HENRY FORD schiep wereld op wielen Het werk van drie generaties een Wm mm bent mijn man. Duitser in de Staat kort geding tegen der Nederlanden Moord- in de lift Geneeskundige hulp buiten de woonplaats van verzekerden m 50 jaar Ford Motor Company 44 millioen Fords rijden over de aardbol mm Amtsgericht te Hamburg vraagt uit levering wegens bedrog en oplichting Hongaarse bisschop gevangen genomen Congres Expoge te Haarlem Bruiloft met drie diamanten paren HET FORD JE WOENSDAG 17 JUNI 1953 PAGINA 3 m van Eisenhower Atoomenergie bruikbaar voor de auto Katholieke Illustratie ?;««daoek Eür ?eeks ,d; Mgr. Petery verzette zich tegen communistische eisen Kamerleden ontevreden over nieuw Staatsblad Vraag over collectief schuldbesef KOTTER IJM 249 AAN DE GROND ZIEKENFONDSVERZEKERING Advertentie (Van onze speciale verslaggever) Over de gehele Wereld is gisteren het feit herdacht, dat vijftig jaar ge leden de Ford Mo tor Company werd opgericht door een eenvoudig man, die in vrije uren in een oude smidse een eigen automobiel had gebouwd; Hen ry Ford. In die vijf tig jaar is, vertakt over de gehele we reld een millioenen- concern gegroeid, dat constant mede de toon heeft aan gegeven in de ont wikkeling van de auto en dat wat de popularisering Van dit vervoers middel betreft baanbrekend werk heeft verricht. Bij na vier en veertig millioen auto's wer den in die halve eeuw door de Ford fabrieken geprodu ceerd. Henry Ford is door zijn leven het type geworden Van de Amerikaan se industrieel. Hij Was een man met een grote practi- sche werkkracht en met gezonde ideeën. Hij was een man die, in tegenstel ling met de rest van de wereld rond 1900, de enorme moge lijkheden zag die in zijn eerste „wa gen zonder paard" verankerd lagen en hij had de moed en het doorzettingsver mogen deze visie te verwezenlijken. Hij heeft de auto niet uitgevonden. Hij heeft zelfs weinig aan de principes verbeterd. Maar hij is de „fabrikant" ge weest in de meest uitgebreide zin van het woord. Hij heeft een productie systeem uitgedacht waardoor het tenslotte mogelijk is geworden elke tien se conden een auto van de productieband te doen rollen. Hij heeft een wereld °P wielen geschapen, die in zijn tijd door een ieder voor onmogelijk werd ge houden. Dat wij de samenleving thans moeilijk zonder de auto kunnen denken, Is in feite het werk geweest van Henry Ford de „Oude wijze man van De troit" die de auto betrouwbaar, ongecompliceerd en niet duur maakte. Bij de opening van een nieuw research-laboratorium in Dearborn heeft president Eisenhower onlangs een rede uitgesproken. „Ik heb ook deel gehad aan alle vobruitgang, die de Ford-familie aan het Amerikaan se publiek heeft gebracht", zo zeide de president. In 1920 kocht hij zijn eerste T.-Ford. En zoals alle eige naars van dit hoge, onverwoestbare koetsje, had de president toen nog tweede luitenant moeilijkhe den met de ontsteking en de carbu rateur. Hij kocht een Bosch-ontste king en een Stromberg-carburateur, monteerde die in zijn wagen en had een echte Ford. Helaas moest de president zijn wagen nogal eens buiten laten staan en op een gege ven moment staken dieven er hun vingers naar u'it. Deze lieden stalen echter niet de Ford, maar wel de nieuwe carburateur en de Bosch ontsteking ,De wijze oude man uit Detroit" noemden de Amerikaanse kranten Henry Ford in zijn laatste levensjaren. Oud en wijs is hij geworden in zijn dynamische jacht naar de goedkope automobiel in een zo groot mogelijke productie. Hij is de vader geworden van de auto en tevens van de wegen en bruggen, die door zijn product vereist werden. Het eerste wagentje, op fietswielen en met een soort canapé als zitplaats, is Henry Ford altijd dierbaar gebleven. Op de verjaardagen van zijn bedrijf Placht hij daarin te gaan rijden, ook al stonden moderner en luxueuzer wagens Voor zijn deur. Nauwelijks een maand ha de oprichting van de Ford Motor Company werd de eerste auto, een twee-cylinder A-model verkocht. In dat Jaar werden ruim zeventien honderd jegens gebouwd. Nauwelijks een jaar later werd het eerste nevenbedrijf in Canada opgericht. In diezelfde periode pog de eerste auto met de motor in de lengteas de deur uit. In 1908 kwam de eerste „echte" auto, de T-Ford, een door velen ver- Wenst en tegelijkertijd geprezen wa gentje dat in enkele jaren tijds de Amerikaanse wegen veroverde, dat het zelfs noodzakelijk maakte dat er Pi- wegen voor werden aangelegd. Zo werd Henry Ford niet alleen de vader van de auto maar ook van de wegen. Ford ging over tot het bouwen van zijn wagens aan de lopende band. Hij richtte de acht-nrige werkdag reeds in 1914 in en in 1915 liep de millioen- ste Ford van stapel. Sedert dat jaar tal is feitelijk elk volgend jaar een millioen auto's gemaakt. In 1927 ging het T-model naar het kerkhof nauwelijks betreurd door een ieder die daar mee te maken had ge had want het A-model, dat in dat jaar werd uitgebracht, had veel meer moge lijkheden, was luxer en zag er beter uit. Het had een versnellingshandel en was een oprechte openbaring. In 1932 verbaasde Ford de wereld met een simpele acht-cylindermotor. De acht cylinders konden in één massief motor blok worden gemonteerd daar zij in V- vorm waren opgesteld. Toch daalde on danks deze grote verbeteringen de pro ductie. In 1923 waren meer dan twee millioen T-Fords gebouwd. In 1933 brachten de Ford-fabrieken het niet verder dan een half millioen acht-cy- linders. Ten behoeve van de oorlogsinspan ning werd in 1942 de productie vap personenwagens stop gezet. Ford ging vliegtuigen maken, jeeps, motoren en instrumenten en onderdelen. In een maand tijd werden in een fabriek 432 vliegtuigen gemaakt. In 1945 werd de productie hervat en brak voor de Ford-fabrieken een moeilijke periode aan. Men werkte met verlies. In de eerste helft van 1946 ging 55 millioen dollar verloren. Het enige goede wat de Fords nog bezaten was hun naam. In een jaar tijds werd het bedrijf ge reorganiseerd. Het nieuwe model werd ontworpen en in 1950 werd de grootste productie uit de vijftig-jarige Ford historie bereikt. 2.364.508 wagens wer den door de tientallen fabrieken teza men in dat jaar gebouwd. Na een tij delijke inzinking stond Ford weer bo venaan op de ranglijst van de auto- fabrieken. De traditie, door Henry Ford in 1903 geschapen, is de voorbije halve eeuw voortgezet door zijn kinderen. Zijn enige zoon, Edsel Ford, volgde in 1919 zijn vader op als president van de Com pany. Edsel Ford was geen hard zaken man. Hij was fijngevoelig en leed aan een ongeneeslijke ziekte. Toen hij in Want niets en niemand brengt u van de wijs. Een ROXY roker bent u en blijft u omdat geur en smaak van ROXY niet te evenaren zijn. U bent overtuigd van ROXY's rotsvaste kwaliteit, U weet het beste te kiezen. Daarom bent U mijn man! voor het geld dat met' harde Amerikaan se zakelijkheid is verdiend. De ontwikkeling, in de voorbije vijf tig jaar ingezet, gaat voort. In speciale research-afdelingen worden nieuwe we gen voor de auto onderzocht. In de ko mende twee jaar wil Henry Ford II 500 millioen dollar besteden om de pro ductiecapaciteit van zijn fabrieken op meer dan drie millioen per jaar te brengen. Daar zijn nieuwe fabrieken voor nodig. Tot 1956 zal de Ford het huidige mo del houden, jaarlijks in onderdelen ver beterd. Daarna wil Ford een nieuwe openbaring uitbrengen, die even groot zal zijn als indertijd de T-Ford was. In de speciale laboratoria werkt men thans aan een groot onderzoek in hoe verre de atoomenergie te gebruiken is als aandrijfkracht voor automobielen. De toekomst van de auto is nog m het duister gehuld. Het is niet mogelijk te zeggen of dit vervoermiddel zijn po pulariteit niet aan andere middelen van vervoer zal moeten afstaan. Aan de drie gebroeders Ford zal dat niet liggen. Zij hebben de durf om elke ontwikkeling te accepteren en op te vangen. Bij de Hembrug onder de rook van Amsterdam is ook in ons land een dependance van de Fordfabrieken gegroeid. Deze industrie, reeds bijna dertig jaar in ons land gevestigd, krijgt dit jaar een productie van 1000 wagens per maand. In dit bedrijf is gisteren het halve eeuwfeest van de Fordfabrieken in Dearborn, in gezelschap van de Nederlandse pers, gevierd. 1943 aan die ziekte overleed moest zijn oude vader het roer weer in handen nemen, totdat in 1945 Henry Ford II zijn intrede deed in de Fordwereld. Thans is dit wereldconcern in handen van drie broers, Henry, Benson en William, die tezamen nog geen eeuw oud zijn. Deze drie knapen die door het oudere per soneel in de Ford-fabrieken met hun voornaam worden aangesproken, alsof zij hun zoon zijn leiden de fabrie ken met dezelfde voortvarendheid als die, waarmee hun grootvader zijn mil- lioenenproductie voorbereidde en ten slotte verwezenlijkte. De president van de Rotterdamse rechtbank, mr. J. van Vollenhoven, kreeg gistermiddag een kort geding te behan delen, dat zijn oorsprong vond in de aanhouding van de 51-jarige dr. ir. S. II. L. uit Hamburg-Wandsbeck op 29 Mei. Deze behoorde tot de opvarenden van bet Duitse jacht „Edith", dat ongeveer 16 Mei uit Hamburg naar Spanje was vertrokken, maar 26 Mei op de Maas vlakte bij Hoek van Holland strandde. De volgende dag kwam het scheepje vlot en liep beschadigd bij Hoek van Holland binnen. L. is toen enige dagen later aangehouden op verzoek van het „Amtsgericht" te Hamburg, omdat hij verdacht zou zijn van bedrog en op lichting. De „Edith''. die nu bij de ri vierpolitie te Rotterdam ligt, werd aan de ketting gelegd, omdat men van me ning was. dat het schip met een deel van het „opgelichte" geld gekocht zou zijn. De overige opvarenden, drie man nen en twee vrouwen, bevinden zich nog op het hoofdbureau van politie te Rot terdam in afwachting van een rechter lijke beslissing. L., die een half aandeel in het jacht heeft, had nu in een kort geding de Staat der Nederlanden en de officier van Justitie te Rotterdam in privé, mr. T. Semeijns de Vries van Doesburgh, ge dagvaard, omdat L. zich op het stand punt stelde, dat zijn voorlopige aanhou ding een onrechtmatige daad was en er sprake is van wederrechtelijke vrij heidsberoving. Hij verzocht opheffing van zijn voorlopig bevel tot aanhouding en opheffing van het bèslag op het schip. Zijn raadsman, mr. I. J. Dutilh uit Rotterdam, lichtte de zaak toe en hij wees erop, dat de aanhouding van zijn cliënt en het beslag op het schip on rechtmatig waren. Volgens hem waar- De T-Ford was de eerste van de be le wagens, waarmee Henry Ford de wereld heeft verbaasd, vijftien millioen van deze gemo toriseerde koetsen werden door üe Ford-fabrieken gebouwd. In dit soort wagens heeft de wereld autorijden geleerd. In zyn testament heeft Henry Ford 500 millioen dollar nagelaten en be paald dat die moesten worden gestort in de Fordstichting, die zich ten doel stelt om de economische en sociale vre de in de-wereld in de ruimste zin van het woord te handhaven. Deze stichting verbetert het onderwijs in Pakistan, zorgt voor de ontheemden in Europa, zorgt voor voedsel voor de ondervoede bergbewoners in Guatemala en voor de mijnwerkers in Chili. Dit zijn nog maar enkele voorbeelden van de grote activiteit van deze stichting, die jaarlijks tientallen millioenen uitkeert, daar waar zij nodig zijn. Moeilijk had men een hetere bestemming kunnen vinden Jkeft men zich wel eens afgevraagd aj?voor gedetaillerede regelingen er ,erïlaa] getroffen moeten worden bij u legenheid van een officieel koninklijk 6tlj0ek? Alleen de insiders hebben daar idee van. In het nummer van deze de ,Worcit daarover op onderhouden- hèt- verteld, naar aanleiding van van Koningin Juliana aan schr"aam' kort- geleden. Kees Hana over? een reeks suggestieve foto's Ve]. .„wilt en bijster landt" van de /eluwe. tv? het De middenpagina's zijn gewijd grootste en oudste circus van li het circus Franz Althoff. De W-van reportages over de jeugd ®rtik heden wordt voortgezet met een j °ver een Joegoslavische studente. W Verder een interessante fotorepor- hulri °Ver he> gedeeltelijk met Marshall ing? uitgevoerde grote werken, om in Ha Us Afrika het water van de Niger, van Ac ^uug0' he waterrijkste stroom groot rika, dienstbaar te maken aan een herin heePSe irrigatie van het land. De Voor^erinS-en aan Malenkov, door een v°leri e vertrouweling, worden ver- W p Cottaar schrijft over geruch- eep p he tegenspraak daarvan inzake SchatCOmt3ine Coppi-Koblet-Fornara. „De tiscjj m de schuilkelder" is een roman- aHïpoY.jerhaal uit de dagen na de ge- fde invasie big. .....oBie in Italië. In dit num- oegmt een nieuw vervolgverhaal: man in het grijs". Berichten die in Parijs zijn ontvan gen, bevestigen het vermoeden, dat de bisschop van Vac, mgr. Petery, door de communistische regering van Hongarije gevangen genomen is en naar een afge legen plaats vervoerd; zijn plaats schijnt te worden ingenomen door de hulpbis schop en vicaris-generaal mgr. V. Ko- vacs. De laatste brief van het Hongaarse Episcopaat, welke in Januari werd uit gegeven naar aanleiding van de op handen zijnde verkiezingen, droeg de handtekeningen van acht in vrijheid levende bisschoppen, alsmede van een aantal coadjutors of vicarissen-generaal, doch de handtekening van mgr. Petery ontbrak daarop. Thans is het bericht van zijn deportatie ontvangen. Zijn arrestatie wordt geweten aan zijn hou ding ten aanzien van de benoeming van zekere progressieve geestelijken. De re gering had n.l. een aantal communis tisch georiënteerde priesters voorgedra gen voor benoemingen op belangrijke posten, waarop de bisschop geweigerd heeft in te gaan. Zeer veel Tweede Kamerleden zijn van mening dat het nieuwe formaat van het Staatsblad geen voordeel, doch enkel nadelen met zich medebrengt. Het nieuwe formaat is niet gemakke lijk hanteerbaar. Het naslaan wordt door de nieuwe vorm niet vereenvou digd. Een bepaalde wet kan men niet gemakkelijk uit een bundel lichten. Mocht dit nieuwe formaat gehand haafd worden, dan zou toezending in een stevige omslag zeer op prijs ge steld worden. door NCAIO MARSH 54 „De chirurg zal de wond onderzoe ken,'' zei Alleyn. Enkele ogenblikken zweeg zij en daarna op dezelfde egale toon: „Zeg hun, dat ze zijn gezicht be dekken vóór hij terugkomt.'" Curtis mompelde iets onhoorbaars. Alleyn zei: „Dat zal gebeuren." „Zeg hun, dat ze het bedekken met iets zwaars en diks. Dat ze zijn ogen sluiten. De ogen van de doden kunnen zien waar de ogen van de levenden blind zijn. Dat staat vast, hoe kunnen zij anders de weg vinden, zoals ze soms doen, in vreemde huizen?'' Fox schreef in zijn aantekenboek, de verpleegster keek veelbetekenend naar Dr- Kantripp. Over de schouder van haar meesteres volvoerde Tinkerton een aantal grimassen en knikjes en schudde het hoofd. Alleyn en Lady Wu- therwood staarden elkaar in het ge zicht. „Dat is alles," zei Lady Wutherwood. „Nog iets. U moet goed begrijpen, dat ik niet wens aangeraakt te worden of ach tervolgd of achterna gelopen. Ik waar schuw u, dat er grote gevaren dreigen voor degene die mij lastig valt. Ik heb een vriend, die mij goed bewaakt. Een zeer machtige vriend. Dat is alles." „Niet helemaal,' zei Alleyn. „Lady Wutherwood, indien u niet om dit on derhoud gevraagd had, zou ik het zelf gedaan hebben. De omstandigheden van de dood van uw echtgenoot noodzaken my tot een zeer nauwkeurig onderzoek." Zonder haar houding te veranderen of zelfs maar haar blik, zei zij: „U kunt maar beter voorzichtig zijn. U ver keert in gevaar.'' „Ik, mompelde Alleyn. „Hoe kan ik in gevaar verkeren?" „Mijn echtgenoot is gestorven, omdat hij iemand beledigd had die groter was dan hij. Men heeft mij niet gezegd door wiens hand hij stierf. Maar ik ken de macht, die hem doodde." „Welke macht is dat?" Haar mondhoeken gingen omhoog. Kleine plooien verschenen bij haar ogen- Haar gezicht werd het masker van een onaantrekkelijke Thalia. Al- leyn's vraag beantwoordde ze niet. „Ik moet u zeggen," zei hij, „dat in dien u iets weet ter -verklaring van ook maar het geringste feit, dat tot zijn dood leidde, u verplicht bent om dit aan de politie mede te delen. Aan de andere kant kunnen we u niet dwingen om in lichtingen te verschaffen. Misschien vindt u het raadzaam om uw advocaat te laten komen, die, indien hij vindt dat u beter geen enkele *'raag kunt beantwoorden, u aldus zal adviseren." „Ik weet zeer goed door welke mid delen ik ertoe gebracht zou kunnen worden om dingen te bekennen, die ik niet gedaan heb en woordeft die ik nooit gebruikt heb. Maar ik herinner me Mar guerite Loundman van Gebweiler en Anna Ruffa van Douzy. Wat die vo- caat betreft, ik heb zo'n bescherming niet nodig. Ik word beschermd. Ik ver keer niet in gevaar." „In dat geval," zei Alleyn, „zult u er geen bezwaar tegen hebben om enkele vragen te beantwoorden." Ze antwoordde niet. Hij wachtte even en zag de uitdrukking van ergernis op het gezicht van Fox en de onderzoe kende blikken van de twee artsen. „Lady Wutherwood," zei Alleyn, „wie is er met u in de lift gegaan?" Ze antwoordde onmiddellijk: „Dat scheen een van die neven te zijn." „Scheen?" Lady Wutherwood lachte. „Ja," zei ze, „scheen." „Dat begrijp ik niet," zei Alleyn. „Lady Charles Lamprey heeft toch \één van haar zoons gevraagd om u met de lift naar beneden te brengen, is het niet?" Lady Wutherwood knikte. „En één van hen kwam naar buiten en ging met u in de lift? Zag u hem naar buiten komen? Stond u vlak naast hem in de lift? Was het een van de tweelingen?" „Ik dacht van wel." „U dacht toen van wel," herhaalde Alleyn en zweeg daarna. Opnieuw lachte Lady Wutherwood en haar ge lach was volgens Alleyn volkomen ge lijk aan dat van de heksen in Macbeth. Hij schrok van het idee en herhaalde bij zichzelf de onsamenhangende verklarin gen, die ze tot nu toe had afgelegd. Hij kreeg een buitengewoon vreemd idee. „Lady Wutherwood," begon hij, „denkt u dat het mogelijk is, dat iemand de rol van een van de tweelingen ge speeld heeft?" Ze wierp hem een zeer vreemde blik toe en met een beweging, waarvan ze allemaal schrokken, sloeg ze plotseling haar armen om haar borst en omhelsde zichzelf. Met een zijdelingse blik knik te ze licht. „Was er een herkenningsteken?" vroeg Alleyn. Haar rechterhand kroop omhoog langs haar hals en naar de achterkant daar van. Ze bewoog haar hoofd, waardoor ze de blik van de verpleegster opving. Haastig trok ze haar hand terug en leg de haar vinger op haar lippen. „Stond hij met zijn rug naar u toe?" „Ja." „En u zag het teken achter in zijn nek?" „Ik heb het gezien." „Precies daar?" vroeg Alleyn en wees op de verschrikte Fox. „Daar. Het was een teken! St! Soms doet hij dat." „De Kleine Meester?" vroeg Alleyn. „Sst! Ja. Ja." „Denkt u dat het gebeurd was vóór u kwam? Ik bedoel die aanval op uw echtgenoot." „Hij zat samengedoken in de hoek. Hij zei niets. Ik wist, dat hij boos was. Hij had me met een boze stem geroe pen. Hij had geen recht om me zo te behandelen. Hij had voorzichtiger moe ten zijn. Ik heb hem gewaarschuwd." „Zei u iets tegen hem, toen u in de lift kwam?" „Waarom zou ik met hem spreken?" Hierop was geen antwoord mogelijk. Alleyn bleeft echter aandringen met zijn vragen en kwam erachter, dat Lady Wutherwood ternauwernood naar haat- echtgenoot gekeken had, die in de hoek van de lift zat met zijn hoed over zijn ogen. Met een onverwachte mimiek liet ze zich op haar stoel in elkaar zakken en bracht haar kin op haar borst. „Zo," zei ze en keek hem van onder haar wenkbrauwen sluw aan. „Zo zat hij. Ik dacht dat hij sliep." (Wordt vervolgd). borgt de grondwet, artikel vier, gelijke rechten binnen het rijk aan Nederlan ders en vreemden. Uitlevering zou alleen mogelijk zijn op grond van een verdrag tussen de West-Duitse Bondsrepubliek en ons land, doch een dergelijk verdrag be staat er niet meer. Op grond van een arrest van de bij zondere raad van cassatie merkte mr. Dutilh op, dat het vroegere uitleverings verdrag door de oorlog vervallen is. Zou de oorlog een schorsende werking heb ben gehad dan nog heeft het geen kracht meer door de onvoorwaardelijke over gave van Duitsland in 1945. De plaatsvervangende landsadvocaat, mr. J. J. R. Hoogenwegen uit Den Haag, greep terug op het oude uitleveringsver drag, dat een bepaalde rechtsgang voor schrijft, waarbij bij een kort geding de president geen bevoegdheid heeft. Waar om wordt de normale termijn niet in acht genomen en het oordeel van de rechtbank afgewacht, zo vroeg hij zich af. Het dossier uit Duitsland is onder weg en hij las een brief voor, waaruit begrepen kon worden, dat L.'s eigenlijke naam Schmidt is. De echte L. zou in Duitsland zijn identiteitskaart hebben verloren, zo vernamen wij. Na re- en depliek zei de president 22 Juni vonnis te zullen wijzen. Vanmiddag is in Haarlem het driedaags congres van de Nederlandse vereniging van ex-politieke gevangenen uit de be zettingstijd begonnen. De commissaris der Koningin in Noord-Holland, dr. J. E. Baron de Vos van Steenwijk, heeft in een openingsrede stilgestaan bij de col lectieve schuld van het Duitse volk, die volgens spr. ongetwijfeld bestaat. Maar, aldus spr., als we deze collectieve schuld van het Duitse volk eisen, dan moeten we ook bereid zijn dit begrip op ander terrein zelf te aanvaarden. Als Christus dan voor ons staat, en ons vraagt: wat hebt' ge gedaan met mijn evangelie dat ik u bracht en dat u 2000 jaar lang is gepredikt, zijn wij dan ook bereid om een collectief schuldbesef te aanvaarden? Wij hongeren en dorsten naar de ge rechtigheid. Daarvan getuigen wij, aldus spreker, als we het concentratiekamp systeem in alle landen blijven bestrijden. En zij zullen verzadigd worden, wordt ons door christus beloofd. Dit is de bood schap. aldus besloot de commissaris der koningin, die ik u bij deze gelegenheid wilde meegeven en dit is met recht „een blijde boodschap". Hierna heeft de voorzitter van de ver eniging, mr. G. Ch. Aalders, uit Dor drecht, een rede gehouden, waarin hij o.m. mededeelde, dat de minister van Binnenlandse Zaken een commissie had ingesteld om hem te adviseren over de wenselijkheid van en de mogelijkheid tot het instellen van een herinnerings- kruis voor ex-politieke gevangenen uit de bezettingstijd. Het resultaat van het werk van de commissie was, dat een algeheel gunstig advies aan de minisVr kon worden aangeboden. De minister raad heeft het advies echter volkomen ter zijde gelegd, aldus spreker, en bleek niet bereid tot het instellen van het voorgestelde kruis over te gaan. Het uiterste, waartoe, volgens spreker, de regering bereid bleek te zijfl, was een erkenning bij ministerieel besluit van een door de vereniging zelf in te stel len kruis. Het bestuur heeft echter ge meend, dit niet te moeten aanvaarden, doch zal op- deze aangelegenheid nader terugkomen. Dinsdagmorgen omstreeks 6 uur is de IJmuidense kotter Stormvogel IJM 249 bij paal 40, dat is ten zuiden van Eg- mond, op het strand aan de grond ge lopen. Het was toen vloed en enkele uren later kon men reeds om het scheepje heenlopen. De bemanning, be staande uit 3 koppen, onder aanvoering van schipper M. v. d. Ree, is aan boord gebleven en was 's morgens druk doen de met het verwerken van de gevangen garnaal. De IJM 249 is een in 1925 ge bouwde houten kotter van 21 ton en behoort toe aan de rederij A. v. d. Ree te IJmuiden. De goede hoop van de schepper, dat zijn schip 's avonds bij hoog water weer vlot zou komen, is in rook vervlogen. Het water kwam niet zo hoog als 's morgens en de sleepboot Nestor, die ter assistentie was uitgeva ren, slaagde er niet in de kotter vlot te trekken. De sleepboot is 's avonds weer naar IJmuiden teruggekeerd. Vanmorgen heeft de sleepboot Nestor van het bureau Wijsmuller opnieuw een poging ondernomen, deze keer met meer succes. Om kwart voor acht werd de kotter vlot getrokken, waarna de Nestor hem op sleeptouw nam naar IJmuiden. De UM. 249 bleek echter water te maken, maar met een pomp van de sleepboot kon hij drijvende worden gehouden. Tegen de middag is de sleep in IJmui den gearriveerd. Na een tienjarig bestaan is dezer da gen de Stichting van oud-gedetineerden en gijzelaars in concentratiekampen ontbonden. Men acht de bij de oprich ting gestelde taak thans vervuld. (Vervolg van pag. 1) Genees- en verbandmiddelen De verzekerde kan van zijn fonds tegen overlegging van een gespecifi ceerde kwitantie vergoeding verkrij gen van het in de tijdelijke verblijf plaats betaalde bedrag voor genees- en verbandmiddelen, voor zover zij met inachtneming van de „Regeling betref fende soorten en hoeveelheden van ge nees- en verbandmiddelen" zijn voorge schreven door de huisarts of de specia list, die de verzekerde overeenkomstig het hierboven vermelde heeft behan deld. Geen vergoeding wordt gegeven voor middelen, waarop de verzekerden krachtens de Beschikking genees- en verbandmiddelen verplicht-verzekerden geen aanspraak kunnen maken. Tandheelkundige en verlos kundige hulp Tandheelkundige hulp in de tijdelijke verblijfplaats wordt verleend volgens ziekenfondstarieven, mits de verzeker de zich heeft gewend tot een aan een fonds verbonden tandarts en zich als ziekenfondsverzekerde heeft bekend gemaakt. De verzekerde betaalt aan de tandarts het gehele bedrag voor de ver leende hulp. Tegen overlegging van een gespecificeerde kwitantie krijgt hij daarna van het fonds terug het bedrag, dat het fonds zou hebben betaald, in dien de tandheelkundige hulp in de woonplaats van de verzekerde zou zijn verleend. De verzekerde, die verloskundige hulp heeft genoten, verleend door een aan een fonds verbonden vroedvrouw of, indien deze niet beschikbaar is, door een aan een fonds verbonden huisarts, kan van zijn fonds tegen overlegging van een gespecificeerde kwitantie het fondstarief voor verloskundige hulp terug ontvangen, onder aftrek van het bedrag, waarop een vroedvrouw c.q. huisarts in de woonplaats voor even tueel reeds verleende praenatale zorg aanspraak kan maken. In voorkomen de gevallen kunnen volgens fondstarief ook worden vergoed de bedragen, wel ke een huisarts in rekening heeft ge bracht voor verloskundige hulp op ver zoek van een vroedvrouw. Ziekenhuisverpleging De verzekerde, die in een ziekenhuis moet worden opgenomen, dient te vo ren een machtiging bij zijn fonds aan te vragen. Het fonds kan aan de mach tiging de voorwaarden verbinden, dat de verzekerde zich in een ziekenhuis in zijn woonplaats laat opnemen, in dien de ziekenhuistarieven in de tijde lijke verblijfplaats hoger zijn dan in de woonplaats, en dat de verzekerde voor rekening van het fonds per auto naar een ziekenhuis in de woonplaats wordt vervoerd, indien vervoer per openbaar vervoermiddel uit medisch oogpunt niet mogelijk is. In spoedgevallen, waarin voorafgaande toestemming van het fonds niet mogelijk is, geeft de verzekerde ten spoedigste na zijn opne ming in een ziekenhuis hiervan kennis aan zijn fonds. Ook dan kan het fonds de voorwaarde stellen, dat de verzeker de zich per auto naar een ziekenhuis in de woonplaats laat vervoeren, indien dit voor het fonds voordeliger is. Geeft een verzekerde in deze geval len de voorkeur aan opneming in een ziekenhuis in de tijdelijke verblijf plaats, dan neemt het fonds de kosten voor zijn rekening tot het bedrag, dat in de woonplaats zou zijn betaald, ver hoogd met de uitgespaarde vervoers kosten. De verzekerde, die het voornemen heeft, naar een tijdelijke verblijfplaats te vertrekken, terwijl hij weet, dat hij in een ziekenhuis moet worden opgeno men, dient te voren overleg te plegen met de controlerend geneeskundige van zijn fonds. Voor het ziekenvervoer gelden zoveel mogelijk de bepalingen betreffende het gewone ziekenvervoer. Op vervoer naar de woning in de woonplaats kun nen verzekerden die, ziek zijnde, hun woonplaats hebben verlaten, geen aan spraak maken. Tenslotte wat heilgymnastiek, massa ge en bestralingen betreft: de verzeker de heeft recht op deze behandelingen door een aan een fonds verbonden heil- gymnast-masseur of in een inrichting, waarmede een fonds een overeenkomst heeft gesloten. Voor de behandeling dient te voren een machtiging te wor den gevraagd. Deze wordt telkenmale voor een bepaalde termijn verleend, tot ten hoogste twee maanden. Een volgende maal hoop ik in te gaan op de tijdelijke overschrijving naar een ander fonds, van verzeker den, die langer dan drie opeenvolgende maanden in Nederland in een tijdelijke verblijfplaats vertoeven of zullen ver toeven. Maar dat is uiteraard niet in de eerste plaats voor vacantiegangers van belang! A. J. LUIKINGA Vandaag vierde het echtpaar Frans Timmermans-Hubbers te Oss zijn dia manten bruiloft, temidden van een honderdtal kinderen, kleinkinderen en andere familieleden. Dit zestigjarig huwelijksfeest werd bijzondere luister bijgezet door de echtparen P. v. Lies- hout-v. Aalst en A. Doleweerd-v. d. Vorstenbosch, beide uit Oss, die na melijk pok beschouwd mogen worden als diamanten echtelieden. De eerste heeft in Mei zijn diamanten feest ge vierd en de familie Doleweerd komt begin September aan de beurt. De drie bruidsparen zijn gezamenlijk 487 jaar oud. In totaal hebben ze 39 kinderen gehad en ze zijn nü tezamen 111 maal opa en oma.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 3