Eduard Verkade 75 jaar
UTOPIA VOOR GOEDAARDIGE
SCHIZOFRENEN
Moord-
ie de lift
Zonnebloem was de gelukkigste
ingeving van mijn leven
Kunstschatten liepen bij vervoer
over see ernstig gevaar
D
Shadows move among them
of Sparta in de tropen
En welke is onze zonde
D
VijNr RH EUMIN hipt!.
■w
Idee groeide uit tot een unieke
gemeenschap
i
Bijzondere voorschriften gevraagd
■öe Goede Herder
Overeenstemming
bereikt
ZATERDAG 13 JUNI 1953
PAGINA 3
Alex van Wayenburg 50 jaar
Amersfoortse kei
van voetstuk
Levenstaak
®an.
Insprekend en zó duidelijk Gods on-
ge dige liefde voor de zwakke mens
Zjjjf dderd als juist in dit Evangelie?
hebben"-
vel
Nederlanders in Lourdes
onderscheiden
Ambtenarensalarissen
Voorstellen Maandag in
Ministerraad
LITERAIRE KRONIEK
H.M. de Koningin ontvangt
congressisten
I zo
door NCAIO MARSH
ONDERWIJZER
RESA.HILVERSUM
Misdienaarsdagen in
Juli en Augustus
Audiëntie
1925 stuurde Alphons Laudy, hoofd-
dacteur van „De Tijd", een piepjonge
™»egever naar pastoor Perquin van
d® Dominicusparochie in Amsterdam
°or een interview. Deze pastoor hield
bezig met radiocomité's, waarover
"•«n veel te doen was.
Vijf jaren later stapte deze inmiddels
*®eer bereisde journalist, het R.K. Ver-
jjdgingsgebouw aan de Emmastraat in
Jhlversum binnen voor 'n sollicitatie bij
.^zelfde pastoor. Er stak wel wat in de
*Vnge K.R.O., zei men. „Hé bonjour, be-
maar", zei de pastoor bedrijvig te-
J" dden van het geloop van musici, die
der leiding van Marinus van 't Woud
"de dansen zouden spelen.
Het werd de jongeman duidelijk dat
'J zonder hulp de sprong moest wagen,
de jonge radio stelde vreemde
™n. Hij greep zijn kans. „Luisteraars
- de stoelen maar aan de kant, wij
««■au dansenbegon hij. Pastoor
Va Uin knikte goedkeurend en Alex
Wayenburg was K.R.O.-omroeper.
r® ongeveer zijn de meeste oudere ra-
figuren begonnen. Zij hebben allen
Hii? uitgebreid repertoire van beleve-
rfcn uit de beroemde beginjaren. Ge-
iklore behoren, want iedereen zal de
urtenissen, die nu reeds tot de radio-
®rgelijking trekken tussen toen en nu,
"ssen de improvisatie van toen en de
rganisatie van nu.
Voor Alex van Wayenburg, die 25
a.s. zijn 50ste verjaardag viert,
het grote moment in zijn radio-
"opbaan, in 1945, toen hij zijn gedach-
j,h liet gaan over een nieuwe rubriek.
rubriek voor de zieken doch vrij
„ah de sentimentele bekommernis van
gezonden met de zieke, die zovele
an deze programma's ongenietbaar
séh- u' Het idee kwam als een bliksem
lucht „Plotseling zag ik het klaar voor
een gemeenschap van gezonde en
»eke mensen waarin elk zijn taak heeft
kn ^'3ann de liefde niet van één kant
di t.': Het Christendom heeft de zieke,
a!® zÜn lijden blijmoedig draagt, steeds
s een kostbaar bezit van de kerk be-
dit thema bouwt de ge-
te voort en zo werd de „Zonne
roem" geboren.
»PVGeen letter behoefde ik aan de op-
ds v veranderen in de acht jaren dat
Zo or,nehIoem bestaat. De opzet van de
3 nnebloem is gebleken juist te zijn. De
en hebben dan ook een bloei te zien
e =6ven, die de gezondttlid van het be-
~"Sel bevestigen", vertelt de oprichter
et zonder voldoening.
»n?v?r de Zonnebloem hebben wij reeds
0i<w,-?re malen geschreven, doch het is
tg k, om ovei; Alex van Wayenburg
55
tir^5reken zonder de Zonnebloem te
B(T'nen' Ofschoon hij de ziel van het
de ?r®™ma is, schuift hij de eer naar
Va* 0Ze medewerkers en de leiders
bW, de organisaties, die uit de Zonne-
2n* Zljn voortgekomen. De Stichting
"nnebloem, welke haar arbeid steeds
ve^ada/ eerder door militairen te-
V„ geefs is gepoogd de Amersfoortse
ri. van zijn voetstuk te stoten, is dit in
a® naoht van Donderdag op Vrijdag
an de huzaren van prins Alexander
•vel gelukt. Ongeveer honderd man
"^eten in dit nachtelijk avontuur een
aandeel hebben gehad. De manschappen
fhn met koevoeten en stangen er op
^getrokken om de kei te belagen. De
>w' nog omhangen met zijn ridderorde
at men u ook heeft aangedaan, op
dit VOetstuk zult u blijven staan", kon
Vnd>aal deze leuze niet gestand doen.
stiii 'htend lag hij zielig naast zijn
z* htet zal een karwei zijn hem op
plaats te krijgen.
verder uitbreidt en nu o.m. reeds 20 wel
farewerksters in dienst heeft, het tijd
schrift voor de zieken „Zonzij" enz.
zij kwamen allen uit het ziekenpro-
gramma voort.
Deze nationale katholieke ziekenge-
meenschap is uniek in Europa. Achtmaal
in de veertien dagen is Alex van Way
enburg met de Zonnebloem in de aether.
Als elke radiomedewerker, die de begin
jaren heeft meegemaakt, is hij afkerig
van te veel geschreven tekst. Improvisa
tie, het woord dat uit het hart opwelt, De geestelijke vader en de troubadour van de „Zonnebloem" samen voor de mi-
is de basis van de uitzending, of zoals crofoon. In de „Zonnebloem", het KRO-ziekenprogramma, is Jules de Corte, de
het in Zonnebloemtermen heet, de bij- begaafde blinde liedjeszanger en componist, een graag gehoorde gast. Rechts de
eenkomst. „Ik ben er weer bij geweest", geestelijke vader en regisseur van de „Zonnebloem" Alex van Wayenburg, die
schreef een reeds jarenlang thuis lig- 25 Juni a.s. zijn 50ste verjaardag viert.
gende zieke. Geen wonder dat de Zon
nebloem de meeste post van de K.R.O.
ontvangt. Zelf een Zonnebloem, die vele
malen het lijden van zijn luisteraars
heeft gedeeld, kent Alex van Wayen
burg uit eigen ervaring hun noden en
behoeften. Al is de Zonnebloem bijna
zes uur in de veertien dagen in dé* lucht,
elke uitzending is opnieuw een beleve
nis. „Elke keer ben ik even gespannen
als de eerste maal dat ik voor de micro-
phoon stond".
Het werk voor de zieken is de levens
taak voor Alex van Wayenburg gewor
den. Zo zeer leeft in hem het ideaal van
de geestelijke en stoffelijke gemeen
schap van zieken en gezonden, dat hij,
sprekend voor de microphoon, bijna
vanzelf de woorden vindt die het hart
van de zieke benaderen. De studio kent
Alex van Wayenburg als een gespannen,
intens geconcentreerde werker, een bij
zonder gevoelige natuur, die onaantast
baar schijnt voor het gevoel van over
verzadiging en verlies aan interesse, dat
vele radiomedewerkers op de duur be
dreigt. Dinsdag a.s. wordt de 1500ste
„Zonneblem" uitgezonden; 24 Juni a.s.
wordt de geestelijke vader van dit pro
gramma 50 jaar. Er is reden om bij dit
jubileum stil te staan.
De inspecteur voor de scheepvaart,
de heer J. Metz, heeft bij het onderzoek
van de Raad voor de Scheepvaart naar
de oorzaak van het ongeval met de
„Westerdok" in de Theems, bijzondere
maatregelen aanbevolen van autoritei
ten en initiatiefnemers bij het vervoer
van een lading onvervangbare waar
den, vooral voor het vervoer van na
tionale kunstschatten.
„Als ik bijzondere voorschriften voor
dergelijke lading vraag", zo zei de in
specteur, „ben ik me ervan bewust, dat
ik zeer moeilijke eisen aan de scheep
vaart stel, doch men zal bovenal met
het vervoer van kunstschatten overzee,
zich van een behoorlijke zekerheid
moeten overtuigen".
Telkens als wij de passage uit het
Lucas-Evangelie lezen, die deel
ge uitmaakt van de H. Mis van mor-
grijpt een diepe ontroering ons
Want waar wordt ons zó direct-
uit niet de woorden, die ons altijd
®ls 1 een bart onder de riem steken.
Ci» moeten toegeven, helaas, dat wij
uuszelf, ondanks de beste voorne-
s. tot zo weinig goeds in staat zijn?
ha.a Pharizeeën en schriftgeleerden
*haat Jezus een verwijt ervan ge-
Ajs a dat Hij met zondaars omging,
rt °f Hij niet voor de zieken maar voor
|®z°nden gekomen was! Hier moest
dj Verlosser hen even van antwoord
Va deu. En dat antwoord is weer een
l6v die voorbeelden uit het dagelijkse
iq die ieder begrijpen kon en waar-
hijn Vens een toespeling was vervat op
ïei, eigen gedrag. Zij lieten immers
?U ont
gjfjl had afgescheiden van de kudde. Ze
den 5 het na tot ze het gevonden had-
eitlcj Zo doet ook God, En als deze zich
God h heeft gewonnen gegeven voor
ZiJnS- he^de, dan „zal er meer vreugde
2jCh V} de hemel over één zondaar, die
tj„ hekeert, dan over negen en negen-
hort.rechtvaardigen, die geen bekering
lom hele heilsplan is een plan van
beg.®1, liefde voor ons. Allen zijn wij
®rnd om eeuwig gelukkig te zijn,
te deeuwig Gods lof te zingen en Hem
VeJJuuken voor Zijn eindeloze liefde
tjf, ons. Het is helaas geen uitzonde-
te^' dat velen onder de druk van on-
geVp mislukkingen, de moed op-
n' En dan glijden ze steeds verder
stef van God, worden langzamerhand
hejj Onverschilliger. Niet uit slecht-
toCk' T331" eenvoudig, omdat ze denken
ge* niet de kracht te kunnen opbren-
2iCh 0Iïl gewoon goed te zijn: omdat ze
Go(j m°eilijk kunnen voorstellen, dat
daar n°g_ belangstelling voor hen heeft,
?°k geen schaap in de steek, dat
hig\,„e immers tot nu toe nog zo wel-
li
térak6
bra„van hun leven hebben terecht ge-
"""'van echte wanhoop
'raChk
Er is hier gelukkig geen
'mV™ echte wanhoop, die zonde
b'Oéir-, H. Geest, die een bekering zo
eep ;IJh maakt. Veeleer gaat het om
'hzicKj Vt Ban begrip, een gemis aan
harfkl' aan geloof in Gods oneindige
^hartigheid.
Der mand weet beter dan onze Schep-
fea'ni'*at er in de mens is", hoe verre-
1*.. ZWaly tTT-ï-ï nï-in /irtlr Vtot
M^met altijd Goddank kwade
zwak wij zijn en ook, dat het
,_,s> als wij tekort schieten.
ien is het Zijn wil, dat wij
a 1 j endii
liaftj®n- zahg worden. En omdat „God
Sret ls'\ en Zijn barmhartigheid geen
bej.e[5n kent, is Hij altijd weer opnieuw
®roieder, die met vertrouwen en
*t> „p V' zijn toevlucht tot Hem neemt
öL de °P te nemen.
Waarheid wordt ons morgen In
ppf i /-* r.4-1_T1L
Hier angelie sterk op het hart gedrukt
v6rSa een blijvende grond tot nooit
,.nde hoop, tot moed en vertrou-
js niet overdreven te beweren,
1 niets in ons leven hebben mis-
dreven onverschillig wat dat geweest
is dat God niet vergeeft aan alwie
zijn fouten rouwmoedig betreurt. „Al
waren Uw zonden als scharlaken zo
rood, Ik zal ze witter wassen dan
sneeuw". Een behartigenswaardig woord
uit de H. Schrift!
iezelfde H. Schrift is boordevol
van deze waarheid. Vooral in
onze tijd, nu de belangstelling
voor de Bijbel zo toeneemt, zou het
goed zijn, als wij naar dergelijke ver
klaringen gaan zoeken.
Nemen we als voorbeeld maar eens
de geschiedenis van het Joodse volk.
Eén ononderbroken relaas van vallenen
opstaan. Ze werden overstelpt met wel
daden en steeds weer vielen ze van
hun Weldoener af. De psalmen spreken
van een „lichtzinnig en opstandig ge
slacht, trouweloos jegens God". Maar
toen Mozes, juist vanwege die voortdu
rende afval, twijfelde, of God nog wel
barmhartigheid kon tonen aan dit trou
weloze volk, werd hij onmiddellijk ge
straft. Hij zou zijn volk niet het be
loofde land mogen binnenvoeren.
Hoe was Jezus' houding tegenover de
berouwvolle moordenaar naast Hem
aan het kruis? Vandaag nog zult
gij met Mij het paradijs binnengaan!
Herinneren wij ons Christus' liefde
voor de tollenaar, voor Maria Magdale-
na, voor de overspelige vrouw en voor
Petrus, die Hem verloochende. Wie kent
niet de parabel van de verloren zoon?
En die van de goede Herder?
Altijd weer blijkt God ten opzichte
van de zondigende mens te handelen als
de goede Herder. Daarom ook bidt de
Kerk zo zeer terecht: „God, Die Uw
almacht het duidelijkst toont door ons
uit medelijden te sparen".... En zegt
Sint Jan niet: „Mocht iemand zondigen,
dan hebben wij bij de Vader een Hel
per, Jesus Christus, de Gerechte. Hij is
een verzoening voor onze zonden; en
niet voor de onze alleen, maar voor die
van de hele wereld". (1 Jo. 2, 12).
Zo staat de H. Schrift vol van tek
sten, die ons eenvoudig verbieden de
moed te laten zinken. Gods hele inte
resse om het zo eens te zeggen
is erop gericht ons te redden. Zou Gods
Zoon anders mens geworden zijn? Nie
mand heeft immers groter liefde dan
die zijn leven geeft voor zijn vrienden!
Dit is de grote en diepe werkelijk
heid, waarin wij door Gods genade mo
gen leven.
Af en toe zijn wij allen „verloren
schapen". En dan zoekt de goede Her
der óók naar ons. En als wij gevonden
worden, d.i. als wij ons bekeren en „vol
vertrouwen en berouw weer naar Hem
terugkeren, dan is er óók over ons
méér vreugde in de hemel dan over de
niet-verdwaalden.
Dit is toch wel zo'n troostrijke en
bemoedigende waarheid, dat zij het
overdenken en vooral het toepassen
méér dan waard is Zij brengt de zon
terug in ons leven. Met alle vreugde en
blijheid en nieuwe werklust en vertrou
wen, die daarvan het gevolg zijn. God
biedt ons altijd de genade van beke
ring. Laten wij er dan voor zorgen, dat
ons leven het zichtbare bewijs is van
die liefdevolle zorg van God voor ons.
L.
Eduard Verkade wordt 15 Juni 75
jaar en alles, wat men hem op die
dag aan huldigende woorden zou kun
nen geven, is al eens gezegd. Onder
meer een paar jaar geleden, toen hij,
reeds in de zeventig, afscheid nam
van zijn publiek in de Amsterdamse
Stadsschouwburg. En overigens ook
bij alle daaraan voorafgaande jubilea.
Zou men dus een overzicht willen ge
ven van Eduard Verkade's werkzaam
heden, men zou moeten vervallen in
herhalingen en nogmaals de namen
van de gezelschappen moeten opsom
men, waaraan Verkade heeft meege
werkt en de stukken, die hij heeft ge
speeld van Shakespeare. Shaw, Ibsen,
Schnitzler, Molnar, Vondel, Ghéon en
vele anderen. En men zou weer een
vergelijking moeten treffen met zijn
grote tijdgenoot Willem Royaards, die
men met zijn rijke fantasie de grote
tegenvoeter kan noemen van Verkade,
die steeds zijn heil heeft gezocht in
de soberheid van het decor, van de
toneelallure, van de regie.
Vele jaren lang heeft de ernst,
waarmede Verkade zocht naar de
kern der dramaturgie, grote indruk
gemaakt op de toen jongste genera
tie van toneelspelers. Of het juist is,
dat hij „de vergeestelijking" van
Shakespeare die hij nastreefde, ook
heeft bereikt en voor de schouw
burgbezoeker waarneembaar heeft
gemaakt, blijft een open vraag. Maar
dat hij door zijn onophoudelijk po
gen de aandacht van spelers en pu
bliek bij voortduring op de werke-
lijke waarden van het toneel heelt
getrokken, is voor ledereen duide-
De^ laatste jaren woont Verkade ln
Breukelen en wel in het ouderlijke
huis. Op de foto ziet men hem in zijn
tuin, uitkijkend op de Vecht.
Vrijdag heeft graaf De Beauchamp, de
95-jarige voorzitter van de Hospitalité te
Lourdes, vier' Nederlanders onderschei
den wegens hun grote verdiensten voor
de verpleging der zieken. De onder
scheiding wordt slechts verleend aan
degenen, die zich bijzonder inzetten voor
de verzorging der zieken. Zij moeten
daarbij aan hoge eisen voldoen. De
Hospitalité de Notre Dame te Lourdes
is de organisatie, welke zich belast met
de algehele leiding der ziekenverzorging
in Lourdes. De graaf De Beauchamp,
die zelf reeds zeventig jaar aan de
Hospitalité verbonden is, verleende de
zilveren medaille aan de heren Heynens
uit Meerssen en aan de heer Korst uit
Den Bosch. Deze laatste is voortrekker.
De bronzen medaille ontvingen de heren
L. Jansen uit Breda en S. Middendorp
uit Haarlem. Het gehele bestuur der
Stichting Limburgse Bedevaarten was
bij de plechtigheid in het hoofdgebouw
van de Hospitalité aanwezig.
Aan boord van de „Westerdok",
die op 4 Maart tijdens een zware mist
tengevolge van een „foutieve schat
ting der zeestromingen" tegen een
Noors schip lek was gestoten, be
vond zich 25 ton stukgoederen, be
staande uit machinerieën en een
aantal waardevolle schilderijen o.a.
van Rembrandt en Hals uit het
Frans Hals Museum te Haarlem.
Deze nationale kunstschatten waren
geëxposeerd geweest in de National
Gallery te Londen. Zij werden onder
supervisie van de directeur van het
Frans Hals Museum, de heer H. P.
Baard naar Nederland vervoerd. De
schilderijen liepen bij de aanvaring
geen schade op, doordat het lek in het
vóórruim was geslagen en de schilde
rijen zich in het achterruim bevonden.
Afgezien van de onvervangbare waarde
der lading achtte de inspecteur, de ka
pitein van het schip, de heer C. Smith,
die als betrokkene door de raad werd
gehoord, niet geheel vrij van schuld
onder meer omdat hij geen loods aan
boord had genomen. Hij vroeg de raad
tegen de kapitein als straf, ,een beris
ping" uit te spreken.
(Van onze Haagse redacteur)
Naar wij vernemen hebben de samen
werkende organisaties van overheids
personeel gisteravond besloten tot aan
vaarding van het door een regerings
delegatie opgemaakte schema inzake
verbetering van de salarispositie voor
het overheidspersoneel.
Twee weken geleden was het overleg
over deze kwestie op dood spoor geko
men, omdat aan de laagst bezoldigden
onvoldoende aandacht was besteed. Na
een onderhoud van vertegenwoordigers
der organisaties met de minister zijn
de besprekingen hervat; van regerings
zijde kwam men met nieuwe voorstellen
en thans is men dus in de Centrale
Commissie voor Overleg in Ambtena
renzaken tot overeenstemming gekomen
over de salarissen van het gehele over
heidspersoneel.
Feel is er in de wereld al gedroomd over Utopia, over de ideale staat of het
paradijs hier op aarde. Een roman als „Robinson Crusoë", heden ten dage
alleen als jongensboek gewaardeerd, is voor Daniël Defoe en zijn tijd
genoten uit de achttiende eeuw ongetwijfeld veel méér geweest dan een avon
tuurlijk verhaal. Het boek bracht een boodschap, ten dele in de vorm van een
satire, ten dele in de vorm van een verheerlijking der ongeciviliseerde natuur,
waarin alle conventies en taboes der burgerlijke samenleving zijn weggevallen.
Crusoe's eiland is een hard, maar ook een eerlijk paradijs, en men kan er verze
kerd van zijn, dat nog heden menig kind er van droomt zo'n Crusoe te zijn.
Voorzover wij kinderen zijn, nog niet al te stijf van geest in het dwangbuis
der maatschappelijke vormen ingeregen, dromen wij van een Utopia, waarin
het leven zich onder een stralend zonnetje eerlijk, helder, vrij en als een vol
maakte pic-nic afspeelt.
Sinds de dagen der vroege Roman
tiek, toen het „terug naar de natuur"
als een nieuw evangelie der aarde werd
vernomen, heeft het Utopia-motief in de
romanschrijverij onophoudelijk opgeld
gedaan. Niet altijd werden er hele ro
mans aan opgetrokken. Vaak speelde
het motief er zo maar terloops of on
dergronds doorheen. Vaak ook kreeg
het een uitgesproken parodistische bij
klank en werd het de uiting van een
romantisch heimwee, dat met zichzelf
een loopje nam. Zo bijvoorbeeld in een
van de beste Vlaamse romans der laat
ste jaren, in „De Trap van Steen en
Wolken" van Johan Daisne. Daar bou
wen Gun en Ra zich uit beschavings
moeheid („verveeld door de Oude We
reld, door een leven zonder horizon,
door een werk zonder uitkomst") een
droomwereld op in de prairie. Ze heb
ben daar hun blokhut, met een divan
in het midden van de kamer, en on-
aflaatbaar vieren zij feest. Alles wat
de gezelligheid kan verhogen, whis
ky, dansmuziek, geïllustreerde bladen
hebben ze in voorraad. Af en toe
komt een oude Indiaan op visite en dan
praten ze over een verborgen schat in
de bergen en soms spelen zij „wild
west-film" (uit de stomme periode).
Omdat Daisne zo'n buitengewoon ad
rem en beweeglijk auteur is, is zijn
„Trap van Steen en Wolken" een koste
lijk boek geworden, waarin Utopia de
tragi-comische uitdrukking is van de
meest uiteenlopende dagdromen van
het menselijke gemoed.
Daisne verwacht hierbij van de lezer
een soepele intelligentie en een ver
beelding, die in staat is, achter de pa
rodie om, de kern van de zaak te vat
ten. Kunst, zegt hij, beweegt zich op de
onnaspeurlijke grens tussen realiteit en
droom. Zijn uitgangspunt was de Idee
van Plato: dat ons leven op aarde niet
wezenlijk op en in zichzelf bestaat,
maar dat het louter een spel is van
schaduwen en echo's, neergeworpen door
„paradeigmata", oerbeelden, die ergens
in een stralende hemel ademen; dat
onze werkelijkheid hier beneden maar
schijn is, terwijl in onze illusie over
daarboven de échte werkelijkheid be
gint.
Schaduwen en echo's
Wanneer men het heel goed voor
heeft met Edgar Mittelholzer, de Ame
rikaanse schrijver van de Utopia-roman
„Shadows move among them" (zojuist
vertaald onder de titel „En welke is
onze zonde?") dan kan men aannemen,
dat zijn uitgangspunt precies dezelfde
Platoonse gedachte is.
Schaduwen en echo's vormen het dé
cor van zijn fantastisch toneel. De Broe
derschap, wier welvaren hij verhaalt,
hecht een enorme waarde aan het leven
in illusies. Zijn helden en heldinnen
achten zich voortdurend ten prooi aan
zogenaamde „plaatselijke invloeden" en
hun verweer daartegen is zeker niet
van het nodige comische effect ont
bloot.
De situatie in Utopia komt op het
volgende neer:
Op een eenzame post in Brits Guyana
heeft zich een excentrieke dominee uit
Oxford neergelaten. Met zijn gezin
tv, v,,, u/r(betracht hij daar onder de tropenzon
De ministerraad moet nu nog Maan- een zo g^ond mogeiijke" Spartaanse
dag zijn fiat geven aan deze salarisver
betering.
H.M. de Koningin en Prins Bernhard
hebben vanmorgen op het paleis Soest-
dijk een delegatie ontvangen van de
„Confédération internationale des an
ciens prisonniers de guerre", die dezer
dagen een congres in Amsterdam houdt.
Vrijdag werden de deelnemers namens
de regering door minister-president
Drees in hotel „De Witte Brug" te
's-Gravenhage ontvangen.
Koningin Juliana heeft aan de voor
zitter der organisatie, Raoul Naches
(België), de versierselen behorende bij
de onderscheiding „Officier in de Or
de van Oranje-Nassau" uitgereikt.
levenswijs, waarbij ieder individu
wordt beschouwd als een goedaardige
„schizofreen", een dubbele persoonlijk
heid oftewel een gespleten geest. Dit
wordt duidelijk, zodra zich in de kolo
nie een nieuweling aanmeldt, Gregory,
een beschavingsmoede Engelsman, die
bij de Broederschap in de jungle rust
komt zoeken. Voor Westerse begrippen
is hij beslist niet helemaal normaal. Hij
is „twee verschillende mensen". De een
is een soort schaduw, die rondwandelt
en praat. De ander is zogezegd zijn „sub
stantiële ik", hetwelk hij verborgen
houdt. Deze Gregory krijgt zeer vreem
de dingen te beleven op Berkelhoost,
zoals de kolonie heeft naar de eerst Hol
landse planters, die er tijdens het sla
venoproer van 1763 echter allen werden
vermoord. Sindsdien krioelt Berkelhoost
van spoken en geesten. De hele omge
ving wemelt van de overgebleven uit
wasemingen van voorbije wreedheid.
Het dampende oerwoud zorgt verder
voor 'n zekere sensualiteit. Slechts met
veel zelfdiscipline, dominee's stopwoord,
stelt een mens zich tegen deze „plaat
selijke invloeden" teweer.
Mittelholzer, de auteur, is een echte
Amerikaan en hij kent de zwakke
plekjes in de harten zijner Amerikaan
se lezers. Hij kent hun zwak voor nieu
we broederschappen, die het een of an
der krankzinnig idee tot verbetering
der wereld voorstaan. Hij weet ook, dat
hij daar rustig een beetje mee de draak
kan steken. Niet te veel echter, want er
moet toch wel iets in het idee blijven
zitten. En zo komt hij dan tot zijn sug
gestieve schildering van de zedenher-
vormende levenspraktijk van dit ver
lichte domineesgezin aan de rand van
het oerwoud, temidden van een stelle
tje goedlachse Indianen uit het Reser
vaat, en met de genezingzoekende Brit
Gregory als held van de opera. Dit is
„beschaving zonder cynisme", moet Gre
gory erkennen, dit isUtopica.
De toon, die de muziek maakt
Dit is.... Amerika, zoekend, snuffe
lend, gniffelend, arm Amerika. „En
welke is onze zonde?' is een bestseller,
waarin Babbitt krijgt wat zijn hartje
begeert: erotiek, romantiek en mystiek,
allemaal in het zeer redelijke en het
zeer menselijke:
„Onze godsdienst maakt ons niet
ongelukkig van angst of wroeging.
Wij denken er licht over, alsof het
een soort ontspanning was. en daar
door geeft het ons waarlijk verede
ling en vermaak. Het zingeij van
psalmen en het luisteren naar de
preekvertellingen zijn voor ons een
even groot genot als het luisteren
naar een symfonie of het zien van
een mooi schilderij."
Welk een caricatuur van het zedelijk
bewustzijn en het artistiek snobisme!
Van afkomst is de Amerikaan Mittel
holzer een zuiderling, geboren in Brits
Guyana. Hij kent dus de „plaatselijke
invloeden" uit eigen ervaring. Maar nog
beter kent hij het publiek, dat aan zijn
lippen hangt. Zijn beschrijving van het
psychisch ongeblokkeerde leven op Ber
kelhoost is niet zo maar een parodie.
De toon van zijn roman benadert
weloverwogen de toon van heel wat
wereldverbeteraars, die het ei van Co
lumbus zeggen te hebben uitgevonden.
Het is de toon, die appelleert aan de
wensdromen van een gemakkelijk be
speelbaar en goedgelovig publiek, dat
nu eenmaal bedrogen wil zijn en bij
voorbeeld op verzoek van de heer Hau-
ser bij yoghurt en op dat van de heer
Mittelholzer bij schizofrenie zweert
Men kan zichzelf in het laatste geval
in de heerlijke waan brengen, dat men
niet verantwoordelijk is voor wat men
doet Men speelt een rol, levenslang, en
men vraagt zich af: Welke is mijn zon
de? Het was mijn „schaduw" maar di»
het deed, niet i k!
Ga vrij uit, schaduwen, in dit Utopia!
Mittelholzer heeft luilekkerland, door
hem niet zonder ironie een modem
Sparta genoemd, brillant op pootjes ge
zet.
t Is jammer, dat de mentaliteit van-
waaruit hij schreef er in laatste instan
tie niet meer dan glanzende kitsch van
maakte; als zodanig voor geestelijk on
rijpe lezers niet zonder gevaar.
NICO VERHOEVEN
Edgar Mittelholzer: „En welke is
onze zonde?" (Shadows move among
them). Vertaald door Max Schuchart
Uitg. Querido, Amsterdam, 1953.
Advertentie
tabl.
55 ets
e Italiaanse, in Amsterdam wer
kende, beeldhouwer Frederico
Carasso heeft ter versiering van
de Eindhovense schouwburg, door dr
Philips gesticht, een grote zonnewijzer
vervaardigd, die Het er zeer wel doet.
De droom en de lyriek in de stad der
techniek, het vluchtige en de eeuwige
wederkeer der dingen heeft hij in
sculptuur gevat.
Op een lage cirkelbasis ziet men
diep-blauw glas, met tal van nuancen,
en daarin stromen sterren. Een rijke
rand, een guirlande van lichamen der
luchtgeesten in ondiep reliëf, sluit de
cirkel af en versiert hem. Daarboven
verheft zich, in fraai gemoëlleerd
brons, de cirkel der vier lichamen, die
de overgang van nacht in dag en van
dag weer in nacht in beeld brengen.
Het is geen „regelmatige cirkel, het
is een krans van edel gevormde, door
het contact der ledematen als het wa
re in elkander over glijdende figuren,
die als op golven van aether schijnen
te bewegen door de banen der hemel
lichamen en door de melkweg. Die
krans van lichamen heeft een grote
eenheid en een grote harmonie, het is
voortreffelijke sculptuur, zonder sche
ma's en puzzles, buitengewoon be
kwaam gemaakt en met een sterke poë
tische inhoud. Het enige wat men hier
ondergaat is schoonheid, zonder proble-
51
„Kom nu, kom nu, kalm."
„Waar is de detective? Ik wil de
verantwoordelijke persoon zien."
Het hoofd van Lady Wutherwood
draaide met een rollende beweging en
van de schaduwen van haar oogholten
scheen ze Chariot aan te kijken. „Ga
weg," zei ze hardop.
Lord Charles wendde zich tot de
agent, „Wilt u meneer Alleyn waar
schuwen?"
„Zeker mylord," zei hij en keek naar
Lady Wutherwood die de deuropening
volkomen blokkeerde.
In de gang staat een stoel zuster",
zei Chariot.
Tinkerton zei: „Kom nu, mylady."
Haar lippen bewogen en het was zo stil
in de kamer dat Roberta het klikkende
geluid weer hoorde vóór ze begon te niet een zwakke stem maar met autori-
spreken. Maar toen ze sprak was het
met een doodgewone stem, een stem
zonder enige tragiek of paniek.
„Charles," zei Lady Wutherwood, „ik
wil de politie spreken."
„Ja Violet. Ik zal het hun zeggen."
„Ik wil ze spreken, omdat ze iets
goed moeten begrijpen. Ze hebben het
lijk van Gabriel meegenomen. Dat moet
terugkomen, naar mijn huis. De begra
fenis is van mijn huis uit en nergens
anders. Dat wil ik ze zeggen. Gabriel
moet terugkomen."
III
Chariot haastte zich naar haar schoon
zuster en Roberta hoorde haar spreken
op dezelfde toon, die ze vroeger ge
bruikt had, als een van de kinderen
zich pijn gedaan had of verdriet had.
Het was een kalmerende stem, maar
Lady Wutherwood scheen er nauwe
lijks op te letten. De verpleegster zei
meer beroepshalve: „Kom nu maar, we
zullen even gaan zitten en wachten tot
de dokter komt."
„Daar niet," zei Lady Wutherwood-
„Ik wil niet in die kamer."
teit. Haar meesteres steunde op haar
en ging de gang in, nog steeds gehol
pen door de twee vrouwen. Chariot
sloot de deur, keek de familiekring rond
en haalde haar schouders op.
„Wat denken jullie, datbegon ze.
Maar Frid onderbrak haar. Frid stond
midden in de kamer, deze keer onbe
wust dramatisch en bezwoer haar fami
lie met een soort hartstochtelijk ge
fluister.
„Luister," zei ze, „hij is weg. Wat
doen we? Wat zou Patch gezegd heb
ben dat we in de eetkamer deden?'
„Ze heeft natuurlijk de waarheid ge
zegd", zei Henry.
„Ze kan gelogen hebben of het ge
drukt stond."
„Zal ik wegglippen en het haar vra
gen?" stelde Stephen voor.
„Kind," zei Chariot „het huis staat
stijf van de politiemannen. Je wordt
onmiddellijk gearresteerd."
„Nu," zei Frid ongeduldig, ,wat gaan
we zeggen? Vlug! Vóór hij terugkomt."
„Je moet Alleyn de waarheid vertel
len, Frid" zei Lord Charles.
„Maar, paps
„Vertel hem de waarheid." Hij keek
naar Lady Katherine. „Tenslotte doet
het er ook niet veel meer toe, na alles
wat er al gezegd is
„Maargoed, paps," zei Frid. „Da
waarheid dan maar. Ik weet niet wat
jullie ervan denken, maar ik vind het
vrij duidelijk wie het gedaan heeft."
De anderen staarden haar aan. Frid
wees naar de deur.
„O, nee," zei haar vader.
„Maar, paps, natuurlijk," zei Frid. „Ze
is gek. Ze is volslagen knots. U weet
hoe ze elkaar haatten. En mams, u zei,
dat u haar alleen hebt gelaten toen u
een van de jongens ging vragen om de
lift, te bedienen. Toen moet ze het ge
daan hebben. Wie anders?"
„Charlie, denk jij
Lord Charles keek zijn vrouw aan.
„Wie anders, Immy?" zei hij. „Wie an
ders?"
„Ik denk, dat Frid gelijk heeft," zei
Stephen.
„Schei dan in godsnaam uit met die
onzin, Stephen en Colin, en zeg, wie er
mee in de lift is gegaan," zei Henry.
Colin zei: „Ik."
„Wees niet zo'n vreselijk uilskuiken."
zei Stephen, „als tante V. het gedaan
heeft waarom zou jij je er dan mee
gaan bemoeien? Je bent gek."
„Jullie zijn allebei gek," zei Henry.
„Als tante V. het gedaan heeft
„Als Violet Gabriel vermoord heeft"
zei Chariot plotseling, „hebben we niets
anders te doen dan onszelf vrij te plei
ten."
„Immy, lieverd
„Als het gaat tussen jou of een van
mijn kinderen en Violet, Charlie, dan
ben ik tegen Violet. Ik geloof, dat Frid
gelijk heeft. Als Violet Gabriel ver
moord heeft is ze gek. Ze is al eens
eerder opgesloten geweest en ze zou
toch nog wel eens opgesloten worden.
Maakt dat zoveel uit? Maakt het wel
zoveel uit zelfs als ze het niet gedaan
zou hebben?"
„Immy!"
„Een krankzinnige vrouw en wat
meer zegt, een afschuwelijke vrouw. Je
vindt dat zelf ook, Charlie. En als ze
te voren al niet waanzinnig was, dan
is ze het nu toch wel. Ze moet in ieder
geval opgesloten worden. Als ik me
neer Alleyn spreek, zal ik hem heel
duidelijk maken, dat Violet de gelegen
heid had. En als hij vraagt in welke
verstandhouding zij leefden, dan zal ik
het hem vertellen- Waarom niet? Waar
om in 's hemelsnaam niet? Je hebt zelf
gezegd dat we de waarheid moeten
spreken. Het is toch de waarheid dat
Violet en Gabriel elkaar jarenlang ge
haat hebben? Dat weten we allemaal.
Laten we het dan zeggen. Hoe zit dat
met die vrouw, van wie je mij vertelde,
dat Gabriel haar geïnstalleerd had
„Immy
„Ja, ik weet het, je hebt het nooit
aan de kinderen gezegd. Zeg het ze nu
maar. Zeg bet ze."
„O mama," zei Henry, „dat wisten we
al lang."
„Mams heeft gelijk", ze Frid. „Laten
we in 's hemelsnaam daaraan vasthou
den. Ze zullen tante V. toch niet op
hangen. En er is een vlotte kans, dat ze
het gedaan heeft. Laten we vertellen
wat we weten. De tweelingen hebben
zich er lelijk ingedraaid, maar laten we
hen er uithalen. Als het gaat tussen
een tweeling en tante V. prefereer ik
de tweeling. Als zij oom G. met die
v.leespen in zijn oog prikte
„Ja," zei Henry, „maar als ze het nu
eens niet gedaan heeft?"
Als ze het niet gedaan heeft, wordt
ze alleen maar opgesloten. Dat moest ze
toch."
(Wordt vervolgd).
:.v
men, schijnbaar door een vluchtig
aanraken der materie, maar in werke
lijkheid is de compositie zeer overwo
gen en ieder detail is met grote kunde
bewerkt. De wit-en-gouden zonnewijzer
rijst er bovenuit en het geheel heeft
een sterk evenwicht, zonder dat de in
druk van speelse sierlijkheid wordt
weggenomen.
Advertentie
Wili Gij
worden 7
Vraag dan so spoedig mogelijk
uitvoerige inlichtingen aan de
Cursus, die reeds honderden
candidaten heeft opgeleid voor
het Officiële Examen. Welke
merkwaardige resultaten Resa
in de loop der jaren heeft weten
te behalen, kunt U lezen in
onze uitvoerige prospectus, dat
U op verzoek gratis wordt toe
gezonden. Aan Examencandi-
daten zenden wy desgevraagd
de uitwerkingen, met tips van
het Schriftelijk Examen 1953
Steeds gaarne tot Uw dienst.
Bekende Schriftelijke Cursus
Het centrum voor acolythen-actie te
BrakkensteinNijmegen organiseert dit
jaar op vijf plaatsen in Nederland mis
dienaarsdagen, bestemd voor acolythen
en koorzangers. In vorige jaren namen
in totaal meer dan twintigduizend jon
gens aan deze dagen deel. De eerste dag
is Woensdag 22 Juli te Deventer, ver
volgens Vrijdag 31 Juli in Rotterdam,
waar de deken van Rotterdam, mgr. J.
H. Niekel, in de grote Ignatiuskerk aan
de Westzeedijk om tien uur de plech
tige H. Mis opdraagt. Maandag 3 Au
gustus is de misdienaarsdag midden in
het Limburgse land, in het Steiners-
bos, gelegen nabij Sittard, in de pa
rochie Kerensheide. Ook in het hart
van Brabant zullen Maandag 10 Augus
tus vele honderden misdienaars bijeen
komen te Tilburg, waar de dag om
tien uur begint met een gezongen H.
Mis in de kerk van het H. Sacrament
aan de Ringbaan Oost. De rij van mis
dienaarsdagen wordt besloten Woens
dag 19 Augustus in het centrum van de
Acolythen-actie te BrakkensteinNij
megen.
De Aartsbisschop-Coadjutor van
Utrecht, Z. H. Exc. mgr. dr. B. J. Alfrink,
zal in de komende week alleen na af
spraak audiëntie verlenen.