Volledige compensatie geëist bij de komende huurverhoging %%0^AN: Het spoor van het zwaaroL Treinongeval bij Weesp I6JREH0»Sf Moord- in de lift Rijkssubsidie voor het honds- werk niet uitgesloten MOUNT EVEREST-beklimmer op doorreis op Schiphol s Werelds grootste zeesleep boot te water gelaten TREINONGEVALLEN NIEUWE HAV BANK Onderdeel Velser-akan niet worden behandeld Mgr. drs. J. Damen Minister Suurhoff op congres NVEPG Gerechtshof mist appèl-memorie Jongetje botst tegen auto 'SWERELDS f faóte R0LFILM VRIJDAG 19 JUNI 1953 PAGINA 5 Katholieke Bond van Bejaarden en Gepensionneerdën In bisdom Haarlem 50 afdelingen Uit de afdelingen Huisprelaat van Z.H. de Paus De huurverhoging Twintig pond aan gewicht verloren maar de top niet bereikt Ver klaring passagiers Kruis van Verdienste voor buitenlanders door NGAIO MARSH Gouden onderscheiding voor Jan Eloy Brom Aan gevolgen overleden De Katholieke Bond van Bejaarden en Gepensionneerden in het bisdom Haar lem heeft dan gisteren zijn eerste diocesane jaarvergadering gehouden. En dat is gebeurd op een uiterst pleizierige manier, want het was feitelijk een gezellig onder-onsje, zoals de afgevaardigden van de diverse afdelingen in het K.A.B.-ge- bouw te Lisse bijeen waren. Voor de gezelligheid was men echter niet bijeen gekomen en terdege zijn de problemen ter sprake gekomen, waarmede de ouden van dagen thans te kampen hebben. Met een soms amusante openhartigheid heeft menigeen zijn hart gelucht en de conclusie was wel, dat er voor de bejaarden in deze dagen geen rust kan zijn, maar dat er gestreden zal moeten worden om het bestaan te handhaven en te verbeteren. De diocesaan voorzitter, de heer W. Heselaars uit Amsterdam, memoreerde de situatie, waarin de bejaarden en ge- pensionneerden na de oorlog waren ko men te verkeren. In zijn openingsrede wees hij er op, dat de invaliditeitswet als onvoldoende is aan te merken. De ouderdomswet beantwoordt niet meer aan de omstandigheden, waarin de, be jaarden verkeren, de voorziening voor weduwen en wezen heeft geen betekenis meer op het huidig levensniveau, de noodwet ouderdomsvoorziening is per slot van zaken nog maar een noodwet en ten aanzien van de sociale wet (ar menwet) merkte hij op, dat velen daar onder gebukt gaan. Zij schept een toe stand, die verzet kweekt. De volkshuis vesting vormt ook hier het vraagstuk Van de dag. Aan huizen, waar bejaarden wonen, wordt vrijwel niets meer gedaan door de eigenaar; ze zijn uitgewoond en verveloos. Als een bejaarde goed wil Wonen, dan moet hij zelf zijn huis laten opknappen, maar dat laat het inkomen niet toe. De heer Heselaars vestigde even eens de aandacht op de bejaarden, die vroeger een klein bedrijf hadden. Zij hadden wat geld opgespaard, maar de vermindering van de geldswaarde heeft deze mensen aan de grond ge slagen. Men zou het voorts een licht punt kunnen noemen, dat er verzor gingshuizen zijn opgericht, maar hun aantal noemde spr. te klein en de prijzen voor de kost vaak te hoog. Een ander en belangrijk probleem vormt de vrije tijd, waarmede vele bejaarden geen raad weten en zo is het niet ver wonderlijk, dat men zich na de oorlog meer en meer is gaan bezighouden met het vraagstuk van de bejaarden en gepensionneerden. Moest in 1890 1 pet. van de bevolking tot deze groep gerekend worden, thans is dat 11 pet. en te verwachten is, dat over twaalf jaar dat percentage met 6 of 7 geste gen is. Nu kan men ongeveer een millioen mensen onder deze groep rekenen. In het kort gaf de heer Heselaars een Overzicht van het ontstaan van de ka tholieke bond, waarvan de noodzaak allerwegen bepleit werd. Thans telt het Haarlemse diocees vijftig afdelingen, terwijl oprichting van andere afdelingen bog in voorbereiding is. De z.g. vrije tijdsbesteding bleek in een grote be hoefte te voorzien en over het algemeen mag gezegd worden, dat de „sociëteiten" goed draaien. Duizenden waren nog aangesloten bij neutrale sociëteiten, thans is ongeveer 40 pet. naar katholieke afdelingen overgegaan. De geestelijk adviseur, pater A. van Dieren O.P. uit Amsterdam, wees nog eens nadrukkelijk op de noodzaak van een e igen katholieke organisatie, ook Voor de bejaarden. Hij herinnerde er Verder aan, dat de ouden van dagen Weliswaar niet meer de strijders zijn in de eerste linie, maar dat het wel zo is, dat zij niet kunnen gaan rusten. De zorgen zijn thans groter dan ze geweest Zijn. „Daarom zult ge moeten doorzetten, al hebt ge niet meer het vuur van twin tig jaar geleden. Iedereen zal moeten weten, dat gij er ook zijt, dat ge mee telt en dat ge blijft meetellen. In korte tijd aldus pater Van Dieren moet er veel tot stand worden gebracht, en dat kan, als iedereen zijn taak maar be grijpt. In die taak ligt namelijk ook een groot apostolaatswerk, dat slechts geza menlijk kan worden gedaan". Besloten werd aan mgr. J. P. Huibers een telegram van dankbaarheid en trouw te sturen van de „jonge bond Voor ouden van dagen". Hoe het werk in het bisdom reilt en zeilt, konden de afgevaardigden verne men van vertegenwoordigers van ver schillende afdelingen. Rotterdam prees de parochie-retraite aan. In de Maas stad had men met 400 deelnemers een goed succes geboekt. Drie zijn er thans Weer in voorbereiding. Deze afdeling bracht ook de huisves ting ter sprake, in verband met de komende huurverhoging. „Men wil de ouden uit de huizen krijgen, maar weet men wel wat dat betekent voor deze Z. H. de Paus heeft mgr. drs. Jos. H. L. Hamen, rector van het Pauselijk Nederlands ooilege te Rome en tegelijk gezantschapt- 'aad van de Nederlandse vertegenwoordi ging bij de H. Stoel, benoemd tot zijn kuisprelaat. Mgr. Damen vertoeft sedert vele jaren in «ome. Hij was aanvankelijk vice-rector ^an het Nederlands college en volgde mgr. ut. B. Eras na diens overlijden als rector °P, In de Nederlandse kolonie te Rome is uoze benoeming met grote instemming ont vangen. Talrijke Nederlanders, die in de afgelopen jaren de Eeuwige Stad hebben be- 0cht:, zullen zich eveneens over de onder scheiding van deze sympathieke prelaat "erheugen. mensen?" Deze afdeling kon er geen bezwaar tegen hebben, dat er speciale huizen, met twee of drie kamers, ge bouwd worden voor bejaarden. Maar in Rotterdam vragen de twee-kamer-hui zen 11 en de drie-kamer-huizen 12 huur per week. Om dat te kunnen ver wonen, zou een inkomen nodig zijn van 4000 per jaar. De meeste bejaarden blijven echter beneden 2000. Daarom moest de bond zijn stem verheffen tegen de huurverhoging zoals die nu is voor gesteld. Den Haag bleek succes geboekt te hebben met een donatiefonds, waardoor de grootste financiële moeilijkheden konden worden voorkomen. Wel zou deze afdeling het prettig vinden, als de leden van de K.A.B. iedere week 1 cent bijdroegen voor de bond. De bejaarden zijn toch vroeger de pioniers geweest van de arbeidersorganisatie. Amsterdam zou wel wat meer belang stelling willen zien van de zijde der parochie-geestelijkheid. Men vroeg zich af, waarom sommige priesters zo rem mend werken op alle mogelijke initia tieven, terwijl hier toch gesproken kon worden van belangrijk paröchie-apos- tolaat. Haarlem bleek nu de eerste moeilijk heden te boven te zijn, maar voegde er aan toe, dat er van de Middenstandsver eniging niet veel viel te verwach ten. Men vond het verder wel prettig, dat er voorzitters en geestelijk adviseurs waren, maar men zou daar toch „nog graag een mannetje boven op" willen hebben, m.a.w. een patroonheilige. In Lisse bleek de zaak goed te mar cheren, Delft was pas kort begonnen en Alkmaar mocht niet zo heel erg klagen. De voorzitter van het Federatief Ver bond, de heer Th. Steinmetz, sneed het probleem van de huurverhoging dieper aan. Met het bestuur van de K.V.P. had de bond reeds contact opgenomen even als met de minister van Maatschappelijk Werk. De bond is namelijk van mening, dat er een volledige compensatie moet komen, hetgeen gemakkelijk te bereke nen is voor de groep gepensionneerden en degenen, die een nooduitkering ge nieten. Deze mensen immers staan ge registreerd. Moeilijker wordt het voor de groep kleine zelfstandigen en dege nen, die een lijfrente hebben. Men kent hun aantal niet en men weet niet, wie het zijn. De compensatie voor deze men sen zal gedecentraliseerd moeten wor den behandeld, per gemeente dus, waar men zich zelf zal moeten melden. Aan de minister is voorts gevraagd om de leeftijdsgrens voor weduwen, wier man een nooduitkering heeft ge noten, van 65 te verlagen tot 60 jaar. De bond is te verstaan gegeven, dat daar wel niets van zal komen, maar de heer Steinmetz verklaarde, dat de bond zal blijven doorzetten op dit punt. Ten aanzien van de subsidies ver klaarde spr., dat men bij de gemeen tebesturen nog niet veel succes ge boekt heeft. Thans wordt hieraan van bovenaf gewerkt. Aan de minister is medewerking gevraagd en deze heeft zich nu gewend tot het Landelijk Ka tholiek Sociaal Centrum om advies. Dit heeft tot subsidie geadviseerd. Wanneer het Rijk dus gaat subsidiëren, zullen de gemeenten wel niet achter blijven, zo concludeerde de heer Steinmetz. Aan deze eerste algemene jaarverga dering werd daarna een vrolijk slot ge maakt door Louis Noiret en zijn echtge note. Advertentie HP3 FP3 SELOCHROME (Van onze speciale verslaggever) Thomas Bourdillon, negen en twintig jaar oud, natuurkundige op het Britse ministerie van Bevoorrading, lid van de Mount Everest-expeditie, vertoefde gis teravond enkele uren op Schiphol. Hij was vooruitgereisd uit Nepal en op weg naar huis in verband met ziekte van zijn vrouw. De andere leden van de ex peditie van kolonel Hunt, die erin ge slaagd is de top van de Mount Everest te bereiken, bevinden zich nog in Nepal. Een uitgebreid gezelschap. De eigenlijke expeditie, die nu Bourdillon vertrokken is nog uit 12 man bestaat, 362 dragers en 20 sherpa-gidsen. De tiende Maart THOMAS BOURDILLON met parapluie en al de scheepswerf L. Smit en Zn.'s gcheeps- en Werktuigbouw N.V. te J-inderdijk, een van de vennoten van industriële handelscombinatie „Hol- J^d", is Donderdag met goed gevolg js® dubbel-schroef zeesleepboot „Edgar °nnet" te water gelaten. De doop- föW'gheid geschiedde door mevrouw Uliam Edgar Bonnet, schoondochter 1 de naamdrager 'van het schip. ^De sleepboot, de grootste zeesleper wereld, zo werd ons medegedeeld, is in aanbouw voor de Suez-Kanaal Maatschappij en wordt door twee Smit-M.A.N.-Dieselmotoren voortbewo gen, die het schip een snelheid zullen gaan geven var: 15 mijl. De lengte van het schip tussen de loodlijnen is 46 ■.Toe ter, de trekkracht, van het schip is on geveer 55 ton. Het schip heeft accom modatie voor 38 opvarenden en heeft een luchtverversingssysteem ovei het gehele schip. Men hoopt het schip in het voorjaar van 1954 in de vaart te kunnen brengen. was deze groep uit Nepal vertrokken. 15 ,Tuni kwam ze weer terug. In feestelijke stemming, maar vermoeid. Doch hun wachtte geen uitbundige ontvangst. Bijs ter ingenomen was men in Nepal name lijk niet met dit succes. Tom Bourdillon heeft tijdens de be klimming van de Mount Everest twintig pond van zijn gewicht verloren. Hij vindt het niet belangrijk. Maar dat hij zelf niet op de top op 8880 meter hoogte, is geweest, vindt hij verschrik kelijk Hij en zijn metgezel Michael Ward hebben gehuild van spijt hij schaamt zich er niet voor dit te beken nen dat zij slechts tot South Sommet hebben kunnen komen. Dat is honderd meter lager dan het hoogste punt. De reden hiervan? Kolonel Hunt splitste zijn expeditie in enkele kleine groepjes en ieder groepje moest van een be paalde kant proberen de top te be reiken. Een zware opgave. Te zwaar voor de meesten van hen. Alleen Hilary, in ge zelschap van de sherpa Tensing. Bour dillon en Ward, kwam boven de 8250 meter, het hoogste punt in de tien voor gaande pogingen die in de loop der jaren zijn ondernomen, bereikt. De route, die Ward en Bourdillon moesten volgen, leid de echter niet naar de top, maar de South Sommet op ruim 8700 meter. Hilary en Tensing hadden meer geluk. De route die kolonel Hunt voor hen had uitgestippeld, blèek de juiste te zijn. Jammer voor Tom Bourdillon, die drie jaar achtereen deel heeft uitgemaakt van de Engelse expedities. De Mount Everest zal hij echter nimmer meer beklimmen, vertelde hij met grote stelligheid. Kvx CÖP MARTER# fOONO» ÏTOOKVA 118. Als Chu Ghandra het met dierenhuiden en kussens warmbeklede verblijf van haar vader betreedt, slaakt zij een opgeluchte zucht. Bor Khan zit aan de maaltijd en wanneer hij gegeten heeft, is hij gewoonlijk goed geluimd. Zodra de koning der Steppen haar ziet breekt een glans van voldoening over zijn gelaat en opgewekt roept hij„Treed nader, dochter, treed nader! Wat voert u tot mij?" Doch voor het meisje kan antwoorden, gaat hij verder: „Hebt gij de drie blanke honden reeds gezien, die onze krijgers heden gevangen namen, dochter?" Chu Ghandra heeft moeite haar ontsteltenis te bedwingen. „Drie vreemdelingen, heer vader?" herhaalt zij met een star lachje. „Neen, daarvan weet ik niets." Meteen begrijpt zij, dat dit de metgezellen van de blonde krijger moeten zijn, maar dan De stem van haar vader breekt haar gedachten af. Er is een koude glinstering in zijn ogen, als hij verder gaat: „Morgen zal er feest in het kamp zijn, dochter. Hoog zullen de vuren opflakkeren en er zullen vele geiten geslacht worden." Het meisje huivert. Zij weetwat deze woorden betekenen. Wanneer zij thans over de Noorman zou spreken, is ook diens doodvonnis getekend. Evenmin kan zij haar vader vertellen van Tsacha's verraad, want daarmede zou zij de aanwezigheid van de blonde krijger bekend maken. „Wat is er, dochter?" klinkt de stem van Bor Khan argwanend. „Gij toont geen vreugde bij het vooruitzicht van het feest. Is er iets wat u drukt? Spreek „Ik heer vaderik wilhakkelt zij, terwijl zij wanhopig naar een uitweg zoekt. Dan klinkt plotseling buiten de tent een hoge, driftige jongensstem: „Laat mij los. Ik kan zelf wel lopen." En als Chu Ghandra zich omwendt, treedt Tsacha binnen, die een tegenstrib belende knaap voor zich uit duwt. „Ziet, o Khan," lispelt hij. „Ziet en verbaast u, want deze gillende welp is niemand anders dan Erwin, de enige en zeer beminde zoon van de Noorse hond, Eric." (Vervolg van pag. 1) De plaats van het ongeluk biedt een triest beeld. Duidelijjt is te zien hoe de botsing geschied is. Vlak voor het sein huis nr. 11 langs de hoge dijk staat de electrische trein voor Bussum, waar van de achterste wagon versplinterd en in elkaar gedrukt omhoog geschoven in de vernielde bovenleiding hangt. Vijf tig meter daarachter treft men het laatste zware wielstel van deze wagon m. Bovenop dit langs de rails staande wielstel staat een ander wielstel, n.I. het voorste van de electrische locomo tief van de expresse. De schade aan min stens viër wagons (drie van de expres se) alsmede aan de electrische locomo tief is groot. Rechts van de dijk lagen her- en derwaarts verspreid deuren, stukken ijzer en staal, alsmede glas scherven. Langs de baan zijn enkele masten „ontworteld". De mogelijkheid bestaat, dat in de ontstellende ravage nog een derde slachtoffer gevonden wordt. Er wordt namelijk een meisje vermist, wier tasje teruggevonden is. De namen der gewonden luiden: J. Heeren, Lindengracht 235 II, Amsterdam, eerst in het Wilhelminagasthuis te Am sterdam opgenomen en later naar huis vervoerd. De gewonden J. Blok, le Hel- mersstraat 283, en J. Bleeker, v. Hogen- dorpstraat 124, zijn nog in het Wilhel minagasthuis. De overige gewonden zijn na behandeling in het Wilhelminagast huis naar huis vervoerd; J. van Riet, Magnoliastraat 131; R. Kappers, Am- stelveenseweg 76; G. Schaap, Binnen- wieringenstraat 11; A. Abraham, 2e J. v. d. Heydenstraat 95; en A. Groenen,- daal, v. Woustraat 103II. Alle gewon den zijn uit Amsterdam afkomstig. Zij zaten allen in de expressetrein. Dr. G. Eikelboom, gemeentelijk ge neesheer van Weesp, constateerde de dood van twee slachtoffers. De spoorwegen hebben onmiddellijk een pendeldienst ingelegd met auto bussen van Bussum en Weesp naar Amsterdam. Begrijpelijkerwijze hebben zich hedenmorgen zeer vele forensen verlaat. Naar verwacht wordt zal het land is, eerst morgenavond vrij komen, baanvak, dat het drukste van Neder- Met een pleister op zijn hoofd stond vanmorgen om half tien de 37-jarige landbouwkundig ingenieur J. Heringa uit Amsterdam voor het station in Weesp te wachten op verder vervoer. „Ik zat in de expresse, die van ach teren op de trein naar Bussum in reed", zo vertelde hij. „Van de buffet man uit de Bussumse trein heb ik ge hoord, dat deze trein kort voor Weesp tweemaal had stilgestaan voor een on veilig sein. Enkele seconden voor de botsing geschiedde, begon de trein naar Bussum juist weer te rijden, doch als hij al snelheid heeft gehad, dan is die zeer gering geweest". De heer Heringa vertelde voorts, dat de achterste wagen van de voorste trein, dus de wagen, waarop de electri sche locomotief van de expressetrein is ingereden, als een harmonica in elkaar geduwd en schuin omhoog geschoven is. „Tussen het dak van deze wagen, vlak onder de electrische draden van het net was iemand beklemd. Wij zagen zijn been naar buiten hangen". Twee assistent-accountants uit Am sterdam, de 29-jarige A. van Pinxste- ren en de 24-jarige G. Moorland, waren eveneens passagiers van de expresse. „Wij voelden op een gegeven mo ment een enorme klap", vertelden zij. „De wagen schudde hevig, passagiers, die vooruit reden, werden van hun plaatsen gegooid en hoewel het slechts enkele seconden kan hebben geduurd, scheen het ons toe, dat de wagen een eeuwigheid bleef wankelen alsof zij zou omvallen. Dat gebeurde echter niet. Toen de trein tot stilstand was gekomen konden wij verlicht adem halen en ons in veiligheid stellen. Gistermorgen is het driedaags congres van de Nederlandse vereniging van ex- politieke gevangenen in restaurant Dreefzicht in Haarlem voortgezet. De voorzitter, mr. G. Ch. Aalders, heette in zijn openingswoord de minister van So ciale Zaken, J. G. Suurhoff, welkom. De minister zei geen ex-politieke ge vangene in de ware zin te zijn, ofschoon hij wel indertijd door de Duitsers is gearresteerd en later als gijzelaar ge vangen heeft gezeten. In de kringen der ex-politieke gevangenen heeft hij vele goede contacten gekregen en is met meer dan gemiddelde sympathie naar Haarlem gekomen om het congres bij te wonen. De minister hoopte, dat in de toekomst de vele problemen zullen worden opgelost waarmede de ex-poli - tieke gevangenen bij de regering zijn gekomen. De minister z,ei vervolgens niet te zullen uitweiden over de gebeurtenissen in Oost-Duitsland. Wel wilde hij aan roeren dat het kortzichtig en dom is uit te gaan van de mening: een Duitser is en blijft.nu eenmaal een Duitser. „Wij hier in deze zaal weten wat een regiem van onderdrukking kan betekenen. La ten wij ons verdiepen in het leed, dat op het ogenblik en in de volgende da gen geleden wordt in Oost-Duitsland. Laten wij vastberaden ons uiterste best doen Nederland te behoeden voor een zelfde lot als het in de bezettingstijd gekend heeft". Na de rede van de minister deelde voorzitter Aalders mede. dat het bestuur een Kruis van Verdienste heeft inge steld dat voorlopig alleen aan buiten landers zal worden toegekend. Dit Kruis van Verdienste is ter gelegenheid van dit congres verleend aan de volgende buitenlanders; dr. M. André. Père Da- mien Reumont, David Rousset en In. Bernard, (allen Frankrijk!Fr. Ballhorn iDuitsland) en Jose Calmara (Spanje), allen leden van het Internationale comité tot bestrijding van het concentratiekamp- systeem. Voorts kregen het Kruis van Verdien ste G. Degois, M. Dehousse, M. Alers (allen België) en P. Clemensen (Dene marken), allen van de Internationale Federatie van ex-politieke gevangenen. Mr. B. W. Stomps uit Aerdenhout is met algemene stemmen als voorzitter van de vereniging herkozen. Advertentie De Q(penbaar) V(ervoermiddel) O(ngevaffen) polis geeft dekking tegen ongevallen de ver zekerde als betalend passagier van een open baar vervoermiddel (spoor, tram, autobus, taxi) e.d.) overkomen als gevolg van een evenement aan dat vervoermiddel (vliegtuigen en andere luchtvaartuigen uitgesloten). Voor slechts f 2.50 per jaar is men verzekerd voor een uitkering van: I 5.000.- bij overlijden f 10.000.- bij algehele invaliditeit Vraagt onze O.V.O.-foIder met uitgebreide gegevens, welke gratis verkrijgbaar is. Na toezending van f 3.75, t.w. f 2.50 premie en f 1.25 voor polis- en zegelkosten (kosten alléén voor het eerste verzekeringsjaar) met vermelding van naam, voorletters en adres, alsmede geboortedatum (max. leeftijd 70 jaar) zenden wij omgaand onze bekende O.V.O.-polis N.V. ASSURANTIE-MAATSCHAPPIJ SCHIEDAM - POSTGIRO 19154 Naar „Het Parool" verneemt, is kort ge leden de behandeling van een der zes za ken uit de „Velser Affaire" op merkwaar dige wijze definitief geëindigd. Zeer onlangs heeft het Amsterdamse gerechtshof name lijk het appèl van mr. R. H. P. H. M. Gras- so, officier van Justitie te Haarlem, van een beschikking van de Haarlemse recht bank, waarbij een der verdachten buiten vervolging werd gesteld, niet ontvankelijk verklaard. Naar ons werd meegedeeld, heeft het Hof volgens de wet in de gegeven situatie geen andere beslissing kunnen nemen. Formeel is deze absoluut onaanvechtbaar. Het gevolg is, dat de betreffende zaak niet meer in behandeling kan komen en dus van de lijst van de Velser affaire kan worden geschrapt. De verdachte, om wie het hier gaat, is Advertentie 56 „Natuurlijk niet. Ik bedoel, dat als de ogenschijnlijke toestand van Lady Wu therwood echt is dan is het slechts weer zo'n lichtgelovige vrouw met neiging naar het occulte. Maar is haar toestand echt?'' Alleyn keek Dr. Kantripp aan. „Wat zegt u ervan?" „Ik zou haar meer moeten zien eD spreken om me aan een oordeel te wa gen," zei Dr. Kantripp onrustig. „En tevens," mompelde Alleyn, „zou u er graag eerst met de familie over spreken." „Maar beste kerel!" ,Ik bedoel er niets beledigends mee. Denk dat alsjeblieft niet. Maar behalve dat u de huisarts van de Lampreys bent, bent u persoonlijk ook nogal aan hen gehecht, niet?" „Ik geloof, dat iedereen die met de Lampreys in aanraking komt, hetzelfde lot ondergaat. Charme, denk ik. U zult er zelf ook last van krijgen, wanneer u ze veel zult zien." „Zou het?" mompelde Alleyn afwezig. „Dat zou maar een droevige vertoning opleveren, als de onderzoekende autori teit gecharmeerd raakte op zijn ver dachten. Luister nu eens. Jullie zijn al lebei eminente artsen. Ik zou jullie ont zaglijk dankbaar zijn, als je een oordeel zou willen uitspreken over de dame. die daarstraks zo dramatisch is verdwe nen. Zonder vooroordelen en dat soort dingenwaar zouden jullie op wed den? Speelde die dame comedie of niet? Kom nu, ik zal er geen misbruik van maken. Zeg jullie mening, kort en bon dig." „Wel," zei Dr. Curtis, „zo te zien het is natuurlijk volslagen onorthodox om dit te zeggen ben ik geneigd om te denken, dat ze niet simuleerde. Er was geen verandering in haar ogen. Die karakteristieke blik bleef voortduren. En wanneer jij je omdraaide, volgden er geen scherpe blikken om te zien hoe je het opnam. Als ze simuleerde, dan werd het prachtig gedaan." „Dat vond ik ook," zei Alleyn. „Er was geen spoor van: Kijk eens hoe gek ik ben. En vond je ook niet dat ze die ijzeren logica had, die je bij geestes zieken aantreft? Maar natuurlijk, ze kan zo excentriek zijn als een konijn op schaatsen en toch niet krankzinnig zijn in de zin der wet. Taylor zegt er gens: Het is totaal onmogelijk om de term krankzinnigheid met enige juist heid te definiëren." „Dat hoeft u in dit geval ook niet te proberen," zei Kantripp „Het geval doet zich niet voor." „En," zei Fox op zijn solide manier, „indien ze haar echtgenoot vermoord zou hebben?" „Ja," stemde Alleyn in, „indien ze dat gedaan had?" Dr. Kantripp stak zijn handen in zijn zakken, haalde ze er weer uit en liep rusteloos de kamer rond. „Als zij het gedaan zou hebben," her haalde Alleyn, „zou de kwestie van haar al-of-niet-krankzinnig-zijn en de mate van haar krankzinnigheid van het grootste belang zijn." „Ja, ja, dat is natuurlijk duidelijk. Ik meen begrepen te hebben, dat ze al eens een paar keer in een rusthuis ge weest is. kunt natuurlijk wel uitzoe ken waar en wat dat is. Frid scheen te suggereren, dat er indertijd wat moei lijkheden met haar geweest waren. Maar, meneer Alleyn, verdenkt u haar van moord? Hebt u enige reden om te denken dat ze er een motief voor had?' „Niet meer reden dan ik heb om de Lampreys te verdenken." „Maar, grote goden, man!" barstte Dr. Kantripp uit, „je kunt onmogelijk den ken, dat een van die pracht-gekken in staat isvoor mij is het absoluut grotesk om je ook maar één moment voor te stellenik bedoel, kijk eens naar hen!" „Kijk dan eens naar de mogelijkhe den," zei Alleyn. De Lampreys, Lady Katherine Lobe. Lady Wutherwood „En de bedienden." „En de bedienden. De kinderjuffrouw, de butler, de keukenmeid en twee ka mermeisjes, die op deze flat thuishoren; de chauffeur en de kamenier die bij d<? Wutherwoods thuishoren. O, en de deur waarder, die momenteel hier beslag heeft gelegd." „Grote goden!" „Ja. Ik denk, dat de heren Lane Eagle, als ze in de ochtendbladen lezen dat Lord Charles de titel geërfd heeft, de druk wel wat zullen verminderen. Maar in de tussentijd moeten v;e de heer Grumball aan de lijst van verdach ten toevoegen. Je zou natuurlijk kunnen fantaseren, dat Grumball ook onder de charme van de Laifrpreys geraakt is en in een altruïstische bui, vol afschuw en berouw over zijn baantje, besloot om Lord Wutherwood te vermoorden; of als je dat liever hebt, misschien deed hij het als de zekerste manier om de schuld binnen te krijgen. „Dat zou ik eerder geloven, dan dat een van de Lampreys het gedaan zou hebben," zei Dr. Kantripp. „Hoe zoudt u de Lampreys beschrij ven?" vroeg Alleyn plotseling. „U hebt hen toch zelf ontmoet?" „Dat weet ik- Maar aan iemand, die hen nooit gezien had. Veronderstel, da-, een aantal toepasselijke gezegden ep de Lampreys moest zoeken, wat zou u dan zeggen? Charmant, natuurlijk. Maar verder?" „Wat doet het er voor de duivel toe hoe ik hen beschrijf?" „Ik zou het toch graag horen." „Genadige hemel! Nou vooruit dan! Amusant, enwel hm „Oprecht?" stelde Alleyn voor. „Zake lijk? Nauwgezet? Betrouwbaar? Is hier iets bij, dat onmiddellijk in het oog springt?" „Ze zijn vriendelijk," zei Dr. Kantripp en werd lichtelijk rood. „Ze zijn buiten gewoon goedhartig. Ze zouden geen vlieg kwaad doen." „Nooit iemand ook maar enig soort van letsel aandoen?" „Bewust nooit, daar ben ik zeker van," „Nauwgezet in geldzaken?" „Heel edelmoedig. Kijk eens hier, Al leyn, ik weet waar je heen wilt, maar het deugt niet. Ze hebben misschien in het nauw gezeten. Ze zijn misschien een beetje vaag over boekhoudingen en uit gaven en al dat soort dingen. Ik zal niet zeggen, dat ze dat niet zijn. Nu we toch zo onprofessioneel zijn, kan ik ook wel bekennen, dat ik het heel prettig zou vinden als ze hun rekeningen wat re gelmatiger betaalden. De hele zaak is dat wanneer ze geld hebben, dan laten ze het rollen en wanneer ze het niet hebben kunnen ze geen vaart minde ren. Maar dat komt omdat ze zo vaag zijn. Het komt niet bij hen op, dat an dere mensen niet op dezelfde manier leven. Ze vinden geld eigenlijk van geen enkel belang. Ze zouden nooit iets wan hopigs doen om aan geld te komen. Dat kunnen ze niet. Zo zijn ze opgevoed, denk ik." (Wordt vervolgd). mr. E. uit Amsterdam, die ervan werd be schuldigd destijds in zijn functie van poli- tie-ambtenaar in beslag genomen goederen en 'gelden te hebben verduisterd. De Haarlemse rechtbank heeft op grond van een bezwaarschrift besloten, mr. E. buiten vervolging te stellen. De officier van Justitie, mr. Grasso, is daarop binnen de wettelijk vastgestelde ter mijn bij het Amsterdamse gerechtshof van deze beschikking in appèl gegaan. Toen dit appèl echter onlangs werd behandeld, mis ten de Amsterdamse raadsleden tot hun ver wondering bij de stukken de zgn. „appèl- memorie". een stuk, dat de officier van Justitie volgens de wet in een dergelijke procedure aan het Hof moet doen toeko men voor een beslissing wordt genomen. Art. 447 van het Wetboek van Strafvorde ring zegt hierover: „Het O.M. voegt op straffe van niet-ontvankelijkheid bij de pro cesstukken een schriftuur. houdend zijn grieven tegen de beschikking". Omdat moest worden geconstateerd, dat vereiste appèl-memorie ontbrak, kon het Amsterdamse Hof niets anders doen, dan de officier van Justitie niet ontvankelijk ver klaren in zijn appèl. Zodoende kon het Hof er niet toe komen, te beoordelen of mr. E. voor de Haarlemse rechtbank al dan niet terecht buiten vervolging was gesteld. (Van onze Utrechtse correspondent) Het Genootschap voor Goudsmeed kunst, dat van 14 tot 17 Juni op het slot Solitude te Stuttgart een internationaal congres heeft gehouden, heeft aan de heer Jan Eloy Brom, als eerste Neder lander een prachtige gouden ring uitge reikt als erkenning voor zijn werk op het gebied van de kerkelijke goud smeedkunst. Deze onderscheiding wordt eenmaal in de twee jaar verleend en vervaardigd door degene aan wie hij de vorige keer is uitgereikt. De ring werd gemaakt door de Zwitserse goudsmid Meinrad Burch Korrodi uit Zürich; een adelaar en de naam van de drager staan erin gegraveerd. Het kleinood was vervat in een gouden kroon, gemaakt door de heer F. R. Wilm uit Hamburg, voorzitter van het genootschap. De heer Brom ont ving tevens een in roodleder gebonden oorkonde, vermeldend de namen van allen, die een dergelijke onderscheiding te beurt viel. Aan het congres was een tentoonstel ling verbonden, waar o.a. het woord werd gevoerd door de vice-kanselier van de West-Duitse Bondsrepubliek dr. F. Blücher en de president van de inter nationale organisatie op vakgebied, de heer C. L. A. Begeer. De deelnemers werden voorts officieel door de burge meester van Stuttgart ontvangen. Aan de Putselaan te Rotterdam is gis teravond een twaalfjarige jongen, C. J. A. van Wageningen, gewoond hebbende Steinwegstraat aldaar, door een ver keersongeval om het leven gekomen. Hij reed met twee vriendjes op de fiets van de Pantserstraat naar de Zuidelijke rij baan van de Putselaan. Van links kwam een vrachtauto. De vriendjes remden, de twaalfjarige jongen niet, waarschijn lijk omdat zijn pedalen op het dode punt stonden. Hij botste tegen de vracht auto en overleed aan de gevolgen. Het stoffelijk overschot is naar het Zuider ziekenhuis vervoerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 5