Bespreking verdrag E.D.G.
Meerderheid in de Kamer
voor aanvaarding
Prof. Gerbrandy neemt bij AR.
afwijkend standpunt in
Het spoor van het zwaarcL
RHEE zal zich niet aan het!(scill!™ïmiCHItN)
bestandsaccoord houden
Zuid-Korea beschuldigt V.S.
van accoordbreuk
Regering wil Prinses Margaret Rose
vrijstellen van regentschap
Moord
Zuurbier
Het werd hoog tijd
voor moderne
methode
De laatste band met het leven
Millioenenopdrachl
voor Havenwerken
Nieuw wetsontwerp wijst de Hertog
van Edinburgh aan
Townsend-affaire
ter sprake
DONDERDAG 23 JULI 1953
PAGINA 7
Nederland
en het Gemenebest
Huisvrouwen zijn verschrikking
kwijt
Examens
Nieuw contrölecentrum
Europese Radio-Unie
DE WATERSNOOD IN
JAPAN
Voorstel in het Lagerhuis
door NCAIO MARSH
(Vervolg van pag. 1)
U't de besprekingen, die gisteren in de Tweede Kamer over het verdrag van de
Uropese Defensie Gemeenschap zijn gevoerd, blijkt, dat vele afgevaardigden
^00r zichzelf een balans hadden opgemaakt van de voor- en nadelen aan het
f* G.-verdrag verbonden en dat de overgrote meerderheid tot de slotsom was
Bekomes», dat het Nederlandse parlement niet moet weifelen bij de aanvaarding.
Enige weifeling was er nochtans wel
beluisteren bij de hr. Blaisse (KVP)
°le de algemene eenwording van Europa
'echt gediend achtte door deze ver
belde defensie-integratie. Zij staat op
bi.al spoor, deze defensie en daar komen
p 1J er niet mee, zo zei hij. De kans op
®®n voor Europa onmisbare herbewape-
Flng van Duitsland was echter voor de
"eer Blaisse nog een stoot in de rug die
j}lJ nodig had om over zijn bezwaren
•J6en te komen. Hij vroeg echter met
nadruk naar de financiering van het
*"ederlandse legerplan in verband met
Qe Amerikaanse toezeggingen. Er is wel
®®n bedrag genoemd van 1500 millioen,
"Jaar dat loopt maar tot 1954 en wij
•boeten maar raden wat er daarna ge
beurt. Met het oog op onze eigen finan
ciële en economische lasten dreigen hier
gevaren. Belastingverhoging zou door
"oberland niet geaccepteerd kunnen
borden.
Bevoegdheden nationale
parlementen
Wat sterker sloeg de balans naar aan
vaarding van het verdrag weer door
de militaire expert van de KVP, de
"eer Fens, die in de sapra-nationale or-
pQnisatie en de zo volledig mogelijke
,ntegratie van mensen en materiaal een
Jeaarborg zag die slechts in dit verdrag
'e bereiken zal zijn. Een veelomstreden
Punt in de discussies was ook de kwes-
;te in hoeverre de nationale ■oarlemen-
en aan bevoegdheden zullen inboeten
"te zij nog niet zo aanstonds zullen te-
lug vinden op supra-nationaal terrein.
■°"ar heeft wel de raad van ministers
Brote bevoegdheden en het is dan ook
'"aar goed dat de ministers verantwoor
delijk blijven aan de nationale parle-
'"enten, zodat via deze trap toch nog
eeu controle blijft bestaan, die vooral
}"et het oog op de begroting van be
hang is, zoals de heer Korthals (VVD)
Uiteenzette.
E>e heer Tilanus (CH) bracht de uit-
v°eringsovereenkomsten ter sprake, een
ftioeilijke kwestie waarover in het over
lag met de regering lang is gesoroken.
Alej. Klompé had reeds een voorbe
houd hieromtrent uitgesproken dat de
r-amer zou moeten maken bij de goed
keuring van het gehele verdrag.
..Zij heeft een amendement aangekon-
jjod dat vandaag namens drie fracties,
5»P, AR en VVD zal worden inge-
pl"rid om vast te leggen dat de Staten-
yenero.al het toezicht zullen houden
de uitvoeringsbesluiten die uit dit
verarag zullen voortvloeien. De heer
luanus meende echter dat deze beslui-
ten rustig aan het swpra~nationale or-
gaan kunnen worden overgelaten. Ook
ten aanzien van maatregelen van be
stuur, die de praktijk van een wet na
der regelen, laat men immers de over
heid vrijheid.
In het critische betoog van de heer
Gerbrandy werd o.m. gesuggereerd dat
be eenvoudiger opzet van de NATO,
Jvaarin Duitsland volgens hem veel be
ter had kunnen worden opgenomen, de
Voorkeur zou verdienen. De heer Tila-
"us verwierp deze gedaohte en vroeg
begrip voor de politieke achtergrond
Van de EDG, die bepaald wordt door de
tboeilijke verhouding tussen Duitsland
en Frankrijk. De heer Tilanus was
Voorts geïrriteerd door de suggesties
"at Nederland het eerste land zou moe-
®n zijn om deze integratierun te win-
hen.
-.Inderdaad, het lijkt wel een Tour
France", riepen de communisten, die
opmerking in hun stijl weer aan
dikten.
Brede visie van Gerbrandy
In de critische rede van de heer Ger
brandy hadden de communisten met
"Un geschreeuw minder succes. De af
gevaardigde van de A.R.-fractie, die een
standpunt verdedigde waarmede hit
slechts een kleine minderheid' in deze
tractie vertegenwoordigde, wist er een
Probaat middel op om de communisten
Van interrupties te doen afzien. „Ik ben
JVat hardhorend aan die kant", zeide
Jb.i tot grote hilariteit van de Kamer,
tie opvattingen van de heer Gerbrandy
tsaren interessant door de brede visie
d>e hij op het probleem gaf, al was deze
"°k wat eenzijdig critisch. Zo was hij
.el degelijk overtuigd van de aanwe-
S,lEheid van Amerikaanse druk op de
Europese parlementen. Dit bracht hem
echter geenszins uit zijn evenwicht. Hij
vond het zelfs zeer reëel dat men aan
"e overkant van de Oceaan het lot van
de E.D.G. met meer dan gewone belang
stelling volgt. Dit onderstreept echter
b?g eens extra dat wii onze eigen hou-
P'ig, vooral als klein land, onafhanke-
Jbk moeten bepalen. Europa zag de
""er Gerbrandy als een werelddeel dat
dpor twee eigenschappen een geheel
NEen karakter draagt: Door de signa-
U'Jr van het christendom en door de
sterke nationale culturele trekken van
2.® landen die er deel van uitmaken.
**anneer men het over integratie van de
„efensie heeft, dan moet men wel be
lonken dat het heel moeilijk zal zijn
een soldaat tot Europeaan te maken
en kan hem wel een Europees uni-
"m aantrekken, maar de mens van
Het voormalige Britse Labour-La-
Serhuislid sir Harold Nicolson is een
vooruitziend man. Hij munt uit door
een onverwoestbaar geloof in de toe
komst van het Britse Gemenebest, zo-
2?er zelfs, dat hij de mogelijkheid
z'®t, dat dit in de toekomst uitgebreid
zal worden met enige landen waarvan
"iemand het verwachten zou.
Tegenover buitenlandse studenten
verklaarde hij gisteren tijdens een
rede te Oxford, dat de jonge generatie
z.i. nog getuige van zou zijn, dat de
Scandinavische landen en Nederland
souden toetreden tot het Gemenebest,
"atuurlijk mogen we dan onze eigen
"}°narchistische traditie behouden,
.aar we moeten dan wel Hare Britse
fa~?®steit erkennen als hoofd van de
in p van naties. Er blijken zelfs
st Eugelanddus nog lieden te be-
die het nooit zullen leren.
vlees en bloed die daarin steekt ver
andert men zo gauw niet.
Over de bedoelingen van Duits
land als partner in de E.D.G. had
prof. Gerbrandy vrijwel geen goed
woord. Hij bewonderde wel degelijk
de heer Adenauer hadden wij in
Nederland maar meer van deze
politieke leiders maar de Duit
sers willen alleen deel uitmaken
van. de E.D.G. met de bedoeling om
hun in tweeën gesplitst land weer
te verenigen. Van zuiver defensieve
intenties, waar de E.D.G. toch op
berust, leeft bij hen, volgens de heer
Gerbrandy, niets. Het gaat er niet
om dat men in Straatsburg wel eens
een aardige Duitser ontmoet waar
mee men allerplezierigst kan praten,
de Duitse staat geeft door zijn histo
risch autoritair karakter geen enkele
hoop op verbetering. Symptomen als
de woorden van generaal Mannteu-
fel, die de officieren van het vroegere
Duitse leger wil vrijlaten ook al zijn
er schurken tussen, zijn daar een
bewijs van. De ratificatie van het
E.D.G.-verdrag een krom ding dat
in de plaats is gekomen van de veel
betere NATO geeft volgens hem
een herhaling te zien van de moei
lijkheden die ontstonden na het
sluiten van het verdrag van Wenen
in 1815. Toen werden de Duitsers
naar voren gehaald om de Franse
tiran in te tomen. Thans proberen
wij hetzelfde te doen met hen tegen
de Russen; een politiek die spaak
moet lopen omdat zij uit angst wordt
geboren
Een heel andere visie op de internatio
nale ontwikkeling gaf de heer Kort
hals (V.V.D.), die Duitsland via de
E.D.G. wel degelijk in de NATO ge
ïncorporeerd zag. Immers, de E.D.G. zal
slechts binnen het kader van de NATO
kunnen werken. Door deze inbouw in
de NATO wordt de militaire controle
ten zeerste versterkt. De heer Kort
hals was ook optimistisch ten aanzien
van de bijstand van Engeland, wat lang
niet iedereen in de Kamer met hern
eens was. Hij had begrip voor de moti
vering van het Britse standpunt dat nu
eenmaal zijn eigenlijke wereldrijk en
Gemenebest naast Europa en naast de
Verenigde Staten blijft stellen.
Engeland heeft echter alle belang bij
de Europese continentale problemen
meer in verband met de dreiging van
een nieuw Duits overwicht. ..Het samen
gaan van de zes deelnemende landeh
aan de EDG en Engeland, dat in een
aparte overeenkomst is geregeld, acht
te hij van zeer groot belang.
Met de heer Fens wilde de heer Kort
hals de levensbelangen en de rechts
positie van officieren en manschappen
in het Europese leger nauwkeurig gere
geld zien. Beiden hechtten bijzondere
waarde aan het handhaven van de eed
ven trouw aan de koningin.
De heren Hofstra, Bruins Slot en
Korthals hebben ook de financiële en
economische problemen besproken.
Eerstgenoemde hield een pleidooi voor
een Europees belastingstelsel, de heer
Korthals wilde beslist geen nationale
belastingen uit handen geven.
De heer Weiter kon zich indenken
dat de Nederlandse regering geen po
litiek spelbreker heeft willen zijn,
maar hij achtte de dringende nood
zaak tot aanvaarding r.iet aanwezig.
Zijn conservatief denkende geest was
wel allerminst geschikt om deze de
fensieve eenwording van Europa te
kunnen aanvaarden. Hij noemde de
organisatie ontoelaatbaar en kostbaar,
achtte het verdrag een lappendeken
en hoogstens een experiment dat bo
vendien in striid was met de grond
wet (art. 63). Hij fulmineerde tegen
het vervangen van het parlement door
de raad van ministers waardoor het
de controle verliest over het eigen
nationale leger en de finariciën. Het
begrip klein-Europa is volgens de heer
Welter in dit werelddeel een loos be
grip.
De heer Vermeer (PvdA) heeft het
verdrag op strategische gronden verde
digd. Wanneer wij ons land willen be
schermen, dan is de strook die het be
slaat te ondiep om er een leger op te
kunnen laten opereren. Wij zullen dus
Duitsland nodig hebben als strategisch
achterland. De laatste van de 15 spre
kers, die in eerste instantie het woord
hebben gevoerd, was de heer Anker
smit (VVD), die het verdrag een scha
kel in een onvermijdelijke ontwikkeling
noemde. Behalve de beide communisten
zijn de heren Weiter, Zandt en Ger
brandy de enigen geweest die zich dui
delijk tegen het verdrag hebben ver
klaard.
Ds. Zandt wilde met het avontuur van
de EDG niet in zee gaan. Tenslotte
kwamen ook de communisten nog rede
voeringen houden, waarbij zij in hun
verbeelding de gifgassen uit het Ruhr-
gebied reeds zagen opstijgen en de hoge
dividenden van de productie van deze
gassen aan de kapitalistische aandeel
houders zagen toevloeien.
(Advertentie)
Nijmegen, Juli 1953. Onder de kar
weitjes, waarmee de vrouw maar
opgeknapt blijft, behoort de afwas.
Het werd hoog tijd, dat ook hier
eens schoon schip werd gemaakt. En
van de bekende Castella-fabrieken
kwam het grote nieuws, dat ook do
afwas voortaan zijn verschrikking
kwijt is. Een volslagen nieuw product,
Castella Vaatwas, laat de huisvrouw
nu zingen, terwijl zij de afwas doet
Een eetlepel Castella Vaatwas blijkt
teilen vol parelend, actief schuim op
te leveren, waarin, alle, vet, vuil en
aanslagdirebt OploSt. Boyden, kop
jes. lepels en vorken. in een
ommezien zijn zij flonkerend als
kristal, glanzend als pas gepoetst zil
ver. Bovendien neemt Castella Vaat
was nog een tweede verschrikking
weg: het is afgelopen met ruwe „was
handen". Castella Vaatwas houdt de
huid van handen en armen zacht als
fluweel. Bij duizenden gaan de
huisvrouwen nu over op de moderne
Castella Vaatwas. De prijs (slechts
25 cent per pak) speelt daarbij een
prettige rol!
147. De Noorman gunt zich de tijd niet, zijn leren wambuis aan te trekken. Hij grijpt
zijn zwaard en volgt Alhabar, die, een vals deuntje neuriënd, het bos instapt. Van de
tanige, oude krijger is geen spoor te zien. Als raadde Alhabar Eric's gedachten, zo
werpt hij de Noorman een listige blik toe: „Ja, ja, ja, kom maar Noorman, ik wijs
u de weg. Strijd is goed zo nu en dan. Maar soms helemaal niet. Soms kan het erg
ongezellig zijn."
Plots klinkt in de struiken achter hem een zwak gekraak dan een enkele
hoge gil„Het kamp wordt overvallen," roept Eric. „Terug!"
„Ja, ja, maak maar gauw, dat ge er bij komt," kakelt Alhabar opgewonden. Hij
vergeet te giechelen en wrijft zich de handen. „Nu wordt het spannend. Vooruit
maar jongens."
In het kamp is alles intussen in rep en roer. De wachter, opgeschrikt door het
geluid van naderende voetstappen, probeert nog op te krabbelen, slaakt dan een
schelle kreet, en tuimelt met een pijl tussen de schouderbladen voorover. Halfra
klaarblijkelijk pas wakker, knippert beduusd met de ogen en grijpt slaperig zijn
zwaard, terwijl Kohorr zijn gevaarlijke werpmes reeds in de hand heeft en ogen
blikkelijk het middelpunt is van een troepje vechtenden.
„Ze spoelen ons de voeten, we gaan allemaal onder de plankenjammert de
roerganger, te verschrikt om een vin te verroeren. Hij trekt bibberend de deken
over zijn hoofd en blijft roerloos zittenwellicht in de veronderstelling, dat men
hem dan over het hoofd zal zien. Terwijl het kleine troepje, ieder op zijn manier
poogt, zich tegen de overrompelende aanval te verdedigen, snelt Eric met getrokken
zwaard door de struiken. Eensklaps bemerkt hij, dat hij alleen is. „Alhabar," roept
hij zachtjes. Doch er komt geen antwoord. Even staat de Noorman besluiteloos,
dan, met een verwensing aan het adres van de onberekenbare voerman, spoedt hij
zich verder. Doch hij heeft nauwelijks enkele meters afgelegd, als een zwaar voor
werp met grote kracht tegen zijn hoofd slaat en met een gesmoorde kreet zakt
Eric de Noorman bewusteloos ineen.
Drie dagen lang heeft Georges Barbacki, een Franse alpinist, aan het eind
van een touw gehangen, heen en weer zwaaiend boven een diepe afgrond. Samen
niet een vriend was hij bezig aan de beklimming van de „Aigvlille du Fou", een
naaldscherpe top in de Franse Alpen, toen zij werden overvallen door zware
stormen. De metgezel van Barbacki verdween onmiddellijk in de diepte, maar
de jonge student uit Caen bleef aan een touw hangen, de laatste band met het
leven. Na drie dagen werd hij gered door Henri Thiollière, die hem veilig omlaag
wist te brengen naar de refuge La Plaitière. Barbacki slaat hier zijn arm om
de hals van zijn redder.
De Zuid-Koreaanse regering heeft aan de vooravond van het ondertekenen van
een bestand, dat mogelijk een einde zal maker, aan de thans drie jaar oude Ko
reaanse oorlog, opnieuw te kennen gegeven zich niet aan de bestandsbepalingen
te zullen houden. Als reden hiervoor wordt opgegeven, dat Amerika zich niet
zou hebben gehouden aan het tussen Presidert Rhee van Zuid-Korea en de
speciale afgezant van Eisenhower en Dulles, Walter Robertson gesloten accoord.
waarbij Rhee beloofde zich niet tegen het ondertekenen van een wapenstilstand
te zullen verzetten. In Washington heeft men, echter nog hoop, dat Zuid-Korea
het bij dreigementen zal laten. In Londen toonde men meer ongerustheid. De
waarnemende premier, Richard Butler, verklaarde in het Lagerhuis, dat hjj zal
onderzoeken of het nodig is de Assemblée der Verenigde Naties in spoedzitting
bijeen te laten roepen.
Aan de Koninklijke Nederlandsche
Maatschappij voor Havenwerken te Am
sterdam is een zeer belangrijke opdracht
verleend voor de bouw van oliesteigers
in de haven van Bombay. Het contract
is weliswaar nog niet getekend, doch do
uitvoering van het werk is reeds aan do
mij. opgedragen. De totale opdracht zal
een bedrag omvatten van 20 millioen
rupees. De bouw van de oliesteigers
heeft ten doel de afvoercapaciteit van
olie van de aan de haven gelegen olie
raffinaderijen aanmerkelijk te vergroten
en te versnellen. De werken zullen voor
een deel geschieden voor rekening van
de Bombay Port Trust en de Kpninklijke
Shell Groep.
AMSTERDAM. Geslaagd voor het docto
raal examen Duits: mej. Th. E. Scheltema
(Amsterdam). Geslaagd voor het examen
Engels M.O. Ade dame- G. Roelofsen en J
W. Wentzel en de heren G. J. van Kampen,
R. G. v. d. Leur, S. Maliepaard, F. J. M.
Menge, F. A. P. v. d. Most, W. P. van den
Akker, H. J. Meijer, G. H. van Rijssel.
AMSTERDAM (M. O. Handelsweten
schappen) A: H, Jansen te Zuilen. Engels
M O. A: de dames C. de Niet. J. L.
Coenen—de Jong en de heren G. Boon
stra. E. Jonker, M. Revis, J. la Roi en G.
Rutten.
AMSTERDAM. M. O. handelsweten
schappen a: J. Riemslag te Dongen en
C Verwoest te Eindhoven. Engels M. O.
a, de dames: L. Arnoys, A. van Baarle,
C'. Dankeiman. H. Drewes, E. de Gruij-
ter en de heren: L. Loeb, R. de Looff,
K. Weterings en D. Witkamp.
R. K. Leergangen Tilburg: het diplo
ma koórdirecteur zr. Aquina (Tilburg);
A. Martens (Breda). J. Oremus (Zeist)
en C. van Wiggen (Uchgelen). Getuig
schrift koordirecteur P. de Cock (Til
burg). Het getuigschrift organist zr.
Katrine (Tilburg).
DELFT (Techn. Hogeschool). Candi.-
examen voor werktuigkundig ingenieur: T.
dc Feber, Scheveningen, F. Haak. Heem
stede: ingenieursex. voor scheepsbouwk.
ingenieur: R. Bosman, Leeuwarden, R.
Keyser, Amsterdam, H. Nachenius. Sche
veningen; Ingenieursex. voor vliegtuig-
bouwk. ingen.: O. Spijkerman, Zeist; W.
Vermet, Leidschendam.
Bij Jurbise in Henegouwen is gisteren het
nieuwe contrölecentrum van de Europese
Radio-Unie geopend. Tevoren was dit cen
trum, welks taak het is er op toe te zien,
dat alle aangesloten zenders zich aan de
juiste golflengten houden en daarvan niet
„afdwalen", gevestigd te Ukkel in Groot-
Brussel, maar de grote-stadsomgeving was
op de duur ongunstig voor dit nauwkeurige
werk.
Kort na elkaar verschenen gisteren
verklaringen van de Zuid-Koreaanse
president Syngman Rhee en zijn minis
ter van Buitenlandse Zaken, Pjoeng
Joeng Tai. Rhee deelde mede, dat hij
als eis stelt, dat de politieke conferentie,
die na het sluiten van een wapenstil
stand over de toekomst van Korea zal
moeten beslissen, niet langer zal duren
dan 90 dagen. Daarna zal zijn regering
hb ar vrijheid van handelen hernemen.
Hij eiste, dat de Chinese communisten
in die negentig dagen zijn land zouden
hebben ontruimd. Over zijn besprekingen
met de speciale gezant van Eisenhower.
Robertson, deelde Rhee mee, dat men
had afgesproken, dat Zuid-Korea de
wapenstilstandsovereenkomst niet zou
ondertekenen, maar zich niet tegen een
bestand zou verzetten Indien tenminste
de V.S. zich houden aan het accoord tus
sen Robertson en Rhee.
De Zuid-Koreaanse minister van Bui-
tënlandsé Zaken maakte het echter veel
erger. Hij beschuldigde de Amerikanen
er van dat zij het accoord reeds hadden
verbroken, zoals zou zijn gebleken uit
de toezeggingen van de geallieerde on
derhandelaar te Pan Moen Jon, luit. ge
neraal Harrison. Deze zou de Noorde
lijken hebben verzekerd, dat de Zuid-
Koreanen zich in het geheel niet tegen
een bestand zouden verzetten, terwijl
Zuid-Korea volgens de minister uit
drukkelijk had afgesproken, dat de po
litieke conferentie niet langer dan 90
dagen zal mogen duren. Het merkwaar
dige is, dat niet alleen Harrisson, maar
ook John Foster Dulles deze termijn
hebben ontkend. De Zuid-Koreaanse
minister van Buitenlandse Zaken ver
klaarde dan ook, dat na deze accoord
breuk Zuid-Korea zich op alle mogelijke
wijzen zal verzetten tegen het tot stand
komen van een wapenstilstand.
Pjoeng verklaarde dat nu Amerika de
overeenkomst geschonden heeft, Zuid-
Korea zich zal verzetten tegen het lan
den van Indiase troepen en commu
nistische vertegenwoordigers in de
bufferzone. India heeft reeds om in
lichtingen verzocht in hoeverre zijn
troepen hun taak het bewaken van
de niet-repatriërende krijgsgevange
nen zullen kunnen volbrengen.
Amerika heeft hierop geantwoord, dat
het zich niet ongerust hoeft te ma
ken.
Op de wekelijkse persconferentie heeft
president Eisenhower gisteren de ver
wachting uitgesproken dat de wapenstil
stand op Korea toch door zou gaan. Hij
wist echter niet wanneer, aangezien er
nog een paar meningsverschillen zijn.
De Amerikaanse minister van Buiten
landse Zaken, John Foster Dulles, deel
de gisteren mee, dat President Syngman
Fliee Eisenhower en hem op 11 Juli
schriftelijk de verzekering heeft gege
ven, dat Zuid-Korea zich niet tegen het
sluiten van een wapenstilstand zal ver
zetten. Hij deelde mee, dat onmiddellijk
na het sluiten van een bestand hij per
soonlijk met Syngman Rhee zal gaan
praten over het vaststellen van een ge
meenschappelijke politiek tijdens de
politieke conferentie. Voorts maakte
Dulles melding van het feit, dat Presi-
den Eisenhower zijn goedkeuring had
gehecht aan een groots opgezet vijf
jarenplan voor de wederopbouw van
Korea. Amerika zal hiervoor veel geld
ter beschikking stelle»
Het Tweede-Kamerlid Burger (PvdA)
heeft de minister-president gevraagd of
deze kan mededelen, of de regering
reeds tot een beslissing en, zo ja,
welke is gekomen omtrent blijken
van internationale solidariteit met de
recente watersnood in Japan.
ALHENA 23 te Antwerpen.
ALMKERK 21 van Sydney n. Melbourne.
ALDEGONDA 22 van Bangkok n. Pladju.
ALPHACCA 23 te New York.
AMSTELDIJK 23 te Djecfdah.
AMSTELTOREN 22 van Mombasa n. Tanga.
ALCHIBA p. 23 St. Paulsrock n. B. Aires.
ALGENIB p. 23 St. Paulsrock n. Recife.
ALUDRA p. 23 Aden n. Rotterdam.
ALWAKI 23 te New York.
ALMKERK 23 te Melbourne.
ADMIRALENGRACHT 23 te Hamina.
AMOR 22 van Tabarka n. Oran.
ATLAS 22 te Amsterdam.
BOREAS 22 van Tarragona n. Vigo.
BARENDRECHT 23 nm. te R'dam (verbeter.)
BROUWERSGR. 22 van Mantyluotto n. A d
CELEBES 22 van Belawan n. Colombo.
CONGOSTROOM 23 te Lagos.
CORYDA 23 te Pladju.
CLAVELLA p. 23 Madeira n. Kaapstad.
DANAE 22 te IJmuïden.
DRACO 22 te Amsterdam.
DELFSHAVEN p. 23 Las Palmas n. B. Air.
DRENTE 22 van Tj. Priok n. Cheribon.
ELMINA 23 van Bordeaux n. Dakar.
ESSO AMSTERDAM 22 te Rotterdam.
ETREMA p. 23 Kp. Kalhat n. Singap.
ERINNA p. 23 Ouessant n. Curasao.
EOS pass. 23 Malta n. Limasol.
EGA 23 van Aruba n. Tela.
FLEVO 23 te Messina.
GRAVELAND 22 van Bahia n. Las Palmas.
HILVERSUM 23 van Spez n. Fahaheel.
HELDER 23 van Amsterd. 24 te Bremen.
INDRAPOERA 22 van Surabaja n. Semarang.
IVOORKUST 22 te Hamburg.
JUPITER 22 te Savona.
LANGKOEAS 23 nm. te Suez.
LANGKOEAS p. 22 Brothers n. Suez.
LEUVEKERK 22 te Antwerpen.
LIMBURG 23 te Calcutta.
LOOSDRECHT 23 te Marseille.
MARKELO 20 te Sandvik.
MADOERA 23 te Djeddah.
MARPESSA 22 van Miri n. Balikpapan.
MODJOKERTO p. 22 Finisterre n. Genua.
MOLENKERK 23 te Colombo.
MELISKERK p. 23 Messina n. Genua.
MARIEKERK 23 te Marseille.
NERO p. 23 Finisterre, 24 te Bordeaux.
NO ACH 22 te Middlesbro.
NORSE CAPTAIN, 22 te Santiago Cuba.
OOTMARSUM p. 23 Key West n. Mobile.
OOTMARSUM p. 22 Miami n. Mobile.
ORANJE 24 van Amsterdam n. Tj. Priok.
ORANJESTAD 23 te La Guaira.
PRINS MAURITS 22 te Rotterdam.
RIDDERKERK 22 te Teneriffe.
ROEPAT 22 van Makassar n. Amurang.
RONDO 23 te Port Swettenham.
ROTTI 22 van Mena-al-Ahmadi n. Kuwait.
RUYS 23 te Santos.
RIOUW 25 te Madras verw.
RIJNDAM 23 te Cobh.
SCHIEDIJK 22 van New York n. New Orl.
TIBA 22 van St. Vincent n. R'dam.
TIBIA 23 te Miri.
VAN LINSCHOTEN 22 te Douaia.
WESTLAND 22 van Santos n. Rio de Jan.
WILLEM RUYS 23 te Singapore.
WOENSDRECHT p. 22 Port Sudan n. Sing.
(Telefonisch van onze
Londense correspondent)
LONDEN, hedenmorgen.
Voor het eerst sprak gisteren een zegs
man van de regering min of meer open
lijk over de sensatie van de laatste
weken, een sensatie die kolommen vult
serie zeer geestige imitaties van ons woorden wat te verzachten, voegde hij welk geval iemand van de familie of
zelf. De schoenenjongen was bijzonder eraan toe: „Ik heb het wel geprobeerd, iemand van de bedienden het gedaan
begaafd in dit opzicht. George had een In de wetenschap, dat de gemiddelde kan hebben. Ten tweede krankzinnige
weinig verkwikkelijke liefdes-affaire mens zijn kennis omtrent de politie uit
aan de hand, waarvan ik zelfs niets dit soort boeken haalt, vond ik, dat ik
wist, maar de schoenenjongen wist er .ze ook eens moest lezen. Ik zal niet
alles van." Alleyn brak in een voor zeggen, dat ze niet knap zijn. Op iedere
85
„Vraag me niet waar ze heen wilde,
want ik ben er niet achter gekomen.
Ik heb het allemaal netjes opgeschreven
en u kunt het lezen als u wilt, meneer
Alleyn. Het kan van het begin tot het
eind fantasie zijn, maar het verhaal
scheen toch wel te suggereren, dat die
Tinkerton nogal sluw uitgevallen is.
Voeg daarbij die voetafdrukken in die
kast, als ze tenminste van haar zijn,
dan krijg je de indruk, dat ze misschien
op wacht stond voor iemand anders. Ik
noem geen namen, zou die kinderjuf
frouw zeggen."
„Aan de andere kant," zei Alleyn,
„zou ze misschien ook een beetje voor
haar plezier kunnen spionneren, net als
dat vriendinnetje van je, Cora.'
hem zeldzaam lachen uit. „Het was ver
duiveld goed voor ons," zei hij.
„Zoudt u zeggen, dat ze gewoonlijk
gelijk hebben? Als die oude kinderjuf
frouw loslaat, dat juffrouw Tinkerton
en Giggle iets samen hebben of dat juf
frouw Tinkerton en haar meesteres een
complot vormen of dat juffrouw Tin
kerton iets tegen de Lampreys heeft,
liegt ze dan of spreekt ze de waar
heid?"
„Als zij iets tegen juffrouw Tinkerton
heeft," zei Alleyn, „is de kans zowat
vijftig procent. Die Nanny is nogal een
nurks. Geneigd om onredelijk jaloers te
zijn, maar een echte oude getrouwe
voor de familie. Ik wed. dat je er bij
haar niets tegen hen uitgekregen hebt."
„Hemel, nee. Ze waren net een troep
cherubijnen."
„Ja, dat zal wel. Ik vraag me af of
het een goed idee zou zijn om Giggle
nog eens te ondervragen. Als hij het
vriendje van Tinkerton is. kan hij mis
schien een nieuw licht op deze onaan
trekkelijke figuur werpen. We doen het
„Dat is waar. Je vraagt je soms af,
hoe de mensen zouden reageren als ze Fox. Bel dat huis in Brummell Street
wisten, wat hun personeel over hen ver
telde."
„Ik denk, dat de Lampreys zich ziek
zouden lachen," zei Alleyn. „Ik herin
ner me nog een middag,
broer George en ik nog
kwasten waren, dat we een paar tuin
stoelen en boeken naar een plekje
sleurden, dat toevallig recht onder het
raam van de bediendenkamer was. Het
venster was open en we hoorden een
op en zeg, dat hij hier komt. En ik zal
je nog wat vertellen, Fox," zei Alleyn
somber, het ziet ernaar uit, dat we toch
naar Kent zullen moeten. Dat is zo'n
toen mijn soort uitstapje, dat in detective-romans
verwaande altijd zo leuk wordt voorgesteld, maar
in werkelijkheid zo ontzettend ver
velend is. Lees jij wel eens detective
romans. Fox?"
„Nee," zei Fox. Eri, misschien met de
bedoeling om dit kortste van alle ant-
bladzijde gebeurt er iets, dat maakt dat
je er weer heel anders over denkt dan
op de vorige bladzijde en het routine
werk wordt gedaan tussen de hoofd
stukken in. In die twee, die ik gepro
beerd heb, liet de onderzoekende in
specteur het zaakje eerst tot een paar
moorden oplopen en luisterde een vier
de poging tot moord af, waarin de
moordenaar aan zijn toekomstig slacht
offer precies vertelde hoe hij de eerste
drie gedaan had. Toen stapten ze naar
binnen en pikten hem net op tijd in
zijn kraag. Je kunt dat soort dingen bij
ons niet doen. Ze zouden nare vragen
gaan stellen. Ik zeg niet, dat het niet
knap is, maar zij zijn te grillig."
„Een beetje wel misschien."
„De waarheid is." zei Fox ernstig,
„dat moordzaken helemaal niet zijn,
wat de mensen er graag van zouden
maken. Hoe dikwijls krijgen we een
moord met een rij verdachten, die alle
maal een motief en de gelegenheid
hadden?"
„Niet dikwijls goddank, maar h et
komt voor."
Jawel, Maar alle motieven wegen ook
nog niet even zwaar. Je hebt niet veel
moeite om direct het hoofdmotief te
vinden."
„Nee."
„Nee. Meestal is er maar één verdach
te en het is onze moeilijkheid om hem
de zaak op zijn dak te schuiven."
„En hoe zit het met deze zaak?"
„Wel, meneer, ik geef u toe, dat er
twee motieven zijn Ten. eerste: geld. In
haat. In dat geval moeten we Lady Wu-
therwood hebben. Er kan zich nog ie's
nieuws voordoen, maar het zou me zeer
verbazen als het dan niet onder een van
deze twee hoofden kon worden onderge
bracht. Weet u ook of hij iets aan de
bedienden nagelaten heeft, meneer?"
„Ik zal proberen om dat uit meneer
Rattisbon te krijgen. Ik denk niet, dat
hij bezwaar zal maken om me dat te
vértellen. De bedienden kan dat sooit
lieden nooit wat schelen. Behalve mis
schien Lady Wutherwood. Ze zou het
moeilijk vinden om Tinkerton te ver
vangen."
„Misschien," zei Fox, „heeft ze geen
kamenier meer nodig."
III
Rattisbon kwam mompelend de ka
mer binnen met eeh vooruitgestoken
kin en een leren tas onder zijn arm. Hij
was het type van de familie-notaris. Er
werd een verhaal over hem verteld dat
hij op een zomer-avond, toen hij van
zijn kantoor kwam, aangehouden werd
door een beroemde filmmagnaat, die tot
halfweg the Strand met hem meeliep
en hem smeekte om de rol van de fa
milie-notaris te spelen in zijn nieuwe
film. Zijn weigeringen waren zo heer
lijk in overeenstemming met zijn aard
en beroep, dat bij iedere weigering, de
filmman zich gedrongen voelde om een
nieuwe financiële aanval te wagen, zo
dat Rattisbon hem tenslotte dreigde met
de Gemeentewet van 1882 en al omkeek
naar een politie-agent. Toen hij Alleyn
zag, liep hij haastig de kamer door.
schudde hem de hand, trok zijn hand
snel weg, keek scherp van Alleyn naar
Fox en nam tenslotte een stoel.
(Wordt vervolgd).
in de populaire pers van Engeland, de
Townsend-affaire. Kanselier Butler
deelde aan het Lagerhuis mede dat de
regering voornemens is de regentschaps-
wet van 1937 te wijzigen. Volgens de
bestaande wet zou Prinses Margaret als
de eerste volwassene in de rechtstreekse
successie van de troon het regentschap
voeren bü onvermogen of overlijden van
de souverein. De nieuwe wet zal het
regentschap leggen in handen van de
vader van de Kroonprins, dat wil zeggen
de Hertog van Edinburgh. Zoals Butler
opmerkte, heeft deze regering deze
wetswijziging in overweging gehad,
vrjjwel sedert de huidige Koningin de
troon besteeg, en de Britse regering
had overleg gepleegd met de premiers
van de landen van het Gemenebest tij
dens hun aanwezigheid in Londen.
Attlee was de eerste die discreet begon
te hengelen naar de ware betekenis van
de voorgenomen wijziging in de regent-
schapswet
Hij vroeg of het Lagerhuis aan mocht
nemen, dat de wijziging aanvaardbaar
was voor alle leden van de Koninklijke
Familie. Wat Attlee bedoelde was: be
oogt deze wet het regentschap in be
scherming te nemen tegen een Prinses
die verliefd heet te zijn op een geschei
den burger?
Butler antwoordde met grote nadruk
liat alle leden van de Koninklijke Fa
milie instemden met de voorgenomen
wijziging. Een partijgenoot van Attlee
wierp eveneens een spierinkje uit. Kon
de heer Butler de verzekering geven
dat de voorgenomen wetswijziging met
vertraagd zou worden door een verlan
gen aan de kant van enige ministers en
adviseurs om zich te bemoeien met de
wens van leden van de Koninklijke Fa
milie hun eigen leven te mogen leiden
met betrekking tot particuliere en per
soonlijke aangelegenheden?
Butler kon deze yraag moeilijk ver
keerd verstaan, en hij gaf het volgende
antwoord: „Er is zelfs nooit behoefte
geweest aan ministerieel advies met
betrekking tot een dergelijke zaak, en
zij is niet in bespreking geweest bij
het Kabinet". En hij vervolgde: „Ik
geloof dat ik spreek namens alle La
gerhuisleden als ik zeg dat in een
persoonlijke zaak van deze aard de
gevoelens van de betrokkenen door
iedereen gerespecteerd behoren te
worden en dat de huidige betreurens
waardige gissingen en praatjes beho-
ren op te houden".
Met andere woorden. Butler ontkent
dat het Kabinet geraadpleegd is omtrent
een eventueel aan de Koningin uit te
brengen advies en betreurt de onkiese
publiciteit die op zo schandelijke wijze
een deel van de Britse pers ontsiert.
Men behoort aan te nemen dat de wij
ziging in de regentschapswet niets te
maken heeft met de persoonlijke aan
gelegenheden van Prinses Margaret, men
behoort eveneens aan te nemen dat de
heer Butler niet in staat was de waar
heid van de geruchten aangaande Prin
ses Margaret en Townsend te ontkennen.
Zuurbier is ongetwijfeld
het domste jongetje dat ik
ooit heb gekend. Als hij
tijdens de les op school de
keuze had tussen zeven goe
de mogelijkheden en één
foute, dan koos hij met on
feilbaar instinct de laatste.
Inzoverre was hij bijzon
der bij de pinken. Ik heb
Zuurbier leren kennen toen ik als
kwekeling-onderwijzer op de „leer
school'' mijn nauwelijks bestaande
paedagogische kwaliteiten trachtte te
ontwikkelen. Hij werd gehaat door de
meester en getreiterd door zijn klas
genoten. Maar ik hield van hem, juist
omdat hij de geïncarneerde, weerloze
incompetentie was. En ik kan me nog
herinneren dat ik een hele Woensdag
middag huisarrest kreeg omdat ik te
gen de „echte"' meester, die tevens
surveillant was op het internaat, waar
ik destijds verbleef, had gezegd dat hij
Zuurbier niet zo mocht pesten.
Op een goede dag moest ik in de
klas van Zuurbier proefles geven. Ik
zou de jongelui onthalen op een col
lege omtrent de herkomst en de ver
werking van de wol. En ik begon met
alle voorradige platen, waarop scha
pen individueel of in kuddes
ronddoolden te verzamelen en in het
lokaal op te hangen. Het werd een uit
gebreide expositie van de wit-gewolde
beesten. Ik had daarmee nog een an
der doel. dan een zuiver didactisch.
Het plan was n.l. in mij gerijpt om
Zuurbier nu eindelijk eens en voor de
eerste keer een goede beurt te laten
maken.
Toen de hele klas dus vol schapen
hing posteerde ik mij voor mijn jeug
dig auditorium en zei: „Zuurbier, nou
mag jij eens zeggen van welk dier de
wol af komt." En ik wierp tegelijker
tijd veelbetekenende spiek-blikken op
de prenten. Nooit zal ik vergeten hoe
Zuurbier, met zijn wijde glazige ogen,
rood aanliep en het bijna uitgilde:
„Van de koe, meneer."