Radarverdediging van ons land nog vrijwel zonder effect Concertgebouworkest geeft 42 concerten in Amerika Min. Donker: Hoge salarissen bij onteigeningszaken fiioo^AN: Het spoor van het zwaarcL Ondanks ontkerstening houdt Frankrijk vast aan de traditie der christelijke cultuur H Beter! Moord- in de lift BANDEN 153 Situatie in Nederland en België sinds verleden jaar onveranderd Grotewohl herhaalt oude beloften Kard. Stepinac niet in levensgevaar Zonder meer niet te zeggen of zij té hoog zijn Kanttekeningen uit mijn bergparochie Het inkomen der priesters is heel schamel KilaiTiEters LICHT LOPEND DINSDAG 28 JULI 1953 PAGINA 5 LUCHTMANOEUVRE „CORONET" i a. Britse Vampire bij Keulen neergestort De piloot gedood Integratie van personeel verloopt vlot 13 October - 3 December 1954 Reis per H.A.L. Osservatore Romano Aanslag op Mgr. Franic is onrustbarend Zuivering gaat door Hoop voor Sanders Amerikaanse specialisten zijn optimistisch ik Door P. JOH. PIEPER pasfoor fe Roche Isère RIJWIEL MOTOR door NGAIO MARSH Ernstig gewond bij aanrijding Oude frankeringstarieven Tot 1 Augustus geen strafport (Van onze speciale verslaggever) Betgeen wü Maandag van onofficiële zijde vernomen hadden over de onvoldoende 'adarverdediging van Nederland, is gisteravond op een persconferentie bevestigd. Een radarexpert van de Britse luchtmacht heeft tijdens een bespreking van de oefening „Coronet" verklaard, dat in Nederland en België de effectiviteit van de •adarverdediging onveranderd is gebleven, sinds de opperbevelhebber van de tweede tactische luchtmacht in de centrale sector, Air-Chiefmarshall Sir Robert foster de radarbeveiliging verleden jaar als „vrijwel waardeloos" beschreef. In N'ATO-kringen ziet men in deze situatie een ernstig gevaar voor de totale lucht verdediging van de centrale sector en als gevolg hiervan van de gehele Europese luchtdefensie. W.U. mer' •din* te plan uits- o ede reld- data loven van •nma ■ir is ssnde kans :hap dt» het laar l in ia ar 'iiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiii in iiitiiiii mi m in iiiiiiiimi iiiiimiiiihü (Van onze speciale verslaggever) Butzweilerhof, Maandagavond Vanmiddag is bij de vliegbasis Butzweilerhof, enkele kilometers van Keulen verwijderd, een aan de oefening „Coronet" deelnemende Vampire-straal- jager neergestort, waarbij de Britse Piloot het leven verloor. Het vliegtuig kwam op een villa terecht. Bij dit eer ste ernstige ongeluk dat tijdens de thans reeds vijf dagen durende luchtmacht- manoeuvre is voorgevallen, zijn geen slachtoffers onder de burgerbevolking gevallen. •liliiiiiiiini iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilliiiiilllllliliiliiiiiiiiiiiiiii Bij de aanval, die groepen bommen werpers van Wessex (Engeland) giste ren in de loop van de dag hebben on dernomen op het Roergebied, een aan val die deze vliegtuigen over ons land leidde, is onze radarverdediging voor ongeveer vijftig procent succesvol ge weest, hetgeen wil zeggen, dat de aan vallende bommenwerpers voor de helft tijdig genoeg door de Nederlandse ra darinstallaties werden ontdekt, om de jagers gelegenheid te geven „op te stij gen" en de vijand aan te vallen. Met verbeteringen, die men in de radar- apparatuur hoopt aan te brengen, zou dit percentage onder de huidige om standigheden dus bij de snelheid die bommenwerpers thans kunnen ontwik kelen op 90 gebracht kunnen worden. Een voor 90 procent effectieve radar- Van de zijde van het bestuur der stichting, die „Het Concertgebouwor kest" beheert, wordt omtrent de tournée van het Concertgebouworkest door de Verenigde Staten van Amerika in het najaar van 1954 medegedeeld, dat de onderhandelingen met de Amerikaanse impresario de Columbia Artists Ma nagements Incorporated het eindsta dium hebben bereikt. Tussen 13 October en 3 December aid. r. «C. pit. to». V. 9. De Osservatore Romano levert uit voerig commentaar op de mededeling van de Joegoslavische radio, dat weer een andere katholieke bisschop, Mgr. Fr. Franic, bij de uitoefening van zijn ambt het slachtoffer is geworden van de com munistische geweldpleging. Het blad schrijft: De in vage termen gepubliceerde rapporten maken geen gunstige indruk. Het is niet aan te ne men, dat in een moderne staat als Joe goslavië de autoriteiten onkundig zou den zijn van de omstandigheden van een aanslag, die in dit land een gewoon te dreigt te worden. Mgr. Frans Franic is nu drie jaar hulpbisschop van de be jaarde bisschop van Split, Mgr. Bo- nefacic. De gewelddaad, waarvan Mgr. Franic het slachtoffer is geworden, is de jong ste van een gehele serie, die de autori teiten toeschrijven aan „onverantwoor delijke elementen", maar die in werke lijkheid het directe gevolg zijn van een propaganda van haat en valse voorlich ting. Men zal zich herinneren dat op 20 Januari 1952 ae apostolische administra tor van Ljubljana, Mgr. Vovk, op bru tale wijze door een troep misdadigers werd aangevallen op het station van Novo Neste, die onder de ogen van een totaal onverschillige politie, trachtte de bisschop levend te verbranden. De bis schop werd1 daarbij ernstig gewond. Dit was een van de ernstigere incidenten, die alle tot doel hebben door het ge bruikmaken van bruut geweld, de inti- midatiepolitiek van regering en politie kracht bij te zetten. Wij kunnen echter slechts hopen, zo schrijft de Osservatore tenslotte, dat de aanslag op Mgr. Franic niet nog ernsti ger consequenties heeft. Het ontbreken echter van gedetailleerde 'inlichtingen is onrustbarend. Het centrale comité van de commu nistische SED heeft in een communi qué opnieuw laten weten, dat de le vensstandaard voor de Oostduitse bevol king zal worden verbeterd en dat er een regeringshervorming zal komen. De bekendmaking somde nog eens alle be loften op, die in de afgelopen zes weken door woordvoerders van de regering- Grotewohl zijn gedaan. Iets eerder was bekend gemaakt, dat Wilhelm Zaisser, voormalig minister van Staatsveiligheid, samen met de hoofdredacteur van het officiële com munistische dagblad „Neues Deutsch- land", Rudolf Herrenstadt, als „defaitis- ten" waren verwijderd uit het centrale comité. De afgezette minister van Justi tie, Max Fechner, is gebrandmerkt als „vijand van het volk" en geheel uit de Partij gestoten. Hij zit op het ogenblik in de gevangenis. Het heeft er overigens alle schijn van, dat premier Grotewohl en de secretaris-generaal van de SED, Walter Ulbricht, er voorlopig in zijn ge slaagd om de onderlinge vrede te hand haven. Engeland heeft op 17 Juli Hongarije nog eens verzocht de Britse zakenman Edgar Sanders vrij te laten. Naar thans is meegedeeld, heeft Hongarije daarop te kennen gegeven, dat het bereid is de *aak opnieuw te bezien. 1954 zullen in verscheidene steden in to taal 42 concerten orden gegeven on der leiding van Eduard van Beinum en naar verwacht mag worden Rafael Kubelik. Er zal o.m. geconcerteerd worden in New York, Boston. New Or leans, Chicago, Detroit, Cleveland. In enkele belangrijke centra zal het orkest gedurende een korte periode verblijven om van daaruit in de omliggende steden te kunnen optreden. Naar schatting zal het orkest in de Verenigde Staten per autobus in totaal 6500 mijl hebben af te leggen. Men is thans doende het reisplan zorgvuldig uit te stippelen, hierbij rekening hou dend met alle factoren, die voor het welslagen van deze grote tournée nood zakelijk worden geacht. De oceaanovertocht zal worden ge maakt met de Holland Amerika Lijn. De heenreis zal worden gemaakt met de „Rijndam", terug wordt gereisd met de „Noordam". In verband met deze Ame rikaanse tournée zal het abonnements seizoen 1954/195 omstreeks half Septem ber beginnen. Onderhandelingen met vooraanstaande orkesten, die tijdens de afwezigheid van het Concertgebouwor kest in de abonnementseries zullen op treden, zijn thans gaande. verdediging zou voldoende zijn, maar op dit moment kan onmogelijk worden voorzien, wanneer de daarvoor beno digde verbeteringen zouden kunnen zijn aangebracht. Het enige lichtpunt in de luchtver dediging van Nederland en gedeel telijk ook in die van België vormt het na de oorlog in het leven geroe pen Korps Luchtwachtdienst, dat ge durende het afgelopen weekeinde aan de oefening „Coronet" heeft deelgeno men en daarbij „bemoedigende" resul taten heeft geboekt. Dit korps kan evenwel slechts worden gebruikt te gen op geringe hoogte binnenvliegen de toestellen en alleen dus in die om standigheden met succes deel uitma ken van het waarschuwingssysteem van de luchtverdediging in ons land. In de radarverdediging van de ge hele centrale sector is in een jaar tijds een lichte verbetering tot stand geko men. Het materiaal dat een jaar gele den werd gebruikt was toen reeds ver ouderd. De radarapparatuur, die op gro te hoogte aanvallende vliegtuigen moet ontdekken, is sindsdien verbeterd. Voor op geringe hoogte opererende vliegtui gen heeft men nu, nog slechts op enkele plaatsen, nieuwe Amerikaanse radar apparaten in gebruik kunnen nemen. Een stap vooruit in de radarverdedi ging van de centrale sector is de inte gratie van het Britse, Belgische en Ne derlandse personeel, de samensmelting tot een groot team, die een vlot verloop heeft. Bij de luchtmanoeuvre hebben wij dat zelf kunnen constateren. Op verscheidene plaatsen wordt een inge wikkeld stelsel van radarapparaten door een gemengde groep van Britten, Bel gen en Nederlanders bediend en uit het foutloze functionneren bl:kt dat dit niet de minste moeilijkheden met zich mee brengt. Kardinaal Stepinac heeft goede me dische hulp ontvangen. Hij ziet er goed uit en hij verkeert niet tn levensgevaar, mits hij niet wordt blootgesteld aan in spanning en opwinding. Dat is de con- clusie van dv, John H. Lawrence, direc- teur van het Donner-laboratorium aan de universiteit van Califomië en specia list voor bloedziekten, en dr. John F. Rusic. chef van de chirurgische staf van Holy Cross College te Chicago (III.). Op verzoek van de aartsbisschop Jo seph Hurley van St. Augustine in Flo rida, die vroeger als pauselijk nuntius in Joegoslavië een persoonlijke vriena van kardinaal Stepinac is geworden, zijn deze twee Amerikaanse medici naar Zagreb gevlogen. Zij legden hun ver klaring af nadat zij de kardinaal in zijn geboortedorp Krasic hadden onderzocht. De kardinaal lijdt, zoals gemeld, aan polycythemia, een ziekte van het bloed, die zeer gevaarlijk kan zijn. Door de moderne behandelingsmethoden, zo ver klaarden echter de beide Amerikaanse specialisten, kunnen de lijders aan deze ziekte bij normaal werk zeker nog 10 tot 15 jaar leven. Hoewel hem ogenschijnlijk de salari ëring van de jurist-deskundige in ont eigeningszaken hoog voorkomt, staat het buiten de beoordeling van de minister van Justitie of dit salaris zou staan „bui ten alle verhouding tot het gepresteer de". Aldus antwoordt minister Donker op vragen van het Tweede-Kamerlid Ritmeester (V.V.D.). De heer Ritmeester had er op gewe zen, dat in 17 van de 30 onteigenings zaken in de „Slotermeer" het salaris van de jurist-deskundige niet minder dan 56.000 bedroeg. In één zaak bedroeg zijn salaris meer dan 10.000. In Amsterdam hebben sommige ont eigeningszaken negen jaar gelopen, al dus deelt de m'inister verder mede. 45 pet. rente moest bij het te vergoeden bedrag worden opgeteld, waarnaar het salaris van de jurist-deskundige, even als van de andere deskundigen, geregeld werd. De cijfers van de salariëring bij de rechtbanken te Amsterdam en 's-Herto- genbosch zijn in verhouding tot die bij andere rechtbanken hoog. Of zij tè hoog zijn in verhouding tot het aan de rap porten bestede werk is zonder meer niet te zeggen, aangezien men bij deze recht banken aan de rapporten van deskundi gen in onteigeningszaken kennelijk meer eisen stelt dan bij andere rechtbanken. iN. Wcjtfii'xm/, Terneergeslagen loopt Erwin door de legerplaats. De spanning onder de No maden is bijna tastbaar. Alles is klaar voor de aanval op het kamp van Bor Khan en er wordt slechts op de versterkingen uit het Noorden gewacht. De krijgers korten de tijd met schijngevechtenwaarbij het soms warm toegaat. Er zijn nu reeds enkele dagen verstreken en in die tijd heeft de jonge Noorman de mogelijkheid van een ontsnapping terdege onderzocht, doch steeds stuitte hij weer op de wachtposten van Tsacha. Fel schopt hij een steen weg, wanneer hij in gedachten opnieuw de spottende stem van de Nomade hoort. „De schurk denkt, dat ik een kind ben, daarom laat hij mij vrij rondlopen," mokt de jongen. Zijn J}and tast naar het kleine jachtmes, dat Tsacha hem met een smalende opmerking heeft laten behoudenEen kleine Norenzoon, slechts met een mes gewapend, is immers reddeloos verloren in de eenzaamheid van de steppen. „En toch moet het lukken," gromt Erwin. „Ik zal er mij wel door slaan." Met een stuurse blik slaat hij de boogschutters -gade, die uur na uur onvermoei baar oefenen. En tegen wil en dank maakt zijn wrevel plaats voor bewondering, wanneer hij ziethoe weergaloos de ene pijl na de andere zuiver in het doel slaat. „Ja, ja, schieten, dat kunnen ze." Als hij ziet, dat de boogschutters hem opmerken, slentert hij achteloos weg. Eens klaps hoort hij een opgewonden rumoer aan de Noordelijke zijde van het kamp. Onder de schildwachten daar is een vreemde beroering ontstaan. Zij wijzen naar de twee ruiters, die in de verte naderen. Ongetwijfeld behoren zij tot Tsacha's krijgs macht in het Noorden. Een spookachtige gestalte, gezeten op een kreupel paard rijdt voor hen uit, en wanneer de vreemdeling de argwanende blikken bei$erkt, barst hij in een stuipachtige lach uit. „Ter zijde! Maak plaats voor twee vermoeide boodschappers, jakhalzen! krijst hij met een opgewonden armzwaai. Hoewel Tsacha's krijgers niet voor een kleintje vervaard zijn, wijken zij onwil lekeurig voor de vreeswekkende verschijning terug. „Voort dwazen! Ga uw meester vertellen, dat we een boodschap voor hem hebben. Maar doe het kalm aan, hehehe, want waar Alhabar is, zijn de boodschappen meestal niet zo prettig." - En op de gehele steppen werd zelden een huiveringwekkender lach gehoord et probleem van de ontkerstening van Frankrijk heeft even veel om het lijf als het probleem kerstening, want wie over de ontkerstening van Frankrijk durft praten, moet eerst even het probleem zuiver stellen en zich afvragen of er wel werkelijk van een „ontkerstend" Frankrijk sprake is. Maar als „ontkerstening" in feite „ontkerkelijking" 'is, dan liggen de aposto- laatsmethoden ook geheel anders. Dan betekent kerstening voor de tegenwoor dige Franse clerus niets meer of minder dan de kloof te overbruggen, die er geslagen is tussen volk en Kerk, door persoonlijk contact met de gelovigen, die wel stevig in hun geloof staan, maar de mens-priester nodig hebben om weer tot de geloofspractijk, d.w.z. het vervullen van hun kerkelijke plichten terug te komen. Om precies bij de waarheid te blijven: wat de prètre-bourgedis hierin vroeger, onbewust misschien, verwaarloosd heeft, vult de prêtre-ouvrier, de priester-arbeider, weer prachtig aan in onze tijd. Heel die beweging van de arbeiders-priesters heeft geen ander doel dan het verbroken contact weer op te nemen tussen volk en Kerk. Overigens vraag ik mij af, terwijl ik dit schrijf, of dit probleem wel spe cifiek Frans is en of het niet een kwestie is, die ook buiten Frankrijk even brandend is, n.l. een gelovend volk (op sommige plaatsen min of meer) weer terug te brengen naar de oude geloofspraktijk van godsdienstbe leving overeenkomstig de goddelijke en kerkelijke wetten. Dat daar de ken nis van dogma en wet een grote rol in speelt, ligt voor de hand. Dit laatste is echter niet op geheel Frankrijk van toepassing. De provin cies Elzas en Lotharingen, die tot 1918 Duits zijn geweest, en bijgevolg wei nig geleden hebben van de anticleri- cale actie van vóór die tijd, kunnen we buiten beschouwing laten. Neemt men aan Frans Vlaanderen, de streek die boven de lijn AbbevilleVerdun ligt, Bretagne en de Normandie, het Baskenland, de Vendée, l'Aveyron, dan blijken die nog geheel intakt en prak- tizerend katholiek. Van de overige streken kan men zonder overdrijving zeggen, dat ze, hoewel in het algemeen nog gelovig, erg onverschillig staan tegenover godsdienstpraktijk. Het antwoord op de vraag of Frank rijk een missieland is, is hiermee dan ook duidelijk gegeven, als men onder een missieland niet verstaat een land waar het geloof niet bestaat, maar een land, waar de toestanden van dien aard zijn, dat, hoewel er een groot gebrek aan priesters is, het volk toch nog zijn kerkelijke plichten kan vervullen. Het Franse volk heeft zijn geloof bewaard en iedere Fransman, die wil, kan in weerwil van de ontzettende priesternood katholiek leven en sterven. Tussen het noodzakelijke en het voldoende voor een royaal ker kelijk leven ligt een grote marge. Indien het als algemene stelregel waar zou zijn, dat in Frankrijk goed- Advertentle willende zielen door gebrek aan de noodzakelijke priesterbijstand verlo ren moeten gaan, dan zou het onver antwoord zijn, dat jaarlijks zoveel Franse missionarissen naar de vreemde missielanden gaan, terwijl in eigen land zielen verloren gaan bij gebrek aan die priesterhulp, die naar den vreemde vertrekt. De Franse kerkprovincie bereidt zich op het ogenblik voor op een algemene heropleving van kerkelijkheid en gods dienstzin. Dat het anticlericalisme nog niet geheel verdwenen is. kwam weer eens te voorschijn gedurende de laatste strijd voor de katholieke school, toen de wet-Barangé er door moest, maar dat ze er doorgekomen is, is een be wijs, dat het openlijke anticlericalisme heeft afgedaan en dat de mentaliteit onder het volk, zo niet geheel afwij zend, dan toch in z'n geheel erg onver schillig hiertegenover staat. De Franse katholiek (een groot woord voor een niet-kerkelijke katho liek in tegenstelling tot een praktise rend katholiek) heeft zijn houding ten opzichte van „zijn" Kerk nog niet ge heel teruggevonden, maar is op weg. Allen, op enkele uitzonderingen na, staan ze sympathiek tegenover de gods dienst en zeker tegenover de priester. Wat verder die uitzonderingen betreft, het zijn ook hier dezelfden als elders, die vijandig tegenover God en gods dienst staan en in zover is het hier ook een normaal geval. Mijn persoonlijke ervaringen hier in het Zuid-Oosten kloppen met die van andere priesters in de overige gedeel ten van Frankrijk. Hier zijn enkele voorbeelden ter il lustratie, die heel goed doen uitkomen, hoe welwillend het volk tegenover zijn priesters staat. Iedereen hier weet en kent het scha mele inkomen van ons, priesters, dat alles goed bij elkaar gerekend niet over de twee tientjes per week loopt. De bak ker, de kruidenier, zelfs de apotheker houdt daar rekening mee en rekent je tien, soms twintig procent minder. De huis- of brandverzekeringsmaatschap pijen, zelfs de autoverzekering (zonder auto of zware motor kun je in dit berg land niets uitvoeren) berekenen aparte tarieven voor de geestelijkheid, die soms tot dertig, veertig procent onder de normale tarieven liggen. Het is me eens overkomen, dat ik voor een be paald geneesmiddel naar beneden, naar de stad moest. Ik had er eerst twee maal over nagedacht voor ik tot de aankoop van dat soort dure medica menten overging, want de trekvaardig- heid van de beroemde „Bruine" was die dagen tot een minimum beperkt, maar het was noodzakelijk. Toen ik de rekening vroeg, kreeg ik te horen, dat meneer dat op het ogenblik nog niet wist, het waren nieuwe geneesmidde len en de rekening er van was nog niet 89 De inspecteur was zelf aan de trein en bracht hen naar de politieauto. Hij was blijkbaar onder de indruk van dit hoge bezoek van Scotland Yard en vol komen bereid om over Deepacres en de Lampreys te spreken. Toen ze het dorp uitreden wees hij naar een aardig huis je, dat aan een zijweg stond. „Dat is nu het eigendom van Bill Giggle," zei hij. „Prettig voor Bill Giggle," zei Al- leyn. „Heel prettig. Grappig, hoe hij eraan gekomen is. Dat is Oude Geschiedenis. De oudeheer van Bill Giggle was koet sier bij de vader van Lord Wutherwood en heeft zijn leven gered. Iets met -een losgebroken paard. De oud lord beloof de hem dat huisje, maar tenslotte kreeg hij kort daarna een ongeluk bij de jacht. Hij heeft toen nog maar enkele minuten geleefd, maar in het bijzijn van een paar mensen heeft hij nog gezegd, dat het hem speet, dat hij dat nooit in zijn testament had laten opnemen en hij vroeg aan zijn zoon dat is de nu overleden lord om deze belofte in te lossen. De nieuwe lord heeft dat huisje toen wel niet direct overgedragen, om dat hij een beetje krenterig was, maar hij liet zijn notaris komen en maakte zijn testament en liet bekendmaken, dat de jonge Bill Giggle het huisje zou krijgen wanneer hij zelf overleden zou zijn-" „Juist." „Ja, en het ziet ernaar uit, dat de spoorlijn in die richting zal worden doorgetrokken en dat is helemaal leuk voor Bill Giggle." „Heel leuk," zei Alleyn. Daarna werd hij nogal zwijgzaam. Ze reden door lanen omzoomd door open velden, kleine boerderijen, bosjes en een particulier golfveld tot ze aan de poor ten van Deepacres Park kwamen. Het huis lag verborgen achter de bomen en naarmate ze de oprijlaan verder inre den kwam Fox dieper onder de indruk. „Dat lijkt niet mis," zei Fox. „Wacht tot je het huis ziet," zei de inspecteur. „Het is na Leeds Castle het mooiste huis van Kent. Niet zo groot, maar indrukwekkend." Hij had gelijk. Het grote huis stond op een terras in een hertenpark- Het was gebouwd in de tijd van John Evelyn en die onvermoeibare connoisseur op het gebied van mooie huizen zou er geen feil aan ontdekt kunnen hebben Hij had het inderdaad kunnen beschrijven als een volmaakt harmonisch bouwsel, «ijzonder opmerkelijk door de nobele lig ging, en er van buiten uitziende als een diadeem. De vergelijking zou goed geko zen geweest zijn, dacht Alleyn, want in de late middagzon glansde het huis als een juweel tegen de fluwelen achter grond van de bomen. „Gossie!" zei Nigel. „Nooit geweten dat het zo groots was. Grote goden, je kunt je niet indenken dat de Lampreys hier komen wonen." „Lord Charles zal hier wel geboren zijn?" merkte Alleyn op. „Ja, dat denk ik wel. Ja, natuurlijk. Het is enorm, niet?" En Nigels vingers gingen naar zijn das. „Ik heb aan het personeel gezegd, dat u zou komen," zei de inspecteur. „Die zullen ook wel de kluts kwijt zijn." Maar de butler en de huishoudster waren niet zozeer de kluts kwijt als wel hun rustige zelfverzekerdheid. Ze had den van de dood van. Lord Wutherwood gehoord door een berichtje in de krant. Orders hadden ze niet ontvangen. Zou den ze met een groep van het perso neel naar Londen moeten gaan? Waar zou mylord begraven worden? Alleyn stelde voor, dat ze Brummell Street maar moesten opbellen of Pleasaunce Court Mansions Hij toonde een bevel tot huiszoeking en sloeg aan het werk. Er zouden weken voor nodig zijn om het gehele huis te doorzoeken, maar hij hoopte op een gelukkig toeval. De se cretaris van Lord Wutherwood was op vacantie. Alleyn betreurde zijn afwezig heid niet. Hij vroeg om hem de kamers te tonen, die Lord Wutherwood het meest gebruikte, waarop men hem de bibliotheek en een soort kantoortje toonde. Fox ging naar zijn slaapkamer in een andere vleugel. Nigel klampte de huis houdster aan om, zoals hij zeide, het ge zichtspunt van de oude getrouwe te ver nemen. Alleyn had de sleutels van Lord Wutherwood meegebracht Eén daarvan paste op het grote kabinet in de biblio theek. De kast zat vol met stapels pa pier en bundels brieven. Met een zucht begon hij ze door te nemen, af en toe even pauzerend om een blik door de hoge ramen naar buiten te werpen op het charmante landschap. Hij vond in het kabinet weinig, dat hem kon helpen. Er waren opgewekte bedelbrieven van Lord Charles, waarop met blauw potlood stond: „Beantwoord 10/5/38. Geweigerd." „Beantwoord 11/ 12/38. Definitief geweigerd." Maar de brieven van Lord Charles bleven bin nenstromen en werden weer definitief geweigerd. De overleden Lord Wuther wood was een systematisch man ge weest. Maar niet altijd had hij gewei gerd om zijn broer te helpen. Er was een brief uit Nieuw-Zeeland, waarop met blauw potlood stond: „Beantwoord 3/4/33. 500," en op een nog vroegere smeekbede: „Chèque 500 B.N.Z." Dit schenen de enige gelegenheden te zijn, waarbij Lord Charles geen bot gevan gen had. Er waren brieven van Lady Katherine Lobe, waarin de schrijfster haar neef herinnerde aan zijn verplich tingen ten opzichte van de armen en waarin ze haar lievelingsobjecten voor hem uiteenzette. Hierop stond een ferm: „Nee". Tussen een stapel oude brieven vond Alleyn er een van het Nedburn- rusthuis, Otterton, Devon. De brief meldde dat de toestand van Lady Wu therwood enigszins verbeterd was. Hij schreef het adres op. Het was echter Fox, die de vreemde ontdekking deed. De zon scheen reeds laag door de bibliotheekramen, toen de deur open ging en de massieve gestalte van Fox opdoemde in de schemering. Alleyn zat op de vloer en rommelde in de inhoud van de onderste plank. Hij keek naar Fox, die langzaam uit de duisternis van de hal in het gouden zon licht trad- Hij scheen een klein voor werp in zijn hand te houden. Zonder te spreken sloeg Alleyn hem gade. Het ta pijt was dik en geluidloos kwam hij na derbij als een robuste geestverschijning. Pas toen hij heel dichtbij was kon Al leyn het voorwerp onderscheiden dat hij in zijn hand hield. Het was «en kleine en zeer lelijke pop. (Wordt vervolgd). gekomen, maar hij (de apotheker) zou mij de rekening bij gelegenheid wel sturen. Ik verwonderde mij eerst even over het vertrouwen, dat de goeie man mij betoonde en zei hem dat ook, want hij had mij nog nooit eerder gezien en ik kende hem helemaal niet. Het was zelfs de eerste keer, dat ik er kwam. Op een papiertje schreef ik mijn adres, maar het werd zo nonchalant ergens neergegooid, dat ik er werkelijk door gehinderd was. Een maand later, toen er nog geen rekening was gekomen, moest ik weer in de stad zijn en vroeg aan mijn apotheker nogmaals de reke ning. Hij glimlachte eens en zei mij op een zo doodleuke manier: „Mon sieur l'Abbé, ik zou er mij eeuwig een verwijt van maken als ik van een priester, die ziek is, en mijn genees middelen nodig heeft, ook maar een centiem zou aannemen. Wij hebben al zo weinig priesters, dat het voor ons een he'ilige plicht is alles te doen wat we kunnen, opdat ze niet ziek worden en als ze ziek zijn ze te hel pen zo gauw mogelijk weer beter te maken. Wilt u mij de eer aandoen iedere keer als u iets nodig mocht hebben voor uw gezondheid het bij mij te halen en aü u niet kunt, zal ik het u wel sturen". Toen ik later aan mijn Deken vroeg wat dat voor een rare man was, die daar op die hoek in de apotheek zat, zei hij mij: „Ja, zeg dat wel, een rare man. Zijn oudste dochter heeft dit jaar de eer ste H. Communie gedaan, maar hem of haar (zijn vrouw) Zie ik nooit in de kerk en elke drie maanden stuurt hij mij in een brief 5000 francs met de beleefde vraag of ik daarvan even de rekening bij hem wil betalen van eventueel gekochte geneesmiddelen, om het even of ik er gehad heb of niet". Een buurtpastoor krijgt elke Zater dag zijn z.g. „panier paroissial", zijn korfje huishoudwaren aan de deur aan gereikt, waarin hij alles vindt wat zijn dienstbode in de week nodig heeft voor haar keuken. Elk huisgezin in zijn parochie zorgt om de beurt, elk eens in het jaar, dat het korfje vol komt (hij heeft driehon derd huisgezinnen), onverschillig of dat huisgezin praktiserend katholiek of niet, communist of radicaal is. Ik zelf heb in dit opzicht ook niet te klagen. Een „Boerenpastoor" is nog nooit van honger gestorven en ik heb in mijn eigen parochie nobele zielen en rechtschapen karakters, die alles voor hun pastoor over hebben, regelmatig zijn tuin onderhouden en eens in het voorjaar een hele dag komen spitten; anderen, die jaarlijks precies op tijd hun geldelijke bijdrage voor kerk en pastoor komen betalen, van hun oogst netjes het van oudsher vastgestelde ge deelte voor hun pastoor afzonderen, geen varken slachten zonder er een mooi stuk van naar de pastoriekeuken te zenden, zelfs regelmatig H.H. Missen voor hun overleden familie laten le zen, maarpersoonlijk nooit een voet in de kerk zetten, zelfs hun Pasen niet eens houden, want dat gaat ook samen, Pasen houden en niet naar de gewone Zondagsmis komen. Een andere priester, die hier ook in het Zuiden werkt als pastoor van drie parochies, kreeg van zijn paro chianen een som gelds, om er een auto voor te kopen, want, zo hadden ze gezegd: „Al komen we dan zelf niet naar de kerk, wij willen toch dat er hier 's Zondags een H. Mis gelezen wordt en dat.u gemakkelijk naar ons kunt komen, om catechismus te ge ven, onze kinderen te dopen en onze stervenden bij te staan.Wij zijn toch geen heidenen". Onbegrijpelijk mysterie, zegt u! Dit volk is katholiek zonder enige uitzon deringwil voor niets ter wereld anders genoemd worden.... en doet er niet aan. Het mysterie wordt er nog onbegrijpelijker om, als u er even aan wilt denken, dat dit volk niet handelt uit een soort algemeen gebruik, of om dat ze de pastoor een „Chic Type", een „fijne kerel" vinden, of omdat in een Frans landschap nu eenmaal bij een kerk een pastoor hoort. Zeker, ook dit heeft zijn waarde; de Fransman houdt vast aan de oude traditie, maar er is iets meer, dat hij nooit kan verlooche nen, n.l. de traditie, van het eerste en oudste cultuurvolk, een christelijk cul tuurvolk te zijn, dat wel voor een tijd lang zijn aangezicht kan verbergen, maar het uiteindelijk toch niet verlie zen kan. Daarom juist is het zo vastge- ankerd in zijn geloof, de eerste drijf veer van zijn handelwijze. Toen ik alles wat ik u hierboven verteld heb aan een vriend, die hier bij mij was, had uiteengezet, gaf hij de volgende opmerking ten beste: „Ja, maar, als het Franse volk nog altijd zo goed gelooft, hoe komt het dan, dat er zo weinig priesterroepingen zijn?" De klok sloeg toen net middernacht en ik kon er niets anders op zeggen wat ik er nu ook op zeg: Daarover een vol gende keer. ■•siUËK De buurtpastoor krijgt elke Zaterdag een korfje huishoudwaren. (Van onze correspondent) Toen de mijnwerker H. uit Kaalheide na zijn werk in de Staatsmijn Wilhel- mina op zijn fiets huiswaarts keerde, tezamen met een kameraad, werd hij op de Kaalheidersteenweg plotseling aangereden door een bestelauto, be stuurd door V. uit Heerlen. De bestel auto reed zo snel, dat hij bij het af remmen driemaal over de kop sloeg. De gevolgen van de aanrijding waren zeer ernstig. Hij moest met een zware hersenschudding en een gebroken bo venbeen in het ziekenhuis van Kerk- rade worden opgenomen. De toestand van H. was Maandag nog steeds zorg wekkend. Voor de poststukken in het binnen landse verkeer, welke volgens de tot 1 Juli geldende tarieven volledig zijn gefrankeerd, wordt tot 1 Augustus a.s. geen strafport geheven. De termijn is vrij lang genomen, omdat de bekend making van het in werking treden der gewijzigde tarieven slechts korte tijd van tevoren kon geschieden, aldus ont lenen we aan het antwoord van mi nister Algera op vragen van het Eer ste Kamerlid De Vos van Steenwijk.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1953 | | pagina 5