Ruim een millioen gulden als
huldeblijk aan bisschoppen
Hoge gasten
7 elegrammen
Prof. Rogier: Vredegroet
aan alle protestanten
AAN PAUS EN VORSTIN
HERINNERING IN WEEMOED
AAN DE SCHUILKERKEN
Nederlanderschap en Katholicisme
overtuigend gedemonstreerd
MAANDAG 18 MEI 1953
PAGINA 3
WÊKm
Eerbied voor gewetens
vrijheid beste der
nationale tradities
2
ne".
jr.
Lon-
3.
1.30,
en
7
nij-
en
is",
Mi-
ïier
;ni-
:rie.
G.
103,
den
en
Gr.
an
t
ing,
van
-17
13
ium
10
14:
md:
102:
;ies.
ldt,
end
ei),
leen
ars.
28
■o te
lin-
mr.
iti-
en-
tel-
ns-
;era
,De
'ie-
ar-
N i-
ip-
uh>
ek:
ut-
im-
1
(Vervolg van pag. 1)
Onder luide toejuichingen van de ruim 20.000 mensen op dè tribunes en het veld
j rad vervolgens de Nederlandse regering het veld. Koor en orkest zetten op-
'®"w „Domine Salvam fac" in, maar dit gezang werd overstemd door het
ousiasm.e van het publiek en de stem van de radiocommentator. Rijen dragers
an rood-wit-blauwe vlaggen begeleidden de ministers, de Staatssecretarissen,
e Commissarissen van de Koningin en de leden van het Corps Diplomatique
3ar hun plaatsen op het podium. De Klok van Echternach, buiten de poorten
l^n het stadion, verhief haar bronzen stem, alle klokken van Utrecht en alle
okken van heel Nederland namen haar klank over en in deze baaierd van sonore
anken betraden de Kardinaal-Legaat en tientallen andere kerkvorsten uit bin-
en. en buitenland het stadion. Overweldigend werden zij toegejuicht door allen,
e sich van hun zitplaatsen hadden opgericht.
Nadat allen gezeten waren, hield de
oorzitter van het presidium van de
pachting 1853—1953 dr. F. J. M. A.
Qlahen een korte rede waarin hij alle
asten welkom heette. „Zojuist", aldus
Houben, „is tijdens de liturgische
Eer) igheid in de kathedraal voorlezing
daan van de benoemingsbrief, waarin
s Piux XII, Kardinaal Van Roey,
.artsbisschop van Mechelen, benoemt
ht> rfljn hiatus a latere, en waardoor de
rdenkingsplechtigheden een officiële
V^vang genomen hebben. De Heilige
v-fnr ^eeft aan ziJn legaat opgedragen
haf dit moment in Zijn naam en met
Zitf1 geza® aHe bijeenkomsten voor te
7jjen en te omgeven met de luister van
Am hoge waardigheid".
.«.In U. Eminentie Kardinaal Van
fV'ey, begroeten wij allereerst de meest
Persoonlijke afgezant van de Paus, zo-
uanig afgezant, dat het Canonieke recht
"Preekt van Zijn „Alter Ego", van Zijn
Weede Ik". Dr. Houben bracht dank
p hulde voor dit eerbetoon dat de H.
vader het Nederlandse volk brengt. In
aet Engels en in het Duits richtte de
spreker zich vervolgens tot Kardinaal
griffin uit Londen en Kardinaal Frings
Pit Keulen. Hij memoreerde in piëteit-
otle woorden de afwezigheid van Kar-
naaj De Jong en riep alle aanwezi
gen op tot gebed. Een langdurig ap-
p aus ondersteunde deze woorden.
deln dichte drommen is na deze rede
chp •'?ugd het stadion binnengemar-
Üp Leden van alle onderdelen van
k6rintholieke jeugdgemeenschap trok-
br kmet honderden tegelijk op. En zij
achten boodschappen mee. Beloften
an trouw en van aanhankelijkheid,'
fiek°eken om be§riP voor hun speci-
d Ke problemen werden voorgelezen
do°r i°n§sren uit de verschillende bis-
v P?Gn. Geïnteresseerd luisterde de
kardinaal toe.
Toen hij zelf het woord nam, schets-
'e hij in korte trekken de toestand
^'aarin de Kerk in Nederland zich
vOor het herstel der hiërarchie be
vond. „Welk een krachtig en bloeiend
leven heeft de historische beslissing
tot het herstel der hiërarchie in de
Kerk van Nederland niet doen ont
staan. Wij vereren en bewonderen
de rij van doorluchtige kerkvorsten
die sedert een eeuw de bisschoppe
lijke zetels van Nederland hebben op-
^ele kerkelijke en wereldlijke hoog
waardigheidsbekleders hebben de
Kromstaf-feesten in Utrecht bijge
woond.
j, Le Kardinalen: Joseph Ernest van
W°ey. aartsbisschop van Mechelen,
Kegatus a latere; Jozef Griffin, aarts
bisschop van Westminster; Jozef
Ungs, aartsbisschop van Keulen.
De Pauselijke Internuntius, Mgr. P.
Diobbe, Den Haag.
De Bisschoppen: Mgr. J. van Rud
olf. bisschop-coadjutor Osnabrück;
•ugr. M. Keiler, bisschop van Mün-
A6r; Mgr. E. de Smedt, Brugge; Mgr.
r- van Zuylen, bisschop-coad-
Kjtor, Luik; Mgr. C. Calewaert, Gent;
Agr. L. Lommei, Luxemburg, coad-
utor; Mgr. H. Paulissen, oud-bisschop
Kumasi; Mgr. J. Pessers, Apost.
bpCaris van Atambua; Mgr. A. Al-
(-,ers. Apost. Vicaris van Malang; Mgr.
jyr' Kramer, Bisschop van Luanfu;
P®r- Lehmann, Apost. Vicaris van de
Aa°> ilanden; Mgr' c- Bronsveld,
ja ^bisschop van Tabora (Alleen
y. Mei)Mgr. W. van Beckum, Apost.
d tvris van Kutengensis; Mgr. G. v.
ï.l asten, Apost. Vicaris van Pang-
J»nang.
u Abten: Dom M. Mahler, Ooster-
wAt, N.-Br.; Dom P. Andriessen, Eg-"
(jjJW^'Binnen; Dom Dr. G. v. Moos-
jjk, Borkel en Schaft; Dom W. van
bei Tilburg; Dom M. Muller, Die-
bi; ^een; ■Dom p- Strijbosch, Lilbosch
jji cht; Dom M. v. d. Laar, Tegelen;
Lrn\ A. van Kalken, Zundert; Dom
Bpl van Ondersteyn, Prelaat van
rne; Magister-Generaal der Kruis
er1. St. Agatha, Cuyk.
draierder vele leden van de Kathe-
jern Kapittels van Utrecht, Haar-
Roermond, Den Bosch en Breda.
Nath.
Jatenb
?artma:
edrale Kapittels. Utrecht: Mgr.
urg, Mgr. v. d. Loo, Mgr.
Bp-t1,11131111! Mgr. Rientjes. Mgr. v. d.
din®' kIgr' Ramselaar, Mgr. Geer-
Vp^rmond: Mgr. Strijkers, deken,
haril°' ^gr' J- Janssen, prof. Semi-
ppn Roermond, Mgr. A. Terstap-
Qei' Plebaan-deken van Roermond,
bi, R. Bemelmans. Heerlen (blijft
jjbar.ochie en komt 'smiddags).
Naniti m: Mgr- van Deursen, Proost
Dei tl Lehen Niekel, Rotterdam,
hik t m0scb: Mgr' Kendrix, Kanun-
bprp'Tenhngs, Kanunnik Dabben-
hUbnii R- Heezemans, Ka-
Bria v' d' Meyden.
den Plebaan W. A. J. v. d. Ma-
SterL^V^Phelateni Mgr. Noordmann,
bur.,. Mgr. prof. Goossens, Til-
Vera j var? Rnssen, Den Haag.
Bppi F de ministers: dr. Drees, dr.
Thie) Algera. De Bruijn, Luns, v.
Kipft' wals, Witte, Donker en v. d.
kani-, slaatssecretarissen: dr. Veld-
WaaiMoorman en mej. dr. de
"l0nkrni0rzi';^er der Berste Kamer Mr.
Kamer j' f„ v°orzitter der Tweede
De r'. Kortenhorst.
SchaikmmiSter van Staat Mr- van
MrD<
tot
geluisterd en de Kerk met wijsheid
en krachtige hand hebben bestuurd.
Het Nederlandse Episcopaat heeft in
de ogen van de H. Stoel zoveel ver
diensten verworven, dat het thans
de eer geniet aan zijn hoofd een lid
te zien van het H. College van Kar
dinalen, Zijn Eminentie Johannes
Kardinaal de Jong."
Kardinaal Van Roey prees de offers
die in ons land voor de priesteroplei
dingen zijn gebracht. Hij wenste het
Episcopaat geluk met de talrijke kloos
terroepingen die Nederland in staat
stellen een der voornaamste mission-
nerende landen ter wereld te zijn. Hij
zeide de menigvuldige, mooie parochie
kerken te bewonderen. Daarnaast trof
hem de voortdurende bekommernis van
de Nederlandse bisschoppen om katho
lieke scholen op te richten voor de
jeugd. „Wij staan vol bewondering voor
dat heerlijke complex van onderwijsin
richtingen van alle aard en alle graad,
dat bekroond zal worden door een
bloeiende katholieke universiteit." Kar
dinaal Van Roey stelde, dat de Neder
landse katholieken nooit te kort zijn ge
schoten in het vervullen van hun so
ciale plichten. Ook hun burgerlijke
plichten verstaan en vervullen zij ten
voile.
„Deze eeuw kerkelijke geschiedenis
levert een schitterend bewijs dat het
herstel van de hiërarchie een grote ze
gen is geweest, niet alleen voor de
Kerk en haar gelovigen, maar voor
gans het Nederlandse volk. Altijd heb
ben de bisschoppen deelgenomen in het
lief en leed dat over dit land is geko
men, altijd hebben zij hun invloed aan
gewend om het algemeen goed te be
vorderen, om rampspoed te lenigen of
om in moeilijke tijden de veilige weg
aan te tonen."
Elders vindt U een uitvoerig verslag
van de feestrede die door Prof. dr. L.
J. Rogier is uitgesproken
Blijf bij ons Heer
Eenstemmig hief de jeugd, gesteund
door voortreffelijke koorzang, het lied
van Albert Welling en Jan Mul, „Blijf
bij ons Heer" aan. Als komend uit de
verte werd dit lied in de duister ge
worden nacht uitgedragen tot ver over
de randen van het stadion. Het is een
edele tekst, die op sobere wijze is ge
toonzet. Het heeft niets van een triomph-
zang, het is slechts de ontboezeming
van een individuele ziel, die gedachtig
de Emmaüsgangers bidt: ..Blijf bij ons
Heer, want ons hart is zwak."
Met juistgekozen woorden gewaagde
tot slot van deze manifestatie, van Za
terdag Z.H.E. Mgr. J. P. Huibers van
de grote dank van het Episcopaat, de
priesters en alle gelovigen voor de
woorden van de Kardinaal-legaaD Bo
ven die dank echter staat de dank aan
God, die alles wat in de voorbije eeuw
is bereikt heeft gezegend en ten goe
de heeft geleid. Ook deze toespraak
werd telkenmale door luide toejuichin
gen onderbroken.
Ruim een millioen
heeft gekend. Daar waven ook alle mis-
sionnerende congregaties, omstuwd door
inwoners ^an de streken, waar zij hun
heilzaam werk verrichten. In die op
tocht werd de schoolstrijd uitgebeeld
en werd een duidelijk overzicht gege
ven van de vreugdevolle instelling die
het katholiek onderwijs is geworden.
Al deze kinderen, die dikwijls op kos
telijke en zeer humoristische wijze wa
ren gecostumeerd, verdeelden zich over
de grote grasvlakte- Zij vulden die als
een bont mozaïek.
Een levende statistiek van de groei
van het aantal parochies werd uitge
beeld door een groot aantal van 48 pa
rochies, die ieder maquettes van hun
kerktorens meedroegen. Als schepen
op een woelige zee deinden deze to
rens boven de hoofden van de dui
zenden, die zich toen reeds op het
middenveld hadden verzameld. Dit
vormde de laatste voorbereiding op de
officiële aanbieding van het huldeblijk.
Voor de overhandiging daarvan aan
het Nederlands Episcopaat was de
zwaargetroffen parochie van de H.
Johannes de Doper uit het Brabantse
Klundert aangewezen, die in de radio-
wedstriid het hoogste gemiddelde wist
te behalen.
Ook uit de andere bisdommen waren
parochies bij deze aanbieding aanwe
zig. Zo waren er parochianen uit Veghel
voor het bisdom Den Bosch, uit Venlo
voor Roermond, uit Achthuizen voor
Haarlem en uit Maarssen voor Utrecht.
Dr. Houben leidde, zoals hierboven
reeds vermeld, deze aanbieding in.
Aan het slot van zijn korte rede zei-
de hij: „Ondanks de vreugde en grote
dankbaarheid, ondanks onze fierheid
over het bereikte in honderd jaren,
mogen wij dit moment rondom onze
bisschoppen niet voorbij laten gaan
zonder een ernstige bezinning over de
kentering dezer tijden. Zullen wij als
strijdende Kerk ons aandeel niet moe
ten opbrengen in de opgang naar nieu
we tijden, als wij zegepralend uit de
geestesworsteling van het heden te
voorschijn willen treden? Het is im
mers toch altijd de geest, die het wapen
voert. Laat ieder van ons dan naast de
feestgave, welke wij uit naam van alle
katholieken van Nederland aanbieden,
Overzicht van het stadion tijdens de avondplechtigheid van Zaterdag, toen het
katholieke volk van Nederland in al zijn sociale, economisch'e en culturele scha
keringen zich bij de Kardinaal-Legaat en bij de andere Hoogwaardigheidsbe
kleders kwam presenteren.
Kinderen boden de Pauselijk Legaat, Zijne Eminentie Jost'i
Ernest van Roey, bloemen aan bij zijn aankomst aan het
stadion.
In de stoet van kinderen, die heel het Roomse leven uit
beeldde, werd ook Paus Pius X meegedragen op een
draagstoel en omringd door een complete lijfwacht.
leden
Decki
van de Raad van State
ers en H. Baron van Voorst
Voorst.
gin Vpommissarissen van de Konin-
de Q,,; A. Reinalda, Utrecht: Prof.
Kapit, Noord-Brabant Jhr. Mr. de
Van'u burgemeester, Utrecht.
aanwt.7if. corps diplomatique waren
van -r„P Traeffe, ambassadeur
sPanin a' de ambassadeur van
g®zant SezBntc van Ierland; de
8eZant BTrazj?ië en echtgenote; de
Kecf0t-,_Van Ralië en echtgenote; de
de amKS Vai1 de Argentijnse legatie;
amba?„isadcur van Oostenrijk; de
assadeur van Japan.
„Wanneer wij spreken over de her
denking van het eeuwfeest van het
herstel der kerkelijke hiërarchie in Ne
derland, dan memoreren wij het feit,
dat sterke dragers van het door God
gewilde drievoudige ambt van Hoge
priester, leraar en herder, een eeuw lang
Gcds geheimenissen hebben uitgedeeld,
de Waarheid hebben gedragen en ver
kondigd, ons hebben geleid en voor ge
varen behoed. Het is de dankbaarheid
eigen zich concreet te willen geven. De
oproep aan het katholieke volk, welis
waar overstemd door een ontzettende
calamiteit, is toch in de harten doorge
drongen. De zwaar getroffen parochie
van de H. Johannes de Doper uit Klun-1
dert heeft zojuist de oorkonde overge
reikt waarin vermeld wordt, dat ruim
één millioen gulden de feestgave vormt
welke de katholieken bijeen brachten.
In dit huldeblijk wil zich de dank voor
het verleden uiten met belofte voor de
toekomst. Er ligt namelijk in opgesloten
een verlangen naar de uitbouw van de
kerk die de heilsboodschap in de we
reld moet bestendigen", aldus- sprak de
voorzitter van het presidium van de
stichting 18531953, dr. F. J. Houben, bij
de overdracht van het huldeblijk van
katholiek Nederland aan het Hoogwaar
dig Episcopaat. Dit was het hoofdmo
ment van een wel uitzonderlijk feeste
lijke manifestatie die zich Zondagmid
dag in het Stadion van Utrecht heeft
voltrokken. Wij schrijven een bijzonder
feestelijke manifestatie, en wellicht is
deze betiteling nog niet sterk genoeg
om de vreugde en het verrukkelijke en
thousiasme te beschrijven die deze ma
nifestatie kenmerkten en tot een onver
getelijke hebben gemaakt.
Toen de middag goed twee uren oud
was, verzamelden opnieuw 17.000 men
sen, afkomstig uit alle windstreken van
ons land, zich opnieuw in het stadion.
Bjj de binnenkomst van de Kardinaal-
Legaat en zijn gevolg juichtei. zij op
nieuw de Prins der Kerk uitbundig toe.
Opnieuw ook was het stadion versierd
met honderden vlaggen, ditmaal niet
het triomfantelijke rood, wit en blauw,
maar het meer ingetogen doch zeker zo
feestelijke geel-wit. Opnieuw had ook
de jeugd kleurige lanen op het grasveld
gevormd en schalde vrolijke muziek uit
het blinkend koper van de koninklijke
harmonieën.
Door enkele honderden studenten van
de groot-seminaries in Nederland werd
..Een nieuw lied" van Wouter Paap en
mr. Jan Derks gezongen. Een fors lied,
dat de glorie van deze dagen bezingt en
dat door alle aanwezigen in het stadion
uit volle borst werd meegezongen. En
daarna ontrolde zich een schouwspel
dat waarlijk ontroerend was door zijn
charme. Zes en twintig honderd school
kinderen beeldden „Honderd Jaar
Kromstaf" uit. Zes en twintig honderd
jongens en meisjes van de lagere scho
len van Utrecht trokken aan de hoge
gasten en de duizenden mensen op de
tribunes voorbij in de feestelijkste op
tocht die wij ooit zagen. Het ganse rijke
leven van katholiek Nederland trok
hier in „miniatuur" voorbij. Daar was
St. Willibrord, Bonifacius, daar was
Bernulphus, en alle andere eerste bis
schoppen en missionarissen die ons land
nog zijn meer persoonlijke gave voe
gen: zijn bezinning op de betekenis van
het leven." Dr. Houben besloot met de
woorden: „De historische verdiensten
van het Nederlands Episcopaat die wij
vandaag innig dankbaar mogen geden
ken, vinden in het huldeblijk haar
zichtbare waardering en bezielen ieder
van ons met een nieuwe stuwkracht ter
verwezenlijking van een maatschappij,
waarin men de wereldraadselen oplost
door het geloof, de wanhoop verdrijft
door de hoop, de haat overwint door de
liefde."
Mgr. Alfrink dankt
Mgr. Alfrink, de rede van dr. Houben
beantwoordend, zeide o.m.: „Het is voor
mij een bizonder aangename en vreug
devolle taak om namens het Hoogw.
Episcopaat U en in U geheel katholiek
Nederland te mogen danken voor de
woorden van dank en hulde, die U zo
juist namens hen allen hebt gesproken
en voor het grootse huldeblijk, dat ^ij
in naam van alle Katholieken van Ne
derland aan het Episcopaat hebt aange
boden. Het Hoogw. Episcopaat wil zich
zeer graag aansluiten bjj de woorden
van dank en hulde, die gij namens ka
tholiek Nederland hebt willen richten
aan degenen, die ons zijn voorgegaan in
het bisschopsambt.
Dank en hulde brengen wij aan al die
mannen en vrouwen, bekend en onbe
kend, met grote naam of wellicht naam
loos, die alien met en naast de Bisschop
pen aan die bloei van de Kerk hebben
gewerkt; priesters, religieuzen en leken,
mensen uit het openbare leven en man
nen en vrouwen, wier naam nooit in de
krant heeft gestaan, maar die allen ge
werkt hebben aan het vasthouden van
ons katholiek geloof en aan het door
voeren van een christelijk levensbesef
in onze gezinnen en in het maatschap
pelijk leven. Want," zo ging mgr. Alfrink
verder, „de bloei van de Kerk is niet
de zaak alleen van de Bisschoppen; de
groei van de Kerk is niet de zaak van
de clerus; het leven van de Kerk is de
zaak van ons allen, van Bisschoppen,
priesters en gelovigen. Wij allen samen
vormen de Kerk, en wij allen samen
zijn verantwoordelijk voor haar leven,
voor haar voortbestaan en voor haar
groei.
En wanneer wij op het ogenblik ook
te klagen hebben over een teruggang
van het godsdienstig leven, dan ligt dat
voor een deel, misschien wel voor een
groot deel, aan de inschrompeling van
de eerbied voor het bisschoppelijk ge
zag, aan het verminderen van de volg
zaamheid ten opzichte van de bisschop
pelijke leiding, aan het prijsgeven van
de eenheid, die in kerk en altaar be
gonnen bedoeld is om rondom de Bis
schoppen zich te voltrekken in alle sec
toren van het menselijk leven. Eenheid
van ons katholieke volk rondom de
Bisschoppen, die God als herders van
de Kerk heeft aangesteld, zal voor de
toekomst de noodzakelijke voorwaarde
zijn voor een bloeiend kerkelij!leven.
Mgr. Alfrink vervolgde:
„Het verheugt ons ten zeerste dat
Zijne Heiligheid Paus Pius XII
Citta del Vaticano,
ROMA
Heilige Vader,
De katholieken van Nederland,
in het stadion te Utrecht bijeen ter
viering van het Eeuwfeest van het
Herstel der Bisschoppelijke Hiër
archie, gevoelen de diepe behoefte
Uwe Heiligheid hun dank en hulde
te betuigen.
In de geest aan de voeten van
Uwe Heiligheid neergeknield, sme
ken zij ootmoedig om Uw Aposto
lische Zegen.
De Legaat van Uwe Heiligheid,
Kardinaal van Roey.
H.M. de Koningin
Paleis Soestdijk
SOESTDIJK
Majesteit,
De Kardinaal-Legaat van Z.H.
Paus Pius XII betuigt namens
Katholiek Nederland, dat in het
Stadion te Utrecht het Eeuwfeest
herdenkt van het herstel van Zijn
Kerkelijke Hiërarchie, zijn grote
aanhankelijkheid aan Uwe Majes
teit, draagster van de vrijheid,
waarin het is herboren.
Kardinaal van Roey
Aartsbisschop van
Mechelen.
op een dag als vandaag heel katho
liek Nederland in die eenheid symbo
lisch hier aanwezig is in het hulde
blijk, dat ons zojuist is aangeboden
en waaraan geheel ons katholieke
volk heeft bijgedragen. Wij zijn u
daarvoor bijzonder dankbaar.
Zoals u bekend is, heeft het Episco
paat deze gave bestemd voor de medi
sche faculteit van de katholieke univer
siteit. Wellicht heeft het de een of an
der verbaasd dat aan deze gave niet
een meer direct kerkelijke, religieuze
bestemming is gegeven. Maar het Epis
copaat heeft gemeend deze gave op dit
jubileum aan de hiërarchie aangeboden
op dit ogenblik, dat men wel het uur
der leken noemt, te moeten bestemmen
voor de lekenwereld, zodat daarmede
de betekenis van de leek in de Kerk
zou worden geaccentueerd. Wat het ge
lovige »volk heeft bijeengebracht, wordt
direct aan het gelovige volk terugge
schonken, op
Na uitvoerige hulde te hebben gebracht
aan de H. Vader besloot de Aartsbis-
schop-codjutor; „Op dit plechtig ogen
blik willen wij onze trouw aan de Vader
der Christenheid, die in Rome zetelt,
hernieuwen, in de blijde overtuiging dat
de gehoorzaamheid aan Christus' plaats
bekleder ons bindt aan Christus zelf, die
de Heer der Kerk is en blijft".
Majestueus slot
Na de rede van Mgr. Alfrink verlieten
alle autoriteiten het Stadion. In nauwe
lijks tien minuten tijd werd door ver
kenners en leden van de K.A.J. het po
dium ontruimd, werd onder de baldakijn
een altaar gebouwd, werden alle stoelen
verwisseld voor bidstoelen en werden de
trappen versierd met rode bloemen. Meer
dan 1500 bruidjes strooiden een geurend
bloemtapijt op het gras en onmiddellijk
daarop werd het Allerheiligste binnen
gedragen voor een Pontificaal Lof. De
Kardinalen, de bisschoppen, de abten en
alle andere hoge gasten traden het Sta
dion weer binnen voor het laatste in
drukwekkende moment van deze verruk
kelijke middag. De 1500 bruidjes vorm
den een brede dichte haag waartussen
alle hoogwaardigheidsbekleders naar het
altaar schreden. De honderden semina
risten, de aanwezige jongens- en man
nenkoren, de 8000 mensen op het gras
veld en de 17.000 mensen op de tribunes
hieven allen gezamenlijk het Te Deum
aan. Deze jubelzang uit tienduizenden
kelen steeg hoog op in de ijle lucht langs
het majesteitelijke kruis dat roerloos de
stille getuige was van deze ondubbel
zinnige manifestatie van geloof. Het
waren ontroerende ogenblikken die wij
niet licht zullen vergeten.
Men is in dergelijke momenten geen
toeschouwer meer maar men wordt
opgenomen in de laaiende gloed van
een zo openlijk getuigen.
Toen de Kardinaal-Legaat en zijn ge
volg gisteravond het stadion verliet laai
de het enthousiasme dat de gehele mid
dag de tienduizenden tot intense deel
name aan deze manifestatie had gedre
ven nog eenmaal in tot dan toe ongeken
de hevigheid op. Het Christus Vincit.
Christus Regnai, werd overstemd door
een donderend applaus, door een warw
ovatie, door luide toejuichingen ter ere
van de afgezant van Z. H. de Paus, die
met zijn sympathieke verschijning en
door zijn bezielende woorden de harten
van alle katholieken in Nederland h-jeft
veroverd. Deze huldiging was het best
denkbare slot voor een middag, die dank
zij intense voorbereidingen is geworden
tot de grootste demonstratie van aan
hankelijkheid die de Nederlandse bis
schoppen sedert het herstel van de Hië
rarchie ooit in ontvangst hebben mogen
nemen.
(Van onze speciale verslaggever)
„Het herstel van 1853 herdenkend, zijn
wij ons bewust te staan aan het eind
van een eeuw, boordevol met successen.
Weinig evoluties spreken zo duidelijke
taal tot ons volk als het proces van onze
herleving, ons opgroeien tot gestadig
omvangrijker dienstbaarheid aan de
geestelijke en stoffelijke belangen van
de Nederlandse gemeenschap. Toch zou
het vermetel zijn onder Gods ogen de
verstreken honderd jaar een eeuw van
vooruitgangte durven noemen: er valt
vandaag zo véél te betreuren, dat redde
loos verzuimd schijnt, tenzij Hij zelf in
grijpt. Hij zal dit doen, als Zijn uur
daar is. Maar ik geloof voor het minst
dat één evolutie van dit honderdjarig
tijdvak in het Boek des Levens staat:
de groei van ons volk naar de geest van
de oecumene, d.i. een groeien in dee
moed, offerbereidheid en de Christelijke
Liefde, die geen kwaad denkt en zich
niet laat verbitteren. Wat in 1853 ge
woonlijk bitse polemiek moest zijn, is
nu meestal een broederlijk, godsdienstig
gesprek. Het kan niet met de wil van
de Meeester stroken dat wij niet één
zijn, maar twee. Met dit besef in ons
hart brengen wij op dit uur aan alle
protestanten, ook aan alle nonconformis
ten aan de periferie van de Christelijke
gemeenschap, de vredegroet tot het weer
zien in ons aller ontmoetingspunt: Chris
tus". Aldus sprak tijdens de grootse ma
nifestatie van het Nederlanderschap der
katholieken Zaterdagavond in het sta
dion te Utrecht prof. dr. L. J. Rogier in
ziin feestrede. Met een donderend ap
plaus betuigden alle 20.000 aanwezigen
hun instejnming met deze groet.
Openhartig belijden van fouten
Dit was overigens niet de enige
maal, dat de woorden van Prof. Rogier
door enthousiaste toejuichtingen werden
onderbroken. En terecht, want deze
rede bezat een grandeur, die men
helaas slechts zeer zelden ontmoet.
Het was een openhartig belijden van
fouten en verlangens, een welspre
kend getuigen van trots en dank was
het evenzeer.
Professor Rogier schetste in de aan
vang de historische groei van het Ka
tholicisme in Nederland. Hij herdacht
het herfsttij der Middeleeuwen, waarin
zonen van ons land een verdiept gees
telijk leven uitten in beeldende kunst,
muziek en literatuur, waarin ons land
ook aan de wereld schonk de Neder
landse Paus Adriaan van Utrecht en
diens vriend Erasmus van Rotterdam,
de wegbereider van het Christelijk hu
manisme, dat de schatten der oude Kerk
herontdekt en ontgonnen heeft. De tijd
werd wreed, toen de grote Westerse
scheuring gebed en gesprek deed falen
en de godsdienstige eenheid uiteen werd
gescheurd. Het Geloof der vaderen
heeft zich na die tijd naar binnen ge
keerd, om, ongezien door de wereld
daarbuiten, in schuilkerken te bloeien
in liefde, te branden als een kleine
vlam bij een tabernakel. Nog leeft on
der het nageslacht, aldus Prof. Rogier,
daarvan meer dan een heugenis voort
in een erfelijke voorkeur voor een ver'
doken Godsdienstbeleving, die geen op
zien baart en treft door haar ogen
schijnlijke kilheid. „Maar waar was ooit
inniger vroomheid dan in de kerken
onder het kruis?"
Herinnering aan de schuilkerken
Met lichte weemoed herdacht de
feestredenaar de periode der schuilker
ken. „Ach, dat er meer Begijnhofker
ken in gave staat en oude sfeer als
levende getuigen voor ons gebleven
waren."
„Onze vaderen hebben, voor hun
godsdienstige samenkomsten gebannen
naar pakhuizen, zolders en schuren in
de ziistegen en achterommen der steden
of diep in de verlatenheid van een
woeste hei. misschien tastbaarder dan
hnn voorgeslacht en hun nakroost
straks, het geheim der Verlossing ge
zien en scherper gevoeld, waarom God
van het Kruishout moest heersen." Het
onrecht hun aangedaan werd door onze
voorvaderen als boete aanvaard. Zij
hebben het geloof in de Eucharistische
Christus omklemd met een innigheid,
waaraan wij vandaag ons behoud bij
de schaapstal danken. Wij moeten ech
ter dit onrecht niet overdrijven. De ge
schiedschrijver stelt namelijk dat ieder
een, ook elke protestant, de schuilker
ken wist aan te wijzen, waarbinnen het
Roomse Geloof in strijd met 's lands
wetten ongestoord uitgeoefend kon
worden. Deze toestand getuigde van
een goede burgerlijke verdraagzaam
heid boven de plakkaten die het dage
lijkse leven in dit goede land ook voor
de katholieken steeds meer draaglijk
maakte.
De koningen en het Herstel
De Franse revolutie liet het katholi
cisme in ons land onaangetast. In 1813
verkeerde de Kerk nog onveranderd in
de oude positie. Veertig jaren moesten
daarna nog verlopen, eer de dagen van
het herstel vervuld waren. Alle drie
onze Koningen zijn persoonlijk in een
der pogingen tot het herstel van de bis
schoppelijke hiërarchie betrokken ge
weest. De Pauselijke Breve van 4 Maart
1853, waarin de nieuwe kerkprovincie
tot stand kwam, ontketende aanvanke
lijk heftig verzet, maar dat deed niets
af aan dé vreugde dat thans een eind
kwam aan een missie-toestand, die een
schrijnende heugenis bleef levendig
houden aan eeuwen van onrechtmatige
verdenking. Onze vaderen waren, toen
hun geloof verheimelijkt moest worden,
en hun vaderlandse trouw in verden
king bleef, allen Emmaüsgangers, die
zich verweesd en verlaten waanden,
totdat opeens het hart in hen branden
de werd, toen de Meester zelf tot hen
sprak door het woord van Zijn plaats
bekleder.
Roem voor Thorbecke
Prof. Rogier stelde dat het vertrouwen
dat door Rome in de Nederlandse katho
lieken werd gesteld ook een vertrouwen
inhield in de broederlijke zin van de
andersdenkende landgenoten en in hun
beginselvaste verdraagzaamhéid. Dat
vertrouwen is niet beschaamd geworden.
Spreker roemde de „ongenaakbare Thor
becke" als „gaaf model van beginsel
vastheid. onkreukbaar in alle stroef
heid". Tal van protestanten hebben in
eerlijke verontwaardiging geprotesteerd
tegen de smaad die in 1853 onze voor
vaderen is aangedaan. De eerbied voor
de gewetensvrijheid is ook toen een der
beste nationale tradities gebleken. Ook
het Huis van Oranje heeft zich door een
milde verdraagzaamheid onderscheiden.
Willem III getuigde openlijk Koning en
vaderlijk beschermer te willen zijn, niet
van een deel van het volk maar van de
gehele natie. Niet het minst om dit
onwrikbaar besef van een Koningschap
boven geloofsverdeeldheid is het Huis
van Oranje ons Katholieken dierbaar.
Vriend in de oorlog
Tenslotte stond prof. Rogier stil hjj
de donkere oorlogsjaren toen de Neder
landse natie een trouwe vriend heeft
leren kennen in hetzelfde Episcopaat
dat in 1853 met wantrouwen was ont
vangen. Na de bevrijding is ons volk
hier op ondubbelzinnige wijze voor uit
gekomen. De Utrechtse universiteit,
waarvan overbezorgden eens de onder
gang voorspelden als het Shylockoffer
der herstelde Hiërarchie, verleende onze
Aartsbisschop het eredoctoraat om zjjn
staan voor Goddelijke en menselijke
rechten, zijn irenisch samenwerken met
de leiders der niet-katholieke kerken en
zijn onwrikbare trouw aan het vader
land. En toen weinige tijd later Z.H.
Paus Pius XII mgr. De Jong tot het
kardinalaat verhief, heeft heel ons volk
zich met ons daarover oprecht verheugd.
„Met het verheven voorbeeld van
Kardinaal de Jong voor ogen, betuigen
wij, katholieke Nederlanders, trouw aan
het vaderland en zijn beste tradities,
bovenal die van de gewetensvrijheid, en
een eerbied vol warme genegenheid
voor de draagster van de Kroon, de
waardige erfgename van de edelste
Oranjetradities: Juliana Koningin der
Nederlanden". Met laaiend enthousias
me, culminerend in een overweldigend
een langdurig applaus, sloten allen in het
volle stadion zich bij deze woorden aan,
die het slot vormden van een waarlijk
magistrale rede.