Eduard Verkade 75 jaar UTOPIA VOOR GOEDAARDIGE SCHIZOFRENEN Moord- ie de lift Zonnebloem was de gelukkigste ingeving van mijn leven Kunstschatten liepen bij vervoer over see ernstig gevaar D Shadows move among them of Sparta in de tropen En welke is onze zonde D VijNr RH EUMIN hipt!. ■w Idee groeide uit tot een unieke gemeenschap i Bijzondere voorschriften gevraagd ■öe Goede Herder Overeenstemming bereikt ZATERDAG 13 JUNI 1953 PAGINA 3 Alex van Wayenburg 50 jaar Amersfoortse kei van voetstuk Levenstaak ®an. Insprekend en zó duidelijk Gods on- ge dige liefde voor de zwakke mens Zjjjf dderd als juist in dit Evangelie? hebben"- vel Nederlanders in Lourdes onderscheiden Ambtenarensalarissen Voorstellen Maandag in Ministerraad LITERAIRE KRONIEK H.M. de Koningin ontvangt congressisten I zo door NCAIO MARSH ONDERWIJZER RESA.HILVERSUM Misdienaarsdagen in Juli en Augustus Audiëntie 1925 stuurde Alphons Laudy, hoofd- dacteur van „De Tijd", een piepjonge ™»egever naar pastoor Perquin van d® Dominicusparochie in Amsterdam °or een interview. Deze pastoor hield bezig met radiocomité's, waarover "•«n veel te doen was. Vijf jaren later stapte deze inmiddels *®eer bereisde journalist, het R.K. Ver- jjdgingsgebouw aan de Emmastraat in Jhlversum binnen voor 'n sollicitatie bij .^zelfde pastoor. Er stak wel wat in de *Vnge K.R.O., zei men. „Hé bonjour, be- maar", zei de pastoor bedrijvig te- J" dden van het geloop van musici, die der leiding van Marinus van 't Woud "de dansen zouden spelen. Het werd de jongeman duidelijk dat 'J zonder hulp de sprong moest wagen, de jonge radio stelde vreemde ™n. Hij greep zijn kans. „Luisteraars - de stoelen maar aan de kant, wij ««■au dansenbegon hij. Pastoor Va Uin knikte goedkeurend en Alex Wayenburg was K.R.O.-omroeper. r® ongeveer zijn de meeste oudere ra- figuren begonnen. Zij hebben allen Hii? uitgebreid repertoire van beleve- rfcn uit de beroemde beginjaren. Ge- iklore behoren, want iedereen zal de urtenissen, die nu reeds tot de radio- ®rgelijking trekken tussen toen en nu, "ssen de improvisatie van toen en de rganisatie van nu. Voor Alex van Wayenburg, die 25 a.s. zijn 50ste verjaardag viert, het grote moment in zijn radio- "opbaan, in 1945, toen hij zijn gedach- j,h liet gaan over een nieuwe rubriek. rubriek voor de zieken doch vrij „ah de sentimentele bekommernis van gezonden met de zieke, die zovele an deze programma's ongenietbaar séh- u' Het idee kwam als een bliksem lucht „Plotseling zag ik het klaar voor een gemeenschap van gezonde en »eke mensen waarin elk zijn taak heeft kn ^'3ann de liefde niet van één kant di t.': Het Christendom heeft de zieke, a!® zÜn lijden blijmoedig draagt, steeds s een kostbaar bezit van de kerk be- dit thema bouwt de ge- te voort en zo werd de „Zonne roem" geboren. »PVGeen letter behoefde ik aan de op- ds v veranderen in de acht jaren dat Zo or,nehIoem bestaat. De opzet van de 3 nnebloem is gebleken juist te zijn. De en hebben dan ook een bloei te zien e =6ven, die de gezondttlid van het be- ~"Sel bevestigen", vertelt de oprichter et zonder voldoening. »n?v?r de Zonnebloem hebben wij reeds 0i<w,-?re malen geschreven, doch het is tg k, om ovei; Alex van Wayenburg 55 tir^5reken zonder de Zonnebloem te B(T'nen' Ofschoon hij de ziel van het de ?r®™ma is, schuift hij de eer naar Va* 0Ze medewerkers en de leiders bW, de organisaties, die uit de Zonne- 2n* Zljn voortgekomen. De Stichting "nnebloem, welke haar arbeid steeds ve^ada/ eerder door militairen te- V„ geefs is gepoogd de Amersfoortse ri. van zijn voetstuk te stoten, is dit in a® naoht van Donderdag op Vrijdag an de huzaren van prins Alexander •vel gelukt. Ongeveer honderd man "^eten in dit nachtelijk avontuur een aandeel hebben gehad. De manschappen fhn met koevoeten en stangen er op ^getrokken om de kei te belagen. De >w' nog omhangen met zijn ridderorde at men u ook heeft aangedaan, op dit VOetstuk zult u blijven staan", kon Vnd>aal deze leuze niet gestand doen. stiii 'htend lag hij zielig naast zijn z* htet zal een karwei zijn hem op plaats te krijgen. verder uitbreidt en nu o.m. reeds 20 wel farewerksters in dienst heeft, het tijd schrift voor de zieken „Zonzij" enz. zij kwamen allen uit het ziekenpro- gramma voort. Deze nationale katholieke ziekenge- meenschap is uniek in Europa. Achtmaal in de veertien dagen is Alex van Way enburg met de Zonnebloem in de aether. Als elke radiomedewerker, die de begin jaren heeft meegemaakt, is hij afkerig van te veel geschreven tekst. Improvisa tie, het woord dat uit het hart opwelt, De geestelijke vader en de troubadour van de „Zonnebloem" samen voor de mi- is de basis van de uitzending, of zoals crofoon. In de „Zonnebloem", het KRO-ziekenprogramma, is Jules de Corte, de het in Zonnebloemtermen heet, de bij- begaafde blinde liedjeszanger en componist, een graag gehoorde gast. Rechts de eenkomst. „Ik ben er weer bij geweest", geestelijke vader en regisseur van de „Zonnebloem" Alex van Wayenburg, die schreef een reeds jarenlang thuis lig- 25 Juni a.s. zijn 50ste verjaardag viert. gende zieke. Geen wonder dat de Zon nebloem de meeste post van de K.R.O. ontvangt. Zelf een Zonnebloem, die vele malen het lijden van zijn luisteraars heeft gedeeld, kent Alex van Wayen burg uit eigen ervaring hun noden en behoeften. Al is de Zonnebloem bijna zes uur in de veertien dagen in dé* lucht, elke uitzending is opnieuw een beleve nis. „Elke keer ben ik even gespannen als de eerste maal dat ik voor de micro- phoon stond". Het werk voor de zieken is de levens taak voor Alex van Wayenburg gewor den. Zo zeer leeft in hem het ideaal van de geestelijke en stoffelijke gemeen schap van zieken en gezonden, dat hij, sprekend voor de microphoon, bijna vanzelf de woorden vindt die het hart van de zieke benaderen. De studio kent Alex van Wayenburg als een gespannen, intens geconcentreerde werker, een bij zonder gevoelige natuur, die onaantast baar schijnt voor het gevoel van over verzadiging en verlies aan interesse, dat vele radiomedewerkers op de duur be dreigt. Dinsdag a.s. wordt de 1500ste „Zonneblem" uitgezonden; 24 Juni a.s. wordt de geestelijke vader van dit pro gramma 50 jaar. Er is reden om bij dit jubileum stil te staan. De inspecteur voor de scheepvaart, de heer J. Metz, heeft bij het onderzoek van de Raad voor de Scheepvaart naar de oorzaak van het ongeval met de „Westerdok" in de Theems, bijzondere maatregelen aanbevolen van autoritei ten en initiatiefnemers bij het vervoer van een lading onvervangbare waar den, vooral voor het vervoer van na tionale kunstschatten. „Als ik bijzondere voorschriften voor dergelijke lading vraag", zo zei de in specteur, „ben ik me ervan bewust, dat ik zeer moeilijke eisen aan de scheep vaart stel, doch men zal bovenal met het vervoer van kunstschatten overzee, zich van een behoorlijke zekerheid moeten overtuigen". Telkens als wij de passage uit het Lucas-Evangelie lezen, die deel ge uitmaakt van de H. Mis van mor- grijpt een diepe ontroering ons Want waar wordt ons zó direct- uit niet de woorden, die ons altijd ®ls 1 een bart onder de riem steken. Ci» moeten toegeven, helaas, dat wij uuszelf, ondanks de beste voorne- s. tot zo weinig goeds in staat zijn? ha.a Pharizeeën en schriftgeleerden *haat Jezus een verwijt ervan ge- Ajs a dat Hij met zondaars omging, rt °f Hij niet voor de zieken maar voor |®z°nden gekomen was! Hier moest dj Verlosser hen even van antwoord Va deu. En dat antwoord is weer een l6v die voorbeelden uit het dagelijkse iq die ieder begrijpen kon en waar- hijn Vens een toespeling was vervat op ïei, eigen gedrag. Zij lieten immers ?U ont gjfjl had afgescheiden van de kudde. Ze den 5 het na tot ze het gevonden had- eitlcj Zo doet ook God, En als deze zich God h heeft gewonnen gegeven voor ZiJnS- he^de, dan „zal er meer vreugde 2jCh V} de hemel over één zondaar, die tj„ hekeert, dan over negen en negen- hort.rechtvaardigen, die geen bekering lom hele heilsplan is een plan van beg.®1, liefde voor ons. Allen zijn wij ®rnd om eeuwig gelukkig te zijn, te deeuwig Gods lof te zingen en Hem VeJJuuken voor Zijn eindeloze liefde tjf, ons. Het is helaas geen uitzonde- te^' dat velen onder de druk van on- geVp mislukkingen, de moed op- n' En dan glijden ze steeds verder stef van God, worden langzamerhand hejj Onverschilliger. Niet uit slecht- toCk' T331" eenvoudig, omdat ze denken ge* niet de kracht te kunnen opbren- 2iCh 0Iïl gewoon goed te zijn: omdat ze Go(j m°eilijk kunnen voorstellen, dat daar n°g_ belangstelling voor hen heeft, ?°k geen schaap in de steek, dat hig\,„e immers tot nu toe nog zo wel- li térak6 bra„van hun leven hebben terecht ge- """'van echte wanhoop 'raChk Er is hier gelukkig geen 'mV™ echte wanhoop, die zonde b'Oéir-, H. Geest, die een bekering zo eep ;IJh maakt. Veeleer gaat het om 'hzicKj Vt Ban begrip, een gemis aan harfkl' aan geloof in Gods oneindige ^hartigheid. Der mand weet beter dan onze Schep- fea'ni'*at er in de mens is", hoe verre- 1*.. ZWaly tTT-ï-ï nï-in /irtlr Vtot M^met altijd Goddank kwade zwak wij zijn en ook, dat het ,_,s> als wij tekort schieten. ien is het Zijn wil, dat wij a 1 j endii liaftj®n- zahg worden. En omdat „God Sret ls'\ en Zijn barmhartigheid geen bej.e[5n kent, is Hij altijd weer opnieuw ®roieder, die met vertrouwen en *t> „p V' zijn toevlucht tot Hem neemt öL de °P te nemen. Waarheid wordt ons morgen In ppf i /-* r.4-1_T1L Hier angelie sterk op het hart gedrukt v6rSa een blijvende grond tot nooit ,.nde hoop, tot moed en vertrou- js niet overdreven te beweren, 1 niets in ons leven hebben mis- dreven onverschillig wat dat geweest is dat God niet vergeeft aan alwie zijn fouten rouwmoedig betreurt. „Al waren Uw zonden als scharlaken zo rood, Ik zal ze witter wassen dan sneeuw". Een behartigenswaardig woord uit de H. Schrift! iezelfde H. Schrift is boordevol van deze waarheid. Vooral in onze tijd, nu de belangstelling voor de Bijbel zo toeneemt, zou het goed zijn, als wij naar dergelijke ver klaringen gaan zoeken. Nemen we als voorbeeld maar eens de geschiedenis van het Joodse volk. Eén ononderbroken relaas van vallenen opstaan. Ze werden overstelpt met wel daden en steeds weer vielen ze van hun Weldoener af. De psalmen spreken van een „lichtzinnig en opstandig ge slacht, trouweloos jegens God". Maar toen Mozes, juist vanwege die voortdu rende afval, twijfelde, of God nog wel barmhartigheid kon tonen aan dit trou weloze volk, werd hij onmiddellijk ge straft. Hij zou zijn volk niet het be loofde land mogen binnenvoeren. Hoe was Jezus' houding tegenover de berouwvolle moordenaar naast Hem aan het kruis? Vandaag nog zult gij met Mij het paradijs binnengaan! Herinneren wij ons Christus' liefde voor de tollenaar, voor Maria Magdale- na, voor de overspelige vrouw en voor Petrus, die Hem verloochende. Wie kent niet de parabel van de verloren zoon? En die van de goede Herder? Altijd weer blijkt God ten opzichte van de zondigende mens te handelen als de goede Herder. Daarom ook bidt de Kerk zo zeer terecht: „God, Die Uw almacht het duidelijkst toont door ons uit medelijden te sparen".... En zegt Sint Jan niet: „Mocht iemand zondigen, dan hebben wij bij de Vader een Hel per, Jesus Christus, de Gerechte. Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet voor de onze alleen, maar voor die van de hele wereld". (1 Jo. 2, 12). Zo staat de H. Schrift vol van tek sten, die ons eenvoudig verbieden de moed te laten zinken. Gods hele inte resse om het zo eens te zeggen is erop gericht ons te redden. Zou Gods Zoon anders mens geworden zijn? Nie mand heeft immers groter liefde dan die zijn leven geeft voor zijn vrienden! Dit is de grote en diepe werkelijk heid, waarin wij door Gods genade mo gen leven. Af en toe zijn wij allen „verloren schapen". En dan zoekt de goede Her der óók naar ons. En als wij gevonden worden, d.i. als wij ons bekeren en „vol vertrouwen en berouw weer naar Hem terugkeren, dan is er óók over ons méér vreugde in de hemel dan over de niet-verdwaalden. Dit is toch wel zo'n troostrijke en bemoedigende waarheid, dat zij het overdenken en vooral het toepassen méér dan waard is Zij brengt de zon terug in ons leven. Met alle vreugde en blijheid en nieuwe werklust en vertrou wen, die daarvan het gevolg zijn. God biedt ons altijd de genade van beke ring. Laten wij er dan voor zorgen, dat ons leven het zichtbare bewijs is van die liefdevolle zorg van God voor ons. L. Eduard Verkade wordt 15 Juni 75 jaar en alles, wat men hem op die dag aan huldigende woorden zou kun nen geven, is al eens gezegd. Onder meer een paar jaar geleden, toen hij, reeds in de zeventig, afscheid nam van zijn publiek in de Amsterdamse Stadsschouwburg. En overigens ook bij alle daaraan voorafgaande jubilea. Zou men dus een overzicht willen ge ven van Eduard Verkade's werkzaam heden, men zou moeten vervallen in herhalingen en nogmaals de namen van de gezelschappen moeten opsom men, waaraan Verkade heeft meege werkt en de stukken, die hij heeft ge speeld van Shakespeare. Shaw, Ibsen, Schnitzler, Molnar, Vondel, Ghéon en vele anderen. En men zou weer een vergelijking moeten treffen met zijn grote tijdgenoot Willem Royaards, die men met zijn rijke fantasie de grote tegenvoeter kan noemen van Verkade, die steeds zijn heil heeft gezocht in de soberheid van het decor, van de toneelallure, van de regie. Vele jaren lang heeft de ernst, waarmede Verkade zocht naar de kern der dramaturgie, grote indruk gemaakt op de toen jongste genera tie van toneelspelers. Of het juist is, dat hij „de vergeestelijking" van Shakespeare die hij nastreefde, ook heeft bereikt en voor de schouw burgbezoeker waarneembaar heeft gemaakt, blijft een open vraag. Maar dat hij door zijn onophoudelijk po gen de aandacht van spelers en pu bliek bij voortduring op de werke- lijke waarden van het toneel heelt getrokken, is voor ledereen duide- De^ laatste jaren woont Verkade ln Breukelen en wel in het ouderlijke huis. Op de foto ziet men hem in zijn tuin, uitkijkend op de Vecht. Vrijdag heeft graaf De Beauchamp, de 95-jarige voorzitter van de Hospitalité te Lourdes, vier' Nederlanders onderschei den wegens hun grote verdiensten voor de verpleging der zieken. De onder scheiding wordt slechts verleend aan degenen, die zich bijzonder inzetten voor de verzorging der zieken. Zij moeten daarbij aan hoge eisen voldoen. De Hospitalité de Notre Dame te Lourdes is de organisatie, welke zich belast met de algehele leiding der ziekenverzorging in Lourdes. De graaf De Beauchamp, die zelf reeds zeventig jaar aan de Hospitalité verbonden is, verleende de zilveren medaille aan de heren Heynens uit Meerssen en aan de heer Korst uit Den Bosch. Deze laatste is voortrekker. De bronzen medaille ontvingen de heren L. Jansen uit Breda en S. Middendorp uit Haarlem. Het gehele bestuur der Stichting Limburgse Bedevaarten was bij de plechtigheid in het hoofdgebouw van de Hospitalité aanwezig. Aan boord van de „Westerdok", die op 4 Maart tijdens een zware mist tengevolge van een „foutieve schat ting der zeestromingen" tegen een Noors schip lek was gestoten, be vond zich 25 ton stukgoederen, be staande uit machinerieën en een aantal waardevolle schilderijen o.a. van Rembrandt en Hals uit het Frans Hals Museum te Haarlem. Deze nationale kunstschatten waren geëxposeerd geweest in de National Gallery te Londen. Zij werden onder supervisie van de directeur van het Frans Hals Museum, de heer H. P. Baard naar Nederland vervoerd. De schilderijen liepen bij de aanvaring geen schade op, doordat het lek in het vóórruim was geslagen en de schilde rijen zich in het achterruim bevonden. Afgezien van de onvervangbare waarde der lading achtte de inspecteur, de ka pitein van het schip, de heer C. Smith, die als betrokkene door de raad werd gehoord, niet geheel vrij van schuld onder meer omdat hij geen loods aan boord had genomen. Hij vroeg de raad tegen de kapitein als straf, ,een beris ping" uit te spreken. (Van onze Haagse redacteur) Naar wij vernemen hebben de samen werkende organisaties van overheids personeel gisteravond besloten tot aan vaarding van het door een regerings delegatie opgemaakte schema inzake verbetering van de salarispositie voor het overheidspersoneel. Twee weken geleden was het overleg over deze kwestie op dood spoor geko men, omdat aan de laagst bezoldigden onvoldoende aandacht was besteed. Na een onderhoud van vertegenwoordigers der organisaties met de minister zijn de besprekingen hervat; van regerings zijde kwam men met nieuwe voorstellen en thans is men dus in de Centrale Commissie voor Overleg in Ambtena renzaken tot overeenstemming gekomen over de salarissen van het gehele over heidspersoneel. Feel is er in de wereld al gedroomd over Utopia, over de ideale staat of het paradijs hier op aarde. Een roman als „Robinson Crusoë", heden ten dage alleen als jongensboek gewaardeerd, is voor Daniël Defoe en zijn tijd genoten uit de achttiende eeuw ongetwijfeld veel méér geweest dan een avon tuurlijk verhaal. Het boek bracht een boodschap, ten dele in de vorm van een satire, ten dele in de vorm van een verheerlijking der ongeciviliseerde natuur, waarin alle conventies en taboes der burgerlijke samenleving zijn weggevallen. Crusoe's eiland is een hard, maar ook een eerlijk paradijs, en men kan er verze kerd van zijn, dat nog heden menig kind er van droomt zo'n Crusoe te zijn. Voorzover wij kinderen zijn, nog niet al te stijf van geest in het dwangbuis der maatschappelijke vormen ingeregen, dromen wij van een Utopia, waarin het leven zich onder een stralend zonnetje eerlijk, helder, vrij en als een vol maakte pic-nic afspeelt. Sinds de dagen der vroege Roman tiek, toen het „terug naar de natuur" als een nieuw evangelie der aarde werd vernomen, heeft het Utopia-motief in de romanschrijverij onophoudelijk opgeld gedaan. Niet altijd werden er hele ro mans aan opgetrokken. Vaak speelde het motief er zo maar terloops of on dergronds doorheen. Vaak ook kreeg het een uitgesproken parodistische bij klank en werd het de uiting van een romantisch heimwee, dat met zichzelf een loopje nam. Zo bijvoorbeeld in een van de beste Vlaamse romans der laat ste jaren, in „De Trap van Steen en Wolken" van Johan Daisne. Daar bou wen Gun en Ra zich uit beschavings moeheid („verveeld door de Oude We reld, door een leven zonder horizon, door een werk zonder uitkomst") een droomwereld op in de prairie. Ze heb ben daar hun blokhut, met een divan in het midden van de kamer, en on- aflaatbaar vieren zij feest. Alles wat de gezelligheid kan verhogen, whis ky, dansmuziek, geïllustreerde bladen hebben ze in voorraad. Af en toe komt een oude Indiaan op visite en dan praten ze over een verborgen schat in de bergen en soms spelen zij „wild west-film" (uit de stomme periode). Omdat Daisne zo'n buitengewoon ad rem en beweeglijk auteur is, is zijn „Trap van Steen en Wolken" een koste lijk boek geworden, waarin Utopia de tragi-comische uitdrukking is van de meest uiteenlopende dagdromen van het menselijke gemoed. Daisne verwacht hierbij van de lezer een soepele intelligentie en een ver beelding, die in staat is, achter de pa rodie om, de kern van de zaak te vat ten. Kunst, zegt hij, beweegt zich op de onnaspeurlijke grens tussen realiteit en droom. Zijn uitgangspunt was de Idee van Plato: dat ons leven op aarde niet wezenlijk op en in zichzelf bestaat, maar dat het louter een spel is van schaduwen en echo's, neergeworpen door „paradeigmata", oerbeelden, die ergens in een stralende hemel ademen; dat onze werkelijkheid hier beneden maar schijn is, terwijl in onze illusie over daarboven de échte werkelijkheid be gint. Schaduwen en echo's Wanneer men het heel goed voor heeft met Edgar Mittelholzer, de Ame rikaanse schrijver van de Utopia-roman „Shadows move among them" (zojuist vertaald onder de titel „En welke is onze zonde?") dan kan men aannemen, dat zijn uitgangspunt precies dezelfde Platoonse gedachte is. Schaduwen en echo's vormen het dé cor van zijn fantastisch toneel. De Broe derschap, wier welvaren hij verhaalt, hecht een enorme waarde aan het leven in illusies. Zijn helden en heldinnen achten zich voortdurend ten prooi aan zogenaamde „plaatselijke invloeden" en hun verweer daartegen is zeker niet van het nodige comische effect ont bloot. De situatie in Utopia komt op het volgende neer: Op een eenzame post in Brits Guyana heeft zich een excentrieke dominee uit Oxford neergelaten. Met zijn gezin tv, v,,, u/r(betracht hij daar onder de tropenzon De ministerraad moet nu nog Maan- een zo g^ond mogeiijke" Spartaanse dag zijn fiat geven aan deze salarisver betering. H.M. de Koningin en Prins Bernhard hebben vanmorgen op het paleis Soest- dijk een delegatie ontvangen van de „Confédération internationale des an ciens prisonniers de guerre", die dezer dagen een congres in Amsterdam houdt. Vrijdag werden de deelnemers namens de regering door minister-president Drees in hotel „De Witte Brug" te 's-Gravenhage ontvangen. Koningin Juliana heeft aan de voor zitter der organisatie, Raoul Naches (België), de versierselen behorende bij de onderscheiding „Officier in de Or de van Oranje-Nassau" uitgereikt. levenswijs, waarbij ieder individu wordt beschouwd als een goedaardige „schizofreen", een dubbele persoonlijk heid oftewel een gespleten geest. Dit wordt duidelijk, zodra zich in de kolo nie een nieuweling aanmeldt, Gregory, een beschavingsmoede Engelsman, die bij de Broederschap in de jungle rust komt zoeken. Voor Westerse begrippen is hij beslist niet helemaal normaal. Hij is „twee verschillende mensen". De een is een soort schaduw, die rondwandelt en praat. De ander is zogezegd zijn „sub stantiële ik", hetwelk hij verborgen houdt. Deze Gregory krijgt zeer vreem de dingen te beleven op Berkelhoost, zoals de kolonie heeft naar de eerst Hol landse planters, die er tijdens het sla venoproer van 1763 echter allen werden vermoord. Sindsdien krioelt Berkelhoost van spoken en geesten. De hele omge ving wemelt van de overgebleven uit wasemingen van voorbije wreedheid. Het dampende oerwoud zorgt verder voor 'n zekere sensualiteit. Slechts met veel zelfdiscipline, dominee's stopwoord, stelt een mens zich tegen deze „plaat selijke invloeden" teweer. Mittelholzer, de auteur, is een echte Amerikaan en hij kent de zwakke plekjes in de harten zijner Amerikaan se lezers. Hij kent hun zwak voor nieu we broederschappen, die het een of an der krankzinnig idee tot verbetering der wereld voorstaan. Hij weet ook, dat hij daar rustig een beetje mee de draak kan steken. Niet te veel echter, want er moet toch wel iets in het idee blijven zitten. En zo komt hij dan tot zijn sug gestieve schildering van de zedenher- vormende levenspraktijk van dit ver lichte domineesgezin aan de rand van het oerwoud, temidden van een stelle tje goedlachse Indianen uit het Reser vaat, en met de genezingzoekende Brit Gregory als held van de opera. Dit is „beschaving zonder cynisme", moet Gre gory erkennen, dit isUtopica. De toon, die de muziek maakt Dit is.... Amerika, zoekend, snuffe lend, gniffelend, arm Amerika. „En welke is onze zonde?' is een bestseller, waarin Babbitt krijgt wat zijn hartje begeert: erotiek, romantiek en mystiek, allemaal in het zeer redelijke en het zeer menselijke: „Onze godsdienst maakt ons niet ongelukkig van angst of wroeging. Wij denken er licht over, alsof het een soort ontspanning was. en daar door geeft het ons waarlijk verede ling en vermaak. Het zingeij van psalmen en het luisteren naar de preekvertellingen zijn voor ons een even groot genot als het luisteren naar een symfonie of het zien van een mooi schilderij." Welk een caricatuur van het zedelijk bewustzijn en het artistiek snobisme! Van afkomst is de Amerikaan Mittel holzer een zuiderling, geboren in Brits Guyana. Hij kent dus de „plaatselijke invloeden" uit eigen ervaring. Maar nog beter kent hij het publiek, dat aan zijn lippen hangt. Zijn beschrijving van het psychisch ongeblokkeerde leven op Ber kelhoost is niet zo maar een parodie. De toon van zijn roman benadert weloverwogen de toon van heel wat wereldverbeteraars, die het ei van Co lumbus zeggen te hebben uitgevonden. Het is de toon, die appelleert aan de wensdromen van een gemakkelijk be speelbaar en goedgelovig publiek, dat nu eenmaal bedrogen wil zijn en bij voorbeeld op verzoek van de heer Hau- ser bij yoghurt en op dat van de heer Mittelholzer bij schizofrenie zweert Men kan zichzelf in het laatste geval in de heerlijke waan brengen, dat men niet verantwoordelijk is voor wat men doet Men speelt een rol, levenslang, en men vraagt zich af: Welke is mijn zon de? Het was mijn „schaduw" maar di» het deed, niet i k! Ga vrij uit, schaduwen, in dit Utopia! Mittelholzer heeft luilekkerland, door hem niet zonder ironie een modem Sparta genoemd, brillant op pootjes ge zet. t Is jammer, dat de mentaliteit van- waaruit hij schreef er in laatste instan tie niet meer dan glanzende kitsch van maakte; als zodanig voor geestelijk on rijpe lezers niet zonder gevaar. NICO VERHOEVEN Edgar Mittelholzer: „En welke is onze zonde?" (Shadows move among them). Vertaald door Max Schuchart Uitg. Querido, Amsterdam, 1953. Advertentie tabl. 55 ets e Italiaanse, in Amsterdam wer kende, beeldhouwer Frederico Carasso heeft ter versiering van de Eindhovense schouwburg, door dr Philips gesticht, een grote zonnewijzer vervaardigd, die Het er zeer wel doet. De droom en de lyriek in de stad der techniek, het vluchtige en de eeuwige wederkeer der dingen heeft hij in sculptuur gevat. Op een lage cirkelbasis ziet men diep-blauw glas, met tal van nuancen, en daarin stromen sterren. Een rijke rand, een guirlande van lichamen der luchtgeesten in ondiep reliëf, sluit de cirkel af en versiert hem. Daarboven verheft zich, in fraai gemoëlleerd brons, de cirkel der vier lichamen, die de overgang van nacht in dag en van dag weer in nacht in beeld brengen. Het is geen „regelmatige cirkel, het is een krans van edel gevormde, door het contact der ledematen als het wa re in elkander over glijdende figuren, die als op golven van aether schijnen te bewegen door de banen der hemel lichamen en door de melkweg. Die krans van lichamen heeft een grote eenheid en een grote harmonie, het is voortreffelijke sculptuur, zonder sche ma's en puzzles, buitengewoon be kwaam gemaakt en met een sterke poë tische inhoud. Het enige wat men hier ondergaat is schoonheid, zonder proble- 51 „Kom nu, kom nu, kalm." „Waar is de detective? Ik wil de verantwoordelijke persoon zien." Het hoofd van Lady Wutherwood draaide met een rollende beweging en van de schaduwen van haar oogholten scheen ze Chariot aan te kijken. „Ga weg," zei ze hardop. Lord Charles wendde zich tot de agent, „Wilt u meneer Alleyn waar schuwen?" „Zeker mylord," zei hij en keek naar Lady Wutherwood die de deuropening volkomen blokkeerde. In de gang staat een stoel zuster", zei Chariot. Tinkerton zei: „Kom nu, mylady." Haar lippen bewogen en het was zo stil in de kamer dat Roberta het klikkende geluid weer hoorde vóór ze begon te niet een zwakke stem maar met autori- spreken. Maar toen ze sprak was het met een doodgewone stem, een stem zonder enige tragiek of paniek. „Charles," zei Lady Wutherwood, „ik wil de politie spreken." „Ja Violet. Ik zal het hun zeggen." „Ik wil ze spreken, omdat ze iets goed moeten begrijpen. Ze hebben het lijk van Gabriel meegenomen. Dat moet terugkomen, naar mijn huis. De begra fenis is van mijn huis uit en nergens anders. Dat wil ik ze zeggen. Gabriel moet terugkomen." III Chariot haastte zich naar haar schoon zuster en Roberta hoorde haar spreken op dezelfde toon, die ze vroeger ge bruikt had, als een van de kinderen zich pijn gedaan had of verdriet had. Het was een kalmerende stem, maar Lady Wutherwood scheen er nauwe lijks op te letten. De verpleegster zei meer beroepshalve: „Kom nu maar, we zullen even gaan zitten en wachten tot de dokter komt." „Daar niet," zei Lady Wutherwood- „Ik wil niet in die kamer." teit. Haar meesteres steunde op haar en ging de gang in, nog steeds gehol pen door de twee vrouwen. Chariot sloot de deur, keek de familiekring rond en haalde haar schouders op. „Wat denken jullie, datbegon ze. Maar Frid onderbrak haar. Frid stond midden in de kamer, deze keer onbe wust dramatisch en bezwoer haar fami lie met een soort hartstochtelijk ge fluister. „Luister," zei ze, „hij is weg. Wat doen we? Wat zou Patch gezegd heb ben dat we in de eetkamer deden?' „Ze heeft natuurlijk de waarheid ge zegd", zei Henry. „Ze kan gelogen hebben of het ge drukt stond." „Zal ik wegglippen en het haar vra gen?" stelde Stephen voor. „Kind," zei Chariot „het huis staat stijf van de politiemannen. Je wordt onmiddellijk gearresteerd." „Nu," zei Frid ongeduldig, ,wat gaan we zeggen? Vlug! Vóór hij terugkomt." „Je moet Alleyn de waarheid vertel len, Frid" zei Lord Charles. „Maar, paps „Vertel hem de waarheid." Hij keek naar Lady Katherine. „Tenslotte doet het er ook niet veel meer toe, na alles wat er al gezegd is „Maargoed, paps," zei Frid. „Da waarheid dan maar. Ik weet niet wat jullie ervan denken, maar ik vind het vrij duidelijk wie het gedaan heeft." De anderen staarden haar aan. Frid wees naar de deur. „O, nee," zei haar vader. „Maar, paps, natuurlijk," zei Frid. „Ze is gek. Ze is volslagen knots. U weet hoe ze elkaar haatten. En mams, u zei, dat u haar alleen hebt gelaten toen u een van de jongens ging vragen om de lift, te bedienen. Toen moet ze het ge daan hebben. Wie anders?" „Charlie, denk jij Lord Charles keek zijn vrouw aan. „Wie anders, Immy?" zei hij. „Wie an ders?" „Ik denk, dat Frid gelijk heeft," zei Stephen. „Schei dan in godsnaam uit met die onzin, Stephen en Colin, en zeg, wie er mee in de lift is gegaan," zei Henry. Colin zei: „Ik." „Wees niet zo'n vreselijk uilskuiken." zei Stephen, „als tante V. het gedaan heeft waarom zou jij je er dan mee gaan bemoeien? Je bent gek." „Jullie zijn allebei gek," zei Henry. „Als tante V. het gedaan heeft „Als Violet Gabriel vermoord heeft" zei Chariot plotseling, „hebben we niets anders te doen dan onszelf vrij te plei ten." „Immy, lieverd „Als het gaat tussen jou of een van mijn kinderen en Violet, Charlie, dan ben ik tegen Violet. Ik geloof, dat Frid gelijk heeft. Als Violet Gabriel ver moord heeft is ze gek. Ze is al eens eerder opgesloten geweest en ze zou toch nog wel eens opgesloten worden. Maakt dat zoveel uit? Maakt het wel zoveel uit zelfs als ze het niet gedaan zou hebben?" „Immy!" „Een krankzinnige vrouw en wat meer zegt, een afschuwelijke vrouw. Je vindt dat zelf ook, Charlie. En als ze te voren al niet waanzinnig was, dan is ze het nu toch wel. Ze moet in ieder geval opgesloten worden. Als ik me neer Alleyn spreek, zal ik hem heel duidelijk maken, dat Violet de gelegen heid had. En als hij vraagt in welke verstandhouding zij leefden, dan zal ik het hem vertellen- Waarom niet? Waar om in 's hemelsnaam niet? Je hebt zelf gezegd dat we de waarheid moeten spreken. Het is toch de waarheid dat Violet en Gabriel elkaar jarenlang ge haat hebben? Dat weten we allemaal. Laten we het dan zeggen. Hoe zit dat met die vrouw, van wie je mij vertelde, dat Gabriel haar geïnstalleerd had „Immy „Ja, ik weet het, je hebt het nooit aan de kinderen gezegd. Zeg het ze nu maar. Zeg bet ze." „O mama," zei Henry, „dat wisten we al lang." „Mams heeft gelijk", ze Frid. „Laten we in 's hemelsnaam daaraan vasthou den. Ze zullen tante V. toch niet op hangen. En er is een vlotte kans, dat ze het gedaan heeft. Laten we vertellen wat we weten. De tweelingen hebben zich er lelijk ingedraaid, maar laten we hen er uithalen. Als het gaat tussen een tweeling en tante V. prefereer ik de tweeling. Als zij oom G. met die v.leespen in zijn oog prikte „Ja," zei Henry, „maar als ze het nu eens niet gedaan heeft?" Als ze het niet gedaan heeft, wordt ze alleen maar opgesloten. Dat moest ze toch." (Wordt vervolgd). :.v men, schijnbaar door een vluchtig aanraken der materie, maar in werke lijkheid is de compositie zeer overwo gen en ieder detail is met grote kunde bewerkt. De wit-en-gouden zonnewijzer rijst er bovenuit en het geheel heeft een sterk evenwicht, zonder dat de in druk van speelse sierlijkheid wordt weggenomen. Advertentie Wili Gij worden 7 Vraag dan so spoedig mogelijk uitvoerige inlichtingen aan de Cursus, die reeds honderden candidaten heeft opgeleid voor het Officiële Examen. Welke merkwaardige resultaten Resa in de loop der jaren heeft weten te behalen, kunt U lezen in onze uitvoerige prospectus, dat U op verzoek gratis wordt toe gezonden. Aan Examencandi- daten zenden wy desgevraagd de uitwerkingen, met tips van het Schriftelijk Examen 1953 Steeds gaarne tot Uw dienst. Bekende Schriftelijke Cursus Het centrum voor acolythen-actie te BrakkensteinNijmegen organiseert dit jaar op vijf plaatsen in Nederland mis dienaarsdagen, bestemd voor acolythen en koorzangers. In vorige jaren namen in totaal meer dan twintigduizend jon gens aan deze dagen deel. De eerste dag is Woensdag 22 Juli te Deventer, ver volgens Vrijdag 31 Juli in Rotterdam, waar de deken van Rotterdam, mgr. J. H. Niekel, in de grote Ignatiuskerk aan de Westzeedijk om tien uur de plech tige H. Mis opdraagt. Maandag 3 Au gustus is de misdienaarsdag midden in het Limburgse land, in het Steiners- bos, gelegen nabij Sittard, in de pa rochie Kerensheide. Ook in het hart van Brabant zullen Maandag 10 Augus tus vele honderden misdienaars bijeen komen te Tilburg, waar de dag om tien uur begint met een gezongen H. Mis in de kerk van het H. Sacrament aan de Ringbaan Oost. De rij van mis dienaarsdagen wordt besloten Woens dag 19 Augustus in het centrum van de Acolythen-actie te BrakkensteinNij megen. De Aartsbisschop-Coadjutor van Utrecht, Z. H. Exc. mgr. dr. B. J. Alfrink, zal in de komende week alleen na af spraak audiëntie verlenen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 3