (de blokkade van Berlijn!) tot
een mislukking en zelfs de staatsgreep
in Praag bracht de communisten meer
na- dan voordeel omdat hij leidde tot
de herbewapening van de democrati
sche landen. Die tegenslagen gaven Sta
lin de gelegenheid het initiatief in eigen
kamp te hernemen. Zjdanov werd ge
dwongen de resolutie van 20 Juni 1948.
waardoor Tito uit de Cominform werd
gestoten, mede te ondertekenen. Daar
mee ondertekende hij het procesverbaal
van de mislukking van zijn eigen poli
tiek, wellicht ook zijn eigen doodvon
nis. Goed twee maanden later was hij
dood en werd de Russische communis
tische partij gezuiverd van zijn voor
naamste aanhangers.
Zo bezien is het bijna tragi-komisch.
dat men in het Westen, op grond van
de natuurlijk niet met de waarheid
overeenstemmende officiële beschul
digingen van Moskou, geloofd heeft
dat de in werkelijkheid wegens voor
tijdige agressiviteit tegen het Westen
door Stalin's banvloek getroffen Tito
eigenlijk een vreedzamer soort com
munist was dan Stalin. Tito's recente
bezoek aan Londen komt daardoor
ook in een heel vreemd licht te staan,
ook wanneer men in aanmerking
neemt dat het Britse oorlogskabinet
onder de conservatief Churchill tij
dens de oorlog de niet-communisti-
sche Yougoslavische patriottenleider
Michailovic heeft opgeofferd aan
iemand, die toen reeds droomde van
de communistische verovering van
West-Europa te vuur en te zwaard.
Doch, zoals Borkenau elders opmerkt,
waar hij spreekt over de Griekse bur
geroorlog, de politiek van de beide
Angelsaksische mogendheden op de
Balkan werd aan het einde van de
oorlog van Britse zijde bepaald door
de verouderde logica van het Britse
imperialisme van de negentiende
eeuw en van Amerikaanse zijde door
de toevallige mening van enkelingen
en door een grenzenloos geloof aan slag
woorden, die niet altijd, maar toch
wel meestal door de communisten
werden verbreid. Heeft men in beide
landen van deze les geleerd? vraagt
Borkenau zich niet ten onrechte af.
Een van de belangwekkendste hoofd
stukken van het boek behandelt uit
voerig de „crisis der bestrijding". Wat
Borkenau daar in mededeelt over
de tactiek, waarmede de communisten,
die tot de zomer van 1941 partij hadden
gekozen tegen de democratische landen,
die zij beschuldigden van een imperialis
tische oorlogvoering, vooral in Frank
rijk de sleutelstellingen van de verzets
beweging wisten te bezetten en waar
mee zij door intimidatie, geweld, ter
reur en moord poogden zich van de
macht meester te maken is veel meer.
dan daarover destijds algemeen bekend
is geworden. Frankrijk, in Augustus
1939 door het Stalin-Ribbentropverdrag,
verraden door het communisme, was in
1944 door Stalin aangewezen voor het
ontketenen van een burgeroorlog. Des
tijds meende Stalin nog, dat de bevrij
ding van West Europa automatisch en
vrijwel op hetzelfde moment zou leiden
tot de gewelddadige triomf van de
communistische samenzwering in heel
Europa. Het was een grote misrekening.
In feite triomfeerde het communisme
slechts daar, waar het direct steunen
kon op de Russische bajonetten en de
terreur van de Russische geheime po
litie. En zelfs in Oost-Europa ging het
proces geleidelijk in zijn werk, hoofd
zakelijk omdat Stalin, door de ervaring
geleerd, het Westen niet wilde op
schrikken uit zijn illusies omtrent de
communistische bedoelingen. Zo bezien
heeft Zjdanov door zijn agressiviteit
en zijn ongeduld het communisme een
slechte dienst bewezen. Hij onthulde
ontijdig het bestaan van een samenzwe
ring, die eerst na veel langere tijd had
mogen blijken.
Franz Borkenau komt aan het eind van
zijn boek tot een tweevoudige conclu
sie. De eerste is, dat een formeel verbod
van de communistische partij het tegen
deel van een oplossing van het pro
bleem is, omdat zulk een verbod de
leidende communistische elite dwingen
zou volledig in het geheim te doen wat
zij nu reeds voor een groot deel bij
voorkeur in het verborgene doet. Het
probleem ligt niet in het geringe gevaar
van een openlijke verkondiging der
communistische doeleinden. Het bestaat
in de reeds sedert 1921 van bovenaf ge
laste combinatie van legale en illegale
methoden. Het gevaar schuilt hierin,
dat de communist thans niet over de
massa-terechtstellingen spreekt, die hij
organiseert zodra hij de overwinning
heeft behaald; dat hij schijnbaar vol
komen onschadelijke eisen stellen zal,
terwijl een geheime leiding de vruch
ten van zijn arbeid samenvoegt met an
dere activiteiten tot een plan voor
machtsverovering, dat dan tot de groot
ste massaslachting aller tijden voeren
moet. De taak van de democraten is
niet de openlijke communistische propa
ganda uit te schakelen, doch de com
munisten te noodzaken zich uitsluitend
daarvan, met uitschakeling van alle
andere methoden, te bedienen. Zou dat
werkelijk gelukken, dan zou het met
het communisme gedaan zijn.
Borkenau's tweede conclusie van
actuele betekenis nu Stalin is opge
volgd door Zjdanov's tegenstander Ma
lenkov luidt, dat het Politburo thans
rekent op een periode van vele jaren
ter voorbereiding van de beslissende
botsing tussen de wereldmachten. Vele
Amerikaanse, Britse en continentale
staatsbudgetten, vele regeringen zullen
komen en gaan voordat de beslissende
crisis intreedt. Het enige werkelijke pro
bleem bestaat daarom in de vraag, niet
hoe de situatie over 18 maanden zal zijn,
maar hoe zij er over vijf, tien, misschien
zelfs wel twintig jaar zal uitzien. Daar
gaat het om, en het is duidelijk, dat
daarin een veel groter gevaar schuilt
dan in een plotselinge, voortijdige,
slecht voorbereide directe aanval op de
kerngebieden van de Westelijke macht.
Klaarblijkelijk gaat het Politburo er
van uit, dat het Sovjetblok tijdens
deze phase, waarvan de duur moeilijk
door Moskou te bepalen is, er in slagen
zal, enerzijds de Westelijke wereldpo
litiek te ondermijnen en anderzijds de
achterstand te verminderen, die het
productiepotentieel van de communis
tische wereld heeft ten opzichte van
dat der democratische landen. Dat en
slechts dat, meent Borkenau, is het ge
vaar, waartegen de wereldstrategie van
het Westen verweermiddelen moet vin
den. Wanneer de Russische leiders in de
tussentijd de ene oorlogspaniek na de
ander zaaien, doen zij dat afgezien
van de onmetelijke waarde van die tac
tiek voor de geleidelijke uitholling van
de Westerse wil tot zelfverdediging
juist om de aandacht van de werkelijke,
op lange termijn berekende, bedreiging
af te leiden.
Borkenau's visie is, hoezeer steunend
op feiten, uiteraard tot op zekere hoogte
een hypothese, die men juist omdat
zij niet alle factoren omvat niet on
voorwaardelijk en in haar geheel be
hoeft over te nemen. Niettemin werpt
zij een scherp licht op een zeer voor
naam aspect over de communistische
politiek. Als de z.g. nieuwe politiek
van Malenkov niet binnen afzienbare
tijd tot een wezenlijke verandering
leidt van het Russische optreden in de
wereld, zal men daaruit niet anders
kunnen afleiden, dan dat Borkenau
door een scherpzinnige ontleding is
doorgedrongen tot de harde, gevaar
lijke kern van het Europese communis
me.
C. DE GROOT
Franz Borkenau: „Der Europaïsche
Kommunismus", seine Geschichte von
1917 bis zur Gegenwart, Francke-Ver-
lag, Bern 1953. Engelse uitgave: Euro
pean communism". Uitg. Faber, Londen
1953.
In Moskou is vandaag bekend ge
maakt, dat delegaties van de Russische
academie van wetenschappen a.s. zomer
het negentiende internationale psycho
logische congres in Montreal zullen bij
wonen.
Het dertiende internationale congres
betreffende de theoretische en toegepas
te chemie in Stockholm zal eveneens
door Russische geleerden worden bijge
woond.
Staande op een vrachtwagen met op
legger heeft de minister van Sociale
Zaken, J. G. Suurhoff, Vrijdagavond op
een bijeenkomst ter viering van de
Eerste Mei ruim 10.000 belangstellen
den toegesproken, die waren samenge
stroomd op het Frederik Hendrikplant
soen te Amsterdam. Hij hekelde in zijn
rede de K.V.P., de Chr. Historische
Unie, de Anti-Revolutionnairen en de
C.P.N. voor wat hij noemde de „vleu
gelziekte", een ziekte, waarbij de ene
vleugel vooruit en de andere achteruit
wil vliegen en de vogel zelf derhalve
niet kan vliegen. ,,De voortzetting van
de zegenrijke politiek, die onze minister
president Drees de laatste jaren heeft
doorgevoerd", aldus minister Suurhoff,
„wordt door deze vleugelziekte be
dreigd".
Men wil zoveel mogelijk woningen,
maar als de huur omhoog gaat, dan wil
men niet, dat een deel van die hogere
huren gebruikt wordt om daarvan nieu
we woningen te bouwen. Men wil de
belastingen drastisch verlagen, maar
tegelijkertijd beweert men een voorstan
der te zijn van sociale voorzieningen.
Dat klopt niet met elkaar. Men zegt, dat
men werkgelegenheid in den lande wil
scheppen door de export te vergroten,
maar men wil tegelijkertijd de geleide
loonpolitiek omhoog brengen. Men wil
de middenstand aan een redelijk bestaan
helpen, doch niet deze middenstand
saneren en ordenen".
Tot Vrijdagmiddag is in het Nationaal
Rampenfonds in totaal f 110.1 millioen
bijeengebracht. Woensdag was de stand
f 110 millioen.
Het actiecomité Watersnood 1953 te
Waalwijk heeft aan het Rampenfonds
f 64.316,91 overgemaakt. Dit bedrag is
bijeengekomen door huis aan huis collec
ten, de verkoop van oliebollen en vrij
willig overwerk, met de toeslagen, die
daarvoor door de directies werden gege
ven.
f ergisteravond arri-
hi veerde aan het
Amsterdamse Cen
traal Station de heer R.
Ferenc, die in September
1945 uit Polen is gevlucht
en nu in ons land zijn le
ven als vrij mens zal mo
gen voortzetten. Eer het
echter zover was, dat hij
alle nodige papieren voor
zijn vestiging hier te lande
in zijn zak had, heeft deze
politieke vluchteling een
lange kruisweg moeten
gaan. En zijn geval is het
enige niet. Toen Ferenc de
vrijheid verkoos, kreeg hij
in Duitsland werk bij de
U.N.R.R.A. en in de D.P.-
kampen, waar men een
doctor in de economie wel
kon gebruiken. Per brief
maakte toen de 31-jarige
Pool kennis met een jonge
Nederlandse vrouw en
toen hij later gedurende
korte tijd een bezoek
bracht aan ons land trouw
de hij haar.
Hij vroeg een ver
blijfsvergunning aan om
hier een nieuw bestaan
te kunnen opbouwen.
Maar dat ging natuurlijk
niet. omdat hij geen
werkvergunning had.
Dus vroeg hij een werk
vergunning aan, maar
die werd hem uiteraard
geweigerd. Hij had im
mers geen verblijfsver
gunning
Allerlei brieven aan al
lerlei autoriteiten konden
in deze logica geen ver
andering brengen. Zelfs
een brief aan Prins Bern-
hard mocht niet baten. Op
6 Februari van dit jaar
werd de heer Ferenc door
twee rechercheurs over de
grens gezet. Zijn vrouw en
schoonmoeder volgden
hem naar Duitsland.
Zijn vrienden, onder
wie enige advocaten, zagen
geen uitkomst meer, maar
mevrouw Ferenc hield vol.
Zij schreef en bleef schrij
ven.
Eindelijk bleek de Ne
derlandse regering
wellicht onder invloed van
de parlementaire kritiek
en het onderhoud van
minister Donker met Mr.
Van Heuven Goedhart, de
V.N.-commissaris voor het
Vluchtelingenwezen in
te zien, dat ons land hard
op weg was zijn reputatie
als gastvrij ballingsoord te
verliezen. Op Koninginne
dag arriveerde s avonds
om 10.45 u. met de Scan
dinavian Express een
zielsgelukkige Ferenc met
zijn vrouw en zijn schoon
moeder aan het Amster
damse Centraal Station. In
zijn zak had hij zowel do
verblijfs- als de werkver
gunning.' De heer F.erenc
kan aan de slag. Neder
land heeft een oude tradi
tie in ere hersteld.
Het is te hopen, dat er
ook wat gedaan kan wor
den voor de vele andere
vluchtelingen, die hun
vrijheid te lief hadden om
onder een totalitair re
giem te leven. Er worden
grote aantallen genoemd
van hen. die maandelijks
zonder geldige papieren
hoe kan het anders ons
land binnenkomen. Mis
schien is het de Rijks
vreemdelingendienst mo
gelijk om bij de behande
ling van deze mensen-in-
nood. behalve met onze op
dit punt wellicht ver
ouderde en zeker onvol
ledige wetten, rekening te
houden met de briefwis
seling tussen H. M. de Ko
ningin en President Eisen
hower over het vluchte
lingenvraagstuk.
Gisteren, op de lste Mei, is de Alkmaar-
se kaasmarkt, een folkloristisch evene
ment van internationale allure, weer
met haar zomerdienst begonnen. Het
feestelijk gebeuren trok een uitgebreide
belangstelling.
(Van onze medische medewerker)
Het lijkt wel of het voorschrijven
van een zoutloos dieet het
ergste is wat men een patiënt
kan aandoen. Misschien dat een beter
begrip van de zin van deze therapeu
tische maatregel er toe kan bijdragen,
dat de betrokkenen zich beter aan
hun dieet zullen houden en zich
makkelijker in hun lot zullen schik
ken.
Hetzelfde zout, dat in de rampge
bieden onze polders verzild heeft en
dat we in Boekelo op een geraffineer
de manier aan de bodem ontfutselen,
is voor de waterhuishouding van ons
lichaam, dat maar liefst voor 65 pet.
uit water bestaat, onmisbaar. Zonder
zout zouden wij al dat water niet
kunnen vasthouden en zonder water
is voor ons het leven onmogelijk.
Arbeiders in hoogovenbedrijven en
stokers, die hevig transpireren bij hun
heet bedrijf en daardoor veel zout
verliezen, vullen dit dan ook prompt
aan door het drinken van pekelwater.
Onder waterhuishouding verstaat
men het mechanisme, dat het bloed-
volume koste wat het koste zo lang
mogelijk constant houdt op 5 liter.
Daar zorgen de nieren voor, die met
behulp van de zoutconcentratie ln het
bloed de verhouding tussen de hoe
veelheid water in het bloed en in de
weefsels beïnvloeden kunnen.
Het water in het lichaam zou zich
vrijelijk uit het bloed naar het weef-
selvocht en omgekeerd kunnen be
wegen, ware het niet, dat het bloed
eiwitten bevat, die de bloedvaatwand
niet vrij kunnen passeren en die een
gedeelte van het water binnen het
bloedvaatstelsel gevangen houden, op
de manier waarop gelatine (ook een
eiwit) in een gelatinepudding het
water vasthoudt.
Bij bepaalde nierziekten nu laat de
nier eiwit passeren, er komt eiwit in
de urine. Dit betekent, dat het bloed
minder eiwit beschikbaar heeft, om
water te binden, met andere woor
den, dat het bloedvolume dus kleiner
wordt, want het nu niet meer gebon
den water wordt door de bloeddruk
naar de weefsels geperst, waar het
zwelling veroorzaakt, b.v. van de
benen of van de oogleden, die wij
bestempelen met de naam oedeem. De
nieren kunnen onder geen voorwaarde
deze daling van het bloedvolume
tolereren en trachten het oorspronke
lijk volume te herstellen door de
zoutconcentratie van het bloed op te
voeren. Immers een hogere zoutcon
centratie beantwoordt aan de moge
lijkheid om een grotere hoeveelheid
vocht vast te houden.
Geeft men in dit geval zoutloos
dieet, dan kan de nier dit zout niet
uit het voedsel betrekken en zal het
dus ergens anders vandaan moeten
komen en wel uit de weefsels, waar
dan het hinderlijke oedeem automa
tisch uit verdwijnt omdat daar dan
geen zout genoeg meer is om al dat
water vast te houden. Dit is een van
de redenen, waarom men soms zout
loos dieet voorschrijft.
Er komen ook oedemen voor bij
mensen met een zwak hart. Ook deze
patiënten zijn met een zoutloos dieet
van hun benauwdheden en hun dikke
voeten en enkels af te helpen. In dit
geval zijn de oedemen niet ontstaan
door een gebrek aan eiwit in het
bloed, maar door stuwing ten gevolge
van circulatiestoornissen, waar ik niet
nader op in zal gaan omdat ze buiten
het bestek van een populair artikeltje
vallen. In elk geval dwingt men de
nieren ook hier het zout uit de weef
sels in circulatie te brengen, waar
door het oedeem verdwijnt. Ook bij
te hoge bloeddruk bewijst het zout
loos dieet ons goede diensten, die ten
slotte ook alle terug te voeren zijn
op een algemene uitdroging en turgor-
voorkomen-dan-te-genezen"-mentali-
teit, zo maar op eigen houtje hun
zoutgebruik gaan beperken. Afgezien
van het feit, dat het nooit verstandig
is, zo maar zelf wat te therapeuteren,
is het hier ook nog apert onjuist.
Normaal zoutgebruik is voor de
nieren zelf absoluut onschadelijk, het
zij deze ziek of gezond zijn! Het ver
mogen van de nieren om zout uit te
verlies, waardoor de bloeddruk van
zelf ook lager moet worden.
Men spreekt nu van zoutarm
en zoutloos dieet. Het is
mijn overtuiging, dat zoutarm
diëet vrijwel waardeloos is, omdat
het gebruik van weinig zout een rek
baar begrip is. Voor de een is dit
weinig, voor de ander dat, hetgeen er
dus vaak op neer zal komen, dat de
patiënt een te verwaarlozen hoeveel
heid zout minder gebruikt.
Tenslotte nog het volgende. Som
mige mensen moeten een zoutloos
dieet gebruiken, anderen een zout
arm. Het is dus begrijpelijk, dat de
mening heeft kunnen postvatten, dat
zout een schadelijke stof zou zijn. Zo
gebeurt het, dat vooral mensen, in
wier omgeving enkele hart- of nier
patiënten op zoutloos dieet zijn komen
te staan, uit een „het-is-beter-te-
scheiden is zeer groot, hoewel afhanke
lijk van de daarvoor beschikbare
hoeveelheid water. De kwestie ligt
dus anders. Het is schadelijk weinig
te drinken als men veel zout wil ge
bruiken, respectievelijk moet uitschei
den. Bij normale voeding hebben wij
per etmaal een zoutoverschot van 8
tot 15 gram. Gezonde nieren kunnen
gemakkelijk in een liter urine 17
gram uitscheiden. Er dreigt dus nog
lang geen gevaar, dat het zoutgehalte
van het bloed zal gaan stijgen.
Resumerend: Zoutloos dieet geven
wij dus zeker niet omdat zout een
schadelijke stof is, waarvoor we de
nieren willen sparen, maar om een
hoge bloeddruk te doen dalen, een
ziek hart minder werk te bezorgen of
om oedemen van welke aard dan ook
tegen te gaan, die ons anders een
hoop rarigheid zouden bezorgen.
van S.
Het „Nederlandsche Roode Kruis" is
opgehouden met het sorter -n van de
goederen die voor de slachtoffers van
de watersnood werden ingezameld. Ge
durende drie maanden is deze arbeid
verricht, eerst in bijna alle steden en
dorpen van ons land, daarna in ver
schillende Rode Kruis-depots, tot ten
slotte het sorteren geconcentreerd kon
worden in een groot pand te Amster
dam.
Ondertussen zijn voortdurend goede
ren afgevoerd, zowel naar de provin
ciale opbouv/organen ten behoeve van
de slachtoffers van de watersnood, als
naar de sociale en charitatieve instel
lingen. Nu zijn er nog een kleine vijf
honderdduizend kledingstukken, die
verdeeld zullen worden over de provin
ciale opbouworganen.
Onlangs heeft het hoofdbestuur
van het „Nederlandsche Roode
Kruis" een vergadering gehouden
met de directeuren van de opbouw
organen uit de getroffen provincies.
Daarbij is met algemene instem
ming tot de volgende verhoudingen
besloten: Zeeland krijgt 50 procent,
Zuid-Holland 30 procent, Noord-
Brabant 10 procent en Noord-Hol
land 10 procent.
Op deze vergadering, die gepresi
deerd werd door de directeur van het
Nederlandsche Roode Kruis, de heer
A. van Emden, kwam het tekort aan
werkkleding ter sprake. Reeds enige
tijd werd getracht in dit tekort te voor
zien door het verstrekken van jassen en
broeken van de tweede keus aan de-
arbeidende bevolking van de getroffen
gebieden. Deze tweede keus goederen
werden eind Februari in principe be
stemd voor de charitatieve en sociale
Gedurende de eerste vier maanden
van dit jaar zijn in de Amsterdamse
haven 1586 zeeschepen aangekomen.
Dat is 180 meer dan in dezelfde pe
riode van 1952.
De aartsbisschop-coadjutor van
Utrecht, Z. H. Exc. mgr. dr. B. J. Al-
frink, zal in de komende week geen
audiëntie verlenen.
instellingen hier te lande. Toen leken
de voorraden zó groot en in verhouding
was de afname toen nog gering. Maar
nu blijkt dat men werkkleding te kort
komt, zullen uit de tweede keus voor
Zeeland nog 10.000 en voor Zuid-Hol
land 3.000 stuks worden gereserveerd.
Per slot van rekening zijn de goederen
gegeven voor de slachtoffers van de
watersnood.
Voor de charitatieve en sociale in
stellingen is echter reeds een partij van
60.000 m3 kleding beschikbaar gesteld;
waarschijnlijk zal bij de definitieve af
wikkeling van de kleding-voorziening
omstreeks 15 Mei a.s. nog een be
langrijke partij ter beschikking komen
van verschillende sociale en charitatie
ve verenigingen, die daartoe tijdig de
wens hebben te kennen gegeven.
Van het Informatiebureau van het
Nederlandsche Roode Kruis is de 71e
lijst ontvangen van geborgen en ge-
identificeerde slachtoffers „watersnood",
uitgegeven l-5-'53.
DREISCHOR: Moermond, Gerrit Ba
rend, geb. 23.2.194, laatste adres Lange-
weg P. 7.
KRUININGEN: Boone, Hubregtje Ca-
tharina, geb. 3.9.1944, laatste adres Pol
derweg 10; Dek, Cornelis Marinus, geb.
23.9.1907, laatste adres Polderweg 8.
NIEUWERKERK: Aalbregtse, Jaco-
ba, geb. 7.9.1950, laatste adres Kempens-
weg 383.
NIEUWE TONGE: Van Balen—Bak
ker, Lena, geb. 29.1.1874, laatste adres
Zuiddijk 74; BreurKoppenaal, Neeltje,
geb. 14.6.1902, laatste adres Zuiddijk 80;
Hoogstraate, Jannetje, geb. 15.8.1949,
laatste adres Gen. Snijdersstraat 17;
Slinger, Johannes Jan. geb. 10.2.1923,
laatste adres Battenoordsedijk 4; Slin
ger Marias, geb. 31.5.1901, laatste adres
Battenoordsedijk 4; TanisMeijer, Pie-
tertje, geb. 27.5.1908, laatste adres Bat
tenoordsedijk 5.
OOSTERLAND: Koster, Frans, geb.
30.8.1951, laatste adres Hoge Zandweg
A. 383.
OUDE TONGE: De Boet, Johanna
Maria, geb. 2.9.1950, laatste adres B. 100;
De Boet. Johannes Jozef, geb. 7.2.1942,
laatste adres B. 100; Jochems. Goverdi-
na Johanna, geb. 29.7.1947, laatste adres
Jozefsdreef 5.