Emigratie voltrekt zich juist niet uit gebieden, waar zij het meest nodig is OTELLO" met Ramon in de titelrol Virtay Moord in de lift Katholieken van Noord-Holland vieren 100 jaar Kromstaf De muzikant Meesterschap van Graf's regie Toonkunstenaars in nood ,geen Katholieken hebben hun aandeel bij landverhuizing nog niet bereikt Katholieke organisaties zijn belangrijke steigerwerken sociale zorg en minder verdiensten BEWOGEN VERGADERING VAN DE A.V.R.O. TE LEEUWARDEN NEDERLAND VOLOP IN HET TEKEN VAN DE ZUIVEL Mm. Mansholt opent intern, beurs voor zuivelwerktuigen mm* mB „Oplossing van het salarisvraagstuk middengroepen econom. mogelijk" MAANDAG 22 JUNI 1953 PAGINA 3 Belangrijk prae-advies voor congres te Utrecht HOOFDPIJN!^- -m- Kring van kantonrechters opgericht 55 Rectificatie Grote boerderij en schuur verbrand De „Combinatie" MINISTER ALGERA IN IJMUIDEN Jeugd helpt vluchtelingen WNfNm Congres Werknemende Middenstand Aansluiting bij kath. organisaties gevraagd Nederlander vrijgelaten door NCAIO MARSH Geen spanningen inNJ.G. Over reductie op spoorweg tarieven (Van onze Haagse redacteur) Op 26 Juni zal te Utrecht een Emigratie-Congres worden gehouden. Ter inlei ding hierop heeft het Katholiek Sociaal Kerkelijk Instituut in samenwerking met de Katholieke Centrale Emigratie Stichting een publicatie het licht doen zien, waarin voor het eerst op wetenschappelijke wijze het emigratie-vraagstuk vanuit de katholieke gezichtshoek is onderzocht. In dit prae-advies, „Sociografische aspecten van de Emigratie", dat is uitge bracht door prof. G. H. L. Zeegers en prof. dr. A. Oldendorff met medewerking van Drs. W. J. J. Kusters, wordt gesteld, dat het bestaande structureel tekort aan werkgelegenheid in de katholieke delen van ons land en de relatief hoge geboor tecijfers van het katholieke bevolkingsdeel, de katholieken voor de verantwoor delijkheid stellen aan de vraagstukken van werkgelegenheid en emigratie zeer grote aandacht te besteden. Het zijn in de eerste plaats de ka tholieke delen van ons land, waar zich een zeer ernstig tekort aan bestaans middelen voordoet; de overeenkomst tussen de noodgebieden en de gemeen ten met een overwegend katholieke be volking is treffend. Gelet hierop is de spreiding van de katholieke aanmel- dingsbureaux voor emigratie nog geens zins ideaal; het aantal bureaux in Noord-Brabant en Limburg zal zeer aanzienlijk moeten worden uitgebreid. Bij de Nederlands-Hervormden en bij de kleinere protestantse gezindten neemt men de laatste jaren de meest constante emigratie waar; hun aandeel in de emigratie komt ook goeddeels overeen met het percentage, dat zij uit maken van het Nederlandse volk. Het percentage gereformeerde emigranten is zelfs aanmerkelijk groter dan de plaats, welke de Gereformeerde Kerk in ons land inneemt. De katholieken echter, die bij de Volkstelling 38 pet. van onze bevolking uitmaakten, leverden in 1948 nog slechts 17 pet. van de emigranten. Dit percen tage is met de jaren opgelopen in 1949: 21 pet., in 1950: 29 pet., in 1951 28 pet. en medio 1952: 32 pet. maar deze cijfers wijzen uit, dat men in ka tholieke kring nog niet zijn aandeel in de emigratie bereikt. Inmiddels zijn er regionale differentiaties binnen de verschillende cijfers. Het protestantse volksdeel emigreert lang niet overal even sterk; zo is er bijvoorbeeld een sterke tegenstelling tussen Friesland en Zeeland. Anderzijds zijn er ook katho lieke streken met een belangrijke emi gratie aan te wijzen, met name Oost- Brabant. Zeer opmerkelijk is, dat vele gemeen ten met een hoog geboortecijfer een Advertentie Mijnhardt Hoofdpijnpoeders. Doos 47 ct. M ijnhard t Hoofdpijntabletten. Koker 80 ct In een te Utrecht gehouden bijeenkomst waar een vijftigtal kantonrechters aan wezig was, is besloten tot de oprichting van een kring van kantonrechters Vrij wel alle kantonrechters in Nederland zijn tot deze kring toegetreden Besloten werd stelling te nemen tegen net bij de Tweede Kamer aanhangige ontwerp tot wijziging van de civiele kantongerechtsprocedure en van de voorschriften betreffende het getuigen verhoor in burgerlijke zaken. Een uit eenzetting, waarin het oordeel van 72 kantonrechters omtrent dit ontwerp is weergegeven, is aan de minister van Justitie gezonden, terwijl ook de leden en de griffie van de Tweede Kamer een exemplaar van deze uiteenzetting ont vingen. Tot voorzitter is gekozen mr. I. van Creveld, Amsterdam, tot secretaris mr. J H. J. Hoog, Amsterdam. uiterst lage emigratie hebben. Het prae- advies constateert, dat de emigratie tot nog toe zich niet in de eerste plaats voltrekt uit die gebieden, welke uit het oogpunt van werkgelegenheid en bevol kingsontwikkeling daarvoor eigenlijk het meest in aanmerking zouden komen! Wellicht is het mede door de culturele achterstand in deze gebieden, dat daar bepaalde personen, hoewel zij zulks wel zouden wensen, niet kunnen emigreren, omdat zij namelijk onvoldoende ge schoold en dus voor het buitenland min der aantrekkelijke emigranten zijn. Men kan niet direct zeggen, dat meer of min dere begaafdheid een positieve of ne gatieve factor voor de emigratie is, maar het is wel een factor, die mee kan tellen. Het prae-advies beveelt aan de emi gratie van jonge meisjes in gezinsver band en van nog ongehuwde vrouwen te stimuleren; ongehuwde mannen vor men in het emigratieland vaak een on rustig element in de samenleving en vooral in bepaalde delen van Noord- en Zuid-Amerika blijkt dikwijls, dat leef wijze, gewoonte of karakter van het Duitenlandse meisje de Nederlandse jongen niet bevalt. Voor migratie in Europa wordt de aandacht gevestigd op Engeland, dat herhaalde malen de noodzaak van im migratie heeft uit gesproken; wellicht is de tijd gekomen met name voor het protestantse volksdeel de emigratie mogelijkheden naar Engeland nader te overwegen. Prof. Zeegers, prof. Oldendorff en drs. Kusters concluderen voor de katholie ken, dat emigratie naar totaal niet- katholieke streken uitgezonderd wel licht missiegebieden voorkomen dient te worden; dat aan emigratie naar gemengde gebieden geen bezwaar verbonden is, mits de emigratie geleid wordt naar die plaatsen, waar gezien de verspreiding van de parochies, de mo gelijkheid van practische beleving van de godsdienst mogelijk is en dat emi gratie naar homogeen katholieke stre ken geen bezwaren ontmoet. Ten aan zien van het laatste is echter wel voor lichting nodig, omdat hier en daar in de homogeen katholieke gebieden de gods- dienstpractijk sterk verwaterd is. 55 55 „We mogen dankbaar zijn voor wat is bereikt en ik heb hoop op de toe komst, speciaal ten aanzien van de jeugd. Want de jeugd is vervuld met de wil om echt te zijn. Ze wil haar katholiek ge loof echter tonen met de daad. Daarom doe ik een beroep op deze jeugd maar ook op de ouderen." Deze woorden sprak mgr. Huibers, bisschop van Haarlem, tij dens de Katholieke Landdag van West- Friesland en Noord-Holland, Noorder kwartier in Blokker gehouden, waarbij ongeveer 3000 katholieken uit de kop van Noord-Holland, trouw aan de bis schop beloofden in de ljjn van de vie ring van de Kromstaf. Met klem drong mgr. Huibers er op aan, op veler gebied de eenheid te be waren, ook wanneer dit wel eens offers kost ten aanzien van het eigenbelang. een magistrale herdenkingsrede schetste prof. dr. Asselbergs (Anton van Duinkerken) het ontstaan van de kerkelijke hiërarchie in Nederland, van het herstel daarvan in 1853, de betekenis van de bisschoppelijke hiërarchie voor een christenvolk, en de betekenis van de bisschop. Wat hiërarchie betreft wees de spreker er op, dat de gelovigen er zelf veel aan kunnen doen, of ze in een land leven waar het evangelie wordt verkon digd of in een land waar het tegenover gestelde het geval is. Wat de bisschop pen betreft wees prof Asselbergs er met nadruk op, dat deze door de hand oplegging de apostolische heiliging heb ben gekregen en daarmede gezonden zijn door Christus en zijn Kerk. Daarom ook is de waarde van het priesterschap en vooral van het bisschopsambt zo groot. Prof. Asselbergs ging deze middag ook nog dieper in op zijn onlangs afgelegde verklaring, dat. de katholieke organisa ties slechts steigerwerken zijn. Thans be vestigde hij dit en voegde er aan toe, dat dit zeer belangrijke steigers zijn, die nodig zijn om een gebouw op te trekken. Het organisatieleven, speciaal dat van de katholieken, kent een hoger beginsel. Prof. Asselbergs besloot zijn rede met een beroep op de aanwezigen, met de zelfde onbevangenheid en trouw het ge loof van onze ouders te bewaren en door te geven aan onze kinderen. Met een pontificaal lof, opgedragen door mgr. Huibers, werd deze landdag besloten. Toen ik in het dorps hotelletje arriveerde stond daar aan de tapkast een man, met een volumineuze zilver-kleurige bas-tuba om de leden geslingerd. Hij zocht er verkoeling na een geestdriftige repetitie, dat was duidelijk. „Zal ik wat spelen?" vroeg hij, nadat wij enige tijd naast elkaar hadden staan zwijgen. „Natuurlijk", zei ik enthousiast. „Een paar noten dan, want er zit wat bier in, zie je", zei hij; en daarmee doelde hij niet zozeer op zijn instru ment, dan wel op zichzelf. Toen brrj. hij plotseling los in een ondoorgrondelijk gegrom. Maar opeens maakte zich uit de onheilspellende klank een wei-gescandeerd wijsje los: een polka. Vervolgens blies hij mij, zijn ogen als in doodsangst opengesperd, met groot geweld een mazurka in het gezicht. „Neem nog een biertje", zei ik toen het stuk uit was, want ik was bang dat hij zou barsten. En de waardin zette snel de gramofoon weer aan. Maar de muzikant klemde zich vast aan zijn instrument, perste nogmaals zijn lip pen op de tuit, en slingerde een nieuw opus door het op zijn grondvesten wankelende vertrekje; dwars tegen de gemechaniseerde „Gipsy-love" van de gramofoon in. Op dat moment kwam een man met een pet naar mij toe en schreeuwde boos in mijn vrije oor: „Zo een vind je in heel Amsterdam niet." En om het nog erger te maken voegde hij er aan toe: „Zo een vind je in heel Holland niet.'" En hij wierp een vinnige hoofdknik in de richting van zijn makker. „Allicht niet", riep ik terug. Een uur later stond ik voor het open raam van mijn kamer naar de sterren te kijken. Het trage, melan cholieke geloei van een koe drong tot mij door. En een padvinder die ergens de wacht hield, deed via een fiks trom petgeschal eenieder weten dat het tijd was om te gaan slapen. Maar toen trad de man met de tuba naar buiten. En met een laatste krachtsinspanning barstte hij los in een wanordelijk maar alles overstemmend: „Wij gaan nog niet naar huis." In K. en W. te Den Haag ging Zaterdagavond Verdi's „Otello" voor het eerst met Ramon Vinay in de titelrol. Zelfs Den Haag heeft en dit reeds na de tweede acte geschreeuwd van geestdrift en ontroering. Zelfs Den Haag, dat zelden of nooit in kreten zijn bewondering uit, maar altijd bedaard en beschaafd weet te klappen. Zelfs Den Haag trad buiten zijn oevers, omdat men een „Otel lo" gezien heeft van nauwelijks te beschrijven hoeda nigheden. Het is eigenlijk van weinig belang meer om ten over staan van een creatie als Vinay van de Moor geeft nog te onderscheiden in zangkunstige en dramatische kwa liteiten. Dat gaat geheel buiten de werkelijkheid om en het dient enkel maar om de weetgierigheid te bevredigen. Vinay blijkt n.l. een artist te zijn in de klasse, waarin men een Schalliapine en nog enkele andere bevoorrechten ontmoet heeft. Hij heeft gelijk die gro te voorbeelden opgehouden te zingen, als men dit goed wil verstaan. Hij kan alles met zijn stem. Hij gebruikt haar uiteindelijk om er mee toneel te spe len. Zo goed als hij de prachtigste klank geeft, wanneer de scène dit vergt, durft hij het aan lelijke klank te geven, als dit de handeling ten goede komt. Het doet er niet toe wat hij doet, omdat het er slechts om gaat het drama te ver beelden, een mens als deze reusachtige Otello te laten leven en lijden in de hel van zijn kwellingen. Men zit er bij in nauwelijks te verdragen spanningen en men ziet toneel, geboren wordend uit muziek, gedragen door muziek, verwijd en verdiept door muziek het „voll- endete Theater", waarvan Richard Strauss heeft gesproken. Natuurlijk zou Vinay n'iet zo gran dioos hebben kunnen werken, indien hij niet de omgeving had aangetrok ken, die hij nodig had. Bij het weerzien van deze voorstelling ziet men het meesterschap van Herbert Graf's regie nog sterker in tal van nieuwe, nog te (Van onze correspondent) De moeilijke sociale positie van de toonkunstenaars is onderwerp geweest van de openingsrede die de voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Toon kunstenaarsvereniging, prof dr. K. Ph. Bernet-Kempers, Zondag in de algemene ledenvergadering te Arnhem heeft uitge sproken. Sombere geluiden liet spr. ho ren toen hij er op wees, dat er steeds minder muziekles gegeven wordt, terwijl het aantal gediplomeerden steeds groter wordt. Dit jaar zijn er niet minder dan 700 candidaten voor de staatsexamens. De laatste van de reeks gewestelijke bij eenkomsten van de A.V.R.O., die Zaterdag middag te Leeuwarden werd gehouden, heeft een bewogen verloop gehad en dui delijk gedemonstreerd hoe groot de interne moeilijkheden in deze omroep thans nog zijn. De aanvallen van een groepje oppo santen, waarvan sommigen deel uitmaken van het comité van actie, hebben zich voornamelijk gericht op de figuur van de algemene voorzitter, de heer G. de Clercq. Terwijl zijn persoon in het geding was en de vragen aan de gewestelijke voorzitter moesten worden gericht, verwonderde het menigeen, dat juist de heer De Clercq de vragen steeds beantwoordde. Op de vraag, gericht tot het gewestelijk bestuur, of men mede wil bevorderen, dat op de eerstvol gende algemene vergadering van de A.V.R.O. het ontslag van de heer De Clercq zal worden voorgesteld, werd geen ant woord ontvangen. De heer De Clercq ver klaarde, dat er in het hoofdbestuur grote eensgezindheid heerst en hij ontkende, dat hier zijn aanhangers en de rest van het bestuur tegenover elkaar zouden staan. Vele oude kwesties werden opgerakeld en men drong o.a. ten zeerste aan op wij ziging van de statuten. Het hoofdbestuur heeft deze wijziging al drie jaar getrai neerd, omdat het zich achter de statuten verschuilt als achter een barrière, zo werd gezegd. De A.V.R.O.-leden wensen echter meer zeggenschap. (Van onze Utrechtse correspondent) Nederland staat deze week volop in net teken van de zuivel. Niet alleen de Beurs voor Zuivelwerktuigen in Utrecht, maar ook het internationale zuivelcon- gres te 's-Gravenhage en de internatio nale tentoonstelling van zuivelproducten te Middelburg, vestigen de aandacht op dit voor Nederland allerbelangrijkste product. Daarnaast staat dan nog de re cente mededeling, dat in het afgelopen jaar de zuivelproductie in Nederland het hoogste punt heeft bereikt dat ooit eer der in de geschiedenis werd gehaald. Aldus minister S. L. Mansholt heden ochtend in zijn openingsrede bij de aan hang van de Internationale Beurs voor Zuivelwerktuigen, die van 19 tot 30 Juni Wordt gehouden in de Prins Bernhard- hal op het Croeselaan-terrein te Utrecht. Voorts wees de minister op de ver heugende samenwerking tussen de pro ducenten van Nederlandse zuivelwerk tuigen en de Nederlandse zuivelindus trie, waartussen een nauwe belangenge meenschap bestaat. Aangenaam is het te constateren, dat ongeveer de helft van de hier ten toon gestelde machinerieën en werktuigen van Nederlands fabrikaat js, maar dat daarnaast ook de buiten landse industrie hier in ruime mate is Vertegenwoordigd. De minister verklaar de zich niet geheel eens met de vaak ge- Propageerde slagzin „Koopt Nederlands fabricaat". Hij zou liever willen zeggen: ■.Koopt het beste fabricaat en laat Ne derland dan zorgen dat het een best mbricaat levert". Gelukkig kan onze in dustrie in verschillende opzichten da Vergelijking met het buitenland door gaan, ook op het gebied van de produc tie van zuivelwerktuigen. Wat de minister zeer was opgevallen, Was dat de Nederlandse productie zo danig gericht is, dat zij veelzijdig is ge- oriënteerd, zoduit verschuiving van het e«e product naar het andere mogelijk is. Vooral naar gelang de eisen van de JParkt luiden. Het bestaan van buiten landse concurrentie achtte minister Mansholt de beste stimulans voor de De dr. Ariënsdag, welke dit jaar op Augustus is vastgesteld, wordt niet te Enschede gehouden, zoals we op gezag Van het K. N. P. abusievelijk hebben ëemeld, maar te Maarssen. Nederlandse industrie tot het leveren van een prima product. Vervolgens maakte hij in gezelschap van het jaarbeursbestuur een rondgang langs de ruim 200 stands in de Bernhard- hal, welke tezamen een oppervlakte van ruim 6000 vierk meter innemen. Behalve uit Nederland zijn hier deelnemers uit België, Denemarken, West-Duitsland, Oost-Duitsland, Engeland, Frankrijk, Italië, de Verenigde Staten, Zweden en Zwitserland. Zaterdag is te Diepenveen bij Deven ter de grote boerderij van J. Grooten- traast door brand geheel vernield. Het vuur is vermoedelijk ontstaan door on voorzichtigheid van een der bewoners, die een sigarenaansteker met benzine had gevuld, waarbij de vlam in het gat van een bus met benzine is geslagen. De schade, door de verzekering gedekt, is zeer groot. Tijdens het hevige onweer, dat Zon dagavond boven Zeeland woedde is te Heinkenszand een grote landbouw- schuur van J. de Jonge door het hemel vuur getroffen. De schuur is geheel af gebrand. De pachter vertoefde in Frankrijk. Zijn huishoudster, die alleen thuis was, heeft enkele brandwonden aan hals en gezicht opgelopen toen zij poogde het vee te redden. Het vee, drie kalveren, en de landbouwwerktuigen kon zij in vei ligheid brengen. De schade wordt ge raamd op f 60.000, die door de verzeke ring wordt gedekt. Twintig jaar geleden is van deze boerderij een groot gedeelte afgebrand. „Grote brand in Pernis", luidde de melding midden in de nacht van Zondag op Maandag. Gelukkig betekende „Pernis" ditmaal géén olie, zoals werd gevreesd. Tijdens een heitig onweer was de bliksem geslagen in een grote schuur aan de Ring te Pernis. Het overigens lage bouwwerk van ongeveer twintig bij twintig meter stond spoedig in lichter laaie en de vlammen laai den hoog op. Tot ver in de omtrek was het vuur zichtbaar, hetgeen er toe bijdroeg het ergste te vrezen. Het bleef bij het uitbranden van de schuur, want de brandweer kon het nabij gelegen woonhuis behouden. De toonkunstenaars zijn meestal werk zaam als kleine zelfstandigen en kunnen bij acties voor verbetering van hun po sitie niet rekenen op de macht van het getal noch op een zekere invloed uit hoofde hunner functie. Daar komt nog bij, dat het maatschappelijk aanzien van de stand der kunstenaars er niet beter op is geworden. Voor hen is er geen ziekte- of werkloosheidsuitkering, geen invaliditeits- of ouderdomspension ter wijl zij te weinig verdienen om zelf de nodige verzekeringen te kunnen sluiten. Het leven is veel duurder geworden doch de muziekleraar mag de nota's niet opvoeren. Spr. wees er vervolgens op dat leraren aan het Amsterdams con servatorium minder verdienen dan le raren aan H.B.S. of andere middelbare scholen. Wij willen wel een organisatie, zo riep spr. voorts uit, maar dan een vrije en niet een die van staatswege is opgelegd. Dwangmiddelen, zoals van de vakgroep muziek, die wel aan de ver beteringen van de sociale positie der toonkunstenaars wilde meewerken, mits zij zich aansloten bij de federatie, zijn uit den boze. Volgens het jaarverslag van de secre taris, Jos Smits van Waesberghe, heeft de afd. Rotterdam bij de radio geprotes teerd. dat er te weinig ernstige muziek wordt gebracht, terwijl aan de B.B.C. is verzocht meer werken van Nederlandse kunstenaars uit te voeren en wel omdat de Nederlandse radio geregeld werken van Engelse kunstenaars ten gehore brengt. In het verloop van de vergadering werd medegedeeld, dat de vereniging thans 1600 leden telt. Het hoofdbestuur werd gemachtigd geld uit te trekken voor een op te richten pensioenfonds K.N.T.V., terwijl tenslotte prof. Bernet- Kempers als voorzitter werd herkozen. Hedenmorgen heeft de minister van Verkeer en Waterstaat mr. J. Algera een werkbezoek gebracht aan het Staats- vissershavenbedrijf te IJmuiden. De mi nister arriveerde om 8 uur en bracht eerst een bezoek aan de hallen waar hij ook een gedeelte van de afslag mee maakte. Daarna werd een bezoek ge bracht aan de Rehaco, waar de minis ter de grote fileermachine in bedrijf zag. Na een bespreking ten kantore van het Staatsvissershavenbedrijf volgde tot slot nog de bezichtiging van de scheeps hellingen bij de Haringhaven. De gezamenlijke jeugdorganisaties er. -instellingen in de Nederlandse Jeugd Gemeenschap hebben besloten een grootscheepse hulpactie te organiseren ten bate van de Europese vluchtelingen. Na de vacanties zullen de handenarbeid- groepen allerlei gebruiksartikelen en siervoorwerpen maken. In zoveel moge lijk plaatsen in Nederland zullen voor- jaarsmarkten worden gehouden om al deze artikelen te verkopen. De op brengst van deze jeugdmarkten zal ge heel ten goede komen aan het werk voor de Europese vluchtelingen. wein'ig opgemerkte details. In deze re gie, die karakters heeft uitgewerkt op de wijze, die bij de manier van het spreektoneel geen moment ten achter blijft, wordt Vinay's Otello het sluit stuk, dat de proef op de som levert. Ramon Vinay (Otello) en Scipio Colombo Jago De partituur verklankt hier de dimensie, waarin de mensen gezien moe ten worden, maar die in de handeling niet of ternauwernood met zoveel woor den aan de orde komt. Daar ligt de grootheid van het muziekdrama „Otello". Men heeft haar ervaren in deze op voering als een overweldigende gebeur tenis. Door Graf's onvolprezen regie, door Scipio Colombo's Jago, die precies in dit spel past en die door de weer klank, welke hij van zijn partner vond in zijn koude, lege haat nog veel groot ser werkte. Men heeft daarin Gré Brou- wenstijn's Desdemona zien opgenomen worden, wanneer zij althans ensemble- spel te doen had, en men heeft daarbij Krips en het Concertgebouworkest tot het uiterst geïnspireerd, zij het zon der dat het essentiële dramatisch-muzi- kale tekort, dat Krips nu eenmaal ten overstaan van dit werk vertoont, geheel kon worden over wonnen hun aan deel zien nemen. Maar het bewijs, dat de conceptie van de opvoering goed is, heeft men tenslotte geheel en al gekre gen van Ramon Vi nay, een gedrevene door de heilige in spiratie. Hij moet zijn col lega's weer bewust gemaakt hebben, waarom zij opera zangers hebben wil len worden. Zij wa ren hem duidelijk dankbaar voor wat hij aan hen heeft meegedeeld. En Den Haag heeft ge schreeuwd, zoals wij zeiden. Het heeft handenvol bloemen van de balcons af op het toneel ge worpen en het wil de niet van ophou den weten. Ergens zijn wij allen kinderen, die haken naar het ge luk van de erken tenis van ons be staan. En men heeft dit in deze opvoe ring gerealiseerd gezien met de volle macht, die het mu ziekdrama kan uit oefenen. (Van onze correspondent) De werknemende middenstand heeft door het Zondag te Utrecht gehouden druk bezochte congres een nieuwe periode ingeluid: die van activiteit naar bui ten. Een en ander juist gekenschetst door een van de deelnemers aan het debat: er is in het verleden te veel getheoretiseerd, het is nu een tijd voor daden Twee belangrijke onderwerpen vormden de hoofdschotel op deze geanimeerde bij eenkomst van de standsorganisatie van de W. M. Ten eerste de betekenis en de waarde van de middengroepen voor het geheel der Nederlandse samenleving onder cultureel en economisch opzicht; ten tweede de vraag: waarom is een af zonderlijke standsorganisatie voor de W. M. noodzakelijk? Het eerste onderwerp werd toegelicht door drs. Th J. Platenberg aan de hand van het mede door hem samengestelde K.V.P.-rapport; het tweede door rector C. M. Klaver, bondsadviseur van de Haarlemse diocesane W.M. Het congres resulteerde in de aanne ming van een tweetal bij acclamatie aanvaarde moties. In de eerste werd gesteld, dat de W.M. op het standpunt staat dat de economische mogelijkheden er op het ogenblik wel aanwezig zijn om het zo urgente salarisvraagstuk van de middengroepen op te lossen. De motie dringt er verder bij de regering op aan het voorbeeld ten deze te stellen voor wat betreft haar ambtenaren en te bevorderen, dat de zo noodzakelijke positieverbetering ook in het bedrijfs leven haar beslag zal kunnen krijgen. Tenslotte vraagt de motie ook de mid dengroepen te betrekken bij de maatre gelen tot bezitsvorming. De tweede motie stelt vast, dat een der oorzaken van de reële achteruit gang van het inkomen der midden groepen is gelegen in hun relatief ge ringe organisatiemacht. Voorts consta teert zij met zorg, dat de bestaande meningsverschillen ten aanzien van de organisatievormen der katholieke werknemers van verschillende stand en maatschappelijke positie zeer ten nadele van een normale ontwikkeling van het katholiek organisatiewezen nog steeds geen oplossing hebben ge vonden. In dit verband doet zij dan ook een dringend beroep op alle tot Een rechter te Marseille heeft Zater dag zeven mannen, die indertijd in hech tenis zijn genomen in verband met de overval op het Nederlandse vaartuig „Combinatie", voorlopig in vrijheid ge steld. Deze overval geschiedde vorig jaar bij de straat van Gibraltar. Onder de vrijgelatenen bevindt zich de Nederlander Eduard Engelsman. 58 „Nou," zei Dr. Curtis grinnekend, „waarom vraag je mij dan waarom hij niet eerder stierf, als je deze voorbeel den voor ogen hebt." Voorzover we we ten, zolang ik nog niet binnenin geke ken heb, had hij het geval nog best kunnen overleven om je te vertellen, wie het gedaan had en ons een nacht werk bespaard." „Hij had een ontzaglijke jaap aan zijn slaap," merkte Alleyn op. „Ja ik wilde je juist vragen, hoe je die kunt verklaren?" „Daarvoor is de vlek, die zo ineffi ciënt weggeveegd is van die verchroom de knop op de wand van de lift, de ver klaring. Dat is eveneens het geval met de kneuzingen op de rechterslaap en rondom de ogen als ook met de deuk in zijn bolhoed en de bloedvlekken op de motorhandschoenen, die we in de lift gevonden hebben. Ze waren van Henry Lamprey, wat hij onmiddellijk toegaf Michael heeft ze in de hal ge zien, dus ze zijn ongetwijfeld tegelijk met de vleespen meegenomen. Ik heb een soort visioen van een hevige klap tegen de slaap. Dan een beeld van een linkerhand, die met de duim naar bene den over de ogen gelegd wordt, stevig tegen de want gedrukt. Terwijl de lin kerhand in die positie blijft en het slachtoffer nog steeds bewusteloos is, verricht de punt van de vleespen, vast gehouden door de rechterhand en geleid tussen de vingers van de linker, een uitgezocht smerig karweitje." „Dat is nogal hypothetisch, vind je niet?" „Voor ze het lijk meenamen hebben Fox en ik een experiment gedaan. We hebben de lift laten stoppen bij de on bewoonde flat daaronder en de scène gereconstrueerd. Gelukkig had de rigor nog niet sterk doorgezet. Het lichaam paste precies. Zelfs de deuk in de bol hoed kwam overeen met een stuk ver siering. Thompson heeft er een paar foto's van gemaakt. Het resultaat daar van moet heel verhelderend zijn en een teerhartig jurylid krampen bezorgen. En daar komt, vermoed ik, juffrouw Tinkerton." II Tinkerton was een magere vrouw van ongeveer vijftig. De enige uitdrukking, die op haar gezicht te ontdekken viel, was er een van afkeuring. Ze was kleur loos, niet alleen wat haar gelaats kleur betrof, ook niet omdat ze niets van haar karakter verried, maar ze was dat over het geheel en in ieder détail. Haar ogen, wimpers, lippen, stem en haar bewegingen waren allemaal zonder enige kleur. Ze was netjes gekleed in kleren, die lang geleden aan iemand anders toebehoord konden hebben maar die nu eveneens nietszeggend geworden waren. Ze droeg een lorgnet en een haarnetje. Toen Alleyn haar vroeg om te gaan zitten, schoof ze zich langs een stoel en liet zich met een uitdrukking van achterdocht voorzichtig zakken. Ze richtte haar ogen op de rand van de tafel. „En Tinkerton," zei Alleyn, „is Lady Wutherwood wat rustiger geworden? „Ja, meneer." „Slaapt ze?" „Ja, meneer." „Dan zal ze je wel niet verder nodig hebben, laten we hopen. Ik heb je ge vraagd om even hier te komen, omdat we graag een gedetailleerd verslag zouden willen hebben *van je bewegin gen van het ogenblik af dat je vanmid dag hier kwam tot aan de ontdekking van Lord Wutherwood's ongeluk. We vragen dat aan iedereen die vanmiddag in de flat was. Kun je je dat nog herin neren, denk je?" „Ja, meneer." „Mooi. Je bent met Lord en Lady Wutherwood in de auto meegekomen- Laten we daar beginnen." Maar het was maar een slap ver haaltje, dat ze van Tinkerton te horen kregen. Ze scheen het onderhoud wel niet te verafschuwen, maar ze volhard de in een vraag-en-antwoord-houdmg, antwoordde in de simpelste zinnen en ging nooit in op Alleyn's uitnodiging om er nu een lopend verhaal van te ma ken. Het scheen, dat ze de meeste tijd bij Nanny in haar zitkamer had doorge bracht en dat ze op een zeker ogen blik daar was weggegaan en naar de bediendenkamer van 25 was gegaan. Door geduldig en hardnekkig te vragen kreeg Alleyn eruit, dat ze daarbij Giggle en Michael had gezien, die met treintjes in de gang speelden en de Lamprey-kinderen, die in de hal bezig waren zich te verkleden voor hun cha rade. Tinkerton had bescheiden op de overloop gewacht tot ze de zitkamer binnengegaan waren en was toen de gang ingeglipt naar de bediendenkamer, waaf ze Baskett vond, met wie ze een poosje gepraat en een glas sherry gedronken had. Ze was ook nog bij de keukenmeid geweest. Ze had geen idee van de tijd gehad. Na aanhoudend vra gen kwam er nog uit, dat ze haar han den gewassen had in flat 25. Na deze tweeslachtige bezigheid was ze door de gang naar de hal gegaan met de bedoe ling om terug te gaan naar Nanny in 26. In de hal zag ze echter Baskett, die Lord Wutherwood in zijn jas hielp. Ze ging onmiddellijk terug naar de be diendenkamer, hoorde Lord Wuther wood om zijn vrouw roepen, greep haar tasje en haastte zich naar de overloop, waar ze nog juist Giggle naar beneden zag gaan. Alleyn liet haar dit herhalen. „Ik zou dit heel duidelijk willen we ten. Jij was in de gang. Je keek in de hal, waar je een glimp opving van Lord Wutherwood en Baskett. Toen ben je de bediendenkamer weer ingegaan, die vlakbij was, nam je tasje, en ging weer door de gang, door de hal en zo naar de overloop. Kwam je toen nog iemand tegen?" „Nee," zei ze. Ze gaf geen enkele maal onmiddellijk antwoord maar be keek iedere vraag met hardnekkige af keuring. „Je zag alleen maar de rug van Giggle terwijl hij naar beneden ging? Nog iemand anders?" „Jongeheer Michael ging naar de an dere flat." „Waar was Lord Wutherwood toen je op de overloop kwam?" „In de lift." „Zat hij?" „Ja, meneer „Zeker?" „Ja, meneer." „Mooi. Wil je nu verder gaan.' Tinkerton keek preuts. „Wat deed je daarna?" vroeg Alleyn geduldig. (Wordt vervolgd). de middengroepen behorende werk nemers om zich overeenkomstig het meermalen uitgedrukte verlangen van bet Hoogwaardig Episcopaat, onver wijld aan te sluiten bij de voor hen geëigende kath. vak- en standsorgani saties. Tenslotte spreekt zij de hoop uit. dat de commissie-De Beaufort haar arbeid met bekwame spoed zal beëindigen, opdat de dringend nodige beslissing om trent de bij haar aanhangig gemaakte vraagstukken niet langer uitblijve. De in beide moties vervatte punten vonden deels hun belichting in de ver handelingen van beide sprekers, het betoog van de voorzitter in zijn ope ningsrede en niet in het minst in het enthousiaste pleidooi van pater Colsen over het nut en de noodzakelijkheid van de standsorganisaties. In zijn openingswoord verklaarde de voorzitter van de W.M., de heer A. van der Donck, dat het geenszins in de be doeling ligt de belangen van de midden groepen veilig te stellen ten koste van andere groepen, maar bracht hij met klem en nadruk de noodzakelijkheid en ook de mogelijkheid van verwezenlij king der financiële wensen van de W.M. naar voren. Met voldoening had spreker geconstateerd, dat de regering bereid is tot verhoging van de ambtenarensalaris sen, maar hij betreurde dat hierbij niet is komen vast te staan of dit een een malige verhoging zal zijn dan wel de eerste termijn van de gevraagde vier jarige verhoging zoals in het rapport van de middengroepen is bedoeld. Tijdens de vergadering werden tele grammen verzonden aan H.M. de Konin- nig en aan Z.Em. Kardinaal De Jong, in welk laatste adhaesie werd betuigd aan het door Zijne Eminentie ter gele genheid van de Kromstaffeesten gehou den pleidooi voor eenheid onder de katholieken. Zoals reeds eerder is gepubliceerd heeft de Nederlandse Jeugd Gemeen schap van de N. S. een reductie van tien procent verkregen voor jeugdver- voer in groepsverband. Dezer dagen verscheen in verschillende dagbladen een bericht, waarin gesteld werd dat „de katholieke jeugdorganisaties" reeds geruime tijd een reductie niet van tien doch van vijftig procent zouden ontvan gen. Deze situatie zou grote spanningen hebben opgeroepen tussen „de katholie ke'' en „de niet-katholieke organisaties" in de Ned. Jeugdgemeenschap. De N. J. G. stelt het op prijs deze zaak tot zijn juiste proporties terug te brengen. Het bericht dat de katholieke organi saties 50 pet reductie ontvangen is on voorwaardelijk onjuist. Van enigerlei spanning tussen de organisaties als ge volg van eenzijdige bevoorrechting of gebrek aan goede trouw is derhalve geen sprake. De Katholieke Nationale Jeugdzorgorganisaties (niet te vereen zelvigen met de Katholieke Jeugdbewe ging of „de katholieke jeugdorganisa ties") maken gebruik van een reeds sinds 1945 bestaande speciale regeling, waar bij 50 pet korting wordt verleend op vervoer van kinderen naar en van her stellingsoorden en vacantiekolonies. Be doelde organisaties hebben van de toe passing nimmer een geheim gemaakt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 3