Radarverdediging van ons land
nog vrijwel zonder effect
Concertgebouworkest geeft
42 concerten in Amerika
Min. Donker: Hoge salarissen
bij onteigeningszaken
fiioo^AN: Het spoor van het zwaarcL
Ondanks ontkerstening houdt Frankrijk
vast aan de traditie der christelijke cultuur
H
Beter!
Moord-
in de lift
BANDEN
153
Situatie in Nederland en België sinds
verleden jaar onveranderd
Grotewohl herhaalt
oude beloften
Kard. Stepinac niet
in levensgevaar
Zonder meer niet te zeggen
of zij té hoog zijn
Kanttekeningen uit mijn bergparochie
Het inkomen der priesters is heel schamel
KilaiTiEters
LICHT LOPEND
DINSDAG 28 JULI 1953
PAGINA 5
LUCHTMANOEUVRE „CORONET"
i a.
Britse Vampire bij
Keulen neergestort
De piloot gedood
Integratie van personeel
verloopt vlot
13 October - 3 December 1954
Reis per H.A.L.
Osservatore Romano
Aanslag op Mgr. Franic
is onrustbarend
Zuivering gaat door
Hoop voor Sanders
Amerikaanse specialisten
zijn optimistisch
ik
Door
P. JOH. PIEPER
pasfoor fe Roche Isère
RIJWIEL MOTOR
door NGAIO MARSH
Ernstig gewond bij
aanrijding
Oude frankeringstarieven
Tot 1 Augustus geen
strafport
(Van onze speciale verslaggever)
Betgeen wü Maandag van onofficiële zijde vernomen hadden over de onvoldoende
'adarverdediging van Nederland, is gisteravond op een persconferentie bevestigd.
Een radarexpert van de Britse luchtmacht heeft tijdens een bespreking van de
oefening „Coronet" verklaard, dat in Nederland en België de effectiviteit van de
•adarverdediging onveranderd is gebleven, sinds de opperbevelhebber van de
tweede tactische luchtmacht in de centrale sector, Air-Chiefmarshall Sir Robert
foster de radarbeveiliging verleden jaar als „vrijwel waardeloos" beschreef. In
N'ATO-kringen ziet men in deze situatie een ernstig gevaar voor de totale lucht
verdediging van de centrale sector en als gevolg hiervan van de gehele
Europese luchtdefensie.
W.U.
mer'
•din*
te
plan
uits-
o ede
reld-
data
loven
van
•nma
■ir is
ssnde
kans
:hap
dt»
het
laar
l in
ia ar
'iiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiii in iiitiiiii mi m in iiiiiiiimi iiiiimiiiihü
(Van onze speciale verslaggever)
Butzweilerhof, Maandagavond
Vanmiddag is bij de vliegbasis
Butzweilerhof, enkele kilometers van
Keulen verwijderd, een aan de oefening
„Coronet" deelnemende Vampire-straal-
jager neergestort, waarbij de Britse
Piloot het leven verloor. Het vliegtuig
kwam op een villa terecht. Bij dit eer
ste ernstige ongeluk dat tijdens de thans
reeds vijf dagen durende luchtmacht-
manoeuvre is voorgevallen, zijn geen
slachtoffers onder de burgerbevolking
gevallen.
•liliiiiiiiini iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilliiiiilllllliliiliiiiiiiiiiiiiii
Bij de aanval, die groepen bommen
werpers van Wessex (Engeland) giste
ren in de loop van de dag hebben on
dernomen op het Roergebied, een aan
val die deze vliegtuigen over ons land
leidde, is onze radarverdediging voor
ongeveer vijftig procent succesvol ge
weest, hetgeen wil zeggen, dat de aan
vallende bommenwerpers voor de helft
tijdig genoeg door de Nederlandse ra
darinstallaties werden ontdekt, om de
jagers gelegenheid te geven „op te stij
gen" en de vijand aan te vallen. Met
verbeteringen, die men in de radar-
apparatuur hoopt aan te brengen, zou
dit percentage onder de huidige om
standigheden dus bij de snelheid die
bommenwerpers thans kunnen ontwik
kelen op 90 gebracht kunnen worden.
Een voor 90 procent effectieve radar-
Van de zijde van het bestuur der
stichting, die „Het Concertgebouwor
kest" beheert, wordt omtrent de tournée
van het Concertgebouworkest door de
Verenigde Staten van Amerika in het
najaar van 1954 medegedeeld, dat de
onderhandelingen met de Amerikaanse
impresario de Columbia Artists Ma
nagements Incorporated het eindsta
dium hebben bereikt.
Tussen 13 October en 3 December
aid.
r.
«C.
pit.
to».
V.
9.
De Osservatore Romano levert uit
voerig commentaar op de mededeling
van de Joegoslavische radio, dat weer
een andere katholieke bisschop, Mgr. Fr.
Franic, bij de uitoefening van zijn ambt
het slachtoffer is geworden van de com
munistische geweldpleging.
Het blad schrijft: De in vage termen
gepubliceerde rapporten maken geen
gunstige indruk. Het is niet aan te ne
men, dat in een moderne staat als Joe
goslavië de autoriteiten onkundig zou
den zijn van de omstandigheden van
een aanslag, die in dit land een gewoon
te dreigt te worden. Mgr. Frans Franic
is nu drie jaar hulpbisschop van de be
jaarde bisschop van Split, Mgr. Bo-
nefacic.
De gewelddaad, waarvan Mgr. Franic
het slachtoffer is geworden, is de jong
ste van een gehele serie, die de autori
teiten toeschrijven aan „onverantwoor
delijke elementen", maar die in werke
lijkheid het directe gevolg zijn van een
propaganda van haat en valse voorlich
ting.
Men zal zich herinneren dat op 20
Januari 1952 ae apostolische administra
tor van Ljubljana, Mgr. Vovk, op bru
tale wijze door een troep misdadigers
werd aangevallen op het station van
Novo Neste, die onder de ogen van een
totaal onverschillige politie, trachtte de
bisschop levend te verbranden. De bis
schop werd1 daarbij ernstig gewond. Dit
was een van de ernstigere incidenten,
die alle tot doel hebben door het ge
bruikmaken van bruut geweld, de inti-
midatiepolitiek van regering en politie
kracht bij te zetten.
Wij kunnen echter slechts hopen, zo
schrijft de Osservatore tenslotte, dat de
aanslag op Mgr. Franic niet nog ernsti
ger consequenties heeft. Het ontbreken
echter van gedetailleerde 'inlichtingen is
onrustbarend.
Het centrale comité van de commu
nistische SED heeft in een communi
qué opnieuw laten weten, dat de le
vensstandaard voor de Oostduitse bevol
king zal worden verbeterd en dat er
een regeringshervorming zal komen. De
bekendmaking somde nog eens alle be
loften op, die in de afgelopen zes weken
door woordvoerders van de regering-
Grotewohl zijn gedaan.
Iets eerder was bekend gemaakt, dat
Wilhelm Zaisser, voormalig minister
van Staatsveiligheid, samen met de
hoofdredacteur van het officiële com
munistische dagblad „Neues Deutsch-
land", Rudolf Herrenstadt, als „defaitis-
ten" waren verwijderd uit het centrale
comité. De afgezette minister van Justi
tie, Max Fechner, is gebrandmerkt als
„vijand van het volk" en geheel uit de
Partij gestoten. Hij zit op het ogenblik
in de gevangenis. Het heeft er overigens
alle schijn van, dat premier Grotewohl
en de secretaris-generaal van de SED,
Walter Ulbricht, er voorlopig in zijn ge
slaagd om de onderlinge vrede te hand
haven.
Engeland heeft op 17 Juli Hongarije
nog eens verzocht de Britse zakenman
Edgar Sanders vrij te laten. Naar thans
is meegedeeld, heeft Hongarije daarop
te kennen gegeven, dat het bereid is de
*aak opnieuw te bezien.
1954 zullen in verscheidene steden in to
taal 42 concerten orden gegeven on
der leiding van Eduard van Beinum en
naar verwacht mag worden Rafael
Kubelik. Er zal o.m. geconcerteerd
worden in New York, Boston. New Or
leans, Chicago, Detroit, Cleveland. In
enkele belangrijke centra zal het orkest
gedurende een korte periode verblijven
om van daaruit in de omliggende steden
te kunnen optreden.
Naar schatting zal het orkest in de
Verenigde Staten per autobus in totaal
6500 mijl hebben af te leggen. Men is
thans doende het reisplan zorgvuldig
uit te stippelen, hierbij rekening hou
dend met alle factoren, die voor het
welslagen van deze grote tournée nood
zakelijk worden geacht.
De oceaanovertocht zal worden ge
maakt met de Holland Amerika Lijn.
De heenreis zal worden gemaakt met de
„Rijndam", terug wordt gereisd met de
„Noordam". In verband met deze Ame
rikaanse tournée zal het abonnements
seizoen 1954/195 omstreeks half Septem
ber beginnen. Onderhandelingen met
vooraanstaande orkesten, die tijdens de
afwezigheid van het Concertgebouwor
kest in de abonnementseries zullen op
treden, zijn thans gaande.
verdediging zou voldoende zijn, maar
op dit moment kan onmogelijk worden
voorzien, wanneer de daarvoor beno
digde verbeteringen zouden kunnen zijn
aangebracht.
Het enige lichtpunt in de luchtver
dediging van Nederland en gedeel
telijk ook in die van België vormt
het na de oorlog in het leven geroe
pen Korps Luchtwachtdienst, dat ge
durende het afgelopen weekeinde aan
de oefening „Coronet" heeft deelgeno
men en daarbij „bemoedigende" resul
taten heeft geboekt. Dit korps kan
evenwel slechts worden gebruikt te
gen op geringe hoogte binnenvliegen
de toestellen en alleen dus in die om
standigheden met succes deel uitma
ken van het waarschuwingssysteem
van de luchtverdediging in ons land.
In de radarverdediging van de ge
hele centrale sector is in een jaar tijds
een lichte verbetering tot stand geko
men. Het materiaal dat een jaar gele
den werd gebruikt was toen reeds ver
ouderd. De radarapparatuur, die op gro
te hoogte aanvallende vliegtuigen moet
ontdekken, is sindsdien verbeterd. Voor
op geringe hoogte opererende vliegtui
gen heeft men nu, nog slechts op enkele
plaatsen, nieuwe Amerikaanse radar
apparaten in gebruik kunnen nemen.
Een stap vooruit in de radarverdedi
ging van de centrale sector is de inte
gratie van het Britse, Belgische en Ne
derlandse personeel, de samensmelting
tot een groot team, die een vlot verloop
heeft. Bij de luchtmanoeuvre hebben
wij dat zelf kunnen constateren. Op
verscheidene plaatsen wordt een inge
wikkeld stelsel van radarapparaten door
een gemengde groep van Britten, Bel
gen en Nederlanders bediend en uit het
foutloze functionneren bl:kt dat dit niet
de minste moeilijkheden met zich mee
brengt.
Kardinaal Stepinac heeft goede me
dische hulp ontvangen. Hij ziet er goed
uit en hij verkeert niet tn levensgevaar,
mits hij niet wordt blootgesteld aan in
spanning en opwinding. Dat is de con-
clusie van dv, John H. Lawrence, direc-
teur van het Donner-laboratorium aan
de universiteit van Califomië en specia
list voor bloedziekten, en dr. John F.
Rusic. chef van de chirurgische staf van
Holy Cross College te Chicago (III.).
Op verzoek van de aartsbisschop Jo
seph Hurley van St. Augustine in Flo
rida, die vroeger als pauselijk nuntius
in Joegoslavië een persoonlijke vriena
van kardinaal Stepinac is geworden,
zijn deze twee Amerikaanse medici naar
Zagreb gevlogen. Zij legden hun ver
klaring af nadat zij de kardinaal in zijn
geboortedorp Krasic hadden onderzocht.
De kardinaal lijdt, zoals gemeld, aan
polycythemia, een ziekte van het bloed,
die zeer gevaarlijk kan zijn. Door de
moderne behandelingsmethoden, zo ver
klaarden echter de beide Amerikaanse
specialisten, kunnen de lijders aan deze
ziekte bij normaal werk zeker nog 10
tot 15 jaar leven.
Hoewel hem ogenschijnlijk de salari
ëring van de jurist-deskundige in ont
eigeningszaken hoog voorkomt, staat het
buiten de beoordeling van de minister
van Justitie of dit salaris zou staan „bui
ten alle verhouding tot het gepresteer
de". Aldus antwoordt minister Donker
op vragen van het Tweede-Kamerlid
Ritmeester (V.V.D.).
De heer Ritmeester had er op gewe
zen, dat in 17 van de 30 onteigenings
zaken in de „Slotermeer" het salaris van
de jurist-deskundige niet minder dan
56.000 bedroeg. In één zaak bedroeg
zijn salaris meer dan 10.000.
In Amsterdam hebben sommige ont
eigeningszaken negen jaar gelopen, al
dus deelt de m'inister verder mede. 45
pet. rente moest bij het te vergoeden
bedrag worden opgeteld, waarnaar het
salaris van de jurist-deskundige, even
als van de andere deskundigen, geregeld
werd.
De cijfers van de salariëring bij de
rechtbanken te Amsterdam en 's-Herto-
genbosch zijn in verhouding tot die bij
andere rechtbanken hoog. Of zij tè hoog
zijn in verhouding tot het aan de rap
porten bestede werk is zonder meer niet
te zeggen, aangezien men bij deze recht
banken aan de rapporten van deskundi
gen in onteigeningszaken kennelijk meer
eisen stelt dan bij andere rechtbanken.
iN.
Wcjtfii'xm/,
Terneergeslagen loopt Erwin door de legerplaats. De spanning onder de No
maden is bijna tastbaar. Alles is klaar voor de aanval op het kamp van Bor Khan
en er wordt slechts op de versterkingen uit het Noorden gewacht. De krijgers korten
de tijd met schijngevechtenwaarbij het soms warm toegaat.
Er zijn nu reeds enkele dagen verstreken en in die tijd heeft de jonge Noorman
de mogelijkheid van een ontsnapping terdege onderzocht, doch steeds stuitte hij
weer op de wachtposten van Tsacha. Fel schopt hij een steen weg, wanneer hij in
gedachten opnieuw de spottende stem van de Nomade hoort. „De schurk denkt, dat
ik een kind ben, daarom laat hij mij vrij rondlopen," mokt de jongen. Zijn J}and
tast naar het kleine jachtmes, dat Tsacha hem met een smalende opmerking heeft
laten behoudenEen kleine Norenzoon, slechts met een mes gewapend, is immers
reddeloos verloren in de eenzaamheid van de steppen.
„En toch moet het lukken," gromt Erwin. „Ik zal er mij wel door slaan."
Met een stuurse blik slaat hij de boogschutters -gade, die uur na uur onvermoei
baar oefenen. En tegen wil en dank maakt zijn wrevel plaats voor bewondering,
wanneer hij ziethoe weergaloos de ene pijl na de andere zuiver in het doel slaat.
„Ja, ja, schieten, dat kunnen ze."
Als hij ziet, dat de boogschutters hem opmerken, slentert hij achteloos weg. Eens
klaps hoort hij een opgewonden rumoer aan de Noordelijke zijde van het kamp.
Onder de schildwachten daar is een vreemde beroering ontstaan. Zij wijzen naar
de twee ruiters, die in de verte naderen. Ongetwijfeld behoren zij tot Tsacha's krijgs
macht in het Noorden. Een spookachtige gestalte, gezeten op een kreupel paard
rijdt voor hen uit, en wanneer de vreemdeling de argwanende blikken bei$erkt,
barst hij in een stuipachtige lach uit.
„Ter zijde! Maak plaats voor twee vermoeide boodschappers, jakhalzen! krijst hij
met een opgewonden armzwaai.
Hoewel Tsacha's krijgers niet voor een kleintje vervaard zijn, wijken zij onwil
lekeurig voor de vreeswekkende verschijning terug.
„Voort dwazen! Ga uw meester vertellen, dat we een boodschap voor hem hebben.
Maar doe het kalm aan, hehehe, want waar Alhabar is, zijn de boodschappen meestal
niet zo prettig." -
En op de gehele steppen werd zelden een huiveringwekkender lach gehoord
et probleem van de ontkerstening van Frankrijk heeft even veel om het
lijf als het probleem kerstening, want wie over de ontkerstening van
Frankrijk durft praten, moet eerst even het probleem zuiver stellen
en zich afvragen of er wel werkelijk van een „ontkerstend" Frankrijk sprake is.
Maar als „ontkerstening" in feite „ontkerkelijking" 'is, dan liggen de aposto-
laatsmethoden ook geheel anders. Dan betekent kerstening voor de tegenwoor
dige Franse clerus niets meer of minder dan de kloof te overbruggen, die er
geslagen is tussen volk en Kerk, door persoonlijk contact met de gelovigen, die
wel stevig in hun geloof staan, maar de mens-priester nodig hebben om weer
tot de geloofspractijk, d.w.z. het vervullen van hun kerkelijke plichten terug te
komen. Om precies bij de waarheid te blijven: wat de prètre-bourgedis hierin
vroeger, onbewust misschien, verwaarloosd heeft, vult de prêtre-ouvrier, de
priester-arbeider, weer prachtig aan in onze tijd. Heel die beweging van de
arbeiders-priesters heeft geen ander doel dan het verbroken contact weer op te
nemen tussen volk en Kerk.
Overigens vraag ik mij af, terwijl ik
dit schrijf, of dit probleem wel spe
cifiek Frans is en of het niet een
kwestie is, die ook buiten Frankrijk
even brandend is, n.l. een gelovend
volk (op sommige plaatsen min of
meer) weer terug te brengen naar de
oude geloofspraktijk van godsdienstbe
leving overeenkomstig de goddelijke
en kerkelijke wetten. Dat daar de ken
nis van dogma en wet een grote rol in
speelt, ligt voor de hand.
Dit laatste is echter niet op geheel
Frankrijk van toepassing. De provin
cies Elzas en Lotharingen, die tot 1918
Duits zijn geweest, en bijgevolg wei
nig geleden hebben van de anticleri-
cale actie van vóór die tijd, kunnen
we buiten beschouwing laten. Neemt
men aan Frans Vlaanderen, de streek
die boven de lijn AbbevilleVerdun
ligt, Bretagne en de Normandie, het
Baskenland, de Vendée, l'Aveyron, dan
blijken die nog geheel intakt en prak-
tizerend katholiek. Van de overige
streken kan men zonder overdrijving
zeggen, dat ze, hoewel in het algemeen
nog gelovig, erg onverschillig staan
tegenover godsdienstpraktijk.
Het antwoord op de vraag of Frank
rijk een missieland is, is hiermee dan
ook duidelijk gegeven, als men onder
een missieland niet verstaat een land
waar het geloof niet bestaat, maar een
land, waar de toestanden van dien aard
zijn, dat, hoewel er een groot gebrek
aan priesters is, het volk toch nog zijn
kerkelijke plichten kan vervullen.
Het Franse volk heeft zijn geloof
bewaard en iedere Fransman, die wil,
kan in weerwil van de ontzettende
priesternood katholiek leven en
sterven. Tussen het noodzakelijke en
het voldoende voor een royaal ker
kelijk leven ligt een grote marge.
Indien het als algemene stelregel
waar zou zijn, dat in Frankrijk goed-
Advertentle
willende zielen door gebrek aan de
noodzakelijke priesterbijstand verlo
ren moeten gaan, dan zou het onver
antwoord zijn, dat jaarlijks zoveel
Franse missionarissen naar de
vreemde missielanden gaan, terwijl
in eigen land zielen verloren gaan
bij gebrek aan die priesterhulp, die
naar den vreemde vertrekt.
De Franse kerkprovincie bereidt zich
op het ogenblik voor op een algemene
heropleving van kerkelijkheid en gods
dienstzin. Dat het anticlericalisme nog
niet geheel verdwenen is. kwam weer
eens te voorschijn gedurende de laatste
strijd voor de katholieke school, toen
de wet-Barangé er door moest, maar
dat ze er doorgekomen is, is een be
wijs, dat het openlijke anticlericalisme
heeft afgedaan en dat de mentaliteit
onder het volk, zo niet geheel afwij
zend, dan toch in z'n geheel erg onver
schillig hiertegenover staat.
De Franse katholiek (een groot
woord voor een niet-kerkelijke katho
liek in tegenstelling tot een praktise
rend katholiek) heeft zijn houding ten
opzichte van „zijn" Kerk nog niet ge
heel teruggevonden, maar is op weg.
Allen, op enkele uitzonderingen na,
staan ze sympathiek tegenover de gods
dienst en zeker tegenover de priester.
Wat verder die uitzonderingen betreft,
het zijn ook hier dezelfden als elders,
die vijandig tegenover God en gods
dienst staan en in zover is het hier ook
een normaal geval.
Mijn persoonlijke ervaringen hier in
het Zuid-Oosten kloppen met die van
andere priesters in de overige gedeel
ten van Frankrijk.
Hier zijn enkele voorbeelden ter il
lustratie, die heel goed doen uitkomen,
hoe welwillend het volk tegenover zijn
priesters staat.
Iedereen hier weet en kent het scha
mele inkomen van ons, priesters, dat
alles goed bij elkaar gerekend niet over
de twee tientjes per week loopt. De bak
ker, de kruidenier, zelfs de apotheker
houdt daar rekening mee en rekent je
tien, soms twintig procent minder. De
huis- of brandverzekeringsmaatschap
pijen, zelfs de autoverzekering (zonder
auto of zware motor kun je in dit berg
land niets uitvoeren) berekenen aparte
tarieven voor de geestelijkheid, die
soms tot dertig, veertig procent onder
de normale tarieven liggen. Het is me
eens overkomen, dat ik voor een be
paald geneesmiddel naar beneden, naar
de stad moest. Ik had er eerst twee
maal over nagedacht voor ik tot de
aankoop van dat soort dure medica
menten overging, want de trekvaardig-
heid van de beroemde „Bruine" was
die dagen tot een minimum beperkt,
maar het was noodzakelijk. Toen ik de
rekening vroeg, kreeg ik te horen, dat
meneer dat op het ogenblik nog niet
wist, het waren nieuwe geneesmidde
len en de rekening er van was nog niet
89
De inspecteur was zelf aan de trein
en bracht hen naar de politieauto. Hij
was blijkbaar onder de indruk van dit
hoge bezoek van Scotland Yard en vol
komen bereid om over Deepacres en de
Lampreys te spreken. Toen ze het dorp
uitreden wees hij naar een aardig huis
je, dat aan een zijweg stond.
„Dat is nu het eigendom van Bill
Giggle," zei hij.
„Prettig voor Bill Giggle," zei Al-
leyn.
„Heel prettig. Grappig, hoe hij eraan
gekomen is. Dat is Oude Geschiedenis.
De oudeheer van Bill Giggle was koet
sier bij de vader van Lord Wutherwood
en heeft zijn leven gered. Iets met -een
losgebroken paard. De oud lord beloof
de hem dat huisje, maar tenslotte kreeg
hij kort daarna een ongeluk bij de jacht.
Hij heeft toen nog maar enkele minuten
geleefd, maar in het bijzijn van een
paar mensen heeft hij nog gezegd, dat
het hem speet, dat hij dat nooit in zijn
testament had laten opnemen en hij
vroeg aan zijn zoon dat is de nu
overleden lord om deze belofte in te
lossen. De nieuwe lord heeft dat huisje
toen wel niet direct overgedragen, om
dat hij een beetje krenterig was, maar
hij liet zijn notaris komen en maakte
zijn testament en liet bekendmaken,
dat de jonge Bill Giggle het huisje zou
krijgen wanneer hij zelf overleden zou
zijn-"
„Juist."
„Ja, en het ziet ernaar uit, dat de
spoorlijn in die richting zal worden
doorgetrokken en dat is helemaal leuk
voor Bill Giggle."
„Heel leuk," zei Alleyn.
Daarna werd hij nogal zwijgzaam. Ze
reden door lanen omzoomd door open
velden, kleine boerderijen, bosjes en een
particulier golfveld tot ze aan de poor
ten van Deepacres Park kwamen. Het
huis lag verborgen achter de bomen en
naarmate ze de oprijlaan verder inre
den kwam Fox dieper onder de indruk.
„Dat lijkt niet mis," zei Fox.
„Wacht tot je het huis ziet," zei de
inspecteur. „Het is na Leeds Castle het
mooiste huis van Kent. Niet zo groot,
maar indrukwekkend."
Hij had gelijk. Het grote huis stond op
een terras in een hertenpark- Het was
gebouwd in de tijd van John Evelyn en
die onvermoeibare connoisseur op het
gebied van mooie huizen zou er geen
feil aan ontdekt kunnen hebben Hij
had het inderdaad kunnen beschrijven
als een volmaakt harmonisch bouwsel,
«ijzonder opmerkelijk door de nobele lig
ging, en er van buiten uitziende als een
diadeem. De vergelijking zou goed geko
zen geweest zijn, dacht Alleyn, want in
de late middagzon glansde het huis als
een juweel tegen de fluwelen achter
grond van de bomen.
„Gossie!" zei Nigel. „Nooit geweten
dat het zo groots was. Grote goden, je
kunt je niet indenken dat de Lampreys
hier komen wonen."
„Lord Charles zal hier wel geboren
zijn?" merkte Alleyn op.
„Ja, dat denk ik wel. Ja, natuurlijk.
Het is enorm, niet?"
En Nigels vingers gingen naar zijn
das.
„Ik heb aan het personeel gezegd, dat
u zou komen," zei de inspecteur. „Die
zullen ook wel de kluts kwijt zijn."
Maar de butler en de huishoudster
waren niet zozeer de kluts kwijt als wel
hun rustige zelfverzekerdheid. Ze had
den van de dood van. Lord Wutherwood
gehoord door een berichtje in de krant.
Orders hadden ze niet ontvangen. Zou
den ze met een groep van het perso
neel naar Londen moeten gaan? Waar
zou mylord begraven worden? Alleyn
stelde voor, dat ze Brummell Street
maar moesten opbellen of Pleasaunce
Court Mansions Hij toonde een bevel
tot huiszoeking en sloeg aan het werk.
Er zouden weken voor nodig zijn om
het gehele huis te doorzoeken, maar hij
hoopte op een gelukkig toeval. De se
cretaris van Lord Wutherwood was op
vacantie. Alleyn betreurde zijn afwezig
heid niet. Hij vroeg om hem de kamers
te tonen, die Lord Wutherwood het
meest gebruikte, waarop men hem de
bibliotheek en een soort kantoortje
toonde.
Fox ging naar zijn slaapkamer in een
andere vleugel. Nigel klampte de huis
houdster aan om, zoals hij zeide, het ge
zichtspunt van de oude getrouwe te ver
nemen. Alleyn had de sleutels van Lord
Wutherwood meegebracht Eén daarvan
paste op het grote kabinet in de biblio
theek. De kast zat vol met stapels pa
pier en bundels brieven. Met een zucht
begon hij ze door te nemen, af en toe
even pauzerend om een blik door de
hoge ramen naar buiten te werpen op
het charmante landschap.
Hij vond in het kabinet weinig, dat
hem kon helpen. Er waren opgewekte
bedelbrieven van Lord Charles, waarop
met blauw potlood stond: „Beantwoord
10/5/38. Geweigerd." „Beantwoord 11/
12/38. Definitief geweigerd." Maar de
brieven van Lord Charles bleven bin
nenstromen en werden weer definitief
geweigerd. De overleden Lord Wuther
wood was een systematisch man ge
weest. Maar niet altijd had hij gewei
gerd om zijn broer te helpen. Er was
een brief uit Nieuw-Zeeland, waarop
met blauw potlood stond: „Beantwoord
3/4/33. 500," en op een nog vroegere
smeekbede: „Chèque 500 B.N.Z." Dit
schenen de enige gelegenheden te zijn,
waarbij Lord Charles geen bot gevan
gen had. Er waren brieven van Lady
Katherine Lobe, waarin de schrijfster
haar neef herinnerde aan zijn verplich
tingen ten opzichte van de armen en
waarin ze haar lievelingsobjecten voor
hem uiteenzette. Hierop stond een ferm:
„Nee". Tussen een stapel oude brieven
vond Alleyn er een van het Nedburn-
rusthuis, Otterton, Devon. De brief
meldde dat de toestand van Lady Wu
therwood enigszins verbeterd was. Hij
schreef het adres op.
Het was echter Fox, die de vreemde
ontdekking deed. De zon scheen reeds
laag door de bibliotheekramen, toen de
deur open ging en de massieve gestalte
van Fox opdoemde in de schemering.
Alleyn zat op de vloer en rommelde in
de inhoud van de onderste plank. Hij
keek naar Fox, die langzaam uit de
duisternis van de hal in het gouden zon
licht trad- Hij scheen een klein voor
werp in zijn hand te houden. Zonder te
spreken sloeg Alleyn hem gade. Het ta
pijt was dik en geluidloos kwam hij na
derbij als een robuste geestverschijning.
Pas toen hij heel dichtbij was kon Al
leyn het voorwerp onderscheiden dat
hij in zijn hand hield.
Het was «en kleine en zeer lelijke
pop.
(Wordt vervolgd).
gekomen, maar hij (de apotheker) zou
mij de rekening bij gelegenheid wel
sturen. Ik verwonderde mij eerst even
over het vertrouwen, dat de goeie man
mij betoonde en zei hem dat ook, want
hij had mij nog nooit eerder gezien en
ik kende hem helemaal niet. Het was
zelfs de eerste keer, dat ik er kwam. Op
een papiertje schreef ik mijn adres,
maar het werd zo nonchalant ergens
neergegooid, dat ik er werkelijk door
gehinderd was.
Een maand later, toen er nog geen
rekening was gekomen, moest ik
weer in de stad zijn en vroeg aan
mijn apotheker nogmaals de reke
ning. Hij glimlachte eens en zei mij
op een zo doodleuke manier: „Mon
sieur l'Abbé, ik zou er mij eeuwig een
verwijt van maken als ik van een
priester, die ziek is, en mijn genees
middelen nodig heeft, ook maar een
centiem zou aannemen. Wij hebben
al zo weinig priesters, dat het voor
ons een he'ilige plicht is alles te doen
wat we kunnen, opdat ze niet ziek
worden en als ze ziek zijn ze te hel
pen zo gauw mogelijk weer beter te
maken. Wilt u mij de eer aandoen
iedere keer als u iets nodig mocht
hebben voor uw gezondheid het bij
mij te halen en aü u niet kunt, zal
ik het u wel sturen". Toen ik later
aan mijn Deken vroeg wat dat voor
een rare man was, die daar op die
hoek in de apotheek zat, zei hij mij:
„Ja, zeg dat wel, een rare man. Zijn
oudste dochter heeft dit jaar de eer
ste H. Communie gedaan, maar hem
of haar (zijn vrouw) Zie ik nooit in
de kerk en elke drie maanden stuurt
hij mij in een brief 5000 francs met
de beleefde vraag of ik daarvan even
de rekening bij hem wil betalen van
eventueel gekochte geneesmiddelen,
om het even of ik er gehad heb of
niet".
Een buurtpastoor krijgt elke Zater
dag zijn z.g. „panier paroissial", zijn
korfje huishoudwaren aan de deur aan
gereikt, waarin hij alles vindt wat zijn
dienstbode in de week nodig heeft
voor haar keuken.
Elk huisgezin in zijn parochie zorgt
om de beurt, elk eens in het jaar, dat
het korfje vol komt (hij heeft driehon
derd huisgezinnen), onverschillig of
dat huisgezin praktiserend katholiek of
niet, communist of radicaal is.
Ik zelf heb in dit opzicht ook niet te
klagen. Een „Boerenpastoor" is nog
nooit van honger gestorven en ik heb
in mijn eigen parochie nobele zielen en
rechtschapen karakters, die alles voor
hun pastoor over hebben, regelmatig
zijn tuin onderhouden en eens in het
voorjaar een hele dag komen spitten;
anderen, die jaarlijks precies op tijd
hun geldelijke bijdrage voor kerk en
pastoor komen betalen, van hun oogst
netjes het van oudsher vastgestelde ge
deelte voor hun pastoor afzonderen,
geen varken slachten zonder er een
mooi stuk van naar de pastoriekeuken
te zenden, zelfs regelmatig H.H. Missen
voor hun overleden familie laten le
zen, maarpersoonlijk nooit een
voet in de kerk zetten, zelfs hun Pasen
niet eens houden, want dat gaat ook
samen, Pasen houden en niet naar de
gewone Zondagsmis komen.
Een andere priester, die hier ook
in het Zuiden werkt als pastoor van
drie parochies, kreeg van zijn paro
chianen een som gelds, om er een
auto voor te kopen, want, zo hadden
ze gezegd: „Al komen we dan zelf
niet naar de kerk, wij willen toch dat
er hier 's Zondags een H. Mis gelezen
wordt en dat.u gemakkelijk naar ons
kunt komen, om catechismus te ge
ven, onze kinderen te dopen en onze
stervenden bij te staan.Wij zijn
toch geen heidenen".
Onbegrijpelijk mysterie, zegt u! Dit
volk is katholiek zonder enige uitzon
deringwil voor niets ter wereld
anders genoemd worden.... en doet
er niet aan. Het mysterie wordt er nog
onbegrijpelijker om, als u er even aan
wilt denken, dat dit volk niet handelt
uit een soort algemeen gebruik, of om
dat ze de pastoor een „Chic Type", een
„fijne kerel" vinden, of omdat in een
Frans landschap nu eenmaal bij een
kerk een pastoor hoort. Zeker, ook dit
heeft zijn waarde; de Fransman houdt
vast aan de oude traditie, maar er is
iets meer, dat hij nooit kan verlooche
nen, n.l. de traditie, van het eerste en
oudste cultuurvolk, een christelijk cul
tuurvolk te zijn, dat wel voor een tijd
lang zijn aangezicht kan verbergen,
maar het uiteindelijk toch niet verlie
zen kan. Daarom juist is het zo vastge-
ankerd in zijn geloof, de eerste drijf
veer van zijn handelwijze.
Toen ik alles wat ik u hierboven
verteld heb aan een vriend, die hier
bij mij was, had uiteengezet, gaf hij de
volgende opmerking ten beste: „Ja,
maar, als het Franse volk nog altijd
zo goed gelooft, hoe komt het dan, dat
er zo weinig priesterroepingen zijn?"
De klok sloeg toen net middernacht en
ik kon er niets anders op zeggen wat ik
er nu ook op zeg: Daarover een vol
gende keer.
■•siUËK
De buurtpastoor krijgt elke Zaterdag een korfje huishoudwaren.
(Van onze correspondent)
Toen de mijnwerker H. uit Kaalheide
na zijn werk in de Staatsmijn Wilhel-
mina op zijn fiets huiswaarts keerde,
tezamen met een kameraad, werd hij
op de Kaalheidersteenweg plotseling
aangereden door een bestelauto, be
stuurd door V. uit Heerlen. De bestel
auto reed zo snel, dat hij bij het af
remmen driemaal over de kop sloeg.
De gevolgen van de aanrijding waren
zeer ernstig. Hij moest met een zware
hersenschudding en een gebroken bo
venbeen in het ziekenhuis van Kerk-
rade worden opgenomen. De toestand
van H. was Maandag nog steeds zorg
wekkend.
Voor de poststukken in het binnen
landse verkeer, welke volgens de tot
1 Juli geldende tarieven volledig zijn
gefrankeerd, wordt tot 1 Augustus a.s.
geen strafport geheven. De termijn is
vrij lang genomen, omdat de bekend
making van het in werking treden der
gewijzigde tarieven slechts korte tijd
van tevoren kon geschieden, aldus ont
lenen we aan het antwoord van mi
nister Algera op vragen van het Eer
ste Kamerlid De Vos van Steenwijk.