HENRY FORD schiep
wereld op wielen
Het werk van drie generaties
een
Wm
mm
bent mijn man.
Duitser in
de Staat
kort geding tegen
der Nederlanden
Moord-
in de lift
Geneeskundige hulp buiten de
woonplaats van verzekerden
m
50 jaar Ford Motor Company
44 millioen Fords rijden over
de aardbol
mm
Amtsgericht te Hamburg vraagt uit
levering wegens bedrog en oplichting
Hongaarse bisschop gevangen genomen
Congres Expoge
te Haarlem
Bruiloft met drie
diamanten paren
HET FORD JE
WOENSDAG 17 JUNI 1953
PAGINA 3
m
van Eisenhower
Atoomenergie bruikbaar
voor de auto
Katholieke Illustratie
?;««daoek
Eür
?eeks
,d;
Mgr. Petery verzette zich
tegen communistische eisen
Kamerleden ontevreden
over nieuw Staatsblad
Vraag over collectief
schuldbesef
KOTTER IJM 249 AAN
DE GROND
ZIEKENFONDSVERZEKERING
Advertentie
(Van onze speciale verslaggever)
Over de gehele
Wereld is gisteren
het feit herdacht,
dat vijftig jaar ge
leden de Ford Mo
tor Company werd
opgericht door een
eenvoudig man, die
in vrije uren in een
oude smidse een
eigen automobiel
had gebouwd; Hen
ry Ford. In die vijf
tig jaar is, vertakt
over de gehele we
reld een millioenen-
concern gegroeid,
dat constant mede
de toon heeft aan
gegeven in de ont
wikkeling van de
auto en dat wat
de popularisering
Van dit vervoers
middel betreft
baanbrekend werk
heeft verricht. Bij
na vier en veertig
millioen auto's wer
den in die halve
eeuw door de Ford
fabrieken geprodu
ceerd. Henry Ford
is door zijn leven
het type geworden
Van de Amerikaan
se industrieel. Hij
Was een man met
een grote practi-
sche werkkracht en
met gezonde ideeën.
Hij was een man
die, in tegenstel
ling met de rest van
de wereld rond 1900,
de enorme moge
lijkheden zag die
in zijn eerste „wa
gen zonder paard" verankerd lagen en hij had de moed en het doorzettingsver
mogen deze visie te verwezenlijken. Hij heeft de auto niet uitgevonden. Hij
heeft zelfs weinig aan de principes verbeterd. Maar hij is de „fabrikant" ge
weest in de meest uitgebreide zin van het woord. Hij heeft een productie
systeem uitgedacht waardoor het tenslotte mogelijk is geworden elke tien se
conden een auto van de productieband te doen rollen. Hij heeft een wereld
°P wielen geschapen, die in zijn tijd door een ieder voor onmogelijk werd ge
houden. Dat wij de samenleving thans moeilijk zonder de auto kunnen denken,
Is in feite het werk geweest van Henry Ford de „Oude wijze man van De
troit" die de auto betrouwbaar, ongecompliceerd en niet duur maakte.
Bij de opening van een nieuw
research-laboratorium in Dearborn
heeft president Eisenhower onlangs
een rede uitgesproken. „Ik heb ook
deel gehad aan alle vobruitgang, die
de Ford-familie aan het Amerikaan
se publiek heeft gebracht", zo zeide
de president. In 1920 kocht hij zijn
eerste T.-Ford. En zoals alle eige
naars van dit hoge, onverwoestbare
koetsje, had de president toen
nog tweede luitenant moeilijkhe
den met de ontsteking en de carbu
rateur. Hij kocht een Bosch-ontste
king en een Stromberg-carburateur,
monteerde die in zijn wagen en had
een echte Ford. Helaas moest de
president zijn wagen nogal eens
buiten laten staan en op een gege
ven moment staken dieven er hun
vingers naar u'it. Deze lieden stalen
echter niet de Ford, maar wel de
nieuwe carburateur en de Bosch
ontsteking
,De wijze oude man uit Detroit" noemden de Amerikaanse
kranten Henry Ford in zijn laatste levensjaren. Oud en
wijs is hij geworden in zijn dynamische jacht naar de
goedkope automobiel in een zo groot mogelijke productie.
Hij is de vader geworden van de auto en tevens van de
wegen en bruggen, die door zijn product vereist werden.
Het eerste wagentje, op fietswielen
en met een soort canapé als zitplaats, is
Henry Ford altijd dierbaar gebleven.
Op de verjaardagen van zijn bedrijf
Placht hij daarin te gaan rijden, ook al
stonden moderner en luxueuzer wagens
Voor zijn deur. Nauwelijks een maand
ha de oprichting van de Ford Motor
Company werd de eerste auto, een
twee-cylinder A-model verkocht. In dat
Jaar werden ruim zeventien honderd
jegens gebouwd. Nauwelijks een jaar
later werd het eerste nevenbedrijf in
Canada opgericht. In diezelfde periode
pog de eerste auto met de motor in de
lengteas de deur uit.
In 1908 kwam de eerste „echte"
auto, de T-Ford, een door velen ver-
Wenst en tegelijkertijd geprezen wa
gentje dat in enkele jaren tijds de
Amerikaanse wegen veroverde, dat
het zelfs noodzakelijk maakte dat er
Pi-
wegen voor werden aangelegd. Zo
werd Henry Ford niet alleen de vader
van de auto maar ook van de wegen.
Ford ging over tot het bouwen van
zijn wagens aan de lopende band. Hij
richtte de acht-nrige werkdag reeds
in 1914 in en in 1915 liep de millioen-
ste Ford van stapel. Sedert dat jaar
tal is feitelijk elk volgend jaar een
millioen auto's gemaakt.
In 1927 ging het T-model naar het
kerkhof nauwelijks betreurd door een
ieder die daar mee te maken had ge
had want het A-model, dat in dat jaar
werd uitgebracht, had veel meer moge
lijkheden, was luxer en zag er beter
uit. Het had een versnellingshandel en
was een oprechte openbaring. In 1932
verbaasde Ford de wereld met een
simpele acht-cylindermotor. De acht
cylinders konden in één massief motor
blok worden gemonteerd daar zij in V-
vorm waren opgesteld. Toch daalde on
danks deze grote verbeteringen de pro
ductie. In 1923 waren meer dan twee
millioen T-Fords gebouwd. In 1933
brachten de Ford-fabrieken het niet
verder dan een half millioen acht-cy-
linders.
Ten behoeve van de oorlogsinspan
ning werd in 1942 de productie vap
personenwagens stop gezet. Ford ging
vliegtuigen maken, jeeps, motoren en
instrumenten en onderdelen. In een
maand tijd werden in een fabriek 432
vliegtuigen gemaakt. In 1945 werd de
productie hervat en brak voor de
Ford-fabrieken een moeilijke periode
aan. Men werkte met verlies. In de
eerste helft van 1946 ging 55 millioen
dollar verloren. Het enige goede wat
de Fords nog bezaten was hun naam.
In een jaar tijds werd het bedrijf ge
reorganiseerd. Het nieuwe model werd
ontworpen en in 1950 werd de grootste
productie uit de vijftig-jarige Ford
historie bereikt. 2.364.508 wagens wer
den door de tientallen fabrieken teza
men in dat jaar gebouwd. Na een tij
delijke inzinking stond Ford weer bo
venaan op de ranglijst van de auto-
fabrieken.
De traditie, door Henry Ford in 1903
geschapen, is de voorbije halve eeuw
voortgezet door zijn kinderen. Zijn
enige zoon, Edsel Ford, volgde in 1919
zijn vader op als president van de Com
pany. Edsel Ford was geen hard zaken
man. Hij was fijngevoelig en leed aan
een ongeneeslijke ziekte. Toen hij in
Want niets en niemand brengt u van de wijs.
Een ROXY roker bent u en blijft u omdat geur
en smaak van ROXY niet te evenaren zijn.
U bent overtuigd van ROXY's rotsvaste
kwaliteit, U weet het beste te kiezen.
Daarom bent U mijn man!
voor het geld dat met' harde Amerikaan
se zakelijkheid is verdiend.
De ontwikkeling, in de voorbije vijf
tig jaar ingezet, gaat voort. In speciale
research-afdelingen worden nieuwe we
gen voor de auto onderzocht. In de ko
mende twee jaar wil Henry Ford II
500 millioen dollar besteden om de pro
ductiecapaciteit van zijn fabrieken op
meer dan drie millioen per jaar te
brengen. Daar zijn nieuwe fabrieken
voor nodig.
Tot 1956 zal de Ford het huidige mo
del houden, jaarlijks in onderdelen ver
beterd. Daarna wil Ford een nieuwe
openbaring uitbrengen, die even groot
zal zijn als indertijd de T-Ford was.
In de speciale laboratoria werkt men
thans aan een groot onderzoek in hoe
verre de atoomenergie te gebruiken is
als aandrijfkracht voor automobielen.
De toekomst van de auto is nog m het
duister gehuld. Het is niet mogelijk te
zeggen of dit vervoermiddel zijn po
pulariteit niet aan andere middelen van
vervoer zal moeten afstaan. Aan de drie
gebroeders Ford zal dat niet liggen. Zij
hebben de durf om elke ontwikkeling
te accepteren en op te vangen.
Bij de Hembrug onder de rook van Amsterdam is ook in ons land een
dependance van de Fordfabrieken gegroeid. Deze industrie, reeds bijna dertig
jaar in ons land gevestigd, krijgt dit jaar een productie van 1000 wagens per
maand. In dit bedrijf is gisteren het halve eeuwfeest van de Fordfabrieken in
Dearborn, in gezelschap van de Nederlandse pers, gevierd.
1943 aan die ziekte overleed moest zijn
oude vader het roer weer in handen
nemen, totdat in 1945 Henry Ford II zijn
intrede deed in de Fordwereld. Thans
is dit wereldconcern in handen van drie
broers, Henry, Benson en William, die
tezamen nog geen eeuw oud zijn. Deze
drie knapen die door het oudere per
soneel in de Ford-fabrieken met hun
voornaam worden aangesproken, alsof
zij hun zoon zijn leiden de fabrie
ken met dezelfde voortvarendheid als
die, waarmee hun grootvader zijn mil-
lioenenproductie voorbereidde en ten
slotte verwezenlijkte.
De president van de Rotterdamse
rechtbank, mr. J. van Vollenhoven, kreeg
gistermiddag een kort geding te behan
delen, dat zijn oorsprong vond in de
aanhouding van de 51-jarige dr. ir. S.
II. L. uit Hamburg-Wandsbeck op 29 Mei.
Deze behoorde tot de opvarenden van
bet Duitse jacht „Edith", dat ongeveer
16 Mei uit Hamburg naar Spanje was
vertrokken, maar 26 Mei op de Maas
vlakte bij Hoek van Holland strandde.
De volgende dag kwam het scheepje
vlot en liep beschadigd bij Hoek van
Holland binnen. L. is toen enige dagen
later aangehouden op verzoek van het
„Amtsgericht" te Hamburg, omdat hij
verdacht zou zijn van bedrog en op
lichting. De „Edith''. die nu bij de ri
vierpolitie te Rotterdam ligt, werd aan
de ketting gelegd, omdat men van me
ning was. dat het schip met een deel
van het „opgelichte" geld gekocht zou
zijn. De overige opvarenden, drie man
nen en twee vrouwen, bevinden zich nog
op het hoofdbureau van politie te Rot
terdam in afwachting van een rechter
lijke beslissing.
L., die een half aandeel in het jacht
heeft, had nu in een kort geding de
Staat der Nederlanden en de officier van
Justitie te Rotterdam in privé, mr. T.
Semeijns de Vries van Doesburgh, ge
dagvaard, omdat L. zich op het stand
punt stelde, dat zijn voorlopige aanhou
ding een onrechtmatige daad was en
er sprake is van wederrechtelijke vrij
heidsberoving. Hij verzocht opheffing
van zijn voorlopig bevel tot aanhouding
en opheffing van het bèslag op het schip.
Zijn raadsman, mr. I. J. Dutilh uit
Rotterdam, lichtte de zaak toe en hij
wees erop, dat de aanhouding van zijn
cliënt en het beslag op het schip on
rechtmatig waren. Volgens hem waar-
De T-Ford was de eerste van de
be le wagens, waarmee Henry
Ford de wereld heeft verbaasd,
vijftien millioen van deze gemo
toriseerde koetsen werden door
üe Ford-fabrieken gebouwd. In
dit soort wagens heeft de wereld
autorijden geleerd.
In zyn testament heeft Henry Ford
500 millioen dollar nagelaten en be
paald dat die moesten worden gestort
in de Fordstichting, die zich ten doel
stelt om de economische en sociale vre
de in de-wereld in de ruimste zin van
het woord te handhaven. Deze stichting
verbetert het onderwijs in Pakistan,
zorgt voor de ontheemden in Europa,
zorgt voor voedsel voor de ondervoede
bergbewoners in Guatemala en voor de
mijnwerkers in Chili. Dit zijn nog
maar enkele voorbeelden van de grote
activiteit van deze stichting, die jaarlijks
tientallen millioenen uitkeert, daar
waar zij nodig zijn. Moeilijk had men
een hetere bestemming kunnen vinden
Jkeft men zich wel eens afgevraagd
aj?voor gedetaillerede regelingen er
,erïlaa] getroffen moeten worden bij
u legenheid van een officieel koninklijk
6tlj0ek? Alleen de insiders hebben daar
idee van. In het nummer van deze
de ,Worcit daarover op
onderhouden-
hèt- verteld, naar aanleiding van
van Koningin Juliana aan
schr"aam' kort- geleden. Kees Hana
over? een reeks suggestieve foto's
Ve]. .„wilt en bijster landt" van de
/eluwe.
tv? het
De middenpagina's zijn gewijd
grootste en oudste circus
van
li het circus Franz Althoff. De
W-van reportages over de jeugd
®rtik heden wordt voortgezet met een
j °ver een Joegoslavische studente.
W Verder een interessante fotorepor-
hulri °Ver he> gedeeltelijk met Marshall
ing? uitgevoerde grote werken, om in
Ha Us Afrika het water van de Niger,
van Ac ^uug0' he waterrijkste stroom
groot rika, dienstbaar te maken aan een
herin heePSe irrigatie van het land. De
Voor^erinS-en aan Malenkov, door een
v°leri e vertrouweling, worden ver-
W p Cottaar schrijft over geruch-
eep p he tegenspraak daarvan inzake
SchatCOmt3ine Coppi-Koblet-Fornara. „De
tiscjj m de schuilkelder" is een roman-
aHïpoY.jerhaal uit de dagen na de ge-
fde invasie
big.
.....oBie in Italië. In dit num-
oegmt een nieuw vervolgverhaal:
man in het grijs".
Berichten die in Parijs zijn ontvan
gen, bevestigen het vermoeden, dat de
bisschop van Vac, mgr. Petery, door de
communistische regering van Hongarije
gevangen genomen is en naar een afge
legen plaats vervoerd; zijn plaats schijnt
te worden ingenomen door de hulpbis
schop en vicaris-generaal mgr. V. Ko-
vacs.
De laatste brief van het Hongaarse
Episcopaat, welke in Januari werd uit
gegeven naar aanleiding van de op
handen zijnde verkiezingen, droeg de
handtekeningen van acht in vrijheid
levende bisschoppen, alsmede van een
aantal coadjutors of vicarissen-generaal,
doch de handtekening van mgr. Petery
ontbrak daarop. Thans is het bericht
van zijn deportatie ontvangen. Zijn
arrestatie wordt geweten aan zijn hou
ding ten aanzien van de benoeming van
zekere progressieve geestelijken. De re
gering had n.l. een aantal communis
tisch georiënteerde priesters voorgedra
gen voor benoemingen op belangrijke
posten, waarop de bisschop geweigerd
heeft in te gaan.
Zeer veel Tweede Kamerleden zijn
van mening dat het nieuwe formaat
van het Staatsblad geen voordeel, doch
enkel nadelen met zich medebrengt.
Het nieuwe formaat is niet gemakke
lijk hanteerbaar. Het naslaan wordt
door de nieuwe vorm niet vereenvou
digd. Een bepaalde wet kan men niet
gemakkelijk uit een bundel lichten.
Mocht dit nieuwe formaat gehand
haafd worden, dan zou toezending in
een stevige omslag zeer op prijs ge
steld worden.
door NCAIO MARSH
54
„De chirurg zal de wond onderzoe
ken,'' zei Alleyn. Enkele ogenblikken
zweeg zij en daarna op dezelfde egale
toon: „Zeg hun, dat ze zijn gezicht be
dekken vóór hij terugkomt.'"
Curtis mompelde iets onhoorbaars.
Alleyn zei: „Dat zal gebeuren." „Zeg
hun, dat ze het bedekken met iets
zwaars en diks. Dat ze zijn ogen sluiten.
De ogen van de doden kunnen zien waar
de ogen van de levenden blind zijn. Dat
staat vast, hoe kunnen zij anders de
weg vinden, zoals ze soms doen, in
vreemde huizen?''
Fox schreef in zijn aantekenboek, de
verpleegster keek veelbetekenend naar
Dr- Kantripp. Over de schouder van
haar meesteres volvoerde Tinkerton
een aantal grimassen en knikjes en
schudde het hoofd. Alleyn en Lady Wu-
therwood staarden elkaar in het ge
zicht.
„Dat is alles," zei Lady Wutherwood.
„Nog iets. U moet goed begrijpen, dat ik
niet wens aangeraakt te worden of ach
tervolgd of achterna gelopen. Ik waar
schuw u, dat er grote gevaren dreigen
voor degene die mij lastig valt. Ik heb
een vriend, die mij goed bewaakt. Een
zeer machtige vriend. Dat is alles."
„Niet helemaal,' zei Alleyn. „Lady
Wutherwood, indien u niet om dit on
derhoud gevraagd had, zou ik het zelf
gedaan hebben. De omstandigheden van
de dood van uw echtgenoot noodzaken
my tot een zeer nauwkeurig onderzoek."
Zonder haar houding te veranderen
of zelfs maar haar blik, zei zij: „U kunt
maar beter voorzichtig zijn. U ver
keert in gevaar.''
„Ik, mompelde Alleyn. „Hoe kan ik in
gevaar verkeren?"
„Mijn echtgenoot is gestorven, omdat
hij iemand beledigd had die groter was
dan hij. Men heeft mij niet gezegd door
wiens hand hij stierf. Maar ik ken de
macht, die hem doodde."
„Welke macht is dat?"
Haar mondhoeken gingen omhoog.
Kleine plooien verschenen bij haar
ogen- Haar gezicht werd het masker
van een onaantrekkelijke Thalia. Al-
leyn's vraag beantwoordde ze niet.
„Ik moet u zeggen," zei hij, „dat in
dien u iets weet ter -verklaring van ook
maar het geringste feit, dat tot zijn dood
leidde, u verplicht bent om dit aan de
politie mede te delen. Aan de andere
kant kunnen we u niet dwingen om in
lichtingen te verschaffen. Misschien
vindt u het raadzaam om uw advocaat
te laten komen, die, indien hij vindt
dat u beter geen enkele *'raag kunt
beantwoorden, u aldus zal adviseren."
„Ik weet zeer goed door welke mid
delen ik ertoe gebracht zou kunnen
worden om dingen te bekennen, die ik
niet gedaan heb en woordeft die ik nooit
gebruikt heb. Maar ik herinner me Mar
guerite Loundman van Gebweiler en
Anna Ruffa van Douzy. Wat die vo-
caat betreft, ik heb zo'n bescherming
niet nodig. Ik word beschermd. Ik ver
keer niet in gevaar."
„In dat geval," zei Alleyn, „zult u er
geen bezwaar tegen hebben om enkele
vragen te beantwoorden."
Ze antwoordde niet. Hij wachtte even
en zag de uitdrukking van ergernis op
het gezicht van Fox en de onderzoe
kende blikken van de twee artsen.
„Lady Wutherwood," zei Alleyn, „wie
is er met u in de lift gegaan?"
Ze antwoordde onmiddellijk: „Dat
scheen een van die neven te zijn."
„Scheen?"
Lady Wutherwood lachte. „Ja," zei ze,
„scheen."
„Dat begrijp ik niet," zei Alleyn.
„Lady Charles Lamprey heeft toch \één
van haar zoons gevraagd om u met de
lift naar beneden te brengen, is het
niet?"
Lady Wutherwood knikte.
„En één van hen kwam naar buiten
en ging met u in de lift? Zag u hem
naar buiten komen? Stond u vlak naast
hem in de lift? Was het een van de
tweelingen?"
„Ik dacht van wel."
„U dacht toen van wel," herhaalde
Alleyn en zweeg daarna. Opnieuw
lachte Lady Wutherwood en haar ge
lach was volgens Alleyn volkomen ge
lijk aan dat van de heksen in Macbeth.
Hij schrok van het idee en herhaalde bij
zichzelf de onsamenhangende verklarin
gen, die ze tot nu toe had afgelegd. Hij
kreeg een buitengewoon vreemd idee.
„Lady Wutherwood," begon hij,
„denkt u dat het mogelijk is, dat iemand
de rol van een van de tweelingen ge
speeld heeft?"
Ze wierp hem een zeer vreemde blik
toe en met een beweging, waarvan ze
allemaal schrokken, sloeg ze plotseling
haar armen om haar borst en omhelsde
zichzelf. Met een zijdelingse blik knik
te ze licht.
„Was er een herkenningsteken?" vroeg
Alleyn.
Haar rechterhand kroop omhoog langs
haar hals en naar de achterkant daar
van. Ze bewoog haar hoofd, waardoor
ze de blik van de verpleegster opving.
Haastig trok ze haar hand terug en leg
de haar vinger op haar lippen.
„Stond hij met zijn rug naar u toe?"
„Ja."
„En u zag het teken achter in zijn
nek?"
„Ik heb het gezien."
„Precies daar?" vroeg Alleyn en wees
op de verschrikte Fox.
„Daar. Het was een teken! St! Soms
doet hij dat."
„De Kleine Meester?" vroeg Alleyn.
„Sst! Ja. Ja."
„Denkt u dat het gebeurd was vóór
u kwam? Ik bedoel die aanval op uw
echtgenoot."
„Hij zat samengedoken in de hoek.
Hij zei niets. Ik wist, dat hij boos was.
Hij had me met een boze stem geroe
pen. Hij had geen recht om me zo te
behandelen. Hij had voorzichtiger moe
ten zijn. Ik heb hem gewaarschuwd."
„Zei u iets tegen hem, toen u in de
lift kwam?"
„Waarom zou ik met hem spreken?"
Hierop was geen antwoord mogelijk.
Alleyn bleeft echter aandringen met
zijn vragen en kwam erachter, dat Lady
Wutherwood ternauwernood naar haat-
echtgenoot gekeken had, die in de hoek
van de lift zat met zijn hoed over zijn
ogen. Met een onverwachte mimiek liet
ze zich op haar stoel in elkaar zakken
en bracht haar kin op haar borst. „Zo,"
zei ze en keek hem van onder haar
wenkbrauwen sluw aan. „Zo zat hij. Ik
dacht dat hij sliep."
(Wordt vervolgd).
borgt de grondwet, artikel vier, gelijke
rechten binnen het rijk aan Nederlan
ders en vreemden. Uitlevering zou alleen
mogelijk zijn op grond van een verdrag
tussen de West-Duitse Bondsrepubliek en
ons land, doch een dergelijk verdrag be
staat er niet meer.
Op grond van een arrest van de bij
zondere raad van cassatie merkte mr.
Dutilh op, dat het vroegere uitleverings
verdrag door de oorlog vervallen is. Zou
de oorlog een schorsende werking heb
ben gehad dan nog heeft het geen kracht
meer door de onvoorwaardelijke over
gave van Duitsland in 1945.
De plaatsvervangende landsadvocaat,
mr. J. J. R. Hoogenwegen uit Den Haag,
greep terug op het oude uitleveringsver
drag, dat een bepaalde rechtsgang voor
schrijft, waarbij bij een kort geding de
president geen bevoegdheid heeft. Waar
om wordt de normale termijn niet in
acht genomen en het oordeel van de
rechtbank afgewacht, zo vroeg hij zich
af. Het dossier uit Duitsland is onder
weg en hij las een brief voor, waaruit
begrepen kon worden, dat L.'s eigenlijke
naam Schmidt is. De echte L. zou in
Duitsland zijn identiteitskaart hebben
verloren, zo vernamen wij.
Na re- en depliek zei de president 22
Juni vonnis te zullen wijzen.
Vanmiddag is in Haarlem het driedaags
congres van de Nederlandse vereniging
van ex-politieke gevangenen uit de be
zettingstijd begonnen. De commissaris
der Koningin in Noord-Holland, dr. J. E.
Baron de Vos van Steenwijk, heeft in
een openingsrede stilgestaan bij de col
lectieve schuld van het Duitse volk, die
volgens spr. ongetwijfeld bestaat. Maar,
aldus spr., als we deze collectieve schuld
van het Duitse volk eisen, dan moeten
we ook bereid zijn dit begrip op ander
terrein zelf te aanvaarden. Als Christus
dan voor ons staat, en ons vraagt: wat
hebt' ge gedaan met mijn evangelie dat
ik u bracht en dat u 2000 jaar lang is
gepredikt, zijn wij dan ook bereid om
een collectief schuldbesef te aanvaarden?
Wij hongeren en dorsten naar de ge
rechtigheid. Daarvan getuigen wij, aldus
spreker, als we het concentratiekamp
systeem in alle landen blijven bestrijden.
En zij zullen verzadigd worden, wordt
ons door christus beloofd. Dit is de bood
schap. aldus besloot de commissaris der
koningin, die ik u bij deze gelegenheid
wilde meegeven en dit is met recht „een
blijde boodschap".
Hierna heeft de voorzitter van de ver
eniging, mr. G. Ch. Aalders, uit Dor
drecht, een rede gehouden, waarin hij
o.m. mededeelde, dat de minister van
Binnenlandse Zaken een commissie had
ingesteld om hem te adviseren over de
wenselijkheid van en de mogelijkheid
tot het instellen van een herinnerings-
kruis voor ex-politieke gevangenen uit
de bezettingstijd. Het resultaat van het
werk van de commissie was, dat een
algeheel gunstig advies aan de minisVr
kon worden aangeboden. De minister
raad heeft het advies echter volkomen
ter zijde gelegd, aldus spreker, en bleek
niet bereid tot het instellen van het
voorgestelde kruis over te gaan. Het
uiterste, waartoe, volgens spreker, de
regering bereid bleek te zijfl, was een
erkenning bij ministerieel besluit van
een door de vereniging zelf in te stel
len kruis. Het bestuur heeft echter ge
meend, dit niet te moeten aanvaarden,
doch zal op- deze aangelegenheid nader
terugkomen.
Dinsdagmorgen omstreeks 6 uur is de
IJmuidense kotter Stormvogel IJM 249
bij paal 40, dat is ten zuiden van Eg-
mond, op het strand aan de grond ge
lopen. Het was toen vloed en enkele
uren later kon men reeds om het
scheepje heenlopen. De bemanning, be
staande uit 3 koppen, onder aanvoering
van schipper M. v. d. Ree, is aan boord
gebleven en was 's morgens druk doen
de met het verwerken van de gevangen
garnaal. De IJM 249 is een in 1925 ge
bouwde houten kotter van 21 ton en
behoort toe aan de rederij A. v. d. Ree
te IJmuiden. De goede hoop van de
schepper, dat zijn schip 's avonds bij
hoog water weer vlot zou komen, is in
rook vervlogen. Het water kwam niet
zo hoog als 's morgens en de sleepboot
Nestor, die ter assistentie was uitgeva
ren, slaagde er niet in de kotter vlot
te trekken. De sleepboot is 's avonds
weer naar IJmuiden teruggekeerd.
Vanmorgen heeft de sleepboot Nestor
van het bureau Wijsmuller opnieuw een
poging ondernomen, deze keer met meer
succes. Om kwart voor acht werd de
kotter vlot getrokken, waarna de Nestor
hem op sleeptouw nam naar IJmuiden.
De UM. 249 bleek echter water te maken,
maar met een pomp van de sleepboot
kon hij drijvende worden gehouden.
Tegen de middag is de sleep in IJmui
den gearriveerd.
Na een tienjarig bestaan is dezer da
gen de Stichting van oud-gedetineerden
en gijzelaars in concentratiekampen
ontbonden. Men acht de bij de oprich
ting gestelde taak thans vervuld.
(Vervolg van pag. 1)
Genees- en verbandmiddelen
De verzekerde kan van zijn fonds
tegen overlegging van een gespecifi
ceerde kwitantie vergoeding verkrij
gen van het in de tijdelijke verblijf
plaats betaalde bedrag voor genees- en
verbandmiddelen, voor zover zij met
inachtneming van de „Regeling betref
fende soorten en hoeveelheden van ge
nees- en verbandmiddelen" zijn voorge
schreven door de huisarts of de specia
list, die de verzekerde overeenkomstig
het hierboven vermelde heeft behan
deld. Geen vergoeding wordt gegeven
voor middelen, waarop de verzekerden
krachtens de Beschikking genees- en
verbandmiddelen verplicht-verzekerden
geen aanspraak kunnen maken.
Tandheelkundige en verlos
kundige hulp
Tandheelkundige hulp in de tijdelijke
verblijfplaats wordt verleend volgens
ziekenfondstarieven, mits de verzeker
de zich heeft gewend tot een aan een
fonds verbonden tandarts en zich als
ziekenfondsverzekerde heeft bekend
gemaakt. De verzekerde betaalt aan de
tandarts het gehele bedrag voor de ver
leende hulp. Tegen overlegging van een
gespecificeerde kwitantie krijgt hij
daarna van het fonds terug het bedrag,
dat het fonds zou hebben betaald, in
dien de tandheelkundige hulp in de
woonplaats van de verzekerde zou zijn
verleend.
De verzekerde, die verloskundige
hulp heeft genoten, verleend door een
aan een fonds verbonden vroedvrouw
of, indien deze niet beschikbaar is, door
een aan een fonds verbonden huisarts,
kan van zijn fonds tegen overlegging
van een gespecificeerde kwitantie het
fondstarief voor verloskundige hulp
terug ontvangen, onder aftrek van het
bedrag, waarop een vroedvrouw c.q.
huisarts in de woonplaats voor even
tueel reeds verleende praenatale zorg
aanspraak kan maken. In voorkomen
de gevallen kunnen volgens fondstarief
ook worden vergoed de bedragen, wel
ke een huisarts in rekening heeft ge
bracht voor verloskundige hulp op ver
zoek van een vroedvrouw.
Ziekenhuisverpleging
De verzekerde, die in een ziekenhuis
moet worden opgenomen, dient te vo
ren een machtiging bij zijn fonds aan
te vragen. Het fonds kan aan de mach
tiging de voorwaarden verbinden, dat
de verzekerde zich in een ziekenhuis
in zijn woonplaats laat opnemen, in
dien de ziekenhuistarieven in de tijde
lijke verblijfplaats hoger zijn dan in de
woonplaats, en dat de verzekerde voor
rekening van het fonds per auto naar
een ziekenhuis in de woonplaats wordt
vervoerd, indien vervoer per openbaar
vervoermiddel uit medisch oogpunt
niet mogelijk is. In spoedgevallen,
waarin voorafgaande toestemming van
het fonds niet mogelijk is, geeft de
verzekerde ten spoedigste na zijn opne
ming in een ziekenhuis hiervan kennis
aan zijn fonds. Ook dan kan het fonds
de voorwaarde stellen, dat de verzeker
de zich per auto naar een ziekenhuis in
de woonplaats laat vervoeren, indien
dit voor het fonds voordeliger is.
Geeft een verzekerde in deze geval
len de voorkeur aan opneming in een
ziekenhuis in de tijdelijke verblijf
plaats, dan neemt het fonds de kosten
voor zijn rekening tot het bedrag, dat
in de woonplaats zou zijn betaald, ver
hoogd met de uitgespaarde vervoers
kosten.
De verzekerde, die het voornemen
heeft, naar een tijdelijke verblijfplaats
te vertrekken, terwijl hij weet, dat hij
in een ziekenhuis moet worden opgeno
men, dient te voren overleg te plegen
met de controlerend geneeskundige
van zijn fonds.
Voor het ziekenvervoer gelden zoveel
mogelijk de bepalingen betreffende het
gewone ziekenvervoer. Op vervoer
naar de woning in de woonplaats kun
nen verzekerden die, ziek zijnde, hun
woonplaats hebben verlaten, geen aan
spraak maken.
Tenslotte wat heilgymnastiek, massa
ge en bestralingen betreft: de verzeker
de heeft recht op deze behandelingen
door een aan een fonds verbonden heil-
gymnast-masseur of in een inrichting,
waarmede een fonds een overeenkomst
heeft gesloten. Voor de behandeling
dient te voren een machtiging te wor
den gevraagd. Deze wordt telkenmale
voor een bepaalde termijn verleend,
tot ten hoogste twee maanden.
Een volgende maal hoop ik in te
gaan op de tijdelijke overschrijving
naar een ander fonds, van verzeker
den, die langer dan drie opeenvolgende
maanden in Nederland in een tijdelijke
verblijfplaats vertoeven of zullen ver
toeven. Maar dat is uiteraard niet in de
eerste plaats voor vacantiegangers van
belang! A. J. LUIKINGA
Vandaag vierde het echtpaar Frans
Timmermans-Hubbers te Oss zijn dia
manten bruiloft, temidden van een
honderdtal kinderen, kleinkinderen en
andere familieleden. Dit zestigjarig
huwelijksfeest werd bijzondere luister
bijgezet door de echtparen P. v. Lies-
hout-v. Aalst en A. Doleweerd-v. d.
Vorstenbosch, beide uit Oss, die na
melijk pok beschouwd mogen worden
als diamanten echtelieden. De eerste
heeft in Mei zijn diamanten feest ge
vierd en de familie Doleweerd komt
begin September aan de beurt.
De drie bruidsparen zijn gezamenlijk
487 jaar oud. In totaal hebben ze 39
kinderen gehad en ze zijn nü tezamen
111 maal opa en oma.